You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.2 viSpaSSeerbaarheid<br />
STOWA 2012-37 Vissen zwemmen weer heen en weer<br />
In deze paragraaf wordt onderzocht in hoeverre de bij de kunstwerken aanwezige vis daadwerkelijk<br />
gebruik maakt van de gemaalpomp of de gerealiseerde voorzieningen.<br />
4.2.1 vraag 3 – welk deel van het viSbeStand dat zich bij de geMalen (en de SluiS)<br />
aandient, Maakt gebruik van de route via de geMaalpoMpen oM de geMalen<br />
te paSSeren (vergelijking traditionele poMpen Met viSveilige waaierpoMp,<br />
viSveilige buiSvijzel en viSvriendelijke vijzel)?<br />
Deze vraag kunnen we beantwoorden door in de monitoringgegevens het aanbod te vergelijken<br />
met de gemaalpassage van vis. Een normaal beeld bij onderzoek naar gemaalpassages<br />
is een verschil in de verhouding tussen de aanbodsvangsten en de passagevangsten. Gewoonlijk<br />
zijn de passagevangsten veel lager in verhouding tot de aanbodvangsten. Dit geldt met<br />
name voor de potamodrome soorten. Een oorzaak kan zijn dat de aanbodfuiken continu<br />
vangen, terwijl de gemalen maar een beperkt aantal uren draaien met de vangconstructie<br />
erachter. Een ander punt is dat diadrome doelsoorten vaak maar in lage dichtheden in<br />
de vangsten vertegenwoordigd zijn. De schatting van het deel van de aanwezige vissen dat<br />
werkelijk door het gemaal gaat, is voor deze soorten daarom waarschijnlijk onbetrouwbaarder<br />
dan voor de 'overige soorten'.<br />
reSultaten najaar 2009 en 2011 per geMaal<br />
geMaal hillekade (viSvriendelijke vijzel)<br />
Voor het gemaal Hillekade is geen nulmeting beschikbaar omdat het een nieuw gemaal<br />
betreft. De aanbodsbepalingen in 2011 vonden plaats tussen 3 oktober (fuiken gezet) en<br />
9 december, waarbij de fuiken dertien keer zijn gelicht (Bijlage II). De weergegeven vangsthoeveelheden<br />
representeren de gemiddelde waarde over de periode vanaf de voorafgaande lichting.<br />
Een uitzondering hierop wordt gevormd door de vangsten van 25 november. In verband<br />
met diefstal van de fuiken in de tussenliggende periode is deze waarde slechts gebaseerd op<br />
één fuiknacht. Er is geen sprake van een trend in het aanbod over de onderzoeksperiode. In<br />
de meeste gevallen ligt het aantal gevangen schubvissen tussen de twee en tien per fuiknacht.<br />
Relatief grote aantallen werden gevangen op 21 oktober, 11 november en 9 december. Op deze<br />
data zijn tevens drie van de zes passagebepalingen uitgevoerd. Rond deze data werden ook<br />
enkele schieralen in de aanbodfuiken aangetroffen.<br />
Over de gehele onderzoeksperiode zijn baars en blankvoorn in de grootste aantallen gevangen<br />
in de aanbodfuiken, op afstand gevolgd door ruisvoorn (Tabel 14). De lengtes van de schubvissen<br />
lagen grotendeels in de range 6-20 cm, met uitzondering van enkele zeelten van rond de<br />
40 cm. De gevangen schieralen waren met 82 tot 100 cm beduidend groter. Schieraal was de<br />
enige doelsoort in het aanbod, naast elf overige soorten.<br />
Tijdens de passagebepalingen werden ook één doelsoort en elf overige soorten gevangen,<br />
maar deze kwamen niet volledig overeen (Tabel 15; Figuur 27). Schieraal is het gemaal niet<br />
gepasseerd, maar Driedoornige stekelbaars werd in hoge aantallen gevangen. Door de fijnmazige<br />
kub in het net achter het gemaal wordt deze doelsoort daar wel gevangen, maar niet in<br />
de aanbodfuiken. Een relatief groot deel van het aanbod aan 'overige soorten' passeerde het<br />
gemaal. Het ging hierbij om zeven eurytope soorten en de limnofielen Bittervoorn, Kleine<br />
modderkruiper, Kroeskarper en Ruisvoorn. Hiervan maakten alleen een hybride witvis,<br />
Kleine modderkruiper en Kroeskarper geen gebruik van de visvriendelijke vijzel als migratie-<br />
47