Lees publicatie (pdf) - Speakers Academy
Lees publicatie (pdf) - Speakers Academy
Lees publicatie (pdf) - Speakers Academy
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
eneden, aan de overzijde van de weg. Lijkt me wel<br />
wat, maar we hebben geen tijd. We besluiten zelf<br />
onze rondtocht te rijden in plaats van aan te sluiten<br />
bij de busjes-gasten. Kunnen we stoppen waar we<br />
willen. En dat willen we, overal. Want overal zitten<br />
overjarige vredespijprokers langs de kant van de weg:<br />
mooie, diepe, verstilde, rijpe koppen. Gegroefde<br />
gezichten. Honderd jaar ouder dan wij. De pijn van<br />
’t zijn als een sierraad in hun ledere huid gegroefd.<br />
Blauwzwarte hoogglansvlechten. Oude mannen en<br />
vrouwen die kalm diep in mijn ogen kijken met een<br />
blik waarvoor niets te verbergen valt en die zich over<br />
ons banaal westeuropees gedrag niet meer wensen<br />
op te winden. Decennia terug hebben wij hun onze<br />
ware aard getoond: ordinaire landpikkerij. Ze kijken<br />
naar ons met een blik van: je moet vooral doen wat<br />
je niet laten kunt. Schitterend mooie mensen in een<br />
adembenemend, ongerept maar inmiddels pijnlijk<br />
landschap.<br />
Hoe kon dit ontstaan? Een heel land is weggespoeld<br />
op een paar ongelooflijke hoge steen-klompen na.<br />
Ze staan als prehistorische wachters in het weidse<br />
land. Scherp contrasterend met de staalblauwe lucht.<br />
Three Sisters, the Chimney, noem maar op. Dan laat<br />
de toneelmeester de buitenverlichting zakken en<br />
voltrekt zich een ongekende lichtshow op godweet<br />
500 vier-kante kilometer. De Grote Zaklamp zal<br />
bloedrood worden, door het dalen van de temperatuur<br />
zullen zich kleine, tedere condensplukjes in de lucht<br />
vormen, zacht belicht in geelgoud en dat stokt onze<br />
adem. Vanzelfsprekend dat die maffe indianen denken<br />
dat god hier zelf nog aan de dimmer draait. Je moet<br />
werkelijk van de pot gerukt zijn als je dit niet snapt<br />
en je adem niet onwillekeurig even in houdt. Tranen<br />
lopen over mijn wangen, alles is hier licht & schaduw,<br />
vorm & kleur! En stilte, echte, eindeloze, religieuze<br />
stilte. Geen leegheid, maar nietigheid. Wij mensen<br />
zijn gedoemd eeuwige amateurs te blijven op het<br />
gebied van het “Grote Licht”. Hier laat de schepping<br />
dagelijks zien hoe ’t moet en dat dit wellicht ’t enigste<br />
is dat goed is.<br />
Achter de Three sisters wordt door een onzichtbare<br />
hand zacht in elkaar overvloeiende strepen kleur op<br />
het plafond gestreken, van hemelsblauw via knalrood<br />
tot oranje-geel. Rechts hangt een sliertje kleur tegen<br />
de donkerblauwe achtergrond, zo’n langgerekt<br />
verticaal traag wapperend pluimpje helgekleurdfluoriserend<br />
goudgeelrozeorangje veegje zachte<br />
nestveertjes. Het danst op het ritme van m’n trage<br />
denken. Twee mustangs staan in ‘n weitje met me<br />
mee te aanbidden. Liggend op de grond, kruip ik tot<br />
aan hun hoeven zodat ze in tegenlicht beeldvullend<br />
in m’n zoeker zitten. Één trap en ik ben er geweest,<br />
maar hier is alles vrede en deze dieren ruiken dat als<br />
eerste. Stil en in volledige duisternis rijden we naar<br />
ons nachtverblijf in het indianenreservaat; Anasazi<br />
Inn in Tsegi. Een soort huurkazerne. Lange,<br />
