brochure Open Monumentendag 2012.pdf - Stad Sint-Niklaas

brochure Open Monumentendag 2012.pdf - Stad Sint-Niklaas brochure Open Monumentendag 2012.pdf - Stad Sint-Niklaas

sint.niklaas.be
from sint.niklaas.be More from this publisher

S I N T - N I K L A A S<br />

1


Uit respect voor de opengestelde monumenten en hun eigenaars of beheerders<br />

vragen we je om er niet te roken, te eten of te drinken en de aanwijzingen ter plaatse<br />

te volgen.<br />

Tenzij anders vermeld zijn de opengestelde monumenten of sites vrij toegankelijk van<br />

10u tot 18u.<br />

2


Muziek, woord en beeld ................................................................................................. 4<br />

<strong>Open</strong> monumentendag 2013, een vooruitblik ............................................................... 5<br />

Academie- en schouwburgsite .................................................................................... 6<br />

Casino ........................................................................................................................ 12<br />

Huis Janssens ......................................................................................................... 18<br />

Voormalige kunstenaarswoning ............................................................................... 23<br />

Onze-Lieve-Vrouwekerk ............................................................................................ 25<br />

Kerkhof Tereken ............................................................................................................ 27<br />

De Elisabethwijk, een sociale, literaire en architecturale wandeling ........................... 28<br />

3


MUZIEK, WOORD EN BEELD<br />

De 24 e editie van de <strong>Open</strong> <strong>Monumentendag</strong> staat helemaal in het teken van cultuur.<br />

Iedereen participeert aan cultuur. Sommigen vaak, anderen minder. Film, concerten,<br />

boeken, opera, fanfares, theater, dans, schilderijen of sculpturen,.. het aanbod en de<br />

verscheidenheid zijn enorm. Iedereen vindt wel iets naar zijn gading, als<br />

toeschouwer, uitvoerder of bedenker.<br />

Cultuur is van alle tijden en is één van de belangrijkste kenmerken van ons mens zijn.<br />

Sinds mensenheugenis zoekt de mens naar mogelijkheden om zijn wereld te vatten in<br />

muziek, beeld of woord. Sinds de 19 e eeuw, met zijn grote maatschappelijke<br />

veranderingen, explodeert in onze contreien het cultuuraanbod in al zijn vormen voor<br />

alle lagen van de bevolking.<br />

De vele vormen van cultuur lieten ook hun sporen na in onze gebouwde omgeving.<br />

Monumentale gebouwen zoals theaters en concertzalen tekenen tot op de dag van<br />

vandaag ons stedelijke landschap. Academies, bibliotheken en musea verrezen in heel<br />

wat dorpen en steden. En ook in de publieke ruimte was cultuur steeds zichtbaarder<br />

aanwezig, met o.a. de oprichting van kiosken en standbeelden.<br />

Ook in <strong>Sint</strong>-<strong>Niklaas</strong> kwam de cultuurbeleving vanaf de 19 e eeuw tot volle bloei. De<br />

geschiedenis van de academies gaat reeds terug tot 1813. Ook de schouwburg en de<br />

Casino hebben hun wortels in de omwentelingen van de 19 e eeuw. De kerken hadden<br />

reeds lange tijd een rol in de kunstverspreiding, kunst met een boodschap weliswaar.<br />

En dat er belangrijke schrijvers hun wortels hebben in <strong>Sint</strong>-<strong>Niklaas</strong> is al langer<br />

duidelijk.<br />

Tijdens de <strong>Open</strong> <strong>Monumentendag</strong> kan je op ontdekkingstocht gaan langs enkele<br />

pareltjes uit dit cultuurlandschap. We wensen jullie een schitterende en inspirerende<br />

dag.<br />

Lokaal Comité <strong>Open</strong> <strong>Monumentendag</strong> <strong>Sint</strong>-<strong>Niklaas</strong><br />

4


OPEN MONUMENTENDAG 2013, EEN VOORUITBLIK<br />

In 2013 is <strong>Open</strong> <strong>Monumentendag</strong> alweer aan zijn 25 e editie toe. Het wordt een<br />

bijzondere editie, zonder jaarthema, met een terugblik op de voorbije edities van<br />

<strong>Open</strong> <strong>Monumentendag</strong>. Een soort Best Of in de ruime betekenis van het woord.<br />

In <strong>Sint</strong>-<strong>Niklaas</strong> laten we het woord aan jullie, onze bezoekers. Als lokaal comité willen<br />

we graag een programma samenstellen met monumenten of sites die jullie willen<br />

zien. Wil je je mening kwijt over onderstaande vragen, laat het ons dan weten. Zo<br />

werken we samen aan een boeiend programma.<br />

Wil je graag meewerken aan <strong>Open</strong> <strong>Monumentendag</strong>? Frisse ideeën en een helpende<br />

hand zijn steeds welkom.<br />

1. Welk monument/site/landschap vind jij bepalend voor <strong>Sint</strong>-<strong>Niklaas</strong>/Belsele/<br />

Nieuwkerken/Sinaai?<br />

2. Welk gebouw dat opengesteld werd tijdens één van de vorige edities zou je graag<br />

nog eens bezoeken?<br />

3. Welk gebouw of welke site kwam in het verleden nog niet aan bod maar is<br />

absoluut een bezoekje waard?<br />

Antwoorden via e-mail (tamara.vanhout@sint-niklaas.be) of per brief<br />

(stadhuis/dienst cultuur, Grote Markt 1, 9100 <strong>Sint</strong>-<strong>Niklaas</strong>).<br />

5


ACADEMIE- EN SCHOUWBURGSITE R.VAN BRITSOMSTRAAT 21<br />

EEN CENTRALE SITE VOOR KUNSTONDERWIJS EN PODIUMKUNSTEN<br />

rondleidingen om 10u, 11u, 14u, 15u en 16u<br />

6<br />

Patty De Meester (m.m.v. Marc Steels)<br />

De geschiedenis van het kunstenonderwijs in <strong>Sint</strong>-<strong>Niklaas</strong> gaat terug tot 1813. De<br />

eerste steen van de huidige academie- en schouwburgsite werd gelegd in 1868.<br />

Ondertussen herbergt ze de kunstacademie, muziekacademie en schouwburg.<br />

Het hele binnengebied tussen de spoorweg in het noorden, de Hofstraat in het<br />

westen, de Grote Markt in het zuiden en de Anker- en Truweelstraat in het oosten<br />

wordt in de tweede helft van de negentiende eeuw planmatig aangelegd en<br />

verkaveld. De eerste straten in dit nieuwe kwartier zijn de Stationsstraat,<br />

