HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen
HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen
HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Sj. Groenman - Kolonisatie op nieuw land<br />
benarde omstandigheden zijn geraakt. Men moet Ter Veen’s verzet tegen de<br />
kolonisatie van groepen ook begrijpen als reactie op de Duitse rastheorieën.<br />
Hij keert zich bizonder fel tegen het nastreven van een structuur waarbij in<br />
het bizonder op biologische elementen, op ethnische eenheden, in casu de<br />
inwoners van bepaalde streken wordt gelet. Daar hem als hoogste belang ook<br />
het scheppen van een krachtige kolonistengroep voor de geest staat - dat<br />
staat voor hem gelijk met het dienen van het algemeen belang - wijst hij er<br />
nadrukkelijk op, dat het bijeenvoegen van proportioneel vastgestelde contingenten<br />
uit alle provincies juist niet ten goede komt aan de vorming der door<br />
hem gewenste eenheid. Er wordt immers de nadruk gelegd op het eigen-aardige.<br />
Mèt Ter Veen kan men hetzelfde bezwaar aanvoeren tegen een ponds<br />
pondsgewijze kolonisatie van de leden van kerkgenootschappen.<br />
(…)Ter Veen verzet zich tegen de kolonisatie volgens een systeem, waarbij<br />
zelfgenoegzame groepen als zodanig worden toegelaten, omdat deze groepen<br />
naast elkander blijven staan en moeilijk vergroeien tot een eenheid. Men kan<br />
dit met Ter Veen eens zijn en b.v. gelijk Kruijt tijdens het Congres van het<br />
Instituut voor Sociaal Onderzoek van het Nederlandse Volk in Februari van<br />
1952 ernstig bezwaar maken tegen het creëren van geheel Rooms-Katholieke<br />
of Hervormde dorpen, omdat daarmede de scheidingen in het Nederlandse<br />
volk geaccentueerd en dit volk zich als het ware een testimonium paupertatis<br />
uitreikt ten aanzien van het verwezenlijken van een nationale eenheid, en<br />
toch het rekening houden met groepen inplaats van met individuen juist<br />
achten. Een tweede opmerking naar aanleiding van Ter Veen’s betoog is nl.,<br />
dat hij geen aandacht heeft gehad voor groepen agrariërs in moeilijke omstandigheden,<br />
die men met een beroep op de directe behartiging van het algemeen<br />
belang een plaats zou kunnen geven in het nieuwe land. Wèl pleitte<br />
ook Ter Veen voor ruimere kansen voor de landarbeiders - ook toch een<br />
structuurelement met een groepskarakter!, - die in de Wieringermeer naar<br />
zijn mening te weinig voor het verwerven van een eigen bedrijf in aanmerking<br />
waren gekomen. Landarbeiders zijn dan ook niet een in zichzelf volledigheid<br />
vindende groep.<br />
In aansluiting hieraan en tevens nog als aanvulling op hetgeen in het vorige<br />
hoofdstuk is gezegd over kleine en grote dorpen kan worden opgemerkt, dat<br />
in een groot dorp, dat bevolkt wordt door mensen, die behoren tot verschillende<br />
kerkgenootschappen, de kerkelijke groepen door hun sterkte zelfgenoegzamer<br />
kunnen zijn dan in een klein dorp. Men vindt in eigen kring zijn<br />
184