kraakheldere gangen met links en rechts kamers.<br />
Met schitterende portretschilderwerken van een<br />
lokale Rembrand boven ons bed; een jonge krijger<br />
links, een jonge squaw rechts. Diepe gelatenheid<br />
in de vredige gezichten. Felgekleurde veren in de<br />
ravenzwarte haren. Beiden lijden ze overduidelijk.<br />
Wie waren wij om hun vrede te verstoren? Naar<br />
’t restaurant: aan kleine tafeltjes delen we in de<br />
maaltijd. Dit is Indianenland, dus is alles alcoholvrij.<br />
Natuurmensen ontberen de benodigde enzymen om<br />
alcohol in het lichaam af te breken. Gevolg: eenmaal<br />
te veel gedronken blijven indianen dagenlang zo zat<br />
als een pinneke. Geen alcohol dus; nergens! Wat we<br />
voorgeschoteld krijgen weet ik niet, maar ’t smaakt<br />
verrukkelijk. Iets met dood beest en bonen. Rondom<br />
ons heen weer dezelfde verweerde gezichten: veel<br />
oudere mensen, traag van beweging maar met een<br />
ongekende souplesse. Kalme vriendelijke voortgang.<br />
Aan de muur overal de foto’s van hoe ’t was: grote<br />
vraagtekens eigenlijk: waarom ’t zo moest eindigen?<br />
Verbruinde zwart wit foto’s van mannen op paarden,<br />
met een speer ontspannen in de hand, pluisje veren<br />
losjes onder de punt. Ingebakerde baby’s. De wigwam<br />
welkom opengeslagen. Ze doen me ogenblikkelijk<br />
denken aan de volkeren van het<br />
noordoosten van Siberië: kleine<br />
leefgemeenschapjes, niet te<br />
groot, niet te klein, mooi door<br />
een Maters Familie in evenwicht<br />
gehouden. Communes waar bezit<br />
overbodig is en alles van elkaar.<br />
De volgende ochtend, na een blik<br />
in de diepe ravijn waarin het eerste<br />
gouden dagstroompje over een<br />
donkerblauw stroomreliëf siddert,<br />
kiezen we voor een vroege omweg<br />
van een paar honderd kilometer:<br />
Niet de toeristische route naar<br />
Page, maar even een ommetje,<br />
langs twee Hopi-reservaten. Aldaar<br />
gemengde gevoelens: wat<br />
een armoede! Is dit ook het “rijke Amerika” ? We zijn<br />
zeker welkom, maar mogen niet overal komen, alles<br />
is heiligdom, maar de mensen zijn onvoorstelbaar<br />
vriendelijk. Een diep respect voor alles wat de natuur<br />
geeft is overheersend: wind, regen, het licht, de aarde,<br />
maïskorrels. We praten met een oude pottenbakster.<br />
Over haar grote liefde: klei uit de grond onder haar<br />
voeten, de vormen uit haar knokige handen gekneed<br />
en het vuur uit de hemel samengebald. Graag<br />
hadden we haar kunstwerk gekocht. Graag hadden<br />
we één keer teveel betaald, maar het zou in scherven<br />
zijn voor we thuis zijn, zo fragiel, zo dun en teder<br />
wordt scheppingsdrang hier tot tijdloze schoonheid<br />
gekneed. In Page blijkt het slecht weer. We zijn terug<br />
in de bewoonde wereld en schuilen in een veel te<br />
dure rondvaartboot op Lake Powel en vervolgens<br />
in een veel te dure eettent-met-schitterend-uitzicht.<br />
Dat de enige beschikbare snack bij het Budweiserapperatiefje<br />
veel te duur is, kan ik nog billijken, maar<br />
dat ik er drie dagen van aan de schijterij zal blijven<br />
vergeef ik ze nooit! Prima motel, prachtig uitzicht<br />
over Lake Powel en Glen Canyon, maar we zitten<br />
duidelijk in tijdnood! We rijden de volgende ochtend<br />
naar Antilope Canyon en wachten daar de Indiaanse<br />
