Dompeltemperatuuropnemers QAE21... - Siemens
Dompeltemperatuuropnemers QAE21... - Siemens
Dompeltemperatuuropnemers QAE21... - Siemens
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Projecteringsaanwijzingen<br />
Montage - en installatieaanwijzingen<br />
Montage<br />
Let op!<br />
4/6<br />
Bij nominale drukken boven PN 10 of temperaturen boven 130 °C moet een beschermhuls<br />
van roestvrij staal (V4A) worden gebruikt.<br />
Afhankelijk van de toepassing moet de opnemer als volgt worden aangebracht:<br />
• Voor de aanvoerluchttemperatuurregeling:<br />
in de verwarmingsaanvoer<br />
– direct na de pomp, indien deze in de aanvoer zit<br />
– 1,5 tot 2 m na de mengafsluiter, indien de pomp in de retour zit<br />
• Voor de retourtemperatuurbegrenzing:<br />
op de plaats in de retour, waar de te begrenzen temperatuur juist kan worden gemeten.<br />
De opnemer moet, indien mogelijk, in een leidingbocht worden ingebouwd en wel zodanig<br />
dat de dompelopnemer resp. de beschermhuls tegen de stroming in wijst. Het<br />
water moet op de inbouwplaats goed gemengd zijn. Dat is het geval na de pomp en,<br />
indien deze in de retour is ingebouwd, tenminste 1,5 m na de mengplaats.<br />
De opnemer moet zo worden gemonteerd, dat de kabeldoorvoer niet van bovenaf<br />
plaatsvindt.<br />
De minimale insteeklengte moet bij alle opnemers 60 mm bedragen!<br />
De opnemer mag niet door de leidingisolatie worden afgedekt.<br />
Voor het inbouwen van de opnemer moet een draadaansluiting of een T-stuk G ½ worden<br />
opgelast.<br />
min.<br />
60 mm<br />
<strong>Siemens</strong> Building Technologies <strong>Dompeltemperatuuropnemers</strong> <strong>QAE21.</strong>.. CE1N1781nl<br />
HVAC Products 07.2004<br />
1781Z02<br />
G ½<br />
a b<br />
c d<br />
• Voor opnemers met een niet afdichtende inbouwnippel G ½ moet een hulpmiddel bij<br />
het afdichten worden gebruikt, bijv. touw (hennep), draadafdichttape van kunststof<br />
(Teflonband), e.d.<br />
• Knelkoppeling van de QAE2122.013 op de dompelbuis vastdraaien<br />
– bij het voor de eerste keer aandraaien:<br />
Borgmoer ong. 1 ½ omwenteling, tot aan sterk toenemende weerstand, aantrekken.<br />
Verbinding nogmaals licht lossen en weer met ¼ omwenteling vastdraaien<br />
– bij voorgemonteerde knelkoppeling of hernieuwde montage:<br />
Borgmoer met de hand aandraaien tot een duidelijk waarneembare aanslag en<br />
met de sleutel voor de definitieve montage met ¼ omwenteling definitief vastdraaien<br />
De montagehandleiding bevindt zich op de verpakking van de opnemer.<br />
1781Z01