Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ... Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

30.08.2013 Views

16 Gemeente Amsterdam, Aanpak en organisatie privatisering, externe ver- zelfstandiging en uitplaatsing Gemeente Amsterdam (Amsterdam 2001). 17 Gemeente Amsterdam, ‘Principebesluit externe verzelfstandiging GVB’, Gemeenteblad afd. 1 nr. 20 (Amsterdam 2000) 16-17. 18 De Commissie Borghouts stelt in dit kader dat de vraag in hoeverre het maatschappelijk belang dat aan de orde is ook een publiek belang is niet wordt bepaald door de zwaarwegendheid van het belang, maar door de mate waarin het belang alleen bevredigend tot zijn recht komt wan- neer de overheid de eindverantwoordelijkheid draagt. Als de overheid de eindverantwoordelijkheid op zich neemt, doet zich vervolgens de vraag voor hoe zij dat belang wil (laten) behartigen. Zie Eindadvies Ambte- lijke Commissie Toezicht, Vertrouwen in onafhankelijkheid (Den Haag 2000). 19 Algemene Rekenkamer, Vermogensvorming bij instellingen op afstand van het rijk (TK, 1999-2000, 27066); Algemene Rekenkamer, Ver- antwoord verslagleggen door rechtspersonen met een wettelijke taak (TK, 1999-2000, 26982); Ministerie van Financiën, Nota deelnemingenbeleid rijksoverheid (Den Haag 2001). 20 Zie ook W.L.M. Schotman, W. van der Sluis, H.H. Driessen en S.B.P. Bos, Verzelfstandiging op lokaal niveau. De 100 meest gestelde vragen (Alphen aan den Rijn 2000). 21 Cap Gemini Ernst & Young, Verzelfstandiging gemeentelijke vervoerbe- drijven. Ervaringen van stakeholders (Utrecht 2002). 22 Zie bijvoorbeeld R.W. Künneke, Op armlengte van de overheid. Een theoretisch en empirisch onderzoek naar de effecten van verzelfstandiging op de efficiëntie van openbare nutsbedrijven (Enschede 1991) en J. Sylvester, De praktijk van privatisering. Een verkenning (Den Haag 1999. 23 W.L. Megginson and J.M. Netter ‘From state to market: a survey on empirical studies on privatization’ in Journal of Economic Literature 39 (2001) 321-389. 24 J. Groenendijk, Overheidsinvloed in het openbaar vervoer. Een verge- lijkend onderzoek naar deregulering, privatisering en verzelfstandiging in Europa (Den Haag 1998). 24 25 Zie in dit kader bijvoorbeeld D.M. van de Velde en J.D.M. Weste- neng, Achtergrondstudie aanbesteding en marktstructuren in het openbaar vervoer in het Buitenland (Rotterdam 1994); Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Werkt marktwerking? Ervaringen uit het openbaar vervoer in 10 Europese steden (Den Haag 1999) en E. Boneschanker en O. Schmidt-Reps, ‘Efficient Business in het Openbaar Vervoer’ in: Econo- misch Statistische Berichten 85:4254 (2000) 372-375. 26 E. ten Heuvelhof en R. van der Helm, ‘Personenvervoer over het spoor’ in: M. van Twist en W. Veeneman (eds.), Marktwerking op weg. Over concurrentiebevordering in infrastructuurgebonden sectoren (Utrecht 1999) 43-68. 27 ‘Blood on the tracks’, The Economist October 13th (2001) 39-40. 28 ‘De minister op het spoor’, NRC Handelsblad 6 april 2002. 29 Kroon tijdens een debat van de Amsterdamse Seniorenraad over de verzelfstandiging (16 april)