“Stilte, echte,<br />
eindeloze,<br />
religieuze stilte.<br />
Geen leegheid,<br />
maar nietigheid”<br />
AcA de m Y E- M AG A ZI N E voorJa ar 20 0 6 AcA de m Y E- M AG A ZI N E voorJa ar 20 0 6<br />
gidsen af voor het volgende heiligdom. Duurt wel<br />
even maar daar komen ze uit het stof te voorschijn<br />
met hun oude gammele pick-ups. Na betaling van<br />
een fors bedrag klimmen we in de achterbak en gaat<br />
’t er tegenaan. Jeannette d’r eierstokken hangen zowat<br />
rond haar oren als we voor een enorme rotswand tot<br />
stilstand komen en met enig wantrouwen uitstijgen.<br />
Wat hebben we hier te zoeken? Toch, er blijkt een<br />
smal spleetje in de rotswand te zitten en eenmaal aan<br />
de duisternis gewend openbaart zich het wonder:<br />
Deze zigzaggende rotsspleet is circa 60 meter diep.<br />
Bovenin een centimeter of dertig breed en op de<br />
bodem, waar wij staan, amper anderhalve meter. Het<br />
daglicht sijpelt als ’n serpentineachtige nachtmerrie<br />
in allerlei kleuren langs de duizenden sedimentlagen<br />
naar beneden. In volslagen duisternis m’n camera<br />
tegen de rotswand drukkend, laat ik de sluiter op<br />
goed geluk seconden lang open staan. Het resultaat is<br />
verbluffend. Abstracte kleureffecten tekenen zich in<br />
de omringende zwartheid af. Dit zeshonderd meter<br />
lange natuurfenomeen mag<br />
alleen tijdens langdurige droogte<br />
bezocht worden. Boven ligt<br />
immers een grote trechter en als<br />
het begint te plenzen stroomt het<br />
water van honderden vierkante<br />
kilometers in een oogwenk<br />
deze spelonk binnen en neemt<br />
alles op haar weg mee naar de<br />
diepte van Lake Powel. Niet echt<br />
aanlokkelijk! Maar zelden zag ik<br />
zo’n ongekend mooie eenvoud!<br />
Terug in de indiaanse achterbak,<br />
vervolgens in onze Chevy en<br />
op naar ons laatste park: Grand<br />
Canyon. Daar aangekomen<br />
blijkt die veel te groot voor mijn<br />
waarnemingsvermogen. De over- zijde is nauwelijks<br />
te zien en deze ravijn is zó diep dat de bodem als het<br />
ware “wegvalt”. En het is er loeidruk! Teveel Japanners<br />
op een kluitje. We maken een verveelde wandeling en<br />
gaan vermoeid naar onze luxe lodge, eten en naar bed.<br />
Na Bryce, The Chelly, Arches, National Monument en<br />
Antilope Canyon is alles nu een beetje een afknapper.<br />
Dat ligt niet aan Amerika, maar aan ons. We zien te<br />
veel, meer dan we emotioneel kunnen bevatten. We<br />
besluiten de volgende ochtend de vroegmis te volgen.<br />
Om vijf uur komt de zon op in deze woestijn en als<br />
we vóór die tijd net een beetje onder de rand van de<br />
canyon gaan staan, moet dat een mooie hemelvaart<br />
kunnen opleveren. Maar we zijn er wederom<br />
niet alleen en het is verfoeilijk koud. Rond het<br />
noordpoolgebied zijn Net & ik wel wat gewend, maar<br />
hier zijn we er niet op gekleed en de Jappen staan zo<br />
te kleumen dat ik er ook druk van op m’n blaas krijg.<br />
Maar dan komt Het Grote Licht! M’n god wat een<br />
schoonheid! En wederom ervaar ik in al m’n vezels<br />
waarom die Indianen dit alles heilig hebben verklaard.<br />
Er bestaat geen andere keuze; dit is heilig! We gaan<br />
ontbijten, wandelen, picknicken en weer wandelen.<br />
Desalniettemin blijft Grand Canyon voor mij “Much