Biologie
Biologie
Biologie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Biologie</strong><br />
Hoofdstuk 1 Celleer<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Overzicht hoofdstuk<br />
• Cel als basiseenheid van de levende<br />
wezens<br />
• Bouwstenen van levende wezens<br />
• Enzymen<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
De cel als basiseenheid van de<br />
levende wezens<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Antonie Van Leeuwenhoek<br />
(1632-1723)<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• Observeerde cellen<br />
met handgemaakte<br />
microscoop<br />
• Spiervezels, cellen<br />
uit bloed, zaadcellen
Zaadcellen met elektronenmicroscoop<br />
X 12000<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Moderne celtheorie<br />
• Alle levende wezens zijn opgebouwd uit cellen<br />
• Cellen hebben een vergelijkbare basisstructuur<br />
• Cellen bevatten de erfelijke informatie: hoe een<br />
levend wezen functioneert, ligt vast in de cel<br />
• Cellen ontstaan uit andere cellen<br />
• Chemische samenstelling van cellen is hetzelfde<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20030611_pantoffeldiertje02<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
15 m 2 m<br />
50 cm<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
macroscopisch<br />
5 cm<br />
microscopisch<br />
1 mm<br />
50 µm
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Hierarchie in de materie<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Moleculen<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• Opgebouwd uit atomen<br />
• Ingedeeld in anorganisch<br />
en organisch<br />
• Macromoleculen zijn<br />
belangrijke<br />
structuurelementen in<br />
cellen en hun organellen<br />
• Bvb suikers, vetten en<br />
eiwitten
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Cel onder de lichtmicroscoop<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
dierlijke cel versus plantaardige<br />
cel<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Lichtmicroscopisch beeld<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
Dierlijke cellen:<br />
wangslijmvliescellen<br />
mens<br />
Plantencellen:<br />
opperhuid ajuinrok
Schema plantencel<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• 1 celwand<br />
• 2 celmembraan<br />
• 3 celplasma<br />
• 4 tonoplast<br />
• 5 vacuole<br />
• 6 celkern<br />
• 7 bladgroenkorrel
Zichtbaar met lichtmicroscoop<br />
• Celwand bij plantencellen<br />
• Celmembraan bij dierlijke cellen<br />
• Celplasma<br />
• Celkern<br />
• Plastiden (bv bladgroenkorrels)<br />
• Vacuole bij plantencellen<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vacuole<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
Beeld met lichtmicroscoop
Plastiden<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Details met de<br />
elektronenmicroscoop<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• bij plantencellen<br />
Celwand<br />
• vorm en stevigheid cel<br />
• niet-levende grenslaag<br />
• middenlamel uit pectine<br />
• primaire, secundaire en tertiaire wand uit<br />
cellulose<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Structuur celwand<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Plasmodesmata<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• cytoplasma-armpjes<br />
• verbinden twee<br />
plantencellen<br />
• doorheen celwand<br />
• bij plantencellen
Celmembraan<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• Levende grenslaag<br />
• Bepaalt wat er wel en niet de cel binnenkomt of uitgaat<br />
• Opgebouwd uit<br />
– Fosfolipiden<br />
– Cholesterol<br />
– Eiwitten<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Celplasma<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Celkern<br />
Cytoplasma, mitochondria, endoplasmatisch reticulum,<br />
en ribosomen ook zichtbaar<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Celkern<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• Directiekamer van<br />
de cel<br />
• Bevat DNA<br />
• Begrensd door een<br />
dubbel membraan<br />
met poriën voor<br />
uitwisseling van<br />
stoffen<br />
• Kernlichaampje(s)
Ribosomen<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Ribosomen uit levercel<br />
X 173 440<br />
Ribosomen<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• Op ribosomen<br />
gebeurt de synthese<br />
van eiwitten die een<br />
cel nodig heeft
Endoplasmatisch reticulum<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Ruw ER Glad ER<br />
Intercellulair transport Intercellulair transport<br />
Ribosomen voor synthese<br />