Casinostraat en de Brouwerstraat (huidige Richard Van Britsomstraat). In 1861 wordt<br />

de Boonhemstraat aangelegd en in 1889 doorgetrokken tot de Hofstraat.<br />

Het stadsbestuur kiest dit in ontwikkeling zijnde stadsdeel uit voor de inplanting van<br />

een nieuwe academie. De académie de dessin, d’architecture, de peinture et de<br />

sculpture, opgericht in 1813 onder impuls van Pieter-Benedict De Maere en Pieter De<br />

Bruyne en in 1818 heropend, is tot dan gehuisvest in diverse lokalen aan de<br />

achterzijde van het Landhuis op de Grote Markt. Deze oude academiegebouwen<br />

worden in 1871 openbaar verkocht in drie loten.<br />

De gemeenteraad beslist op 18 juni 1868 om de nieuwe academie te bouwen op de<br />

hoek van de Brouwerstraat en een nieuw te openen straat in het verlengde van de<br />

Collegedreef (in sommige dossiers de Academiestraat genoemd). Deze gronden zijn<br />

grotendeels eigendom van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen en grenzen aan de<br />

terreinen van het vroegere Recollettenklooster, die terug in handen van het Klein<br />

Seminarie zijn gekomen. Om een lange onteigeningsprocedure te vermijden<br />

onderhandelt het stadsbestuur met beide eigenaars over een ruil van gronden.


EIGEN STADSFEESTZAAL<br />

Edmond Serrure, stadsbouwmeester sedert 1860 en leraar bouwkunde aan de<br />

academie, krijgt de opdracht de plannen voor de nieuwbouw te ontwerpen. Hij<br />

tekent een gebouw van twee bouwlagen met een voorgevel van drie traveeën en<br />

centrale toegang aan de Brouwerstraat en een zijgevel van 11 traveeën breed. In de<br />

voorgevel worden de jaartallen 1818 en 1869 als mijlpalen aangebracht, samen met<br />

verwijzingen naar de schilderkunst (Rubens, Van Dyck). Dat Serrure de klassieke<br />

bouwkunst en het neoclassicisme prefereert, blijkt uit de symmetrische opgebouwde<br />

gevelontwerpen en de verwijzingen naar inspirerende klassieke bouwmeesters<br />

(Vitruvius, Vignola, Palladio). In 1874 geeft Serrure zelf het handboek ‘Klassieke<br />

leergang van de bouwkunst’ uit.<br />

De gelijkvloerse verdieping van het nieuwe academiegebouw omvat een ruime<br />

inkomhal en leslokalen, een traphal naar de eerste verdieping en een gang naar de<br />

binnenkoer. De grote zaal op de eerste verdieping heeft een dubbele functie, als<br />

lokaal voor de lessen bouwkunde en als feest- en tentoonstellingszaal. Rechts van dit<br />

gebouw ligt een binnenkoer met vooraan een portierswoning en achteraan een<br />

traphal en bijgebouw. In april 1871 wordt de nieuwe academie in gebruik genomen.<br />

Het stadsbestuur beslist op 15 september van dat jaar echter om ‘de grote zaal van<br />

het eerste verdiep der nieuwe Academie te behouden voor ene receptiezaal voor<br />

gelegendheden van grote plechtigheden, in plaats van ze te laten dienen voor de<br />

klassen bouwkunst […]’ Op die manier verzekert het stadsbestuur zich van een eigen<br />

7


stadsfeestzaal, na jarenlange discussies met het bestuur van de in 1852 opgerichte<br />

Casino over het ter beschikking stellen van hun zaal voor stedelijke initiatieven<br />

(liberalen versus katholieken).<br />

In 1873 maakt het stadsbestuur kredieten vrij voor de bouw van klassen bouwkunst<br />

en een ‘modelzaal’ voor de berging van plaasteren modellen. Voor deze eerste<br />

uitbreiding worden aan de achterzijde van de academie gronden van de Burgerlijke<br />

Godshuizen aangekocht. De academielokalen moeten ook dienst doen als tijdelijk<br />

onderkomen voor de stedelijke administratie, nadat het stadhuis op 26 februari 1874<br />

is afgebrand.<br />

UITBREIDING MET NIJVERHEIDSSCHOOL<br />

In 1887 wordt binnen de academie een theoretische leergang weefkunde ingericht.<br />

Om plaats te bieden aan deze nieuwe afdeling koopt de stad in mei 1888 het<br />

braakliggende terrein tussen de portierswoning (rechts van het academiegebouw) en<br />

het huis op de hoek van de Brouwerstraat en Boonhemstraat. Deze grond is<br />

eigendom van Aloïs Van Raemdonck, leraar aan het Klein Seminarie. <strong>Stad</strong>sarchitect<br />

Edmond Serrure voorziet op het gelijkvloers lokalen voor weefkunde en op de<br />

verdieping een klas voor decoratieschilderen, allemaal toegankelijk vanuit het<br />

hoofdgebouw. In 1898 – na het ontslag van Edmond Serrure in 1895 – werkt August<br />

Waterschoot, aangesteld als toezichter van stadswerken, de uitbreiding langs de<br />

Brouwerstraat verder uit. Hij voorziet een nieuwe toegangspoort met traphal, een<br />

tweede verdieping en een doorgang naar het meisjesweeshuis.<br />

8


Het nieuwe reglement van de Academie voor Schone Kunsten en Nijverheidsschool<br />

wordt in 1892 goedgekeurd. Voor verdere uitbreiding verwerft de stad in 1907 via<br />

openbare verkoop de woning op de hoek van de Brouwerstraat en Boonhemstraat.<br />

