ek cursus 1959 - Orde der Verdraagzamen
ek cursus 1959 - Orde der Verdraagzamen
ek cursus 1959 - Orde der Verdraagzamen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Goedenavond, vrienden.<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
Wij beginnen dan maar weer met onze re<strong>ek</strong>s lezingen over esoterie. Maar se<strong>der</strong>t het vorige<br />
jaar zijn er toch t.o.v. deze <strong>cursus</strong> enige veran<strong>der</strong>ingen ingetreden. Ik geloof dan ook er goed<br />
aan te doen wanneer ik tracht u duidelijk te maken welke deze zijn en wat wij daarmee<br />
beogen. Het zal niet veel van uw kostbare tijd vragen en geeft u ongetwijfeld een eenvoudiger<br />
en beter inzicht. Zoals u weet hebben wij de G.G.S. gesloten. D.w.z. dat het rendement van<br />
deze groep niet meer zodanig was, dat wij verantwoord daaraan tijd meenden te kunnen<br />
wijden. Aan de an<strong>der</strong>e kant was het werk dat daarin werd gedaan o.i. toch nogal belangrijk.<br />
Wij weten dat in deze esoterische groep langzaam maar z<strong>ek</strong>er een aantal mensen is gegroeid,<br />
dat in staat is ook wat ver<strong>der</strong>gaande betogen aan te horen en te verwerken. U zult ontd<strong>ek</strong>ken<br />
dat wij aan de techni<strong>ek</strong> in deze esoterie ietwat meer aandacht gaan besteden dan tot nog toe.<br />
Wij willen dus proberen om iets ver<strong>der</strong> te gaan ook in het weten omtrent an<strong>der</strong>e gebieden en<br />
vooral het erkennen van de voertuiglijke mogelijkheden, die de mens zelve heeft. Daarnaast<br />
willen wij ook wel degelijk blijven vasthouden aan het element boeiend fascineren waardoor<br />
het mogelijk wordt een geestelijke beïnvloeding te krijgen. Nu is voor dit laatste onze<br />
samenkomst hier in een nieuw vertr<strong>ek</strong> natuurlijk niet erg dienstig. Wij zullen dan ook moeten<br />
proberen hier weer on<strong>der</strong>ling een sfeer op te bouwen, die een sterker beïnvloeding ook<br />
in<strong>der</strong>daad verdraagt. Wij doen dit alles in de hoop dat ook uit deze groep weer een aantal<br />
mensen naar voren kan komen, dat wat ver<strong>der</strong> doorgaande op bepaalde geestelijke problemen<br />
een zuiver<strong>der</strong> inzicht verwerft omtrent de innerlijke mens, de geestelijke mogelijkheden van<br />
die mens en alles wat daarmede samen hangt. Ik meen dat u allen hiermee tevreden kunt zijn<br />
zo niet, dan kunt u dat op dit ogenblik vertellen. Goed. Dan beginnen wij nu met onze eerste<br />
les.<br />
INLEIDING<br />
Bij het bezien van de mens zelve valt ons allereerst op dat het kan worden on<strong>der</strong>verdeeld in<br />
een re<strong>ek</strong>s van voertuigen. Er is weliswaar geen beperkt aantal sferen (dit is afhankelijk van het<br />
begripsvermogen en als zodanig een glijdende scala, waarop een onbeperkt aantal sferen zou<br />
kunnen worden aangeduid), maar een voertuig is wel degelijk beperkt. Het is n.l. afhankelijk<br />
van het milieu dat het vindt, waarin het dus contact met an<strong>der</strong>en kan krijgen. Eerst door het<br />
contact met an<strong>der</strong>en is ook in een sfeer beheersing mogelijk. Wanneer u nagaat hoe uzelf bent<br />
opgebouwd en wat er alzo mee samenhangt, zult u ook begrijpen, dat het zeer noodzakelijk is<br />
r<strong>ek</strong>ening te houden in de eerste plaats met stoffelijke verschijnselen en wat daarmede<br />
samenhangt in de tweede plaats echter met een voortdurend sterker activeren van de<br />
geestelijke achtergronden, die worden uitgedrukt in de voertuigen voornoemd.<br />
Belangrijk zijn voor ons voorlopig drie gebieden, t.w: het stoffelijke, het astrale en het<br />
mentale. Later zullen wij waarschijnlijk ver<strong>der</strong> gaan dan dat. Ver<strong>der</strong> is belangrijk dat wij<br />
beseffen hoe deze bepaalde sferen t.o.v. elkaar staan. Schematisch kan dat worden<br />
voorgesteld als een afwisseling van positief en negatief, waarbij het totaal aantal sferen dat<br />
beleefd wordt door de mens (vraagt u mij niet waarom, dat weet ik ook niet) altijd een oneven<br />
aantal blijkt te zijn, uitgaande van de stof tot aan die sferen, die wij wit licht noemen en<br />
waarin geen persoonlijk erkennen op onze wijze meer mogelijk blijkt. Zo gezien kunnen wij de<br />
stof noemen een positieve sfeer, de astrale een negatieve, de mentale we<strong>der</strong>om positief. Deze<br />
voertuigen beïnvloeden elkaar. Als je het heel eenvoudig wilt uitdrukken zou je kunnen<br />
zeggen, dat de astrale wereld eigenlijk een negatieve vorm van materie behelst, waarbij dus<br />
de normale vormcapaciteiten van de materie worden veran<strong>der</strong>d en daarvoor in de plaats komt<br />
het veld, dat tijdelijk vormend is, maar waarin de materie voortdurend tracht aan de invloed<br />
van het veld te ontsnappen. Is dit laatste duidelijk of moet ik daar ver<strong>der</strong> op ingaan?<br />
Kunt u het een beetje verduidelijken?<br />
INLEIDING 1
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
Ik wil het graag proberen. Wanneer we een atoom hebben, dan heeft dit atoom een bepaalde<br />
spin, een bepaalde draaiing. Deze draaiing bepaalt de omloopbanen van de buitenste delen<br />
t.o.v. de kern. Elk deeltje daarvan op zichzelf bestaat uit energie, die voortdurend uitstraalt.<br />
M.a.w. het el<strong>ek</strong>tron en het proton en alles wat daar ver<strong>der</strong> is straalt naar buiten uit. Het geeft<br />
dus energie af. Dit afgeven van energie naar buiten vanuit het ogenblik van ontstaan noemen<br />
wij dan positief. Wanneer wij daarentegen te maken hebben met de astrale wereld, dan blijkt<br />
dat de kleine partikels, die daar de hoofdzaak van onze vormbeleving uitmaken, energie uit de<br />
omgeving absorberen. Vandaar dat ze door een veld in een vorm kunnen worden gedwongen.<br />
Zij absorberen in dat veld, maar zodra de absorptiemogelijkheid el<strong>der</strong>s groter is vervluchtigen<br />
ze. Dan gaat de vorm teloor. Het is daarom dus dat wij verschil maken tussen positief en<br />
negatief. Het houdt ver<strong>der</strong> in dat de spinverschijnselen, die wij zien in het atoom van uw eigen<br />
wereld, niet zo kunnen worden gereproduceerd in het astraal gevormd atoom. Wanneer dus de<br />
negatieve materie (kleinste delen dus) voldoende verzadigd zijn van energie dan krijgen wij<br />
een explosie. Dat wil zeggen zodra de maximum capaciteit is bereikt, zal het gehele deeltje<br />
explo<strong>der</strong>en en gelijktijdig alle energie vrijgeven. Het is misschien wel aardig om dit op te<br />
merken wanneer de positieve materie waarin u leeft al haar energie heeft afgegeven, blijft er<br />
een niets over, een ledig. Dat ledig blijft bestaan totdat in de zogenaamde negatieve materie<br />
een zodanige hoeveelheid energie is opgehoopt dat een explosie optreedt voldoende om<br />
we<strong>der</strong>om een bezieling te bet<strong>ek</strong>enen van de positieve materie. Dit wordt kosmisch gezien<br />
uitgedrukt als dag en nacht van Brahman. Is het nu duidelijk geworden?<br />
Dus dat astrale gebied kan ik opvatten als anti matter ?<br />
In<strong>der</strong>daad. De gevolgen, die uit een uitwisseling tussen beide werelden kunnen voortvloeien,<br />
zullen nu ook wel duidelijk zijn. We hebben een kracht afgeven in de stoffelijke wereld. Elk<br />
astraal fenomeen echter is opgebouwd op een absorptie van kracht. Het gevolg is dat elke<br />
directe astrale manifestatie, op aarde bet<strong>ek</strong>ent een krachtonttr<strong>ek</strong>king aan de omgeving op<br />
aarde, waarbinnen het zich manifesteert. Is dit ook duidelijk?<br />
Daarboven ligt de mentale wereld waarin wij niet meer te maken hebben met partikels. Daar<br />
zijn dus geen kleinste delen meer aanwezig. Daarvoor in de plaats echter velden. U zoudt<br />
kunnen zeggen de bron, waaruit het deel wordt geboren (de werveling dus die zich t.o.v. de<br />
omgeving als geheel gedraagt), wordt daar uitgebrei<strong>der</strong> a.h.w. vergroot uitgedrukt. In plaats<br />
van een partikel hebben wij te maken met een klein veld. Wanneer wij werken met de mentale<br />
wereld en de stoffelijke wereld dan hebben wij hier invloeden, die elkaar versterken. D.w.z.<br />
dat de energie van een mentale wereld direct overdraagbaar is op een materiele wereld, terwijl<br />
ook het omg<strong>ek</strong>eerde on<strong>der</strong> omstandigheden het geval kan zijn. Bij ons in onze sfeer is het dus<br />
mogelijk om direct uit te reiken naar u. Omg<strong>ek</strong>eerd is het voor u mogelijk een direct contact<br />
met ons te krijgen, dat niet bepaald of beperkt wordt door verschil in geaardheid (de<br />
potentiële geaardheid). Als u dit beseft, dan wordt hiermede ongetwijfeld het beeld van de<br />
innerlijke bewustwording een beetje veran<strong>der</strong>d. Wij kunnen wel de astrale wereld gebruiken<br />
door een krachtsinspanning onzerzijds om in onze eigen wereld iets tot stand te brengen, maar<br />
het is altijd een correctie van een negatieve waarde. Uit de astrale wereld kunnen wij nooit een<br />
positieve werking verwachten, wij kunnen slechts negatieve verschijnselen daarmee<br />
versterken of opheffen. Zo zullen wij in een geestelijk streven en zo<strong>ek</strong>en zoveel mogelijk de<br />
astrale wereld ontwijken. Slechts daar waar het ons gaat om het direct bereiken van<br />
werkingen in onze eigen wereld, zal het astraal gebied vaak een dankbaar terrein zijn voor<br />
experimenten.<br />
Nu heb ik hier dus de drie lagere trappen, de drie fasen waarmee u voorlopig te maken heeft,<br />
kort g<strong>ek</strong>arakteriseerd. U zult begrijpen dat er veel meer fasen zijn. De indelingen in sferen zijn<br />
zodanig verschillend, dat wij daaraan geen definitief houvast hebben. Wij kennen o.m. dit ter<br />
uwer informatie de 7 sferen, de 9 sferen, de 41 sferen (overblijfsel van een vroeger<br />
astronomisch en astrologisch stelsel), de 63 sferen en de 144 sferen. Daarnaast komen nog<br />
enkele an<strong>der</strong>e varianten voor. Opmerkelijk is daarbij een 9 sferenstelsel, dat on<strong>der</strong> de<br />
bewustzijnsfase stofmens 2 an<strong>der</strong>e sferen t<strong>ek</strong>ent (z.g. duistere of bardo-sferen) daarboven<br />
echter slechts 6 an<strong>der</strong>e sferen, zodat ger<strong>ek</strong>end wordt met een totaal van 9 sferen, waarna<br />
i.p.v. de 7e sfeer in de an<strong>der</strong>e, eenvoudiger elementen gebruikt de oplossing in het Goddelijke<br />
2<br />
INLEIDING
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
onmiddellijke plaatsvindt en er dus geen sprake meer is van een ervaring van een<br />
bewustzijnssfeer.<br />
U kunt dit rustig vergeten. Wij hebben niet veel te maken met die sferen. Wel met de vraag<br />
hoe ontstaan deze sferen? Hoe kan het zijn dat verschillende materievormen (positief en<br />
negatief) t.o.v. elkaar kunnen ontstaan? En hoe komt het dat wij kracht daaruit kunnen<br />
onttr<strong>ek</strong>ken, maar niet altijd gelijkelijk? Dan wil ik u allereerst wijzen op het feit, dat de kosmos<br />
meerdimensionaal is. Ik spre<strong>ek</strong> eenvoudigheidshalve hier over twee velden die elkaar kruisen<br />
een theorie die velen uwer al eer<strong>der</strong> gehoord hebben. Maar buiten dit kruisen van twee velden<br />
hebben wij in feite te maken met een grote re<strong>ek</strong>s velden en wel ongeveer 16 velden, die elk<br />
met een eigen versnelling (dus het gaat niet gelijktijdig snel) en een eigen velddichtheid t.o.v.<br />
de an<strong>der</strong>en zich bewegen, daarbij voortdurend een ho<strong>ek</strong> vasthoudende van 90 t.o.v. alle<br />
an<strong>der</strong>e velden. Dit is ook niet belangrijk, maar wat wij met ons voorbeeld van twee velden<br />
kunnen zeggen is wel belangrijk.<br />
Het Goddelijke openbaart Zich. In deze openbaring uit het Zich in tegendelen. Vanuit deze<br />
tegendelen bena<strong>der</strong>en de daarin bestaande delen van het Goddelijke elkaar. D.w.z. dat de<br />
invloeden van het Goddelijke kunnen worden voorgesteld als een waaier waar van dus de zaak<br />
wordt dichtg<strong>ek</strong>lapt, maar niet slechts dicht, ook omgedraaid. Hij gaat weer open maar nu de<br />
an<strong>der</strong>e kant uit. Hierbij ontstaat dus van uiterste tot nulpunt weer een z.g. positieve fase,<br />
terwijl ze van nulpunt tot het dan uiterste t.o.v. de eerste negatief kan worden gezien. Het<br />
behelst precies het zelfde zowel in ontplooiing als in teruggang. Het feit dat deze velden<br />
(misschien het best voorgesteld door de ribben van de waaier) t.o.v. elkaar zich verplaatsen,<br />
bet<strong>ek</strong>ent dat uit hun on<strong>der</strong>linge beïnvloeding de vormgeving mogelijk wordt en wel steeds<br />
tussen twee velden op een wijze, die de geaardheid van beide velden weergeeft en in de<br />
ontstane materie (laten we het even materie noemen) dus uitdrukt de wentelingssnelheid, de<br />
bewegingssnelheid en de velddichtheid van deze velden t.o.v. elkaar. De consequentie hiervan<br />
is, dat elk facet van het Goddelijke (nu gaan we dus weer even de esoterische kant uit van de<br />
techni<strong>ek</strong>) een tegengesteld facet voortdurend ontwijkt in de wordingsgang en bena<strong>der</strong>t in de<br />
voleindingsgang. De wereld en al wat ermee samenhangt (deze kosmos dus) is op het ogenblik<br />
in de voleindingsgang d.w.z. de waaier klapt dus weer toe en niet open. Het gevolg is, dat God<br />
bij elke tegenstelling uitdrukbaar in twee facetten van Zijn wezen, een bepaalde schepping<br />
doet ontstaan. Er is geen sprake van een schepping op één vlak, maar op vele vlakken. Bij al<br />
deze vlakken ontstaan werelden met een eigen energie, een eigen vorm van werkzaamheid,<br />
een eigen vorm van beleving, een eigen schepping en inhoud. Alles tezamen echter vormen zij<br />
de volmaaktheid.<br />
De mens (en ook de geest die dus de menselijke weg is gegaan in het verleden of nog gaan<br />
zal) behoort niet tot één van deze werelden, maar is een afzon<strong>der</strong>lijke tegenstelling. Dit laatste<br />
is zeer belangrijk. Ik hoop dat u het wilt onthouden. De mens behoort dus niet als deel in die<br />
werelden, maar is een afzon<strong>der</strong>lijk wezen, een afzon<strong>der</strong>lijke kracht, beantwoordend aan geheel<br />
eigen wetten, die niet identi<strong>ek</strong> zijn met de wetten van materie of kracht, zoals die in een<br />
an<strong>der</strong>e sfeer tot uiting kunnen komen. Wij zouden het best kunnen zeggen, dat deze mens alle<br />
sferen enigszins beroert. Als we alle an<strong>der</strong>e tegenstellingen zo stellen dus punt 1, punt 2, punt<br />
3, punt 4, enz. dan krijgen we de mens als de tegenstelling die er zó doorheen gaat (van<br />
boven naar beneden, vice versa). Hierbij speelt zich een gang af, die ons doet denken aan een<br />
goddelijk veld. Wij krijgen n.l. eerst de afdaling door alle sferen heen tot de laagste toe, dan<br />
een omkering van waarden, waarbij langzaam dezelfde weg wordt afgelegd, maar nu met een<br />
tegengestelde gerichtheid.<br />
De mens zelf, die het keerpunt over het algemeen ook geestelijk moeilijk ontd<strong>ek</strong>t, neemt<br />
meestal aan, dat er sprake is van een ongebroken weg. Hij neemt dan aan, dat dit de b<strong>ek</strong>ende<br />
cirkelgang is, waarbij men immers ook eenmaal op het punt van uitgang terugkomt, Dit is niet<br />
geheel juist. Er is wel degelijk steeds een keerpunt aan te wijzen, waarbij een volkomen<br />
reversie van waarden plaatsvindt. Op het ogenblik echter dat ik op het laagste punt ben en de<br />
reversie van waarden voor mij plaatsvindt, is het laagste het hoogste geworden. Kunt u dat<br />
volgen? Dat is dus net als met het aapje, dat langs een spiraal naar beneden komt. Draai het<br />
stokje om, dan zit het opeens boven en moet het weer naar beneden. Het feit dat deze<br />
wenteling (dit omkeren) voortdurend plaatsvindt, bet<strong>ek</strong>ent dat er een voortdurende<br />
INLEIDING 3
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
belevingsmogelijkheid zal zijn voor de mens, zolang hij zich niet vereenzelvigd heeft met beide<br />
tegenstellingen, waartussen hij bestaat, maar zich slechts van de een naar de an<strong>der</strong> beweegt.<br />
Eeuwigheid is inherent aan het menselijk wezen krachtens de wijze waarop hij zich beweegt<br />
tussen twee tegenstellingen, die deel zijn van de goddelijke uiting. Is dat allemaal duidelijk?<br />
Op welke tegenstellingen wordt gezinspeeld? Kan dat met een enkel woord gezegd worden?<br />
Neen, dat kan niet en wel om de doodeenvoudige reden dat tegenstellingen op zich zelf alleen<br />
bet<strong>ek</strong>enen tegengerichte waarden. Voor de mens zijn deze waarden niet definitief vast te<br />
leggen in menselijke taal. Als ik het heel eenvoudig zou willen zeggen (en dat bet<strong>ek</strong>ent, dat ik<br />
al een heel grote fout maak, want ik ben zeer onvolledig) dan zou ik kunnen zeggen, dat bij de<br />
mens de keerpunten zijn visie en bezit. Dus het bovenpunt is het begrip, het overzicht, het<br />
benedenpunt is het bezit, de beslotenheid, Je zou ook kunnen zeggen het is open en dicht.<br />
Daarmee maak ik misschien iets duidelijk, maar er zit veel meer aan vast. Dat kunnen wij nu<br />
niet één twee drie allemaal zon<strong>der</strong> meer uit de do<strong>ek</strong>en doen. Daarvoor moeten we eerst nog<br />
wat ver<strong>der</strong> doordringen in de structuur van de kosmos en al datgene, wat er voor de mens en<br />
ook voor de geest aan belangrijks in schuilt.<br />
Alles wat ik nu heb gezegd is een inleiding. Dat moet u goed begrijpen, Ik heb hier<br />
schetsmatig enige punten aangeduid. En voordat ik helemaal klaar ben met mijn inleiding zijn<br />
er natuurlijk nog meer kleinigheden en belangrijke punten, die wij even moeten aanstippen.<br />
Voor de mens spr<strong>ek</strong>en wij vaak van de esoterische bewustwording als zijnde een<br />
bewustwording, die van het uiterlijk naar het innerlijk gaat. Wij spr<strong>ek</strong>en over het kennen van<br />
het “ik” als een ultimo in bereiking, het uiteindelijk bereiken. Ook dit is niet helemaal juist.<br />
Maar wij moeten in een menselijke wereld deze vormen aannemen omdat de relatie, die<br />
tussen mens en wereld bestaat, nu eenmaal geen an<strong>der</strong>e interpretatie mogelijk maakt.<br />
Belangrijk is echter dat wij ons realiseren dat in de mens (en wat dat betreft ook in de geest<br />
dus) steeds beide factoren, waartussen hij bestaat, werkzaam zijn. Wij leven dus niet in een<br />
eenzijdig streven, zoals wij ons voorstellen. Wij leven in een voortdurende strijd, omdat elke<br />
vor<strong>der</strong>ing in de richting van á gelijktijdig een afstand doen van b bet<strong>ek</strong>ent. Zo is de werkelijke<br />
weg van de mens wel degelijk den van verloochening, maar vooral wel een verloochening van<br />
eigen denkbeelden. Er ontstaat voortdurend een nieuwe re<strong>ek</strong>s, van voorstellingen en<br />
gedachten in ons wezen, Hiermee wordt onze verhouding tot de wereld die wij kennen voortdurend<br />
opnieuw gedefinieerd. Uit deze definitie volgt de reactie op die wereld, en dus het<br />
verlaten van een bereikt standpunt en het bereiken van een nieuw standpunt. Elk ogenblik van<br />
verstarring en verstening bet<strong>ek</strong>ent stilstand. Stilstand is voor de mens onverdraaglijk en leidt<br />
tot een uitbarsting in wat wij noemen de rijken <strong>der</strong> fantasie, waarbij de onwerkelijkheid wordt<br />
gecreëerd (vaak zelfs bewust gecreëerd) om te ontkomen aan de vruchteloosheid van wat wij<br />
nog als werkelijkheid zien. De psychologie kan ons hier ook vaak van dienst zijn, door ons aan<br />
te tonen hoe in vele gevallen de afwijking van de werkelijkheid een vluchtproces is. Zij kan ons<br />
ver<strong>der</strong> van dienst zijn door ons aan de hand van de psychotherapie aan te wijzen hoe bepaalde<br />
lichamelijke gebr<strong>ek</strong>en kunnen worden veroorzaakt door een afwijking in het<br />
voorstellingsvermogen en hoe omg<strong>ek</strong>eerd lichamelijke kwalen een <strong>der</strong>gelijke afwijking ten<br />
gevolge kunnen hebben. Wij mogen dus heel rustig r<strong>ek</strong>enen met de wetenschap als een steun<br />
(althans voor een groot deel) van onze stelling.<br />
Voor ons begrip van het eigen “ik” is dit prettig. Zolang wij moeten gaan denken in begrippen,<br />
die geheel vreemd zijn aan de wereld, zullen wij op bezwaren stuiten. Wij vragen n.l. een<br />
progressie in ons leven, wij willen ver<strong>der</strong> komen. En wanneer dat lichamelijk niet meer<br />
mogelijk is, dan moet dat maar geestelijk gaan, maar wij moeten ver<strong>der</strong> komen. Deze<br />
progressie kunnen wij echter niet bereiken zon<strong>der</strong> ons tevens op het oude te baseren. De<br />
verwerping van het oude, wat in de hele wereld steeds voorkomt, is in feite een transformatie.<br />
En dat bet<strong>ek</strong>ent dat de mens? Die wil komen tot een geestelijk begrip, over het algemeen een<br />
basis moet kunnen vinden in het stoffelijk weten. Het is noodzakelijk dat wij gebruik maken<br />
van de red<strong>ek</strong>unst, de logica, dat wij gebruik maken van de wetenschap, voor zover dit op<br />
verantwoorde wijze kan geschieden.<br />
De esoterie zelve let wel, vergt dit natuurlijk niet. Men kan zuiver door het transformeren van<br />
gedachten en het bereiken van een innerlijk weten op deze wijze heel ver komen. Maar wat<br />
4<br />
INLEIDING
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
hebben wij aan een innerlijke bereiking, die niet geuit kan worden? Wanneer u allemaal<br />
