Lees publicatie (pdf) - Speakers Academy

Lees publicatie (pdf) - Speakers Academy Lees publicatie (pdf) - Speakers Academy

speakersacademy.nl
from speakersacademy.nl More from this publisher
30.08.2013 Views

AcA de m Y M AG A ZI N E voorJa ar 20 0 6 adem. Maar het grote kleurenfeest van vandaag moet nog beginnen. Precies aan de andere zijde van deze bergrug ligt Zabrisky Point, en er straalt een zonnetje tussen de wolken door, dus die moet ooit nog ondergaan ook, of ie wil of niet. Via Furnace Creek rijden we naar Zabrisky en daar heeft zich reeds een handjevol Sjamaanse zonaanbidders voor ’t avondgebed samengetrokken. Niet voor niets: het uitstekend gekozen uitzichtpunt geeft links zicht op een landschap dat er uitziet als een reusachtig stuk goudbruin golfplaat. Ter rechterzijde zijn de veelkleurige aardlagen angstig onder vijfenveertig graden tegen de wand omhoog gekropen. Plots knalt het laatste zonlicht tussen twee wolklagen door en projecteert een smalle strook goudgeel en rood licht over dit buitenaardse landschap. Zo er ‘n god bestaat, dan kan hij verrekte knap schilderen. Dit landschap is pure verrukking. Dit licht is ter aarde knielen en nederig zijn. Deze kleuren zijn zonder mededogen. Zo moest het zijn, als sinds mensenheugenis en daar veranderen wij niets aan. De rillingen lopen nog over onze rug terwijl het bedtijd wordt. Terug naar hetgeen we eerst voor een autosloperij aan zagen, maar een comfortabel motel blijkt te zijn. Waar waarschuwingsborden voor schorpioenen je vanzelf je schoenen aan doen houden. Hier ontdekken we ook wat “refillen” betekend en de overjarige cowboy achter de bar doet niet moeilijk als ik ‘m na drie Cola ook nog met ‘n bierglas kom provoceren. Goed bed, korte nacht. Uitstekend idee ook, dat van die doggy-bags. Kun je s’ morgens met je avondeten verder ontbijten. We klimmen Death Valley uit en vinden een paar honderd kaarsrechte kilometers dwars door de woestijn naar Zion, waar we in stralend najaarslicht de grote gleuf weer induiken. Het duurt even voor we in de gaten hebben wat er hier weer met de aardkorst is misgegaan, maar als tot ons doordringt wat we zien, zijn we wederom stil; diep, dieper, diepst. Maar de zon moet nog gaan zakken en aan de overzijde boven gekomen gaan we voor de lol nog een keertje naar beneden: “bergtoppen in brand” bekijken. De omringende wanden staan royaal in de fik. Het licht is vuurrood en de wanden oneindig hoog. Wij, kleine mensjes, hier in de diepte, betekenen niets meer, kunnen niet eens meer spreken van ontroering. Vanzelfsprekend dat die indianen dit gebied heilig verklaarden. Als ze in Rome elke puntmuts heilig mogen verklaren, dan hebben deze indianen oneindig veel meer recht hiervoor in stille adoratie ter aarde te neigen. In duisternis klimmen we weer naar boven, waar het nog volop licht blijkt. Bij de lage zonnestand van dit late uur zijn nu in het gesteente alle sedimentlagen goed waarneembaar. In elk klein dalletje heeft het laatste water de benige boompjes goud gekleurd. Op de hoogvlakte treffen “De omringende wanden staan royaal in de fik” AcA de m Y E- M AG A ZI N E voorJa ar 20 0 6 we een zootje verdwaalde buffels op de heldere horizon. De oude bullen zijn het leven moe, de jonkies daarentegen dartelen daartussen alsof de tijd nooit voorbij zal gaan. Kinderkoppen worden in jeugdige roekeloosheid in de lucht geworpen en de zwarte achterlijfjes bonken in tegenlicht tegen de ijle hemel. Zo was moeder natuur dus voordat de blanken kwamen. Vanavond willen Jeannette & ik er een wassette bij. Het motel is prima, het voedsel uitstekend en de verlichting te fel voor een formica tafelblad. De “refill” soep staat keurig op de rekening, er zit blijkbaar een kijkgaatje in de keukenmuur. Volgende ochtend bijtijds terug de afgrond in. Al zal er in deze tijd van het jaar niet veel sneeuw meer te smelten zijn, de bergbeek is nog steeds ijskoud en staat tot kloothoogte. Iedereen draagt heel hoge lieslaarzen, behalve wij. Maar doorwaden moet en die “Silly Dutchies” hebben na 23 poolreizen een harde reputatie hoog te houden. Schoenen uit dus, broekspijpen opstropen en het smeltwater in. De boulders op de ongelijke boden doen zo’n hardnekkige pogingen ons onderuit te halen, dat aandacht voor kou naar het tweede plan wordt verwezen en zo konden ook wij wederom de schoonheid van het onbetreden pad ervaren: loodrecht oprijzende wanden, hier en daar luchtig bespikkeld met roekeloze bergbeklimmers, beschenen door fijn najaarsochtendlicht. Indrukwekkende tocht en eenmaal terug smaakte de Amerikaanse hap op een zonovergoten terras wederom uitstekend. S’ middags iets soortgelijks; wandelen, maar dan door een landschap dat een paar honderd meter bóven die rivier ligt. Schitterende natuur, ongelooflijke uitzichten. Langzaam begint zich in mijn grijze massa een beeld af te tekenen van waar ik nu weer in verzeild geraakt ben: een gigantische stuk voormalige zeebodem; 3 kilometer sediment, dat laag voor laag herkenbaar is gebleven. Vervolgens zijn die honderdduizenden laagjes sediment en paar miljoen jaar terug door onnoembare krachten omhoog getild en zo ontstond een geweldige woestijn aan de voet van de Rocky Mountains. Maar de enorme hoeveelheid (smelt)water uit dat hooggebergte moest ook weer ergens terug naar zee kunnen stromen, en heeft om die reden lukraak enkele relatief smalle, diepe gleuven in die woestijnvlakte uitgeslepen. Door die krassen in de aardkost lopen we hier nu te ploeteren. Wat er links en rechts uitziet als een bergwand, is in feite steeds een grillige, vochtige gleuf in een gortdroge en bloedhete hoogvlakte. En omdat die slijtsporen relatief “jong” zijn, is de vorm van dit jeugdige gesteente adembenemend mooi. Woest, ongenaakbaar, onberekenbaar! Het maakt ons klein. De zon komt op en we karren richting Bryce, dat zich 2 ellenlange en kaarsrechte woestijnwegen verderop