August Waterschoot, in 1903 tot stadsbouwmeester benoemd, krijgt de opdracht een<br />

bouwdossier op te maken. Op de plaats van twee vroegere woonhuizen komt een<br />

nieuwbouw van twee verdiepingen. Op het gelijkvloers zijn drie klassen, een traphal<br />

en toegangspoort via de Boonhemstraat; de eerste verdieping is bestemd voor een<br />

extra klas bouwkunde en een klas mechanica; op de tweede verdieping worden<br />

lessen hout- en marmerschilderen en schrijn- en meubeltekenen gegeven. De<br />

straatkant krijgt op de tweede verdieping een blinde gevel.<br />

VAN FEESTZAAL NAAR SCHOUWBURG<br />

Herhaaldelijk staan aanpassingen aan de feestzaal op de agenda van de<br />

gemeenteraad. Sedert de ingebruikname in 1878 van het nieuwe neogotische<br />

stadhuis met ruime feestzaal, wordt de academiezaal vooral gebruikt als (theater)zaal<br />

voor de verenigingen. Een vlottere toegankelijkheid en betere evacuatie dringen zich<br />

op. In 1898 voert stadsarchitect August Waterschoot enkele aanpassingen uit, zoals<br />

het vernieuwen van het halfronde gebogen plafond, het aanbrengen van een metalen<br />

balkon aan de zijgevel en het vervangen van vier ramen door buitendeuren naar het<br />

balkon. In de zaal komt een galerij met vast zitmeubilair. De gelijkvloerse ramen in de<br />

voorgevel worden vervangen door deuren in dezelfde stijl als de centrale<br />

toegangsdeur. In de inkomruimte worden twee nieuwe trappen aangebracht en<br />

achteraan de koer wordt een traphal bijgebouwd. In 1905 wordt de zaal uitgerust<br />

met 306 tweedehandse ‘klikstoelen’, afkomstig van toneelzaal ‘Gambrinus’.<br />

In 1912 richt het stadsbestuur een commissie op om de noden op het vlak van<br />

inrichting (theateruitrusting, comfort, verwarming, verlichting) en brandveiligheid van<br />

de theaterzaal op te volgen. Academiedirecteur Jozef Horenbant en stadsarchitect<br />

Waterschoot werken concrete verbeterings- en vergrootingswerken aan de<br />

stadsfeestzaal uit. Deze plannen gedateerd op 24 december 1912, zijn wegens het<br />

uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet uitgevoerd maar vormen wel de basis voor<br />

de ingrijpende aanpassingen die Waterschoot in 1933 realiseert. De theaterzaal<br />

wordt omgebouwd tot een moderne stadsschouwburg. Voor de vormgeving van de<br />

zaal en de nieuwe traphal kiest Waterschoot voor de op dat moment zeer populaire<br />

art deco-stijl. Door het gebruik van gewapend beton in de zaal wordt de<br />

brandveiligheid aanzienlijk verbeterd. De ramen in de zijgevel worden dichtgemetseld<br />

en de gevel krijgt een nieuwe cementbezetting.<br />

9


NAOORLOGSE UITBREIDING EN RENOVATIE<br />

In 1958 neemt de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten haar intrek in nieuwe<br />

ruime lokalen aan de Boonhemstraat. De leergangen van de Nijverheidsschool, sedert<br />

1932 een zelfstandige instelling met een eigen bestuur, worden samengebracht in de<br />

bestaande gebouwen langs de Richard Van Britsomstraat (vroegere Brouwerstraat).<br />

In 1966 wordt deze opleiding omgevormd tot Stedelijke Technische Leergangen. Na<br />

het opheffen van deze leergangen in 1980 kan de academie ook die lokalen in gebruik<br />

10<br />

nemen. Het in verval<br />

geraakte gebouw van de<br />

vroegere<br />

nijverheidsschool wordt<br />

in verschillende fasen<br />

grondig gerenoveerd en<br />

aangepast. Een<br />

nieuwbouw met schuine<br />

beglazing maakt de<br />

verbinding tussen het<br />

hoekgebouw aan de Van<br />

Britsomstraat en de<br />

hoofdingang van de<br />

academie in de<br />

Boonhemstraat.<br />

Op 4 oktober 1996 wordt<br />

de vernieuwde<br />

stadsschouwburg in<br />

gebruik genomen. Bij<br />

deze zeer ingrijpende<br />

verbouwing blijven de<br />

neoclassicistische voor-<br />

en zijgevel, de inkomhal in art deco-stijl, de trappenhal, het balkon en de gaanderij op<br />

de verdieping behouden. De dakstructuur en het vloeroppervlak zijn volledig<br />

uitgebroken en heropgebouwd. De scène met achterliggende dienstgebouwen is<br />

afgebroken en op die plaats verrijst een moderne theatertoren met gloednieuwe<br />

accommodatie.<br />

De zaal met een capaciteit van 560 bezoekers is ingericht volgens de eigentijdse<br />

theaternormen. Waar de vroegere conciërgewoning heeft gestaan, zijn nu het loket


voor ticketverkoop en de administratieve diensten gevestigd. De oude cafetaria is<br />

omgevormd tot een sfeervolle foyer, met directe verbinding naar de trappenhal van<br />

de academie.<br />

THUISHAVEN VOOR MUZIEKONDERWIJS<br />

Het muziekonderwijs verschijnt pas in de jaren 1960 op deze site. Na de oprichting<br />

van de stadsmuziekschool in 1882 in lokalen in het stadhuis, moet deze instelling het<br />

decennialang stellen met onaangepaste huisvesting en verschillende verhuizingen.<br />

In 1960 verhuist de muziekschool van de vroegere kantoren van de dienst<br />

Arbeidsbemiddeling in de Plezantstraat naar het oude gebouw van de<br />

Rijksmiddelbare meisjesschool in de Hofstraat.<br />

In 1965 kan de muziekschool ook het aanpalende gebouw van het vroegere weeshuis<br />

van de Zusters Jozefienen in gebruik nemen. Deze gronden behoren oorspronkelijk<br />

toe aan de Commissie van Burgerlijke Godshuizen, die in 1806 het vroegere Spinhuis<br />

heeft aangekocht voor de opvang van wezen en ouderlingen. De zorg is sedertdien<br />

toevertrouwd aan de Zusters van de Heilige Jozef, voorheen de Zusters van het<br />

Spinhuis. Sinds de vestiging van deze Spinnersen op een perceel in de Hofstraat, in de<br />

achttiende eeuw in pacht gekregen van de baron van Boonhem, hebben de zusters<br />

Jozefienen deze gronden tussen de Hofstraat en de Richard Van Britsomstraat mee<br />

uitgebouwd tot een zorg- en onderwijssite.<br />

Door de voortdurende expansie van de academies heeft ook het stadsbestuur<br />

vroegere gronden van de Burgerlijke Godshuizen verworven. Vanaf 1968 worden<br />

plannen uitgetekend voor dit binnengebied tussen de Hofstraat, Boonhemstraat en<br />