verheven wordt tot de hoogste sferen en u kunt het niemand mededelen, dan bet<strong>ek</strong>ent dit<br />
voor u alleen, dat u t.o.v. uw wereld stilstaat. Er is geen activiteit, er is geen werking, er is<br />
geen deelgenootschap met het Goddelijke in een bestaan. Want de velden blijven bewegen<br />
t.o.v. elkaar en wanneer u die beweging niet meer volgen kunt omdat u maar den punt van<br />
het Goddelijke hebt gevonden, verstart u. Wij moeten actief kunnen zijn en gebruik kunnen<br />
maken van al dat gene, wat deel is van de verschillende werelden, waartoe wij behoren. Wij<br />
moeten alle sferen gelijktijdig kunnen activeren en elke gewenste sfeer steeds weer tot<br />
openbaring brengen.<br />
Nu moeten wij een ogenblik teruggaan naar simpeler beginselen. Want wij willen uiteindelijk<br />
toch proberen onze <strong>cursus</strong> op te bouwen op een zodanige manier, dat wij allen er iets van<br />
kunnen meenemen. U leeft en in u leven verschillende voertuigen. Al die voertuigen echter<br />
worden bezield door dezelfde kracht, die de kern is van uw stoffelijk bestaan. Er is geen<br />
verschil in kracht of potentie tussen de hoogste sfeer, waarin u leeft en de stoffelijke wereld.<br />
Uitbreiding van een stoffelijk potentieel van daad en denken bet<strong>ek</strong>ent een gelijktijdige<br />
uitbreiding van alle in fase lopende sferen en de voertuigen die daarvoor bestaan. Als u dus<br />
stoffelijk positief streeft, dan verzwakt voor u de invloed van de astrale wereld en versterkt de<br />
mentale wereld. Het daarboven gelegen vormgebied verzwakt zich, het bewustzijn in klank en<br />
kleur daarentegen versterkt zich. Het alleen kleur verzwakt zich, het witte licht versterkt. En<br />
zo kunnen wij ver<strong>der</strong>gaan. Wij hebben dus te maken met bepaalde sympathische<br />
verschijnselen. Wat gebeurt in sfeer a, wordt door alle in dezelfde fase als á verkerende sferen<br />
gereflecteerd. Wij kunnen niet afwisselend spelen met sfeer á en sfeer b. Want b is<br />
tegengesteld aan a. En elke poging om dus gelijktijdig met á en b te manoeuvreren zou<br />
bet<strong>ek</strong>enen dat onze potentie op aarde of in een bepaalde sfeer beperkt is omdat er geen<br />
vooruitgang komt.<br />
Wij wisselen teveel het positieve en het negatieve af en blijven, dus op hetzelfde punt staan.<br />
Wij moeten een keuze doen in de weg die wij willen gaan. En gezien de wijze, waarop de<br />
positieve sferen voor ons belangrijk zijn, noemen wij al wat daarmee in verband staat wit, wit<br />
magisch, wit geestelijk, zelfs wit esoterisch. Alles wat met de astrale wereld en daarmee<br />
parallellopende sferen in ver band staat, ook wanneer dit op zichzelf zeer hoge sferen kunnen<br />
zijn, noemen wij echter zwart magisch.<br />
Nu moet u goed begrijpen dat wij niet kunnen zeggen, wat nu de hoogste sfeer is. Voor ons is<br />
de hoogste sfeer altijd gelijk aan de sfeer, waarin wij onze bewustwording beginnen. Of<br />
omg<strong>ek</strong>eerds het einde van een bewustwordingscyclus zal altijd in waarde gelijk zijn aan het<br />
begin ervan. Maar wanneer wij kiezen, dan kunnen wij of zwart of wit werken. En omdat beide,<br />
t.o.v. elkaar volkomen tegengesteld zijn, zal er altijd een volledige antithese tussen het zwarte<br />
en het witte blijven bestaan. Deze wordt doorgevoerd tot in de hoogste sferen en wordt<br />
waarschijnlijk eerst dan opgelost, wanneer beide richtingen in God samenkomen.<br />
Nu is voor een mens de keuze nogal gemakkelijk zou ik zeggen. Wie wit kiest ontkomt<br />
daarmee (althans voor een zeer groot gedeelte) aan de deliriumachtige gestalten en<br />
verschrikkingen, die nu eenmaal thuishoren in het astraal gebied. Wij kunnen in het astraal<br />
gebied voor onszelf vormen opbouwen, die t.o.v. dit gebied positief blijven en dus een afweer<br />
bet<strong>ek</strong>enen van alle werkelijk astrale invloeden gelijktijdig voor ons de mogelijkheid om uit<br />
deze negatieve krachten voor onszelf toch nog positieve gegevens (door neutralisatie van<br />
hetgeen voor ons thans negatief is) te bewerkstelligen. Het kiezen van wit heeft ver<strong>der</strong> het<br />
voor deel, dat dit in fase gelijk loopt met de ontwikkeling, die men heeft gehad totdat men<br />
mens werd. Goed en kwaad komen hier niet bij te, pas. Er is geen kwestie van wat wel mag of<br />
wat niet mag, het is hier alleen een kwestie vans in welke cyclus van ontwikkeling bevinden wij<br />
ons. En als wij van daaruit tot een bewustwording overgaan, dan zullen wij juist in het<br />
eenvoudige begin ons aan een paar regels moeten houden.<br />
De eerste is natuurlijk een z<strong>ek</strong>ere zelfkennis. Nu is zelf kennis een heel moeilijk punt. Toch<br />
hebben wij hulpmiddelen. Wanneer wij een behoorlijke astrologische analyse hebben, dan<br />
zullen wij hieruit niet precies kunnen aflezen wat wij zijn (er zijn nog wel verschillen aan te<br />
wijzen), maar wij krijgen wel een idee van grond waarden in ons gedrag en in ons karakter,<br />
INLEIDING 5
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
die we aan de hand van het neergeschrevene kunnen toetsen. We krijgen op deze manier dus<br />
enig inzicht in de manier, waarop wij tegenover de wereld staan.<br />
In de tweede plaats moeten wij gebruikmaken van de wereld buiten ons. Alles wat wij zijn<br />
voor de wereld wordt door die wereld naar ons weerkaatst. Hetgeen wij onbewust uitstralen<br />
zal daarbij evenzeer tellen als hetgeen bewust door gedachten of door handeling de wereld<br />
wordt ingezonden. Wanneer u dus onbewust misdadige neigingen hebt, dan zult u al beseft u<br />
dat niet hierdoor de misdadigheid van an<strong>der</strong>en tot u tr<strong>ek</strong>ken. Wanneer u al bent u nog zo<br />
zedig of zo netjes onbewust een sterke drang hebt tot laten we zeggen bandeloosheid, dan zult<br />
u bandeloosheid in uw omgeving zien ontstaan en deze zal haar invloed op u uitoefenen. Dit<br />
beseffen bet<strong>ek</strong>ent je bewust worden van al hetgeen zich in en rond je afspeelt.<br />
Nu kunnen wij heel verstandig gaan praten over de waan. We kunnen gaan vertellen dat alles<br />
wat u rond u ziet, waan is d.w.z. een interpretatie van werkelijke verschijnselen, die u niet<br />
kent. Dat is z<strong>ek</strong>er zo, maar daar hebt u heel weinig aan. Waan is meer een abstracte these,<br />
waaruit wij op de duur allerhande gegevens kunnen putten, maar waar je als mens voorlopig<br />
weinig mee te maken hebt. Met mijn excuses aan degenen die zolang hebben meegelopen, ik<br />
geloof dat we bij het begin van deze bijeenkomsten verstandig doen om bij het begin te<br />
beginnen. Wij stellen dat al datgene wat wij ons voorstellen omtrent niet door ons<br />
geconstateerde omstandigheden (dus aan de hand van vermoedens), tot de waan behoort.<br />
Wij zullen trachten zoveel mogelijk het nadenken over to<strong>ek</strong>omstige ontwikkelingen of pogingen<br />
tot reconstructie van ontwikkelingen in het verleden te voorkomen, tenzij dit voor ons de enige<br />
weg is om binnen het normaal stoffelijk menselijk leven ver<strong>der</strong> te gaan. Bij het leven in het<br />
heden zullen wij ver<strong>der</strong> voortdurend trachten ons geestelijk beginsel zo sterk mogelijk tot<br />
uitdrukking te brengen. Dit beginsel verkrijgen we door ons eigen karakter en ons eigen geloof<br />
samen te voegen. Wij erkennen bovendien in de verschillende leringen die op de wereld<br />
bestaan ongetwijfeld punten, die voor ons speciaal van belang zijn,<br />
Het is moeilijk om afstand te doen van de zorg voor morgen. En toch zijn er heel veel<br />
voorbeelden van te geven die duidelijk maken, hoe dwaas die zorg is. U moet b.v. een<br />
r<strong>ek</strong>ening betalen over 30 dagen en u hebt op dit ogenblik het geld niet. I.p.v. op het ogenblik<br />
rustig na te gaan hoe u vandaag iets kunt verdienen gaat u erover nadenken hoe het zal zijn,<br />
wanneer u het niet zult kunnen betalen. U gaat dus krampachtig werken. In die<br />
krampachtigheid van uw streven om geld te verkrijgen echter gaat u fouten maken. U bent<br />
niet in staat om wel overlegd en redelijk te handelen. Het gevolg is een zeer sterk toenemende<br />
spanning in het ik, die ook wanneer het begeerde doel nog bereikt wordt toch een<br />
voortdurende verslapping van vermogen bet<strong>ek</strong>ent. Het is een overspanning, die uw<br />
reactiesnelheid vermin<strong>der</strong>t, die uw hel<strong>der</strong>heid van denken beïnvloedt, die uw vermogen tot het<br />
absorberen van waarden buiten in de wereld aanmerkelijk verkleint. U zult begrijpen hoe dit<br />
dus uit den boze is. Dat wil ook zeggen dat we ons niet meer moeten bezighouden met hoe we<br />
10 jaar geleden waren of hoe we morgen zullen zijn. Elke gedragsnorm moet zoveel mogelijk<br />
aan de hand van de waarden van het heden en het bewustzijn van heden worden vastgesteld.<br />
Alles wat in ons leeft werkt als een monitor, die wij niet kennen. Er is een besturende functie<br />
die bestaat uit het totaal van onze ervaringen. Deze ervaringen houden vele dingen in, die<br />
haast onbewust remmen. Als u een kachel ziet branden zult u er waarschijnlijk niet naar<br />
grijpen, want u hebt vroeger geleerd, dat u dan uw vingers brandt. Is het nu nodig u zorgen te<br />
maken dat u zich aan die kachel branden zult, wanneer u ziet dat ze brandt? Neen. Want juist<br />
dan zult u onz<strong>ek</strong>er worden. Neem genoegen met deze haast instinctieve handeling, die door de<br />
ervaring wordt verkregen, de handeling die u beveiligt tegen het verbranden, maar ook tegen<br />
vele an<strong>der</strong>e zorgen. Wees ervan overtuigd dat alles wat u vandaag leert, werkelijk leert (dus<br />
niet alleen bo<strong>ek</strong>engeleerdheid), morgen reeds zijn invloed doet gelden in al uw beslissingen en<br />
besluiten, in al uw handelingen. Ga steeds waar het maar mogelijk is van het heden uit.<br />
Onthoud ver<strong>der</strong> dit U kunt soms heel ver in het wezen van an<strong>der</strong>en doordringen (dat geef ik<br />
toe), maar alleen wanneer er voldoende parallelled met uw eigen wezen zijn. Het begrip voor<br />
an<strong>der</strong>en impliceert een herkennen van het ik. Het resultaat is dat het trachten an<strong>der</strong>en te<br />
begrijpen bet<strong>ek</strong>ent een verhel<strong>der</strong>en van het standpunt van het eigen ik, een vergroten van de<br />
ervaring, die juist voor dit ik noodzakelijk is.<br />
6<br />
INLEIDING
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
Het zo<strong>ek</strong>en naar de innerlijke wereld, afgescheiden van het stoffelijk leven, komt bij de mens<br />
veel voor. Als wij alleen reeds zien naar het aantal vragen, dat ons werd gesteld over<br />
uittreding en de mogelijkheid daartoe, vragen over dromen, vragen over ontmoetingen in de<br />
geest, dan zoudt u beseffen hoe sterk dit een groot gedeelte van de mensheid in beslag<br />
neemt. Men zegt tot zichzelf ik wil dat forceren. Dat is zeer gevaarlijk. Want wanneer u niet<br />
klaar bent om invloeden van een an<strong>der</strong>e sfeer te on<strong>der</strong>gaan in uw bewustzijn, dan zult u ook<br />
geen correctie kunnen aan brengen voor de verschillen, die tussen die sferen en uw stoffelijke<br />
wereld bestaan. Uw herinnering zal ofwel geheel misvormd zijn of langzaam maar z<strong>ek</strong>er eer<strong>der</strong><br />
een contact met negatieve sferen bet<strong>ek</strong>enen en daardoor een zenuwuitputting met alle<br />
gevolgen van dien. Wij leren echter wanneer wij stoffelijk ver<strong>der</strong> streven naar de juiste<br />
beheersing, stoffelijk streven naar het juiste weten, op de duur vanzelf het activeren van<br />
geestelijke voertuigen. En wel in dit geval alleen van die voertuigen, die een versterking<br />
bet<strong>ek</strong>enen van de tendens die wij persoonlijk begonnen zijn in onze eigen wereld.<br />
Om uit te gaan in een an<strong>der</strong>e sfeer moet je niet alleen maar je bewust zijn van die an<strong>der</strong>e<br />
sfeer, maar je moet haar ook kunnen interpreteren. Die interpretatiemogelijkheid is gezien de<br />
cyclus waarin de wereld zich op het ogenblik bevindt, de terugkeer naar het midden voor allen<br />
praktisch aanwezig. U hebt door uw ontwikkeling tot op heden gron<strong>der</strong>varingen opgedaan, die<br />
het u mogelijk maken in elke sfeer, die u beroert en die boven u ligt, u aan te passen. Sferen<br />
die liggen beneden het thans bereikte standpunt zijn door aanpassing niet te bereiken. Werken<br />
in lagere sferen, zoals men dat vaak noemt, is dan ook alleen mogelijk door tijdelijk die sferen<br />
aan te passen aan het eigen standpunt. Men brengt dan een veran<strong>der</strong>ing teweeg in die sfeer<br />
en degenen die daarvoor gevoelig zijn kan men bereiken, an<strong>der</strong>en niet.<br />
Wij hebben er als mens geen behoefte aan om speciaal in die an<strong>der</strong>e wereld te dolen en te<br />
dwalen. De sentimentaliteit van de mens brengt hem er toe om o.m. het contact met dierbare<br />
overgeganen te zo<strong>ek</strong>en. Men begrijpt over het algemeen niet dat het voor de overgeganen<br />
gemakkelijker is contact op te nemen met u dan omg<strong>ek</strong>eerd. En zelfs wanneer men dit beseft<br />
zo<strong>ek</strong>t men voor zichzelf de bezitsverz<strong>ek</strong>erdheid van een persoon, die in de stoffelijke omgeving<br />
althans niet meer reëel bestaat. Wij kunnen daarmee niets bereiken. Wat wij wel echter<br />
kunnen bereiken is dit In ons eigen wezen heeft een geliefde persoon een invloed uitgeoefend.<br />
Deze invloed heeft een beeld daarvan in onszelf geschapen. Dit beeld zal altijd tenzij door<br />
fantasie al te grote afwijkingen ontstaan, wat zelden gebeurt een contact kunnen bet<strong>ek</strong>enen<br />
met de werkelijke persoonlijkheid, die buiten ons bestaat. Dan hebben wij op het ogenblik dus<br />
even duidelijk gemaakt, dat het verstandig is om met geestelijke experimenten niet te gaan<br />
buiten datgene, wat je op het ogenblik nog denkt te kunnen beheersen.<br />
Dat het aanpassen van de stof aan bepaalde geestelijke eisen goed is, weet u. Voorbeeld<br />
meditatie. Meditatie kan soms worden gebruikt om daardoor een hel<strong>der</strong><strong>der</strong> besef te krijgen,<br />
niet alleen omtrent het on<strong>der</strong>werp waarop men mediteert, maar door de zo ontstane<br />
ontspanning ook over vele an<strong>der</strong>e on<strong>der</strong>werpen. In feite is meditatie een<br />
ontspanningstechni<strong>ek</strong>, die on<strong>der</strong> omstandigheden aan hypnose gelijk kan komen. Ik denk<br />
hierbij aan het mediteren b.v. op een kaarsvlam. Vermoeidheid van de optische zenuw, die<br />
hier optreedt, brengt een zodanige versuffing, dat bij het ver<strong>der</strong>gaan van de gedachten in een<br />
richting toch een voortdurende bevrijding van spanning in het grootste gedeelte van ons<br />
denken en ook in het grootste gedeelte van onze geest plaats vindt. Deze ontspanning<br />
bet<strong>ek</strong>ent het wegvloeien van storingen, het opheffen van vele remmingen en daardoor het<br />
harmonischer samenwerken van ons hele wezen. Als wij de weg willen opgaan van de esoterie<br />
of van de magie misschien, dan zullen wij dus wel degelijk de meditatietechni<strong>ek</strong> ons eigen<br />
moeten maken. Wij kunnen die meditatie eenvoudig beginnen door een bepaald on<strong>der</strong>werp<br />
zoveel mogelijk te beschouwen. U neemt daarvoor dingen, die u interesseren of boeien. Tracht<br />
een beeld van al deze dingen en hun bet<strong>ek</strong>enis in de wereld daaruit te ontwikkelen. Probeer<br />
steeds zozeer het on<strong>der</strong>werp met alle associaties te verbinden, dat het op de duur centraal<br />
wordt. On<strong>der</strong>steun dit met het staren op het on<strong>der</strong>werp van de meditatie voor zover dat<br />
mogelijk is. Mediteer pas over abstracties, wanneer u de meditatietechni<strong>ek</strong> voldoende hebt<br />
geleerd. Onthoud ver<strong>der</strong> dat meditatie niet alleen een ontspanning is maar vooral om tot het<br />
punt van ontspanning te komen hard werken. Het kan heel goed voorkomen dat wanneer u<br />
een uur ernstig gemediteerd hebt, u de parelen van zweet van het voorhoofd mort wissen,<br />
INLEIDING 7
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
omdat u zich sterk hebt ingespannen. En dat bet<strong>ek</strong>ent, dat we wanneer wij die<br />
meditatietechni<strong>ek</strong> gebruiken om ver<strong>der</strong> te komen over het algemeen er goed aan doen daarna<br />
een korte tijd te rusten. We kunnen zeggen voor elke 10 minuten van ernstige<br />
geconcentreerde meditatie 2 minuten rust, 1/5 dus.<br />
Wanneer wij met de meditatie ver genoeg zijn gevor<strong>der</strong>d en dus hebben geleerd ons steeds,<br />
sterker bij één on<strong>der</strong>werp te bepalen, zullen wij overgaan tot de contemplatietechni<strong>ek</strong>. Hierbij<br />
zullen wij trachten een on<strong>der</strong>werp alleen te beschouwen en in ons door te laten dringen tot wij<br />
daarmee zoveel mogelijk een zijn. Deze techni<strong>ek</strong> is niet zo vermoeiend als de<br />
meditatietechni<strong>ek</strong> maar vraagt een veel groter b<strong>ek</strong>waamheid. De toestanden van verrukking of<br />
al thans van wereldvreemdheid, die ontstaan, gaan gepaard met een sterke verhoging van<br />
bewustzijnsdrempel en daardoor vermin<strong>der</strong>de vatbaarheid voor de wereld. Het is dus<br />
verstandig wanneer men dit probeert, te voorkomen dat er storingen van buiten af kunnen<br />
optreden. Kies daarom zoveel mogelijk vaste uren, vaste plaatsen, beveilig u tegen te grote<br />
storing. Wanneer u eenmaal goed in contemplatie of meditatie bent, mogen b.v. geluiden van<br />
buiten af ja, zelfs bewegingen in uw omgeving u niet meer storen. Wanneer u dit gebruikt, zal<br />
door de ontstane spanning en het juistere samenwerken van het totaal van de bestanddelen<br />
van de mens het mogelijk worden om nieuwe ideeën te ontwikkelen.<br />
Het is dus zo, dat de meditatie nieuwe denkbeelden naar voren brengt. Probeer vooral in het<br />
begin deze denkbeelden aan de praktijk te toetsen. Laat het niet bij theorieën blijven, laat het<br />
niet blijven bij dromen, maar breng zoveel mogelijk datgene, wat u als juist heeft beseft, in de<br />
praktijk. Door deze wijze van denken en werken brengt u voor uzelf een steeds intenser<br />
vastlegging van het bereikte in uw hele wezen tot stand. Gelijktijdig blijken deze ervaringen<br />
over het algemeen in elk voertuig gelijk sterk te worden uitgedrukt. Dit bet<strong>ek</strong>ent dat het voor<br />
u mogelijk wordt die voertuigen, die normaal niet tot het bewustzijn behoren, steeds meer in<br />
te schakelen, ook bij het stoffelijk bewustzijn. Dit bevor<strong>der</strong>t niet alleen de zelfkennis, maar<br />
bevor<strong>der</strong>t ook daarnaast het vermogen om buiten het “ik” waar te nemen en de z.g.<br />
paranormale gebieden te betreden. Onthoud ver<strong>der</strong> dit Occultisme op zichzelf heeft zeer<br />
nuttige kwaliteiten en eigenschappen. Het kan de mens helpen zeer veel en zeer snel te<br />
bereiken. Maar daar staat weer tegenover dat het onbevoegd spelen met het occulte<br />
levensgevaarlijk is. Want de mens ziet in het occulte niet de normale uitbreiding van zijn eigen<br />
bestaan, maar de tegenstelling die bereikt moet worden. Dat bet<strong>ek</strong>ent dat hij zich meestal bij<br />
een zon<strong>der</strong> goede leiding zo<strong>ek</strong>en naar occulte vermogens eer<strong>der</strong> wendt tot negatieve dan tot<br />
positieve factoren. Het gevolg zal u uit al het voorgaande wel duidelijk zijn.<br />
Dan gaan we nu zo langzamerhand sluiten met dit betoog. Ik vind dat u reeds voldoende ter<br />
overweging hebt g<strong>ek</strong>regen. Maar dit zou ik toch nog wel willen zeggen: Een esoterische<br />
ontwikkeling bestaat niet alleen in het verwerven van wetenschap, maar ook van<br />
b<strong>ek</strong>waamheid. Om met enige vrucht in de esoterie ver<strong>der</strong> te kunnen gaan is het b.v. zeer<br />
goed, dat men in staat is althans de eenvoudige algebraïsche vergelijkingen te hanteren. Het<br />
maakt het ons n.l. vaak eenvoudiger en gemakkelijker mogelijk een onb<strong>ek</strong>end iets voor onszelf<br />
te definiëren. Wanneer wij staan voor twee verschijnselen, die wij kennen plus een onb<strong>ek</strong>ende<br />
kracht x, die daarvoor verantwoordelijk is, dan zullen wij door het vergelijken van de<br />
verschillen van deze verschijnselen en het vergelijken van het geheel van een buiten deze<br />
kracht tot stand komend verschijnsel van gelijke geaardheid, heel vaak kunnen bepalen hoe<br />
die kracht is, wat haar energie is en uit de symbolen dus a.h.w. kunnen aflezen, waarmee wij<br />
te maken hebben. Ver<strong>der</strong> maakt het ons eenvoudiger mogelijk werkingen in onszelf na te<br />
gaan, waar we door een vergelijking te gebruiken ook de in ons onb<strong>ek</strong>ende factoren kunnen<br />
benoemen en zelfs wanneer ze niet onmiddellijk realiseerbaar zijn hen toch reeds kunnen<br />
bestemmen qua plaats en bet<strong>ek</strong>enis in het geheel van ons leven.<br />
Belangrijk is ver<strong>der</strong> enige kennis van muzi<strong>ek</strong>. We willen hele maal niet zeggen dat u plotseling<br />
allemaal piano, viool, gitaar of slagwerk moet gaan spelen en ik zou u zelfs met het oog op uw<br />
buren o.m. willen afraden o.m saxofoon te gaan stu<strong>der</strong>en of trompet, maar u moet toch enig<br />
