30.08.2013 Views

Acute intoxicaties.

Acute intoxicaties.

Acute intoxicaties.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Acute</strong> <strong>intoxicaties</strong>.<br />

Alle stoffen zijn giftig; er is geen<br />

enkele stof die niet giftig is; het is<br />

enkel de dosis die een stof giftig<br />

maakt.<br />

Paracelsus<br />

Dr. L. WOSTYN<br />

AVU-cursus<br />

20 november 2004<br />

Intox.lw.2002 1


1. Inleiding<br />

2. Initiële Evaluatie en Stabilisatie.<br />

3. Gastro-intestinale decontaminatie.<br />

4. Antidota.<br />

5. Epuratietechnieken.<br />

6. Specifieke <strong>intoxicaties</strong>.<br />

5.1 Medicamenteuze.<br />

5.2 Pesticiden.<br />

5.3 Koolstofmonoxide.<br />

7. Drugs<br />

6.1 Ecstacy.<br />

6.2 Cocaïne.<br />

6.3 Heroïne.<br />

6.4 Cannabis.<br />

6.5 LSD.<br />

8. Biologische <strong>intoxicaties</strong><br />

ANTIGIFCENTRUM<br />

TEL : 070 – 245245<br />

2


1. Inleiding<br />

Theophrastus Bombastus von HOHENHEIM (PARACELSUS 1493-1541) schreef dat<br />

iedere stof giftig was, en dat enkel de dosis een stof meer giftig maakt. SEINEN<br />

beschreef toxisch gewoon als teveel. Hij legde verder uit dat een intoxicatie bij<br />

levende organismen een gevolg is van het overschrijden van de maximale veilige<br />

dosis van een stof.<br />

De toxicoloog SANGSTER was meer specifiek. Volgens hem is een vergiftiging een<br />

ziektetoestand veroorzaakt door een excessieve concentratie van een exogene stof,<br />

vergeleken met de aanbevelingen van de producent.<br />

UGES 1 stelt volgende definitie voor een klinische en forensische vergiftiging:<br />

“ Een medisch en sociaal niet accepteerbare toestand van een individu dat het gevolg<br />

is of onder invloed van een exogene stof in een dosis die te hoog is voor het<br />

betrokken individu.”<br />

Er zijn drie verschillende manieren om een medische intoxicatie op te lopen.<br />

Eerst en vooral is er de accidentele vergiftiging. De vergiftiging is het resultaat van<br />

een ongeval, een fout of vergissing, onzorgvuldigheid, of een onverwachte situatie in<br />

de werkomgeving. Het arbeidsrecht poogt door zijn regelgeving deze <strong>intoxicaties</strong> te<br />

voorkomen.<br />

Een intoxicatie door een medische behandeling (iatrogene intoxicatie) behoort ook tot<br />

deze categorie. Een Nederlandse studie 2 toonde aan dat het aantal vermijdbare acute<br />

of fatale ongevallen in ziekenhuizen drie tot vier keer zo hoog is als het aantal<br />

ernstige verkeersongevallen.<br />

De CO-intoxicatie is in alle leeftijdsgroepen verantwoordelijk voor de hoogste<br />

mortaliteit.<br />

De tweede manier is de experimentele vergiftiging. Zelfmedicatie of het<br />

experimenteren met party-pillen zoals ecstacy. De meest juveniele <strong>intoxicaties</strong><br />

behoren tot deze categorie.<br />

De derde manier is de intentionele vergiftiging. Iemand geraakt geïntoxiceerd door<br />

zijn eigen wil of toedoen, bij een zelfmoordpoging (“cry for help”) of bij euthanasie, of<br />

is het onwetend slachtoffer van een intoxicatie, zoals bij moord.<br />

2. Initiële Evaluatie en Stabilisatie.<br />

Voor de meeste patiënten is er enkel supportieve therapie nodig.<br />

” It cannot be repeated too often that the primary object of the treatment of acute<br />

poisoning is not to collect as much ‘poison’ from the patient as possible, but tot save<br />

life when this is threatened and to relieve pain and suffering … i.e. … to save the<br />

patient, not to regain the poison. ” 3<br />

Onmiddellijk te nemen maatregelen : ABCDE<br />

AIRWAY: stabiele zijligging<br />

intubatie: zo nodig<br />

- bij obstructie luchtweg<br />

- bij afwezigheid hoest- en slikreflexen<br />

1<br />

UGES D., What is the definition of a poisoning ? Journal of Clinical Forensic Medecine (2001) 8, 30-33<br />

2<br />

VERKRUISEN WG., De medische aansprakelijkheidsexplosie in Nederland: de voorgeschiedenis en het te<br />

verwachten gevolg. Nederlands Juristenblad, 1997<br />

3<br />

LOCKET S. Evaluation of various forms of treatment administrated in poisoning<br />

Practitioner 1973: 210: 705-714.<br />

3


- bij maagspoeling<br />

BREATHING: - ventilatie evalueren<br />

- gasuitwisseling evalueren<br />

- aspiratie van maaginhoud<br />

- heeft de adem een bepaalde geur (ammoniak, cyanide) !?<br />

CIRCULATION: - perifeer infuus: snel<br />

- perifere perfusie van O2 controleren<br />

- ECG-monitoring (+ 12-lead ECG)<br />

- hartmassage:<br />

langdurig bij: ß-blokkers<br />

tricyclische antidepressiva<br />

hypothermie<br />

COLLECT SAMPLES: maaginhoud 50 ml<br />

urine 50 ml<br />

bloed:<br />

lithium-hepar 10 ml<br />

zonder anticoagul. 10 ml<br />

natriumfluoride kaliumoxalaat 2 ml ethanol<br />

(cave ontsmetten met alcohol)<br />

DOCUMENT: gerichte anamnese<br />

1. Omtrent de acute ingestie:<br />

welke medicatie (s)<br />

beschrijving van de toestand<br />

uur van inname dosage<br />

wijze van inname<br />

acute ziektes, trauma<br />

2. Omtrent gebruik drugs/medic.<br />

gewenning en verslaafdheid<br />

allesnemer of addiktie<br />

vroegere suicidepoging<br />

psychiatrische balans<br />

3. Omtrent de persoonlijke anamnese<br />

andere aandoeningen<br />

gebruikte medicatie(s)<br />

gekende allergieën<br />

gekende anamnese van convulsies<br />

EXAMINE: Fysisch onderzoek<br />

• Symptomen<br />

Hyperaktief, tremor<br />

Druk praten<br />

Tachycardie, aritmie<br />

Hyperreflexie<br />

Hypertensie<br />

Hyperthermie<br />

Stimulantia ?<br />

Cocaïne ?<br />

Amphetamine ?<br />

4


Gefixeerde gedilateerde pupillen<br />

Blozend<br />

Droge mond<br />

Tachycardie, verbreed ORS<br />

Hyperreflexie, koorts<br />

Delirium, hallucinatie<br />

Sterke miosis<br />

Respiratoire depressie<br />

Verlaagd bewustzijn<br />

Longoedeem<br />

Sterke miosis<br />

Zweten, speekselvloed<br />

Zware cyanose<br />

Bronchiale hypersekretie<br />

Spierfasciculaties<br />

Coma<br />

Bradycardie<br />

Cerebellaire ataxie<br />

Dysartrie, nystagmus<br />

Beneveld bewustzijn<br />

Hyporeflexie<br />

Hypotensie<br />

• Compartimentsyndroom<br />

• Decubitusletsels<br />

3. Gastro-intestinale decontaminatie.<br />

3.1 Braken<br />

3.1.1<br />

Tricyclische ?<br />

Anticholinergica ?<br />

Morfinomimetica ?<br />

Pesticiden ?<br />

Sedativa ?<br />

Hypnotica ?<br />

Alcohol ?<br />

Ipecasiroop wordt in de Verenigde Staten, in tegenstelling tot Europa, veelvuldig gebruikt bij<br />

acute <strong>intoxicaties</strong>. Het is een doeltreffend braakmiddel, dat relatief veilig is bij een<br />

aangepaste dosis en juiste indicatiestelling. Men weet echter niet of maagspoeling dan wel<br />

toediening van ipecasiroop efficiënter is om de maag leeg te maken. Men weet evenmin<br />

welke patiënten met een acute intoxicatie klinisch nut hebben bij een maagevacuatie in het<br />

algemeen, onafhankelijk of dit gebeurt door braken of maaglavage. Het gebruik van het<br />

braakmiddel ipecasiroop (bevat het extract van de gedroogde wortel van de Cephaelis<br />

Ipecacuanha en Cephaelis Acuminata welke als voornaamste alkaloïden het emetine en<br />

cephaline bevatten), is dus controversieel na ingestie van toxische substanties. De directe<br />

irritatie van de mucosa van de maag zorgt voor hun emetische activiteit. Beiden stimuleren<br />

echter ook de medullaire chemoreceptor-trigger-zone. Recente studies tonen aan dat er<br />

geen verschil zou zijn met het gebruik van geactiveerde kool (wordt verkregen door het<br />

oververhitten en chemisch oxideren van kool zodat alle onreinheden verwijderd worden en<br />

het contactoppervlak vele malen groter wordt) alleen. Daarenboven heeft ipecasiroop een<br />

5


trage latentie, namelijk 15 tot 60 minuten en slechts 50 % van de patiënten braakt binnen de<br />

20 minuten, 90 % na 30 minuten. De gemiddelde hoeveelheid maaginhoud die terugkomt<br />

varieert tussen 19 en 62 %. Ondertussen kan<br />

de patiënt comateus worden en kan er bij braken aspiratie (dodelijker dan de meeste<br />

<strong>intoxicaties</strong>) in de longen optreden.<br />

De ipecasiropen beschreven in de Belgische farmacopee zijn bedoeld als expectorans en<br />

zijn te laag gedoseerd om een emetische werking te hebben. Indien men ipeca wil<br />

voorschrijven als braakmiddel is het aan te raden de formulering uit de Franse farmacopee<br />

IX (die 1 jaar houdbaar is) te gebruiken:<br />

Ipeca vloeibaar extract (2 % totaal alcaloïden) 7 g<br />

Glycerine 10 g<br />

Siroop q;s.p. 100 g<br />

De posologie van de siroop in de Franse farmacopee IX is als volgt :<br />

-kinderen jonger dan 1 jaar: toediening tegenaangewezen<br />

-kinderen van 12 tot 30 maand: 10 g siroop (7,5 ml)<br />

-kinderen van 30 maand tot 15 jaar: 1 gram siroop (0,75 ml) per kilogram met een maximum<br />

van 20 gram<br />

-volwassenen: 20 gram siroop (15 ml)<br />

Indien na 20 minuten nog geen braken is opgetreden mag dezelfde dosis opnieuw<br />

toegediend worden.<br />

Ipecasiroop kan een Mallory-Weiss scheur veroorzaken. Actieve kool mag volgens<br />

Lheureux gegeven worden 5 tot 10 minuten na de toediening van Ipecasiroop, zonder te<br />

wachten op de emesis.<br />

Contra-indicaties voor ipeca zijn: inslikken van etsende stoffen, schuimvormende producten<br />

en petroleumderivaten, bewusteloosheid en convulsies, patiënten die een pathologie<br />

vertonen waarbij braken tegenaangewezen is en patiënten met <strong>intoxicaties</strong> met cardioactieve<br />

stoffen als ß-receptor blokkers en verapamil (Isoptine®, -omdat de vagale prikkeling door<br />

braken ernstige bradycardie veroorzaken-, en <strong>intoxicaties</strong> met chloroquine (hartstilstand).<br />

Tenslotte dient vermeld dat misbruik van dit emeticum beschreven is bij patiënten die lijden<br />

aan anorexia nervosa.<br />

3.1.2<br />

Apomorfine kan ook braken induceren (subcutaan: 0.1 mg/kg voor volwassenen en 0.066<br />

mg/kg voor kinderen). De gemiddelde hoeveelheid maaginhoud die terugkomt varieert<br />

tussen 25 en 78 %. Apomorfine kan echter ademhalingsdepressie en verlengd braken<br />

veroorzaken, waarvoor toediening van naloxone kan nodig zijn.<br />

3.2. Maagspoeling<br />

Wanneer een maagspoeling verricht wordt, moeten eerst en vooral de mogelijke<br />

complicaties vermeden worden (‘primum non nocere’). Maagspoeling mag bij patiënten met<br />

verminderde slikreflexen of met bewustzijnsstoornissen enkel gebeuren na endotracheale<br />

intubatie en opblazen van de cuff (‘rapid sequence intubation’). Verlies niet uit oog dat een<br />

recente studie aantoont dat patiënten die geïntubeerd waren met een endotracheale tube<br />

met opgeblazen cuff en die maagspoeling ondergingen meer frequent opgenomen werden<br />

op een afdeling intensieve geneeskunde ten gevolge van aspiratiepneumonitis dan de<br />

patiënten die geen maagspoeling kregen!<br />

Maagspoeling gebeurt met een dikke sonde (16- tot 28-F bij kinderen, 36- tot 40-F bij<br />

volwassenen), de correcte positie wordt bevestigd door auscultatie, de patiënt wordt in linker<br />

laterale decubitus gelegd, de maaginhoud wordt geaspireerd vóór het spoelvocht (water of<br />

