3052 Ruimtetemperatuurregelaar met LCD RDF20 - Siemens

Toepassing 

CE1N3052nl 

03.2004 

3 052 

Ruimtetemperatuurregelaar 

met LCD RDF20 

voor tweepijps-ventilatorconvectoren met elektrisch verwarmingselement 

voor DX-koelmachines met elektrisch verwarmingselement 

Uitgangen voor 2-punts afsluiteraandrijving en elektrisch verwarmingselement 

Uitgangen voor 1-traps koelmachine en elektrisch verwarmingselement 

Uitgangen voor drietoeren ventilator 

Regeling naar keuze op ruimte - of retourluchttemperatuur 

Automatische omschakeling verwarmings- en koelbedrijf 

Bedrijfswijzen: Normaal bedrijf, Gereduceerd bedrijf en Stand-by 

Bedrijfswijzen-omschakelcontactingang voor afstandschakeling 

Functie voor het voorkomen van schade door vocht 

Installatie- en regelparameters instelbaar 

Weergave van de ruimtetemperatuur of gewenste waarden 

Minimum en maximum begrenzing van de gewenste waarde 

Bedrijfsspanning AC 230 V 

Standaardtoepassingen: 

• Regelen van de ruimtetemperatuur in ruimten, die d.m.v. tweepijps -ventilatorconvectoren 

met elektrisch verwarmingselement worden verwarmd of gekoeld 

• Regelen van de ruimtetemperatuur in ruimten die d.m.v. een DX-koelmachine / elektrische 

verwarmingselementen worden gekoeld of verwarmd 

• Openen of sluiten van een afsluiter 

• In- en uitschakelen van een elektrisch verwarmingselement 

• Schakelen van een drietoeren ventilator 

Siemens Building Technologies 

HVAC Products

Functies 

Ventilatorbedrijf 

Aanwijzing 

Weergave 

Toepassing met ventilatorconvector 

AAN 

UIT 

Automatische 

omschakeling 

2/11 

Via de interne temperatuuropnemer, de externe ruimtetemperatuuropnemer (QAA32) of 

bij toepassing van een externe retourtemperatuuropnemer (QAH11.1), meet de regelaar 

de ruimtetemperatuur en regelt deze d.m.v. 2-punts afsluiterbesturingscommando's 

op de gewenste waarde. De schakeldifferentie kan daarbij in het verwarmingsbedrijf 2 

K en in het koelbedrijf 1 K bedragen (instelbaar). 

De ventilator wordt met de bedrijfskeuzeschakelaar via uitgang Q1, Q2 of Q3 in de 

gewenste trap geschakeld. 

Als de functie "temperatuurafhankelijke ventilatorbesturing" is geactiveerd (instelbaar 

met DIP-switch 1), schakelt de ventilator temperatuurafhankelijk, d.w.z. gelijktijdig met 

de afsluiter aan en uit. 

De ventilator wordt uitgeschakeld door: 

• Het verlaten van het verwarmings- of koelbedrijf, voor zover de functie "temperatuurafhankelijke 

ventilatorbesturing" is geactiveerd 

• Handmatig omschakelen op “stand-by ”, voor zover geen gewenste waarden (b.v. 

voor vorstbeveiliging) ingesteld en actief zijn 

• Activeren van een extern omschakelcontact voor bedrijfswijze, voor zover niet de 

voorwaarden voor gereduceerd bedrijf zijn gegeven 

• Onderbreking van de bedrijfsspanning van de ruimtetemperatuurregelaar. 

Om oververhitting van het elektrisch verwarmingselement c.q. het aanspreken van de 

oververhittingsbeveiliging te voorkomen, draait de ventilator nog gedurende 30 seconden 

na het uitschakelen van het element door. 

In geval van storing kan de RDF20 geen beveiligingsfunctie voor het elektrisch verwarmingselement 

uitvoeren. Daarom moet voor deze functie een separate oververhittingsbeveiliging 

worden opgenomen. 

Als DIP-schakelaar 2 op stand ON staat (fabrieksinstelling), toont de regelaar de gemeten 

ruimte- of retourluchttemperatuur (indien parameters of gewenste waarden zijn 

gewijzigd). 

