HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen

HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen

30.08.2013 Views

P.H. Vrijhof - Rapport over een groep kantoormeisjes… reld liggen (bijv. opvatting over jeugdvereniging, beroep, Zondagsheiliging e.d.m.). Hiervoor hebben zij doorgaans haar speciale contacten buitenshuis. In de vrouwelijke belevingswereld blijft de vader te ver, te veel op de achtergrond. Vanzelfsprekend gelden deze trekken niet alleen voor de gezinnen met oude ouders. Ook jonge ouders kunnen ‘oud’ zijn. Het was slechts de bedoeling enkele trekken te belichten, die in al deze gezinnen het meest (kunnen) voorkomen. In werkelijkheid spelen zij door elkaar heen en vertonen zij in elk gezin weer verschillende aspecten. Sexuele voorlichting Een teer punt vormt de sexuele voorlichting. Ook hierover kunnen wij enkele mededelingen doen. Sommige meisjes, doch lang niet alle, gaven aan, dat zij wel eens met moeder over deze dingen praten. Waarschijnlijk houdt deze voorlichting meer ethisch-normatieve beoordelingen dan feitelijke inlichtingen in (behalve de eerste menstruatie). Deze krijgen zij meer van haar leeftijdgenoten en vriendinnen, van een oudere zuster en/of door lectuur, die soms met voorkennis van de ouders gelezen wordt. In de gezinnen, waar dit onderwerp nog geheel taboe is - soms weigerde moeder, ook op verzoek van haar dochter om daarover te spreken - grijpen de meisjes stiekum naar een boek, dat in overleg met de vertrouwde gekozen werd. Dit laatste, dat meer dan eens expliciet werd genoemd, lijkt ons vermeldenswaard, omdat hier belangrijke verschilpunten met de voorlichting van het fabrieksmeisje naar voren komen. Mevr. H. Dresen-Coenders vertelt uit haar ervaring met deze meisjes dat zij op jeugdige leeftijd (plusminus 14 jaar) bijna allen zijn ingelicht. Deze kennis is echter fragmentarisch, zonder samenhang. Het accent valt uitsluitend op het sexuele, dat in een lage sfeer komt te staan, waarin de man als tegenstander of min of meer als speeltuig wordt gezien. Deze voorlichting krijgen zij bijna uitsluitend van anderen in fabriek of straat. Het lezen van een boek valt buiten haar gezichtskring en boven haar ontwikkelingspeil. De meisjes uit andere milieus zijn, naar Mevr. Dresen in het algemeen waarschijnlijk acht, voorgelicht op oudere leeftijd en op andere wijze dan het fabrieksmeisje, nl. meer in ethisch-ideële zin. Doch in vele gezinnen hangt nog de taboe-atmosfeer en worden deze kwesties suggestief gecoupeerd. Dit geldt volgens haar in grove trekken voor het meer ontwikkelde meisje uit 70