Richard Van Britsomstraat. Verouderde gebouwen aan de achterzijde langs de<br />

Hofstraat worden gesloopt. De academie voor schone kunsten kan beschikken over<br />

de vroegere speelplaats van de meisjesschool. Langsheen de Hofstraat wordt in 1981<br />

een gloednieuwe infrastructuur in gebruik genomen, die de Stedelijke Academie voor<br />

Muziek, Woord en Dans eindelijk een volwaardig onderdak biedt.<br />

Je kan de site op eigen houtje bezoeken, maar het wordt nog interessanter als je je<br />

aansluit bij één van de gidsen. De rondleidingen starten om 10u, 11u, 14u, 15u en<br />

16u aan de ingang van de stadsschouwburg (R. Van Britsomstraat 21)<br />

11


CASINO STATIONSSTRAAT 104<br />

Doorlopend toegankelijk. Concert van de Casino Blue Band om 16u in de kiosk.<br />

De Casino behoort onmiskenbaar tot het waardevolle en opmerkelijke patrimonium<br />

van <strong>Sint</strong>-<strong>Niklaas</strong>. Zijn monumentale ritmische gevel in neoromaanse stijl domineert<br />

het straatbeeld van de Stationsstraat. Het gebouw neemt sinds de 19 e eeuw een<br />

belangrijke plaats in in het culturele leven van de stad.<br />

EEN NIEUWE CULTUURTEMPEL IN DE STAD<br />

In 1820 ontstaat de ‘académie de musique et de declamation’ uit de fusie van <strong>Sint</strong>-<br />

Niklase muziekmaatschappij <strong>Sint</strong>-Cecilia en de aloude rederijkerskamer De<br />

Goudbloem. De Academie wordt bestuurd door een groep notabelen met o.a. de<br />

toenmalige burgemeester Boëyé, de schepenen Pierre Van Remoortere-Dhaens en<br />

Antoine Gerard Van der Meyden. De nieuwe Academie legt de lat hoog en onder<br />

leiding van Jacob Bender groeit de harmonie uit tot één van de beste instrumentale<br />

ensembles van het land. Elk jaar organiseren ze concerten en muziekfeesten.<br />

12


De expansieve groei van de vereniging en de nood aan een meer aangepaste, vaste<br />

infrastructuur leiden tot de oprichting van een particuliere vennootschap die de<br />

muziek- én de tuincultuur hoog in het vaandel voert, het Casino. De vennootschap<br />

start met een kapitaal van 40.000 frank, verdeeld in 800 aandelen van 50 frank. Na<br />

een geanimeerde gemeenteraad stemt het stadsbestuur in met de aankoop van 100<br />

aandelen, aan een jaarlijkse interest van 3%.<br />

13<br />

Met dit startkapitaal verwerft<br />

de vennootschap gronden in de<br />

chique, pas aangelegde<br />

Stationsstraat. Architect Jean<br />

De Somme-Servais tekent de<br />

plannen voor het nieuwe<br />

gebouw met een zaal voor<br />

muziekfeesten en<br />

tentoonstellingen, met een<br />

aansluitend wandelpark. In de<br />

zomer van 1853 wordt de<br />

feestzaal van het Casino<br />

plechtig in gebruik genomen, waardoor de harmonie voor het eerst een eigen locatie<br />

heeft.<br />

Decennia lang vinden in de zaal (klassieke) concerten, feesten, banketten en bals<br />

plaats. De modieuze en degelijk ingerichte accommodatie van het gebouw en de<br />

betoverende charme van de romantische lusttuin vallen bijzonder in de smaak bij de<br />

tijdgenoten. Een hoogtepunt vormt ongetwijfeld de plechtige ontvangst van het<br />

vorstenpaar in de zomer van 1865.<br />

In 1919 wordt de Casino volledig verbouwd door de <strong>Sint</strong>-Niklase zakenman Desiré De<br />

Fonteyne om er een bioscoop in onder te brengen: de zaal wordt verdeeld in een<br />

benedenzaal, een balkon en verschillende loges aan de zijkanten. In totaal kunnen<br />

459 toeschouwers terecht in deze nieuwe Cinema Casino. In 1949 brandt het gebouw<br />

echter gedeeltelijk af. De nieuwe eigenaar, André Gaudaen, renoveert het gebouw<br />

zorgvuldig en Cinema Casino was net op tijd klaar voor de gouden cinemajaren van<br />

weleer.<br />

Uiteindelijk sluit Cinema Casino in 1969 de deuren. Sindsdien bevond zich op de<br />

benedenverdieping een eetgelegenheid en betrokken verscheidene handelszaken het


pand. In de fraaie concertzaal werd een tussenvloer aangebracht en werden er<br />

verschillende compartimenten gerealiseerd. De grootste ruimte fungeerde de laatste<br />

jaren als repetitieruimte. Het gebouw kwam echter in belangrijke mate leeg te staan<br />

en het gebouw ging zienderogen achteruit.<br />

EEN NIEUWE TOEKOMST<br />

De voormalige concertorganisatie De Spiegel (nu De Casino) zag doorheen het verval<br />

de mogelijkheden van dit monumentale gebouw.<br />

14<br />

De Spiegel vzw bouwde sinds haar<br />

oprichting in 1996 een intensieve<br />

concertwerking uit in de foyer van de<br />

stadsschouwburg, maar ook op<br />

andere locaties. De beperkingen van<br />

de foyer stonden een gezonde groei<br />

echter in de weg en de<br />

publiekscapaciteit was er ruim<br />

onvoldoende. Ook structureel<br />

uitwijken naar alternatieve locaties<br />

was onmogelijk wegens het nijpend gebrek aan aangepaste concertaccommodatie.<br />

Een grootschalig renovatieproject van de Casino in het hart van de stadskern bracht<br />

soelaas.<br />

De Casino werd met groot respect voor het verleden gerenoveerd, onder leiding van<br />

architect Luc Bultereys. De grote concertzaal op de eerste verdieping, met zijn<br />

langgerekte rondbogige vensters en groots tongewelf, werd gerestaureerd. Om aan<br />

de huidige normen van publieke veiligheid en comfort te voldoen werd het gebouw<br />

aan de parkzijde aanzienlijk uitgebreid.<br />

Een intensieve fondsenwerving en talrijke inhoudelijke partnerships met de meest<br />

uiteenlopende regionale en nationale instanties gingen aan de grondige verbouwing<br />

vooraf. Er werden campagnes opgezet (Breek de Stilte, …), evenementen<br />

georganiseerd (Cava for Casino), onderhandelingen gevoerd met de overheden<br />

(Vlaamse Gemeenschap, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen en <strong>Stad</strong>sbestuur <strong>Sint</strong>-<br />

<strong>Niklaas</strong>) en samenwerkingsverbanden gesmeed met scholen, sociale partners, … Tal<br />

van vrijwilligers staken de handen uit de mouwen om het gebouw grondig te<br />

strippen.