Als de DIP-schakelaar op stand OFF staat, geeft de regelaar de gewenste waarde 

tijdens normaal bedrijf aan. In deze situatie kan de actuele temperatuur alleen via de 

selectie van parameter 14 worden uitgelezen. 

In combinatie met één regelafsluiter, ofwel voor verwarmen / koelen met changeover, 

ofwel alleen verwarmen of koelen 

Via uitgang Y11 krijgt de afsluiter het OPEN-commando als: 

1. de gemeten ruimtetemperatuur een halve schakeldifferentie onder (verwarmingsbedrijf) 

resp. boven (koelbedrijf) de ingestelde gewenste waarde ligt en 

2. de afsluiter langer dan een minuut gesloten is geweest (parameter P20). 

Via uitgang Y11 krijgt de afsluiter het DICHT-commando als: 

1. de gemeten ruimtetemperatuur een halve schakeldifferentie boven (verwarmingsbedrijf) 

resp. onder (koelbedrijf) de ingestelde gewenste waarde ligt en 

2. de afsluiter langer dan een minuut open is geweest (parameter P20). 

Opmerking: Uitgang Y12 geeft het t.o.v. Y11 omgekeerde besturingscommando en kan 

voor stroomloos open afsluiters worden gebruikt. 

De door de changeover-opnemer (QAH11.1 + ARG86.3) gemeten watertemperatuur 

wordt door de regelaar gebruikt voor het omschakelen van verwarmings- naar koelbedrijf 

(en omgekeerd). 

Als de watertemperatuur boven 28 °C ligt (parameter 08), schakelt de regelaar naar 

Siemens Building Technologies Ruimtetemperatuurregelaar CE1N3052nl 

HVAC Products 03.2004

Spoelfunctie 

(optioneel) 

Toepassing met DXkoelmachine 

AAN 

UIT 

Retourluchttemperatuur 

(optioneel) 

Elektrisch verwarmen, 

actief tijdens verwarmend 

bedrijf 

Elektrisch verwarmen, 

actief tijdens koelbedrijf 

verwarmingsbedrijf, ligt hij onder 16 °C (parameter 07), schakelt hij naar koelbedrijf. Als 

direct na het inschakelen de watertemperatuur tussen de beide omschakelpunten ligt, 

start de regelaar in verwarmingsbedrijf. De temperatuur wordt iedere minuut gemeten 

en de toestand wordt aangepast. 

CM 

HM 

M 

16 28 

3022D03 

T W [°C] 

CM Koelbedrijf 

HM Verwarmingsbedrijf 

M Bedrijfswijze 

De changeover-opnemer heeft de taak, afhankelijk van de watertemperatuur, een wisseling 

van verwarmings- naar koelbedrijf in werking te stellen. Als een doorstroomafsluiter 

wordt toegepast is het aan te bevelen de spoelfunctie te activeren (parameter 

16). Deze functie garandeert dat de mediumtemperatuur correct wordt gemeten, ook 

als de doorstroomafsluiter gedurende lange tijd gesloten is. Om dit te garanderen wordt 

de afsluiter bij buitenbedrijf-toestand iedere 2 uur gedurende 1 tot 5 minuten geopend 

(parameter 16). 

Als de spoelfunctie wordt geactiveerd, geschiedt de eerste spoelactie na het veranderen 

van parameter 16 en na het verlaten van de parameterinstellingen. 

Als de RDF20 wordt ingezet voor toepassingen met DX-koeling moet de spoelfunctie 

(parameter 16) uitgeschakeld zijn. 

In combinatie met een 1-traps DX-koelmachine alleen voor koelen of alleen voor verwarmen 

met elektrisch verwarmingselement 

Via uitgang Y11 krijgt de DX-koelmachine het IN-commando als: 

1. de gemeten ruimtetemperatuur een halve schakeldifferentie onder (verwarmings- 

bedrijf) resp. boven (koelbedrijf) de ingestelde gewenste waarde ligt en 

2. de koelmachine langer dan één minuut uitgeschakeld is geweest (parameter P20). 

Via uitgang Y11 krijgt de DX-koelmachine het UIT-commando als: 

1. de gemeten ruimtetemperatuur een halve schakeldifferentie boven (verwarmings 

bedrijf) resp. onder (koelbedrijf) de ingestelde gewenste waarde ligt en 

2 de koelmachine langer dan één minuut ingeschakeld is geweest (parameter P19). 

