HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen

HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen

30.08.2013 Views

ISONEVO - Oostelijk West-Friesland Ook tussen beroep en dorp bestaat in zekere mate een verband, gelijk wij hebben gezien. Tevens zijn echter godsdienst en beroep onverbrekelijk met locaal verenigingsleven verbonden. Het is derhalve bijzonder moeilijk na te gaan, welke betekenis primaire relaties hebben in de dorpssamenleving tegenover secundair en institutioneel bepaalde. Het is zeker onmogelijk hen daar los van te zien. Trachten wij nochtans iets omtrent ‘het dorp’ te zeggen. Over het algemeen kent men elkaar nog wel bij naam en voornaamgebruik van de laatste is zelfs vaak noodzakelijk in verband met veel voorkomende achternamen. Ook de naam van de vrouw wordt gebruikt (tegen kinderen: ben je d'r eentje van...?) Slechts enkele figuren worden als functionaris aangesproken (burgemeester, geestelijke). Ook tegen de dokter is het wel eens je en jou. Men is in dit opzicht democratisch en weinig formeel. In Hervormde kring heerst voor de dominee vaak weinig ontzag. Veel hangt af van de persoon, respect op grond van functie heeft men nauwelijks. Ook de burgemeester moet het niet te gek maken. In een bepaald geval vond deze het wel mooi, dat bij vergaderingen van een R.K. vereniging voor hem werd opgestaan, wanneer hij binnenkwam. Toen hij zich dit liet ontvallen en suggereerde, dat zijn eigen geloofsgenoten dit ook wel eens konden doen, was het: ‘'t is burgemeester in zijn bol geslagen, hij gaat zich wat verbeelden.’ Zolang men nog ‘meneer’ is, is men niet geaccepteerd (tuinbouwassistenten). Bij de jongere generatie wordt het gebruik van ‘meneer’ en ‘mevrouw’ echter veelvuldiger, zij het tegenover ‘vreemden’. Men denkt nu misschien aan de werking van ‘social control’. Deze is er dan in bovengenoemde ‘democratische’ zin. Naar inhoud betekent het niet het tot stand komen van conforme of niet-geuite meningen. Men zegt wat men denkt, geeft zijn mening te kennen, vrijmoedig en niet onderdanig en is daarbij reëel, nuchter, vrij redelijk. Men is in deze dingen zelfbewust en ‘laat zich niets zeggen’. Aldus enkele typeringen van waarnemers. Bij dit al werkt het godsdienstig onderscheid, ook binnen de dorpen, vrij scherp door. Keuze van dokter en winkel wordt niet zelden daardoor bepaald. Burenrelaties en selectie door ouders van vriendjes of vriendinnetjes, waarmede de kinderen mogen spelen, worden er door beïnvloed: ‘Dat meisje moet je de volgende keer maar niet meer mee naar huis nemen’ (uitspraak van een ontwikkelde en overigens ruimdenkende R.K. informant tot zijn dochtertje). 16

ISONEVO - Oostelijk West-Friesland Bij correlatie van dorp en godsdienst is de invloed zelfs zeer sterk: tussen Wognum en Nibbexwoud (R.K.) enerzijds en Sijbekarspel en Midwoud ligt een scheidsmuur, tot uitdrukking komend in een zeer gering aantal onderlinge huwelijken. De oriëntatie van verspreid wonende minderheden is gericht op naar godsdienst verwante dorpen (kerken, verenigingen). Vooral in ‘frontsituaties’, die ontstaan wanneer de R.K. groep ‘opdringt’ (Hauwert) of de meerderheid schijnt te zullen verkrijgen (Hem-Venhuizen) worden de lijnen des onderscheids wel eens scherp getrokken. Wij herhalen nog eens, dat hierin vaak ook het onderscheid boer-tuinder een rol speelt. In de groep van grote veeboeren kan men a.h.w. ‘de oude adel’ van West-Friesland zien, die voorheen het gewest beheerst heeft en die zich thans verdrongen ziet door ‘bouwers’ (zo niet ‘bouwertjes’), een slag lieden, dat op de knieën ligt te werken en met de handen in de grond graaft, bovendien weinig land bezit, over weinig kapitaal beschikt en in velerlei opzicht afwijkt van een sinds geslachten lang gebruikelijke levenswijze (‘geen degelijk volk’). Daarbij nog vaak van arbeidersafkomst en van ander geloof. Voor deze groep heeft men weinig achting. In deze schaal neemt de fruitteler een heel wat betere plaats in (‘rechtop werk’), reden waarom de fruitteelt bij landgebrek ook wel door boeren of boerenzoons ter hand wordt genomen. Ook tussen R.K. dorpen bestaan tegenstellingen. Daarvan liggen de oorzaken echter geheel anders. Lutjebroek (gemeente Grootebroek) wenst ten opzichte van Grootebroek een zelfstandige rol te spelen, hetgeen moeilijkheden schept bij samenwerking op gemeentelijk niveau (dorpshuis). Deze rivaliteit (binnen gemeenteverband) ten opzichte van het hoofddorp is weliswaar niet zeldzaam, maar het verbaast de uiterlijke waarnemer, omdat hij met geen mogelijkheid kan zeggen, waar Lutjebroek ophoudt en Grootebroek begint. Nu blijkt echter de parochiële indeling belangrijk; bovendien was Lutjebroek vroeger een zelfstandige gemeente en voelt zich als kleiner dorp in een ‘bedreigde’ positie. Tussen Grootebroek en Bovenkarspel bestaat eveneens een zekere tegenstelling. De bevolking van laatste gemeente is voor ongeveer de helft van elders afkomstig, telt een aantal aanzienlijke bollenkwekers en daarmede iets grotere sociale verschillen. Het is iets ‘deftiger’ in tegenstelling tot Grootebroek, dat wat ‘ruwer’ is en meer arbeiders telt. Plaatselijke waarnemers constateerden zelfs een verschil in dialect. 17