De verbouwingswerkzaamheden namen een aanvang in augustus 2009 (na openbare<br />

aanbesteding), liepen wegens onvoorziene bouwtechnische en financiële<br />

omstandigheden diverse vertragingen op en werden uiteindelijk opgeleverd in juni<br />

2011. Op de valreep voor een wervelend eerste cultuurseizoen…!<br />

DE KIOSK IN HET CASINOPARK<br />

In het park richtte architect de Somme – Servais ook een théâtre d’harmonies op.<br />

Volgens een gevelsteen werd ze gebouwd in 1868.<br />

De muziekkiosken vinden hun oorsprong in de Chinese tuincultuur waar paviljoentjes<br />

een essentiële rol speelden in het tuinconcept. Dankzij de zijdehandel werden de<br />

‘Chinese’ paviljoentjes ook –via de Bosporus- in het westen geïntroduceerd. Het<br />

woord ‘kiosk’ is trouwens afkomstig van het Turkse woord kioshk, wat ‘tuinpaviljoen’<br />

betekent. Vanaf de 17 e eeuw duiken de constructies op in de Engelse tuinstijl en van<br />

daaruit veroverden ze nadien ook het vasteland.<br />

Aanvankelijk hadden deze kiosken niets te maken met muziek. Het waren rust- of<br />

meditatieplekjes. Tot in de 18 e eeuw was het concert- en muziekleven nog volledig in<br />

handen van de adel, de clerus en de hoge burgerij. Pas op het einde van de 18 e eeuw,<br />

met zijn revolutionaire maatschappelijke omwentelingen, vond er ook een<br />

democratisering van de muziekopvoeringen plaats. Talrijke parken werden ingericht<br />

voor ‘volks vermaak’, en wanneer ook het aantal muziekverenigingen sterk toeneemt,<br />

breekt de muziekkiosk definitief door.<br />

15


Weinig kiosken hebben echter de tand des tijd doorstaan. Heel vaak moesten ze op<br />

de dorpspleinen verdwijnen voor koning auto. In <strong>Sint</strong>-<strong>Niklaas</strong> werden er twee<br />

bewaard: de kiosk in het stadspark (die tot 1966 op de Grote Markt stond) en de<br />

kiosk in het Casinopark. Beide worden op geregelde tijdstippen nog steeds gebruikt<br />

voor concerten.<br />

De Casino Blue Band brengt ook tijdens de <strong>Open</strong> <strong>Monumentendag</strong> leven in de kiosk.<br />

De Casino Blue Band is een constant wijzigende huisband met een niet alledaags en<br />

vooral optimistisch repertoire. Componist/muzikant Michiel De Malsche tekent voor<br />

de muzikale regie en stelt verrassende ensembles van regionaal verankerde<br />

muzikanten samen.<br />

De band concerteert in de kiosk om 16u. Ideaal moment om op het terras bij een<br />

drankje te verpozen en te genieten van onze ‘monumenten in werking’.<br />

16


HUIS JANSSENS ZAMANSTRAAT 49<br />

Doorlopend toegankelijk. In het huis en de aanpalende bibliotheek: activiteiten<br />

georganiseerd door KOKW.<br />

Deze voormalige woning werd gebouwd in 1878 in opdracht van Alfons Janssens,<br />

dichter, kunstliefhebber en de jongste zoon van een rijke textielfamilie. In 1909<br />

werd het gebouw omgevormd tot museum, een functie die het nog steeds heeft.<br />

Het herbergt de collectie van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van<br />

Waas.<br />

ALFONS JANSSENS (1841-1906)<br />

Alfons Janssens (1841-1906) is het op één na jongste kind in het gezin Janssens – De<br />

Decker. Zoals de rest van de familie is hij diepgelovig, Vlaamsgezind en<br />

sociaalvoelend. Hij heeft een meer artistiek temperament en is vaak sterk emotioneel<br />

betrokken bij diverse gebeurtenissen. Als jongste zoon heeft hij aanvankelijk wellicht<br />

18


ook wat minder verantwoordelijkheden in het familiebedrijf.<br />

Begin 1868 reist hij vol idealisme naar Rome om er zich als zoeaaf aan te sluiten bij<br />

het pauselijke leger. De Kerkelijke Staat wordt dan immers bedreigd door Garibaldi<br />

die de eenmaking van Italië nastreeft. Wanneer het pauselijke leger in 1870 na amper<br />

5 uur effectieve strijd op bevel van Pius IX capituleert, keert Alfons diep teleurgesteld<br />

terug naar huis. Tot aan zijn dood in 1906 beschouwt hij Italië als een bezetter van de<br />

Pauselijke Staten, en weigert hij consequent beslissingen te nemen die de legitimiteit<br />

19<br />

van Italië impliciet zouden<br />

erkennen.<br />

Na zijn terugkeer in België<br />

engageert Alfons zich in talrijke<br />

katholieke verenigingen en<br />

organisaties. Meer en meer raakt<br />

hij verbonden met een radicaal<br />

katholiek flamingantisme. Het<br />

behoud en de versterking van de<br />

Vlaamse volkstaal moesten de<br />

perverse en revolutionaire<br />

invloeden tegenhouden die<br />

zouden meekomen met de<br />

Franse taal (i.c. het socialisme).<br />

Het Vlaams werd beschouwd als<br />

een onmisbare factor om de<br />

maatschappij op het rechte spoor<br />

te houden, de beste garantie<br />

voor het behoud van het<br />

christelijk karakter van de<br />

Vlaamse volksmassa. Ook<br />

Janssens’ gedichten dienen in<br />

deze context bekeken te worden.<br />

Al heel jong voelt Alfons Janssens zich aangetrokken tot literatuur en muziek. Zijn<br />

vroegste gedicht dat hij de moeite waard vond om te publiceren, schreef hij op 17-<br />

jarige leeftijd. Zijn familiekring had een grote waardering voor kunst in het algemeen<br />

en zijn dichterschap werd er ongetwijfeld gestimuleerd en serieus genomen. In 1885<br />

ontmoet hij Guido Gezelle, die zich in een intense briefwisseling ontpopt tot zijn<br />

meester. Hij introduceert hem ook in de christelijk geïnspireerde literaire wereld, en


onder zijn impuls (en met zijn hulp) publiceert Alfons in 1887 zijn eerste bundel<br />