van eiwitten<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
Geen ribosomen
Golgi apparaat<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• animatie golgi apparaat<br />
• In dierlijke cellen: sekretie eiwitten,<br />
antilichamen, neurotransmitters<br />
• In plantencellen: sekretie<br />
celwandmateriaal, etherische olie<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Plastiden<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
De chloroplast is een plastide dat enkel in plantencellen<br />
voorkomt<br />
Het is de plaats waar de fotosynthese gebeurt<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Mitochondriën<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
spiercel mitochondrium x 190 920<br />
In spiercellen komen veel mitochondriën voor: energievoorziening!<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Exocytose<br />
• Transportblaasjes (afkomstig van Golgiapparaat)<br />
fuseren met het plasmamembraan<br />
en geven hun inhoud af buiten de cel.<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Sekretie en extracellulaire vertering<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
1. Celmembraan<br />
2. Sekretie<br />
3. Rijpe sekreetkorrel<br />
4. Concentrerende<br />
vacuole<br />
5. Trans-kant van GA<br />
6. Ribosomen op ER<br />
7. Eiwit binnen ER
Endocytose<br />
• Deeltjes worden binnen de cel gebracht nadat ze<br />
omgeven zijn door het celmembraan.<br />
• Voedselvacuole!<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Auto- en heterofagie<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Nieuwe evolutie<br />
• In de microscopie van cellen!<br />
• Eigenschappen van membranen:<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
Fluorescentie-microscopie<br />
Celonderdelen<br />
zichtbaar<br />
gemaakt met groen<br />
fluorescerend proteïne
fluorescentie<br />
• eigenschap van sommige stoffen om licht<br />
uit te zenden als gevolg van, en uitsluitend<br />
tijdens, de absorptie van licht van een<br />
andere bron<br />
• golflengte van uitgezonden licht is langer<br />
dan golflengte geabsorbeerde licht<br />
• fluorescentiemicroscoop<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• Rood: celkern<br />
• Groen: Cadherine= eiwit in celmembraan; rol bij<br />
adhesie van cellen<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• Geel: celkern<br />
• Groen: microtubuli<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Synthese: functie van celorganellen<br />
• celkern = directiekamer<br />
• ribosomen = syntheseplaats<br />
• endoplasmatisch reticulum = transport<br />
binnen de cel<br />
• golgi-apparaat = concentratie en<br />
verpakking<br />
• lysosoom = afvalverwerking in cel<br />
• mitochondrium = energiecentrale<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Plantencel als osmotisch systeem<br />
• Wat is diffusie?<br />
• Wat is osmose?<br />
• In welke omstandigheden vindt er osmose<br />
plaats in plantencellen?<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Wat is diffusie?<br />
• 2 gascontainers zijn van<br />
elkaar gescheiden<br />
• moleculen bewegen en<br />
botsen tegen de<br />
scheiding<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• als scheiding verwijderd<br />
wordt verspreiden de<br />
moleculen zich over de<br />
volledige container
• spontaan<br />
• concentratieverschil<br />
• in gas<br />
• in vloeistof<br />
Wat is diffusie<br />
• indien membraan aanwezig: permeabel<br />
voor alle deeltjes<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Wat is osmose<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• 2 oplossingen van<br />
eenzelfde stof<br />
• semipermeabel<br />
membraan<br />
• water verplaatst zich<br />
van lage concentratie<br />
opgeloste stof naar<br />
hoge
Wat is osmose<br />
• diffusie van water door semipermeabel<br />
membraan<br />
• twee waterige oplossingen van<br />
verschillende concentratie<br />
• membraan ondoorlaatbaar voor opgeloste<br />
stof<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Osmotische waarde<br />
• Wordt bepaald door de concentratie aan<br />
opgeloste stof<br />
• Veel opgeloste stof = hoge osmotische<br />
waarde<br />
• Weinig opgeloste stof = lage osmotische<br />
waarde<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vergelijken van osmotische waarden<br />
• hypertoon: een oplossing is hypertoon t.o.v. een<br />
andere oplossing als ze meer opgeloste stof dan<br />
die andere oplossing bevat<br />
• isotoon: een oplossing is isotoon t.o.v. een andere<br />
oplossing als ze evenveel opgeloste stof als die<br />
andere oplossing bevat<br />
• hypotoon: een oplossing is hypotoon t.o.v. een<br />