De RDF20 regelt afhankelijk van de gemeten ruimtetemperatuur, of afhankelijk van de 

retourluchttemperatuur in de ventilatorconvector. De omschakeling geschiedt automatisch 

als een kabeltemperatuuropnemer QAH11.1 wordt aangesloten. 

(Opmerking: Deze functie is niet actief bij toepassing van thermische afsluiteraandrijvingen) 

Aanvullend aan verwarmingsbedrijf voor warm water krijgt het elektrische verwarmingselement 

via Y21 het AAN-commando als: 

1. de gemeten ruimtetemperatuur x ≤ w − w D − ½ SDH is en 

2. het verwarmingselement langer dan één minuut uitgeschakeld is geweest. 

Het UIT-commando voor het elektrische verwarmingselement vindt plaats als: 

1. de gemeten ruimtetemperatuur x ≥ w − w D + ½ SDH is en 

2. het verwarmingselement langer dan één minuut ingeschakeld is geweest 

Voor dit bedrijf moet DIP-switch nr. 4 in de positie "ON" staan (fabrieksinstelling) 

Het elektrische verwarmingselement krijgt via uitgang Y21 het AAN-commando als: 


HVAC Products 03.2004 

TW 

Watertemperatuur 

3/11

Bedrijfswijzen 

Normaal bedrijf 

Gereduceerd bedrijf 

Stand-by 

Voorkomen van schade 

door vocht 

(instelbaar) 

4/11 

1. de gemeten ruimtetemperatuur een halve schakeldifferentie onder de ingestelde 

gewenste waarde ligt en: 

2. het verwarmingselement langer dan een minuut uitgeschakeld is geweest. 

Het UIT-commando voor het elektrisch verwarmingselement vindt plaats als: 

1. de gemeten ruimtetemperatuur een halve schakeldifferentie boven de ingestelde 

gewenste waarde ligt en 

2. het verwarmingselement langer dan een minuut ingeschakeld is geweest. 

Verw.bedrijf (warm water en elektr.) Koelbedrijf met optionele elektr.verw.bedrijf 

(DIP-switch Nr. 4: ON) 

Y11 

1 

0 

1 

Y21 

wD 

½ SDH ½ SDH 

w 

½ SDH ½ SDH 

Koelbedrijf (gekoeld water) 

(DIP-switch Nr. 4: OFF) 

Y11 

1 

0 

½ SDC 

w 

½ SDC 

3022D02 

T[°C] 



3022D01 

T [°C] 

De volgende bedrijfswijzen zijn mogelijk: 

Y11 

1 

0 

1 

Y21 

w 

Xdz 

½ SDC 

½ SDH ½ SDH 

T[°C] Ruimtetemperatuur 

½ SDC 

w Gewenste waarde «ruimtetemperatuur» 

wD 

Verschil gewenste waarde 

Y11 Signaal voor afsluiter of DX-koeling 

Y12 Omgekeerde van Y11 

Y21 Signaal voor elektr. verwarming 

3022D04 

T [°C] 

SDH Schakeldifferentie bij verwarmingsbedrijf 

SDC Schakeldifferentie bij koelbedrijf 

Xdz Dode zone 

Verwarmings- of koelbedrijf met automatische omschakeling en met handmatig gek ozen 

ventilatortoerental III, II of I. Tijdens normaal bedrijf regelt het apparaat op de ingestelde 

gewenste waarde. 

Aan de signaalingang 'D1−GND' kan een omschakelcontact worden aangesloten. Sluit 

het contact (oorzaak hiervoor is b.v. een geopend venster), dan verandert de bedrijfswijze 

van normaal bedrijf naar gereduceerd bedrijf. In deze bedrijfswijze wordt op de 

bijbehorende gewenste waarden voor verwarmen en koelen geregeld (parameters P01 

en P02). 

De werkrichting van de contacten (maak of verbreek) is instelbaar. 

In schakelaarstand “stand-by ” wordt op de bijbehorende gewenste waarden voor 

verwarmen en koelen geregeld, indien deze zijn ingesteld (parameter P03 en P04). 

