rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
rapport 2000-08 - Stowa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een minimom-pakket monitorhg vlinders bestaat uit:<br />
- referentietelling;<br />
- tenminste twee tellingen per jaar.<br />
Libelielarven h e n bij het aquatisch macrofauna ondenoelr worden meegenomen.<br />
Vissen<br />
Vissen vormen een belangrijke component van waterecosystemen. Enenijds oefenen ze een sterke<br />
invloed uit op de structuur en de biomassa van de lagere trofische niveaus. Voorbeelden zijn de<br />
predatie van planktivore vissen op zoöplankton, de predatie van benthivore vissen op macrofauna<br />
en de predatie van roofvissen. Anderzijds wordt de visstand zelf ook van bovenaf beilnvloed door<br />
visetende watervogels.<br />
Het oevermilieu kan een belangrijke functie vervullen als paai-, opgroei- of rustgebied voor standen<br />
trekvis. Alle vissoorten zijn in bepaalde levensstadia afhankelijk van waterplanten, maar er zijn<br />
verschillen. melijk van waterplanten zijn: snoek. zeelt, kroeskaqer, grote modderkruiper,<br />
kleine modderhiper, vetje, misvoorn. bittervoorn, kolblei, serpeling, bermpje, driedoornige<br />
stekelbaars en tiendoornige stekelbaars. Minder afhankelijk zijn: blankvoorn. riviergrondel,<br />
kopvoorn, winde en baars.<br />
De afhankelijkheid van water- en oeverplanten kan zowel betrekking hebben op een paaiplaats, het<br />
jonge stadium of ook het volwassen stadium. Voor de snoek en snoekbroed is een goed<br />
ontwikkelde oevervegetatie paaiplaats respectievelijk schuilgelegenheid. Ondergelopen graslanden<br />
in het voorjaar zijn uitstekende paaiplaatsen voor de snoek. Oever- en waterplanten produceren<br />
zuurstof en voedsel voor vis en bieden paaisubstraat en schuilgelegenheid aan vis. Uit<br />
overhangende vegetatie vallen insekten in bet water, die vis tot voedsel dienen.<br />
Als paaiplaats is een zonnige ligging gunstig. Watervegetaties beiuivloeden de lichtcondities, de<br />
temperatuur, de sedimentatie en waterturbulentie. Er is een positieve relatie sse en de diversiteit in<br />
de vegetatie en de diversiteit aan vissoorten.<br />
Visserijhdig onderzoek is gericht op het verkrijgen van inzicht in de visstand van een bepaald<br />
water en het milieu ten behoeve van die visstand. Het visstandonderzoek inventariseert weke<br />
vissoorten aanwezig zijn en in welke aantallen. Daarnaast kan het onderzoek naar het aanwezige<br />
visbroed, de leeftijdsverdeiiig van de gevangen vis en de verhouding prooivis-predatorvis<br />
inf& opleveren over de verschillende functies die de oever vervult (paaien, opgroeien, msten).<br />
Het onderzoek kan worden beperkt tot de oevemndplasberm.<br />
Aan~liend onderzoek is nodig om te weten wat de 'waarde' van het water voor de vis is en weke<br />
mogelijkheden en beperkingen er zijn. Het betreft ondenoek naar de fysische en chemische waterkwaiiteit<br />
en de aanwezigheid van voldoende visvoedsel (planten en macro-fauna, zoals slakken,<br />
wonnen en Larven).<br />
Visstandonderzoek moet in het algemeen aan drie voorwaarden voldoen (naar OVB. 1984):<br />
- de monsters moeten, rifhankelijk van de vraagstelling, groot genoeg zijn;<br />
- de vissen moeten op verschillende plaatsen in het water gevangen zijn vanwege de voorkeur van<br />
diverse vissoorten voor bepaalde plaatsen in het water. Bij naluumiendeíijk oevers hangt het<br />
van de situatie ter plaatse af of bemonstering op verschillende plaatsen noodzakelijk is. Bij<br />
plasbermen achter een damwand met openingen ligt het voor de hand zowel nabij de openingai<br />
als verder daar vandaan te bemonsteren;<br />
- de keuze van het vistuig ((broed)zegen, staande netten, fuiken, electcisch vissen) moet zijn<br />
afgestemd op de te vangen vissoorten. Electrixh vissen in de oevenone en in plasbermai wordt<br />
uitgevoerd met draagbare electro-visapparatuur, Opgemerkt mm worden dat het gebruik van<br />
bepaalde vistuigen aan wettelijke regels is gebonden (vergunningenlontbeffingen). Daarnaast<br />
moet in vroegtijdig stadium moet nagegaan worden weke instantieJpersoon welke visrnhten<br />
STOWA - NaarWnmdslijLeocvon. Evnhiatie vni & stimd van &m in Nedcrlaod