6


NaCl 0.45 %) toegediend wordt en er wordt gespoeld met hoeveelheden tot maximaal 300<br />

milliliter tot het vocht dat terugkomt klaar is 4 . Het totale volume kan variëren tussen 2 en 20<br />

liter. Maagspoeling kan ook de giftige stof verder in de dunne darm duwen zeker wanneer<br />

men spoelt met grote volumina in één keer. Volgens een reeds wat oudere studie 5 is er<br />

weinig voordeel te verwachten na maagspoeling bij geïntoxiceerde patiënten tenzij na<br />

ingestie van minder dan 1 uur en bij asymptomatische patiënten. Ook in andere recentere<br />

studies over acute <strong>intoxicaties</strong> wordt bevestigd dat maagspoeling gevolgd door actieve kool<br />

toediening niet meer effectief is dan actieve kool alleen, en dit bij de grote meerderheid van<br />

patiënten.<br />

Hoewel er zijn uitzonderingen. De potentiële risico’s moeten vergeleken worden met<br />

potentiële voordeel in iedere patiënt. Ten eerste bij massieve ingesties kan de toediening<br />

van geactiveerde kool onvoldoende zijn en is er saturatie van de actieve kool, en ten tweede<br />

sommige stoffen worden niet geabsorbeerd door actieve kool zoals minerale zuren, ijzer,<br />

lithium, alcohol, cyaniden en organofosfaatpesticiden. Ook raadden sommige auteurs aan<br />

een maagspoeling te verrichten bij sommige corrosieve agentia zoals kwikchloride, waarvan<br />

de potentiële systemische toxiciteit zo groot is dat maagspoeling verkozen wordt spijts het<br />

mogelijke gevaar van maagletsels.<br />

3.3 Actieve kool<br />

Actieve kool daarentegen is veiliger en niet-invasief. Het is reukloos, smaakloos, en een<br />

suspensie dient vers gemaakt te worden en wordt oraal of via een maagsonde toegediend.<br />

Het principe ‘hoe sneller, hoe beter’ is met dit universeel antidoot op zijn plaats.<br />

Benzodiazepines, tricyclische antidepressiva, anticonvulsiva, barbituraten en theophylline<br />

worden goed geabsorbeerd. Echter cave voor aspiratie in de long 6 .<br />

De dosis bij kleine kinderen is 15-30 g per keer, bij grote kinderen en volwassenen 50-100 g<br />

per keer. Uit in vitro studies weet men dat de drug-actieve kool ratio 10:1 is 7 . Dit wil zeggen<br />

dat bij een inname van 100 tabletten lorazepam van 2 mg slechts de toediening van 2 gram<br />

actieve kool vereist. Een inname echter van 100 tabletten Theo-Dur ® van 300 mg vereist<br />

300 g actieve kool.<br />

Door sommigen wordt aangeraden de dosis na 2 uur éénmalig te herhalen. Actieve kool mag<br />

volgens sommige studies tot 10 uur na de inname van een bepaalde hoeveelheid toxische<br />

stof gegeven worden. Sommige veronderstellen dat actieve kool zelfs mag gegeven worden<br />

bij volledige absorptie van de toxische stof in de bloedstroom omdat een<br />

concentratiegradient in de omgekeerde richting in de darm zou bewerkstelligen. Actieve kool<br />

vindt vooral zijn nut bij die producten met een laag distributievolume en lage eiwitbinding in<br />

het plasma, producten met biliaire secretie en bij actieve metabolieten die recirculeren.<br />

Echter kan het toedienen van actieve kool tegenaangewezen zijn wanneer men orale<br />

antidota toedient. Bij voorbeeld bij een paracetamolintoxicatie wordt acetylcysteïne<br />

toegediend, alhoewel controversieel zou de toediening nadien van actieve kool de Lysomucil<br />

® kunnen inactiveren 8 . Anderen raadden aan de eerste en tweede dosis N-acetylcysteine<br />

met 40 tot 50 % te verhogen, en dit vooral bij inname van grote hoeveelheden paracetamol.<br />

3.4 Gastro-intestinale dialyse<br />

In geval met stoffen met een belangrijke enterohepatische circulatie wordt aangeraden<br />

gedurende 24 à 48 uur een ‘gastro-intestinale dialyse’ uit te voeren waarbij alle 1, 2, 4 of 6<br />

uur of zelfs continu 9 de dosis actieve kool na drainage van de vorige wordt toegediend.<br />

Nevenwerkingen zijn diarree, constipatie, braken met risico op aspiratie, en een reductie van<br />

serumspiegel van de andere toegediende therapeutische medicatie.<br />

4 McDOUGAL C et al. Ann Emerg Med 1981, 10:514-517 Modifications of the technique of gastric lavage<br />

5 KULIG et al. Ann Emerg Med 1985, 14:562-567Management of acutely poisoned patients without gastric<br />

emptying<br />

6 MENZIES et al, BMJ, 1998, 297: 459-460. Fatal pulmonary aspiration of oral activated charcoal.<br />

7 FREEDMAN et al. Ann Emerg Med, 1987, 16:164-6A clinical trial using sirop of ipecac and activated<br />

charcoal concurrently.<br />

8 RENZI et al. Ann Emerg Med, 1985, 14:568-572. Concomitant use of activated charcoal and N-acetylcysteine<br />

9 Continuous nasogastric administration of activated charcoal for the treatment of theophylline intoxication<br />

Ped Pharmacol 1986, 5:241-245<br />

7


4. Antidota<br />

5. Epuratietechnieken<br />

6. Specifieke <strong>intoxicaties</strong><br />

6.1 Medicamenteuse<br />

6.1.1 Paracetamol<br />

De intoxicatie met paracetamol (Eng. Acetaminophen) – een nonsalicylaat analgeticum en<br />

antipyreticum- schijnt in een aantal landen zoals GB enorm toe te nemen. In het U.Z. Gent is<br />

er tussen 1983 en 1993 een dalende trend van <strong>intoxicaties</strong>, terwijl het aantal <strong>intoxicaties</strong> met<br />

paracetamol toeneemt. Paracetamol wordt ook populairder als analgeticum t.o.v.<br />

acetylsalicylzuur 10 . De accidentele vorm is meestal minder erg dan de zelfmoordpoging. In<br />

GB sterven er gemiddeld 200 patiënten per jaar en is intoxicatie met paracetamol de<br />

belangrijkste oorzaak van acute levernecrose. Ook in de USA stijgt het aantal van deze<br />

<strong>intoxicaties</strong> en zij maken er recent meer dan 10 % van alle opnamen voor intoxicatie uit.<br />

Paracetamol wordt vrij snel opgenomen na orale inname, zodat de piekwaarden in het serum<br />

reeds na 30-60 minuten wordt bereikt. Nochtans treedt er een vertraging op na massieve<br />

opname waarbij de piekwaarden in het bloed meestal 4 uur na de inname zijn. Paracetamol<br />

wordt door de lever gemetaboliseerd via conjugatie tot sulfonaat (52 %) en glucuronide (42<br />

%) metabolleren in therapeutische dosissen en in een klein percentage via het cytochroom<br />

P450 mixed function oxidase systeem (4 %) tot cysteïne verbindingen en mercaptuurzuren.<br />

Bij massieve inname is er een saturatie van het conjugatiesysteem en ontstaat er een epletie<br />

van gluthathion (daling tot minder dan 30 % van de normale waarden waardoor de hepatotoxische<br />

metaboliet niet meer geklaard kan worden. Deze metaboliet bindt zich aan de<br />

zwavelgroepen van de leverproteïnen (intracellulair) en veroorzaakt daarbij massieve<br />

hepatocellulaire necrose. Gelijktijdige alcoholintoxicatie schijnt de intoxicatie-effecten te<br />

verminderen door competitie met dezelfde receptoren. Kinderen schijnen blijkbaar minder<br />

gevoelig te zijn. Er is een rechtstreekse correlatie tussen de incidentie van morbiditeit en<br />

mortaliteit en de leeftijd. In geval van fulminant leverfalen treedt er ook meestel renale<br />

toxiciteit op daat het N-acetyl-o-benzoquinonimine zich ook bindt aan de tubulaire cellen van<br />

de nier. Ook werd cardiale toxiteit beschreven. De toxische dosis ligt rond de 140 mg/kg,<br />

dwz. 7.5 g bij de volwassene. Een acute paracetamolintoxicatie heeft 4 fasen:<br />

• fase 1 gedurende de eerste 30 minuten tot 24 uren na ingestie: nausea, braken, anorexie<br />

en malaise<br />

• fase 2 gedurende 24 à 72 uren een latente periode, de patiënt voelt zich goed, maar de<br />

levertesten beginnen te veranderen (SGOT, SGPT, en bilirubine stijgen), mogelijks een<br />

begin van nierinsufficiëntie, eventueel, wat pijn in rechter bovenste buikkwadrant;<br />

• fase 3 begint dan 78 uur tot 96f’ na de inname van paracetamol met anorexie, nausea,<br />

abdominale pijnen en progressief mogelijks ook asymptomatisch leverfalen,<br />

levernecrose, hepatische encefalopathie en dood;<br />

• in fase 4 wordt de leverfunctie terug normaal bij die patiënten die niet leden aan<br />

hepatische encefalopathie.<br />

Bepalingen van paracetamol in het bloed zijn belangrijk voor fase 1 diagnose, een<br />

plasmaconcentratie van paracetamol van meer dan 200 µg/ml 4 uren na de inname of meer<br />

dan 50 µg/ml 12 uur na de inname is geassocieerd met hepatotoxiciteit. Indien de<br />

plasmaspiegels minder zijn dan 150 µg/ml 4 uur na de inname of 35 µg/ml 12 uur na de<br />

inname weinig kans op hepatotoxiciteit.<br />

10 BUYLAERT et al. TvG, 1994, 50, 11 : 973-880.<br />

<strong>Acute</strong> <strong>intoxicaties</strong> met paracetamol bij volwassenen.<br />

8


Standaard therapie: maagspoeling (binnen de 2 uur), actieve kool en acetylcysteïne<br />

(Lysomucil ®: laaddosis 140-150 mg/kg (= ½ ampul/kg = 1.5 ml) IV in 15 minuten, daarna<br />

50-70 mg/kg IV over 4 uur en tenslotte 100 mg/kg IV over 16 uur. Dit moet gestart worden<br />

binnen de 16-24 uur na inname (beste resultaten indien binnen de 8 uur gestart wordt),<br />

omdat de leverbeschadiging snel optreedt. De intraveneuze toediening kan aanleiding geven<br />

tot reacties van het anafylactoïde type (behandeling H1-antihistaminicum). Sommigen starten<br />

profylactisch vooraleer enige spiegel gekend is. Het antidotum kan ook even effectief per os<br />

(via nasogastrische sonde of opgelost in fruitsap – smaak verdwijnt doch niet de geur)<br />

gegeven worden, 140 mg/kg laaddosis en daarna 4 alle uur 70 mg/kg 17 maal (= 72 u<br />

regime). Dagelijks bepalen van SGOT, SGPT, bilirubine en PTT. Goede vochttherapie.<br />

Geforceerde diurese niet aanbevolen (slechts 5 % van paracetamol wordt geexcreteerd in de<br />

urine). Eventueel vitamine K, FFP of stollingsfactoren toedienen. Bij zeer hoge dosissen<br />

eventueel hemoperfusie, verder levertransplantatie: doch dit blijft experimenteel.<br />

6.1.2 Anticholinergica<br />

Verschillende stoffen kunnen bij overdosis en sterk anticholinergisch effect hebben.<br />

Volgende stoffen hebben een anticholinergische werking: belladonna alkaloïden (atropine,<br />

scopolamine), antihistaminica, tricyclische antidepressiva, fenothiazine tranquillizers,<br />

sommige anti-parkinsonmiddelen en bepaalde planten. Hun symptomencomplex noemt<br />

‘anticholinergisch syndroom’. Centrale symptomen van toxiciteit : angst, tremors gaande tot<br />

convulsies, coma, sinustachycardie met eventueel hypotensie tot gevolg, cardiopulmonaal<br />

falen en dood. Perifere toxiciteit: mydriasis met wazig zicht, verminderde lichaamsecreties<br />

(droge mond, warme droge huid), hyperthermie, erythema, tachycardie, urineretentie en<br />

verminderde gastro-intestinale motiliteit.<br />

Behandeling: eventueel maagspoeling tot 12 uur na de inname, verder gastro-intestinale<br />

dialyse – ivm. enteroenterale kringloop – met actieve kool met een purgeermiddel, cardiopulmonaire<br />

supportieve therapie (aritmieën niet behandelen zolang er geen hemodynamische<br />

weerslag is) en monitoring voor stuipen. Vermijden van medicatie met<br />

anticholinerge werking (kinidine, disopyramide en procaïnamide). Antidoot: fysostigmine<br />

(Antilirium ® in een dosis van 0.5 tot 2 mg intraveneus onder ECG monitoring, aan een<br />

snelheid van 1 mg per minuut. Eventueel te herhalen na 20 minuten. Met fysostigmine kan<br />

de kans op convulsies toenemen, daarom raden sommige het gebruik ervan af. Het zou<br />

geen effect hebben op het mechanisme dat het leven van de patiënt bedreigt. Fysostigmine<br />

verdrijft ook diazepam uit zijn bindingsplaatsen.<br />

6.1.3 Antidepressiva<br />

Tricyclische antidepressiva (amitryptiline (Redomex ®, doxepine (Sinequan ®), imipramine<br />

(Tofranil ®) worden frequent voorgeschreven voor depressie. Intoxicaties komen de laatste<br />

tijd meer voor met een globale mortaliteit van 3 %. Ze worden snel opgenomen uit het<br />

maagdarmkanaal en via de lever gemetaboliseerd. De symptomen bij een overdosis ten<br />

gevolge van antidepressiva zijn zowel te wijten aan hun anti-cholinergisch en kinidine-like<br />

effect, als aan hun vermogen om de re-uptake van catecholamines te blokkeren ter hoogte<br />

van het adrenergisch neuron. Een overdosis kan levensbedreigende cardiale aritmieën<br />

veroorzaken zoals ventriculaire tachycardie, flutter en fibrillatie, met hypotensie en shock.<br />