gevoel hebben voor ritme, voor melodie. Het begrip voor muzi<strong>ek</strong> vereenvoudigt n.l. zeer het<br />
gebruik van juiste trillingen, van juiste intonaties. Ook behoort een z<strong>ek</strong>ere kennis van<br />
red<strong>ek</strong>unst, het redenaar zijn hierbij. Het is noodzakelijk dat u leert op eenvoudige wijze zo snel<br />
en concreet mogelijk uw gedachten vorm te geven. Wanneer u al deze dingen hebt geleerd en<br />
8<br />
INLEIDING
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
u bent daarnaast in staat om goed te luisteren, dan hebt u de beschikking over een<br />
instrumentarium, dat u in staat zal stellen niet alleen door te dringen tot zeer dicht bij de kern<br />
van uw eigen wezen, maar daarnaast ook alle factoren van dit wezen en hun we zelden<br />
afzon<strong>der</strong>lijk a.h.w. op te roepen en te gebruiken in uw bewust streven. Denkt u niet dat een<br />
<strong>cursus</strong> esoterie afgelopen is wanneer we allemaal zoet geluisterd hebben vanavond en<br />
desnoods de zaak nog eens een keer hebben nagelezen. U moet zelf bepalen hoe u ver<strong>der</strong> wilt<br />
gaan en of u ver<strong>der</strong> wilt gaan. En als u hier alleen wilt komen luisteren, u bent welkom, u zult<br />
er nooit slechter van worden. Maar als u werkelijk ver<strong>der</strong> wilt gaan, dan zult u gebruik moet en<br />
maken van de aanwijzingen, die wij u in de komende tijd zullen geven.<br />
En daarmee heb ik dan mijn eerste lezing, mijn eerste les besloten. Ik zal natuurlijk niet weg<br />
gaan zon<strong>der</strong> u eerst nog de gelegenheid te geven belangrijke vragen omtrent het gesprokene<br />
te stellen. En we zullen in tegenstelling met wat tot nu toe gebruikelijk was de mogelijkheid<br />
openstellen zij het beperkt verduidelijking van bepaalde frasen, bepaalde zinsneden te vragen<br />
uit voorgaande lessen en dat natuurlijk pas ingaande vanaf de volgende les.<br />
Is er iemand die op het ogenblik al iets te vragen heeft?<br />
U hebt het gehad over tegenstellingen van waaruit de mens leeft. U hebt ook gezegd dat<br />
die tegenstellingen niet op te heffen zijn. Zij zijn ook niet tot synthese te brengen. Het blijft<br />
een tegenstelling en toch ook weer niet. Kunt u daar ver<strong>der</strong> op ingaan?<br />
Ik kan er wel iets over zeggen. Zoals ik zo-even al tegen onze vriend hier zei wij kunnen hier<br />
nog niet te ver op doorgaan.. Maar u moet het goed begrijpen de bestaansvorm en de<br />
ervaring, die in die bestaansvorm het leven bet<strong>ek</strong>ent, zijn nu eenmaal afhankelijk van<br />
tegenstellingen. Eerst wanneer er twee aan elkaar tegengestelde waarden zijn, kan het<br />
verschijnsel daaruit te voorschijn komen en dus het kennen en het weten. Is die tegenstelling<br />
opgeheven of tot een synthese gebracht, dan houdt het verschijnsel op. An<strong>der</strong>s gezegd<br />
wanneer de mens het punt bereikt, waarin hem een synthese mogelijk wordt tussen de<br />
tegenstellingen waartussen zijn weg ligt, houdt hij op mens te zijn en in het menselijk pad zich<br />
te bewegen. Dan kan hij dus niet meer behoren tot deze ontwikkelingsgang en zal hij<br />
misschien wel weer in een an<strong>der</strong>e re<strong>ek</strong>s van tegenstellingen nog ver<strong>der</strong> best aan, maar voor<br />
de mensheid is hij uitgeblust. De mensheid houdt hier dus in alle geestelijke sferen, die met<br />
het menszijn in verband staan. Het is duidelijk op het ogenblik dat de tegenstelling ophoudt te<br />
bestaan, is de openbaring van een deel van de goddelijke schepping afgelopen,<br />
U hebt ook iets gezegd over het oneven aantal sferen. De oude tempels, die vroeger<br />
gebouwd werden, hadden altijd een oneven aantal treden. Zijn de even treden de<br />
harmonisering van het voorgaande?<br />
Neen. Het oneven aantal treden is nodig omdat de eerste en de laatste stap gelijk zijn (in<br />
ontwikkeling dus), ofwel begin en eindpunt gelijk zijn. We beseffen maar al te goed, dat die in<br />
waarde gelijk zijn en dat alleen onze eigen inhoud is veran<strong>der</strong>d. In de oudheid heeft men dit<br />
ook beseft en heeft dit tot deel gemaakt van de inwijdingsmysteriën. De daartussen liggende<br />
even treden zijn over het algemeen de z.g. negatieve fasen. U kunt het zich misschien<br />
gemakkelijk voorstellen met een op zichzelf niet juist voorbeeld. Neem nu eens reïncarnatie,<br />
dan is het leven, dood. Dood is een consolidatie van leven maar tevens een scheppen van het<br />
nieuwe leven. Het is echter t.o.v. dit leven negatief, een uitblussing en t.o.v. dat leven ook<br />
negatief, want het is nog niet een begin. Dat is dus een even tree. Dan volgt er weer leven op.<br />
Maar wanneer we het nu over die oude tempels hebben, dan mag ik misschien nog iets<br />
opmerken In<strong>der</strong>daad gebruikte men bij de oude tempels altijd oneven aantallen treden. Maar<br />
het aardige is dat bij belangrijke tempels, waar inwijdingsmysteriën gevierd, men heel vaak de<br />
treden hoger maakte dan voor een mens (z.g. godentreden) en dan daarnaast trappen<br />
aanbracht waar t.o, v. elke godentree (of grote trede van de trap) drie voor de mens<br />
bestemde treden waren aangebracht, aangevende dat in elke fase van bewustwording (elke<br />
sfeer) drie fasen worden doorlopen door het wezen, dat bewustzijn verwerft.<br />
Over meditatie. Stel dat je een on<strong>der</strong>werp hebt, dat je wilt behandelen. Dan behoef je toch<br />
niet te verzinken. Dat kun je toch denkende doen.<br />
Wanneer je een on<strong>der</strong>werp hebt, dat je wilt behandelen wel. Maar behandelen en mediteren<br />
zijn twee verschillende dingen. Meditatie is niet alleen doordenken, maar vooral doorvoelen.<br />
INLEIDING 9
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
D.w.z. dat zowel de meditatie als de contemplatie een grotendeels emotionele inhoud hebben<br />
en daardoor ver<strong>der</strong> reiken dan het normaal redelijke. Er is een heel groot verschil tussen het<br />
doordenken en het doorleven in meditatie of contemplatie. Wanneer u een toespraak wilt,<br />
houden, zult u het on<strong>der</strong>werp moeten overdenken m.a.w. er is een groot verschil tussen het<br />
voorbereiden van een rede en het mediteren. Mediteren is een poging om gebonden te zijn<br />
met de dingen. Wanneer ik kijk naar een boom, dan moet ik niet alleen proberen te denken<br />
over de boom, maar ik moet proberen te voelen als die boon of te leven als die boom, in de<br />
natuur te staan als die boom. Dan pas mediteer ik goed. Maar dat is weer niet redelijk.<br />
Wij besluiten hiermede deze lezing. U kunt on<strong>der</strong> elkaar misschien in de pauze aan bepaalde<br />
gedachten en gevoelens lucht geven. Na de pauze zullen wij proberen over te gaan tot het<br />
tweede facet van onze <strong>cursus</strong> en trachten iets van stemming en sfeer op te bouwen. Ik hoop<br />
dat dit ons al deze eerste keer direct zal gelukken. Ik voor mij heb erg prettig met u gepraat,<br />
ik heb een vaak verrassend grote mate van begrip gevonden voor hetgeen ik naar voren<br />
bracht en ik heb dus mijnerzijds de beste verwachtingen van een ver<strong>der</strong>e samenwerking. Ik<br />
hoop dat dit ook bij u het geval is. Goedenavond.<br />
o-o-o-o-o<br />
Goedenavond, vrienden.<br />
De kwestie van<br />
10<br />
SFEER SCHEPPEN<br />
vrienden, is een betr<strong>ek</strong>kelijk moeilijke. Het is gemakkelijk wanneer je een omgeving hebt<br />
waarin een z<strong>ek</strong>ere sfeer hangt, die je alleen maar behoeft te versterken. Wanneer je een sfeer<br />
moet opbouwen is daar nogal eens wat mee te doen en vandaar dus u excuseert mij als dat<br />
misschien een klein beetje onheus lijkt mijn commentaar op de geluiden die u gaat maken<br />
wanneer wij eenmaal aan de gang zijn.<br />
Wanneer wij met de esoterie bezig zijn rijzen er duizend en één vragen, duizend en een<br />
problemen, waarvoor wij een oplossing zou den willen zo<strong>ek</strong>en. Maar de moeilijkheid is altijd<br />
weer wij stuiten op een onzichtbare grens. Er zijn steeds weer die momenten, waarop je het<br />
gevoel hebt nu nog een pas en ik wedt, ik heb t te pakken! En dan gaat het je weer voorbij.<br />
Het is altijd naast je, het is altijd rond je en toch kun je het niet pakken. Het is zoals een<br />
dichter (ik meen dat het Tennyson was) zei: Met mij is mijn gedachte als een schaduw mij<br />
steeds ontvlied3nd steeds bij mij. Maar wanneer ik tracht haar te beroeren, beroer ik haar<br />
niet. En zo gaat het met ons wanneer wij willen uitgrijpen boven deze sfeer van stoffelijkheid<br />
voor u en voor ons van eigen wereld. Wij staan voor de grote moeilijkheid om ver<strong>der</strong> te grijpen<br />
dan we kunnen. En de grens die er ligt komt voor een groot gedeelte voort uit onze behoefte<br />
de dingen feitelijk te beroeren. Wij kunnen een ontvlieden a.h.w. van de werkelijkheid veel<br />
gemakkelijker bereiken, wanneer wij eenvoudig een spel van beelden gaan spelen, wanneer<br />
wij gaan spr<strong>ek</strong>en b.v. over de wijdgedragen bomenkathedralen van een Zomerland,<br />
waarachter de blauwe bergen oprijzen en in de kleine tempels het on<strong>der</strong>richt wordt gegeven.<br />
Wij kunnen het gemakkelijk ontwijken wanneer wij spr<strong>ek</strong>en over de lieve herinneringen en de<br />
witte gestalten die over de weide tot ons komen en spr<strong>ek</strong>en en ziet herschapen het oude zijn.<br />
Maar daaraan hebben wij zo weinig. Wij kunnen die sfeer allemaal voor onszelf wel opbouwen,<br />
we kunnen wel eens even br<strong>ek</strong>en buiten dat raadsels wat ben ik nu eigenlijk? Maar wij gaan er<br />
omheen, we beroeren het eigenlijk niet.<br />
Soms gaan we over tot een innig zelfon<strong>der</strong>zo<strong>ek</strong> en dan gaan we zeggen Ja, we weten dat. er<br />
een God leeft en die God moet in mij leven. In mij ergens is het goddelijk licht. Wat rond mij is<br />
is een wereld van sfeer, die ik niet beroeren kan. Ik kan mij niet begrijpen hoe het komt, maar<br />
alles spiegelt zich voor mij. Het is of ik in duizenden reflex4n van ongetelde lachspiegels<br />
verwrongen de waarheid zie en toch nog niet begrijpen kan hoe ze is, al voel ik aan dat ze er<br />
INLEIDING
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
is. Al zou ik sommige delen ervan mij kunnen voor stellen. God is er wel, maar wat moet ik<br />
ermee beginnen? God leeft in mij, akkoord. Maar waar ben ik aan toe? Wat moet ik gaan<br />
doen? Kijk, dat is nu eigenlijk die grens. Wat moet ik er mee doen?<br />
Alles wat je nu bereikt op geestelijk terrein is allemaal zo mooi. en het klinkt zo heerlijk in<br />
allerhande termen. Wij kunnen er gedichten over maken. Soms zeer sinistere en zeer lange,<br />
rammelende misschien en korte, die vol van een verfijnde schoonheid zijn. Wij kunnen het in<br />
muzi<strong>ek</strong> uitdrukken. We kunnen het beeldhouwen, we kunnen het schil<strong>der</strong>en, abstract en<br />
realistisch. Maar wat we niet kunnen is het voor onszelf werkelijk maken. Dat is het meest<br />
typische van de esoterie. De grens die ons gesteld is, is de grens van werkelijkheid. Er komt<br />
een ogenblik dat we niet meer weten, waar wij nu eigenlijk aan toe zijn. Fantaseren we nu,<br />
bouwen we ons allerhande waandenkbeelden op, of is er nog iets werkelijk?<br />
Er moet een werkelijkheid zijn, die ver<strong>der</strong> gaat dan alle rede en er moet een kennen zijn, dat<br />
ver<strong>der</strong> gaat dan alle emotie. Er moet een ogenblik komen dat wij voor onszelf in staat zijn om<br />
a.h.w. die goddelijke kracht zo reëel te voelen, zo reëel voor onszelf te openbaren, dat er geen<br />
aarzeling meer is, dat er alleen maar een verzadiging, een vervulling is. Maar kunnen we dat<br />
nu werkelijk beheersen? Kunnen we daar meester over zijn? Neen. Het is dat, waarin we<br />
steeds weer t<strong>ek</strong>ortschieten. Wanneer we met de meeste moeite uiteindelijk de wil<strong>der</strong>nis van<br />
stoffelijke gevoelens als mens doorkruist hebben, wanneer wij eindelijk zijn g<strong>ek</strong>omen aan het<br />
moment dat we zeggen hier kan de wereld tenminste ophouden, dan staan we tegenover een<br />
wereld, waarin we geen weg weten. Zelfs zij die uittreden, zij die b<strong>ek</strong>end zijn in die an<strong>der</strong>e<br />
sfeer en in die an<strong>der</strong>e werelden, ook zij kunnen dat niet redelijk kenbaar maken.<br />
Esoterie is niet alleen een groei naar binnen toe, die redelijk verklaard wordt. Esoterie is een<br />
verliezen van vele dingen. Soms als je dan jezelf b<strong>ek</strong>ijkt, voel je je als Hamlet na de scene met<br />
de grafdelvers. Dan zou je a.h.w. je eigen wezen aan de hand willen nemen en beschouwen en<br />
zeggen: Poor Yorick.<br />
Dan zou je willen zeggen: Gisteren nog vol lach en vandaag vergeten. Te zijn of niet te zijn,<br />
dat is een vraag, die mij kwelt. Ben ik? Ben ik eeuwig? Of ben ik een droombeeld, vervliegend<br />
in de waan van een ogenblik? Zijn mijn gedachten en mijn weten iets van een werkelijkheid of<br />
word ik gedroomd door een slaper, die ergens rusteloos wentelt omdat de dromen hem<br />
kwellen?<br />
Zo gaat het je dan. Want de wereld van de werkelijkheid lijkt de mens een wereld van dromen.<br />
De wereld van de realiteit, de werkelijkheid, sterft on<strong>der</strong> de aanraking van onze stoffelijke rede<br />
en van onze geestelijke beredeneringen. De werkelijkheid is niet te vangen. Zij is en wij weten<br />
dat zij bestaat en zij moet in ons bestaan zoals in ie<strong>der</strong> an<strong>der</strong> en in elk an<strong>der</strong> wezen. En elke<br />
keer moeten wij zeggen Neen, ik kan het toch niet vinden.<br />
Ach, u weet het waarschijnlijk zelf wel. U luistert naar een betoog van een onzer spr<strong>ek</strong>ers en<br />
zegt Neen, ik vind er eigenlijk niets aan. Ja, het zal wel geestelijke waarheid zijn, maar het<br />
zegt mij niets. Hij zegt dat nu, wel, maar ik kan het er niet mee eens zijn. En waarom zou dat<br />
nu de waarheid zijn en dat wat ik denk niet? Zo gaat het toch. En morgen sta je tegenover<br />
jezelf en dan zeg je tegen jezelf God leeft in mij, ik heb de kracht, ik kan een won<strong>der</strong> doen. En<br />
dan zeg je Ja, maar zou dat wel waar zijn? En dan is het won<strong>der</strong> alweer weg en is de<br />
mogelijkheid teloor ge gaan. Je zegt tegen jezelf Ik ben een eeuwig wezen. Dan komt de dood<br />
en je bent o zo bang, dat de zaak wordt uitgeblust. Want je kent geen an<strong>der</strong>e wereld dan je<br />
eigen wereld, je kent geen an<strong>der</strong>e begrippen dan die van je eigen wereld, je eigen bestaan. En<br />
uit je gedachten groeit dan op de duur natuurlijk wel iets, wat dichter bij de werkelijkheid<br />
komt. Maar de rede schiet t<strong>ek</strong>ort en het menselijk begrip en waarnemingsvermogen staan stil.<br />
En toch zijn er soms van die moment en dat je iets van de droom vangen kunt. Kuijamar een<br />
Japans dichter, heeft eens geprobeerd het weer te geven. Die schreef een klein gedichtje<br />
on<strong>der</strong> aan een kakemono. Dat luidde alleen zo Ik droomde in eeuwigheid en was als het blad<br />
van een kersenbloesem, gedragen op het spiegelend vlak van het water. Helemaal geen<br />
gedicht misschien in de westerse zin van het woord, maar wat een uitdrukking! Ik was als een<br />
kersenblad, licht, onmerkbaar, geen indruk makend, gedragen door het water. Zo gaat het<br />
met ons ook. Misschien heeft die eeuwigheid een te grote oppervlaktespanning om de<br />
INLEIDING 11
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
gelijkenissen door te zetten. Misschien is er ergens iets wat te sterk is voor ons, zolang we<br />
spr<strong>ek</strong>en van ik zolang we spr<strong>ek</strong>en van mijn leven, ik ben eeuwig. Een druppel water valt in het<br />
water, gaat er in op en wie zal diezelfde druppel terugvinden? Ze is opgenomen in het geheel<br />
en in haar duizenden delen ertussen verdeeld, bestaand daarin maar ermee vermengd op<br />
onverbr<strong>ek</strong>elijke wijze. Maar wij maken in onze denkbeelden voor onszelf een afzon<strong>der</strong>lijk<br />
beeld, een affiche, een afbeelding van wat wij denken te zijn. En het is dat, wat het ons<br />
onmogelijk maakt om de eeuwigheid te beseffen. We drijven op de eeuwigheid, we worden<br />
erdoor gesteund en gedragen en toch zijn we er geen deel van, we horen er niet bij.<br />
Kijk, dat is nu bij alle begin van esoterisch denken en zo<strong>ek</strong>en natuurlijk het hoofdpunt.<br />
Waarom, zo zegt de mens steeds weer, voor mij niet en voor hem wel? Ja, waarom denkt die<br />
nu dat hij hel<strong>der</strong>ziende is en waarom zie ik, die het zo verlang, nooit iets? Waarom treedt een<br />
an<strong>der</strong> uit en wandelt in de tuinen <strong>der</strong> eeuwigheid en kan mijn ziel met krampachtig pogen niet<br />
voor een ogenblik aan mijn lichaam ontsnappen? Zo denk je dan toch, nietwaar? Maar je<br />
vergeet één ding. Esoterie is voor een gedeelte jezelf verliezen. Het is a.h.w. het prijsgeven<br />
van veel wat je aan jezelf hebt toeg<strong>ek</strong>end aan eigenschappen, aan waarden. Het is het haast<br />
willoos on<strong>der</strong>gaan voor een kort ogenblik om dan in de moe<strong>der</strong>schoot van eeuwigheid<br />
geborgen kracht op te doen en terug te treden in je eigen bestaan, maar steeds intenser<br />
doordringend in de geborgenheid van het eeuwig bestaan. Dat is voor ons het raadsel, het<br />
probleem, dat is de werking waarmee wij te maken hebben.<br />
Nu zijn er in de oude tijd veel verschillende soorten van inwijdingsscholen geweest, lang<br />
voordat de aarde bestond zelfs al. Voordat de aarde bestond waren er ook al ingewijden en<br />
dezen zijn voor de huidige aarde vaak weer lei<strong>der</strong>s en helpers geworden. En al die<br />
inwijdingsscholen hadden een ding gemeen het ogenblik van beproeving en het ogenblik van<br />
laten we het woord maar gebruiken onthechting. Telkenmale wanneer je gaat kijken naar zo n<br />
inwijdingsplechtigheid valt je op men sterft. Symbolisch misschien maar toch sterft men. En<br />
wanneer het de scholen zijn die een hoogste inwijding vergen, dan is het een droom, die haast<br />
dodelijk kan, zijn. Je strijdt met de elementen. Men weet hoe dat soms in Egypte ging en ook<br />
bij de Gri<strong>ek</strong>en. Wanneer men daar na de eerste inwijdingen ver<strong>der</strong> wilde gaan, werd men in<br />
een hypnotische trance gebracht en dan kwamen suggesties. Dat je on<strong>der</strong> een berg bedolven<br />
bent en dat je je een weg moet graven er doorheen zon<strong>der</strong> instrument en zon<strong>der</strong> middelen.<br />
Achter je valt de gang in, vóór je een onb<strong>ek</strong>ende dichtheid van bergmassief, waar je<br />
noodzakelijk doorheen moet gaan, wil je ver<strong>der</strong> komen. Er zijn er die het opgeven en die dan<br />
de verstikkingsdood <strong>der</strong> fantasie lijden en ook werkelijk lichamelijk on<strong>der</strong>gaan. Maar als ze<br />
eenmaal verstand hebben gewonnen, dan zeggen ze Voor mij is de berg niet. En zij, die die<br />
wijsheid kennen, gaan door de aarde heen want ze zijn er een mee. Er is niets wat hen<br />
tegenhoudt, niets wat hen schrik aanjaagt. Maar dat moet men leren.<br />
En dan komen de wateren, de wilde bruisende stromen, waar je doorheen moet, geladen met<br />
onb<strong>ek</strong>end gevaar. De zee, die je moet overst<strong>ek</strong>en. En wanneer je weet één te zijn met het<br />
water, ja, dan drijf je er overheen als een lichte wolk, dan spoel je mee met de golven en je<br />
bent aan je doel voor je het weet. Maar zolang je vasthoudt aan het begrip ik is er de<br />
verterende angst en dan kun je er aan sterven.<br />
Dan is er de beproeving van het vuur. Dan moet je gaan langs paden, die je steeds hoger en<br />
hoger een berg op schijnen te drijven. En dan sta je ineens voor een kuil vol vuur, een<br />
vulkaankrater. En je zult door het vuur heen moeten gaan.<br />
Bij veel van die mysteries vinden we ver<strong>der</strong> de beproeving van de slang. De mens is bang voor<br />
de slang, want zij is vreemd aan zijn wezen. Giftig en sterk is ze daar. Maar de mens moet<br />
gaan door een vallei gevuld met ad<strong>der</strong>gebroed, dat hem dreigt en toch voor hem wijkt. Tot hij<br />
de koningsslang ontmoet. De koningsslang die in de symbolische verhalen veel lijkt op de<br />
uraeus die de farao’s eens gedragen hebben als t<strong>ek</strong>en van hun waardigheid en afstamming.<br />
Met deze moet men worstelen. En eerst als de gevleugelde slang overwonnen is, kan men<br />
ver<strong>der</strong>gaan en begint de duizelende vlucht in de oneindigheid van luchten, waaruit het<br />
bewustzijn van alleen zijn in de ruimte wordt geboren. Wie het alleen zijn in de ruimte kan<br />
begrijpen, kan weerstaan, wie de eenzaamheid overwint, die is ingewijd.<br />
12<br />
INLEIDING
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
In die beproevingen ligt veel voor ons nuttige lering. Laten we allereerst eens even nemen ons<br />
eigen wezen. Bent u niet bang? Kent u geen angst? Zijn er niet van die momenten dat het lijkt<br />
alsof het duister steeds dichter wordt, tot het als taaie stroop rond u heen ligt, geladen met de<br />
meest verschrikkelijke monsters? Kent u niet de angst, dat alles wat u hebt, al uw bezit op een<br />
gegeven ogenblik weggevallen is? Kent u niet de angst van alleen en arm zijn? Kent u<br />
misschien de angst voor de dood? De angst voor demonen en duivelen? De angst voor verlies?<br />