Om in warme en vochtige klimaatzones schade door vocht, als gevolg van ontbrekende 

luchtcirculatie tijdens het gereduceerd bedrijf, te voorkomen (b.v. in lege hotelkamers), 

kan via parameter P17 tijdens gereduceerd bedrijf de ventilator doordraaien. In deze 

situatie draait de ventilator op het gekozen toerental of, indien de schakelaar op “standby 

” staat, op stand 1.

Instelling regelparameters 

Instelling 

Regelparameters 

Ter optimalisering van het regelgedrag kunnen een aantal regelparameters worden 

ingesteld. Deze parameters kunnen ook later tijdens bedrijf, zonder openen van het 

apparaat, worden veranderd. Bij spanningswegval blijven alle ingestelde parameters 

gehandhaafd. 

De parameters kunnen als volgt worden veranderd: 

1. De schakelaar voor de bedrijfswijze op “stand-by ” instellen 

2. Gelijktijdig indrukken van de toetsen “+” en “–“ gedurende 3 seconden. Binnen 2 

seconden na het loslaten opnieuw indrukken van de “+” toets gedurende 3 seconden. 

"P01" verschijnt op de weergave. 

3. Kiezen van de gewenste parameter door herhaald indrukken van de “+” en “–“: 

+ 

- + - + 

- + 

- 

P01 P02 P20 P21 

4. Door het gelijktijdig indrukken van de toetsen “+” en “–“ verschijnt de actuele waarde 

van de gekozen parameter en kan door herhaald indrukken van de toetsen “+” 

en “–“ worden veranderd. 

5. 5 seconden na de laatste toetsdruk wordt de laatste parameter weer weergegeven. 

6. Door het herhalen van de stappen 3 tot 5 kunnen andere parameters worden 

weergegeven en veranderd. 

7. 10 seconden na de laatste weergave of instelling worden alle veranderingen opgeslagen 

en wordt teruggekeerd naar de normale bedrijfsmodus. 

Parameter Betekenis Instelbereik Fabrieksinstelling 

P01 Gewenste waarde verwarmen in het gereduceerd 

bedrijf (omschakelcontact voor 

de bedrijfswijze geactiveerd) 

P02 Gewenste waarde koelen in het gereduceerd 

bedrijf (omschakelcontact voor de 

bedrijfswijze geactiveerd) 

P03 Gewenste waarde verwarmen in de schakelaarstand 

“stand-by ” 

P04 Gewenste waarde koelen in de schakelaarstand 

“stand-by ” 

P05 Minimum begrenzing gewenste waarde 

“normaal bedrijf” 

P06 Maximum begrenzing gewenste waarde 

“normaal bedrijf” 

P07 Omschakelpunt verwarmen/koelen voor 

Koelen 

P08 Omschakelpunt verwarmen/koelen voor 

Verwarmen 

“UIT“ 

5…20 °C (in stappen van 0,5 K) 

“UIT“ 


“UIT“ 


“UIT“ 




16 °C 

28 °C 

8 °C 

UIT 

5…20 °C 5 °C 

21…35 °C 35 °C 

10…25 °C 16 °C 

27…40 °C 28 °C 

P09 Opnemerijking -3…+3 K (in stappen van 0,5 K) 0 K 

P10 P-band verwarmingsbedrijf 0,5…+4 K (in stappen van 0,5 K) 2 K 

P11 P-band koelbedrijf 0,5…+4 K (in stappen van 0,5 K) 1 K 

P12 Dode zone “normaal bedrijf” 0,5…+5 K (in stappen van 0,5 K) 2 K 

P13 Actieve temperatuuropnemer (geen instelling, 

alleen weergave) 

P14 Actuele ruimtetemperatuurwaarde (geen 

instelling, alleen weergave) 

1: Ruimtetemperatuur actief 

2: Retourluchttemperatuur actief 

0…49 °C - 

- 

5/11

P15 Actuele changeover-temperatuur verwarmen 

/ koelen met weergave van de actue- 

6/11 

le bedrijfswijze ( , ) (geen instelling, 

alleen weergave) 

100 = open ingang (geen opnemer aangesloten, 

verwarmingsbedrijf ( ) 

0…49 °C = actuele temperatuurwaarde 

00 = ingang overbrugt, koelbedrijf ( ) 

P16 Spoelfunctie 0 min.: niet actief 

1…5 min.: actief met tijdsduur naar keuze 

P17 Ventilatorsturing tijdens gereduceerd 

bedrijf 

OFF: Ventilator in dode zone uit 

ON: Ventilator in dode zone in, 

ON: 

loopt volgens gekozen trap of op trap 1 

in standby-bedrijf 

P18 Gewenste waarde verschil 0,5…+5 K (in stappen van 0,5 K) 2 K 



- 

0 min. 