ECG monitoring is een must (indien er geen atrioventriculaire geleidingsstoornissen zijn en<br />

geen sinustachycardie neemt men aan dat er geen cardiotoxiciteit is). QRS- complex > 0.1<br />

seconde is een teken van toxiciteit. Heel erge toxiciteit wordt gekenmerkt door hallucinaties,<br />

hyperpyrexia, convulsies en coma. Gefixeerde gedilateerde pupillen zijn niet noodzakelijk<br />

een teken van hersenbeschadiging. Uitgestelde complicaties zijn naast aritmieën, myocardinfarct,<br />

motorische en sensorische polyneuropathie, hepatotoxiciteit en coma. Dood treedt<br />

soms op 3 tot 7 dagen na de inname van de tricyclische antidepressiva bij patiënten die<br />

ogenschijnlijk gerecupereerd waren. Weefselconcentraties zijn meestal 10 maal hoger dan<br />

de plasmaconcentratie, dus een hoge weefselbinding en 3 tot 10 % wordt dagelijks<br />

geëxcreteerd via de urine. Halfwaardetijd tussen 10 tot 30 uur.<br />

Behandeling : vooreerst algemene supportieve maatregelen zoals vochttoediening en<br />

inotropica bij hypotensie en gastrointestinale dialyse wegens enterohepatische circulatie.<br />

Fysostigmine 2 mg intraveneus (blijft controversieel); wanneer echter de aritmieën niet<br />

9


eantwoorden aan fysostigmine, kan fenythoïne (Diphanthoïne ® als effectief alternatief<br />

toegediend worden. Fysostigmine kan de geleidingsstoornissen verergeren en zelfs plotse<br />

asystolie uitlokken. Convulsies die niet beantwoorden aan fysostigmine kunnen behandeld<br />

worden met diazepam (Valium ®). Dikwijls moet natriumbicarbonaat (kan QRS complex<br />

terug versmallen, hypotensie oplossen en ritmestoornissen verminderen wanneer pH > 7.5)<br />

als adjuverende therapie gegeven worden. Hemodialyse en/of hemoperfusie weinig zinvol<br />

gezien de sterke proteïne- en weefselbinding.<br />

De MAO-remmers of MAO-inhibitoren (bv. Niamid ®) zijn antidepressiva die gebruikt worden<br />

bij atypische depressies en zware depressie niet reagerend op tricyclische antidepressiva.<br />

Ze kunnen hypertensie veroorzaken zo samen toegediend met sympatomimetische<br />

medicatie of voedsel dat bepaalde amines (tyramine) bevat. De symptomen verschijnen<br />

gewoonlijk na 12 uur, met een piekeffect na 24 uur. Er is dus eerst een asymptomatische<br />

periode, vooraleer de symptomen van centraal zenuwstelsel stimulatie en autonome excitatie<br />

optreden. Minder erge symptomen: flush, diaforesis, lichte koorts, tachycardie, hoofdpijn,<br />

slaperigheid of excitatie, prikkelbaarheid, hyperreflexie, tremor, salivatie, mydriase en<br />

nystagmus. Erge symptomen: delirium (met hallucinaties, verwardheid), koorts rillingen,<br />

fasciculaties, myoclonus, tachycardie en hypertensie. De fase van centraal zenuwstelsel<br />

excitatie wordt gevolgd door een centraal zenuwstelsel depressie en cardiovasculaire<br />

collaps. Dood door stuipen en aritmie (tot asystolie). Ook hemolyse, coagulopathie en renaal<br />

nierfalen.<br />

Behandeling: maagspoeling, actieve kool, monitoring zelfs bij asymptomatische patiënten,<br />

verder supportieve therapie, bij hypotensie eerst proberen met volume-expansie, indien<br />

refractair, inotropica doch cave hypertensieve crisis. Misschien geniet noradrenaline de<br />

voorkeur omdat hij een directe werking heeft. Bij hypertensie: fentotamine (Regitine ® 5 mg<br />

IV).<br />

6.1.4 Fenothiazinen<br />

Tot deze groep behoren o.a. chloorpromazine (Largactil ®), promazine (Prazine ®), enz.<br />

Anticholinergisch effect en cardiovasculaire complicaties cfr. tricyclische antidepressiva, met<br />

uitzondering van de pin-point pupillen en de hypothermie. Een bijkomend symptoom is één<br />

van de bijwerkingen: het extrapyramidale syndroom (Parkinson dyskinesia).<br />

Behandeling: idem als de antidepressiva.<br />

6.1.5 Lithium<br />

Lithium is een psychotherapeutisch agens dat gebruikt wordt bij manisch-depressieve<br />

psychosen (bipolaire stoornissen). Het werd reeds geïntroduceerd in 1949 door CADE. Een<br />

belangrijk nadeel is echter de nauwe therapeutische index (0.7 tot 1.2 mEq/L). <strong>Acute</strong><br />

overdosering van lithium leidt tot 25 % mortaliteit. Neurologische restletsels of<br />

nierinsufficiëntie traden op in 10 % van de gevallen.<br />

Chronische intoxicatie geeft 9 % mortaliteit. De meeste risicofactoren 11 voor het ontstaan van<br />

een lithiumintoxicatie hebben grotendeels te maken met een verhoogde reabsorptie van<br />

lithium ter hoogte van de proximale niertubulus. De belangrijkste factoren die deze<br />

reabsorptie stimuleren zijn natrium- (dieet, braken, diarree,…) en/of volumedepletie<br />

(dehydratatie). Ook voorafbestaande nierinsufficiëntie en bepaalde geneesmiddelen<br />

(NSAID’s, diuretica, tetracycline en ciclosporine) behoren tot de risicofactoren.<br />

Chronische inname leidt soms tot toxische spiegels en de levensbedreigende verwikkelingen<br />

worden voornamelijk gezien bij de chronische intoxicatie.<br />

De ernst van de symptomatologie is meestal evenredig met de serumspiegel.<br />

11<br />

DE RIDDER K. et al., Therapeutisch beleid bij een lithiumintoxicatie, Tijdschr. Voor Geneeskunde, 58, nr.<br />

11, 2002 , 769<br />

10


Volgende neurologische symptomen doen zich voor:<br />

• bij een lichte intoxicatie (1.5-2.5 mEq/l): zwakheid, moeheid, lethargie, lichte tremor en<br />

verwarring;<br />

• bij een middelmatige intoxicatie (2.5-3.5 mEq/l): ataxie, meer zwakheid en tremors,<br />

dysartrie, wazig zicht en slaperigheid;<br />

• bij een ernstige intoxicatie (> 3.5 mEq/l): rusteloosheid, verwarring, extrapyramidale<br />

verschijnselen, spierfasciculaties, nystagmus, convulsies, stupor en coma.<br />

Cardiovasculaire symptomen zijn zeldzaam ernstig bij chronische <strong>intoxicaties</strong>: aritmieën,<br />

hypotensie, interstitiële myocarditis, op ECG ziet men verlenging van QT interval en<br />

omgekeerde T golven van V4 tot V6.<br />

Gastro-intestinaal: nausea, braken en diarree.<br />

Verder soms nefrogene diabetes insipidus (polyurie en secundaire polydipsie), huidulceraties<br />

en leucocytose.<br />

Behandeling van de acute intoxicatie: maagspoeling en actieve kool is zinloos.<br />

Polyethyleenglycol als gastro-intestinaal decontaminatiemiddel zou wel doeltreffend zijn.<br />

Goede vochtbalans onderhouden (geforceerde diurese om de renale uitscheiding te<br />

stimuleren), eventueel natriumbicarbonaat en acetazolamide (Diamox ®) om de lithium<br />

reabsorptie in de proximale renale tubuli te verminderen.<br />

Lithium is een klein ion zonder plasmaeiwitbinding en is dus gemakkelijk te dialyseren.<br />

Hemodialyse (intermittent of via een continue techniek) is geïndiceerd bij symptomatische<br />

<strong>intoxicaties</strong> boven 3,5 mEq/l. Lithium is immers de best gekende dialyseerbare medicatie<br />

(extractie meer dan 90 %).<br />

Neurologische symptomen, die ondanks therapie na zes maanden nog altijd aanblijven, zijn<br />

meestal definitief 12 .<br />

6.1.6 Benzodiazepines<br />

Benzodiazepines worden snel en volledig geresorbeerd uit de gastrointestinale tractus na<br />

orale inname. Zij binden aan albumine in het plasma en hebben een belangrijke distributie in<br />

de weefsels welke afhankelijk is van hun vetoplosbaarheid. Bijna alle benzodiazepines<br />

worden via de lever gemetaboliseerd via oxidatie en conjugatie. Diazepam (Valium ®)<br />

ondergaat een zeer belangrijke enterohepatische circulatie. Zij potentiëren de inhibitorische<br />

effecten van de GABA neurotransmittoren mar zijn zelf geen GABA-mimetica. Zelfs in vrij<br />

hoge doses geven zij belangrijke sedatie zonder opmerkelijke cardiovasculaire instabiliteit.<br />

De klinische symptomen bij overdosage zijn duizeligheid, ataxie, nystagmus en zwakte.<br />

Bij ernstige symptomen met centraal zenuwstelseldepressie dient steeds aan andere<br />

eventueel ingenomen producten gedacht te worden. De therapie is zuiver supportief. Enkele<br />

jaren geleden werd een specifieke antagonist op de markt gebracht, namelijk flumazine<br />

(Anexate ®). Het is een specifieke competitieve benzodiazepine-antagonist of antidoot dat<br />

het benzodiazepine-GABA-chloride complex verplaatst en zo in geval van erge intoxicatie<br />

met groot succes kan gebruikt worden. Meestal volstaat 1 mg (trage titratie) bij de zuivere<br />

benzodiazepine intoxicatie. Alle patiënten werden terug bewust in enkele minuten. Hersedatie<br />

ontstond in 65 % van de behandelde patiënten, gewoonlijk 0.5-3 uur na de eerste<br />

dosis. Herhaalde toedieningen (0.2-2 mg) waren soms nodig wegens het korte halfleven (54<br />

minuten), of een continu infuus (0.1-0.5 mg) om de patiënt volledig bewust te houden. Het<br />

zou geen noemenswaardige cardiale nevenwerkingen hebben bij trage injectie.<br />

Nevenwerkingen: angst, agitatie komt voor bij één derde van de patiënten. Bij snelle<br />

toediening werd ventrikelfibrillatie beschreven.<br />

12 GROLEAU G., Lithium toxicity. Emerg Med Clin North AM 1994; 12:511-531<br />

11


6.1.7 Salicylaten<br />

Analgeticum, antipyreticum en antiflogisticum. De salicylatenintoxicatie kan voorkomen als<br />

een acute of chronische intoxicatie. Minder dan 150 mg/kg gewoonlijk geen toxiciteit. De<br />

toxische lethale dosis is vanaf 480 mg/kg (= 20-30 g). De metabole veranderingen zijn (high<br />

anion gap) metabole acidose (snel bij kinderen een ketose) welke veroorzaakt wordt door<br />

een ontkoppeling van de oxidatieve fosforylatie (cellulaire hypoxie), inhibitie van de cyclus<br />

van Krebs en een inhibitie van het aminozuur metabolisme. De acidose veroorzaakt een shift<br />

van de salicylaten van het extracellulaire compartiment naar de cellen, vooral aan deze van<br />

de hersenen. Daarnaast heeft men een verhoogde gluconeogenesis en glycolyse wat het<br />

vetzuurmetabolisme stimuleert met productie van ketonen. Er treedt vroegtijdig een<br />

hyperglycemie op gevolgd door hypoglycemie als de voorraden van glycogeen uitgeput zijn.<br />

Soms is er een belangrijke hypoglycemie in cerebrospinaal vocht ondanks normale<br />

glycemiewaarden in het bloed. Daarnaast ook respiratoire alkalose door een directe<br />

stimulatie van het ademhalingscentrum (meer bij kinderen boven de 4 jaar en volwassenen)<br />

echter wel gevolgd door een metabole acidose. Verder nefrotoxiciteit en cardiovasculaire<br />

collaps.<br />

Kliniek: braken (rechtstreeks door inwerking op de maag als door centrale stimulatie),<br />

vochtverlies (door braken, hyperventilatie, verhoogde warmteproductie) met eventueel<br />

deshydratatie, tinnitus en gehoorstoornissen (door directe ototoxiciteit), hyperventilatie, soms<br />

paradoxale hyperthermie met blozen uiterlijk en warme extremiteiten, onrust of lethargie,<br />

bloedingsstoornissen (plaatjesaggregatieremming, verminderde protrombinevorming), coma<br />

en convulsies. Voor bevestiging van de diagnose > 35 mg/100 ml tenminste 6 uur<br />

(piekwaarde) na de inname. Seriële bloednames zijn interessant voor de evaluatie van de<br />

behandeling, alhoewel ze niet altijd correleren met de ernst van het klinisch beeld. Plasmaspiegels<br />

van 0 tot 10 mg% geassocieerd met analgesie, 10-20 mg% adequate rheumathoïde<br />

arthritis therapie, salicylisme 18-25 mg% en hyperventilatie > 38 mg%.<br />

Behandeling: maagspoeling, geactiveerde kool, corrigeren van hypovolemie, deshydratatie,<br />

electrolyten en de acidose, verhogen van de eliminatie door geforceerde diurese (70-80 %<br />

eliminatie via de urine) met mannitol (vermindert het plasmahalfleven van de salicylaten) met<br />

alkalinisatie (pH urine > 8), hemodialyse en hemoperfusie in ernstige gevallen, de<br />

plasmaspiegel is dan > 100 mg%, bij overvulling (hart en nierpatiënten) en bij refractaire<br />

acidose met neurologische toxiciteit. Eventueel transfusie bij een bloeding en vitamine K1.<br />

6.1.8 Barbituraten<br />

De barbituraten worden ingedeeld in langwerkende (fenobarbital, Gardenal ®, Sanalepsi ®,<br />

primidone, Mysoline ®, kort- en ultrakortwerkende die gebruikt worden in de anesthesie. De<br />

introductie van de benzodiazepines als slaapmiddel deed hun gebruik fel verminderen.<br />

Sommige anti-epileptica bevatten nog barbituraten (Methoïne ®, Venthoïne ®).<br />

De fatale dosis van fenobarbital is 6 tot 10 g. De inname van alcohol samen met de<br />

barbituraten heeft een synenergisch effect op de depressie van het centraal zenuwstelsel.<br />