AcA de m Y M AG A ZI N E voorJa ar 20 0 6 AcA de m Y M AG A ZI N E voorJa ar 20 0 6

AcA de m Y M AG A ZI N E voorJa ar 20 0 6<br />

adem. Maar het grote kleurenfeest van vandaag<br />

moet nog beginnen. Precies aan de andere zijde van<br />

deze bergrug ligt Zabrisky Point, en er straalt een<br />

zonnetje tussen de wolken door, dus die moet ooit<br />

nog ondergaan ook, of ie wil of niet. Via Furnace<br />

Creek rijden we naar Zabrisky en daar heeft zich<br />

reeds een handjevol Sjamaanse zonaanbidders voor<br />

’t avondgebed samengetrokken. Niet voor niets: het<br />

uitstekend gekozen uitzichtpunt geeft links zicht<br />

op een landschap dat er uitziet als een reusachtig<br />

stuk goudbruin golfplaat. Ter rechterzijde zijn de<br />

veelkleurige aardlagen angstig onder vijfenveertig<br />

graden tegen de wand omhoog gekropen. Plots knalt<br />

het laatste zonlicht tussen twee wolklagen door en<br />

projecteert een smalle strook goudgeel en rood licht<br />

over dit buitenaardse landschap. Zo er ‘n god bestaat,<br />

dan kan hij verrekte knap schilderen. Dit landschap<br />

is pure verrukking. Dit licht is ter aarde knielen en<br />

nederig zijn. Deze kleuren zijn zonder mededogen.<br />

Zo moest het zijn, als sinds mensenheugenis en<br />

daar veranderen wij niets aan. De rillingen lopen<br />

nog over onze rug terwijl het bedtijd wordt. Terug<br />

naar hetgeen we eerst voor<br />

een autosloperij aan zagen,<br />

maar een comfortabel<br />

motel blijkt te zijn. Waar<br />

waarschuwingsborden voor<br />

schorpioenen je vanzelf je<br />

schoenen aan doen houden.<br />

Hier ontdekken we ook wat<br />

“refillen” betekend en de<br />

overjarige cowboy achter de<br />

bar doet niet moeilijk als ik<br />

‘m na drie Cola ook nog met<br />

‘n bierglas kom provoceren. Goed bed, korte nacht.<br />

Uitstekend idee ook, dat van die doggy-bags. Kun je<br />

s’ morgens met je avondeten verder ontbijten.<br />

We klimmen Death Valley uit en vinden een paar<br />

honderd kaarsrechte kilometers dwars door de<br />

woestijn naar Zion, waar we in stralend najaarslicht<br />

de grote gleuf weer induiken. Het duurt even voor we<br />

in de gaten hebben wat er hier weer met de aardkorst<br />

is misgegaan, maar als tot ons doordringt wat we<br />

zien, zijn we wederom stil; diep, dieper, diepst. Maar<br />

de zon moet nog gaan zakken en aan de overzijde<br />

boven gekomen gaan we voor de lol nog een keertje<br />

naar beneden: “bergtoppen in brand” bekijken.<br />

De omringende wanden staan royaal in de fik. Het<br />

licht is vuurrood en de wanden oneindig hoog.<br />

Wij, kleine mensjes, hier in de diepte, betekenen<br />

niets meer, kunnen niet eens meer spreken van<br />

ontroering. Vanzelfsprekend dat die indianen dit<br />

gebied heilig verklaarden. Als ze in Rome elke<br />

puntmuts heilig mogen verklaren, dan hebben deze<br />

indianen oneindig veel meer recht hiervoor in stille<br />

adoratie ter aarde te neigen. In duisternis klimmen<br />

we weer naar boven, waar het nog volop licht blijkt.<br />

Bij de lage zonnestand van dit late uur zijn nu in het<br />

gesteente alle sedimentlagen goed waarneembaar.<br />

In elk klein dalletje heeft het laatste water de benige<br />

boompjes goud gekleurd. Op de hoogvlakte treffen<br />