andere oplossing als ze minder opgeloste stof dan<br />
die andere oplossing bevat<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Semipermeabele membranen in de<br />
• celmembraan<br />
• tonoplast<br />
cel<br />
• !!! cellulose-celwand is permeabel voor de<br />
meeste stoffen!!!<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Plasmolyse rode ui<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Plasmolyse rode ui<br />
a b c<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Tekening plasmolyse<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Plasmolyse waterpest<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Begrippen<br />
• plasmolyse: verschijnsel waarbij een plantencel<br />
water verliest door osmose als hij in een<br />
hypertone oplossing gebracht wordt<br />
• deplasmolyse: verschijnsel waarbij een<br />
geplasmolyseerde cel water aanzuigt als hij in<br />
een hypotone oplossing gebracht wordt<br />
• turgor: druk die door de celinhoud op de<br />
celwand wordt uitgeoefend<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• Plasmolyse<br />
– als er te weinig water voorhanden is in de bodem ><br />
plant kan geen water meer opnemen > plantencellen<br />
verliezen water en worden slap<br />
– Overbemesting: te veel mineralen in bodem > plant<br />
verliest water aan bodem > plantencellen verliezen<br />
water en worden slap<br />
• Deplasmolyse<br />
– Plant kan terug water opnemen, cellen worden<br />
turgescent en plant stevig<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Bouwstenen van levende wezens:<br />
chemische samenstelling van cellen<br />
• Water<br />
• Anorganische moleculen<br />
• Organische moleculen of koolstofverbindingen<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• 5 - 95%<br />
• Oplosmiddel<br />
• Transport<br />
• Bouwstof<br />
Water<br />
• Regeling temperatuur<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Anorganische moleculen:<br />
mineralen<br />
• Beïnvloeden de samenstelling en de werking<br />
van cellen<br />
• Beïnvloeden reacties in cellen<br />
• Macro-elementen: zijn in grote hoeveelheden<br />
nodig voor het organisme<br />
(bvb K, Na, Ca, Fe …)<br />
• Sporen-elementen: zijn in zeer kleine<br />
hoeveelheden nodig<br />
(bvb Mn, Cu, Zn, …)<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Organische moleculen of<br />
koolstofverbindingen<br />
• Sachariden of koolhydraten<br />
• Lipiden of vetten<br />
• Proteïnen of eiwitten<br />
• Nucleïnezuren of kernzuren<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Sachariden<br />
• Monosachariden: bestaan uit één basiseenheid<br />
• Disachariden: worden gevormd uit de<br />
aaneenschakeling van twee monosachariden<br />
• Polysachariden: worden gevormd uit de<br />
aaneenschakeling van veel monosachariden<br />
(meestal glucose)<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Disachariden<br />
• Sacharose = rietsuiker of bietsuiker<br />
• Lactose = melksuiker<br />
Lactose zit in melk van alle zoogdieren<br />
• Maltose = moutsuiker<br />
Maltose ontstaat bij kieming van gerst → basis<br />
voor bierbereiding<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• Bietsuiker en rietsuiker:<br />
sacharose<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• Lactose wordt<br />
normaalgezien in onze<br />
dunne darm afgebroken<br />
tot glucose en galactose<br />
door het enzym lactase<br />
• Indien lactase<br />
ontbreekt: gisting in de<br />
darmen met gasvorming
Mouten<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• Zetmeel → maltose<br />
• Maltose wordt door<br />
enzymen uit<br />
gistcellen omgezet<br />
in ethanol
Disachariden<br />
• Functie van disachariden is<br />
energielevering<br />
• Na afbraak (met enzymen en water)<br />
ontstaan monosachariden<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• Zetmeel<br />
Polysachariden<br />
• Dierlijk zetmeel of glycogeen<br />
• Cellulose<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Polysachariden<br />
• Zetmeel zoals in maïs en<br />
aardappel bestaat uit mengsel<br />
van amylose en amylopectine<br />
• Reservestof<br />
• Na afbraak ontstaat glucose<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Polysachariden<br />
• Glycogeen = dierlijk zetmeel<br />
• Reservestof in lever en spieren<br />
• Na maaltijd wordt glucose uit het<br />
bloed opgeslagen als glycogeen:<br />
door hormoon insuline<br />
• Tussen de maaltijden, bij<br />
energiebehoefte, wordt glycogeen<br />
terug afgebroken tot glucose:<br />
hormoon adrenaline<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Lipiden<br />
