Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ... Download als pdf-bestand - Maatschappijwetenschappen ...

30.08.2013 Views

verdienste van het comité ‘Ons GVB geen NV’ dat nu een inhoudelijk debat wordt gevoerd over het geloof in de plannen met het GVB en dat alle Amsterdammers zich daarover kunnen uitspreken. Die Amsterdammers zijn bang voor een tweede NS, en de ervaringen met de NS stemmen inderdaad tot uiterste voorzichtigheid. Maar het is in het voorafgaande duidelijk geworden dat de gemeente Amsterdam van die ervaringen heeft geleerd. Er worden aan het verzelfstandigde GVB degelijke eisen op het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering gesteld. Ook dringt zich de vraag op of de voorziene voordelen - kwaliteitsverbetering, kostenvermindering en bestuurlijke transparantie - niet op een andere manier te realiseren zijn, bijvoorbeeld door interne verzelfstandiging. De contracten zijn immers beklonken, de beoogde bezuiniging is vastgesteld en het opdrachtgeverschap is vorm gegeven, dus waarom nu niet gewoon overgaan tot de orde van de dag? Dat is een illusie. Het juridisch afdwingen van de contracten staat of valt met het feit of het GVB een NV is. En het is nog maar de vraag of het GVB als gemeentelijke dienst de noodzakelijke verbeteringen kan realiseren. Het opdrachtgeverschap blijft ongeloofwaardig, zolang dit een zaak is tussen de dienst IVV en de dienst GVB, tussen de wethouder Verkeer en Vervoer en de wethouder Bedrijven. De Raad is van oordeel dat de gemeente en GVB de afgelopen jaren veel energie hebben gestoken in het vinden van oplossingen voor de grote problemen waar het vervoerbedrijf mee kampt. Het besluit tot verzelfstandiging dat daar uiteindelijk uit voort kwam, acht de Raad een begrijpelijke en logische keuze in het licht van het Amster- 22 damse beleid, de Wet Personenvervoer en de ontwikkelingen op de openbaar vervoermarkt. Voorts acht de Raad het welhaast ondenkbaar dat het GVB, na al hetgeen de afgelopen jaren is bereikt en in de komende periode nog te wachten staat, als gemeentedienst verder moet. Zonder externe verzelfstandiging, waarbij de gemeente het volledige eigendom over het GVB behoudt en het bedrijf de ruimte krijgt om zijn eigen bedrijfsvoering in te richten, is het gevaar immers groot dat de dienst de komende jaren weer in oude patronen terugvalt. En daar is niemand bij gebaat. Gegeven deze overwegingen adviseert de Raad om op 15 mei vóór het voorstel tot externe verzelfstandiging van het GVB te stemmen.

Noten 1 L. Reyn en J.P. van der Meij, Bedrijven tussen markt en overheid. Hand- reikingen aan bestuurders en managers bij verzelfstandigen, privatiseren en samenwerken (Alphen aan den Rijn 2000) 64. 2 Zie www.onsgvbgeennv.info 3 Vooralsnog waren er bij elk referendum in Nederland meer tegen- dan voorstemmers. Tegelijkertijd is kenmerkend dat de opkomst zelden hoog genoeg was om het referendum bindend te laten zijn. 4 Opgemerkt wordt dat de gemeente wel de sportiviteit betracht om op haar eigen website een link met die van het referendumcomité te hebben en het comité tevens van een subsidie te voorzien. 5 Volkskrant Magazine, 13 oktober 2001. Merk op dat de verwijzing naar geslachtsdelen in combinatie met ‘ons’ in toenemende mate een Amsterdamse geuzenuitdrukking lijkt te worden, zoals kortgeleden nog eens door de burgervader hoogstpersoonlijk is bevestigd. 6 Max de Jong, Naar een gezond GVB, eindrapport bestuurlijk gedele- geerde (1996). 7 Commissie van Onderzoek Gemeentevervoerbedrijf, Erop of eronder. Rapport van de Commissie van Onderzoek Gemeentevervoerbedrijf (Amster- dam 1997) 48. 8 Geheel eenduidig is de Commissie niet, waar zij spreekt van “de gemeente als aandeelhouder van het GVB...” in: Ibidem, 53. 9 De Volkskrant 24 november 2001. 10 “Reden voor de ruimere implementatietermijn voor het vervoer dat wordt verricht door gemeentelijke vervoerbedrijven is het feit dat veel gemeentelijke vervoerbedrijven nog niet zijn verzelfstandigd. Verzelf- standiging van het vervoerbedrijf versterkt de concurrentiekracht van het bedrijf en voor de realisatie hiervan hebben gemeenten tijd nodig. Het is van belang dat gemeente en gemeentelijk vervoerbedrijf een (beperkte) periode krijgen om de bestuurlijke, juridische, organisatori- sche en financiële maatregelen te nemen en te implementeren om het vervoerbedrijf te verzelfstandigen. Dit is de reden waarom deze imple- 23 mentatietermijn ruimer is dan de termijnen die gelden voor gebieden waar op het moment van inwerkingtreding van het onderhavige wets- voorstel geen gemeentelijke vervoerbedrijven vervoer verrichten. Om gemeenten die het ontvlechtingsproces reeds gestalte hebben gegeven niet te benadelen ten opzichte van de gemeenten die dit proces nog niet hebben gestart, is als ijkpunt 1 januari 1996 genomen.” in: Wet Perso- nenvervoer 2000, Memorie van Toelichting (TK 1998-1999 26456 nr. 3) 20. 11 Zie het amendement van de Nederlandse europarlementariër Meijer, www.sp.nl/db/nieuw/euronieuwspage.html/1033 12 De minister van Verkeer en Waterstaat staat op het standpunt dat, gelet op de uitgangspunten van de WPV, het niet voor de hand ligt dat de Nederlandse wetgever onderhandse gunning van concessies als blijvende mogelijkheid zal toestaan. Zie in dit verband de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat aan het Amsterdamse College van B&W d.d. 22 maart 2002. 13 N.P. Mol en H.A.A. Verbon, Neo-institutionele economie en openbaar bestuur. Perspectieven op de verzelfstandiging van overheidsdiensten (Den Haag 1997) 7. Zie ook Inno-V, Feiten en f(r)icties verzelfstandiging GVB Amsterdam. Leren van NS en UPC (Utrecht 2001) 11. 14 Als mogelijke variant op c.q. surrogaat voor marktwerking kan ook gebruik worden gemaakt van maatstafconcurrentie. Dit is een vorm van overheidsregulering waarbij partijen worden geprikkeld doelmatig te pro- duceren door hun prestaties te vergelijken met andere partijen die in een vergelijkbare positie verkeren en aan deze vergelijking vervolgens financiële gevolgen te verbinden. Zie ook Centraal Planbureau, Yardstick competition. Theory, design and practice (Den Haag 2001). Juist de vereiste mate van ver- gelijkbaarheid blijkt in de praktijk echter moeilijk te bewerkstelligen. 15 Commissie Sint, Verantwoord verzelfstandigen (Den Haag 1994). Meer recent heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid op dit terrein geadviseerd, zie WRR, Over publieke en private verantwoordelijk- heden (Den Haag 1999) en WRR, Het borgen van het publieke belang (Den Haag 2000).

