HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen
HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen HET VERLOREN PARADIJS - Maatschappijwetenschappen
Jack Burgers et al. - Drents Dorp, Eindhoven innert zich het verhaal dat zijn vader vertelde over een ingenieuze vorm van aanwezigheidsregistratie: 120 ‘Ze hadden vroeger bij Philips allemaal een penninkje met een nummer. Als ze de poort binnenkwamen, moesten ze dat penninkje in een bus laten vallen. Ze moesten zich eerst omkleden en dan dat penninkje inleveren, dan waren ze aanwezig. Dan ging er een claxon en duwde er iemand die heel fanatiek bij die bus zat een la over die laag penninkjes. Iedere penning die er daarna nog inviel, viel in dat bakje en die betaalde een dubbeltje voor de boetepot.’ Voor veel van de migranten bleek de omschakeling zwaar; zij hielden het leven in een industriële context alleen maar met de grootste moeite vol. Een kleinzoon beschrijft de worsteling van zijn grootvader in de nieuwe omgeving: ‘Hij kon niet aarden; hij kon niet tegen het keurslijf van het arbeidsproces. Nadat hij zeven of acht jaar in Drents Dorp gewoond had, heeft hij buiten Eindhoven een boerderijtje op de kop kunnen tikken. Hij had daar een leuke boomgaard, wat beesten om zich heen. Gewoon uit armoede, omdat het veen was afgegraven en de boerderij in Drente in de versukkeling raakte, was hij naar Eindhoven gekomen. Philips beloofde gouden bergen en omdat hij vooral dacht aan de toekomst van zijn kinderen is hij naar het zuiden gegaan en heeft hij het bedrijfsleven voor lief genomen. Hij is gewoon aan zijn pensioen gekomen; hij heeft het volgehouden, zo moet je het zien, hij heeft het volgehouden.’ Ondanks die aan den lijve ervaren ongemakken, verbonden met de overgang van een agrarisch naar een industrieel werkregime, is er nauwelijks sprake van verzet tegen de werkgever. De hechte structuur van de arbeidersgezinnen vond een parallel in de patriarchale familieonderneming die Philips zo lang geweest is. Sporen van verzet treft men soms aan in de sfeer van de reproductie. En ook daar is het voornamelijk symbolisch van aard. Sommigen weigerden hun voedingswaren van de fabriekswinkels van Philips (‘E.T.O.S.’) te betrekken, ondanks het feit dat die in veel gevallen goedkoper waren dan de plaatselijke detailhandel. Philips had inderdaad meer te bieden dan alleen werk. Het bedrijf zorgde
Jack Burgers et al. - Drents Dorp, Eindhoven ook voor moderne woningbouw die zoveel verbazing opriep bij de nieuwkomers uit het noorden, dat zij er ruim zestig jaar later nog niet over uitgepraat zijn: ‘We hoefden maar op een knopje te drukken en het licht ging aan. Er kwam water uit de kraan. In Groningen moest je alles uit het kanaal halen, of drinkwater putten.’ (76-jarige vrouw, destijds 13 jaar). Het was nieuw voor deze mensen, deze manier van wonen. Daar was het Philipsbedrijf zich ook van bewust. Om misverstanden en ander ongemak te voorkomen, hing er in elke w.c. een tekst, ingeraamd in een keurig houten lijstje, met daarop voorschriften voor het verantwoord bewonen van de Philipshuizen. Gewezen werd bijvoorbeeld op de noodzaak tot het regelmatig luchten van de woning en de verplichting stoep en goot voor het huis rein te houden. Woningopzichteressen keken op de naleving van deze regels toe. Drents