BIJLAGE De Wetenschappelijke Raad voor Amsterdam Voorheen was het vanzelfsprekend dat spraakmakende Amsterdammers hun stem lieten horen over plannen en ontwikkelingen in de stad. Met de oprichting van een Wetenschappelijke Raad voor Amsterdam, de WRA, wil het met de Universiteit van Amsterdam gelieerde SISWO/ Instituut voor Maatschappijwetenschappen deze betrokkenheid opnieuw vorm geven. Doelstelling De WRA heeft tot doel het debat over de stad te stimuleren en gevraagd en ongevraagd adviezen uit te brengen aan bestuurders en andere Amsterdammers over maatschappelijke vraagstukken. De vraagstukken zijn van strategische aard en overstijgen de “dagelijkse” politieke vraagstukken. De Raad ziet het ook als haar taak om door het uitbrengen van prikkelende beschouwingen te attenderen op nieuwe thema’s en ontwikkelingen. Werkwijze De WRA maakt elk half jaar een concept werkprogramma op. Dit programma wordt samengesteld aan de hand van voorstellen van leden van de Raad. Het programma bestaat uit korte probleembeschrijvingen, eindigend in een concrete probleemstelling. 25 Na vaststelling van het programma door de Raad, worden op voordracht van de leden individuele onderzoekers en wetenschappers uitgenodigd een kort rapport/essay te schrijven over de programma-onderdelen. Ook Raadsleden kunnen deze rol op zich nemen. De Raad bespreekt in het bijzijn van de onderzoekers de resultaten. Desgewenst nodigt zij daarbij co-referenten of betrokkenen uit ten behoeve van een verdere meningsvorming. Op basis van de rapportage, formuleert de Raad conclusies en aanbevelingen die zij doet toekomen aan de daarvoor in aanmerking komende partijen. De Raad beslist apart over publicatie van de rapportages. De Raad vergadert vijf maal per jaar onder leiding van een uit haar midden verkozen voorzitter. De coördinatie berust bij SISWO. Samenstelling De Raad bestaat uit wetenschappers werkzaam in Amsterdam die zich betrokken voelen bij de stad en haar ontwikkeling. De leden hebben op persoonlijke titel zitting in de Raad. voorzitter P. Renooy, lid directie Regioplan Beleidsonderzoek coördinatie K. Roukens, coördinator wetenschap SISWO

BIJLAGE<br />

De Wetenschappelijke Raad voor Amsterdam<br />

Voorheen was het vanzelfsprekend dat spraakmakende<br />

Amsterdammers hun stem lieten horen over plannen en<br />

ontwikkelingen in de stad. Met de oprichting van een<br />

Wetenschappelijke Raad voor Amsterdam, de WRA, wil<br />

het met de Universiteit van Amsterdam gelieerde SISWO/<br />

Instituut voor <strong>Maatschappijwetenschappen</strong> deze betrokkenheid<br />

opnieuw vorm geven.<br />

Doelstelling<br />

De WRA heeft tot doel het debat over de stad te stimuleren<br />

en gevraagd en ongevraagd adviezen uit te brengen<br />

aan bestuurders en andere Amsterdammers over maatschappelijke<br />

vraagstukken. De vraagstukken zijn van strategische<br />

aard en overstijgen de “dagelijkse” politieke vraagstukken.<br />

De Raad ziet het ook <strong>als</strong> haar taak om door het uitbrengen<br />

van prikkelende beschouwingen te attenderen op<br />

nieuwe thema’s en ontwikkelingen.<br />

Werkwijze<br />

De WRA maakt elk half jaar een concept werkprogramma<br />

op. Dit programma wordt samengesteld aan de hand<br />

van voorstellen van leden van de Raad. Het programma<br />

bestaat uit korte probleembeschrijvingen, eindigend in<br />

een concrete probleemstelling.<br />

25<br />

Na vaststelling van het programma door de Raad, worden<br />

op voordracht van de leden individuele onderzoekers en<br />

wetenschappers uitgenodigd een kort rapport/essay te<br />

schrijven over de programma-onderdelen. Ook Raadsleden<br />

kunnen deze rol op zich nemen.<br />

De Raad bespreekt in het bijzijn van de onderzoekers de<br />

resultaten. Desgewenst nodigt zij daarbij co-referenten of<br />

betrokkenen uit ten behoeve van een verdere meningsvorming.<br />

Op basis van de rapportage, formuleert de Raad conclusies<br />

en aanbevelingen die zij doet toekomen aan de daarvoor<br />

in aanmerking komende partijen.<br />

De Raad beslist apart over publicatie van de rapportages.<br />

De Raad vergadert vijf maal per jaar onder leiding van<br />

een uit haar midden verkozen voorzitter. De coördinatie<br />

berust bij SISWO.<br />

Samenstelling<br />

De Raad bestaat uit wetenschappers werkzaam in Amsterdam<br />

die zich betrokken voelen bij de stad en haar ontwikkeling.<br />

De leden hebben op persoonlijke titel zitting<br />

in de Raad.<br />

voorzitter<br />

P. Renooy, lid directie Regioplan Beleidsonderzoek<br />

coördinatie<br />

K. Roukens, coördinator wetenschap SISWO

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!