• Basisbouw is steeds hetzelfde: glycerol<br />
gebonden op drie vetzuren<br />
• Doordat de vetzuren verschillen → verschillende<br />
lipiden<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Lipiden: functie<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• Reservestof/brandstof<br />
• Bouwstof: fosfolipiden<br />
in celmembraan<br />
• Aanbreng van<br />
essentiele vetzuren<br />
(linoleenzuur en<br />
linolzuur)
Proteïnen<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• Eiwitten kunnen<br />
draadvormig zijn<br />
zoals collageen<br />
• Eiwitten kunnen<br />
bolvormig zijn zoals<br />
hemoglobine
Proteïnestructuur: overzicht<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Primaire structuur<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• Aaneenschakeling van<br />
aminozuren<br />
• 20 verschillende<br />
aminozuren<br />
• Volgorde van<br />
aminozuren in de keten<br />
is heel belangrijk
Secundaire structuur<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Tertiaire structuur<br />
• Het eiwit krijgt zijn ruimtelijke vorm door extra bindingen<br />
• Als er bij de primaire aminozuurketen een aminozuur<br />
verandert, dan kan ook de tertiaire structuur veranderen<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Bij sikkelcelanemie is er slechts één aminozuur anders in de keten!<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Enkele functies van proteïnen<br />
• enzymen (lysozym, amylase, katalase, …)<br />
• transporteiwitten (carriers in celmembraan, hemoglobine)<br />
• structuureiwitten (collageen, keratine, fibroïne)<br />
• receptoren (receptor voor acetylcholine)<br />
• contractiele eiwitten (actine en myosine in spiervezel)<br />
• eiwitten met beschermende functie (antilichamen,<br />
fibrinogeen)<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• Wat zijn enzymen?<br />
Enzymen<br />
• Experiment: toevoegen van een mespunt<br />
mangaandioxide aan waterstofperoxide.<br />
• Waarneming: er vindt een opbruisreactie plaats.<br />
• Besluit: onder invloed van mangaandioxide valt<br />
waterstofperoxide sneller uiteen in zuurstofgas<br />
en water.<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• Een katalysator is een stof die een<br />
scheikundige reactie versnelt of<br />
vertraagt zonder bij die reactie verbruikt<br />
te worden.<br />
• Een katalysator wordt na de reactie<br />
onveranderd teruggevonden.<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• Experiment: breng een stukje rauwe<br />
aardappel in waterstofperoxide.<br />
• Waarneming: er vindt een opbruisreactie<br />
plaats.<br />
• Besluit: aardappel bevat een stof die het<br />
uiteenvallen van waterstofperoxide<br />
versnelt.<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Katalase<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011<br />
• Is een enzym dat in<br />
alle levende cellen<br />
aanwezig is<br />
• Dat is nodig want<br />
waterstofperoxide<br />
wordt bij veel<br />
reacties gevormd en<br />
is giftig voor de<br />
cellen
• Experiment: breng een stukje gekookte<br />
aardappel in waterstofperoxide.<br />
• Waarneming: er vindt geen opbruisreactie<br />
plaats.<br />
• Besluit: koken vernietigt de stof die voor<br />
de katalysatie zorgt.<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Hoe werken enzymen?<br />
• Voor elke scheikundige reactie in een<br />
organisme is een enzym nodig.<br />
• Een enzym is door zijn vorm aangepast<br />
aan de stof(fen) waar het op inwerkt.<br />
• Enzymen zijn eiwitten!<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Sleutel-slot hypothese<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
• animatie opbouw<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Vanderschaeve_EurAc_2011
Enzymen<br />
• Zorgen ervoor dat reacties snel en bij<br />
fysiologische omstandigheden kunnen verlopen<br />
• Zijn specifiek voor een bepaald substraat<br />
• Werken bij bepaalde temperatuur en<br />
zuurtegraad<br />
• Worden (omdat het eiwitten zijn) door hoge<br />
temperatuur vernietigd<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
Experiment<br />
• Opstelling: van 2 even<br />
grote stukjes rauwe<br />
aardappel wordt er 1 in<br />
HgCl 2 gelegd, het ander<br />
in zuiver water.<br />
• Beide stukjes worden<br />
overgebracht in H 2 O 2 .<br />
• Enkel bij de aardappel uit<br />
het water vindt een<br />
opbruisreactie plaats.<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011
• Besluit: HgCl 2 is giftig voor levende cellen.<br />
Het verhindert de enzymwerking.<br />
• Toepassing: gebruik van HgCl 2 in<br />
schimmeldodende producten (fungiciden)<br />
Vanderschaeve_EurAc_2011