30.08.2013 Views

rapport 2000-08 - Stowa

rapport 2000-08 - Stowa

rapport 2000-08 - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

wegsloten langs wegen van Rijkswaterstaat (waarin de laatste jaren kleinschalige projecten worden<br />

uitgevoerd) vden buiten het ondermek.<br />

Geraadpleegde instanties<br />

De geraadpleegde instanties zijn water- edof oeverbeheerdets die bij de aanleg enlof onderhoud<br />

van oevers betrokken zijn. Aangezien het anderzoek gericht is op wateren buiten de bebouwde kom<br />

heeft de gegevensinwinning zich met name toegespitst op de waterschapswereld. AUe water-<br />

kwantiteits- en waterkwaliteitsbeheerders in Nederland (waterschappen, zuiveringsschappen en<br />

hoogheemraadschappen) zijn door middel van enquetes en telefonische benadering gevraagd<br />

gegevens te leveren (zie verderop). Daarnaast zijn Rijkswaterstaat, provincies en de Dienst<br />

Landelijk Gebied benaderd.<br />

Gezien de hiervoor beschreven afbakening is geen landelijke inventarisatie uitgevoerd onder<br />

gemeenten, beheerders van natuurgebieden (Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten,<br />

provinciale landschappen) en natuur- en recreatieschappen.<br />

In totaal zijn door meer dan 100 instanties gegevens geleverd. Deze instanties zijn in biiage 3<br />

vermeld.<br />

2.1 A Onderscheiden fysisch geografísche regio's<br />

Binnen Nederland zijn verschillende fysisch-geogratiwhe regio's te onderscheiden. De verschillen<br />

tussen bijvoorbeeld de hogere zandgronden en laagveengebieden zijn evident (bodemtype, verhang)<br />

en kunnen mogelijk van belang zijn bij de aanleg van natuurvriendelijke oevers.<br />

Ret onderzoeken van verschillen met betrekking tot natuurvriendelijke oevers tussen de fysisch-<br />

geografische regio's is naar verwachting niet echt zinvol omdat ook tal van andere factoren van<br />

belang zijn. Daarom is in dit onderzoek gekozen voor het onderscheiden van twee hoofdregio's:<br />

Hoog- en Laag-Nederland. Dit hangt samen met de geomorfologische oorsprong: pleistocene<br />

gronden worden gerekend tot Hoog-Nederland en holocene gronden tot Laag-Nederland. Het<br />

verschil tussen holoceen- en pleistoceen-Nederland ligt meestal duidelijk. Met betrekking tot de<br />

daar voorkomende watergangen zijn vaak een aantal duidelijke verschillen te constateren (met<br />

betrekking tot stroming, watertype, grondsoort oever, etcetera).<br />

De indeling van de verschillende fysisch-geografische regio's in Hoog- respectievelijk Laag-<br />

Nederland is weexgegeven in tabel 1. Tevens is aangegeven welke regio's in dit onderzoek in<br />

beschouwing genomen zijn (onderstreept). De in dit onderzoek toegepaste codes zijn eveneens<br />

aangegeven. De ligging van de regio's in Nederland is weergegeven in t&uur 1.<br />

Tabel 1 Indeling fysisch-geografihe regio's en gebruikte des.<br />

hoofdindeling ïysiseh-geograiische regio code opname in<br />

van Nederland onde~cek<br />

1. Hoog-Nederland 1. heuvelland<br />

2.<br />

2. Laag-Nederland 1.- 21<br />

..<br />

+<br />

2. p 22 . .<br />

+<br />

3.<br />

23 +<br />

4. duinen 24 -<br />

5. afgesloten warmen en estuaria 25 -<br />

6. getijdengebied 26 -<br />

7. Noordm 27 -<br />

STOWA - Natumriendeüjke oevers Evaiuatic van de stand van in Nederland<br />

pagina 12<br />

,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!