Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ... Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

30.08.2013 Views

15,0 10,0 10,0 5,0 5,0 0,0 0,0 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 -5,0 -10,0 -15,0 -15,0 -20,0 -20,0 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 Resultaat GVB (in miljoen €). Bron: Jaarverslagen GVB en vanaf 1998 werd een bescheiden winst gemaakt. Deze resultaatverbetering hing in sterke mate samen met de forse stijging van de opbrengsten uit het openbaar vervoer, het werken voor derden en de verlaging van de rente. Aan de kostenkant was het resultaat minder gunstig: in het bijzonder de personeelslasten namen flink toe. Daarnaast stelde de directie zich ten doel om het bedrijf, organisatorisch en sociaal, daadwerkelijk gezond te maken. Dit moest er toe leiden dat het GVB in 2001 qua kostenniveau marktconform zou opereren. In de evaluatie van het businessplan 1997-2001 constateerde de directie dat de financiën weliswaar grotendeels op orde waren gebracht, maar dat de sociale en organisatorische gezondmaking nog zeker niet was voltooid. Voor de totstandkoming van een marktconform opererend bedrijf achtte de directie voor de jaren 2001-2005 een ambitieus transformatieprogramma dan ook noodzakelijk. De problematische arbeidscultuur bij het GVB is legendarisch en behoeft hier geen nadere uiteenzetting, hoe 8 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 Ziekteverzuim GVB (in %). Bron: gemeente Amsterdam verleidelijk dat ook is. Een dergelijke situatie zou binnen een gewone onderneming nooit zo lang standhouden. In het bijzonder verontrustend is dat het ziekteverzuim sinds 1997 weer is toegenomen. Wat dit betreft kan de recente uitspraak van Van der Zwan dat het GVB nog steeds doodziek is, ook letterlijk worden opgevat. 9 Een nieuwe wet Op 1 januari 2001 is de Wet Personenvervoer 2000 (WPV) in werking getreden. Voornaamste doel van deze wet is om marktwerking in het stad- en streekvervoer te introduceren. Hiertoe worden voor de bestaande vervoersgebieden concessies uitgegeven, waarbij door middel van directe gunning of openbare aanbesteding wordt uitgemaakt welk bedrijf gedurende de concessieperiode het vervoer verzorgt. Dit betekent een meer zakelijke relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer en een groter ondernemingsrisico. Voor de gemeentelijke vervoerbedrijven zijn in de wet diverse bijzondere bepalingen opgenomen. Zo is ver-

plichte aanbesteding van hun vervoersgebied eerst in 2006 aan de orde, terwijl de concessies voor alle overige vervoersgebieden voor minimaal 35% reeds in 2003 moeten zijn aanbesteed. Dit proces van aanbesteding in het streekvervoer en de niet-gvb-steden is momenteel in volle gang. De reden van het uitstel voor de gemeentelijke vervoerbedrijven is dat het ministerie van Verkeer & Waterstaat hen de tijd wil bieden om extern te verzelfstandigen. 10 Hoewel de WPV niet expliciet verplicht tot verzelfstandiging, worden gemeentelijke vervoerbedrijven hier wel min of meer toe gedwongen. Ook in de memorie van toelichting bij de wet komt verzelfstandiging meerdere malen aan de orde. Hierin zijn onder meer de volgende voordelen van overwegingen voor verzelfstandiging verondersteld: - Verzelfstandiging versterkt de concurrentiekracht van het bedrijf; - Alleen de verhouding tussen kwaliteit en prijs van het product dient uitgangspunt te zijn bij de beslissing omtrent concessieverlening; - De financiële risico’s voor de overheid zijn beter beheersbaar; - Er ontstaan minder afgeschermde en meer op innovatie en vernieuwing georiënteerde bedrijven. Voor het GVB heeft de WPV al de nodige veranderingen met zich meegebracht. Zo heeft het bedrijf per 1 januari van dit jaar de concessie verkregen voor het ten uitvoer brengen van het openbaar vervoer in de gemeente Amsterdam. Deze concessie is onderhands gegund tot en met 2005 en omvat het integrale openbaar vervoer (bus, tram en metro) alsook de veervoorzieningen en het 9 beheer en onderhoud van de railinfrastructuur. Hieraan ligt een contractrelatie ten grondslag op basis van een door de gemeente uitgewerkt programma van eisen, waarmee afspraken zijn gemaakt over het voorzieningenniveau en de tarieven die de gemeente als opdrachtgever aan het GVB voor verleende diensten moet betalen. Echt spannend wordt het wanneer het in 2005 inderdaad tot aanbesteding van de concessie Amsterdam komt. Het GVB moet het dan opnemen tegen andere vervoerders, uit binnen- en buitenland. Als het dan niet in staat is marktconform te opereren – dat wil zeggen een adequate dienstverlening tegen scherpe prijzen te bieden – zal het voor het bedrijf einde oefening zijn. Of de aanbesteding in 2005 echt verplicht wordt, blijkt pas na een tussentijdse evaluatie van de WPV in 2004. De tot dan toe opgedane ervaringen zullen bij deze beoordeling een belangrijke rol spelen. Daarnaast is van belang dat in het Europese Parlement de aanbestedingsplicht voor grote steden ter discussie staat. 11 Het standpunt van de Europese Commissie is dat het de lidstaten vrij moet blijven staan om aanbesteding verplicht te stellen, ook voor grootstedelijke netwerken. Hiermee kan de met de WPV beoogde marktwerking intact blijven. 12 Los van deze discussie kan worden vastgesteld dat naar aanleiding van de WPV in het Nederlandse openbaar vervoer een nieuwe dynamiek is ontstaan, waarbij aanbestedingen, fusies en overnames, verzelfstandigingen en privatiseringen en toetreding van buitenlandse partijen aan de orde van de dag zijn.