P19 Minimum inschakeltijd uitgang Y11, Y21 1...20 min. (in stappen van 1 minuut) 1 min. 

P20 Minimum uitschakeltijd uitgang Y11, Y21 1...20 min. (in stappen van 1 minuut) 1 min. 

P21 Nadraaitijd ventilator 0…300 s (in stappen van 10 s) 60 s 

Bestelling 

Apparatencombinaties 

Uitvoering 

Bij bestelling moeten de naam en de typeaanduiding worden opgegeven. 

Temperatuuropnemer QAH11.1 (toepasbaar als retourlucht- en changeover-opnemer), 

changeover-montageset en zoneafsluiter moeten afzonderlijk worden besteld. 

Apparaat Typeaanduiding Apparatenblad 

Temperatuuropnemer QAH11.1 1840 

Ruimtetemperatuuropnemer QAA32 1747 

Changeover-montageset ARG86.3 1840 

Elektromotorische aandrijving SFA21.. 4863 

Thermische aandrijving voor 

radiatorventielen 

Thermische aandrijving voor 

kleine afsluiters 2,5 mm 

UIT 

STA21.. 4893 

STP21.. 4878 

Het apparaat bestaat uit twee delen: 

• een kunststofhuis, met regelelektronica, bedieningselementen en interne ruimtetemperatuuropnemer 

en 

• een montageplaat 

Het huis wordt in de bevestigde montageplaat gehangen en vastgeschroefd. De 

schroefklem-aansluitingen bevinden zich op de montageplaat; de DIP-schakelaars op 

de achterkant van het huis.

Instel- en bedieningselementen 

Legenda 

DIP-schakelaarblok 

1 

2 

4 3 

5 

1 Weergave van de ruimtetemperatuur (in ° Celsius of ° Fahrenheit), gewenste 

waarden of regelparameters 

2 Symbool bij weergave van de actuele ruimtetemperatuur 

3 Normaal bedrijf 

Gereduceerd bedrijf 

4 Koelafsluiter open 

Ventilator aan 

Verwarmingsafsluiter open 



6 

5 Drukknoppen voor de instelling van de gewenste waarden en de regelparameters 

6 Bedrijfskeuze schakelaar 

(Stand-by , verwarmings- of koelbedrijf met handmatige keuze van de ventilatortrap) 

Schakelaarnr. Betekenis Positie 'ON' (fabrieksinstelling) Positie 'OFF' 

1 Ventilatorbesturing De ventilatorbesturing is in normaalbedrijf 

onafhankelijk van de temperatuur 

2 Temperatuur- of gewenstewaardeweergave 

3 

Werkrichting van het 

contact voor de externe 

omschakeling van de 

bedrijfswijze 

4 Elektrisch verwarmingselement 

Toebehoren 

Aanwijzingen 

Ruimtetemperatuurweergave (of 

retourluchttemperatuur) 

De omschakeling is geactiveerd als 

het contact gesloten is 

(N.O. „normaal open“) 

De ventilatorbesturing is in alle bedrijfswijzen 

afhankelijk van de temperatuur 

Gewenste waardeweergave 

De omschakeling is geactiveerd als 

het contact open is (N.C. "normaal 

gesloten“) 

Actief tijdens koelbedrijf Inactief tijdens koelbedrijf 

Beschrijving Typeaanduiding 

Adapterplaat voor opbouwmontage ARG70.2 

Voor systemen zonder automatische omschakeling kan i.p.v. de opnemer een externe 

schakelaar (geschikt voor nettoepassing) worden gebruikt voor de handmatige omschakeling. 