Symptomen van een overdosis: depressie van het centraal zenuwstelsel en het<br />

cardiovasculair stelsel. Milde <strong>intoxicaties</strong> gelijke op een intoxicatie met alcohol, terwijl de<br />

erge <strong>intoxicaties</strong> gaan van stupor tot coma, met vermindering en zelfs verlies van de diepe<br />

peesreflexen. In het begin van de intoxicatie zijn de pupillen in miosis en lichtreactief, in een<br />

later stadium ontstaat een hypoxische paralytische pupildilatatie. De ademhaling vertraagt<br />

snel, of er ontwikkelt een Cheyne-Stokes ademhaling. Eventueel hypoxie en hypercapnie.<br />

De bloeddruk daalt tgv. De inwerking op de autonome functie van de hersenstam, maar ook<br />

door cardiale instabiliteit en inhibitie van de vasculaire gladde spieren. Klassieke symptomen<br />

van een patiënt in shock: zweten, snelle zwakke pols, koude en klamme huid,<br />

hmeoconcentratie en oligurie. Hypothermie is frequent aanwezig (temperatuur te meten<br />

rectaal). Blaren op de huid ter hoogte van de drukzones ontstaan er bij 6.5 % van de<br />

patiënten. Soms myoglobinurie. Overlijden in eerste stadium door cardiorespiratoir arrest, in<br />

een later stadium door ciruclatoir collaps, acute nierinsufficiëntie, bronchopneumonie,<br />

atelectase, longabces, longoedeem en hersenoedeem.<br />

12


Behandeling: maagspoeling binnen de 4 (tot 8 uur, soms weinig gastrointestinale motiliteit en<br />

impactie van medicale bv. fenobartibal, dan gastroscopische verwijdering) uur gezien de<br />

snelle resorptie van de barbituraten, en geactiveerde kool, verder supportieve<br />

cardiorespiratoire therapie met volume-expanders, vaso-actieve medicatie, intubatie,<br />

beademing …, voor de hypothermie gebruik van ‘ruimtedeken’ of indien nodig actief<br />

opwarmen. Verder geforceerde alkalische diurese, hemodialyse en hemoperfusie. Cave bij<br />

barbituraat<strong>intoxicaties</strong> is een iso-electrisch EEG geen reden om te stoppen met de therapie.<br />

6.1.9 ß-blokkers<br />

Deze grote groep met als type voorbeelden, propanolol, metroprolol … blokkeren min of<br />

meerdere mate de ß1- en ß2-stimulatie. Symptomen vooral hypotensie, bradycardie,<br />

convulsies, coma en perifere cyanose. Hyperglycemie is zeldzaam maar zeker een probleem<br />

bij kinderen en diabetici. Cardiogene shock, intraventriculaire geleidingsstoornissen en plotse<br />

asystolie zijn de belangrijkste complicaties. De ß-blokkers met een intrinsiek adrenerge<br />

activiteit (pindolol en oxyprenol) geven soms een onverwacht matige tachycardie en<br />

hypertensie.<br />

Behandeling: standaard supportieve therapie, maagspoeling en actieve kool, anti-aritmicum<br />

xylocaïne (geen kinidine, procaïnamide of disopyramide), naast een voorlopige pacemaker is<br />

de eerste keus medicatie glucagon, zelfs meer aangewezen dan atropine en dopamine. Het<br />

heeft een positief inotroop en chronotroop effect. Het werkt via zeer specifieke<br />

glucagonreceptoren in het myocard welke zelfs bij massieve ß-blokker intoxicatie<br />

beschikbaar blijven. Aanvangsdosis is 2 tot 5 mg intraveneus, te herhalen indien nodig.<br />

Continu infuus is mogelijk 1-5 mg/uur, getitreerd aan het effect. Het vaatbed moet optimaal<br />

gevuld zijn vooraleer met glucagon te starten.<br />

Nevenwerkingen: persisterend braken en hyperglycemie.<br />

6.1.10 Digitalisintoxicatie<br />

De digitalisintoxicatie gebeurt ofwel acuut (suicide, kinderen) ofwel chronisch door het<br />

nemen van de onderhoudsdosis. In ziekenhuismilieu zou er bij patiënten die digitalisproducten<br />

krijgen toxische spiegels aanwezig zijn bij 4 tot 35 % van de patiënten.<br />

Verschillende factoren predisponeren tot digitalisintoxicatie: hogere leeftijd, vermindering van<br />

de nierfunctie, hartziekten, electrolytenstoornissen zoals hypokaliemie, hypercalcemie,<br />

hypomagnesemie, acidose en alkalose, endocriene stoornissen (hypothyroïdie) en<br />

interacties met andere medicatie (diuretica, corticoïden …). Digitoxine en digoxine hebben<br />

respectievelijk een halfleven van 4 tot 6 dagen en 36 uren, en een werking van 2 tot 3 weken<br />

en 3 tot 6 dagen. Anorexie is het eerste teken van intoxicatie, andere symptomen zijn<br />

nausea, braken en abdominale pijn. Bradycardie, hartblok van eerste graad tot een compleet<br />

hartblok, supraventriculaire en ventriculaire aritmieën en hartstilstand zijn de cardiale<br />

symptomen. Labo: hyperkaliemie door blokkering van het Na-K ATP-ase door digoxine.<br />

Behandeling: Algemene supportieve behandeling, maagspoeling en actieve kool, monitoring<br />

van electrolyten en cardiale activiteit, eventueel kalium en anti-aritmica (voorkeur fenothoïne,<br />

naast lidocaïne en amiodarone 5 mg/kg in bolus en daarna 900 mg/24 uur in continu infuus)<br />

toedienen of voorlopige pacemaker. Recent beschikken we over de dure digoxine-specifieke<br />

antilichamen (Digitalis Antidot BM® Boehringer-Mannheim), voor de behandeling van een<br />

acute en chronische intoxicatie. Het zijn digoxine-specifieke Fab antilichamen, gemaakt van<br />

IgG immunoglobulinen – waarvan de Fc fragmenten afgesplitst zijn door papaïne en<br />

gescheiden worden door chromatografie – van schapen gesensitiseerd aan digoxine.<br />

Deze antilichamen zijn niet monoclonaal, zij komen dus niet van één lijn van cellen Zij<br />

bezitten per Fab fragment één bindingsplaats met een affiniteit voor één molecule digoxine<br />

of digitoxine die hoger is dan die van het digitalispreparaat voor de receptor in het hart.<br />

Digoxine word dus als het ware weggetrokken van zijn andere bindingsplaats. Deze Fab<br />

fragmenten worden geëxcreteerd door de nier. Zij zijn niet sterk antigeen op voorwaarde dat<br />

het preparaat zuiver is. Aangeraden wordt de behandeling slechts éénmaal te doen bij één<br />

patiënt, hypersensiviteit en anafylaxis zou een probeem kunnen zijn. Volgens de bijsluiter<br />

moeten allergietesten voor het begin van de behandeling uitgevoerd worden. Eén ampul of<br />

vial bevat 40 mg en 40 mg bindt 0.6 mg digoxine. (Voor digitoxine zou meer nodig zijn). De<br />

indicaties zijn levensbedreigende ritmestoornissen en hyperkaliemie (> 5 mEq/l) en een<br />

13


digoxinespiegel van meer dan 20 µg/l. Het wordt traag intraveneus toegediend (na een<br />

testdosis van 2 mg, en verdund in 100 ml glucose 5 % over 15 minuten), het geeft een snelle<br />

verbetering (< 30 min.) van ritmestoornissen. Een de antilichamen toegediend zijn heeft het<br />

meten van digoxine in het bloed geen zijn meer, gezien de exogene Fab fragmenten<br />

interfereren met het onderzoek. Zo de volledige dosis voor het binden digoxine niet<br />

beschikbaar is, heeft een partiële behandeling zelfs zin. Nevenwerkingen: mogelijks<br />

hypokaliemie door shift van het kalium naar intracellulair.<br />

6.1.11 Theofylline-intoxicatie<br />

Methylxanthines hebben een structuur die gelijkt op cafeïne. Theofylline het meest gebruikte<br />

van deze xanthines as bronchodilator wordt voor 60 % gebonden aan proteïnen. Alleen het<br />

vrije theofylline is farmocologisch actief. De serumwaarden geven het vrije en gebonden<br />

theofylline weer. Theofylline wordt gemetaboliseerd door de lever, waarbij het in<br />

therapeutische concentratie een ‘eerste orde’ kinetiek volgt. Boven de 10 µg/ml en wanneer<br />

de enzymesystemen verzadigd geraken gebeurt metabolisatie via de ‘nulde orde’ kinetiek.<br />

Het heeft een nauwe therapeutische index. Toxiciteit wordt door verschillende factoren<br />

bepaald: verhoogde dosis, gedaalde leverfunctie, ouderdom (> 60), leveraandoeningen,<br />

CARA, cor pulmonale, hartdecompensatie, koorts, virale aandoeningen, influenza, vaccinatie<br />

en een belangrijk aantal medicamenten waaronder cimetidine (Tagamet®), erythromycine en<br />

niet-cardioselectieve ß-blokkers. Symptomen: nausea, braken, diarree, tremoren, irritabiliteit,<br />

polyurie, tachycardie, dan tachypnee en hoofdpijn die pas optreden vanaf 20 à 35 µg/ml. In<br />

geval van ernstige intoxicatie treden er meestal supraventriculaire en ventriculaire<br />

ritmestoornissen, hypotensie, convulsie, coma en zelfs plotse hartstilstand op. In sommige<br />

reeksen wordt een mortaliteit beschreven van 50 % indien er convulsies optreden en bij de<br />

overlevenden hersenbeschadiging. Hypokaliemie, hyperglycemie, leucocytose, respiratoire<br />

alkalose, metabole acidose, hypomagnesemie en hypofosfatemie kunnen allen voorkomen.<br />

Behandeling: maagspoeling, actieve kool, gastrointestinale dialyse, hemoperfusie over een<br />

houtskoolfilter, behandeling van ritmestoornissen en de convulsies die grote dosissen<br />

diazepam vereisen, soms zelfs Pentothal® infuus.<br />

6.2 De pesticiden<br />

De pesticiden (insecticiden, fungiciden, rodenticiden en herbiciden) zijn stoffen voor de<br />

preventie, uitroeiing en afstoting van insecten, knaagdieren, schimmels, onkruid en andere<br />

vormen van planten en ongedierte. De pesticiden bestaan uit de koolwaterstoffen,<br />

organofosfaten, de carbamaten.<br />

6.2.1 De koolwaterstoffen<br />

Tot de koolwaterstoffen behoort DDT. Deze stoffen zijn toxisch voor het centraal<br />

zenuwstelsel, de lever, de nieren en het hart. Zij blijven lang aanwezig in het vetweefsel en<br />

het duurt 6 maand vooraleer men terug een nul concentratie heeft.<br />

Symptomen: vermoeidheid, zwaartegevoel en pijn in de benen, hoofdpijn, prikkelbaarheid,<br />

verwardheid, duizeligheid, nausea, braken, convulsies en coma. Convulsies worden soms<br />

voorafgegaan door ataxie, spierspasmen en fasciculaties. De grootste doodsoorzaak bij een<br />

acute intoxicatie is ventrikelfibrillatie.Bij een chronische intoxicatie heeft men anorexie,<br />

levernecrose, en renaal lijden. Behandeling: maagspoeling, actieve kool, convulsies worden<br />

met standaardtherapie (diazepam) behandeld. Melk mag zeker niet gegeven worden daar<br />

het de absorptie vermeerdert. De koolwaterstoffen dringen door de huid, daarom<br />

verwijdering van de gecontamineerde klederen.<br />

6.2.2 De organofosfaat<strong>intoxicaties</strong><br />

Tot de organofosfaat-pesticiden behoort malathion, parathion, menniphos, phosphamidon,<br />

methidaton. Het zijn onstabiele chemische stoffen met een snelle hydrolyse en dus weinig<br />

accumulatie in het milieu. Deze stoffen worden geklasseerd als de irreversibele inhibitoren<br />

14


van cholinesterase. Inhibitie van dit enzyme heeft een accumulatie van acetylcholine aan de<br />

synapsen (aanwezig in de terminale einden van de postganglionaire parasympatische<br />

zenuwen, de myoneurale juncties en aan beide parasympatische en sympatische ganglia) tot<br />

gevolg.<br />

Absorptie gebeurt vooral via de huid en ademhalingswegen daarnaast de conjunctivae, de<br />

mucosa, oraal en zelden via injectie. Toxiciteit ontstaat door stimulatie van de muscarine en<br />

nicotine synapsen van het cholinergisch zenuwstelsel en het centraal zenuwstelsel. De<br />

symptomen kunnen afgekort worden als SLUD: salivatie, lacrimatie, urineverlies en<br />

defecatie. Een ander geheugensteuntje is DUMBELS: diarree, urine, miosis,<br />

bronchospasme, emesis, lacrimatie en salivatie. Andere symptomen: bradycardie, zweten,<br />

nausea, spierzwakte, convulsies, coma, en dood. Er zijn drie graden van ernstigheid:<br />

stadium I bewuste patiënt met de muscarine symptomen, stadium II beneveling, muscarine<br />

en nicotine symptomen (o.a. fasciculaties) en stadium III coma met convulsies, meer<br />

muscarine en nicotine symptomen en respiratoire paralyse. Bevestiging van de diagnose<br />

gebeurt door de bepaling van de cholinesterase concentratie in de rode bloedcel (= ware<br />

cholinesterase), deze daalt met 50 % of meer, soms ook een daling van<br />

pseudocholinesterase (lever of serumcholinesterase), het labo toont verder een niet-ketonen<br />

hyperglycemie en glucosurie en hypokaliemie. De behandeling bestaat uit voldoende lange<br />

monitoring, cardiopulmonaire (mond-op-mond ademhalingverbod) supportieve therapie en<br />

de verwijdering van secreties uit de luchtwegen, eventueel toediening van zuurstof.<br />

Eventueel maagspoeling en actieve kool. Atropine is het eerste keus product als<br />

begintherapie, 2 tot 5 mg alle 5 tot 10 minuten tot het zweten van de salivatie verdwijnen<br />