“Gedichten”. Alfons wordt, op aanbeveling van Gezelle, ook lid van de Koninklijke<br />

Academie voor Taal- en Letterkunde, in 1888 als briefwisselend lid, in 1898 als<br />

volwaardig lid. Vandaag is zijn poëzie gedateerd en moeilijk leesbaar, maar in die<br />

periode viel hij niet uit de toon – althans niet in bepaalde kringen. Zijn poëzie had een<br />

dienende functie en moest de maatschappij op het rechte spoor houden. Zijn<br />

stichtende gedichten werden dan wel in eigen kring geapprecieerd, maar tegen het<br />

eind van de 19 e eeuw werd zijn “rijmelarij” meer en meer bekritiseerd, ook in<br />

katholieke, vrij conservatieve tijdschriften zoals de Warande. Vermeldenswaardig is<br />

ook nog zijn publicatie “Verstrooide Perels” uit 1899. In dit boek verzamelde hij een<br />

500-tal gedichtjes afkomstig van zijn verzameling “suffragekens”, volkse<br />

devotieprentjes. Deze prentjes omvatten een godsdienstig tafereel met daaronder<br />

een gebed in gedichtvorm. Volgens Janssens vormden ze een schakel tussen de<br />

middeleeuwse geestelijke literatuur en de religieuze poëzie van dichters zoals<br />

Gezelle. In de kapel van het huis stelt de KOKW enkele van dergelijke pareltjes<br />

tentoon.<br />

Via zijn oudere broers Theodoor en Louis krijgt hij toegang tot de politieke arena. In<br />

1885 wordt hij gemeenteraadslid, in 1892 volksvertegenwoordiger. Op dat moment<br />

zet hij ook een punt achter zijn fabrikantenloopbaan. Met enige opluchting, want zijn<br />

hart ligt meer bij de kunst en bij Vlaamse cultuur.<br />

HUIS JANSSENS<br />

Wanneer Alfons Janssens in 1876 een stuk grond koopt van de heer Cardo is de<br />

Zamanstraat nog maar kort daarvoor aangelegd als verbinding tussen de<br />

Regentiestraat en de Ankerstraat. Janssens koopt er de grootste partij grond, gelegen<br />

in de as van de Dr.Verdurmenstraat, de verbinding met de prestigieuze<br />

Stationsstraat. Architect Pieter Van Kerkhove, die kort voordien ook het <strong>Sint</strong>-Niklase<br />

stadhuis ontwierp, bouwt er voor Alfons Janssens een ruime herenwoning. Hij<br />

opteert daarbij, enigszins merkwaardig, niet voor de christelijke stijl bij uitstek, de<br />

neogotiek, maar wel voor de meer burgerlijke neorenaissance. Op de eerste<br />

verdieping realiseert hij een huiskapel die wel een neogotische vormgeving kreeg.<br />

20


De woning wordt in 1909, enkele jaren na de dood van Alfons Janssens, verkocht aan<br />

de stad, met de uitdrukkelijke voorwaarde om het gebouw in te zetten voor kunst en<br />

wetenschap. Het gebouw wordt omgevormd tot museum voor de Koninklijke<br />

Oudheidkundige Kring van het Land van Waas. Bij de stichting van de kring in 1861<br />

had het stadsbestuur een ruime zaal ter beschikking gesteld in het stadhuis. De<br />

collectie kon gelukkig grotendeels gered worden bij de grote brand in 1874. Ook in<br />

het nieuwe neogotische stadhuis werd een museumzaal ingericht. In 1895 reeds<br />

21<br />

verhuisden de steeds<br />

aangroeiende collecties naar de<br />

Cipierage omdat de museumzaal<br />

in het stadhuis te klein geworden<br />

was, maar ook dat gebouw was al<br />

snel te klein. Het Huis Janssens<br />

moest hier een duurzame<br />

oplossing bieden voor de<br />

collectie van de Kring. Naast het<br />

huis werd een nieuw gebouw<br />

opgetrokken dat dienst zou doen<br />

als museum voor Schone<br />

Kunsten. Bij het 50-jarig jubileum<br />

van de Kring werd het nieuwe<br />

museum in de Zamanstraat<br />

ingewijd in aanwezigheid van<br />

verschillende<br />

hoogwaardigheidsbekleders en<br />

een 250-tal congresgangers van<br />

het 22 e Geschied- en<br />

Oudheidkundig Congres, dat in<br />

Mechelen gehouden werd.<br />

De oorspronkelijke indeling en<br />

een groot deel van de vaste interieuraankleding werd vrij intact bewaard waardoor<br />

het nog steeds de sfeer van weleer uitademt. Het gebouw huisvest nog steeds de<br />

KOKW en geeft ons een beeld van de sfeer van een vroeg 20 e eeuw museum.


TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN<br />

Momenteel wordt de restauratie van het Huis Janssens voorbereid. Het gebouw<br />

behoudt zijn museale functie. Op de zolderverdiepingen krijgt de KOKW bijkomende<br />

werkruimte. Hierbij wordt de opzet van de oorspronkelijke woning, inclusief zijn<br />

aankleding, maximaal behouden en waar nodig gereconstrueerd. Het oude<br />

tentoonstellingsmeubilair van de KOKW wordt geïntegreerd in de nieuwe opstelling,<br />

waarbij gezocht wordt naar een evenwicht tussen behoud van de vroeg-20 e eeuwse<br />

museumsfeer en hedendaagse normen. Het dossier voor de buitenzijde werd reeds in<br />

2011 ingediend bij de Vlaamse overheid. Het dossier voor de binnenrestauratie volgt<br />

wellicht nog in 2012. Deze werken kunnen pas uitgevoerd worden nadat de<br />

restauratiepremie is toegekend. Ondertussen zal het gebouw dit najaar reeds een<br />

nieuwe verwarmingsinstallatie krijgen.<br />

Activiteiten<br />

Op de open monumentendag van 9 september 2012 zet de KOKW opnieuw de<br />

deuren van het huis Janssens open. Iedereen is welkom tussen 10 en 18 uur. Je<br />

krijgt er een terugblik op het huishouden en interieur van de familie Alfons Janssens<br />