De angst misschien dat je voor je vrienden bespottelijk zult zijn? Droom je er soms niet van<br />
als een nachtmerrie dat je plotseling de achting van ie<strong>der</strong>een verliest door een dwaasheid?<br />
Angst, mijne vrienden, is een deel van de grens die ligt tussen ons en de eeuwigheid. Angst is<br />
die demonische kracht, die je vasthoudt, als je ver<strong>der</strong> wilt gaan. Want we kunnen niet alleen<br />
geen afstand doen van ons ik maar vooral niet van al datgene, wat we ermee verweven hebben.<br />
Voor hen in de geest zijn het de lieve dromen misschien, op aarde is het de idee van je<br />
redelijkheid, van je rechten, van je weten. Dat houdt je g<strong>ek</strong>etend, dat houdt je geboeid. Het is<br />
de angst, de angst te verliezen wat je meent te bezitten en wat in werkelijkheid voorbij is met<br />
een zucht van de tijd.<br />
En dan is er het begeren. Begeren is ook een fatale kwestie. Want stel je voor dat je in die<br />
inwijdingsdroom, in dat hypnotisch beeld je opgedrongen door de inwij<strong>der</strong>, uit de berg komt en<br />
in de vrije lucht staat en zegt ik ga niet ver<strong>der</strong>. Achter je de hoge bergen, vóór je de<br />
onoverkomelijke zee, een korte tijd van waanzin en dood, teloor. Dan zeg je Ik heb dit nu<br />
eindelijk overwonnen, nu wil ik dit behouden, dit Is kostbaar. En zo gaat het de mens. Met veel<br />
moeite heb je wat geleerd, je weet wat, je hebt gestudeerd, je hebt gezocht, je hebt je<br />
filosofieën. En nu komt op een gegeven ogenblik de vraag Ja, moet ik nu ver<strong>der</strong>gaan? Maar<br />
dan moet ik alles wat ik bezit prijsgeven, mijn wijsheid. mijn geleerdheid, mijn aanzien. Ik<br />
moet prijsgeven wat ik bet<strong>ek</strong>en, mijn mogelijkheid om iets te verwerven zelfs. Ik moet dus zijn<br />
als een bedelaar, mijzelf overlatend aan de wateren <strong>der</strong> eeuwigheid. Ik moet mij dus zon<strong>der</strong><br />
iets te bezitten in de vloed van tijd storten en maar afwachten waar ik terecht kom. Dat kan ik<br />
toch niet! En dan is er weer de grens.<br />
Wij drijven op de wateren <strong>der</strong> oneindigheid, de ervaringen worden ons gegeven, wij zien de<br />
spiegelbeelden van de werkelijkheid misschien rond ons. We drijven voort gedreven door de<br />
wind, zon<strong>der</strong> te weten waarom of waarheen. Dan zeggen we: We willen doordringen in die<br />
eeuwigheid en dat water. Maar wij kunnen niet, omdat ons wezen weigert de verschillen<br />
tussen eeuwigheid en ik op te heffen. Omdat we weigeren eeuwig te zijn. Dat is het grote<br />
probleem van een ie<strong>der</strong> die begint met de esoterie. Alle wetenschap die u bezit en alle<br />
wetenschap die wij u kunnen geven tezamen is onbelangrijk wanneer u grijpt naar het weten<br />
óm het weten. Alles wat u bezit en alles wat u vreest houdt u terug.<br />
Het is moeilijk om te aanvaarden, ik weet het wel. En tóch.<br />
Eerst nu ik U aanvaard heb, God, zijt Gij voor mij tot leven wel g<strong>ek</strong>omen. Verdreven uit de<br />
oneindigheid, uitgeworpen uit het paradijs heb ik gezocht naar U in mijzelve. Ik meende wijs<br />
te zijn en Gij hebt mij verlaten. Ik meende sterk te zijn en dorst zelfs U te haten. Er bleef mij<br />
slechts de leegte van een onvervulde tijd. Nu wil ik niet mijzelf meer wezen, maar slechts<br />
aanvaarden Uwe kracht. Nu wil ik niet uit eigen krachten streven, maar verwerkelijken Uw<br />
macht en wil. En nu mijn God, nu zijt Ge mij herboren, herleeft Gij in mij, lichtend sterk als<br />
ooit tevoren, mij geworden een z<strong>ek</strong>erheid en wel bestaan. Nu kennend, door het oog begrepen<br />
en spr<strong>ek</strong>end tot een ziel, die t zwijgen vond.<br />
Het is helaas niet van mijzelf, het is meer een citaat, maar is het niet zo? Pas op het ogenblik<br />
dat wij alle dingen kunnen prijsgeven kunnen wij God vinden. Als wij God vinden kunnen wij<br />
pas onszelf vinden. Het is een raadsel raden, een eeuwige cirkelgang, waarbij wij als de aarde<br />
rond de zon gaan, haar licht ervaren en toch nooit de verzengende gloed van. de werkelijkheid<br />
kennen. Wij zo<strong>ek</strong>en. En daarom houden wij ons bezig met de esoterie, vrienden. Wij zo<strong>ek</strong>en<br />
eigenlijk vooral naar onszelf. Het is niet de zelf kennis, wat wij willen. Ook zelfs niet God, al<br />
zeggen wij dat misschien. Wat wij zo<strong>ek</strong>en is de verwerkelijking van de droom, die wij over<br />
onszelf hebben. En het is daarom, dat we nog niet ver<strong>der</strong> kunnen gaan.<br />
Zoals het in het verleden wordt neergeschreven Wie de weg <strong>der</strong> esoterie gaat moet eerst de<br />
weg door de jungle <strong>der</strong> gevoelens zo<strong>ek</strong>en, waar als verscheurende dieren de emoties op de<br />
INLEIDING 13
14<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
loer liggen om je terug te slepen, vernietigd door een stoffelijk bestaan zon<strong>der</strong> meer. En heb je<br />
dat overwonnen, dan sta je voor een steile muur. Je moet zo<strong>ek</strong>en naar een poort, een poort<br />
van begrip. Dan sta je voor de statigheid van wijde pleinen en je moet de weg vinden door een<br />
doolhof van tuinen en paleizen. En overal noodt iets je tot rust. Hier de wijsheid, daar de<br />
kracht, daar de manifestatie, duizend gaven je geboden. Je zult ver<strong>der</strong> moeten gaan. En naar<br />
men zegt, moet men zo zeven maal ingaan in een nieuwe wereld en het an<strong>der</strong>e achterlaten.<br />
Nu strijdende met gevaar, dan met verleiding, totdat men uiteindelijk bereikt. wat zo vaak is<br />
omschreven op verschillende manieren. Iemand omschreef het als een kleine koepel, waar<br />
oosterse banken omheen liggen, waar achter het stenen scherm de lucht spre<strong>ek</strong>t van zon. En<br />
daar op een vloer, geblokt in marmer zwart en wit, zit een wezen, dat je met eerbied bena<strong>der</strong>t<br />
en waarin je jezelf erkent. En eerst als je jezelf erkend hebt, ontspringt een enkele vlam, een<br />
enkel licht. Dan is er buiten geen licht maar duisternis. Vanuit dit kleine tempeltje, deze kleine<br />
ruimte, schijnt een licht het heelal te doordringen.<br />
Zo omschrijft men het en zo kan het zijn. Maar wij moeten ons zelf vinden omdat God, zoals<br />
Hij voor ons bestaat, ons ideale beeld is. Dat wat wij zijn, maar dan eeuwig, volmaakt. Want<br />
God heeft Zich in ons geopenbaard. Wij zijn een vast en bestemd deel van Zijn schepping en<br />
wij hebben een vaste en bestemde plaats. Wanneer wij zo<strong>ek</strong>en tot God te gaan zullen wij<br />
onszelf moeten vinden in die volmaaktheid. En eerst waar wij de volmaaktheid van ons wezen,<br />
al omvattend door alle tijd en alle sfeer heen, kunnen aan vaarden, ontspringt het goddelijke<br />
licht, zodat van binnen uit Gods licht straalt en Gods schepping erkend kan worden. En eerst in<br />
het erkennen van de schepping ligt Gods openbaring van Zichzelf, die het ons mogelijk maakt<br />
één te zijn met Hem, zon<strong>der</strong> grens en zon<strong>der</strong> schroom.<br />
Het zal misschien nog lang duren voor we allemaal zover zijn, maar de eerste schrede op het<br />
pad zetten we, het pad van de jungle. Er zal veel misleiding zijn, veel aarzeling misschien. Er<br />
zullen veel problemen zijn. En wanneer u ernstig ver<strong>der</strong>gaat, wees er z<strong>ek</strong>er van dat de<br />
beproevingen u niet bespaard blijven. Want ge zult uzelf en uw gevoelens moeten overwinnen,<br />
ge zult meester moeten zijn over uzelf. Eerst dan kunt ge de jungle verlaten, dan kunt ge gaan<br />
in de tuinen, waarin men u verlokt met macht en met weten, met vrede en met wijsheid. En<br />
zelfs dan zijt ge pas aan het begin van de weg. Maar wees tevreden wanneer ge het gevaar<br />
beseft, dat in de jungle leeft, dat leeft in de verwarde wereld van begrippen en gevoelens,<br />
datgene wat thans u zo eigen lijkt. Want daar is steeds de zelfmisleiding. En slechts wie de<br />
zelfmisleiding weet te omgaan zal op de duur een pad vinden tot het begin <strong>der</strong> zelferkenning.<br />
Dat, vrienden, is zoveel als ik vandaag voor u kan doen, zo veel als ik vandaag tot u kan<br />
zeggen. Ik geloof dat we begrepen hebben wat er gezegd werd. Misschien is het een begin van<br />
een begrip voor de dingen die in uzelf leven en die u o.m. hierheen brengen. Ik kan u slechts<br />
één raad geven Vertrouw op God, wees z<strong>ek</strong>er van uzelf, aarzel niet, maar vooral.misleid uzelf<br />
niet omtrent uw bedoeling. Dan vindt u het snelst het pad tot licht en waarheid.<br />
DE JUNGLE<br />
De wil<strong>der</strong>nis is wreed. Zij lijkt soms met haar open paden een ogenblik een tuin, het volgend<br />
ogenblik een muur van levend groen, waar je niet doorheen kunt komen. Maar overal dreigt<br />
het gevaar. Daar op het pad hangt de kleine koraalrode slang aan de takken ze zal zo dadelijk<br />
neervallen en je leven bedreigen. Daar, wat een ogenblik een groene vlakte lijkt, is misschien<br />
een moeras. En in die ondoordringbare muur verborgen is een geheimzinnig leven, waarvan je<br />
niet weet of het je niet zal aanvallen en schaden.<br />
Zo is het ook in de wereld <strong>der</strong> gevoelens. Datgene wat veilig lijkt, waar we voor een ogenblik<br />
zouden willen spelen met onze gedachten en ideeën, daar schuilt vaak de zelfmisleiding die<br />
ons dwingt tot steeds groter leugens om het leven nog aanvaardbaar te maken. En daar, waar<br />
de ondoordringbare muur schijnt te staan van voor óns niet belangrijke zaken, daar schuilen<br />
als wilde dieren onze emoties en onbewuste gevoelens. Wij weten niet wanneer ze<br />
vernietigend zullen uitbr<strong>ek</strong>en om ons te bedreigen en misschien zelfs te doden. En toch is de<br />
jungle vol van leven.<br />
Jungle, een droom van leven en sterven, get<strong>ek</strong>end in duister en licht, get<strong>ek</strong>end in duizenden<br />
tinten van groen, waar alles leeft en toch de dood zijn woning heeft.<br />
INLEIDING
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 september <strong>1959</strong><br />
Les 1 - Inleiding<br />
Jungle, voortdurende misleiding, die slechts de kenner kan begrijpen, dwaaltuin, die vaak<br />
sterven doet, waar wij in de gelijkheid van tijd en landschap steeds weer onszelf ontmoeten en<br />
treden op de sporen die wij vroeger zijn gegaan, onmachtig om een weg tot ver<strong>der</strong> doel te<br />
kiezen. Wrede dwaaltuin, wreed omdat geen wet zich voor ons buigt maar elke wet zichzelf en<br />
voor eeuwig zo gesteld doet gelden zon<strong>der</strong> aarzeling en zon<strong>der</strong> ook maar een enkele keer<br />
genade ons te geven.<br />
Verborgen jungle in het mensenhart, hoe moeilijk is het toch door u een pad te vinden dat<br />
leidt ons tot een beter zijn. Hoe is de pijn soms van het niet bereiken groot en zouden we de<br />
dood haast willen tarten om slechts te ontsnappen aan een verwarring, die in ons leeft. Maar<br />
wie naar beter weten streeft, hij heeft een doel zich reeds in het begin g<strong>ek</strong>ozen. En in het<br />
wezen is het weten als een lichtend kompas dat de koers u geeft van dag tot dag. Het is of wat<br />
in het verleden was in u herleeft en zo hernieuwd u kracht en richting, ja, ook geestelijk<br />
voedsel geeft om te bereiken.<br />
Ge zult met zorg uw pad wel moeten gaan. Niets mag verwaarloosd worden, niets voor n korte<br />
wijl vergeten. Dan wordt het doel bereikt. Want waar de jungle ophoudt ligt misschien een<br />
lichte stad, waarvan kristallen wanden t groen nog licht weer kaatsen en waar in ons de vrede<br />
woont.<br />
Wij zijn het, waarin de jungle is bevat. Wij zijn het, die dwalen in de onbegrepen verwarringen<br />
om ons eigen wezen. Wij zijn het, die uit onze onvolkomenheden hin<strong>der</strong>nissen bouwen en<br />
gevaren. Wij zijn het die - onszelf kennende maar niet achtend dat -, wat in ons leeft ingaan<br />
tegen de natuur en tegen de inhoud van het bestaan en zo als slachtoffers vallen van onszelf.<br />
Maar als we in staat zijn de beproevingen van die innerlijke jungle te doorstaan, te doden wat<br />
ons bedreigt (jaloezie en nijd, begeerte en angst, de trots, de eerzucht en de luiheid) dan<br />
vinden we in onszelf ook de kristallen stad waarin we rusten kunnen, de innerlijke vrede, die<br />
het gevolg is van een welvolbracht bestaan, die het loon is voor een streven dat waarheid in<br />
het “ik” deed geboren worden.<br />
Gij, mijne vrienden, dwaalt in de jungle. Duizend gevaren, die u belagen, lasten die soms<br />
zwaar vallen en uitputting, die u bedreigt. Maar ge hebt uw doel, ge hebt het innerlijk kompas,<br />
dat u zegt waar te gaan. B<strong>ek</strong>ommer u dan niet om de lokkende stemmen die uit de verte<br />
klinken. Stoor u niet aan de gevaren die u schijnen te dreigen. Ga ver<strong>der</strong>, bereid tot afweer als<br />
het nodig is, maar ga voor alles ver<strong>der</strong> tot uw doel. Een mensenleven of een bestaan in een<br />
sfeer heeft alleen zin als we ons doel bereiken. Ons doel te bereiken is de zin van ons leven.<br />
Het is de enige verzadiging van de honger, die in ons leeft. Bereiking is het verlangen dat ons<br />
voortjaagt, ook al weten wij het niet te omschrijven.<br />
INLEIDING 15
Goedenavond, vrienden.<br />
16<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 – De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
We zullen eerst beginnen te vragen of er in onze vorige verhandeling onduidelijke punten zijn<br />
geweest.<br />
De algebra. Is dat urgent of kan dat nog wel even wachten?<br />
Urgent is het natuurlijk niet. Algebra is een deel van een formule ber<strong>ek</strong>ening, waarmee men<br />
verschillende abstracte waarden kan ber<strong>ek</strong>enen en ook onb<strong>ek</strong>ende. Je kunt van uit een b<strong>ek</strong>end<br />
standpunt een onb<strong>ek</strong>ende bena<strong>der</strong>en en definiëren. En in de oude filosofie vooral in de<br />
Pythagorese school heeft dat een grote rol gespeeld. Het is dus geen opdracht dat u<br />
onmiddellijk met algebra moet beginnen, maar wanneer u wat ver<strong>der</strong> wilt gaan dan de<br />
doorsnee esoterie, is het toch wel aan te raden wanneer u eens tijd hebt u eens op de hoogte<br />
te stellen van tenminste, de eenvoudigste formules.<br />
In het begin van uw voordracht gebruikt u de term wij. En nu is het moeilijk uit te vinden<br />
of u de pluralis majestatis gebruikt of dat u de an<strong>der</strong>en ook mee insluit. Wanneer u spre<strong>ek</strong>t<br />
van uw sfeer, onze sfeer, bedoelt u dan waar u bent of waar wij zijn?<br />
Wanneer ik spre<strong>ek</strong> over onze sfeer, dan heb ik het over onze, d.w.z. van onze kant uit. En dan<br />
zult u wel begrijpen dat voor een werk als dit met alleen gebruik wordt gemaakt van een<br />
enkele spr<strong>ek</strong>er. Integendeel, wij werken hier met een z<strong>ek</strong>ere groep samen. En wanneer wij<br />
daar heeft u het alweer, geen pluralis majestatis overigens iets vertellen en een van ons treedt<br />
als spre<strong>ek</strong>buis op, dan gebruiken wij dit wij om het egoïstische en b<strong>ek</strong>rompen ik te omzeilen.<br />
Want het is een groep, die het zegt het is niet een eenling. Ik hoop dat ik daar mee de zaak<br />
duidelijk heb gemaakt. Wanneer het echter om mijn speciale ervaringen gaat of om mijn eigen<br />
meningen, dan verval ik automatisch in de ik vorm. Ver<strong>der</strong> zult u ontd<strong>ek</strong>ken dat wij spr<strong>ek</strong>en<br />
over uw wereld maar ook wel eens over ónze wereld, omdat wij er n.l. mee in verband staan<br />
en daarmee proberen aan te geven de wereld, waarin ook wij interesse hebben en waarin u<br />
leeft. Misschien kan dat onduidelijk zijn.<br />
Wij zullen dan zien dat wij daarop iets an<strong>der</strong>s vinden.<br />
In dit geval was het onduidelijk. U zei n.l. Wij kunnen wel de astrale wereld gebruiken door<br />
een krachtsinspanning onzerzijds om in onze eigen wereld iets tot stand te brengen, maar<br />
het is altijd een correctie van een negatieve waarde.<br />
Dat is dus gesproken voor het gezelschap hier als gemeenschap.<br />
Uit de astrale wereld kunnen wij nooit een positieve werking verwachten wij kunnen slechts<br />
negatieve verschijnselen daarmee versterken of opheffen.<br />
Dat geldt dus voor ons allemaal. Het is dus een les, die op u betr<strong>ek</strong>king heeft. Wij zullen voor<br />
het vervolg even afspr<strong>ek</strong>en hoe wij die onduidelijkheden zullen omzeilen, Wij en onze worden<br />
voortaan zon<strong>der</strong> na<strong>der</strong>e omschrijving gebruikt, wanneer het onze groep stof zo wel als geest<br />
hier aanwezig betreft, dus ook u. Ver<strong>der</strong> dat ik wij of onze na<strong>der</strong> aangeduid met in onze sfeer<br />
of geesten of spr<strong>ek</strong>ers zal gebruiken, wanneer het gaat over onze wereld of onze sfeer, zoals<br />
wij die kennen buiten het stoffelijk bestaan. Is dit duidelijk genoeg?<br />
Maar naast de formele is ook de materiele inhoud me nog niet duidelijk. Namelijk dit Zo<br />
zullen wij in een geestelijk streven en zo<strong>ek</strong>en zoveel mogelijk de astrale wereld ontwijken.<br />
Slechts daar, waar het ons gaat om een direct bereiken van werkingen in onze eigen<br />
wereld. bedoelt u daar de geestenwereld mee?<br />
Neen, dat hele stuk handelt over de stofwereld.<br />
Zal het astraal gebied vaak een dankbaar terrein zijn voor experimenten. Dat komt<br />
misschien later, als wij vormen oproepen, maar is dat wel de bedoeling?<br />
Vormen oproepen niet direct. Maar het is misschien wel aardig dit er even bij te vermelden,<br />
voordat wij dan weer aan het werk gaan.<br />
Een astrale wereld kan zowel voor de gedachten van de geest als van de stof als een soort<br />
spiegel dienen. En nu kunt u zich misschien voorstellen, dat een schil<strong>der</strong> zijn problemen<br />
uitwerkt door ze op een do<strong>ek</strong> te werpen, te schil<strong>der</strong>en, te t<strong>ek</strong>enen. Op diezelfde manier<br />
kunnen wij dus onze beelden en gedachten astraal verwerkelijken (en dat zijn wij in de geest<br />
dus) en daaruit alle conclusies tr<strong>ek</strong>ken omtrent de realiteit en de waarde van onze<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 - De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
denkbeelden. Omg<strong>ek</strong>eerd kunt u in uw wereld ook met uw gedachten in de astrale sfeer<br />
werken. En nu is het vreemde dit Wanneer u reikt naar een hogere, geestelijke kracht, is het<br />
noodzakelijk dat er sprake is van harmonie, wil die kracht weer op uw eigen wereld werkzaam<br />
worden. Maar op het ogenblik dat u alleen maar een gedachte projecteert in het astrale, dan is<br />
de intentie op zichzelf voldoende en daar waar geen afweer aanwezig is tegen die astrale<br />
krachten, zullen ze dus werkzaam zijn. Dit is eigenlijk een regeltje van de magie, dat hebben<br />
wij meen ik ook al inleidend verklaard.<br />
In het tweede gedeelte hebt u n.l. gesproken over wat het “ik” scheidt van de eeuwigheid.<br />
En een van de essentiële dingen daarvan was de kennis ver<strong>der</strong> ons ik-besef en ook al het<br />
verkrijgen van de kennis om de kennis zelve. Wat zitten wij hier dan an<strong>der</strong>s te doen?<br />
Kennis op zichzelf vervreemdt van de eeuwigheid, omdat elke kennis in feite slechts een deel<br />
is van een totale kennis en een volledige kennis zelden of nooit verkregen wordt. Het gevolg<br />
is, dat steeds van uit een beperkt standpunt wordt gedacht en geredeneerd. En dan mag dit<br />
vanuit een menselijk standpunt of zelfs van uit een geestelijk standpunt buitengewoon<br />
kosmisch lijken, in feite is het een uitschakelen van veel factoren, die ook in en rond ons<br />
werkzaam zijn. Dat geldt dus zowel voor u en uw wereld als voor ons en de onze. Op het<br />
ogenblik dat wij die innerlijke werkingen en drijfveren. gaan uitschakelen door onze kennis, die<br />
ons a.h.w. gaat dwingen om redelijk te zijn, dan maken wij het onszelf dus onmogelijk de<br />
volheid van het Goddelijke te overzien. Laten wij het zo zeggen: De schepping is een<br />
schil<strong>der</strong>werk. Maar wanneer wij dat nu gaan b<strong>ek</strong>ijken, met onze kennis, dan gaan wij steeds<br />
meer leren over de wijze, waarop kleurstoffen worden vervaardigd, penseeltechni<strong>ek</strong>en,<br />
grondt<strong>ek</strong>eningen en eventueel kleurd<strong>ek</strong>king en schakering enz. Maar wij zien de voorstelling<br />
niet. Die voorstelling zegt ons niets meer, omdat wij kijken naar de techni<strong>ek</strong>. Op dat ogenblik<br />
is de werkelijke inhoud van het schil<strong>der</strong>stuk voor óns teloor gegaan. En op dezelfde manier is<br />
kennis dus op een gegeven ogenblik voor ons iets schadelijks. Maar aan de an<strong>der</strong>e kant en dat<br />
hebben wij er ook bijgezegd, als u het goed hebt gelezen is het voor ons noodzakelijk,<br />
wanneer wij eenmaal beginnen kennis te vergaren, daar in z<strong>ek</strong>ere zin in ver<strong>der</strong> te gaan.<br />
Wanneer wij n.l. eenmaal een beperking aan onszelf hebben opgelegd, dan kunnen wij alleen<br />
maar alles doen om te zorgen dat die beperking zo klein mogelijk is t.o.v. het totaal. Daarom<br />
streven wij naar kennis. Maar wij mogen niet vergeten dat in feite die kennis nog steeds de<br />
scheidsmuur is tussen ons en de kosmos.<br />
Ik hoop dat het geen al te harde knoop is om te ontwarren. Er zit n.l. de moeilijkheid aan vast,<br />