Voor systemen met permanent verwarmingsbedrijf wordt aan de ingang van de regelaar 

geen opnemer aangesloten. 

Voor systemen met permanent koelbedrijf moeten de klemmen van de regelaaringang 

elektrisch worden kortgesloten (B2 met M). 

7/11

Montage, installatie en 

inbedrijfstelling 

Opnemerijking 

Technische gegevens 

8/11 

Voeding 

Functiegegevens 

Montageplaats: aan de wand of in de ventilatorconvector. Niet in nissen, tussen planken, 

niet achter gordijnen, boven of in de buurt van warmtebronnen en niet blootgesteld 

aan de zon. Montagehoogte ca. 1,5 m boven de vloer. De aansluitdraden kunnen via 

een inbouwdoos worden toegevoerd. 

Instellingen van de DIP-switches 1 tot 4 controleren en eventueel veranderen. 

Het apparaat voert na het aansluiten van de bedrijfsspanning een reset uit. Dit proces 

duurt ca. 3 s en wordt door het knipperen van alle LCD-segmenten weergegeven. 

Daarna is het apparaat gereed voor bedrijf. 

• Voor de montage van de changeover-opnemer moet isolatie van de buis worden 

verwijderd, om het meten van de werkelijke temperatuur te garanderen. 

• De aangesloten kabels moeten voldoen aan de eisen voor netspanning. 

• De opnemeringangen B1-M en B2-M liggen aan netspanning. bij eventuele verlenging 

van de opnemerkabel, moeten kabels worden gebruikt, die geschikt zijn voor 

netspanning. 

Bij het apparaat is een montagehandleiding gevoegd. 

Als de weergegeven temperatuur en de werkelijk gemeten ruimtetemperatuur niet 

overeenstemmen, kunnen de temperatuuropnemers opnieuw worden geijkt. Daarvoor 

moet parameter P09 worden veranderd. 

Bedrijfsspanning AC 230 V +10/-15 % 

Frequentie 50/60 Hz 

Opgenomen vermogen max. 6 VA 

Uitgangen Q1, Q2, Q3 – N 

belasting 

Uitgang Y11 – N (maakcontact) 

belasting 

Uitgang Y12 – N (verbreekcontact) 

belasting 

Uitgang Y21 – N (maakcontact) 

belasting 

AC 230 V 

max. 5(3) A 

AC 230 V 

max. 5(3) A 

AC 230 V 

max. 5(3) A 

AC 230 V 

max. 5(3) A 

Opnemer retourlucht – signaalingang B1 – M QAH11.1, bev.klasse II 

NTC. 3 kO bij 25 °C 

Changeover – signaalingang B2 – M QAH11.1, bev.klasse II 

NTC. 3 kO bij 25 °C 

Meldingang D1 en GND 

werkrichting instelbaar 

contactscanning 

isolatie t.o.v. net 

Toelaatbare leidinglengte bij Cu-kabel 1,5 mm 2 

voor aansluitingen aan de klemmen B1, B2 en D1 

normaal open (NO) 

normaal gesloten(NC) 

SELV DC 6..15 V / 3..6 mA 

4 kV, versterkte isolatie 



80 m 

Instelbereik gewenste waarde 5...35 °C

Omgevingsvoorwaarden 

Normen en standaards 

Algemeen 

Max. regelafwijking bij 20 °C max. ±0,5 K 

Schakeldifferentie verwarmingsbedrijf, instelbaar 2 K 

Schakeldifferentie koelbedrijf, instelbaar 1 K 

Dode zone X dz in normaal bedrijf, instelbaar 2 K 

Differentie gewenste waarde w D, instelbaar 2 K 

Gew. waarde «Gereduceerd. bedrijf » verwarmen, instelbaar 



16 °C 

Gew. waarde « Gereduceerd. bedrijf » koelen, instelbaar 28 °C 

Gew. waarde «Stand-by » verwarmen, instelbaar 8 °C 

Gew. waarde «Stand-by » koelen, instelbaar UIT 

Bedrijf 

klimatologische voorwaarden 

temperatuur 

vochtigheid 

Transport 


temperatuur 

vochtigheid 

mechanische voorwaarden 

Opslag 


temperatuur 

vochtigheid 

- conformiteit volgens 

EMC-richtlijn 

laagspanningsrichtlijn 

N474 C-Tick conformiteit volgens 

EMC-richtlijn 

Productnormen 

Automatische elektr. regelen besturingsapparaten 

voor huishoudelijk gebruik en soortgelijke toepassingen. 