Dorp vanaf de jaren zeventig: de-industrialisering op buurtniveau De crisis bij Philips dateert niet van 1991 of zelfs niet van 1981, toen voor het eerst collectieve ontslagen werden aangekondigd, maar van het begin van de jaren zeventig. Vanaf die tijd vonden er complexe veranderingen plaats in de wereldeconomie, waardoor industriële ondernemingen en later ook westerse verzorgingsstaten zich genoodzaakt zagen hun strategieën te herzien. Philips begon op mondiaal niveau met het afstoten van arbeidsplaatsen. Nederland zou daarbij niet gespaard blijven. Sinds 1971 verdwenen er ook in Nederland duizenden banen. Dat gebeurde via de weg van het niet aanvullen van natuurlijk verloop, vervroegde uittredingen en het inmiddels bekende creatieve gebruik van de WAO. Deze sluipende vorm van de-industrialisering wekte weinig beroering en het bedrijf bespaarde zich een slechte naam en arbeidsonrust. Aanvankelijk wees ook niets in Drents Dorp op verslechterende vooruitzichten. Integendeel, de individuele welvaart van de bewoners nam toe. Dat uitte zich onder meer in een grote mobiliteit. De beambten waren al in de jaren vijftig en zestig begonnen ‘Drents Dorp’ te verlaten omdat de omgeving niet meer voldoende aansloot bij hun maatschappelijke positie. Hun sociale mobiliteit vertaalde zich in geografische mobiliteit. In de jaren zeventig begon dat ook voor de arbeiders meer en meer te gelden. Tussen 1971 en 1990 daalde de bevolking van de buurt met bijna eenderde: van 4.055 121
- Page 70 and 71: P.H. Vrijhof - Rapport over een gro
- Page 72 and 73: Maatschappelijke verwildering der j
- Page 74 and 75: Maatschappelijke verwildering der j
- Page 76 and 77: ISONEVO - Zuid-West Groningen volge
- Page 78 and 79: ISONEVO - Zuid-West Groningen De ve
- Page 80 and 81: A.J. Wichers - Leven en werken te E
- Page 82 and 83: Gerard C. de Haas - De onvoorziene
- Page 84 and 85: Gerard C. de Haas - De onvoorziene
- Page 86 and 87: Gerard C. de Haas - De onvoorziene
- Page 88 and 89: Gerard C. de Haas - De onvoorziene
- Page 90 and 91: Livio Sansone - Schitteren in de sc
- Page 92 and 93: Livio Sansone - Schitteren in de sc
- Page 94 and 95: Flip Lindo - Maakt cultuur verschil
- Page 96 and 97: Flip Lindo - Maakt cultuur verschil
- Page 98 and 99: Hans Lodeizen - Allemaal steden de
- Page 100 and 101: W. Brand - Eindhoven W. Brand Eindh
- Page 102 and 103: W. Brand - Eindhoven satie wil alle
- Page 104 and 105: W. Brand - Eindhoven king en veel v
- Page 106 and 107: F. van Heek - (…)Enschede krotwon
- Page 108 and 109: F. van Heek - (…)Enschede Gelijk
- Page 110 and 111: F. van Heek - (…)Enschede de cris
- Page 112 and 113: Annemieke van Drenth et al. - Tusse
- Page 114 and 115: Annemieke van Drenth et al. - Tusse
- Page 116 and 117: Annemieke van Drenth et al. - Tusse
- Page 118 and 119: Jack Burgers et al. - Drents Dorp,
- Page 122 and 123: Jack Burgers et al. - Drents Dorp,
- Page 124 and 125: 124 Willem Wilmink - Textielstad He
- Page 126 and 127: H. Dijkhuis - Vijftig dagen in een
- Page 128 and 129: H. Dijkhuis - Vijftig dagen in een
- Page 130 and 131: EIM - (…)middenstand in de Jordaa
- Page 132 and 133: EIM - (…)middenstand in de Jordaa
- Page 134 and 135: Rogier Noyon - (…)een straat in d
- Page 136 and 137: Rogier Noyon - (…)een straat in d