(correctie van de muscarine-verschijnselen), dosissen tot 2 g werden gegeven. Atropine<br />

wordt voldoende lang toegediend tot 24 u na het compleet verdwijnen van de muscarine<br />

symptomen. Obidoxime (Togogonine®, binnen de 8 – 36 uur) 250 mg intraveneus eventueel<br />

iedere 2 uur te herhalen gedurende 24 uur maximum. Pralidoxime (Contrathion®, ook een<br />

cholinesterase reactivator, kan gegeven worden met de atropine bij ernstige <strong>intoxicaties</strong>. De<br />

initiële dosis is 4.42 mg/kg bij volwassenen, verder 2.24 mg/kg in continu infuus. De<br />

reactivatie van de cholinesterasen door de oximes gebeurt vooral ter hoogte van<br />

neuromusculaire junctie en niet ter hoogte van het centraal zenuwstelsel. Anticonvulsiva<br />

(diazepam) kunnen nodig zijn. Decontaminatie van de huid met zeep en water verwijderen<br />

van de klederen zijn noodzakelijk. Medisch personeel in contact met de patiënt draagt<br />

handschoenen en beschermkledij en vermijdt contact met mucosae en conjunctivae. Verder<br />

intraveneuze vochttoediening, antibiotica voor pulmonaire infectie. Geen theofylline,<br />

fenothiazines, reserpine en opoïden en cave succinylocholine. Er kunnen blijvende<br />

neurologische letsels zijn na een organofosfaatintoxicatie. Verder minimale effecten op de<br />

leverfunctie, stollingsstoornissen, dermatologische aandoeningen, effecten op de foetus en<br />

bronchiaal astma. Monitoring gedurende 4 dagen op een dienst Intensieve Geneeskunde<br />

voor de laattijdige complicaties (cfr. infra: intermediair syndroom).<br />

De laatste jaren heeft men veel aandacht besteed aan de neurologische aspecten. 13<br />

Trifasische effecten:<br />

a. acute effecten<br />

- acute cholinerge crisis<br />

- acuut centrale zenuwstelselsyndroom<br />

- acute myopathie (spiercelnecrose thv. diafragma, in mindere mate thv. de ledematen)<br />

b. chronische effecten<br />

- organophosphate induced delayed polyneuropathie (OPIDN)<br />

na 2 à 5 weken na blootstelling<br />

krampen met nadien spierzwakte in de distale spieren van de ledematen met<br />

hyporeflexie, sensiebele stoornissen, soms pyramidale tekenen<br />

herstel binnen de 6 à 12 maanden<br />

13 NAEGELS S. et al, TvG, 1995, 51, 1 : 37-42. Intoxicatie door cholinesterase inhibitoren.<br />

15


- chronische centraalzenuwstelsel syndromen<br />

stoornissen in het geheugen, affect en libido<br />

pseudobulbair syndroom<br />

extrapyramidale verschijnselen<br />

neuropsychiatrische dysfunctie<br />

cerebellair syndroom<br />

c. intermediair syndroom<br />

- na de acute cholinerge crisis en voor de aanvang van de ‘delayed polyneuropathy’<br />

- paralytisch syndroom beschreven in 1987 door Senanayake en Karalliedde 14<br />

- 24 tot 96 u na de acute intoxicatie<br />

- klinisch beeld gekenmerkt door uitval van de craniale zenuwen, ademhalingsinsufficiëntie<br />

die intubatie en beademing noodzakelijk maakt, zwakte van de<br />

proximale lidmaatspieren en zwakte van de halsflexoren<br />

- herstel binnen de 5 tot 18 dagen<br />

In de USA 10 % mortaliteit bij de volwassene en 50 % bij de kinderen.<br />

In 1936 slaagde slaagde het Duitsland van Hitler erin TABUN (GA) en SARIN (GB) te<br />

vervaardigen, stabiele stoffen die behoren tot de cholinesteraseremmers. Het mag een<br />

mirakel heten dat de Führer van deze wapens nooit gebruik heeft gemaakt tijdens de tweede<br />

wereldoorlog.<br />

Er was niets ongewoons aan de menigten die zich in de ochtend van 20 maart 1995 in het<br />

spitsuur van Tokio naar hun werk haastten. In de metro begaven ordelijke stromen mensen<br />

zich met liften en via ondergrondse ruimten naar hun perrons om een plaatsje in de trein te<br />

vinden. Maar onder deze reizigers waren er vijf personen die tijdens de reis werk te doen<br />

hadden, en niet op weg waren daarnaartoe. Het waren de leden van de apocalyptische<br />

religieuze sekte Aum Shinrikyo (Hoogste Waarheid). Hun opdracht was zoveel mogelijk van<br />

hun medepassagiers om te brengen. De vijf terroristen namen treinen die allemaal tussen<br />

8.09 en 8.13 op het station van Kasumigeseki moesten aankomen. Boven dit station ligt een<br />

cluster van overheidsgebouwen. De sekteleden hadden pakjes bij zich, verpakt in bruin<br />

papier. Eénmaal aan boord legden ze die onder hun stoel en gebruikten ze de punt van hun<br />

paraplu om er gaten in te prikken. Uit de pakjes ontsnapte dodelijk SARIN-gas met een<br />

zwakke geur in de coupés. Na ongeveer 15 seconden bespeurden passagiers in de directe<br />

omgeving de eerste effecten. Ze vielen neer, duizelig, brakend, boerend, incontinent.<br />

Sommigen bezweken aan stuiptrekkingen en stierven. Twaalf mensen vonden de dood,<br />

5000 raakten gewond. Als de terroristen geen gebrekkige partij SARIN hadden gebruikt en<br />

het effectiever hadden verspreid, had hun aanslag tienduizenden mensen het leven kunnen<br />

kosten. De Aum hadden gedaan wat men wist dat mogelijk was, maar waarvan men had<br />

gedacht dat niemand zover zou gaan.<br />

6.2.3 De carbamaten<br />

De carbamaten (propoxur, Baygon®) zijn reversiebele cholinesterase-inhibitoren.<br />

Symptomen zijn idem als de organofosfaat<strong>intoxicaties</strong> maar zonder de centraal zenuwstelsel<br />

symptomen, en minder erg en mindere langdurig. Behandeling: atropine wel, oximes niet.<br />

6.3 Koolstofmonoxide-intoxicatie 15<br />

5.3.1. Voorkomen<br />

14<br />

SENANAYAKE et al., NEJM, 1987; 316 : 761. Neurotoxic Effects of Organophosphorus Insecticides: An<br />

Intermediate Syndrome,<br />

15 Dr. R. BLANCA, Stedelijk Ziekenhuis, Roeselare<br />

16


* België 1995: Nationaal Register van CO-vergiftigingen:<br />

1036 gevallen - 1678 slachtoffers – 61 dodelijke slachtoffers<br />

Brussel: vooral Turken en Marokkanen.<br />

* USA: grootste doodsoorzaak <strong>intoxicaties</strong> (5163 doden/jaar 1988)<br />

* Verdeling per maand: november-april met piek december-januari<br />

6.3.2. Fysiologie<br />

* Koolstofmonoxide: ontstaat door onvolledige verbranding van koolwaterstoffen (steenkool,<br />

petroleum, aardgas…) door onvoldoende luchttoevoer. In het lichaam wordt CO<br />

geproduceerd tijdens het haemmetabolisme.<br />

Fysische eigenschappen:<br />

* kleurloos gas<br />

* geurloos gas<br />

* smaakloos gas<br />

* niet-irriterend gas<br />

* lichter dan lucht (densiteit 0.96), difundeert vlug in de atmosfeer<br />

* halfleven COHb: * Fi O2 0.21: 1 ATM 240-300 min.<br />

* Fi O2 1.0: 1 ATM 60-90 min. 3 ATM: 23 min.<br />

* Oorzaken van intoxicatie: CO is de voornaamste oorzaak van intoxicatie op de<br />

spoedopname. Meestal accidenteel:<br />

- uitlaat van auto’s – ‘garagedood’ – (cave indoor-kartings)<br />

- rook van brand en ontploffingen (Marcinelle mijnramp augustus 1956)<br />

- kachels (kolen 13 %, hout en mazout)<br />

- waterverwarmingstoestellen in badkamer (51 %) : door onvoldoende verluchting<br />

- methyleenchloride: solvent dat commercieel en industrieel in decaperende<br />

producten gebruikt wordt, in vivo conversie naar CO (lever).<br />

6.3.3. Fysiopathologie<br />

a. Werkingsmechanisme:<br />

* CO gaat een competitie met O2 op de bindingsplaatsen van Hb (210 grotere affiniteit van<br />

CO voor Hb).<br />

* De affiniteit van CO voor myoglobine is groter dan voor hemoglobine. Binding op de<br />

cardiale myoglobine kan myocarddepressie, hypotensie en arrythmieën veroorzaken.<br />

Hartdecompensatie kan dan verder aanleiding geven tot weefselhypoxie en overlijden van de<br />

patiënt.<br />

b. Gevolgen<br />

* de oxyhemoglobine dissociatiecurve verschuift naar links, waardoor een gedaalde<br />

zuurstofrelease.<br />

* Directe cellulaire toxiciteit door binding met enzymes zoals cytochroom oxidase. De cellulaire<br />

uptake van O2 wordt geblokkeerd door binding van CO aan mitochondriaal cytochroom aa3.<br />

* resultaat: lage weefsel pO2 weefselhypoxie of anoxie precipitatie endotheliale cellen en<br />

plaatjes release van mediatoren met vorming van vrije zuurstofradicalen weefsels met grootste<br />

zuurstofverbruik (hersenen, myocard) symptomen<br />

In de hersenen gebeurt er een verdere mitochondriale dysfunctie, capillaire lek,<br />

leucocytensequestratie en apoptosis. De pathologische veranderingen gebeuren<br />

voornamelijk gedurende de recovery (= reperfusieperiode) wanneer de lipidenperoxidatie<br />

gebeurt. Het nettoresultaat is een reversiebele demyelinisatie van de hersenen (te zien op<br />

NMR). De basale ganglia met de hoge O2 consumptie zijn het meest frequent aangetast.<br />

Andere aangetaste zones zijn de witte cerebrale stof, hippocampus en het cerebellum.<br />

17


6.3.4. Kliniek<br />

* Symptomen beginnen meestal wanneer de concentratie van COHb > 10. Er is een slechte<br />

correlatie tussen het COHb gehalte en de ernst van de symptomen. De symptomen<br />

reflecteren de opgeloste plasmaconcentratie van CO, die laag kan zijn bij een hoge plasma<br />

COHb gehalte. In het algemeen zijn waarden van COHb < 40 % niet geassocieerd met<br />

coma of dood.<br />

Er moet opgemerkt worden dat een zware roker een COHb gehalte kan hebben van 15 %.<br />

Neurologische tekens kunnen weken na de intoxicatie voorkomen. Deze neurologische<br />

tekens komen vaak voor bij ouderlingen en dit in 10 – 30 % van de gevallen binnen de<br />

maand. Parkinsonsymptomen kunnen gemakkelijk herkend worden in tegenstelling met<br />

cognitieve en geheugenstoornissen, die gemakkelijk kunnen gemist worden bij oudere<br />

patiënten. De meeste neuropsychiatrische tekens verdwijnen na 1 jaar. In één studie bleven<br />

er neurologische sequelae bestaan in 11 % van de gevallen. Er zijn geen predictoren om een<br />

recovery te voorspellen. Patiënten met definitieve neurologische tekens zijn meestal in coma<br />

geweest.<br />

De beschreven kersrode kleur van mucosae en lippen en de retinale bloedingen worden<br />

zelden gezien.<br />

Bij kinderen zal vooral de aandacht getrokken worden door bleekheid. Kinderen vertonen<br />

symptomen bij lagere COHb concentraties<br />

% COHb en kliniek<br />

-<br />

0-10 geen, tenzij angina pectoris bij coronair belaste patiënten<br />

10-20 lichte hoofdpijn, dyspnoe bij zware inspanning<br />

20-30 kloppende hoofdpijn, dyspnoe bij lichte inspanning<br />

30-40 erge hoofdpijn, nausea, vomitus, visuele stoornissen<br />

40-50 syncope, tachycardie, tachypnoe<br />

50-60 coma, convulsies, Cheyne-Stokes ademhaling<br />

60-70 gecompromitteerde cardio-respiratoire functie<br />

70-80 dood<br />

* De meest voorkomende symptomen zijn hoofdpijn, nausea en braken, duizeligheid,<br />

lethargie en zwaktegevoel. Kinderen kunnen irritabel zijn en slecht eten. De neurologische<br />

tekens zijn confusie, desoriëntatie, visusstoornissen, syncope en convulsies. Patiënten met<br />

een coronaropathie kunnen angor ontwikkelen, arrythmieën of een myocardinfarct.<br />

Organen zoals de nieren, lever en pancreas zijn zelden aangetast.<br />

* In de literatuur zijn gevallen van cardiogene shock beschreven ondanks een volledig<br />

neurologisch en metabool herstel. De patiënten hadden geen onderliggende cardiale<br />

aandoening.<br />

* De zwangere patiënt:<br />

De foetus is gevoeliger voor een CO intoxicatie. Het foetale Hb verschuift de oxy-Hb curve<br />

naar links, waardoor een verminderde O2 release gebeurt naar de weefsels. Een chronische<br />

blootstelling van de zwangere veroorzaakt een groeiretardatie, foetale distress en<br />

hersenschade. In de eerste maanden na de geboorte blijft de foetale Hb hoog en is het risico<br />

voor een CO intoxicatie hoger.<br />

* Sikkelcelanemie en thalassemie: bij deze patiënten is het foetaal Hb hoger en dus ook het<br />

risico voor een CO intoxicatie.<br />

* Chronische CO blootstelling:<br />

Bij een chronische blootstelling wordt vaak een misdiagnose gesteld: griep, depressie,<br />

voedselvergiftiging, gastro-enteritis bij kinderen.<br />

6.3.5. Sekwellen:<br />

1) neuropsychiatrische; emotionele instabiliteit, concentratie- en geheugenstoornissen,<br />