dat kennis en het z.g. redelijk denken absoluut in strijd zijn met bepaalde kosmische waarden.<br />
En wanneer je nu je hele leven hebt gedacht dat je er met kennis kunt komen, met studie<br />
zon<strong>der</strong> meer en je komt tot de conclusie dat je niets an<strong>der</strong>s hebt gedaan dan de omheining,<br />
die je om je eigen mogelijkheden hebt gesteld, iets ruimer maken, dan kan ik mij voorstellen<br />
dat dat enigszins onplezierig is. Aan de an<strong>der</strong>e kant zitten wij hier ook bijeen om de innerlijke<br />
waarheid te leren kennen. En hoe eer<strong>der</strong> wij nu maar beseffen, dat die innerlijke waarheid en<br />
de stoffelijke rede twee heel verschillende dingen zijn, dat de innerlijke kennis, uit het contact<br />
met God geboren, een an<strong>der</strong>e kennis is dan alles, wat u aan wetenschap en filosofie op de<br />
wereld kunt vergaren, des te gemakkelijker komen wij ver<strong>der</strong>. Het is niet mijn bedoeling hier<br />
iets af te br<strong>ek</strong>en, maar ik moet toch duidelijk maken in welk deel van uw wezen een bepaalde<br />
waarde nog inhoud heeft. En aan de an<strong>der</strong>e kant moet ik u duidelijk maken dat er an<strong>der</strong>e<br />
waarden bestaan en hopelijk misschien al tegen het einde van dit jaar hoe u die krachten<br />
althans enigszins kunt gebruiken. Ik hoop dus niet, dat u dit wilt zien als een afbr<strong>ek</strong>en van het<br />
een of an<strong>der</strong>. Het is alleen een poging de dingen recht te zetten. Is het ver<strong>der</strong> allemaal<br />
duidelijk?<br />
Ik denk dat dat wel boud gesproken is.<br />
Daar ben ik ook wel bang voor. Maar wie niet vraagt, die zal niet weten. Dus we gaan heel<br />
eenvoudig ver<strong>der</strong>. Vooral omdat het de vorige maal een inleiding is geweest, is het nog niet zo<br />
erg belangrijk. Wij komen bij verschillende punten toch nog wel eens tegen. Maar mag ik aan<br />
het begin er dan ook even de nadruk op leggen, dat wij met deze <strong>cursus</strong> een betr<strong>ek</strong>kelijk korte<br />
tijd hebben. Dat wil zeggen, we moeten opschieten, als we veel willen doen. En als het even<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
17
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 – De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
kan, willen wij toch zoveel mogelijk bereiken in zo kort mogelijke tijd. Dat houdt in, dat het mij<br />
liever is nu op te schieten en een hele re<strong>ek</strong>s van lessen achter elkaar af te werken en dan de<br />
volgende maal uw eigen vragen en problemen daaruit voortg<strong>ek</strong>omen te beantwoorden, dan<br />
dat ik ver<strong>der</strong>ga in een langzaam tempo en toch de z<strong>ek</strong>erheid heb, dat vele dingen u zullen<br />
ontgaan. Mag ik dus nog eens nadrukkelijk constateren, dat we de avonden steeds zullen<br />
beginnen met de ergste onduidelijkheden van een vorige maal zoveel mogelijk uit de weg te<br />
ruimen en dat wij na de pauze ook weer tijd hebben voor vragen. Alleen maar vragen. Die<br />
vragen zult u moeten opstellen. Ik kan een deel daarvan ongetwijfeld wel beantwoorden<br />
zon<strong>der</strong> dat, maar dat heeft geen zin. Want eerst wanneer u de vraag zelf stelt, heeft u<br />
voldoende nagedacht om een bepaald probleem te bena<strong>der</strong>en. En dan alleen is het dankbaar<br />
om dat te doen. Dus of u wilt vragen of niet moet u voortaan zelf weten.<br />
Wij gaan voort in een zo snel mogelijk tempo. Zijn er onduidelijkheden, dan zullen wij alle tijd<br />
nemen om die dingen duidelijk te maken. Het is niet de bedoeling dat wij teveel doen, maar<br />
het is wel de bedoeling dat juist de punten, die voor u moeilijk of onduidelijk zijn, zo goed<br />
mogelijk worden behandeld.<br />
Bij:<br />
DE VERSCHILLENDE WETTEN, DIE BINNEN HET HEELAL BESTAAN<br />
vinden wij er enkele, die in velerlei vorm voorkomen. Dat wil zeggen, zij tonen vele varianten,<br />
die zich aan ons voordoen als afzon<strong>der</strong>lijke wetten, maar die in feite volkomen identi<strong>ek</strong> zijn.<br />
De energiewetten b.v. worden niet alleen uitgedrukt in energie van plaats of van beweging,<br />
maar zij kunnen evenzeer worden uitgedrukt in el<strong>ek</strong>trische potentie en<br />
weerstandsverhoudingen. Ook dit is kracht en behoort on<strong>der</strong> dezelfde wetten. De<br />
zwaart<strong>ek</strong>racht is we<strong>der</strong>om een <strong>der</strong>gelijke kracht. Magnetische kracht veldber<strong>ek</strong>eningen vallen<br />
on<strong>der</strong> dezelfde kosmische wet. Een hele re<strong>ek</strong>s van verschillende wetenschappelijke takken is<br />
hier te herleiden tot een erkennen van verschijnselen, die uit een kosmische wet voortkomen.<br />
In de esoterie is het voor ons belangrijk, dat wij de kosmische wetten leren kennen en<br />
enigszins begrijpen, waarop ze slaan. Wij hebben niet de tijd om alle wetenschappen<br />
afzon<strong>der</strong>lijk daarbij te beschouwen. We kunnen slechts proberen om enkele speciaal kosmische<br />
wetten zo nu en dan eens te behandelen en u duidelijk te maken welke gebieden on<strong>der</strong> meer<br />
daarmee worden bestr<strong>ek</strong>en. Ik wil u hier allereerst een paar wetten leren, die ik zo eenvoudig<br />
mogelijk zal stellen en die in speciaal verband staan met krachten, die zowel in de geest, in de<br />
menselijke psyche, als in bepaalde stoffelijke aspecten naar voren komen.<br />
De eerste van deze Wetten zegt<br />
Bij elk harmonisch verschijnsel zal de originerende klank, toon of trilling blijven domineren,<br />
ook waar een med<strong>ek</strong>linken in eigen geaardheid optreedt.<br />
Dit geldt voor weerkaatsingen van licht, dit geldt voor trillingen binnen materialen, dit geldt<br />
echter ook voor gedachten, voor geluidstrillingen bij het spr<strong>ek</strong>en naar voren gebracht, voor het<br />
contact tussen verschillende geesten en zelfs voor de mogelijkheid bij de mens om zich in een<br />
bepaalde sfeer te verplaatsen of kracht uit een bepaalde sfeer te ontvangen. Bij deze wet<br />
wordt de nadruk gelegd op het dominerend karakter van de originerende bron, trilling, kracht.<br />
Dat wil zeggen dat wanneer wij iets willen bereiken, wij nooit mogen wachten tot wij iets<br />
vinden wat gelijk geaard is met ons willen wij een volledige beslissingsvrijheid behouden. Op<br />
het ogenblik dat u uw gedachten te sterk door een an<strong>der</strong> laat leiden, zult u door de gedachten<br />
van de an<strong>der</strong> beheerst worden. Op het ogenblik echter dat u zelf denkt zult u de weerkaatsing<br />
vanuit eigen gedachten in an<strong>der</strong>en vinden en zo een perfecte uitdrukking van uw eigen en<br />
persoonlijk werken. Op het ogenblik dat u zich door de voorstellingswereld of de<br />
gedachtegangen van an<strong>der</strong>en tot een bepaald beeld laat dwingen, tot een bepaalde<br />
verwachting, dan gaat het u verkeerd, want dan wordt u door die an<strong>der</strong> beheerst, ook<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
18
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 - De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
wanneer in feite diens werking niet meer geheel in overeenstemming is met hetgeen u wilt<br />
bereiken. Wanneer u echter begint met de voorstelling te scheppen, dan zult u an<strong>der</strong>en<br />
dwingen uw gedachtegangen te volgen en u zult dus voor uzelf een zo perfect mogelijke<br />
bereiking mogelijk maken.<br />
Dit is belangrijk in verband met een paar gebieden, die én in de magie en ook in de esoterie<br />
steeds weer onze aandacht tr<strong>ek</strong>ken. Esoterisch gezien is het belangrijk dat we leren zelf een<br />
harmonie in onszelf te doen ontstaan met een sfeer, die wij wensen. Op het ogenblik dat wij<br />
n.l. van ons uit hetzij langs de innerlijke hetzij langs de uiterlijke weg een harmonie met<br />
hogere kracht doen ontstaan, zullen wij doordat wij de eerste klank geven in de an<strong>der</strong> het<br />
antwoord op onze eigenlijke vraag krijgen, op ons werkelijke verlangen, het directe antwoord<br />
op onze behoefte. Op het ogenblik echter dat wij dat niet doen en wachten, tot wij uit de sfeer<br />
geholpen worden of dit nu betreft een geleidegeest of een meester, de openbaringen Gods of<br />
wat an<strong>der</strong>s worden wij in feite tot weergevers gemaakt van hetgeen een an<strong>der</strong> in een an<strong>der</strong>e<br />
sfeer heeft. Dit geldt voor ons allemaal, voor u in de stof en voor ons in de geest. Zolang wij<br />
origineren, is het óns wezen, óns belang. Zodra wij alleen maar aanspr<strong>ek</strong>en op de werking van<br />
een an<strong>der</strong>, is het het wezen van die an<strong>der</strong>, waar wij wel iets uit kunnen leren, waar wij soms<br />
ook aardig bewust in kunnen worden, maar wat ons nooit precies geeft, wat wij. nodig hebben,<br />
Begrijpt u?<br />
Een van de magische wetten zegt dan ook (en die is dus afgeleid van deze wet):<br />
Het is te allen tijde noodzakelijk, dat de eerste kracht als bij verrassing wordt uitgezonden.<br />
U zult zeggen: Waarom? Om de doodeenvoudige reden, dat alleen zo een beheersing mogelijk<br />
is van de gebieden, waarmee wij willen werken.<br />
En in de lagere vormen van magie geldt dit nog meer. Wanneer u wacht tot iemand zegt Kijk<br />
daar eens, dan zal ie<strong>der</strong>een kijken naar hetgeen die persoon aanwijst, of het nu niets is of wel<br />
wat. Maar op het ogenblik dat u zelf will<strong>ek</strong>eurig waar zegt Kijk daar eens en u vertelt erbij dat<br />
het een vliegende schotel is, dan kunt u an<strong>der</strong>en een vliegende schotel laten zien, ook<br />
wanneer die er niet is. Door de wijze waarop u zich gedraagt, de wijze waarop u die an<strong>der</strong><br />
beïnvloedt, maakt u het hem mogelijk dingen waar te nemen, die er zelfs niet zijn. Dat is vaak<br />
genoeg gebeurd overigens, maar onbewust. Wat echter belangrijker is, wanneer het nu gaat<br />
om een bepaald denksysteem (en dat komt zo vaak voor, om het duidelijk maken van een<br />
filosofisch punt), als het gaat om het overtuigen van een medemens of het alleen maar<br />
mededelen van jouw inzichten, dan moet je ook zelf a.h.w. wijzen, zelf de aandacht geven,<br />
zelf stellen. Op het ogenblik dat je aan een an<strong>der</strong> een z<strong>ek</strong>ere dominerende werking toelaat,<br />
domineert hij ook werkelijk en helemaal. Vandaar b.v. dat in een debat het voor de spr<strong>ek</strong>er<br />
altijd noodzakelijk is om een overwicht te behouden. In dat geval kan hij n.l. bepalen wat er<br />
gebeurt. Maar op het ogenblik dat hij degenen die met hem debatteren in de gelegenheid stelt<br />
hem in verwarring te brengen, een ogenblik alleen op hun vragen en hun gedachten in te gaan<br />
i.p.v. zijn eigen gedachten naar voren te brengen in antwoord op de vraag, is hij verloren. Dan<br />
zijn het de an<strong>der</strong>en, die regeren.<br />
In sommige gevallen is het raadzaam om de leiding van an<strong>der</strong>e geesten of zelfs van an<strong>der</strong>e<br />
mensen te accepteren. Ik kan mij voorstellen dat u in een gelijke situatie verkerende als wij er<br />
prijs op stelt om in te gaan op de belangen van een an<strong>der</strong>. Wij in de geest zijn n.l. zo, dat wij<br />
in vele gevallen onze eigen stelling niet eens aan een mens kunnen meedelen. Wij moeten<br />
proberen te vinden wat die mens nodig heeft. En omdat we dan toch wel ongeveer weten wat<br />
wij doen, kunnen wij onze eigen impulsen daarin leggen. Maar het komt van de mens uit,<br />
begrijpt u? Die domineert met zijn belangstelling. Wij trachten dit aan te vullen met een<br />
geestelijke waarde. U zult ook mensen ontmoeten, die u zon<strong>der</strong> meer niet bereiken kunt, maar<br />
waar u wel door hen dominerend op u te laten werken op een gegeven ogenblik contact mee<br />
krijgt en dan in staat bent, zon<strong>der</strong> dat u ooit deze overvleugeling van de an<strong>der</strong> geheel teniet<br />
doet, iets van uw eigen gedachtegangen en werkingen naar die an<strong>der</strong> toe te brengen. Maar u<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
19
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 – De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
zult dan nooit in staat zijn die an<strong>der</strong> te beheersen. U zult dus een keuze moeten doen, hoe u<br />
werkt.<br />
En dan is er een tweede kosmisch wetje, dat ook erg interessant is. Dat zegt, n.l. dit:<br />
20<br />
Alle kracht blijft behouden, ongeacht de vorm waarin zij optreedt. De vorm waarin de kracht<br />
echter optreedt, bepaalt de werking, die zij krijgt bij ontlading.<br />
Dat geldt ook weer voor el<strong>ek</strong>triciteit, kracht van beweging, ruimte, enz. Voor lichtdruk,<br />
magnetische velden en ook voor de geest. Op het ogenblik dat wij voor onszelf b.v. willen<br />
doordringen in onszelf, moeten wij heel goed begrijpen, dat soms krachten moeten worden vrij<br />
gemaakt. Het kan zijn, dat u emotioneel in de knoop zit. Die emotionele knoop bet<strong>ek</strong>ent in<br />
werkelijkheid een kracht. Die kracht kan worden omgezet in lichamelijke kracht Denk maar<br />
eens aan iemand, die aan waanbeelden lijdt, of een krankzinnige, die tot lichamelijke<br />
prestaties komt, die ver boven het gemiddelde liggen. Wij kunnen het echter ook omzetten in<br />
een denkvermogen, in geestelijke energie, in levenskracht, onverschillig wat, wanneer wij<br />
weten hóé. En bij de esoterie is het erg belangrijk, dat wij zo nu en dan leren onze eigen<br />
krachten naar binnen maar gelijktijdig ook naar boven te richten. In de geest is dat<br />
betr<strong>ek</strong>kelijk eenvoudig, omdat je daar niet te maken hebt met de moeizame omvorming en<br />
beperking van een stoffelijk lichaam. Voor u is het ongetwijfeld wat moeilijker. Ik wil toch<br />
proberen u duidelijk te maken, hoe dat ongeveer kan.<br />
U hebt op een gegeven ogenblik b.v. een reuze neerslachtigheid. Terneergeslagenheid,<br />
neerslachtigheid, ontmoedigd zijn, overspanning, zijn in feite ook een vorm van energie. Die<br />
energie komt meestal tot uiting in onredelijk denken en onredelijk handelen. Maar u kunt die<br />
energie omzetten, wanneer u n.l. in staat bent om het gehele probleem te richten op een<br />
bepaald punt. Dat is zeer belangrijk. Of u nu vreugde hebt of verdriet, of u in moeilijkheden zit<br />
of dat het u juist buitengewoon goed gaat, alle kracht die in u is kunt u bereiken, richten en<br />
gebruiken om daardoor te komen tot een plotseling op hoger vlak bewustzijn of werkzaam<br />
zijn. (het voorbeeld dat ik hier geef is geen oefening. Onthoud u dat wel. U moet uw eigen<br />
oefening uitzo<strong>ek</strong>en. Het is alleen een aanduiden van wat mogelijk is.)<br />
Een mens is absoluut overspannen, mismoedig, weet niet meer wat hij doen moet. Die mens<br />
begint i.p.v. te denken aan zichzelf en aan de wereld en alle an<strong>der</strong>e dingen, aan b.v. een<br />
bepaalde geestelijke kracht te denken. Hij sluit hoe langer hoe meer zijn ellende a.h.w. in zich<br />
op, hij bouwt bewust de spanning in zichzelve ver<strong>der</strong> op, maar alleen met het doel<br />
voortdurend voor ogen gesteld die ene geestelijke kracht, die sfeer, dat bewustzijn. Wat<br />
gebeurt er nu? Dan zullen alle emotionele krachten, die u bewegen, in de eerste plaats<br />
stoffelijk worden geconcentreerd op een terrein. De spanning komt samen in een betr<strong>ek</strong>kelijk<br />
klein deel van de hersenen en maakt daar een verhoogd en versneld reageren mogelijk. Het<br />
denkproces wordt ongeveer 10 á 12 maal sneller dan normaal. En dat is voor een mens<br />
betr<strong>ek</strong>kelijk veel. In de tweede plaats echter wordt alle levenskracht, die maar op enigerlei<br />
wijze met de geest in verband staat, alle kracht van de verschillende voertuigen van af<br />
eenvoudige levenskracht en astrale wereld tot de hoogste wereld toe gericht op dit ene doel.<br />
En ook hier wordt de spanning opgevoerd. Dat wil zeggen, dat er iets gebeurt als bij een<br />
blikseminslag. U maakt de spanning tussen uw eigen wezen en dat an<strong>der</strong>e wezen zo groot, dat<br />
op een gegeven ogenblik een vonkenboog tussen beide ontstaat, die een brug slaat. Die brug<br />
gaat naar die an<strong>der</strong>e wereld toe, maar neemt gelijktijdig iets van uw bewustzijn met zich mee.<br />
U bent nu plotseling tweeledig bewust. In dit tweeledig bewustzijn kunt u<br />
a. veel van de schade van de gestelde overspanning enz. teniet doen.<br />
b. een bewustzijn bereiken, geestelijk, dat het stoffelijke wel enigs zins te boven gaat,<br />
maar gelijktijdig richting geeft aan uw redelijk denken en zelfs aan uw geloven in de<br />
eerstkomende tijd.<br />
c. hebt u een bepaald deel van uw eigen wezen gerealiseerd. Want het doel, dat u zich<br />
gesteld had, was niet in feite een an<strong>der</strong>e entiteit het was een deel van uw eigen wezen<br />
in contact met een bepaalde sfeer.<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 - De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
Is dit duidelijk? Ik zal op dit wetje niet ver<strong>der</strong> ingaan. Het voornaamste hebben wij hier wel<br />
weer besproken.<br />
Nu kunnen wij natuurlijk onze oefeningen en pogingen gaan uitstr<strong>ek</strong>ken over een heel groot<br />
terrein. wij kunnen gaan zeggen, dat we enerzijds gaan uittreden in de sferen, an<strong>der</strong>zijds goed<br />
doen op de wereld en in de <strong>der</strong>de plaats gaan we nog eens stu<strong>der</strong>en. We moeten goed<br />
begrijpen, dat wanneer er een werkelijk verschil bestaat tussen die verschillende functies, de<br />
krachtsverdeling een krachtsverlies is. Wanneer een kracht in vele richtingen uitwerkt, zal zij<br />
komende vanuit een bron die kracht op alle zijden gelijkelijk uitdrukken. Maar bij een verdeling<br />
zal de kracht zodra zij niet meer gebonden is vervloeien in delen, overeenkomstig de bereikte<br />
uitlaat, (ik weet niet of het duidelijk genoeg is an<strong>der</strong>s snuffelt u maar eens in de mechanica.<br />
Daar kunt u b.v. iets vinden over hydraulische pompen enz, wat hier erg veel op lijkt.) Voor u<br />
is het zo, dat zolang alles in uw eigen wezen behouden blijft, u will<strong>ek</strong>eurig de spanning en de<br />
druk op elk deel van uw wezen kunt verhogen. U kunt dit doen via denken en<br />
voorstellingsvermogen. Ook wij kunnen dit doen. Maar op het ogenblik dat er ergens een<br />
zwakke stuk zit, onze zwakste plaats, zal daar het kracht en drukverlies het eerst optreden.<br />
Wij zijn over het algemeen, wanneer wij in de stof leven of in de geest, niet zo gelukkig, dat<br />
wij tenzij wij heel hoog stijgen maar een zwakke pl<strong>ek</strong> hebben. Meestal hebben wij er<br />
verscheidene. Nu kan er het volgende gebeuren Ofwel wij kunnen in een zwakte het gevaar<br />
van an<strong>der</strong>e zwakke punten a.h.w. voorkomen en ver<strong>der</strong> dus een geheel blijven of wat<br />
waarschijnlijk er is wij kunnen onze krachten a.h.w. verbrokkelen door op elk van onze zwakke<br />
punten iets van die kracht te doen afvloeien. In alle gevallen ontstaat een krachtverlies, dat<br />
niet door ons gewenst is. Het is dus wel zaak, dat wij onze zwakke punten kennen en dat wij<br />
komen tot een innerlijk bewustzijn, dat ver<strong>der</strong>gaat dan alleen maar het oppervlakkig Nu ja, ik<br />
ben ook maar een zwak mens of een zwakke geest. Het is overigens typisch, dat ze bij ons<br />
zeggen Ik ben maar een arme, zwakke geest, terwijl ze bij u altijd zeggen. Ik ben maar een<br />
arm mens. Over die geest praten ze niet. Daarover hebben ze meestal nogal illusies. Hebt u<br />
dat wel eens opgemerkt?<br />
Het kennen van een zwakke pl<strong>ek</strong> bet<strong>ek</strong>ent nog niet altijd, dat je haar onmiddellijk kunt<br />
verhelpen. Maar wij moeten wel dit onthouden. In de esoterie zijn onze zwakke pl<strong>ek</strong>ken z<strong>ek</strong>er<br />
in de stof altijd pl<strong>ek</strong>ken van angst en begeerte. Angst kan overwonnen worden door haar in de<br />
ogen te zien, begeren door te realiseren wat het in feite is. Te realiseren wat het bij begeren in<br />
feite is, bet<strong>ek</strong>ent soms dat geef ik graag toe de proef te kijken wat is het nu eigenlijk wat ik<br />
hebben wil? In negen van de tien gevallen valt het tegen. In an<strong>der</strong>e gevallen echter bet<strong>ek</strong>ent<br />
het beseffen in hoeverre het een zwakte is, in hoeverre het dus in strijd is met de rest van je<br />
wezen. Dan wordt ook daardoor een overwinning mogelijk. Wanneer wij proberen alle zwakke<br />
punten gelijktijdig aan te tasten, krijgen wij weer precies hetzelfde, maar wij op het ogenblik<br />
over spr<strong>ek</strong>en, n.l. een verdeling van krachten met resultaten, die over het algemeen slecht<br />
zijn. Gebr<strong>ek</strong>en, erkende fouten, zwakten, angsten, begeerten moeten stuk voor stuk<br />
overwonnen worden. Overwinning kan nooit alleen plaatsvinden door verwerping. Dat moet<br />
men goed onthouden. Ook angst niet. Je kunt nooit voor je begeerte of voor je angst weg<br />
lopen. Je zult die in het oog moeten zien voor wat ze zijn. Eerst wanneer je dat volledig hebt<br />
gedaan, is het mogelijk ver<strong>der</strong> te gaan en deze zwakte dus uit je wezen te bannen.<br />
Dat zijn dan een paar belangrijke puntjes voor het begin. Een an<strong>der</strong> punt dat ook wel aardig is<br />
en dunkt mij interessant is een kwestie, waar wij in. de G.G.S. ook een tijd mee bezig zijn<br />