– De Schrijver of je kan er nog eens rondwandelen in het vroegere museum en<br />

jeugdherinneringen bovenhalen.<br />

Kaderend in het thema van de <strong>Open</strong> <strong>Monumentendag</strong> “Muziek,Woord en Beeld “<br />

zetten we ook een heel bescheiden stukje van het verzamelde erfgoed van de KOKW<br />

in de kijker .<br />

In de Vlaamse zaal stellen we enkele documenten ten toon rond het thema<br />

“Woord” en worden om 11u, om 14u en om 16u een aantal gedichten voorgedragen<br />

van en over Fons Janssens.<br />

Voor het thema “Muziek” hebben we een aantal partituren en muziekinstrumenten<br />

bovengehaald en in de traphal opgesteld en voor het thema “Beeld “ selecteerden<br />

we enkele pareltjes van devotieprentjes uit de 17 de , 18 de en 19 de eeuw die we u dan<br />

heel toepasselijk in de kapel van het huis Janssens kunnen tonen.<br />

Naast het huis Janssens kan u ook in de leeszaal van de KOKW terecht waar we u<br />

uitnodigen om mee te genieten van de schitterende DVD die in het kader van het<br />

Mercator gemaakt werd en hier doorlopend zal te bekijken zijn.<br />

22


VOORMALIGE KUNSTENAARSWONING APOSTELSTRAAT 20<br />

Een gedeelte van de woning is vrij toegankelijk. Rondleiding om 10u30, 11u30, 14u,<br />

15u en 16u. Doorlopend brocanteriemarkt en kunstverkoop.<br />

Dit herenhuis uit de 2 e helft van de 19 e eeuw straalt een sobere klasse uit in het<br />

23<br />

straatbeeld van de<br />

Apostelstraat. Het huis heeft<br />

een monumentale hal en salons<br />

en een indrukwekkende<br />

stadstuin.<br />

De voorbije decennia werd het<br />

gebouw bewoond door Jan<br />

Buytaert, die er zijn stempel op<br />

drukte. Jan Buytaert (1939 -<br />

2011) was kunstenaar, docent,<br />

verzamelaar en gepassioneerd<br />

door ons waardevolle erfgoed.<br />

Hij volgde lessen bij het Weense<br />

enfant terrible Oskar Kokoschka<br />

die zijn academische opleiding<br />

door elkaar schudde.<br />

Gekoppeld aan de interesse in<br />

de verfijnde cultuur van het<br />

Verre Oosten, ontwikkelde hij<br />

een complex oeuvre dat hij slecht mondjesmaat naar buiten bracht. Vanuit zijn<br />

zolderraam in de zijgevel maakte hij talrijke stadsgezichten. Zijn huis was gevuld met<br />

een schitterende collectie met werk van binnen- en buitenlandse kunstenaars.<br />

Jan Buytaert overleed in 2011 op 72-jarige leeftijd. Hij liet zijn woning met de<br />

collectie en de twee aanpalende rijwoningen na aan een op te richten stichting, op<br />

voorwaarde dat zijn woning een kunstencentrum zou worden. Daarmee deed hij zijn<br />

verschillende passies alle eer aan: de instandhouding van zijn 19 e eeuwse woning was


verzekerd en er werd een nieuwe impuls<br />

gegeven voor een creatieve ‘boost’ in <strong>Sint</strong>-<br />

<strong>Niklaas</strong> en het Waasland. De “Stichting Jan<br />

Buytaert” was al snel een feit.<br />

Het gebouw wordt geenszins een<br />

permanent museum. Er komen ruimtes<br />

voor lezingen en workshops, tijdelijke<br />

tentoonstellingen, een bibliotheek en<br />

bureaus. Eén van de aanpalende woningen<br />

wenst men te verbouwen tot residentie<br />

om ook buitenlandse kunstenaars en<br />

gasten te ontvangen. Het huis wordt<br />

kortom opnieuw een bruisende plek …<br />

De renovatie zal nog heel wat tijd in beslag<br />

nemen, maar in de zomer van 2013 hoopt<br />

men alvast de eerste activiteiten te kunnen<br />

lanceren.<br />

Een gedeelte van de woning is vrij toegankelijk. Om veiligheidsredenen zijn o.a. de<br />

zolders alleen toegankelijk onder begeleiding van een gids: start om 10u30, 11u30,<br />

14u, 15u en 16u.<br />

Tijdens de <strong>Open</strong> <strong>Monumentendag</strong> organiseert de Stichting Jan Buytaert doorlopend<br />

een brocanteriemarkt en kunstverkoop op de site. Deze verkoop is één van de acties<br />

om voldoende geld in te zamelen voor de renovatie en inrichting van het gebouw.<br />

Ook in restaurant Eigenwijs, Ankerstraat 2, <strong>Sint</strong>-<strong>Niklaas</strong> worden tijdens de<br />

openingsuren nog steeds werken uit de verzameling Buytaert te koop aangeboden<br />

met hetzelfde doel. Sympathisanten kunnen op deze manier steeds een steentje<br />

bijdragen tot het project.<br />

24


ONZE-LIEVE-VROUWEKERK OLV-PLEIN<br />

Toegankelijk van 12u tot 18u!!<br />

Gedurende eeuwen kwam de gewone mens alleen in de kerkgebouwen in contact<br />

met de zogenaamde cultuur met de grote c. Zowel muziek, woord als beeld vinden<br />

we terug in vrijwel elke kerk. Deze religieuze kunst moest de vaak ongeletterde<br />

gelovigen doordringen van Gods boodschap en hen aanzetten tot een christelijk<br />

leven. Ze had dus, in al haar schoonheid, een zeer sterke dienende rol. De Onze-<br />

Lieve-Vrouw kerk is een prachtig voorbeeld om de kunstverspreiding via de kerken<br />

te illustreren.<br />

De kerk van Onze Lieve Vrouw van Bijstand der Christenen werd in 1841-1844<br />

gebouwd volgens de plannen van architect Lodewijk Roelandt, een belangrijke<br />

vertegenwoordiger van de 19 e eeuwse neostijlen.<br />

Zijn ontwerp voor de Onze-Lieve-Vrouwekerk is een typisch voorbeeld van een<br />

eigensoortig romantisch eclecticisme, met Romaanse, Byzantijnse en gotische<br />

elementen.<br />

Hét bepalende element van de kerk, en zelfs van de stad, is ongetwijfeld het<br />