18


dementie, corticale blindheid, psychosen, parkinsonisme, chorea, perifere neuropathie.<br />

CT scan hersenen:<br />

a. bilateraal hypodens voorkomen van de globus pallidus (Kaliskohaarden) (< dan de helft<br />

van de patiënten heeft klinische tekens)<br />

b. hypodens voorkomen van de subcorticale witte stof<br />

¾ neuropsychiatrische stoornissen<br />

enerzijds laattijdig syndroom: apathie, mutisme, incontinentie,<br />

amnesie : quasi volledige recuperatie binnen het jaar<br />

anderzijds definitieve sequelae<br />

- de tijdelijke binding van CO en Hb kan de ingestelde neuropsychiatrische<br />

sekwellen niet verklaren<br />

- preventieve behandeling : HBO ?<br />

Thom (2 u) Raphaël (6 u)<br />

2) Zwangeren: miskraam, misvormde babies<br />

Het foetale CO gehalte stijgt trager dan de maternale, bereikt een hogere piek (10 à 15 %<br />

hoger) en daalt trager (eliminatie 2 x langer). Foetale hypoxische schade in de basale<br />

ganglia, periventriculaire gebieden, en de corticale neuronen. Malformaties craniaal en aan<br />

de ledematen.<br />

6.3.6. Onderzoeken:<br />

- bloed: Hb, Hct, RBC, WBC<br />

glucose<br />

ureum, creatinine<br />

electrolyten<br />

cardiale enzymes<br />

zwangerschapstest<br />

COHb (mag veneus afgenomen worden) 16<br />

arteriële bloedgassen:<br />

* cave pO2: opgeloste zuurstof<br />

in bloed meestal normaal<br />

pH: acidose<br />

* cave O2-saturatiemeting: foutieve meting. De puls-oxymetrie is niet geschikt voor de<br />

diagnose van een CO intoxicatie omdat de golflengte van de oxymeter geen verschil kan<br />

aangeven tussen oxyHb en carboxyHb.<br />

- ECG:<br />

ST-T-golf abnormaliteiten<br />

infarctpatroon<br />

ventriculaire arrythmieën<br />

verschillende geleidingsstoornissen<br />

- echo-cardio: myocardstunning<br />

6.3.7. Behandeling:<br />

1. verwijder patiënt uit toxisch milieu<br />

2. rust<br />

16<br />

Relationship between Venous and Arterial Carboxyhemoglobin Levels – Patients with suspected Carbon<br />

Monoxide Poisoning.<br />

Touger et al., Ann. of Emerg. Med., 1995 ; 25 : 481-483.<br />

19


3. vitale tekens controleren en stabilisatie respiratoire toestand beogen (zuurstof toedienen)<br />

4. lactaatacidose niet corrigeren tot pH 7,1 omdat acidose een facilitatie veroorzaakt van de<br />

O2 release.<br />

5. Hyperbare zuurstoftherapie:<br />

Hyperbare O2 ? (HBO: O2 aan 2 tot 3 maal de atmosferische druk op zeeniveau) in<br />

monoplace of multiplace chamber.<br />

* doel HBO:<br />

-corrigeren van de weefselanoxie door hogere hoeveelheid opgeloste O2 bloed (10 x<br />

hoger)<br />

* voordelen van HBO:<br />

het halfleven van COHb bij 3 ATA is 23 minuten<br />

verbeteren van de mitochondriale functie<br />

daling van de plaatjesadhesie in de capillairen<br />

inhibitie van de lipidenperoxidatie<br />

De tijdslimiet waar HBO nog effectief werkt is niet gekend. In één grote retrospectieve studie<br />

was HBO niet effectief na 6 u. Een recente Cochrane review van drie grote gerandomiseerde<br />

gecontroleerde trials concludeerde dat er tot op heden geen bewijs is van een neurologisch<br />

benefiek effect 1 maand na HBO therapie. Zolang hieromtrent nog geen harde bewijzen<br />

voorhanden zijn, blijven de meeste centra HBO gebruiken wanneer de COHb > 25-30%.<br />

Myocardischemie en neurologische tekens, vnl. coma, worden met HBO behandeld<br />

onafhankelijk van de concentratie COHb.<br />

Er wordt algemeen aanvaard dat HBO de eerste keuze therapie is bij een zwangere met een<br />

CO intoxicatie. Dit wordt verklaard door de hoge foetale Hb en de lagere clearance van<br />

foetaal Hb door de moeder.<br />

* behandelingsduur: 45 minuten – 90 minuten (2.5 ATA)<br />

* criteria (Militair Hospitaal – Neder-over-Heembeek) 17<br />

a. absolute<br />

1. bewustzijnsverlies op de plaats van intoxicatie<br />

2. neurologische aantasting (coma, convulsies, GCS < 15)<br />

3. cardiale symptomen (zelfs met normaal ECG)<br />

4. zwangerschap (onafhankelijk van het COHb gehalte)<br />

b. relatieve<br />

1. symptomen na > 1 uur normobare zuurstoftherapie<br />

2. symptomen bij kinderen < 12 jaar<br />

3. COHb > 20 %<br />

“For those cities that do not have hyperbaric oxygen chambers, is it probably most<br />

practicaly to treat the patient with 100 % oxygen until a reduction of the carboxyhemoglobin<br />

level tot 10 per cent saturation of hemoglobin with carbonmonoxide or<br />

less is achieved.” 18<br />

17 Germonpré et al: Carbon monoxide intoxication: three years experience.<br />

Ann.Med. Milit. Belg: 1996; 10 (2): 71- 76.<br />

18 Clinical Management of Poisoning and Drug Overdose.<br />

Haddad Winchester (1983): 751.<br />

20


* nevenwerkingen HBO: vnl. barotrauma(trommelvlies, spannings-pneumothorax)<br />

reversiebele myopie<br />

zuurstof geïnduceerde convulsies<br />

claustrofobie<br />

* Absolute contra-indicatie: niet-gedraineerde pneumothorax<br />

6. 100 % O2 – nauwaansluitend masker<br />

normobaar<br />

gedurende 4 tot 6 u<br />

het halfleven van COHb is 74’<br />

7.cerebraal oedeem: vochtbeperking, mannitol, steroïden, HBO ?<br />

Literatuur:<br />

1. Germonpré et al: Carbon monoxide intoxication: three years experience<br />

Ann. Med. Milit. Belg: 1996, 10 (2): 71-76.<br />

2. Use of Hyperbaric Oxygen in toxicology, Tomassenski et al. Emerg. Med. Clin. Of<br />

North America, 1994, 12, 2 : 437-459.<br />

3. Hyperbaric – Oxygen Therapy, Tibbles et al.<br />

NEJM, 1996, 334, 25 : 1642-1648.<br />

4. Koolstofmonoxide – intoxicatie: een perfiede pathologie, Steppe et al, TvG, 1987, 42,<br />

21: 1423-1428.<br />

5. Delayed Neuropsychologic Sequelae after Carbon monoxide Poisoning: Prevention<br />

by treatment with hyperbaric oxygen.<br />

Thom et al., Ann. Of Emerg. Med. 1995, 25 : 4 : 474-480.<br />

6. Trial of normobaric and hyperbaric oxygen for acute carbon monoxide intoxication.<br />

Raphaël et al, Lancet, 1989, 2 : 414-419.<br />

7. Carbon monoxide poisoning. J. R. Soc. Med. 2001; 94: 270-272<br />

8. Juurlink DN et al. Hyperbaric oxygen for carbon monoxide poisoning. Cochrane<br />

database Syst Rev 200; 2: CD00204<br />

9. Cardiogenic shock complicating acute carbon monoxide poisoning despite neurologic<br />

and metabolic recovery (case report). Y Yanir et al. Annals of Emergency Medicine,<br />

october 2002, Volume 40; 4: 420-424<br />

21


7. Drugs.<br />

7.1 Ecstacy.<br />

7.1.1<br />

XTC, ook wel ‘Ecstacy’ genoemd is een veel besproken drug en is een verzamelnaam<br />

voor een dertigtal amfetaminederivaten. Het werd in België voor het eerst ‘’recreatief”<br />

gebruikt in 1989. Tot de eerste generatie behoorde methyleendioxyamfetamine of MDA<br />

(Adam), later verscheen het semisynthetische amfetaminederivaat 3,4methyleendioxymethamfetamine<br />

of MDMA (Eva). Het middel wordt de laatste jaren veel<br />

gebruikt in het uitgaanscircuit en disco’s. Er wordt getracht de stimulerende werking van<br />

de stof aan te duiden als ‘entactogeen’, een neologisme waarmee bedoeld wordt dat de<br />

gebruiker tijdens de roes intenser en gemakkelijker in contact komt met anderen. De<br />

werking is energie gevend, werkt euforisch en er is een verhoogd zelfbesef. Er is een<br />

verhoogde tastzin. Verslaving wordt niet waargenomen, wel gewenning. Het effect van<br />

de stof wordt in hoge mate bepaald door de setting van gebruik en de personen die het<br />

gebruiken. Bij jongeren op onschuldige dansavonden, waarbij men vele uren achtereen<br />

doorgaat (house music scene, pep). Bij randgroepjongeren extreem agressief gedrag,<br />

zeker in combinatie met alcholol.<br />

MDMA is een oude stof, het werd voor het eerst gesynthetiseerd in 1887 en werd als<br />

eetlustremmer gepatenteerd door het bedrijf E. Merck in 1914. Later werd het in de<br />

psychiatrie bij psychotherapie gebruikt. In militaire middens testte men het als middel om<br />

wakker te blijven.<br />

Het wordt oraal gebruikt. Het middel leidt tot een intoxicatie met een entactogene<br />

gemoedstoestand. MDMA werkt sympathomimetisch, en stimuleert de alfa en betareceptoren,<br />

leidend tot een sympatische “overdrive” in een situatie bij overdosering. De<br />

bijwerkingen zijn zoals bij amfetaminegebruik: verhoogde polsfrequentie en bloeddruk,<br />

wijde pupillen, tandenknarsen, profuus zweten, eetlustverlies, nausea, ernstige<br />

spierkrampen, hyperthermie (meer dan 40 ° Celsius) en verder agitatie, angsttoestanden,<br />

psychische decompensatie en uitputting na de roes. In geval van hyperactiviteit in een<br />

dancing (chill-out rooms in dancings) ziet men nogal eens acute gevallen van uitputting of<br />

onwel worden vanwege uitdrogings- of hyperthermieproblemen (rhabdomyolyse).<br />

XTC inname doet de glycemie dalen, vandaar het frequent gebruik van lollies in<br />

dancings. <strong>Acute</strong> hyponatremie 19 (door excessieve vochtinname) met braken,<br />

slaperigheid, coma, convulsies en agitatie werd reeds meerdere malen beschreven. In<br />

enkele van deze gevallen werd hersenoedeem vastgesteld via CT-scan. XTC belemmert<br />

ook het dieptezicht. Individuele risicofactoren gevonden post mortem zijn<br />

cardiomyopathie, Wolff-Parkinson-White syndroom en coronaire sclerose. Eén tablet<br />

samen met één glas bier kan ritme-stoornissen (ventrikelfibrilleren) geven. Voor MDMA<br />

komt 150 mg, in combinatie met alcohol, overeen met de laagste lethale dosis<br />

vastgesteld bij mensen. Myocardinfarct na inname van XTC werd beschreven (met<br />

normale coronairen op coronarografie). Ook plotselinge door bij jonge atleten werd soms<br />

in verband gebracht met amfetaminegebruik. Daarnaast wordt er sedert 1992 20 een<br />

toenemend aantal gevallen van acuut en subacuut leverfalen 21 gemeld na<br />

ecstacygebruik, sommige met dodelijke afloop zelfs na levertransplantatie<br />

Andere zware verwikkelingen zijn DIC, progressieve acidose, MOF en rhabdomyolyse.<br />

Verder de complicaties aan het illegale karakter van de stof door onzuiverheden.<br />

De dosering in tabletten van MDMA is van 50 tot 150 mg. De stof wordt oraal zeer goed<br />

geresorbeerd. Na 25 tot 60 minuten is er een maximaal effect en na 6 tot 8 uur<br />

verdwijnen de verschijnselen. MDEA zou een kortere werkingsduur hebben van 2 à 3<br />

uren, een veel sneller “plotseling” opkomen en afnemen van het effect. MDMA wordt<br />

gemetaboliseerd in de lever en via de urine uitgescheiden.<br />

19 CREGG J. et al., Ecstacy intoxication – an unusual presentation. Clinical Intensive Care 1996; 7: 265-266<br />

20 GORARD DA. et al., Misuse of ecstacy. Br Med J 305:309<br />

21 SHEARMAN JD. et al., Misuse of ecstacy. Br Med J 305:309<br />

22<br />

Opmerking:


7.1.2<br />

7.1.3<br />

De samenstelling van de verkochte tabletten varieert van amfetamine tot LSD, tot echter<br />

MDMA. Sommige tabletten (meestal met breuklijn) hebben de opdruk Adam of Eva.<br />

Soms wordt MDA aangeboden dat krachtiger en meer hallucinogeen is.<br />

Behandeling: Supportieve therapie. Conventionele therapie van de hyperkaliëmie.<br />

Diazepam om de agitatie te verminderen. Eventueel verminderen van de absorptie door<br />

actieve kool, goede vochttherapie, geïoniseerde zure diurese (pH 4-4.5) met<br />

ammoniumchloride blijft controversieel en is zeker te vermijden bij rhabdomyolyse gezien<br />

bij zure pH er precipitatie is van myoglobine in de renale tubuli. Controle van de<br />

hypertensie. Monitoring van en controle van de temperatuur door afkoeling (ijsapplicatie,<br />

koude intraveneuze vloeistoffen) en door dantroleen (1 mg/kg te herhalen tot een<br />

cumulatieve dosis van 10 mg/kg). Dantroleen toedienen is niet zonder complicaties: het<br />

kan hepatitis veroorzaken, naast diarree, paralytische ileus, slaperigheid en zwakte.<br />