Bijzondere eisen aan temperatuurafhankelijke regelen 

besturingsapparaten 

Elektromagnetische compatibiliteit 

emissie 

immuniteit 

volgens IEC 721-3-3 

klasse 3 K 5 

0...+50 °C 

Aansluitklemmen 

Aansluitschema 

Toepassing: 

2-pijps ventilatorconvector met 

elektrisch verwarmingselement 

Toepassing: 

DX-koelmachine met elektrisch 

verwarmingselement 

10/11 

L 

N 

AC 230 V 

B1 M B2 D1GND 

Q1 Q2 Q3 Y12 Y11 N Y21 

SELV 

L, N Bedrijfsspanning AC 230 V 

B1 Signaalingang 

'retourluchttemperatuuropnemer of 

ext. ruimtetemp.opnemer QAA32’ 

M Meetnul 'retourluchttemperatuurop- 

nemer of ext. ruimtetemp.opnemer 

QAA32 en changeover-opnemer’ 

B2 Signaalingang 'changeover- 

opnemer' 

L 

AC 230 V 

N 

L 

AC 230 V 

N 

10 A 

10 A 

QAH11.1 

/ QAA32 

B1 

L B1 M B2 D1 GND 

N Q1 Q2 Q3 Y12 Y11 N Y21 

I II III 

5(3)A 

max. 

QAH11.1 + 

ARG86.3 

M1 

B2 S1 

Y1 

QAH11.1 QAH11.1 + 

/QAA32 ARG86.3 

B1 

5(3)A 

max. 

5(3)A 

max. 

L B1 M B2 D1 GND 



3022G01 

E1 

N1 

N Q1 Q2 Q3 Y12 Y11 N Y21 N1 

I II III 

5(3)A 

max. 

M1 

B2 S1 

C1 

5(3)A 

max. 

5(3)A 

max. 

E1 

D1, GND Signaalingang voor potentiaalvrij 

omschakelcontact bedrijfswijze (werkingsric h- 

ting instelbaar) 

Q1 uitgang 'ventilatortrap I' AC 230 V 

Q2 uitgang 'ventilatortrap II ' AC 230 V 

Q3 uitgang 'ventilatortrap III' AC 230 V 

Y11 uitgang 'afsluiter' AC 230 V (maakcontact 

voor stroomloos gesloten afsluiters) 

of uitgang voor DX-koeling 

Y12 uitgang 'afsluiter' AC 230 V (verbreekcontact 

voor stroomloos open afsluiters) 

Y21 uitgang «elektr. verw.» AC 230 V 

B1 Retourluchttemp. opnemer QAH11.1 

of externe ruimtetemperatuuropnemer QAA32 

B2* Changeover-opnemer 

(temperatuuropnemer QAH11.1 + changeovermontageset 

ARG86.3) 

E1 Elektrisch verwarmingselement 

M1 3-toeren ventilator 

N1 ruimtetemperatuurregelaar RDF20 

S1 Extern omschakelcontact bedrijfswijze 

Y1 Zoneafsluiter 

B1 Retourluchttemp. opnemer QAH11.1 

of externe ruimtetemperatuuropnemer QAA32 

B2 Changeover-opnemer 

(temperatuuropnemer QAH11.1 + changeovermontageset 

ARG86.3) 

E1 Elektrisch verwarmingselement 

M1 3-toeren ventilator 

N1 ruimtetemperatuurregelaar RDF20 

S1 Extern omschakelcontact bedrijfswijze 

C1 DX-koelmachine

Maatschetsen 

Apparaat 

Bodemplaat 

Maten in mm 

107 

45 

Maten in mm 

117 

96 35 

28 28 

4 

4 

30 25 

90 



11,8 

28 

28 

7 

3050M02 

©2004 Siemens Building Technologies AG Wijzigingen voorbehouden 

www.nl.sibt.com 

3050M03 

11/11

3052 Ruimtetemperatuurregelaar met LCD RDF20 - Siemens

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?