HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen
HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen
HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Gerard C. de Haas - De onvoorziene generatie<br />
Gerard C. de Haas<br />
De onvoorziene generatie : essays over jeugd, samenleving en cultuur<br />
Amsterdam : Wetenschappelijke Uitgeverij N.V., 1966<br />
p. 38-47<br />
17. De onvoorziene generatie<br />
De moderne jeugd<br />
Onderscheidt de jeugd zich als een aparte groep in onze samenleving? De<br />
moderne naoorlogse jeugd bezit in aanzienlijk mindere mate de collectieve<br />
eenheidskenmerken die de jeugdbeweging destijds achter de vaandels van<br />
een gemeenschappelijk ideaal schaarden. Toch kunnen we niet zeggen dat na<br />
de periode van de jeugdbeweging de collectiviteit van het jeugdbestel definitief<br />
verdwenen is. Het is opvallend hoe snel bepaalde modeverschijnselen,<br />
hetzij in haardracht, hetzij in kleding, hetzij in voorkeur voor helden van het<br />
podium en het filmdoek, zich over de gehele jeugd uitbreiden. Deze naoorlogse<br />
collectiviteit vertoont aan de buitenkant een veel grotere dynamiek dan<br />
de jeugdbeweging die naar buiten toe vastere en hechtere principes huldigde.<br />
Het collectieve karakter van het jeugdbestel is door het nozemisme niet opgeheven.<br />
Het patroon van de onderlinge relaties is na de oorlog wat losser<br />
geworden en de groepsvorming is mobieler dan vroeger. Maar het patroon<br />
van de collectieve groep aanstichters, directe meelopers en schoorvoetende<br />
toeschouwers, is nog altijd hetzelfde gebleven. Tegenover de grote buitenwereld<br />
vertoont de jeugd nog altijd frontaal opgestelde groeps-vorming. De<br />
behoefte aan deze frontale groepsvorming is ook nog immer dezelfde: afwending<br />
van de wereld der volwassenen naar het isolement van de eigen<br />
groep door middel van het eensgezind innemen van een uitzonderingspositie<br />
tegenover de wereld der volwassenen. Deze uitzonderingspositie moeten we<br />
niet direct in verband brengen met generatieconflicten en generatiebesef;<br />
aldus wordt de behoefte aan een eigen maatschappelijke zelfstandigheid die<br />
de jonge generatie voor zichzelf zou opeisen, schromelijk overdreven. Deze<br />
behoefte is betrekkelijk gering. Staande op de tweesprong tussen maatschappelijke<br />
participatie en autonomie van het eigen jeugddomein blijven de jeugdigen<br />
zolang mogelijk voor het laatste kiezen. Wanneer de jeugdigen protest<br />
aantekenen tegen bepaalde misstanden en in emotioneel verzet daartegen<br />
82