ISONEVO - Oostelijk West-Friesland<br />

Ook tussen beroep en dorp bestaat in zekere mate een verband, gelijk wij<br />

hebben gezien. Tevens zijn echter godsdienst en beroep onverbrekelijk met<br />

locaal verenigingsleven verbonden. Het is derhalve bijzonder moeilijk na te<br />

gaan, welke betekenis primaire relaties hebben in de dorpssamenleving<br />

tegenover secundair en institutioneel bepaalde. Het is zeker onmogelijk hen<br />

daar los van te zien.<br />

Trachten wij nochtans iets omtrent ‘het dorp’ te zeggen.<br />

Over het algemeen kent men elkaar nog wel bij naam en voornaamgebruik<br />

van de laatste is zelfs vaak noodzakelijk in verband met veel voorkomende<br />

achternamen. Ook de naam van de vrouw wordt gebruikt (tegen kinderen:<br />

ben je d'r eentje van...?) Slechts enkele figuren worden als functionaris<br />

aangesproken (burgemeester, geestelijke). Ook tegen de dokter is het wel<br />

eens je en jou. Men is in dit opzicht democratisch en weinig formeel. In<br />

Hervormde kring heerst voor de dominee vaak weinig ontzag. Veel hangt af<br />

van de persoon, respect op grond van functie heeft men nauwelijks. Ook de<br />

burgemeester moet het niet te gek maken. In een bepaald geval vond deze<br />

het wel mooi, dat bij vergaderingen van een R.K. vereniging voor hem werd<br />

opgestaan, wanneer hij binnenkwam. Toen hij zich dit liet ontvallen en suggereerde,<br />

dat zijn eigen geloofsgenoten dit ook wel eens konden doen, was<br />

het: ‘'t is burgemeester in zijn bol geslagen, hij gaat zich wat verbeelden.’<br />

Zolang men nog ‘meneer’ is, is men niet geaccepteerd (tuinbouwassistenten).<br />

Bij de jongere generatie wordt het gebruik van ‘meneer’ en ‘mevrouw’<br />

echter veelvuldiger, zij het tegenover ‘vreemden’. Men denkt nu misschien<br />

aan de werking van ‘social control’.<br />

Deze is er dan in bovengenoemde ‘democratische’ zin. Naar inhoud betekent<br />

het niet het tot stand komen van conforme of niet-geuite meningen. Men zegt<br />

wat men denkt, geeft zijn mening te kennen, vrijmoedig en niet onderdanig<br />

en is daarbij reëel, nuchter, vrij redelijk. Men is in deze dingen zelfbewust en<br />

‘laat zich niets zeggen’. Aldus enkele typeringen van waarnemers.<br />

Bij dit al werkt het godsdienstig onderscheid, ook binnen de dorpen, vrij<br />

scherp door. Keuze van dokter en winkel wordt niet zelden daardoor bepaald.<br />

Burenrelaties en selectie door ouders van vriendjes of vriendinnetjes,<br />

waarmede de kinderen mogen spelen, worden er door beïnvloed: ‘Dat meisje<br />

moet je de volgende keer maar niet meer mee naar huis nemen’ (uitspraak<br />

van een ontwikkelde en overigens ruimdenkende R.K. informant tot zijn<br />

dochtertje).<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!