“De omringende<br />

wanden staan<br />

royaal in de fik”<br />

AcA de m Y E- M AG A ZI N E voorJa ar 20 0 6<br />

we een zootje verdwaalde buffels op de heldere<br />

horizon. De oude bullen zijn het leven moe, de<br />

jonkies daarentegen dartelen daartussen alsof de<br />

tijd nooit voorbij zal gaan. Kinderkoppen worden<br />

in jeugdige roekeloosheid in de lucht geworpen en<br />

de zwarte achterlijfjes bonken in tegenlicht tegen de<br />

ijle hemel. Zo was moeder natuur dus voordat de<br />

blanken kwamen. Vanavond willen Jeannette & ik<br />

er een wassette bij. Het motel is prima, het voedsel<br />

uitstekend en de verlichting te fel voor een formica<br />

tafelblad. De “refill” soep staat keurig op de rekening,<br />

er zit blijkbaar een kijkgaatje in de keukenmuur.<br />

Volgende ochtend bijtijds terug de afgrond in. Al<br />

zal er in deze tijd van het jaar niet veel sneeuw meer<br />

te smelten zijn, de bergbeek is nog steeds ijskoud<br />

en staat tot kloothoogte. Iedereen draagt heel hoge<br />

lieslaarzen, behalve wij. Maar doorwaden moet en<br />

die “Silly Dutchies” hebben na 23 poolreizen een<br />

harde reputatie hoog te houden. Schoenen uit dus,<br />

broekspijpen opstropen en het smeltwater in. De<br />

boulders op de ongelijke boden doen zo’n hardnekkige<br />

pogingen ons onderuit te<br />

halen, dat aandacht voor kou<br />

naar het tweede plan wordt<br />

verwezen en zo konden ook<br />

wij wederom de schoonheid<br />

van het onbetreden pad<br />

ervaren: loodrecht oprijzende<br />

wanden, hier en daar luchtig<br />

bespikkeld met roekeloze<br />

bergbeklimmers, beschenen<br />

door fijn najaarsochtendlicht.<br />

Indrukwekkende tocht en<br />

eenmaal terug smaakte de Amerikaanse hap op een<br />

zonovergoten terras wederom uitstekend.<br />

S’ middags iets soortgelijks; wandelen, maar dan door<br />

een landschap dat een paar honderd meter bóven<br />

die rivier ligt. Schitterende natuur, ongelooflijke<br />

uitzichten. Langzaam begint zich in mijn grijze<br />

massa een beeld af te tekenen van waar ik nu weer in<br />

verzeild geraakt ben: een gigantische stuk voormalige<br />

zeebodem; 3 kilometer sediment, dat laag voor<br />

laag herkenbaar is gebleven. Vervolgens zijn die<br />

honderdduizenden laagjes sediment en paar miljoen<br />

jaar terug door onnoembare krachten omhoog<br />

getild en zo ontstond een geweldige woestijn aan<br />

de voet van de Rocky Mountains. Maar de enorme<br />

hoeveelheid (smelt)water uit dat hooggebergte moest<br />

ook weer ergens terug naar zee kunnen stromen, en<br />

heeft om die reden lukraak enkele relatief smalle,<br />

diepe gleuven in die woestijnvlakte uitgeslepen.<br />

Door die krassen in de aardkost lopen we hier nu<br />

te ploeteren. Wat er links en rechts uitziet als een<br />

bergwand, is in feite steeds een grillige, vochtige gleuf<br />

in een gortdroge en bloedhete hoogvlakte. En omdat<br />

die slijtsporen relatief “jong” zijn, is de vorm van dit<br />

jeugdige gesteente adembenemend mooi. Woest,<br />

ongenaakbaar, onberekenbaar! Het maakt ons klein.<br />

De zon komt op en we karren richting Bryce, dat zich<br />

2 ellenlange en kaarsrechte woestijnwegen verderop

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!