Indien mogelijk vermijden van anti-aritmica, gezien ieder anti-aritmisch product<br />

aritmogeen werkt. Bij hemodynamische instabiliteit invasieve hemodynamische<br />

monitoring en inotropische ondersteuning.<br />

Straatnamen: XTC, Ecstacy, Adam, Eva, Doctor, E, Love Drug, Speed of lovers, Rolling<br />

Stones (MDMA 150 mg).<br />

Recenter wordt ook PMMA of paramethoxymethamphetamine en PMA 22 of<br />

paramethoxyamphetamine of 4-methoxyamphetamine aangetroffen. PMA is ongeveer<br />

drie maal sterker dan MDA en blijkt meer toxisch te zijn. De beginwerking is trager. In ons<br />

land werden voor het eerst twee doden gemeld in juli 2001. Deze producten worden<br />

regelmatig verkocht als zijnde MDMA en de twee verbindingen kunnen niet worden<br />

onderscheiden via de conditionering van de tablet. Soms dragen deze producten naast<br />

het “xTc” logo ook het ‘mitsubishi-logo’ of wordt het Superman of Jerry (cartoonfiguurtjes<br />

Tom en Jerry) logo gebruikt. De gebruikte dosissen schommelen rond de 50 mg. PMA<br />

wordt bij sommige gebruikers bij dosissen van 60 tot 80 mg naast opwinding gekenmerkt<br />

door een fatale stijging van de lichaamstemperatuur en bloeddruk. Bij personen die<br />

aangetroffen worden enkele uren na hun overlijden bedraagt hun lichaamstemperatuur<br />

nog meer dan 37 ° Celsius. Tevens cyanotisch gezicht en mydriase. Bij autopsie worden<br />

oedemateuze longen beschreven.<br />

Een ander verhaal is vloeibaar Ecstacy of Gammahydroxyboterzuur (GHB). Destijds<br />

werd deze fysiologische neurotransmitter in 1960 gesynthetiseerd en<br />

gecommercialiseerd als anestheticum (zonder analgetisch effect) en wordt het nu<br />

gebruikt als recreationele drug. GHB heeft echter geen toxicologische noch chemische<br />

verwantschap met het amfetaminederivaat MDMA. Het was destijds ook populair bij<br />

bodybuilders omdat het vetten zou metabolizeren en spiermassa maken zonder<br />

additionele training. Wegens zijn euforogene en sedatieve eigenschappen wordt het<br />

gebruikt in disco’s en rave parties. Klinische tekens worden soms gemarkeerd door<br />

inname van andere middelen zoals sedativa, ethanol, opiaten benzodiazepines en<br />

neuroleptica.<br />

7.2 Cocaïne<br />

’The all-American drug’, ‘recreational drug of choice’.<br />

Het is een extract uit cocabladeren van de 2 tot 3 meter hoge heester Erythroxylon Coca<br />

of Erhythroxylon Novograntese (Bolivië, Peru, Ecuador en Colombia). Cocaïne pasta (25<br />

22<br />

VOORSPOELS S. et al. Resurgence of a Lethal drug: Paramethoxyamphetamine Deaths in Belgium; Clinical<br />

Toxicology, 40 (2), 203-204 (2002)<br />

23


% puur) wordt onder meer gevorm door toevoeging van zwalvelzuur aan de bladeren.<br />

Door verdere toevoeging van kalkwater, petroleumeter, kaliumpermangaat en zwavelzuur<br />

en na het filteren toevoegen van ammoniak wordt een 75 % pure vorm van ivoorkleurige<br />

korrels verkregen. Daaraan wordt eter, aceton en zoutzuur toegevoegd, het wordt<br />

gefilterd, men verkrijgt kristallen en na het drogen van het poeder zuivere cocaïnehydrochloride.<br />

Het wordt voor verkoop versneden met suiker, talk of bloem.<br />

Men snuift en rookt het. Snuiven bestaat uit een diepe, trage inhalatie (met maximale<br />

thoraxexpansie) gevolgd door een krachtig Valsalvamanoevre tegen een (half) gesloten<br />

glottis met een toename van de intra-alveolaire druk tot gevolg. Men kan het ook oraal<br />

innemen en verder wordt het ook ingespoten. Het heeft een algemeen stimulerend effect<br />

van korte duur (half tot één uur). Na de euforie komt de teleurstelling. Het veroorzaakt<br />

psychische afhankelijkheid. Cocaïnomanen zijn gewelddadig en agressief.<br />

Cocaïne blokkeert de presynaptische re-uptake van noradrenaline en dopamine. Een<br />

cocaïne-intoxicatie is klinisch niet altijd te onderscheiden van een amfetamine-intoxicatie,<br />

maar het chronisch gebruik van cocaïne is addictief. De sympatomimetische werking<br />

veroorzaakt algemene vasoconstrictie met hypertensie, tachycardie, aritmie,<br />

hyperthermie, weefselinfarct, tremor, stuipen, ademhalingsdepressie en cardiovasculaire<br />

collaps. Door het verhoogd myocardiaal zuurstofverbruik ontstaat er myocardiale<br />

ischemie met verminderde myocardiale contractiliteit.<br />

Bij de normaal intensieve intoxicatie met cocaïne ontstaat pupildilatatie, euforie en<br />

prikkelbaarheid. Karakteristiek voor herhaald cocaïnegebruik is de vaak extreme<br />

vermagering en het veelvuldig voorkomen van huidinfecties. Deze laatste hangen samen<br />

met de toegenomen gevoeligheid voor jeukprikkels (‘formacion’) door cocaïne. Bij matige<br />

overdosering is er de mogelijkheid van psychotische decompensatie. Bij zeer ernstige<br />

overdosering ontstaat er een toestand van acute cerebrale overprikkeling met convulsies<br />

en hartritmestoornissen. Er zijn cerebrale bloedingen. Eén derde van de doden valt<br />

binnen het uur na inname. Gevaarlijk is de uitputtingstoestand na cocaïne-rushes. Er is<br />

een sterk soporeuze toestand en normale pupillen.<br />

Cardiovasculaire problemen zijn de meest frequente klachten die gezien worden na<br />

cocaïnegebruik, met thoracale pijn als hoofdsymptoom, zelfs bij jonge personen die een<br />

myocardinfarct ontwikkelen.<br />

Pneumomediastinum, pneumopericard en pneumothorax werden beschreven na illegaal<br />

druggebruik. Via de vaatsteel kan de lucht ook intra-abdominaal en intraperitoneaal gaan.<br />

De symptomen zijn een plotseling optreden van klachten zoals kortademigheid, hevige<br />

pijn in de hals en thorax en een uitgesproken thoracaal spanningsgevoel. De pijn neemt<br />

toe bij neerliggen en vermindert bij rechtopzitten. Bij klinisch onderzoek vindt men in de<br />

hals bilateraal en in de suprasternale notch subcutaan emfyseem, met sneeuwkraken.<br />

De behandeling is conservatief en bestaat uit relatieve bedrust en het toedienen van<br />

zuurstof.<br />

Behandeling: Hoge doseringen anxiolytica of benzodiazepines (diazepam) eneen<br />

labetolol voor de tachycardie, voor de hypertensie : benzodiazepines, labetolol,<br />

nitroprusside of fentolamine, voor de ischemie nitroglycerine en voor de thrombusvorming<br />

(bij normale coronairen) tegen te gaan alhoewel controversieel thrombolytica,<br />

heparine of aspirine.<br />

Bij gelijktijdig gebruik van cocaïne en alcohol wordt een derde product gevormd,<br />

cocaethyleen, dat een meer intense en langere vorm (tussen 1/2 en 2 uur) van euforie<br />

geeft dan cocaïne. Het werkt nog meer addictief en het is zeker meer lethaal. Cocaïne<br />

kan 2 tot 3 dagen in de urine gedetecteerd worden.<br />

Straatnamen: Coke, Snow, Neige, Sneeuw, Gold dust, Happy dust, Joy dust.<br />

Crack is een chemisch aangemaakte drug op basis van cocaïne. Cocaïnehydrochloride<br />

wordt opgelost in water, in een pan verwarmd (‘crackles’) met maagzout<br />

(natriumbicarbonaat) en het eindproduct is een brok kristallen, die slecht wateroplosbaar<br />

zijn. Het wordt als capsule in een klein pijpje gerookt of geïnhaleerd. Het geeft een<br />

onmiddellijk en hevige gevoel van orgasme over het hele lichaam met een korte roes.<br />

Straatnaam: Rock.<br />

24


7.3 Heroïne<br />

De Papaver Somniferum wordt vooral geteeld in bergstreken in de Gouden Driehoek van<br />

Laos, Thailand en Myanmar (Birma).<br />

Heroïne wordt chemisch gemaakt uit morfine door acetylatie (kan in een keuken<br />

gebeuren en vertwintigvoudigt de waarde) en bestaat uit poeder of korrels, wit beige of<br />

roze en heeft een scherpe azijngeur. Het wordt vooral ingespoten, doch ook snuiven en<br />

roken. Het heroïnepoeder dat praktisch nooit steriel is wordt met citroenzuur (citroensap)<br />

vermengd, er wordt heroïnezout gevormd, water wordt toegevoegd, het zout lost op en<br />

deze oplossing wordt geaspireerd en geïnjecteerd. In het bloed wordt heroïne omgezet<br />

tot 6-mono-acetylmorfine dat sterker vetoplosbaar is dan morfine en zo gemakkelijker de<br />

boed-hersen-barrière passeert en een veel sneller en intenser effect veroorzaakt.<br />

Heroïne of diamorfine veroorzaakt een roestoestand met verlaagd bewustzijn en<br />

pupilvernauwing. Het verloop van de roes bij normaal intensieve intoxicatie kent 4 fasen:<br />

‘flash’ (5-10 min) (orgasme over heel het lichaam) met een intens introvert gevoel van<br />

euforie; roes (30-60 min) (gevoel van rust en welzijn) met somnolentie tot lichte sopor<br />

waarbij betrokkene redelijk adequaat reageert op aanspreken; plateaufase (2-3 uur) met<br />

een gevoel van welbevinden en een lichte somnolentie tot een helder bewustzijn;<br />

beginnende onthoudingsfase (beginnend 3-4 uur na gebruik) met onrust, agitatie en<br />

dysforie. Opiaatgebruik leidt tot passiviteit, extreme obstipatie en verminderde eetlust.<br />

Het effect op lange termijn is gekenmerkt door sterk fysische en psychische<br />

afhankelijkheid. De overgang van de normaal intensieve roestoestand naar de dodelijke<br />

overdosering verloopt verraderlijk sluipend: de aanvankelijk normale roestoestand<br />

waaruit men met enig aandringen wekbaar is, gaat over in een diepe roes, daarna in<br />

coma en vervolgens treedt de dood in. Bij een dreigende exitus treedt in eerste instantie<br />

remming op van het ademhalingscentrum. Dit uit zich in een vertraagde snurkende<br />

ademhaling. De patiënt bevindt zich dan in een comateuse toestand. Na de apnoe treedt<br />

circulatiestilstand op.<br />

Behandeling: naloxonehydrochloride en ventilatie.<br />

Straatnamen: aunty Hazel, Big Harry, Boy, Brown sugar, Harry, Henry, Horse, Junk,<br />

Scag, Smak, White lady, White stuff.<br />

Speed ball: cocaine en heroine IV.<br />

7.4 Cannabis<br />

Behoort tot de klasse van hallucinogenen.<br />

Cannabis of Indische hennep wordt gewonnen uit de cannabisplant, de Cannabis Sativa<br />

indica. De plant wordt gekweekt in een warm klimaat en op zekere hoogte, zoals in<br />

Libanon of Nepal. Het actieve bestanddeel is Tetrahydrocannibinol (THC). Het wordt<br />

legaal verkocht in Nederland in de zogenaamde ‘coffeeshops’. Cannabis is beschikbaar<br />

in 2 vormen, eerst de marihuana (1 tot 5 % THC), het kruid, droog korrelig uitzicht, zwarte<br />

of groene kleur en ten tweede de hasjiesj (6 tot 10 % THC), het harsextract , in koekvorm<br />

van ongeveer 3 cm dik als geperste platen of latjes, lichtbruin rood-roze of zwart van<br />

kleur. De harsolie is 100 maal sterker dan marihuana. Het wordt vooral gerookt in<br />

sigaretten (stick of joint) of pijp.<br />

De effecten verschijnen na tien minuten. Het heeft een kalmerende werking, veroorzaakt<br />

een twee tot vier uur durende euforische toestand (high of stoned) met versterkte<br />

intensiteit van waarneming en een verminderd realiteitsbesef (de “cannabisroes”). Geur,<br />

25


smaak en visus worden gevoeliger. Concentratie en logisch denken worden moeilijker. Er<br />

kan een boulimiecrisis optreden.<br />

Men stelt tachycardie vast, orthostatische hypotensie, fijne bevingen, motorische<br />

incoördinatie, mydriase, conjunctivale injectie en een droge mond.<br />

De acute toxiciteit is laag.<br />

De schadelijkheid van de zuivere THC op lange termijn is niet aangetoond, het geeft<br />

geen lichamelijke afhankelijkheid (tenzij na 15 joints per dag), maar het grote gevaar<br />

schuilt in de overstap naar harddrugs. Verder zou een joint roken door de andere stoffen<br />

(koolstofmonoxide, acetaldehyde, acroleïne, tolueen, nitrosamines, vinylchloride, fenol,<br />

cresol en methylnaftaleen) aanwezig cancerogeen en teratogeen zijn, er zou een<br />

negatief effect op de spermatogenese zijn en een bewezen verkorting van de<br />

zwangerschap. Cannabinoïden gaan over in de moedermelk.<br />

Het gebruik van cannabis kan aangetoond worden in de urine. Het halfleven van THC<br />

bedraagt ongeveer één week en de volledige eliminatie vraagt een maand.<br />

Straatnamen: Grass, Hash, Shit, Stuff, Weed, Aunt Mary, Boo, Herb, Indian hay,<br />