- Page 138 and 139: Rogier Noyon - (…)een straat in d
- Page 140 and 141: Rogier Noyon - (…)een straat in d
- Page 142 and 143: 142 Ik hou zo van een oude, Amsterd
- Page 144 and 145: 144 Als wegwijzers staan witte walv
- Page 146 and 147: Chr. Plomp - Urk Dit neemt niet weg
- Page 148 and 149: Chr. Plomp - Urk verliest zij deze
- Page 150 and 151: Chr. Plomp - Urk In de courantenlec
- Page 152 and 153: P.J. Meertens - Urk denheid erkend
- Page 154 and 155: P.J. Meertens - Urk geld en de Enkh
- Page 156 and 157: H.Tj. Piebenga - Urk tot menig mind
- Page 158 and 159: H.Tj. Piebenga - Urk gronds dagelij
- Page 160 and 161: H.Tj. Piebenga - Urk heele beweging
- Page 162 and 163: Elma Verhey et al. - Het geheim van
- Page 164 and 165: Elma Verhey et al. - Het geheim van
- Page 166 and 167: Elma Verhey et al. - Het geheim van
- Page 168 and 169: Elma Verhey et al. - Het geheim van
Jack Burgers et al. - Drents Dorp, Eindhoven<br />
innert zich het verhaal dat zijn vader vertelde over een ingenieuze vorm van<br />
aanwezigheidsregistratie:<br />
120<br />
‘Ze hadden vroeger bij Philips allemaal een penninkje met een<br />
nummer. Als ze de poort binnenkwamen, moesten ze dat penninkje<br />
in een bus laten vallen. Ze moesten zich eerst omkleden en dan<br />
dat penninkje inleveren, dan waren ze aanwezig. Dan ging er een<br />
claxon en duwde er iemand die heel fanatiek bij die bus zat een la<br />
over die laag penninkjes. Iedere penning die er daarna nog inviel,<br />
viel in dat bakje en die betaalde een dubbeltje voor de boetepot.’<br />
Voor veel van de migranten bleek de omschakeling zwaar; zij hielden het<br />
leven in een industriële context alleen maar met de grootste moeite vol. Een<br />
kleinzoon beschrijft de worsteling van zijn grootvader in de nieuwe omgeving:<br />
‘Hij kon niet aarden; hij kon niet tegen het keurslijf van het arbeidsproces.<br />
Nadat hij zeven of acht jaar in Drents Dorp gewoond<br />
had, heeft hij buiten Eindhoven een boerderijtje op de kop kunnen<br />
tikken. Hij had daar een leuke boomgaard, wat beesten om zich<br />
heen. Gewoon uit armoede, omdat het veen was afgegraven en de<br />
boerderij in Drente in de versukkeling raakte, was hij naar Eindhoven<br />
gekomen. Philips beloofde gouden bergen en omdat hij<br />
vooral dacht aan de toekomst van zijn kinderen is hij naar het<br />
zuiden gegaan en heeft hij het bedrijfsleven voor lief genomen. Hij<br />
is gewoon aan zijn pensioen gekomen; hij heeft het volgehouden,<br />
zo moet je het zien, hij heeft het volgehouden.’<br />
Ondanks die aan den lijve ervaren ongemakken, verbonden met de overgang<br />
van een agrarisch naar een industrieel werkregime, is er nauwelijks sprake<br />
van verzet tegen de werkgever. De hechte structuur van de arbeidersgezinnen<br />
vond een parallel in de patriarchale familieonderneming die Philips zo<br />
lang geweest is. Sporen van verzet treft men soms aan in de sfeer van de reproductie.<br />
En ook daar is het voornamelijk symbolisch van aard. Sommigen<br />
weigerden hun voedingswaren van de fabriekswinkels van Philips<br />
(‘E.T.O.S.’) te betrekken, ondanks het feit dat die in veel gevallen goedkoper<br />
waren dan de plaatselijke detailhandel.<br />
Philips had inderdaad meer te bieden dan alleen werk. Het bedrijf zorgde