Lievevrouwbeeld. Dit beeld naar ontwerp van Frans Van Havermaet en met een<br />

hoogte van 5,5 m torent letterlijk boven de stad uit. De officiële plaatsing ervan in<br />

1896 bracht een massa volk op de been. De zegenende madonna met kind, verheven<br />

boven de stad en zichtbaar vanuit alle windstreken, moest de bevolking aanzetten tot<br />

een grotere Mariadevotie.<br />

Het interieur is zo mogelijk nog indrukwekkender. Bij de ingebruikname van de kerk<br />

in 1844 was slechts het hoogst noodzakelijk –voorlopige- meubilair aanwezig. Een<br />

passend interieur was echter noodzakelijk om het geloof en de vroomheid van de<br />

kerkbezoekers te voeden. Hoewel de definitieve inrichting door financiële<br />

beperkingen heel wat tijd in beslag nam, werd er steeds over gewaakt de eenheid en<br />

kwaliteit te bewaken. Banale producten konden de uitgebeelde geloofsinhoud<br />

immers alleen maar ontluisteren. Vandaag vormt de kerk een overweldigend<br />

schouwspel met fraaie altaren en meubilair, een -pas gerestaureerd- Schyvenorgel,<br />

25


en een indrukwekkend en kleurrijk samenspel tussen muurschilderingen en<br />

gebrandschilderde glasramen.<br />

26


KERKHOF TEREKEN<br />

Site vrij toegankelijk. Rondleiding om 10u30, 14u en 16u. Vertrek aan de ingang van<br />

het kerkhof.<br />

Wanneer in de tweede helft van de 19 e eeuw het bestaande kerkhof aan de<br />

Truweelstraat niet langer voldoet aan de noden, ontstaat er aanvankelijk een<br />

27<br />

discussie over de locatie<br />

van een nieuw kerkhof.<br />

Het kerkbestuur van<br />

O.L.Vrouw had een<br />

aanvraag ingediend voor<br />

de realisatie van een<br />

kerkhof op de Kleibeek,<br />

op de gronden aan de<br />

H.Hartkapel. Het<br />

stadsbestuur wil echter<br />

een stedelijk kerkhof in<br />

de nieuwe parochie<br />

Tereken. De gronden zijn<br />

er ruim genoeg, droog en op voldoende afstand van de woningen; drie voorwaarden<br />

waaraan niet voldaan is op het oude kerkhof, en waaraan ook de gronden van de<br />

Kleibeek niet voldoen. Het nieuwe kerkhof op Tereken wordt uiteindelijk in 1878 in<br />

gebruik genomen.<br />

Het kerkhof ontwikkelt zich tot een boeiende begraafplaats met eenvoudige zerken<br />

en indrukwekkende grafmonumenten. Een gids leidt je o.m. langsheen graven van<br />

schrijvers, kunstenaars, mecenassen<br />

en vooraanstaande leden van<br />

kunstverenigingen. De graven<br />

schetsen een boeiend beeld van het<br />

culturele leven in de stad sinds het<br />

einde van de 19 e eeuw.


DE ELISABETHWIJK, EEN SOCIALE, LITERAIRE EN ARCHITECTURALE WANDELING<br />

Rondleiding: vertrek: hoek K.Elisabethlaan/Prins Karelstraat om 10u, 13u30 en 15u30.<br />

Duur: ca.1,5 uur<br />

“De weg zal ons voeren door onze voormalige buurt. (…) Doe ons terugdenken aan<br />

hoe het er vroeger aan toeging, in dat besloten dorp in de schoot van een veel<br />

grotere stad.” (Tom Lanoye, Sprakeloos, 2009)<br />

Ten westen van de aloude baan naar Antwerpen ontstond in de jaren 1920 de<br />

Koningin Elisabethwijk. <strong>Stad</strong>sarchitect August Waterschoot ontwierp er een<br />

symmetrisch stratenpatroon rond twee centrale groene pleinen: het Koningin<br />

Elisabethplein en het Prins Leopoldplein. De wijk groeide uit tot een fraai<br />

schouwtoneel van de bouwkunst uit het interbellum, de periode van de art deco en<br />

de Nieuwe Zakelijkheid. Zowat alle toenmalige <strong>Sint</strong>-Niklase architecten met enige<br />

naam lieten er hun sporen na: August Waterschoot en diens zonen Leander en Rafaël,<br />

August D’Hooge, Hilaire De Boom en Robert Hebb. De Elisabethwijk groeide en<br />

bloeide rond de textielindustrie, die honderden arbeiders aantrok.<br />

Het hoekhuis op het kruispunt van de drukke, stoffige Antwerpse Steenweg en de<br />

grijze Dokter Van Raemdonckstraat was het ouderlijk huis van Tom Lanoye. Het staat<br />

centraal in zijn veelgelauwerde roman Sprakeloos. Lanoye schetst een kleurrijk,<br />

nostalgisch portret van het leven in en rond de woning, waarin Roger en Josée Lanoye<br />

– Verbeke een slagerszaak uitbaatten. De Elisabethwijk - met het beruchte kruispunt<br />

aan de slagerij, het Glazen Dakske, Turnkring Kracht en Geduld, de Paterskerk – komt<br />

opnieuw tot leven in de roman.<br />

Het boek vormde de aanleiding voor een buurtproject waarbij de bewoners op zoek<br />

gingen naar verhalen en beeldmateriaal uit het verleden. Het leidde in 2010 tot een<br />

ambitieus publieksproject dat de grenzen van de buurt ver oversteeg. In 2011 kreeg<br />

het buurtproject ook een permanente getuige met de realisatie van een wandeling<br />

doorheen de wijk. Je kan de wijk steeds verkennen aan de hand van de infoborden op<br />

het traject. Een plannetje is beschikbaar op het toeristisch infokantoor. Tijdens de<br />

28


<strong>Open</strong> <strong>Monumentendag</strong> neemt ook een gids je met plezier mee op sleeptouw voor<br />

een boeiende ontdekkingstocht.<br />

Wandeling onder begeleiding van een gids: vertrek: hoek K.Elisabethlaan/Prins<br />

Karelstraat om 10u, 13u30 en 15u30. Duur: ca.1,5 uur<br />

29


Meer informatie over het programma?<br />

Op weekdagen: Ook op zondag:<br />

<strong>Stad</strong>huis/dienst cultuur Toeristisch infopunt<br />

tamara.vanhout@sint-niklaas.be Grote Markt 45<br />

03 760 91 70 03 760 92 60<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!