rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
stadium van belang. Indien tijdelijke voorzieningen worden toegepast [tijdelijke beschoeiing,<br />
tijdelijke geotextielen) moet afgesproken worden wat hiermee op termijn gedaan moet worden.<br />
Streefbeelden<br />
De streefbeelden zouden moeten worden uitgebreid met ecologische doelstellingen. Het opstellen<br />
ervan kan het best gebeuren aan de hand van aanwezige abiotische en biotische systeemvariabelen<br />
en actuele en potentiële ecologische waarden van het watersysteem en de oever.<br />
Voor het streefbeeld is voldoende ecologische kennis van de uitgangssituatie van belang, om<br />
een beoordeling te kunnen geven van potenties voor flora en fauna. Dit geldt ook voor inventariseren<br />
en vemerken van biotische veldgegevens. Het inschakelen van ecologen in het gehele<br />
traject van voorbereiding tot evaluatie is dan ook aan te bevelen. Om de oever te zijner tijd<br />
aan een streefbeeld te kunnen toetsen is het zinvol om het streefbeeld niet alleen te beschrijven<br />
maar ook te kwantificeren. Daarbij wordt aangegeven welke ecologische groepen tot ontwikkeling<br />
moeten komen en in welke bedekking de oever begroeid moet raken.<br />
Ruimtebeslag, grondvenverving, voorlichting<br />
Algemeen gesteld vergt de aanleg van een natuurvriendelijke oever ruimte. Bij kleine watergangen<br />
als beken en sloten is deze ruimte vaak niet in het bestaande profiel beschikbaar. Dit<br />
betekent dat aangrenzende gronden heringericht moeten worden, waartoe soms grond aangekocht<br />
moet worden. Bij grotere weteringen en vaarten en kanalen is de ruimte soms in het<br />
wterlichaam te vinden, of beschikt de beheerder reeds over de oevergronden. Hier is grondaankoop<br />
waarschijnlijk minder urgent.<br />
Grondvetweeving is vaak sterkafhankelijk van vrijwillige medewerking. Dit betekent dat informatie<br />
naar de streek zeer belangrijk is. Tijdige voorlichting is vereist om voldoende draagvlak<br />
te verkrijgen. Verder moeten van tevoren beheersafspraken gemaakt worden. Maar ook als er<br />
geen grondverwerving speelt kan voorlichting zinvol zijn om bij derden begrip te kweken en<br />
medewerking te krijgen.<br />
Constructies en materialen: maatwerk<br />
Eerst moet nagegaan worden of een oeverbescherming nodig is. Bij beken is dit meestal niet<br />
aan te bevelen.<br />
Het ontwerp van plasbermen behoeft extra aandacht. Van belang zijn afmetingen, diepte, uitwisselingsmogelijkheden<br />
met het waterlichaam. Een golfdempende constructie met onderbrekingen<br />
voor de fauna vormt een goed alternatief voor de gesloten damwand. De golfdempende<br />
con&uctie kan bestaan uit verschillende modellen, afhankelijk van de situatie. Plasbermen<br />
ohdieper dan 0,IO m verlanden snel. Afhankelijk van het streefbeeld is dit wel of niet gewenst.<br />
Aanleg van plasbermen in met effluent of overstort belaste waterlopen is af te raden. In zulke<br />
situaties blijkt de waterkwaliteit in de plasberm slecht te zijn, waardoor de beoogde ontwikkeling<br />
van natuurwaarden niet gerealiseerd wordt. Plasbermen vergen dus maatwerk. De aanleg<br />
van varianten geeft inzicht in mogelijkheden en beperkingen.<br />
Riet en biezen kunnen leiden tot een monocultuur, die vanuit ecologisch oogpunt minder<br />
gewenst is. Het is in het algemeen aan te bevelen meerdere plantensoorten te gebruiken. De sortimentskeue<br />
kan afhankelijk van de doelstelling gesteld worden: is uitsluitend het vastleggen<br />
van de oever het doel, dan is riet vaak optimaal. Is een hogere natuurwaarde het doel, dan zijn<br />
er meer plantensoorten van belang. Inmiddels is ook met andere plantensoorten ervaring opgedaan,<br />
zoals lisdodde, gele lis en grotc egelskop. Overigcns moet voorkomen worden dat de<br />
planten soort bij soort geplant worden omdat dit een onnatuurlijke situatie oplevert.<br />
Gebiedseigen plantmateriaal Icidt in de meestc gevallen tot goede resultaten. De planten zijn<br />
immers aangepast aan de omgeving. Een terreinbezoek vooraf om na te gaan of plantmateriaal<br />
in de nabijheid beschikbaar is, is aan te raden. Zo kan voorkomen worden dat duur gebiedsvreemd<br />
(zelfs buitenlands!) materiaal wordt aangeschaft, terwijl dit helemaal niet nodig was.<br />
STOWA - Natuurvrirndriijke oevers. Evduaiie van de stand VU zokcn in Nederland S~nienvaiiinp. pagina 10