geweest. Het gaat hier n.l. om het beheersen van klank, stem e.d. Ik wil daarbij erop wijzen,<br />
dat wij harmonieën kunnen scheppen. De menselijke stem is een instromen, evenzeer de<br />
gedachtestroom van de geest. Beide kunnen zij door de juiste modulatie, de juiste frequentie,<br />
het juiste timbre a.h.w. een zeer grote invloed uitoefenen op al, wat rond u is. Het is mogelijk<br />
met een enkele kreet meer te zeggen dan met duizend woorden. Men zegt dan n.l. geen<br />
woorden. meer maar men schept een atmosfeer. Het gebruik van deze mogelijkheid is ver<strong>der</strong><br />
verknoopt met enige kennis van semanti<strong>ek</strong>. Woorden hebben n.l. hun associaties en de<br />
associatieve gedachte kan soms gebruikt worden om achter een schijnbaar zinledig geheel een<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
21
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 – De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
inhoud te scheppen, die voor ie<strong>der</strong> gelijkelijk te vatten is, begrijpelijk is. Een invloed,<br />
waartegen geen direct verweer bestaat en die toch zon<strong>der</strong> ophouden uitgeoefend kan worden.<br />
In z<strong>ek</strong>ere zin zijn deze dingen erg gevaarlijk. Zij leiden n.l. tot misbruik. Het beroep, dat wordt<br />
gedaan op de mens, is heel vaak en zijn minst genomen onplezierig. Ik wil u hier een<br />
voorbeeld geven allereerst van een z.g. kerkelijke betoogtrant en u duidelijk maken, welke<br />
associaties er achter liggen, waarom een bepaalde toon gebruikt. wordt, kortom u inzicht<br />
geven in hetgeen daar bewust of onbewust gedaan wordt. Ik neem een will<strong>ek</strong>eurig deel uit een<br />
toespraak, die verleden zondag werd gehouden in een kleine en nogal somber denkende<br />
gemeente .<br />
En zo zeg ik u, er is maar een God en dat is Jehovah. Er leeft geen godsdienst. Jezus heeft<br />
geen godsdienst gesticht, hij heeft ons gebracht de leer van Jehovah en geen an<strong>der</strong>e. En alle<br />
godsdiensten zijn werktuigen van de duivel. Verdoemd zullen zij zijn, die niet dienen de ene<br />
Jehovah, de Heer, op Wie wij wachten en op Wie wij vertrouwen.<br />
Ik weet niet of u iets gemerkt heeft hierin. In de eerste plaats gaat men uit van het standpunt,<br />
dat wij het alleen weten. Dat is voor de hoor<strong>der</strong> altijd buitengewoon prettig. In de tweede<br />
plaats wordt er gespeculeerd op een afkeer die de mens heeft van reglementatie. Men vertelt<br />
hem, dat hij niet aan godsdienstige regels gebonden mag of kan zijn en legt daarvoor in de<br />
plaats de zacht vergulde pil van veel zwaar<strong>der</strong>e eisen en regels op van het z.g. juiste leven. In<br />
de <strong>der</strong>de plaats vertelt men de mens, dat hij uitverkoren kan zijn, maar dat an<strong>der</strong>en z<strong>ek</strong>er<br />
verdoemd zijn. Hierbij is gespeculeerd:<br />
• ten eerste op de behoefte van de mens om meerwaardig te zijn,<br />
• ten tweede op de behoefte van de mens om vrij te zijn,<br />
• ten <strong>der</strong>de op zijn schuldbewustzijn, waar hij dan door zijn acties en handelingen zal<br />
proberen in de genade Gods te verkeren.<br />
En ver<strong>der</strong> heeft men hem dan nog heel ernstig a.h.w. op het hart gedrukt, dat er een rijk is,<br />
dat belangrijker is. Hij behoort tot een ingewijde kern. Dat is niet zo gezegd, maar dat volgt uit<br />
die woorden. De overigens in de Bijbel zeer goed on<strong>der</strong>legde l<strong>ek</strong>enprediker, die dit naar voren<br />
bracht, heeft ongetwijfeld geen bewust gebruik hiervan gemaakt. Toch is zijn wijze van<br />
betogen er een, die de mens en kan aan sporen tot een zeer grote agressiviteit.<br />
Hoe an<strong>der</strong>s wordt het niet, wanneer ik ga kijken naar een an<strong>der</strong>e betoogtrant. Want, mijne<br />
vrienden en beminden, zo wij hier samen zijn in de naam van Hem, Die voor ons aan het kruis<br />
gestorven is, zo zal Hij in ons midden vertoeven. Heeft Hij ons niet beloofd.<br />
Merkt u iets? Hier wordt met de halve huiltoon (het z.g. gedragen spr<strong>ek</strong>en) een sterk beroep<br />
gedaan op de simpele emoties van de mens. Hier is een soort klacht gaande en deze helpt de<br />
mens om het zelfb<strong>ek</strong>lag te steunen, dat in hem leeft. In de tweede plaats wordt we<strong>der</strong>om<br />
gespeculeerd op het uitverkoren zijn <strong>der</strong> gemeenschap en wordt gewezen op de grote<br />
juistheid. Ik zou ver<strong>der</strong> kunnen gaan, maar ik meen dat dit voldoende is.<br />
Een geheel an<strong>der</strong>e wijze van stemgebruik kunnen wij b.v. vinden in de dichtkunst. Ook daar<br />
zijn veel voordrachtsmethoden mogelijk, die gaan van de normale gespr<strong>ek</strong>sterm af tot het<br />
Roijaards of Verkade-achtig melodramatisch declameren. Deze dingen hebben op zichzelf<br />
weinig bet<strong>ek</strong>enis. Zolang het ons gaat om de woordinhoud van het gedicht, kunnen wij het<br />
beter gewoon zeggen. Wanneer wij echter een sfeer willen vangen, dan zal heel vaak ongeacht<br />
de woorden de sfeer geschapen kunnen worden. Ik wil u een voorbeeldje daarvan geven,<br />
ofschoon u er genoeg van weet door de Schone Woorden.<br />
In het wazig purper van de mist staan de wilgen als spoken, wuivend met vele armen. Een<br />
verdoolde koe schijnt te drijven, pootloos, in een zee van melkig wit. Een vogel roept en<br />
ergens bre<strong>ek</strong>t een licht den ein<strong>der</strong>. Sfeer, zuiver sfeer. Maar als wij die sfeer nu eens gaan<br />
omzet ten voor ons eigen doel, wanneer wij iets nodig hebben (en dan bedoel ik wij hier, zowel<br />
geest als stof), kunnen wij dan ook geen gebruik maken van deze dingen? Zoals een spr<strong>ek</strong>er<br />
een echo weet te w<strong>ek</strong>ken bij de mensen door gebruik te maken van verborgen waarden, van<br />
verborgen semanti<strong>ek</strong>, zo kunnen wij dat geloof ik ook wel doen t.o.v. onszelven. En wat meer<br />
is met de trilling, die wij veroorzaken, kunnen wij ook harmonische waarden in de omgeving<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
22
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 - De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
a.h.w. w<strong>ek</strong>ken. Ook hier geldt weer zolang wij het zijn die voortbrengen (het geluid<br />
voortbrengen), beheersen wij. Op het ogenblik echter dat wij een an<strong>der</strong> volgen daarbij, zijn wij<br />
eigenlijk slaven, verlengstukken van een an<strong>der</strong> geworden.<br />
Nu kan het voor ons soms erg belangrijk zijn, dat wij de juiste toon vinden, niet alleen voor<br />
an<strong>der</strong>en maar ook voor onszelf. Het is niet voor niets, dat de welspr<strong>ek</strong>endheid een grote plaats<br />
heeft gehad in de vele oude scholen. Dit gaat niet alleen om het denken, het gaat om het<br />
scheppen van een sfeer of een invloed. En geloof me vrienden, een sfeer of een invloed<br />
opbouwen is zo eenvoudig. En wanneer je weet en voelt wat er rond je is, wanneer je aanvoelt<br />
waar de krachten vandaan komen, dan voel je a.h.w., opeens Ja, hier is de kracht, hiermee<br />
kan ik werken, dit is het machtwoord. En dan hebt u uzelf beroerd en niemand an<strong>der</strong>s. Je kunt<br />
dit laten gaan van de ademloze stilte, waaruit je voor een ogenblik met je denken ontwaakt,<br />
tot het laaiend geweld van doorklinkende klanken, die overweldigen en die op een gegeven<br />
ogenblik dwingen de inhoud van het leven te beseffen.<br />
De incantatie, die zo erg belangrijk is bij de magie, heeft ook wel degelijk bij de esoterie haar<br />
plaats. In het wezen van de mens zijn vele vertr<strong>ek</strong>ken normalerwijze gesloten. Er zijn vele<br />
gedachtegebieden, die hij niet bewust bereiken kan, maar waarvoor het woord of de klank een<br />
sleutel kan vormen. Wanneer wij tot onszelf willen doordringen, kan het ons vaak helpen,<br />
wanneer wij in staat zijn zelf deze klanksleutels toe te passen op ons eigen wezen. Ik wil hier<br />
niet te ver op doorgaan. Maar in verband met de wetten, die wij besproken hebben, hebben<br />
wij hier in ie<strong>der</strong> geval te maken met een praktische toepassing.<br />
U bent in staat voor uzelf te zo<strong>ek</strong>en naar het machtwoord, dat u a.h.w. ontdoet van de<br />
begrenzingen, die in u bestaan. Het machtwoord dat on<strong>der</strong>bewustzijn, bewustzijn,<br />
bovenbewustzijn, geestelijk bewustzijn, alles samen smeedt tot een geheel. Dan is er geen<br />
sprake meer van rede en redelijk denken begrijp dat wel, maar er is sprake van een erkennen<br />
van jezelf. Als je iemand ziet, is dat ook niet redelijk. Pas wanneer je die persoon kritiseert en<br />
er iets over gaat vaststellen, komt de rede aan het woord, nietwaar?<br />
Wanneer wij dit machtwoord voor onszelf gaan vinden, dan ontd<strong>ek</strong>ken wij dat het zover kan<br />
gaan, dat het b.w een stofmens het bewustzijn voor een ogenblik ontneemt, dat het een geest<br />
voor een ogenblik totaal kan afsluiten van zijn omgeving. Maar daarvoor in de plaats komt een<br />
ervaren (een haast angstig ervaren), waarin je ogenblikkelijk ik, zoals je je dat denkt, teloor<br />
gaat en daarvoor in de plaats iets an<strong>der</strong>s komt. Iets, waarvan je niet weet misschien, wat het<br />
is. Er zijn mensen geweest, die daarvan gebruik hebben gemaakt. Ik denk hier b.v. aan de<br />
gewoonte van de oude Noormannen om Odin aan te roepen. Het was een zeer schrille, hoge<br />
kreet, een soort krijgsgeluid eigenlijk. Maar het vreemde was, dat door overlevering de trilling<br />
daarvan voldoende was om de mens doof te maken voor alles, wat in zijn omgeving was. Hij<br />
besefte niet meer tegenover welke gevaren hij stond. Vandaar dat ook zon<strong>der</strong> de gebruikelijke<br />
giften, die voor de Berserkerwoede of drank e.d. wel dienst deden, alleen met deze kreet een<br />
absoluut vergeten van gevaar, een vergroting van eigen kracht en uithoudingsvermogen<br />
bereikt kon worden. Ik wil niet zeggen dat u Odin moet aanroepen, ik wil u alleen maar de<br />
raad geven eens op te letten. of er niet enkele woorden zijn, die in u speciaal doorklinken, die<br />
u speciaal iets te zeggen hebben. Probeer dan eens deze op uzelf te gebruiken. Probeer of u de<br />
intonatie kunt vinden, waardoor a.h.w. een prikkeling u over de huid gaat, waardoor het u lijkt<br />
of uw hele hoofd in. lichterlaaie staat voor een ogenblik. Als u dat vindt, hebt u een zuiver<br />
stoffelijk hulpmiddel gevonden om uw innerlijke eenheid aanmerkelijk te vergroten. Daarnaast<br />
kunt u later binnen de magie van deze eigenschappen gebruik maken om al, wat rond u is<br />
zowel dode stof als levende stof en het bezielde in eenheid te brengen met uw eigen streven<br />
en werken on<strong>der</strong>danig te maken misschien zelfs voor een korte wijle aan uw eigen gedachten.<br />
Ik beveel dus ook dit zeer in uw aandacht aan.<br />
Na dit fragmentje want het zijn eigenlijk allemaal korte lesjes gaan wij nog een keertje onze<br />
aandacht wijden aan de kwestie <strong>der</strong> dimensies. Nu is het heel eenvoudig te zeggen: Er zijn<br />
meer dimensies. En ik kan er een heel geleerd betoog over gaan houden en u duidelijk maken<br />
hoe de kwesties van ruimte en tijd verschillende schijnbaar verwij<strong>der</strong>de punten bij elkaar<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
23
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 – De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
brengen via een an<strong>der</strong>e dimensionale verhouding. Dat heeft weinig zin. Wat wij echter goed<br />
moeten begrijpen is dit: De mens leeft in een driedimensionale wereld. De geest leeft voor<br />
haar doen in een wereld, die drie of vier dimensionaal is. Beiden echter leven zij in een wereld,<br />
die nog meer mogelijkheden in zich bergt. Wat voor de geest normaal is (dwz vanaf de hogere<br />
Zomerlandsfeer vierdimensioneel), is voor de mens bereikbaar. Wat voor de geest bereikbaar<br />
is door bewustwording (een 5, 6 of 7 dimensionale wereld), is ook voor de mens aan te voelen<br />
en op den duur misschien ten dele te bereiken. Het kennen van die an<strong>der</strong>e afmetingen in het<br />
heelal berust helemaal niet op stoffelijke wetten. Er is misschien wel een oneindig aantal<br />
dimensies, hoewel wij vanuit ons standpunt moestal spr<strong>ek</strong>en over 7. Het belangrijke is dat wij<br />
beseffen, dat bij elk teloorgaan van een bepaalde afmeting er een nieuwe daarvoor in de<br />
plaats komt, want ons bewustzijn kan er maar drie verwerken. Zolang wij mens zijn z<strong>ek</strong>er. Als<br />
geest wordt de vierde dimensie voor ons een soort van voortdurende veran<strong>der</strong>ing, iets als het<br />
fluoresceren van een vlak van een bepaalde kleur, waardoor het een z<strong>ek</strong>ere, an<strong>der</strong>e<br />
eigenschap krijgt die niet te omschrijven is.<br />
De kwestie van een vierde dimensie voor de mens houdt in de vrije beweeglijkheid van de<br />
geest de mogelijkheid om het “ik” van buitenaf te beschouwen, de mogelijkheid ver<strong>der</strong> om met<br />
dit ik in te grijpen ongeacht lichamelijke afstanden als met lichamelijke kracht ofwel met<br />
geestelijke kracht. Ik zal u voor vandaag alleen dit opgeven als een punt om eens te<br />
overdenken, om eens over te mediteren.<br />
Op het ogenblik dat u af stand kunt doen van de z.g, redelijke beperking en gebruik kunt<br />
maken van de extra dimensie die u bezit, zult u datgene, wat de begrenzing van de drie<br />
dimensies bet<strong>ek</strong>ent in uw eigen wereld, beheersen en dat is de tijd. Een tijdbeheersing in de<br />
mens maakt het die mens mogelijk om het aantal voor hem bestaande ogenblikken binnen een<br />
op aarde bepaalde vaste, tijdseenheid te vergroten of te vermin<strong>der</strong>en naar eigen behoeven.<br />
Dit wil ook zeggen, dat hij zijn gevoeligheid aanmerkelijk kan opvoeren of terug kan brengen.<br />
Bijvoorbeeld wanneer een normaal mens door een winkelstraat loopt in een normaal tempo,<br />
zal hij per etalageruit die hij passeert, misschien twee of drie voorwerpen opmerken. Wanneer<br />
wij echter de tijdslimiet van het bewustzijn door versnelling aanmerkelijk vergroten, zal<br />
iemand met versneld bewustzijn 100 tot 500 voorwerpen per etalage aandachtig kunnen zien<br />
en beschouwen. Omg<strong>ek</strong>eerd kan iemand, die het bewustzijn vertraagt, een uur lopen en zich<br />
van zijn verplaatsing noch van zijn vermoeidheid bewust zijn. (Een van de punten bij de<br />
lungjampc, de snellopers van Thibet, berust ook daar op.) Wanneer ik op een gegeven<br />
ogenblik iets moet betasten (b.v. de kwaliteit van een stof) en ik vergroot mijn gevoeligheid, is<br />
het aantal prikkels per eenheid aanmerkelijk groter. Ik zal dus veel juister en zuiver<strong>der</strong> in een<br />
korte tijd allerhande eigenschappen kunnen vaststellen. Daar komt bij, dat per oppervlak het<br />
aantal prikkels aanmerkelijk verveelvoudigt, omdat bij de kleinste beweging hernieuwde<br />
prikkels worden gegeven en geen permanente prikkelwaarden aanwezig blijven. Omg<strong>ek</strong>eerd Ik<br />
heb een ongeluk. Ik vertraag mijn bewustzijnswaarde. Dan zal dat wat voor een an<strong>der</strong>, een<br />
ondraaglijke pijn is, voor mij misschien een doffe pijn zijn van bijna hoofdpijn en die zal ik<br />
gemakkelijk kunnen negeren.<br />
Het gebruikmaken van deze tijdsfactor dus en de mogelijkheid jezelf daarin te versnellen of te<br />
vertragen bet<strong>ek</strong>ent niet, dat je je buiten de eigen wereld stelt Het bet<strong>ek</strong>ent echter wel, dat je<br />
leert bewust je eigen wezen onafhankelijk te maken van de algemeen geldende tijdswaarde.<br />
Dit is zoveel te belangrijker, wanneer wij willen gaan nadenken hetzij over ons eigen wezen<br />
hetzij over de kosmos. De tijd, die de doorsnee mens ongehin<strong>der</strong>d doorbrengt, is meestal niet<br />
zo erg groot. Een kwartier of tien minuten absoluut ongehin<strong>der</strong>d zijn in de mo<strong>der</strong>ne wereld, wil<br />
al heel veel zeggen. Maar door de versnelling van uw vermogens kunt u binnen een minuut<br />
(een periode, die u zeer gemakkelijk ongestoord kunt doorbrengen) meer doormaken dan een<br />
an<strong>der</strong> in een meditatie van uren. U kunt ver <strong>der</strong> dank zij die dimensionale verhouding afstand<br />
nemen van uw huidig ik. U kunt de toestand in de to<strong>ek</strong>omst of in het verleden b.v. na<strong>der</strong><br />
analyseren. U kunt ook zowel uit het verleden als uit de to<strong>ek</strong>omst uw huidig ik beschouwen en<br />
de fouten daarin opmerken. Dit klinkt natuurlijk allemaal heel erg mooi, maar het heeft weinig<br />
zin, wanneer daar geen praktische kwaliteiten aan verbonden zijn. Er is enige training voor<br />
noodzakelijk om het tijdselement uit te schakelen. Wij kunnen dit niet zon<strong>der</strong> meer doen door<br />
te gaan spr<strong>ek</strong>en over meer dimensies. Het voorstellingsvermogen is hiervan uitgesloten. Het is<br />
24<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 - De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
echter een wil, een intensiteit. In het begin gaat het heel erg moeilijk en maken wij gebruik<br />
van z.g. ezelsbruggetjes. Dit kan o.a. gedaan worden door associaties te maken. De z.g.<br />
mnemotechni<strong>ek</strong> is wel een van de eerste trainingsmiddelen. Zij werd dan ook in de oudheid<br />
beoefend en ook heden ten dage nog. Zij bestaat in het voortdurend trainen een grote<br />
hoeveelheid gegevens gelijktijdig te overzien. Men doet dit door een vast verband te leggen<br />
tussen waarden. Als u een blad met advertenties b.v. beziet, dan moet u niet alleen denken<br />
aan een bepaalde plaats, maar u moet van elke advertentie a.h.w. iets weten. Bijvoorbeeld,<br />
een mijnheer heet Boot en woont in de Schepersstraat. Als u hoort Schepersstraat, dan weet u<br />
dat is Boot als u hoort Boot, dan weet u dat is Schepersstraat. Dit combineren lijkt een<br />
kin<strong>der</strong>spel, maar op deze manier kunnen wij dus leren steeds meer waarden door associaties<br />
tegelijk te behouden. Dit bouwt een on<strong>der</strong>bewust potentieel op, dat het steeds meer<br />
vastleggen van prikkels mogelijk maakt en tevens het terugroepen daarvan.<br />
Mnemotechni<strong>ek</strong> is in feite gebaseerd op on<strong>der</strong>bewuste waarneming, die door middel van<br />
bepaalde foefjes wordt omgezet in bewuste herinnering. Zolang u wilt denken met uw gewoon<br />
dagbewustzijn, bent u aan een z<strong>ek</strong>er tempo gebonden. Dat is voor elke mens verschillend.<br />
Zodra u echter on<strong>der</strong>bewust gaat reageren, is slechts de reactie of actie van het bewustzijn<br />
een bepaling voor beperkte of algemene waarneming. Het is hierom voor u wel zeer belangrijk,<br />
dat u dus probeert het bewustzijn uit te schakelen. Wanneer u iets wilt zien of opnemen,<br />
probeer eens niet te denken, niet te tellen en pas later te denken of te tellen. U zult<br />
ontd<strong>ek</strong>ken, dat u op deze manier uw mogelijkheden tot ervaring aanmerkelijk uitbreidt.<br />
Hebben wij dit eenmaal bereikt door stoffelijke training, dan wordt het gemakkelijker ons<br />
eenvoudig een probleem voor te houden (dat kan een abstracte t<strong>ek</strong>ening zijn, het kan zelfs<br />
alleen het sluiten van de ogen en een bepaald beeld zijn) en in onszelf te laten doordringen<br />
waar het om gaat. Het kan net zo goed de komende topconferentie zijn als ons eigen wezen of<br />
ons contact met een hogere sfeer, het bouwen van de Tempel Gods of het besef van het<br />
eeuwige parades. Een zo’n on<strong>der</strong>werp, alleen beschouwd, w<strong>ek</strong>t de reacties in uw eigen wezen<br />
onbeperkt. En doordat u geleerd heeft op deze wijze een totall recall te kw<strong>ek</strong>en of een zeer<br />
grote recall mogelijkheid, zult u later (dus na de momenten van beschouwing) in staat zijn<br />
ongeacht de storingen een steeds grotere hoeveelheid gegevens te verkrijgen.<br />
Esoterisch is dit zeer belangrijk, omdat langs deze weg u een zelf beschouwing mogelijk wordt,<br />
waarbij alle b<strong>ek</strong>ende en niet b<strong>ek</strong>ende waarden van het leven mee zijn inbegrepen. U zult op<br />
deze manier elk detail van uw vroeger bestaan kunnen herinneren in zijn juist verband volgens<br />
oorzaak en gevolg. U zult tevens een groot gedeelte van de to<strong>ek</strong>omstige mogelijkheden<br />
definitief kunnen zien en kunnen zeggen: Zó is het en an<strong>der</strong>s niet. Het erkennen van eigen<br />
mogelijkheden in de to<strong>ek</strong>omst zowel als eigen oorzakelijkheden in het verleden geeft de<br />
esotericus we<strong>der</strong>om.de sleutel tot zijn eigen leven. Het maakt het hem mogelijk afstand te<br />
doen van heel veel bijkomstige dingen, die vooral door de mensheid als buitengewoon<br />
belangrijk worden gezien.<br />
Nu is er daarnaast natuurlijk nog iets an<strong>der</strong>s om die. z, g. vierde dimensie actief te maken. En<br />
waar zoals u weet op het ogenblik de stof voor u de grootste beperking is, is het verstandig die<br />
vierde dimensie in te schakelen in droomleven, slaapwereld of trance toestand. Wanneer u wat<br />
ver<strong>der</strong> komt op dit terrein (over een jaar of 4, 5 voor sommigen van u over een jaar of 1, 2<br />
dat ligt eraan wat u voor die tijd al hieraan hebt gedaan), dan zult, u ontd<strong>ek</strong>ken dat bepaalde<br />
