HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen
HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen
P.J. Meertens - Urk geld en de Enkhuizer almanak, die tot de uitrusting van het schip behoorde en waarvan de jonge jongens het humoristische gedeelte uit hun hoofd kenden. Later kwam Bunyan daar bij, nog later andere stichtelijke lectuur, en tegenwoordig vindt men ook Protestantsche belletrie op de boekenrekken der visschersgezinnen. Er zijn twee Christelijke scholen op het eiland, elk met ongeveer 300 leerlingen en 7 leerkrachten. De resultaten van het onderwijs schijnen zeer behoorlijk te zijn. De Urker wekt trouwens den indruk van intelligent te zijn; hij is pienter en haalt geen domme streken uit. Zijn zin voor humor is vrij sterk ontwikkeld. Hij is vrijmoedig omdat hij weet wat hij waard is, maar voor brutaliteit bewaart hem een aangeboren beschaving. Opvallend is de liefde der Urkers voor kleuren, in ’t bijzonder voor primaire kleuren, die zich uit in de kleeding zoowel als in de beschildering van huizen en schepen. De aesthetische zin der bevolking is hier overigens al even weinig ontwikkeld als elders in Nederland. Ook hier is men weerloos overgeleverd aan den wansmaak van timmerlieden en aannemers, die tusschen de schilderachtige oude visscherswoningen, waarvan de verhoudingen zeer geslaagd zijn, moderne huisjes planten van een afstootende plompheid. Reeds in 1921 klaagden de architecten Reijers en Moerman uit Kampen over de ontsiering van het eiland door de nieuwgebouwde woningen. ‘Waren we verrukt over het artistieke dorpsschoon van het oude Urk, door het nieuwe werden we herhaaldelijk teleurgesteld. De huizen, in den laatsten tijd gebouwd, zijn bijna alle uit den toon vallend en menige woning verstoort de harmonie van een anders fraai dorpsgezicht. Gevels met geknikte toppen, waarbij men dan nog siersteen op de meest smakelooze wijze heeft aangewend, vertoonen alle gemis van gevoel aan verhouding lijn en kleur.’ Vooral de pastorie der Gereformeerde gemeente, ‘klaarblijkelijk uit ruime beurs gebouwd, is opgetrokken in een banalen timmermansstijl, waarbij bovendien nog op zeer hinderlijke wijze ruim gebruik is gemaakt van verglaasde chromaatgele wandtegels’. Een gelukkige uitzondering is het raadhuis, in 1905 door den rijksarchitect J. F. L. Frowein gebouwd, die den voor Urk zoo typischen topgevel op zeer geslaagde wijze in de vroegrenaissance vormenspraak van het geheel heeft weten toe te passen, waardoor dit gebouw, een aantrekkelijk type van een dorpsraadhuis, met de schilderachtige oude omgeving volkomen in harmonie is. Tenslotte een enkele opmerking over het zedelijke leven der Urkers. Op een oppervlakkigen beschouwer maakt dit een gunstigen indruk; de werkelijk 154
H.Tj. Piebenga - Urk heid is echter minder mooi. Op geen ander gebied heeft de schijnheiligheid grootere kansen dan op dit terrein, en vele Urkers, die een uiterlijk vertoon van godsdienstzin aan den dag leggen, zondigen herhaaldelijk op velerlei wijze tegen het zevende gebod. We willen niet beweren, dat de Urker zich in dit opzicht erger misdraagt dan de andere Nederlanders, maar minder erg stellig niet. Godsdienst en kerk vormen ook hier een slechts zwak tegenwicht. Het is hier niet de plaats, over dit onderwerp uit te weiden, maar ieder die zelf Urker is of eenigen tijd op het eiland heeft vertoefd, weet dat het bovenstaande maar al te zeer in overeenstemming is met de werkelijkheid. P.J. Meertens (red.) Urk : land en volk Zutphen : De Walburg Pers, 1990 (Oorspr. Uitg.: 1942) (Flevo profiel : facsimile / Sociaal Historisch Centrum voor Flevoland) p. 237-242 29. Urk - beeld van het volkskarakter 2. Naar persoonlijke indrukken / H.Tj. Piebenga Wanneer men nagaat hoe de Urkers in het algemeen door hun naaste buren - d.w.z. de bewoners der Zuiderzeekusten, alsmede, tot op zekere hoogte, de bewoners van Den Helder en IJmuiden, waar vrij groote Urker ‘kolonies’ zijn gevestigd - worden beoordeeld, zal men reeds spoedig bemerken, dat zij nu niet bepaald te goeder naam en faam bekend staan. Waar men ook komt, in Spakenburg of ‘op’ de Lemmer, in Kampen of in Enkhuizen, vrijwel overal oefent men op dit visschersvolk kritiek. Volendam echter vormt een uitzondering op dien regel; de uitgesproken calvinistische Urker kan over het algemeen zeer goed overweg met den Roomsch-Katholieken Volendammer. Het is onduidelijk, wat voor factoren hier in het spel zijn, tenzij men de milde beoordeeling over en weer op rekening zou moeten schrijven van overeenkomst in volksaard. Hoe dit ook zij, elders schrijft men over het algemeen den Urker een niet erg gunstig karakter toe. Natuurlijk zijn deze oordeelen subjectief, en het is niet onmogelijk, dat concurrentie-nijd er een woordje in meespreekt, althans in voorbije jaren heeft juist concurrentienijd 155
- Page 104 and 105: W. Brand - Eindhoven king en veel v
- Page 106 and 107: F. van Heek - (…)Enschede krotwon
- Page 108 and 109: F. van Heek - (…)Enschede Gelijk
- Page 110 and 111: F. van Heek - (…)Enschede de cris
- Page 112 and 113: Annemieke van Drenth et al. - Tusse
- Page 114 and 115: Annemieke van Drenth et al. - Tusse
- Page 116 and 117: Annemieke van Drenth et al. - Tusse
- Page 118 and 119: Jack Burgers et al. - Drents Dorp,
- Page 120 and 121: Jack Burgers et al. - Drents Dorp,
- Page 122 and 123: Jack Burgers et al. - Drents Dorp,
- Page 124 and 125: 124 Willem Wilmink - Textielstad He
- Page 126 and 127: H. Dijkhuis - Vijftig dagen in een
- Page 128 and 129: H. Dijkhuis - Vijftig dagen in een
- Page 130 and 131: EIM - (…)middenstand in de Jordaa
- Page 132 and 133: EIM - (…)middenstand in de Jordaa
- Page 134 and 135: Rogier Noyon - (…)een straat in d
- Page 136 and 137: Rogier Noyon - (…)een straat in d
- Page 138 and 139: Rogier Noyon - (…)een straat in d
- Page 140 and 141: Rogier Noyon - (…)een straat in d
- Page 142 and 143: 142 Ik hou zo van een oude, Amsterd
- Page 144 and 145: 144 Als wegwijzers staan witte walv
- Page 146 and 147: Chr. Plomp - Urk Dit neemt niet weg
- Page 148 and 149: Chr. Plomp - Urk verliest zij deze
- Page 150 and 151: Chr. Plomp - Urk In de courantenlec
- Page 152 and 153: P.J. Meertens - Urk denheid erkend
- Page 156 and 157: H.Tj. Piebenga - Urk tot menig mind
- Page 158 and 159: H.Tj. Piebenga - Urk gronds dagelij
- Page 160 and 161: H.Tj. Piebenga - Urk heele beweging
- Page 162 and 163: Elma Verhey et al. - Het geheim van
- Page 164 and 165: Elma Verhey et al. - Het geheim van
- Page 166 and 167: Elma Verhey et al. - Het geheim van
- Page 168 and 169: Elma Verhey et al. - Het geheim van
- Page 170 and 171: Elma Verhey et al. - Het geheim van
- Page 172 and 173: Elma Verhey et al. - Het geheim van
- Page 174 and 175: F. van Heek - Chineesche immigrante
- Page 176 and 177: P.J. Bouman et al. - (…)Rotterdam
- Page 178 and 179: P.J. Bouman et al. - (…)Rotterdam
- Page 180 and 181: P.J. Bouman et al. - (…)Rotterdam
