30.08.2013 Views

rapport 2000-08 - Stowa

rapport 2000-08 - Stowa

rapport 2000-08 - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

het verkregen landelijk overzicht naar schatting zo'n 75% omvat van de aangelegdelheringe-<br />

richte natuurvriendelijke oevers in het landelijk gebied, die in de onderzoeksperiode als zoda-<br />

nig bekend waren. De gegevens van deze 457 objecten zijn in een database (FileMaker Pro)<br />

ingevoerd. Met deze database zijn overzichten en selecties van oeverprojecten gemaakt.<br />

Nader onderzoek naar praktijkervaringen<br />

Uit de 457 objecten is een selectie van 165 objecten gemaakt. Door middel van een zeer uitge-<br />

breide enqu&e is per object nadere informatie opgevraagd. Deze enquete leverde gegevens van<br />

128 objecten op (respons 78%). Deze objecten zijn gelegen langs 88 verschillende wateren. In<br />

het nader onderzoek is verder op praktijkervaringen ingegaan.<br />

Resultaten landelijke inventarisatie<br />

Verspreiding<br />

De landelijke inventarisatie heeft in totaal 457 objecten verspreid over 348 verschillende wateren<br />

opgeleverd. De totale lengte van de objecten bedraagt ongeveer 1300 km. Ze zijn over<br />

geheel Nederland verspreid gelegen. 70% ligt in laag Nederland (rivierengebied, laagveen,<br />

droogmakerijen, zeekleigebied), 30% in hoog Nederland (hogere zandgronden, heuvelland).<br />

Het grootste aantal objecten is gevonden in de provincies Friesland Overijssel, Zuid-Holland<br />

en Noord-Brabant. Waterschappen, hoogheemraadschappen, miveringsschappen beheren tezamen<br />

83% van de objecten, Rijk, provincies en andere organisaties tezamen 17OA.<br />

Van de 457 objecten komt 54% voor langs weteringen, vaarten en kanalen. Kleine rivieren,<br />

meren en kreken zijn minder vertegenwoordigd. Het grootste aantal kilometers natuuwriendelijke<br />

oever is te vinden langs beken op hogere zandgronden (totaal 153 km), langs weteringen<br />

en vaarten in het rivierengebied (l04 km) en in het zeekleigebied (261 km) en langs kanalen in<br />

het laagveengebied (95 km). Het watertype sloten komt in slechts 9% van de objecten voor. In<br />

het Nederlandse oppervlaktewaterstelsel nemen sloten ongetwijfeld het grootste aandeel in.<br />

Een groot deel van de sloten is in beheer bij agariërs en in dit onderzoek niet onderzocht.<br />

De aanleg van natuurvriendelijke oevers langs weteringedvaarten en kanalen vindt al vanaf het<br />

begin van de periode 1982-1 996 plaats. Herinrichting van beken komt vanaf 1990 van de grond<br />

en kent een geleidelijke toename. Oek de kreken kamen pas later in beeld vanaf 1991. ei piek<br />

in het aantal aangelegde natuurvriendelijke oevers in 1992-93 liikt samen te vallen met de werking<br />

van de REGIWÄ-subsidieregelinoan het aantal objecten is 21% via de REGIWA-regeling<br />

gesubsidieerd (23% van de totale lengte). Het betreft met name beekprojecten en oevers<br />

langs weteringedvaarten en kanalen. Van het aantal objecten is 18% in het kader van een landinrichtingsproject<br />

of ruilverkaveling aangelegd (27% van de totale lengte). Daarnaast is 13%<br />

van het aantal objecten als proefproject in eigen beheer door de waterbeheerders opgezet. Deze<br />

laatste groep objecten beslaat slechts 4% van de totale lengte. Veelal betreft het-fioefiakken<br />

met een beperkte lengte.<br />

Doelstellingen en streefbeelden<br />

Nagegaan is in hoeverre een doelstelling of streefbeeld voor het betreffende oeverproject is<br />

geformuleerd. De meeste formuleringen zijn zeer algemeen van aard (zoals 'ecologische<br />

oever', 'natuurontwikkeling', 'ontwikkeling rietoever'). Streefbeelden met ecologische<br />

omschrijvingen in de sfeer van ontwikkeling van bepaalde vegetatietypen of toename van<br />

bepaalde diersoorten zijn nauwelijks vastgelegd.<br />

Uitgaande van een zeer ruime opvatting van de begrippen doelstelling en streefbeeld blijkt dat<br />

voor ongeveer 50% van de objecten een zeker (zeer globaal tot een enkele keer uitgebreid)<br />

'streefúeeld' omschreven is. Dit betekent dat de doelstelling in de meeste gevallen behaald is.<br />

De aanleg was immers feitelijk de doelstelling. Ook het streefbeeld is in veel gevallen behaald,<br />

aangezien dit globaal gesteld is.<br />

STOWA - Natuurvriendelgke oeven. Evaluatie van de htnnd van lalien in Nederland

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!