vormen van zelfhypnose hiervoor ook zeer bruikbaar zijn. Wij kunnen nl werkelijk de tijd<br />
veran<strong>der</strong>en. Maar wat wij niet kunnen doen is onbeperkt voor een stoffelijk lichaam de reactie<br />
en prestatietijd verhogen. Die is gebonden aan de wisselwerking tussen de neuronen en<br />
daardoor wel aanmerkelijk te versnellen maar toch niet onbeperkt. Maar de geest, het<br />
denkvermogen, kan zozeer versterkt worden, dat er a.h.w. een lichtsnelheid bena<strong>der</strong>d wordt,<br />
U gaat dus met een lichtsnelheid door de wereld heen, u ziet alle dingen, u brengt ze weer<br />
terug en in dat ene moment bent u een paar maal de wereld rond geweest, (Dat is natuurlijk<br />
maar een heel b<strong>ek</strong>rompen voorbeeld.) Hiervan kunnen wij gebruikmaken door het bewustzijn<br />
aanmerkelijk uit te schakelen. Daarover zullen wij later nog na<strong>der</strong> spr<strong>ek</strong>en. Zijn er vragen?<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
25
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 – De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
Wilt u een klein voorbeeld geven, hoe een mens begint zijn bewust zijn uit te schakelen?<br />
Ontspannen?<br />
In de eerste inleiding is al gesproken over de optische vermoeidheid, die daarbij kan dienen. Ik<br />
geloof niet dat wij daarop ver<strong>der</strong> moeten ingaan. Later wil ik u misschien nog wel eens in een<br />
bepaalde mechanische en zuiver psychische zelfhypnose techni<strong>ek</strong> inwijden, maar op het<br />
ogenblik zou dat nog wat te ver gaan.<br />
De wereld rondgaan in een flits, bedoelt u dat werkelijk of is dat maar bij wijze van<br />
voorbeeld?<br />
Kijk eens, u kunt hier blijven zitten en toch, gelijktijdig op een groot aantal punten van de<br />
wereldverhoudingen, gebeurtenissen en ontwikkelingen vaststellen en praktisch op hetzelfde<br />
moment hier terug zijn. Het is b.v, helemaal niet moeilijk om te vertellen, dat er op het ogenblik<br />
in Engeland en in Londen een grote verga<strong>der</strong>ing aan de gang is, waarbij verschillende<br />
heren politici elkaar nogal stevig aan het aanvallen zijn. Dat zou dus weer een scheuring<br />
kunnen bet<strong>ek</strong>enen in de Labour partij. Dat kunt u als mens ook.<br />
Dan moet ik dus mijn geest uitprojecteren.<br />
Ja. En dan kunnen we wat ver<strong>der</strong>gaan. Zo even b.v. is er in de V.S. een ongeluk gebeurd in<br />
een show (ergens in het midden, ik meen in Missouri), er is een brand uitgebroken op het<br />
toneel en er zijn wat slachtoffers bij gevallen. Misschien leest u het morgen of overmorgen in<br />
de krant, U kunt dit beheersen of u kunt het onbeheerst krijgen. Wanneer je op den duur dit<br />
leert te beheersen, dan is het mogelijk om op een ogenblik 100 verschillende ontwikkelingen<br />
op aarde te volgen. Niet dat het belangrijk is, want je hebt er voor je geestelijk welzijn heel<br />
weinig aan. Het is meer een soort krachtproefje. Maar ik geef dit aan om u te tonen wat<br />
mogelijk is, wanneer u de tijdsfactor uitschakelt. Ik heb veel meer tijd nodig om te praten dan<br />
om waar te nemen<br />
Het z.g. bewustzijn uitschakelen, is dat hetzelfde als je passief houden?<br />
Je kunt nooit je gehele bewustzijn uitschakelen, maar je kunt b.v. alle bewustzijn van<br />
stoffelijke prikkels zover vermin<strong>der</strong>en, dat het niet meer meetelt (een bewustzijnsdrempel<br />
verhoging). Dat wil zeggen, dat dan een an<strong>der</strong> deel van het bewustzijn (de gedachtewereld)<br />
intenser kan gaan werken en dat veel waarden, die tot nog toe eigenlijk steeds on<strong>der</strong>drukt<br />
werden, naar voren konden komen, Dan kunnen we nog een stap ver<strong>der</strong>gaan en wij kunnen<br />
bepaalde stoffelijke gedachten gaan uitschakelen. Dus alles, wat met stoffelijke<br />
omstandigheden associeert, kunnen wij ook uitschakelen. Dan ligt daarachter weer een soort<br />
geestelijk filosofisch denken. En dan is het vreemde, dat hier het abstracte begeerte element<br />
vaak op de voorgrond komt, dat in vormen wordt uitgedrukt. De een drukt het uit in<br />
postzegels, de an<strong>der</strong> in bioscoopvoorstellingen, weer een an<strong>der</strong> in schil<strong>der</strong>ij en misschien<br />
eentje in mooie dames en een an<strong>der</strong> in het aantal merken jenever, dat hij proeft. Maar<br />
meestal is dat een en dezelfde begeerte factor, alleen persoonlijk dus door de omstandigheden<br />
an<strong>der</strong>s geuit. Wanneer je die begeerte factor nu gaat bena<strong>der</strong>en in het abstracte, wordt het<br />
veel gemakkelijker hem te hanteren en kan dus voor de bewustwording aanmerkelijk veel<br />
meer gedaan worden. Dat is dus het uitschakelen, U moet niet denken dat het eenvoudig is uw<br />
gehele wezen uitschakelen. Maar u kunt wel dat wezen zozeer concentreren, dat het voor een<br />
an<strong>der</strong> mogelijk wordt het te overvleugelen maar dan gaat u de kant uit van trance<br />
mediumschap. En dat is nu niet de bedoeling. Trance mediumschap heeft esoterisch over het<br />
algemeen maar een zeer beperkte bet<strong>ek</strong>enis. De bedoeling is, dat u in uzelf doordringt, en dat<br />
kunt u dus doen door u zo te concentreren, dat u eerst de stoffelijke prikkels aanmerkelijk<br />
uitsluit en later bepaalde gedachtebeelden kunt uitsluiten. Door een steeds meer naar het<br />
abstracte vlak toewerken, krijgt u op den duur a.h.w, de plattegrond van uw eigen<br />
persoonlijkheid te zien en begrijpt u dit zijn de dingen die mij doen bewegen, die mij doen<br />
handelen. En hebt u dit eenmaal bevat, dan is dat meestal niet onmiddellijk redelijk bewust uit<br />
te drukken, maar u kunt op zo’n ogenblik bepaalde wijzigingen aanbrengen. Die wijzigingen<br />
werken dan in het gedrag door en dat is heel erg belangrijk, vooral voor iemand die in de stof<br />
leeft.<br />
Is passief houden niet absoluut niet denken?<br />
De mens, die werkelijk in staat is absoluut niet te denken, helemaal niet denken, dus zelfs niet<br />
denken, dat hij niet denkt, bestaat haast niet.<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
26
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 - De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
We kunnen het dus zoveel mogelijk bena<strong>der</strong>en.<br />
Bij de bena<strong>der</strong>ing krijgen we ook wel een uitschakelen. Maar voor deze methode van werken u<br />
moogt het natuurlijk an<strong>der</strong>s doen, maar wij gaan hier toch van een z<strong>ek</strong>er systeem uit is het<br />
dus wel verstandiger en beter, dat als je begint a.h.w. stukje voor beetje uit te schakelen.<br />
An<strong>der</strong>s heb je kans dat je het kind met het badwater weggooit en hetgeen belangrijk zou zijn<br />
bij die uitschakeling eigenlijk ook verwijst naar het gebied van het onbewuste. Voor de<br />
esotericus is het belangrijk dat hij te allen tijde beheerst staat tegenover de oneindigheid. God<br />
werkt in ons, natuurlijk. Maar wanneer wij er iets van willen begrijpen, moeten wij zozeer<br />
meester zijn van onszelf, dat wij Gods functies a.h.w. on<strong>der</strong> de microscoop kunnen leggen. Het<br />
klinkt wel heel erg brutaal om dat te zeggen, maar het kan. God werkt in ons en de wijze,<br />
waarop God werkt, kunnen wij in het geheel niet overzien, maar bij kleine delen van ons<br />
wezen kunnen wij het wel zien. Daar kunnen wij zuiver zien, kijk, hier is een goddelijke<br />
werking en dat is het resultaat en dat is mijn reactie erop. En dat is toch per slot van r<strong>ek</strong>ening<br />
die weg naar binnen toe, waardoor je langzaam maar z<strong>ek</strong>er in je innerlijk wezen die goddelijke<br />
krachten ontsluit, je bewust wordt van alle sferen, waarmee je contact hebt. Vandaar dat ik er<br />
op het ogenblik zo de nadruk op leg. Mag ik aannemen dat wij met de belangrijke vragen<br />
aangaande het voorgaande klaar zijn, voordat we nog meer gaan afdwalen? Dan gaan we nog<br />
even ver<strong>der</strong>.<br />
Naast alle kosmische wetten bestaan er bepaalde magische wetten. En sommige van die<br />
magische wetten zijn speciaal bruikbaar om ik zou zeggen jezelf a.h.w. gemakkelijker in de<br />
wereld te plaatsen. Dit puntje kennen degenen, die van de G.G.S. hier zijn overgebleven heel<br />
goed. Daarmee kunt u dan eens gaan praten, wanneer het te onduidelijk is. Dat spaart ons<br />
tijd. Wij hebben n.l. de mogelijkheid om onze eigen t<strong>ek</strong>ortkomingen voor een groot gedeelte<br />
op te vangen. En dat gaat natuurlijk voor geestelijke, maar daarnaast ook voor lichamelijke<br />
prestaties.<br />
Om dit te doen moeten wij een figuur creëren, die niet werkelijk bestaat, maar die wij tijdelijk<br />
op astraal gebied scheppen. De schepping van deze figuur bet<strong>ek</strong>ent, dat een deel van onze<br />
eigen kracht dus wordt geprojecteerd op een an<strong>der</strong> terrein. Alles wat wij denken niet te<br />
kunnen en wat wij denken dat voor ons onmogelijk is, is in feite voor ons mogelijk. Dit geldt<br />
voor stof en geest in alle sferen, van de hoogste tot de laagste. Op het ogenblik dat ik zeg ik<br />
kan niet, zeg ik dit dus, omdat ik mij van mijn eigen werkelijke vermogens en kracht reserves<br />
onbewust ben. Ik durf niet te vertrouwen in mijzelve op een zodanige manier, dat ik in staat<br />
zal zijn mijn wantrouwen te overwinnen en mijn maximale prestatie te bereiken. Ik heb iets<br />
nodig dat mij z<strong>ek</strong>erheid schept. Dus stel ik mij voor dat ik een helper heb. Deze helper<br />
noemen wij wel eens Scheingestalt. Een Scheingestalt kan zelfs zeer complex zijn. Ze kan uit<br />
verscheidene wezens worden opgebouwd. U kunt b.v. gezamenlijk een gelijke compenserende<br />
kracht creëren in de sfeer (astrale sfeer hoofdzakelijk). Die kracht is dus niet feitelijk, ze wordt<br />
aan u ontleend. Maar zij is door de kwaliteiten, die u eraan to<strong>ek</strong>ent, harmonisch met alle<br />
krachten, die die kwaliteiten helpen verwerkelijken, ook in u. Met elk beroep op dit deel van<br />
uzelf, dat u buiten u geprojecteerd hebt, krijgt u in uzelf een vergroot.vermogen.<br />
De Scheingestalt is een hulpmiddel. Zij mag nooit tot een absolute werkelijkheid worden<br />
opgebouwd. We moeten vertrouwen in een onb<strong>ek</strong>ende kracht, die ons helpt. Noem deze kracht<br />
god, noem ze de geest. Wij geven aan die god of die geest de gestalte, de Scheingestalt dus,<br />
waarover ik het had, die astraal kan worden uitgedrukt, en die precies alles aanvult wat wij<br />
t<strong>ek</strong>ort komen. Op stoffelijk terrein bet<strong>ek</strong>ent dat, dat die Scheingestalt bepaalde stoffelijke<br />
t<strong>ek</strong>ortkomingen kan opheffen, ze kan er een tegenwaarde voor scheppen. Met een beroep op<br />
deze figuur bereiken we een innerlijke evenwichtigheid. En mits wij er op leren vertrouwen (wij<br />
beginnen dus langzaam en met heel kleine experimenten, voordat wij er werkelijk helemaal op<br />
gaan vertrouwen, zodat we eerst gezien hebben dat het gaat a.h.w. en dat zie je vanzelf),<br />
komen we tot gelijkmoedigheid. Niets kan ons iets aandoen. Dit is voor de esotericus zowel als<br />
voor de magiër erg. belangrijk. Je mag nu eenmaal niet beroerd worden door de wereld. Als er<br />
iemand naar je to<strong>ek</strong>omt en tegen je zegt: Nu heb je alleen maar g<strong>ek</strong>noeid en dit heb je<br />
verkeerd gedaan en dat deugt niet, wat moet je dan doen? Moet je neerslachtig worden of<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
27
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 – De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
gaan twijfelen? Neen. Dan zeg je tegen jezelf: Kijk eens, ik heb het met de beste bedoelingen<br />
gedaan. Laat ik dit nu eens overgeven aan die Scheingestalt. Dan zal ik tot een erkenning<br />
komen in<strong>der</strong>daad, dit en dat is verkeerd gegaan. In de eerste plaats leer ik daaruit. In de<br />
tweede plaats kan ik het corrigeren ik sta niet meer machteloos. Ik put daaruit vermogen. Ik<br />
kan veel gedecideer<strong>der</strong> in de wereld staan, ik kan meer bereiken. En ik kan bovenal vergeet<br />
dat niet daardoor vele stoffelijke zenuwkracht vertonende punten in mijn leven uitschakelen.<br />
De energie, die op deze manier gespaard wordt, kan gebruikt worden voor ver<strong>der</strong>e geestelijke<br />
bewustwording.<br />
Dan hebben we nog zo’n paar kleinigheden (u merkt, het gaat alle maal fragmentarisch, u zult<br />
met uw vragen daar een volgende keer vanzelf wel een geheel van maken, denk ik) en dat ligt<br />
op het terrein van de lichaamsbeheersing. Een lichaam een stoffelijk lichaam dan is een lastig<br />
iets. Het beperkt je, het wordt moe. Het lichaam heeft zijn eigen wensen, zijn eigen begeerten<br />
en, je kunt ze het niet altijd ontzeggen en je kunt ze het ook niet altijd toestaan. Het wil juist<br />
eten, wanneer er geen eten is, drinken wanneer er geen drinken is enz. De meeste mensen<br />
beseffen niet, dat het voorstellingsvermogen daarin een zeer grote rol speelt. Over het<br />
algemeen wil je juist dat hebben, wat je niet krijgen kunt. Waarom? Omdat je je ervan bewust<br />
bent, dat het niet te krijgen is en dus het normale algehele begeerte element juist in die ene<br />
richting wordt gestuwd. U zult begrijpen, dat het voor ons volkomen fout is z<strong>ek</strong>er als wij de<br />
esoterische weg opgaan dat wij ons door die begeerten laten leiden en dat wij die t<strong>ek</strong>orten van<br />
het lichaam zo sterk on<strong>der</strong>gaan. Aan de an<strong>der</strong>e kant, wanneer wij ervan overtuigd zijn dat wij<br />
het zon<strong>der</strong> iets kunnen stellen, dan zullen wij eenvoudig door de beheersing van ons<br />
gedachteleven ook ons lichaam aanmerkelijk beheersen,<br />
Het is een typisch verschijnsel dat een dief, die door een agent wordt achterna gelopen, vaak<br />
beter sprint dan een kampioen op de korte afstand. Toch is het zo, mits hij maar wanhopig<br />
genoeg is. Maar wat die inbr<strong>ek</strong>er doet, wanneer een agent hem achterna zit, is niets<br />
vergel<strong>ek</strong>en bij de snelheid die hij haalt, wanneer een hond hem achterna zit. En zo kun je<br />
ver<strong>der</strong>gaan. Er blijkt dus steeds nog een grotere prestatie mogelijk te zijn.<br />
Een an<strong>der</strong> voorbeeld. Er zijn mensen, die verkouden worden van elk tochtje. Maar wanneer ze<br />
op een gegeven ogenblik in de noodzaak verkeren zich regelmatig, zon<strong>der</strong> veran<strong>der</strong>ing van<br />
bed<strong>ek</strong>king enz., aan weersomstandigheden met grote verschillen van temperatuur bloot te<br />
stellen, worden ze niet verkouden. Want als ze verkouden worden, hebben ze geen tijd om<br />
zi<strong>ek</strong> te zijn. Ze zullen misschien dezelfde lichamelijke verschijnselen voor een ogenblik hebben,<br />
maar ze overwinnen die, omdat ze er geen aandacht aan geven. Deze typische verschijnselen<br />
bewijzen toch wel, dat je dus een zeer grote hoeveelheid prestatie meer uit het lichaam kunt<br />
krijgen en dat je veel min<strong>der</strong> hin<strong>der</strong> van dat lichaam behoeft te hebben, dan je in doorsnee<br />
hebt.<br />
Het is voor de mens daarom belangrijk, dat hij zich gaat realiseren, dat wanneer hij het koud<br />
heeft hij niet de kachel behoeft aan te st<strong>ek</strong>en (het is natuurlijk wel gemakkelijk), maar dat hij<br />
wanneer het koud is ook heel eenvoudig kan willen, dat zijn bloedsomloop iets versnelt. Dan<br />
krijgen we vanzelf een temperatuursverhoging. Hij kan eenvoudig de verbranding in zijn<br />
lichaam wat opvoeren. Wanneer u meent dat u moe bent, moet u zich eens realiseren, dat die<br />
moeheid eenvoudig kan wegzakken, U zegt tegen uzelf: Nu zakt die moeheid uit mij weg. En<br />
dan zult u eens zien, dan bent u na twee minuten als nieuw. Maar dan moet u niet gaan rusten<br />
want als u vijf minuten gerust hebt, zal die vermoeidheid het u onmogelijk maken ver<strong>der</strong> te<br />
gaan. Dan is dat vastgezet. Ontspant u zich eerst. En wanneer u dan bijna niet meer vermoeid<br />
bent en u gaat dan een ogenblik zitten, is het niet erg mits niet te lang. Dan kunt u weer<br />
ver<strong>der</strong>gaan. Zo zijn er hon<strong>der</strong>d en een van die dingen.<br />
Leer je gedachteleven beheersen. Leer begrijpen, dat heel veel van de stoffelijke bezwaren in<br />
feite niet zo bestaan. Waar het mogelijk is aan die stoffelijke bezwaren toe te geven, moet je<br />
het eigenlijk maar doen, want het is zonde er kracht aan te verspillen, wanneer het niet nodig<br />
is. Maar aan de an<strong>der</strong>e kant wen je niet aan om steeds bij de pakken neer te zitten. Om te<br />
zeggen: Maar nu ben ik zo doodmoe, ik kan niet meer. Dat is fout. Vraag jezelf af: Is het<br />
noodzakelijk dat ik nog iets doe? Zo ja, dan ben ik niet moe. Ik kan mij die weelde niet<br />
permitteren. Basta. Wanneer je op deze manier probeert de lichamelijke factoren steeds meer<br />
28<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 - De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
te beheersen, blijft er maar een betr<strong>ek</strong>kelijk klein gedeelte over van lichamelijke drijfveren, die<br />
werkelijk hin<strong>der</strong>lijk en lastig zijn. Een stofmens behoeft door zijn lichaam niet zo sterk<br />
gehin<strong>der</strong>d te worden, als hij in doorsnee wordt.<br />
En dan heb ik nog een laatste korte les. Nu is dat een les, waar mee we heel erg voorzichtig<br />
moeten zijn, an<strong>der</strong>s gaat u het verkeerd interpreteren. Onthoud dit: Alles wat in de stof<br />
natuurlijk is, is aanvaardbaar. Alles wat in de natuur voorkomt en uit de natuur voortkomt,<br />
mag niet verworpen worden. Het natuurlijke is de basis van het bestaan.<br />
Dat geldt voor eten, voor drinken, voor sex, voor alle dingen die maar voorkomen, van<br />
ademhalen af bij wijze van spr<strong>ek</strong>en tot rusten toe. Zolang dit in overeenstemming is met het<br />
natuurlijke, bevat het op zich zelf geen kwaad. Wanneer wij van die dingen kwaad maken en<br />
wij gaan ze dus zondig noemen of slecht, dan scheppen wij voor onszelf een waanwereld. Een<br />
waanwereld, waarin wij onnoemelijk veel grote tegenstanden steeds weer ontmoeten. Dingen,<br />
die ons heel vaak beletten om geestelijk ver<strong>der</strong> te gaan. En het is voor de geest precies<br />
hetzelfde als voor de stof. Maar er zit ook weer een an<strong>der</strong>e factor aan vast. Wij zullen ons in<br />
het natuurlijke zo beheersen, als ons mogelijk is en noodzakelijk lijkt om aan an<strong>der</strong>en geen<br />
aanstoot te geven (dus ergernis), om an<strong>der</strong>en niet ongelukkig te maken en an<strong>der</strong>en in hun<br />
werkelijke of vermeende rechten niet aan te tasten. Deze drie dingen moeten wij onthouden,<br />
Wij zijn aansprakelijk tegenover onze medemensen, niet voor onze gedachten en onze<br />
opvattingen, maar voor hetgeen zij doormaken door onze handelingen.<br />
Dat geldt geestelijk en stoffelijk eigenlijk gelijk. Deze aansprakelijkheid moeten wij<br />
aanvaarden. Maar wij mogen ons nooit laten verleiden om natuurlijke dingen slecht, zondig of<br />
iets an<strong>der</strong>s te vinden. Wat natuurlijk is, is op zichzelf aanvaardbaar en goed.<br />
Dit belet n.l. dat wij ons gaan bezighouden met handelingen van an<strong>der</strong>en, die niet geoorloofd<br />
zijn. Daarmee hebben wij niets te maken. Dat belet voorts, dat wij allerhande fantastische<br />
schuldgevoelens en zelfverwijten in ons voelen rijzen, waar het niet noodzakelijk is. Het<br />
r<strong>ek</strong>ening houden met an<strong>der</strong>en, met hun rechten en opvattingen, voorkomt dat wij die schulden<br />
en schuldgevoelens t.o.v. an<strong>der</strong>en zullen hebben. Op deze wijze staan wij vrijer in de wereld<br />
(en dat bet<strong>ek</strong>ent dus hoofdzakelijk hier in uw stoffelijke wereld, waarin deze dingen sterker<br />
gelden dan bij ons in de vormsferen) en wij zullen dus meer nauwgezet ons eigen wezen<br />
kunnen uiten. Dit is niet alleen: oordeel niet, opdat ge niet geoordeeld worde, maar het<br />
bet<strong>ek</strong>ent: Bespaar je de moeite om met allerhande waanideeën an<strong>der</strong>en te veroordelen, terwijl<br />
je je tijd beter kunt gebruiken. Probeer ook an<strong>der</strong>en, die door schuldgevoelens, zelfverwijt e.d.<br />
g<strong>ek</strong>weld worden, duidelijk te maken dat u daar niets mee te doen heeft, tenzij het hier een<br />
kwestie is van werkelijk leed toevoegen aan an<strong>der</strong>en en dat daar de persoon in kwestie alleen<br />
zelf iets aan kan doen maar dat nooit een zelfverwijt of een berouw mag voortkomen uit<br />
dingen, die op dat ogenblik en volgens de natuurlijke wetten normaal waren.<br />
Menselijke wetten gaan ons in zoverre slechts iets aan, wanneer wij esoterisch streven, als<br />
noodzakelijk is voor een gezonde samenleving. Wij zijn tegenover de medemensen steeds<br />
aansprakelijk, juist wanneer wij esoterisch streven. Juist wanneer wij in de wegen van de<br />
esoterie en de magie ver<strong>der</strong>gaan, vrienden, u moet mij niet kwalijk nemen dat ik daar even de<br />
nadruk op leg, dan zijn wij niet ontheven van onze verplichtingen tegenover een stoffelijke of<br />
een geestelijke wereld. Dan worden deze verplichtingen eenvoudiger, omdat de menselijke<br />
wetten en de geestelijke usances daarbuiten vallen. Maar aan de an<strong>der</strong>e kant worden we meer<br />
