30.08.2013 Views

VISSEN ZWEMMEN WEER HEEN EN WEER - Stowa

VISSEN ZWEMMEN WEER HEEN EN WEER - Stowa

VISSEN ZWEMMEN WEER HEEN EN WEER - Stowa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

STOWA 2012-37 Vissen zwemmen weer heen en weer<br />

actief gebruik heeft gemaakt van de geboden uittrekmogelijkheid. Het is niet mogelijk om<br />

absolute waarden te berekenen voor het deel van van het visaanbod dat gebruik maakt van<br />

de migratieroute via de gemaalpompen. Wij gebruiken voor de najaarsmonitoring van 2011<br />

dan ook relatieve waarden, verdeeld in drie categoriën (klein, intermediair, groot) op basis<br />

van de hierboven beschreven aannames. Door het simultaan zetten en lichten van aanbod- en<br />

passagefuiken in het voorjaar van 2012, werd een meer kwantitatieve benadering mogelijk,<br />

waarbij de grenzen voor de onderscheiden catagorieën zijn vastgesteld op de waarden 0,25 en<br />

0,75 van de intrekfractie.<br />

5.1.2 vergelijkbaarheid aanbod- en paSSagevangSten tuSSen MonitoringSjaren<br />

De vergelijkbaarheid tussen monitoringsjaren kan het beste worden behandeld aan de hand<br />

van de voorjaarsmonitoring in de Snelle Sluis, omdat dit de meeste jaren beslaat en hierbij<br />

hetzelfde vistuig is gebruikt. In 2009 werden hier zeer weinig vissen gevangen. Er passeerden<br />

slechts 29 exemplaren (zes per fuiknacht) van zeven soorten in vijf fuiknachten (Kruitwagen<br />

& Klinge, 2010a). In het voorjaar van 2011 is opnieuw een bemonstering uitgevoerd, nu<br />

gedurende tien fuiknachten (Kalkman, 2011). Daarbij waren zowel de hoeveelheid passanten<br />

(985; 99 per fuiknacht) als het aantal soorten (vijftien) veel hoger dan in 2009. In het voorjaar<br />

van 2012 werden in zeven fuiknachten 613 vissen (88 per fuiknacht) en 21 soorten gevangen.<br />

De grote verschillen treden op tussen 2009 en de beide andere jaren. Hierbij zou kunnen worden<br />

verondersteld dat de vissen in 2009, toen voor het eerst loze schuttingen werden uitgevoerd<br />

om vissen te kunnen laten passeren, de migratieroute nog niet hadden ontdekt. Ook<br />

het aanbod was in 2009 echter veel lager dan in 2012 (in 2011 is geen aanbod bepaald). Door<br />

gebruik van een kruisnet in plaats van fuiken bij de aanbodbepaling in 2009 zijn de uitkomsten<br />

echter niet goed vergelijkbaar. Onder de aanname dat de orde van grootte van het aanbod<br />

in 2009 en 2012 echter wel is te vergelijken, blijkt de variatie tussen de jaren geen belemmering<br />

te zijn voor het verkrijgen van een indruk van het percentage van het aanbod dat de<br />

sluis passeert.<br />

De monitoring bij alle kunstwerken laat variatie in de vangsten zien tussen de jaren. In principe<br />

is uit de verhouding tussen aanbod- en passagevangsten echter af te leiden welk deel<br />

van de variatie waarschijnlijk kan worden toegeschreven aan natuurlijke factoren en welk<br />

deel aan de gerealiseerde aanpassingen aan de kunstwerken. De betrouwbaarheid van deze<br />

analyse hangt af van de mate waarin de aanbod- en passagevangsten in de tijd overlappen.<br />

Bij een simultane bemonstering, zoals uitgevoerd in het voorjaar van 2012, zijn de resul taten<br />

het meest betouwbaar en kan bijvoorbeeld een intrekfractie (zie paragraaf 4.2.2) worden<br />

berekend.<br />

5.1.3 StatiStiSche betrouwbaarheid van de reSultaten per Soortgroep<br />

Diadrome doelsoorten komen vaak in lage dichtheden voor in de vangsten. De schatting van<br />

het deel van de aanwezige vissen dat werkelijk door het gemaal gaat, is voor deze soorten<br />

daarom waarschijnlijk onbetrouwbaarder dan voor de overige soorten. Hier staat tegenover<br />

dat eurytope soorten, die bij de meeste onderzochte kunstwerken het grootste deel uit maken<br />

van de groep overige soorten, veel variatie vertonen met betrekking tot hun migratiebehoefte.<br />

De betrouwbaarheid van de schatting voor eurytope soorten is daarom waarschijnlijk lager<br />

dan die voor rheofiele en limnofiele soorten. Van rheofiele soorten mag worden verwacht dat<br />

zij actief een migratieroute proberen te vinden, terwijl limnofiele soorten vaker zullen proberen<br />

inzuiging door het gemaal te vermijden.<br />

92

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!