Maatschappelijke verwildering der jeugd de burgerklassen, de jeugdleidster, de lerares etc. Anderen, zoals kantoor- en winkelmeisjes, staan er weer anders voor, zo vermoedt zij. Onze - uiteraard beperkte - ervaring is nu, dat het door haar bedoelde verschil niet zo groot is. Wel is onze indruk, dat aan feitelijke kennis nog zeer veel ontbreekt, waarvoor overigens het grijpen naar een boek wel typerend is -, en dat het ethisch-ideële hier meer moet worden verstaan in die zin, dat de meisjes de soms wat conventionele fatsoens- en/of godsdienstige normen omtrent het huwelijk en (huis)vrouw zijn worden voorgehouden. Dit houdt in vele gevallen in, dat men aan het ethisch ideële in eigenlijke zin niet toekomt, hoewel ook hier belangrijk is, dat deze opvattingen door ouders en anderen worden voorgeleefd en met overtuiging beleden. Dan zijn het gerepresenteerde waarden waaraan deze meisjes sterk gebonden zijn. Maatschappelijke verwildering der jeugd : rapport betreffende het onderzoek naar de geestesgesteldheid van de massajeugd in opdracht van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen samengesteld Voorwoord: M.J. Langeveld ’s-Gravenhage : Staatsdrukkerij- en Uitgeverij Bedrijf, 1952 p. 15-16, 16-27 14. Maatschappelijke verwildering der jeugd Het beeld van de maatschappelijk verwilderde jonge mens De verwilderde jeugd leeft in een wereld, die verregaand gestalteloos genoemd mag worden. De gestalteloosheid van zijn wereld uit zich in het onvermogen zelf gestalte te zijn: het uiterlijk is film-confectie of volstrekt verwaarloosd; houding en beweging vertonen geen uit het innerlijk komend gericht zijn: men leunt, hangt, slentert, enz.; er is vaak een ongedurige bewegingsoverdaad zonder doel. Uiterlijke assimilatie in houding en beweging van aan wens-typen afgekeken allures zijn niet zeldzaam, maar ze zakken onmiddellijk in de leegte van het eigen innerlijk weg, wanneer een bepaalde objektieve eis van buiten af aan deze mensen gesteld wordt: de imitator van een sportkei wordt ineens een 71

Maatschappelijke verwildering der jeugd<br />

de burgerklassen, de jeugdleidster, de lerares etc. Anderen, zoals kantoor- en<br />

winkelmeisjes, staan er weer anders voor, zo vermoedt zij. Onze - uiteraard<br />

beperkte - ervaring is nu, dat het door haar bedoelde verschil niet zo groot is.<br />

Wel is onze indruk, dat aan feitelijke kennis nog zeer veel ontbreekt, waarvoor<br />

overigens het grijpen naar een boek wel typerend is -, en dat het<br />

ethisch-ideële hier meer moet worden verstaan in die zin, dat de meisjes de<br />

soms wat conventionele fatsoens- en/of godsdienstige normen omtrent het<br />

huwelijk en (huis)vrouw zijn worden voorgehouden. Dit houdt in vele gevallen<br />

in, dat men aan het ethisch ideële in eigenlijke zin niet toekomt, hoewel<br />

ook hier belangrijk is, dat deze opvattingen door ouders en anderen worden<br />

voorgeleefd en met overtuiging beleden. Dan zijn het gerepresenteerde<br />

waarden waaraan deze meisjes sterk gebonden zijn.<br />

Maatschappelijke verwildering der jeugd : rapport betreffende het onderzoek<br />

naar de geestesgesteldheid van de massajeugd in opdracht van de Minister<br />

van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen samengesteld<br />

Voorwoord: M.J. Langeveld<br />

’s-Gravenhage : Staatsdrukkerij- en Uitgeverij Bedrijf, 1952<br />

p. 15-16, 16-27<br />

14. Maatschappelijke verwildering der jeugd<br />

Het beeld van de maatschappelijk verwilderde jonge mens<br />

De verwilderde jeugd leeft in een wereld, die verregaand gestalteloos genoemd<br />

mag worden. De gestalteloosheid van zijn wereld uit zich in het onvermogen<br />

zelf gestalte te zijn: het uiterlijk is film-confectie of volstrekt verwaarloosd;<br />

houding en beweging vertonen geen uit het innerlijk komend<br />

gericht zijn: men leunt, hangt, slentert, enz.; er is vaak een ongedurige bewegingsoverdaad<br />

zonder doel.<br />

Uiterlijke assimilatie in houding en beweging van aan wens-typen afgekeken<br />

allures zijn niet zeldzaam, maar ze zakken onmiddellijk in de leegte van het<br />

eigen innerlijk weg, wanneer een bepaalde objektieve eis van buiten af aan<br />

deze mensen gesteld wordt: de imitator van een sportkei wordt ineens een<br />

71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!