plichte aanbesteding van hun vervoersgebied eerst in 2006<br />

aan de orde, terwijl de concessies voor alle overige vervoersgebieden<br />

voor minimaal 35% reeds in 2003 moeten<br />

zijn aanbesteed. Dit proces van aanbesteding in het streekvervoer<br />

en de niet-gvb-steden is momenteel in volle gang.<br />

De reden van het uitstel voor de gemeentelijke vervoerbedrijven<br />

is dat het ministerie van Verkeer & Waterstaat hen<br />

de tijd wil bieden om extern te verzelfstandigen. 10<br />

Hoewel de WPV niet expliciet verplicht tot verzelfstandiging,<br />

worden gemeentelijke vervoerbedrijven hier wel<br />

min of meer toe gedwongen. Ook in de memorie van<br />

toelichting bij de wet komt verzelfstandiging meerdere<br />

malen aan de orde. Hierin zijn onder meer de volgende<br />

voordelen van overwegingen voor verzelfstandiging verondersteld:<br />

- Verzelfstandiging versterkt de concurrentiekracht van het<br />

bedrijf;<br />

- Alleen de verhouding tussen kwaliteit en prijs van<br />

het product dient uitgangspunt te zijn bij de beslissing<br />

omtrent concessieverlening;<br />

- De financiële risico’s voor de overheid zijn beter beheersbaar;<br />

- Er ontstaan minder afgeschermde en meer op innovatie<br />

en vernieuwing georiënteerde bedrijven.<br />

Voor het GVB heeft de WPV al de nodige veranderingen<br />

met zich meegebracht. Zo heeft het bedrijf per 1<br />

januari van dit jaar de concessie verkregen voor het ten<br />

uitvoer brengen van het openbaar vervoer in de gemeente<br />

Amsterdam. Deze concessie is onderhands gegund tot<br />

en met 2005 en omvat het integrale openbaar vervoer<br />

(bus, tram en metro) <strong>als</strong>ook de veervoorzieningen en het<br />

9<br />

beheer en onderhoud van de railinfrastructuur. Hieraan<br />

ligt een contractrelatie ten grondslag op basis van een<br />

door de gemeente uitgewerkt programma van eisen, waarmee<br />

afspraken zijn gemaakt over het voorzieningenniveau<br />

en de tarieven die de gemeente <strong>als</strong> opdrachtgever aan het<br />

GVB voor verleende diensten moet betalen.<br />

Echt spannend wordt het wanneer het in 2005 inderdaad<br />

tot aanbesteding van de concessie Amsterdam komt. Het<br />

GVB moet het dan opnemen tegen andere vervoerders,<br />

uit binnen- en buitenland. Als het dan niet in staat is<br />

marktconform te opereren – dat wil zeggen een adequate<br />

dienstverlening tegen scherpe prijzen te bieden – zal het<br />

voor het bedrijf einde oefening zijn.<br />

Of de aanbesteding in 2005 echt verplicht wordt, blijkt<br />

pas na een tussentijdse evaluatie van de WPV in 2004. De<br />

tot dan toe opgedane ervaringen zullen bij deze beoordeling<br />

een belangrijke rol spelen. Daarnaast is van belang<br />

dat in het Europese Parlement de aanbestedingsplicht<br />

voor grote steden ter discussie staat. 11 Het standpunt<br />

van de Europese Commissie is dat het de lidstaten vrij<br />

moet blijven staan om aanbesteding verplicht te stellen,<br />

ook voor grootstedelijke netwerken. Hiermee kan de met<br />

de WPV beoogde marktwerking intact blijven. 12 Los van<br />

deze discussie kan worden vastgesteld dat naar aanleiding<br />

van de WPV in het Nederlandse openbaar vervoer een<br />

nieuwe dynamiek is ontstaan, waarbij aanbestedingen,<br />

fusies en overnames, verzelfstandigingen en privatiseringen<br />

en toetreding van buitenlandse partijen aan de orde<br />

van de dag zijn.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!