rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
probleem. Op korte termijn valt niet te verwachten dat het maaisel geld oplevert of op grote<br />
schaal kosteloos kan worden afgezet.<br />
Keur<br />
De Keur van de Waterschappen geeft onderhoudsfrequentie en -datum aan en heeft in het algemeen<br />
tot doel het garanderen van waterafvoer. De schouwplicht stemt soms niet overeen met<br />
het gewenste beheer van natuurvriendelijke oevers. Van de 128 objecten blijkt 62% geen<br />
schouwplicht te hebben, de indruk bestaat dat projecten in wateren die onder de Keur vallen<br />
minder gemakkelijk van de grond komen.<br />
Voor een groot aantal objecten zijn geen gegevens over aanlegkosten en onderhoudskosten<br />
beschikbaar gekomen. Soms omdat inzichten ontbreken, soms omdat de oever een onderdeel<br />
van een integraal project vormt, soms omdat objecten recent zijn uitgevoerd en er nog geen<br />
gegevens beschikbaar konden zijn. Vergelijking van verschillende inrichtingsmodellen is daarom<br />
niet mogelijk. Bij projecten waarin meerdere proefvakken zijn ingericht, is vergelijking Net<br />
mogelijk wanneer de kosten niet apart gespecificeerd zijn.<br />
Voor 30% van de objecten stelt men dat het onderhoud goedkoper is geworden in vergelijking<br />
met de oorspronkelijke situatie, voor 17% wordt gemeld dat het onderhoud duurder is geworden,<br />
voor 19% kan men dit nog niet zeggen, voor de overige 34% zijn geen gegevens beschikbaar<br />
gekomen. Voor veel van de objecten die duurder zijn geworden geldt dat voorheen geen<br />
onderhoud werd uitgevoerd. Soms is sprake van achterstallig onderhoud dat nu in het kostenplaaîje<br />
naar voren komt.<br />
Monitoring en evaluatie<br />
Eén van de belangrijkste conclusies is dat er in de praktijk weinig aandacht wordt besteed aan<br />
het vastleggen van de uitgangssituatie en vervolgens monitoring van ontwikkelingen in<br />
floraffauna. Daardoor is in veel gevallen nauwelijks te evalueren of de aanleg van de natuurvriendelijke<br />
oever heeft geleid tot verhoging van de natuwwaarden, en zo ja in welke mate.<br />
In S6 van de 128 objecten (44%) zijn één of meer vormen van monitoring verricht. Het gaat<br />
hierbij met name om vegetatiekundig onderzoek en onderzoek naar macrofauna. In mindere<br />
mate worden ook amfibieën en reptielen geïnventariseerd, alsmede vogels en vissen.<br />
Onderzoek naar zoogdieren wordt in zeer beperkte mate gedaan.<br />
Een aantal waterbeheenlers voert wel veel eigen onderzoek uit. Zij vervullen een zekere<br />
voortrekkersrol.<br />
STOWA - Naluurvriendelijke oevers. Evaluatie van de stand van laken in Nederland Samenvatting. pagina 8