Maggie, Pot, Tea, Smoke, Marie-Jeanne.<br />

7.5 LSD<br />

LSD behoort tot de klasse van de hallucinogenen.<br />

LSD wordt gemaakt uitgaande van lysergzuur, dat een belangrijk deel van de molecule is<br />

van de moederkoornalkaloïden die door de schimmel Claviceps purpurea geproduceerd<br />

worden op rogge en andere graangewassen. In 1943 was in de labo’s van Sandoz in<br />

Zwitserland, Hoffman, een scheikundige bezig met de synthese van lysergzuurdiëthylamide.<br />

Hij werd hierbij onwel en kon onder andere niet meer normaal zien. Hij ging<br />

dus naar huis en kreeg daar een halluncinatie diemeer dan twee uur duurde. Om het<br />

causaal verband te bewijzen nam hij ’s anderendaags 250 mg in en hij beleefde opnieuw<br />

enorme hallucinaties. Een normale dosis voor een trip ligt gewoonlijk maar tussen de 50<br />

en de 100 mg. Deze minieme hoeveelheden zijn voor de gebruikers ook heel onpraktisch<br />

om juist te doseren. Er zijn daarom scheurboekjes in de handel, met papiertjes erin,<br />

waarop telkens één trip zit. Dit papiertje wordt op de tong gelegd. LSD is kleurloos,<br />

geurloos en smaakloos.<br />

De effecten van LSD zijn heel divers. Zo is er hallucinatie waarbij dikwijls een<br />

verschuiving van de zintuigen optreedt, men gaat geluiden zien, kleuren proeven, enz.<br />

De zintuiglijke perceptie wordt enorm versterkt en geïntensifieerd. Men beleeft<br />

gedaanteverwisselingen en depersonalisaties. Soms is er een enorme verrukking die ook<br />

wel psychedelic peak wordt genoemd. De werking begint 30 à 40 minuten na de inname<br />

met een piek na 1 à 2 uur, met een werkingsduur van 8 tot 12 uur. Fysisch is er een<br />

lichte stijging van de bloeddruk, tachycardie, mydriase, salivatie, lacrimatie, ataxie,<br />

hyperreflexie en soms braken. Er is geen fysische afhankelijkheid noch abstinentiesyndroom.<br />

De druggebruikers kunnen agressief worden. Er is ook de ‘bad trip’, een psychose die als<br />

een verschrikkelijke nachtmerrie ervaren wordt, soms met een lethale paniekreactie tot<br />

gevolg (‘death trips’). Verder zijn er de ‘acid-heads’, dit zijn gebruikers die onherstelbare<br />

hersenschade opgelopen hebben en hierdoor levenslang schizofreen blijven. ‘LSD<br />

flashbacks’ kunnen terugkomen 5 à 10 maal per dag tot 18 maanden na de laatste LSD<br />

inname.<br />

Er is enkel behandeling noodzakelijk voor de acute panische reacties. Dit vereist een<br />

kalme rustige aanpak (‘talking the patient down).<br />

Straatnamen: Acid, Animal, Beast, Big daddy, Chief, Crackers, Cubes, Dots, Ghost,<br />

Heavenly blue, Lucy in het sky with diamonds, Royal blue, Sunshine, Wedding bells, Bart<br />

Simpson, Mickey Mouse, Batman.<br />

8. Biologische <strong>intoxicaties</strong><br />

26


8.1 Anthrax<br />

<strong>Acute</strong> infectie, veroorzaakt door een grampositieve, sporenvormende bacterie Bacillus<br />

Antrhacis. Anthraxsporen kiemen tot een vegetatieve vorm wanneer zij in milieu komen<br />

dat rijk is aan aminozuren, nucleosiden en glucose zoals in het bloed en de weefsels van<br />

de mens of dier. De sporen zelf zijn uiterst resistent, ze vermenigvuldigen zich niet, maar<br />

kunnen tientallen jaren overleven in bepaalde grondsoorten. De sporen zijn resistent<br />

tegen droogte, UV licht, hitte, gamma bestraling en vele ontsmettingsstoffen. De<br />

virulentie van B. anthracis is te wijten aan exotoxines die geproduceerd worden door de<br />

vegetatieve vorm van de bacterie.<br />

Natuurlijke infectie gebeurt bij vele soorten grazende zoogdieren, zoals schapen,<br />

runderen en geiten, die besmet worden door de inname van B; anthracis-sporen uit<br />

besmette grond. In de meeste gevallen situeert de infectie zich ter hoogte van de huid.<br />

De besmetting bij de mens gebeurt door sporen afkomstig van besmette dieren of<br />

gecontamineeerde dierlijke producten: via contact van sporen met een huidwonde, door<br />

gastro-intestinale inname van sporen door het eten van met endosporen besmet vlees of<br />

door inademen van sporen via besmette stofdeeltjes of aërosol.<br />

Er is geen besmettelijkheid van persoon tot persoon via inhalatie beschreven. Patiënten<br />

maken geen gevaar uit en dienen niet geïsoleerd te worden.<br />

De opzettelijke verspreiding kan gevaarlijk zijn indien grote hoeveelheden sporen<br />

verspreid worden in aërosol. Deze dreiging moet ernstig genomen worden omdat het<br />

organisme vrij gemakkelijk aan te maken is vanuit natuurlijke bronnen en omdat de ziekte<br />

na inhalatie een grote mortaliteit heeft. De duur en de graad van het infectierisico hangen<br />

af van de tijd dat de sporen in de lucht blijven en de afstand dat de sporen afleggen<br />

alvorens op de grond te vallen. Als de sporen op de grond liggen is de kans op<br />

besmetting veel lager. Dit hangt dus af van de meteorologische factoren en van de aërobiologische<br />

eigenschappen van de aërosol.<br />

Een overloper van de voormalige Sovjet-Unie gaf toe dat zij anthrax geproduceerd<br />

hebben. Een ongeval in één van hun labo’s met het uitbreken van de ziekte resulteerde<br />

in 1979 in 77 infecties en 66 doden.<br />

Klinisch beeld:<br />

De tijd tussen besmetting en het ontwikkelen van de ziekte ligt tussen 1 dag en 8 weken<br />

(gemiddeld 5 dagen), afhankelijk van de dosis en de besmettingswijze.<br />

De meest kenmerkende tekens verschillen alnaargelang de besmettingswijze.<br />

De inhalatie van sporen wordt gevolgd door een weinig specifiek griepachtig syndroom<br />

met koorts, spierpijn, hoofdpijn, en een niet-productieve hoest. Twee tot vier dagen na<br />

het begin van de symptomen treedt er een plotse verslechtering van de algemene<br />

toestand op met ernstige ademhalingsinsufficiëntie, hevige retrostrenale pijn, hypotensie<br />

en shock. Een hemorragische meningitis kan zich nog als bijkomende verwikkeling aan<br />

het ziektebeeld toevoegen.De dood treedt soms op binnen enkele uren na de aanvang<br />

van deze tweede fase. Op dit moment vertoont de RX van de thorax een typisch beeld<br />

van mediastinale verwijding die kenmerkend voor de mediastinale lymphadenopathie en<br />

mediastinitis. Mortaliteit tussen 90 en 100 %.<br />

Bij de cutane vorm ontwikkelt zich op de plaats van de inoculatie een jeukende macula<br />

of papula die zich de volgende dag omvormt tot een zweer omringd door vesikels en<br />

uitgesproken oedeem. De puist is pijnloos en ingezonken, droogt en wordt in de volgende<br />

dagen bedekt door een zwarte korst. Een pijnlijke zwelling van de lymfeknopen kan<br />

optreden. In 80 tot 90 % van de gevallen geneest het letsel zonder verwikkelingen of<br />

littekenvorming. Mortaliteit tussen 1 (antibiotherapie) en 20 %.<br />

Gastro-intestinale anthrax treedt op in geval sporen terechtkomen in de hoge of lage<br />

gastro-intestinale wegen. In het eerste geval, de oropharyngeale vorm, ontwikkelt er zich<br />

een oraal of oesophageaal ulcus met regionale lymphadeopathie, oedeem en sepsis.<br />

Ingeval de sporen terechtkomen in de lagere gastro-intestinale wegen wordt nausea,<br />

braken en misselijkheid opgevolgd door bloederige diarree, darmperforatie, acuut<br />

abdomen en sepsis. Tevens kan massieve ascites optreden. Mortaliteit tot 100 %.<br />

27


De microbiologische diagnose bestaat uit het aantonen van de anthraxbacillen bij direct<br />

microscopisch onderzoek en gramkleuring van het vocht van de puist of in perifeer bloed.<br />

Staandaard bloedkweek toont groei in 6 tot 24 uur. De definitieve test voor B. anthracis is<br />

de ‘polymerase chain reaction’ (PCR).<br />

De differentiële diagnose bij inhalatie-anthrax dient voornamelijk gesteld te worden met<br />

pulmonaire pest, Q-fever of tularemie.<br />

Behandeling:<br />

De meeste natuurlijke anhtrax-stammen zijn gevoelig aan penicilline en dit werd dan ook<br />

als voorkeursbehandeling gegeven in het verleden. Alhoewel er geen studies verricht<br />

werden op mensen met ciprofloxacine, suggereren dierenstudies een zeer goede<br />

doeltreffendheid. Farmaco-kinetische studies hebben ook en zeer goede penetratie van<br />

ciprofloxacine in het longweefsel aangetoond. Vermits bij bioterroristische acties het<br />

gebruik van gemodificeerde stammen van B. anthracis resistent tegen penicillines en/of<br />

tetracyclines niet uitgesloten kan worden, is het aangewezen te behandelen met<br />

quinolones (ciprofloxacine, oxafloxacine en levofloxacine).<br />

Profylaxis:<br />

Twee groepen komen in aanmerking voor profylaxis:<br />

1. Elke persoon die aanwezig was in een bevestigde blootgestelde zone moet profylaxis<br />

aangeboden worden<br />

2. Gezondheidswerkers komen in aanmerking indien zij blootgesteld werden aan<br />

anthrax-sporen<br />

Profylaxis<br />

Doxycycline 100 mg po 2 maal per dag gedurende 60 dagen<br />

Ciprofloxacine 500 mg oraal 2 maal per dag gedurende 60 dagen<br />

TEST uw kennis !<br />

Welk van volgende beweringen is niet juist ?<br />

gamma-hydroxy-boterzuur wordt vloeibaar XTC genoemd omdat het chemisch<br />

verwant is met XTC<br />

gamma-hydroxy-boterzuur (GHB) werd vroeger gebruikt als anestheticum<br />

gamma-hydroxy-boterzuur (GHB) wordt ook date rape drug genoemd<br />

gamma-hydroxy-boterzuur (GHB) onderdrukt de abstinentiesymptomen bij<br />

alcoholiekers<br />

eliminatie van gamma-hydroxy-boterzuur (GHB) gebeurt via uitgeademd<br />

koolzuurgas<br />

Welk van volgende beweringen is juist?<br />

maagspoeling is een éérste keusbehandeling voor bijna alle niet<br />

caustische <strong>intoxicaties</strong><br />

bij kwikchloride, een corrosief product met een potentiële systemische<br />

toxiciteit, wordt maagspoeling toch aanbevolen ondanks het risico van<br />

maagletsels<br />

apomorfine wordt toegediend bij volwassenen in een dosis van 0,1 mg/kg<br />

intraveneus en veroorzaakt braken binnen de 3 tot 5 minuten<br />

28


een intoxicatie van 100 tabletten lorazepam van 2 mg vereist een<br />

toediening van minimum 20 g actieve kool<br />

Eén op vijf van de patiënten met thoracale pijn die zich aanbieden op<br />

een spoedgevallenafdeling in de USA heeft als oorzaak cocaïne-inname.<br />

Naast myocardischemie zijn tachycardie en hypertensie meestal aanwezig.<br />

Welk van volgende beweringen is niet juist?<br />

propanolol is een eerste keusbehandeling bij de niet astmatische patiënt<br />

labetolol is de eerste keus behandeling bij de niet astmatische patiënt<br />

phentolamine kan hiervoor gebruikt worden<br />

benzodiazepines (oa diazepam) hebben aangetoond een alternatief te zijn<br />

voor de hypersympatische activiteit veroorzaakt door cocaïne<br />

Volgende producten veroorzaken hypothermie uitgezonderd ?<br />

butyrofenonen<br />

barbituraten<br />

cocaïne<br />

fenothiazines<br />

opioïden<br />

Welk van volgende stellingen betreffende een CO intoxicatie is correct ?<br />

een zwangere wordt enkel vanaf een COHb-gehalte van 15% behandeld met<br />

hyperbare zuurstoftherapie<br />

is enkel een arteriële bloedafname betrouwbaar voor de<br />

carboxyhemoglobine (COHb) bepaling<br />

is de COHb gehalte steeds goed gecorreleerd met de kliniek en prognose<br />

kan aanleiding geven tot myocard stunning<br />

Welk symptoom hoort niet bij een intoxicatie met parathion<br />

(organofosfaat-intoxicatie)?<br />

salivatie en lacrimatie<br />

mydriase<br />

emesis, diarree en defaecatie<br />

bronchospasme<br />

bradycardie<br />

Welke bewering is niet juist in verband met neurologische syndromen na<br />

een organofosfaat-intoxicatie?<br />

organofosfaat<strong>intoxicaties</strong> veroorzaken geen neurologische intermediaire<br />

noch chronische syndromen<br />

een intermediair (paralytisch) syndroom werd beschreven in 1987 door<br />

Senanayake en Karalliedde<br />

een intermediair syndroom ontstaat 24 tot 96 uur na de acute intoxicatie<br />

een intermediair syndroom wordt gekenmerkt door uitval van de craniale<br />

zenuwen, ademhalingsinsufficiëntie die intubatie en beademing<br />

noodzakelijk maakt, en zwakte van de proximale lidmaatspieren<br />

een intermediair syndroom herstelt binnen de 5 tot 18 dagen<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!