- Page 182 and 183: Sj. Groenman - Kolonisatie op nieuw
- Page 184 and 185: Sj. Groenman - Kolonisatie op nieuw
- Page 186 and 187: Sj. Groenman - Kolonisatie op nieuw
- Page 188 and 189: P. Ploeger - Migranten in Slotermee
- Page 190 and 191: P. Ploeger - Migranten in Slotermee
- Page 192 and 193: P. Ploeger - Migranten in Slotermee
- Page 194 and 195: Mies van Niekerk - (…)Antilliaans
- Page 196 and 197: Mies van Niekerk - (…)Antilliaans
- Page 198 and 199: 198
- Page 200 and 201: M. Brouwer - (…)de jeugdcriminali
- Page 202 and 203: M. Brouwer - (…)de jeugdcriminali
P.J. Meertens - Urk<br />
geld en de Enkhuizer almanak, die tot de uitrusting van het schip behoorde<br />
en waarvan de jonge jongens het humoristische gedeelte uit hun hoofd kenden.<br />
Later kwam Bunyan daar bij, nog later andere stichtelijke lectuur, en<br />
tegenwoordig vindt men ook Protestantsche belletrie op de boekenrekken der<br />
visschersgezinnen. Er zijn twee Christelijke scholen op het eiland, elk met<br />
ongeveer 300 leerlingen en 7 leerkrachten. De resultaten van het onderwijs<br />
schijnen zeer behoorlijk te zijn. De Urker wekt trouwens den indruk van<br />
intelligent te zijn; hij is pienter en haalt geen domme streken uit. Zijn zin<br />
voor humor is vrij sterk ontwikkeld. Hij is vrijmoedig omdat hij weet wat hij<br />
waard is, maar voor brutaliteit bewaart hem een aangeboren beschaving.<br />
Opvallend is de liefde der Urkers voor kleuren, in ’t bijzonder voor primaire<br />
kleuren, die zich uit in de kleeding zoowel als in de beschildering van huizen<br />
en schepen. De aesthetische zin der bevolking is hier overigens al even weinig<br />
ontwikkeld als elders in Nederland. Ook hier is men weerloos overgeleverd<br />
aan den wansmaak van timmerlieden en aannemers, die tusschen de<br />
schilderachtige oude visscherswoningen, waarvan de verhoudingen zeer<br />
geslaagd zijn, moderne huisjes planten van een afstootende plompheid.<br />
Reeds in 1921 klaagden de architecten Reijers en Moerman uit Kampen over<br />
de ontsiering van het eiland door de nieuwgebouwde woningen. ‘Waren we<br />
verrukt over het artistieke dorpsschoon van het oude Urk, door het nieuwe<br />
werden we herhaaldelijk teleurgesteld. De huizen, in den laatsten tijd gebouwd,<br />
zijn bijna alle uit den toon vallend en menige woning verstoort de<br />
harmonie van een anders fraai dorpsgezicht. Gevels met geknikte toppen,<br />
waarbij men dan nog siersteen op de meest smakelooze wijze heeft aangewend,<br />
vertoonen alle gemis van gevoel aan verhouding lijn en kleur.’ Vooral<br />
de pastorie der Gereformeerde gemeente, ‘klaarblijkelijk uit ruime beurs gebouwd,<br />
is opgetrokken in een banalen timmermansstijl, waarbij bovendien<br />
nog op zeer hinderlijke wijze ruim gebruik is gemaakt van verglaasde chromaatgele<br />
wandtegels’. Een gelukkige uitzondering is het raadhuis, in 1905<br />
door den rijksarchitect J. F. L. Frowein gebouwd, die den voor Urk zoo typischen<br />
topgevel op zeer geslaagde wijze in de vroegrenaissance vormenspraak<br />
van het geheel heeft weten toe te passen, waardoor dit gebouw, een<br />
aantrekkelijk type van een dorpsraadhuis, met de schilderachtige oude omgeving<br />
volkomen in harmonie is.<br />
Tenslotte een enkele opmerking over het zedelijke leven der Urkers. Op een<br />
oppervlakkigen beschouwer maakt dit een gunstigen indruk; de werkelijk<br />
154