verdienste van het comité ‘Ons GVB geen NV’ dat nu<br />

een inhoudelijk debat wordt gevoerd over het geloof in<br />

de plannen met het GVB en dat alle Amsterdammers<br />

zich daarover kunnen uitspreken. Die Amsterdammers<br />

zijn bang voor een tweede NS, en de ervaringen met de<br />

NS stemmen inderdaad tot uiterste voorzichtigheid. Maar<br />

het is in het voorafgaande duidelijk geworden dat de<br />

gemeente Amsterdam van die ervaringen heeft geleerd. Er<br />

worden aan het verzelfstandigde GVB degelijke eisen op<br />

het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering gesteld.<br />

Ook dringt zich de vraag op of de voorziene voordelen -<br />

kwaliteitsverbetering, kostenvermindering en bestuurlijke<br />

transparantie - niet op een andere manier te realiseren<br />

zijn, bijvoorbeeld door interne verzelfstandiging. De contracten<br />

zijn immers beklonken, de beoogde bezuiniging<br />

is vastgesteld en het opdrachtgeverschap is vorm gegeven,<br />

dus waarom nu niet gewoon overgaan tot de orde van de<br />

dag? Dat is een illusie. Het juridisch afdwingen van de<br />

contracten staat of valt met het feit of het GVB een NV<br />

is. En het is nog maar de vraag of het GVB <strong>als</strong> gemeentelijke<br />

dienst de noodzakelijke verbeteringen kan realiseren.<br />

Het opdrachtgeverschap blijft ongeloofwaardig, zolang<br />

dit een zaak is tussen de dienst IVV en de dienst GVB,<br />

tussen de wethouder Verkeer en Vervoer en de wethouder<br />

Bedrijven.<br />

De Raad is van oordeel dat de gemeente en GVB de afgelopen<br />

jaren veel energie hebben gestoken in het vinden<br />

van oplossingen voor de grote problemen waar het vervoerbedrijf<br />

mee kampt. Het besluit tot verzelfstandiging<br />

dat daar uiteindelijk uit voort kwam, acht de Raad een<br />

begrijpelijke en logische keuze in het licht van het Amster-<br />

22<br />

damse beleid, de Wet Personenvervoer en de ontwikkelingen<br />

op de openbaar vervoermarkt.<br />

Voorts acht de Raad het welhaast ondenkbaar dat het<br />

GVB, na al hetgeen de afgelopen jaren is bereikt en in<br />

de komende periode nog te wachten staat, <strong>als</strong> gemeentedienst<br />

verder moet. Zonder externe verzelfstandiging,<br />

waarbij de gemeente het volledige eigendom over het<br />

GVB behoudt en het bedrijf de ruimte krijgt om zijn<br />

eigen bedrijfsvoering in te richten, is het gevaar immers<br />

groot dat de dienst de komende jaren weer in oude patronen<br />

terugvalt. En daar is niemand bij gebaat.<br />

Gegeven deze overwegingen adviseert de Raad om op 15<br />

mei vóór het voorstel tot externe verzelfstandiging van het<br />

GVB te stemmen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!