aansprakelijk, veel sterker aansprakelijk dus t.o.v. het individu. Denkt u over al deze dingen<br />
eens na. Ik hoop, dat ik u iets heeft kunnen leren. En bovenal hoop ik, dat wanneer u iets<br />
geleerd hebt u er ook iets mee zult leren doen.<br />
o-o-o-o-o<br />
Wij zullen eerst wat vragen beantwoorden. Daarna krijgt u dan een kleine verhandeling.<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
29
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 – De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
In het tweede gedeelte van de vorige maal heb ik gemerkt, dat u de personen hebt laten<br />
kennismaken met de aarde, het water, het vuur, de lucht om daarmede eenheid te<br />
bereiken. Dat gebeurt in de inwijdingsscholen toch ook?<br />
Ja. Er is geen commentaar bij nodig. Het is de bedoeling om dus uit deze groep eventueel<br />
weer een - laat ons zeggen - inwijdingsgroep op te bouwen. Wij hebben met de vorige groep<br />
van de inwijdingsschool en G.G.S. dus doorgewerkt, totdat wij op een gegeven ogenblik vast<br />
kwamen te zitten. De moeilijkheid lag daar ongetwijfeld enerzijds wel een beetje bij ons, maar<br />
an<strong>der</strong>zijds toch ook wel bij de aanwezigen. Nu hebben wij gedacht: Wanneer wij met een wat<br />
grotere groep kunnen beginnen en wij kunnen proberen om daar de actieve elementen te<br />
stimuleren, terwijl wij gelijktijdig eventueel de leden, die de G.G.S. zeer ernstig hebben<br />
genomen, toch ook nog een klein beetje op pad kunnen helpen, dan komen we vanzelf op het<br />
punt, dat wij weer ver<strong>der</strong> kunnen gaan met een hoogste klas a.h.w. Dat hebben wij op het<br />
ogenblik niet. Wij kunnen qua materie ver<strong>der</strong>gaan. Het ligt in de bedoeling u op een prettige<br />
manier te laten kennismaken met de verschillende wetten van de magie, zowel als met de<br />
verschillende mogelijkheden van esoterische inwijding. En aangezien de avond daarop is<br />
afgesteld, zal het duidelijk zijn, dat wij ons daar ook zoveel mogelijk op richten met praktisch<br />
alles, wat gebracht wordt op deze avond.<br />
De inwij<strong>der</strong> in de oude mysteriën gaf een suggestie. En nu heb ik het idee, dat dat iets<br />
onnatuurlijks was. Een inwijding moet toch iets zijn, wat je uit jezelf bereikt om voor jezelf<br />
geldigheid te hebben.<br />
Suggestie is iets wat eigenlijk overal een rol speelt. Ik geloof niet dat er een inwijdingsschool is<br />
aan te wijzen, waarin die suggestie geen rol speelt. Nu gaan wij van het standpunt uit, dat de<br />
suggestie niet te sterk gegeven mag worden. In de oudheid dacht men er an<strong>der</strong>s over, omdat<br />
n.l. niet de ervaring op zichzelf belangrijk was maar de proef, die men daarmede aflegde. Aan<br />
een <strong>der</strong>gelijke proefneming zaten verbonden o.a. proeven van moed, van<br />
doorzettingsvermogen, tegen eigen bijzon<strong>der</strong>e angsten toch nog bestand blijven, afstand doen<br />
van begeren e.d. Het ging hier om de ontwikkeling van eigenschappen en na een <strong>der</strong>gelijke<br />
inwijding vond eigenlijk pas het kennis geven van bijzon<strong>der</strong>e geheimen plaats. Zoals wij hier<br />
proberen u sommige geheimen van de natuur, van geestelijke krachten en wetten te leren<br />
kennen, zo gebeurde dat in een inwijding ook maar de grote bereikingen konden alleen worden<br />
gegeven aan personen, die in<strong>der</strong>daad betrouwbaar waren. En dat moest bet<strong>ek</strong>enen, dat dat<br />
voor hen geen gevaarlijk speelgoed zou kunnen worden. Wij hadden b.v. met onze G.G.S.<br />
gemakkelijk door kunnen gaan, maar dan hadden wij recepten moeten geven. We hadden dus<br />
de aanwijzing moeten geven. Wanneer men handelt, á en b samenbrengt, dan krijgen we<br />
reactie c. Met reactie c kunnen wij het volgende doen. Voegen wij daarbij nog element d, dan<br />
krijgen we reactie e.<br />
EEN PAAR GEGEVENS OVER INWIJDING<br />
Dat is allemaal heel mooi, maar in het geestelijke hebben wij vaak te maken met zeer<br />
moeilijke verschijnselen. Er is altijd, wat men wel eens heeft genoemd, de wachter op de<br />
drempel, maar wat wij liever noemen de eigen angst. Er zijn bepaalde dingen in je eigen<br />
bestaan, die je moeilijk kunt accepteren. Wanneer je in de geest gaat werken, word je daar<br />
steeds sterker mee geconfronteerd. Hoe sterker deze confrontatie wordt, hoe groter de<br />
beheersing moet zijn, die je over jezelf hebt en bovendien het doorzettingsvermogen,<br />
waarover je beschikt, om deze factoren af te schudden. De werkelijke inwijding is n.l. niet<br />
alleen maar het geven van een sleutel om een deur open te doen, die je daarna weer sluiten<br />
kunt. Dat is binnen de mens eigenlijk niet mogelijk. Op het ogenblik dat u zich bewust bent<br />
geworden van b.v. een astrale wereld en u bent daar volledig in ingewijd (u kent dus die hele<br />
astrale wereld), blijft dat u beïnvloeden.<br />
Dan kunt u aan die astrale wereld ook niet ontkomen. Bent u ingewijd in een Zomerlandsfeer,<br />
dan kunt u de verschijnselen van die Zomerlandsfeer niet meer uitsluiten uit uw leven. U kunt<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
30
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 - De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
er een beetje Oost-Indisch doof of blind voor zijn, u kunt ze dus voorbijgaan, wanneer ze<br />
optreden (wat de doorsnee ingewijde dan ook doet, tenzij een bepaald verschijnsel zijn<br />
aandacht in het bijzon<strong>der</strong> w<strong>ek</strong>t, dus voor hem persoonlijk bet<strong>ek</strong>enis heeft.) Maar stel nu eens,<br />
dat wij te maken krijgen zoals meestal in het begin met bepaalde astrale uitdrukkingen van<br />
grote krachten. Die grote krachten komen voor een groot gedeelte uit het menselijk denken<br />
voort. En nu weet u dat er hier op de wereld van de mensen nogal wat dingen zijn, die<br />
onaangenaam zijn. Ik denk hier aan haat, lust, trots enz. Iets wat de Openbaring van<br />
Johannes dus beschrijft als de zeven doodzonden. Spookfiguren, ongetwijfeld. Maar stel je<br />
voor dat deze spookfiguren je voortdurend bena<strong>der</strong>en. Zij zijn schijnbaar zeer machtig, zij zijn<br />
groot en bovenal, zij spiegelen datgene in jezelf, wat je moet overwinnen. Je wordt er gauw<br />
bang voor. Je zou ze willen ontlopen. Maar het vreemde is, je kunt ze slechts ontlopen door de<br />
weerkaatste mogelijkheden tot werkelijkheid te maken. Zie je b.v. een haatbeeld, waarbij je<br />
de mens die je haat vermoordt, dan heb je maar een keuze, of wel dit beeld te overwinnen<br />
door het eenvoudig te negeren, dan wel die moord te begaan. Maar heb je dat gedaan, dan<br />
komt er wel weer een an<strong>der</strong>e reflex op. Het gevaar is dus zeer groot, dat men slaaf wordt van<br />
vele <strong>der</strong> projecties van het innerlijk leven van de mensheid. Daarnaast zijn er krachten in de<br />
sferen, die ook astraal geuit worden en die wij toch z<strong>ek</strong>er niet on<strong>der</strong> de beste mogen r<strong>ek</strong>enen.<br />
Misschien is het wel aardig, als ik daar nog iets ver<strong>der</strong> over vertel.<br />
Vanaf het ogenblik dat in Atlantis de splitsing plaatsvond in de z.g. broe<strong>der</strong>schap (dus in de<br />
priesterorde), kwam er zwarte en witte magie. Maar zwarte magie is gebaseerd op dezelfde<br />
kennis als de witte magie, dezelfde mogelijkheid tot hantering van krachten in verschillende<br />
werelden en sferen. Een zwart magiër, die voldoende kennis had om gebruik te maken van het<br />
astraal gebied en dit te regeren, is ook geestelijk in staat diezelfde kennis te behouden. Hij kan<br />
zich dus een astraal voertuig scheppen en met dit voertuig van uit de astrale wereld trachten<br />
ver<strong>der</strong> te gaan. Voor een gewoon mens maakt dit betr<strong>ek</strong>kelijk weinig uit. De invloed is ten<br />
hoogste een onbewuste en wordt geneutraliseerd door het grote aantal lichte invloeden dat<br />
rond hem is. Maar de mens, die hiervoor openstaat, kan zich niet afsluiten. Als er zo’n<br />
demonisch gezinde zwart magiër op je afkomt, dan moet je de sterkere zijn. Je moet de moed<br />
hebben hem te weerstaan. Je moet het begrip hebben om te weten, waar hij naar toe wil,<br />
waar het gevaar eventueel zou kunnen schuilen. Het is duidelijk dat een inwijding, die de<br />
poorten van verschillende werelden voor je openmaakt en je de krachten van verschillende<br />
werelden, voortdurend ter beschikking stelt, zeer hoge eisen aan je zelfbeheersing, aan je<br />
weten e.d. moet stellen. Eerst wanneer je in staat bent allerhande imaginaire beproevingen<br />
door te maken, kun je die geheimen ontvangen. Want dan heeft men tenminste enige<br />
z<strong>ek</strong>erheid, dat je niet het slachtoffer wordt. Zelf een slachtoffer worden zou in de<br />
inwijdingsgedachte nog wel aanvaardbaar zijn. Maar er zijn mensen, die on<strong>der</strong> de invloed<br />
komen van zo’n demonie en hun daden in<strong>der</strong>daad daarnaar gaan richten. Dan krijgen we<br />
mensen, die dood, moord, oorlog, allerhande slechte dingen tot stand brengen (dingen dus,<br />
waardoor an<strong>der</strong>en, lijden, pijn en ellende hebben) alleen om te ontvluchten aan hetgeen,<br />
waardoor ze gedreven worden. En de Witte Broe<strong>der</strong>schappen (ongeacht waartoe ze behoren),<br />
hebben één ding gemeen: ze willen trachten de mensheid in vrijheid op te voeden, de<br />
mensheid beter, gelukkiger te maken. Ze trachten met hun hele wezen dus om al, wat in de<br />
mens leeft als geest, op te heffen tot een hoger bewustzijn en een betere sfeer. Als u een tuin<br />
hebt, waarin u kostbare bloemen hebt g<strong>ek</strong>we<strong>ek</strong>t laat u niet bij voorkeur, een paar honden en<br />
katten erin ravotten, nietwaar? De groepen, die trachten de mens op te kw<strong>ek</strong>en, totdat hij<br />
openbloeit als een wezen, dat het gehele goddelijke licht in zich bevatten kan, die moeten wel<br />
heel voorzichtig zijn, opdat niet iemand gedreven door demonen al hun werk zou vernietigen.<br />
Het is deze reden dus, die gegeven kan worden o.a. voor de suggesties, die u zo onnatuurlijk<br />
l<strong>ek</strong>en. Ze zijn m.i. gebaseerd op werkelijke en reële waarden. En waar wij ook gaan ter wereld<br />
en in welke tijd wij ook willen zien, altijd weer zien wij deze beheersing van het geheim<br />
gepaard gaan met de suggestieve beïnvloeding van de neofiet. Men mag niet zon<strong>der</strong> meer<br />
daarin doordringen. En zolang de suggestie, de werking, uit gaat van de inwij<strong>der</strong> zelf, dan<br />
beheerst hij dit, hij is meester. En zelfs wanneer hij, zoals vroeger, de neofiet liever ten on<strong>der</strong><br />
laat gaan dan tijdig de suggestie te verwij<strong>der</strong>en, zo heeft hij in ie<strong>der</strong> geval de z<strong>ek</strong>erheid, dat<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
31
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 – De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
geen demonische kracht in de wereld komt. Hij heeft de z<strong>ek</strong>erheid dat de neofiet, die niet<br />
doorstaat, toch geholpen wordt door de geestelijke krachten des goeds en dat hij zijn<br />
bewustwordingsgang kan voortzetten in een geestelijke sfeer.<br />
Ver<strong>der</strong> kunnen wij er nog wel het een en an<strong>der</strong> bijnemen, nu wij toch over de inwijding praten.<br />
De inwijding op zichzelf is een re<strong>ek</strong>s van beproevingen. Men heeft die op geheel verschillende<br />
wijzen tot stand gebracht en wij zien de weerkaatsing daarvan nog in de z.g. inwijding van de<br />
jongens en de meisjes tot volwassenen bij bepaalde wilde stammen. Dat is al heel oud. De<br />
mierenproef b.v., die bepaalde negerstammen er op na houden, is in feite ook een poging om<br />
te zien of de jongeling in staat is zoveel pijn te verdragen, of hij zoveel uithoudingsvermogen<br />
en zelfbeheersing heeft, dat hij waardig is als man in de stam te leven en dat hij geen gevaar<br />
voor an<strong>der</strong>en vormt. Het lijkt wreed en zinloos in de ogen van de blanken, maar in een<br />
beperkte samenleving te midden van de wil<strong>der</strong>nis heeft dat grote zin.<br />
Waar wij ook gaan kijken, altijd weer blijken er geestelijk nog veel groter gevaren te bestaan<br />
dan in de jungle. Er is geen oerwoud zo giftig en zo gevaarlijk, of bepaalde geestelijke sferen,<br />
die deze aarde zeer dicht bena<strong>der</strong>en, zijn gevaarlijker. Wie in staat is zich daarin te bewegen,<br />
kan er heel gelukkig in leven, heel prettig. Maar wie zwak is, brengt niet alleen zichzelf in<br />
gevaar maar ook an<strong>der</strong>en. En zo zien wij b.v. in Indië een inwijdingsprocedure, die nog veel<br />
ver<strong>der</strong>gaat. Men gaat daar zelfs eerst beelden opbouwen. Men brengt de leerling (en dat is dus<br />
ook suggestie) in een voortdurend dichter contact met goden en demonen. Beelden, die zo<br />
reeel worden, dat hij er op het laatst mee praat en mee wandelt en naar men zegt, ofschoon ik<br />
dat nooit bevestigd heb gehoord dat ze zelfs zichtbaar zijn voor an<strong>der</strong>en. Dat gaat een tijd<br />
goed. Maar dan krijgt hij de opdracht die goden en die demonen te vernietigen, alleen met zijn<br />
wil. Hij moet deze wezens dwingen terug te vallen tot wat zij waren kracht zon<strong>der</strong> meer. Hij<br />
heeft daar voor een betr<strong>ek</strong>kelijk korte periode, meestal 1 jaar. En heus, wanneer je on<strong>der</strong> een<br />
zodanige invloed staat, dat je die dingen voor jezelf gerealiseerd hebt, dan is het heel moeilijk<br />
ze in zo’n korte tijd volledig te vernietigen.<br />
Na die tijd gaat hij de wil<strong>der</strong>nis is alleen. Hij is gewapend tegen de natuur, want, hij heeft<br />
geleerd, hoe hij zich gedragen moet om zich onafhankelijk te maken van slangen, van tijgers<br />
en alles, wat er aan verscheurende wezens kan zijn. Geen insect zal hem st<strong>ek</strong>en. Maar daar<br />
staat wel iets an<strong>der</strong>s tegenover. Als hij zijn goden en demonen niet vernietigd, dan zullen ze<br />
tot hem komen en hem dwingen hen weer op te bouwen. En hij kan dat niet in een kort<br />
ogenblik. Hij zal verscheurd worden door de krachten, die hij zelf heeft opgebouwd. Nu klinkt<br />
dat erg dramatisch, het gevolg is meestal een hartverlamming. Maar als die hartverlamming er<br />
eenmaal is, dan komt er wel eens een tijger of een an<strong>der</strong>e consument aan hem knabbelen, Het<br />
gevolg is, dat men zegt: Hij werd door een tijger aan gevallen. In feite echter is hij meestal<br />
eerst gestorven aan hartcollaps.<br />
Het hart stond stil, het zenuwgestel kon de vereiste spanning niet verdragen. Dat gevaar heeft<br />
bovendien nog het nadeel, dat geestelijk (ondanks de hulp, die dan wel gegeven wordt) men<br />
toch eerst ver<strong>der</strong> zal moeten gaan om die on<strong>der</strong> suggestie zelf geschapen invloeden te<br />
vernietigen en terug te brengen tot wat ze zijn: lege schillen zon<strong>der</strong> inhoud, zon<strong>der</strong> wil. Eerst<br />
dan kan men een normaal geestelijk leven beginnen.<br />
Een an<strong>der</strong>e en misschien ook wel interessante inwijdingsprocedure stamt uit Egypte. (En nu<br />
wil ik hier niet wijzen op de algemeen b<strong>ek</strong>end geworden piramide inwijding die is trouwens van<br />
een latere periode) Er is n.l. een periode geweest, waarbij men iemand dwong als priester om<br />
de sporen van Anubis te volgen. Anubis was de jakhals, zoals u weet en hij heette de god van<br />
de dood, omdat hij in de woestijn wegtrok, waar de mensen dus niet gingen. Hij ging heen<br />
naar die onb<strong>ek</strong>ende gebieden buiten het eigenlijke Nijldal. Zo werden die mensen dan<br />
losgelaten in de woestijn en ze moesten daar een aantal dagen door brengen. Meestal was dat<br />
een periode van 40 dagen. In die 40 dagen moesten ze zelf zien dat ze iets te drinken kregen,<br />
want ze kregen maar een kleine huid met Nijlwater mee. Eten was er helemaal niet. Ze<br />
hadden de plicht zichzelven geestelijk zozeer te beheersen dat het lichaam alle hitte zon<strong>der</strong><br />
schade doorstond, dat ze niet waanzinnig werden door de beelden, die aan alle kanten op hen<br />
werden afgestuurd en dat ze zelfs het t<strong>ek</strong>ort aan vocht konden voorkomen. Nu is dat natuurlijk<br />
mogelijk. Iemand, die sensitief genoeg is, weet waar er water te vinden is. In de woestijn zijn<br />
32<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 - De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
er plaatsen, waar water betr<strong>ek</strong>kelijk gemakkelijk te vinden is. Er zijn bepaalde on<strong>der</strong>grondse<br />
waterlopen, er zijn putten. Maar daarover werd zo iemand niets gezegd. Zo, uit het klooster<br />
werd hij erheen gestuurd. En na verloop van zoveel tijd (meest al 35 á 36 dagen) werd hij<br />
zoals dat heet geroepen. En dat was ook weer een heel eigenaardige methode.<br />
In Egypte was het de gewoonte die neofieten steeds geestelijk on<strong>der</strong> druk te stellen. Ze<br />
hadden een leermeester, die zelfs hun dromen helemaal kon leiden, en die was dan ook in<br />
staat, hen van grote af stand te zien, vast te stellen waar zij zich bevonden en hen terug te<br />
roepen. Na die periode van 35 dagen begonnen zij hun roep uit te zenden. En wanneer de<br />
neofiet nu maar in de goede richting ging (dus de opdracht volgde, ook al was hij uitgeput),<br />
dan zorgde men dat er dragers waren om hem op de 40e dag op te nemen en te vertroetelen.<br />
Dan had hij goed geluisterd. Maar als hij niet luisterde naar die geestelijke oproep, dan liet<br />
men hem - ook al was hij vlak bij het Nijldal - rustig ofwel zichzelf redden of zelf ten<br />
on<strong>der</strong>gaan. Hij had dan niet aan de uiteindelijke eis van eenheid met de priesterschap<br />
beantwoord.<br />
Het gevolg is geweest dat er juist in Egypte een soort illegale groep van ingewijden en magiërs<br />
ontstond. Die hadden dus niets meer met de tempels uitstaande. Op het ogenblik zijn er in<br />
Egypte trouwens nog magiërs en ingewijden en die stammen eigenaardig genoeg niet van de<br />
priesterkaste af, maar juist van deze illegale groepen. En deze groepen hadden natuurlijk nog<br />
veel meer voorzorgen nodig. Dat waren degenen, die wel geslaagd waren maar niet voldoende<br />
on<strong>der</strong> de invloed van het geheel stonden. Dezen namen dan de proef zo, dat zij hun neofieten<br />
meest al op een eilandje in de Nijl neerzetten. Zij lieten hen daar hongerlijden enz. Maar nu<br />
moesten zij dus een an<strong>der</strong>e beproeving doormaken. En die beproeving werd ook weer gegeven<br />
door suggestiebeelden. Er werden via een soort hypnose hallucinaties veroorzaakt die zo’n<br />
jongeman wel het water indwongen en in dat water waren dan meestal de krokodillen bezig te<br />
wachten of er een hapje afviel. Zolang hij op het eiland was, was hij veilig, dat wist hij. Er was<br />
een magische cirkel. Zodra hij buiten die cirkel stapte, was hij bijna z<strong>ek</strong>er het slachtoffer van<br />
de dieren. Bovendien had die magische cirkel ook het voordcel dat, tenzij hij de aandacht op<br />
zichzelf trachtte te vestigen, nooit een Nijlschipper of een paar vissers hem zouden zien. Het<br />
was een afweer, een soort kunstmatig blind maken van de omgeving. En deze neofieten<br />
kregen dan o.m. te verwerken de confrontatie met hun eigen beeld. Zij kwamen dan zichzelf<br />
tegemoet en sme<strong>ek</strong>ten a.h.w. red mij. Om te redden zouden zij buiten de cirkel moeten<br />
stappen. Zij warden geconfronteerd met het liefste wat zij hadden. Zij werden geconfronteerd<br />
met rijkdom, met verleidelijke vrouwen, kortom met alles wat er bestaat. En gelijktijdig was<br />
het verblijf in deze cirkel allesbehalve aangenaam. Zij werden daar g<strong>ek</strong>weld door insecten,<br />
door de zon, door kou. Ook al was, het werkelijk niet koud, dan voelden zij nog kou. Ze kregen<br />
suggesties van ongedierte, die zich binnen die cirkel zou bewegen. En zij moesten z<strong>ek</strong>er zijn<br />
dat waar, een cirkel was getrokken op voldoende wijze geen dieren binnen kunnen komen, dus<br />
dat dit suggestie was. Zij moesten dat afwijzen.<br />
Het is aan een kant misschien jammer, dat we <strong>der</strong>gelijke methoden op het ogenblik niet meer<br />
kunnen gebruiken want de wereld heeft werkelijk wel behoefte aan ingewijden. Aan de an<strong>der</strong>e<br />
kant laat de maatschappij dat niet meer toe en moet dus elke mens nu voor zichzelf zijn<br />
inwijding zo<strong>ek</strong>en. Maar wanneer u gaat doordringen tot an<strong>der</strong>e werelden, dan krijgt u ook<br />
diezelfde beproeving. En denk nu niet, dat die beproeving dan alleen maar een beetje<br />
hoofdpijn of een paar waanbeelden zijn. Een typisch verschijnsel b.v. van zo’n inwijding in de<br />
mo<strong>der</strong>ne tijd is vaak iemand die zich voortdurend achtervolgd weet. Het zou<br />
achtervolgingswaanzin kunnen zijn, zo sterk. Maar hij weet ook, dat dat niet een mens is. Hij<br />
moet dan toch rustig, normaal zijn wegen gaan, normaal werken, denken, bidden en wat hij<br />
ook ver<strong>der</strong> wil doen. Een an<strong>der</strong>e beproeving is meestal in de slaap een confrontatie met een<br />
aantal schrikbeelden. Een <strong>der</strong>de een opgaan tot een zeer hoge sfeer en daarin jezelf zien voor<br />
wat je bent. (Voor de meeste mensen een onaangename ervaring). Op deze manier wordt<br />
langs een an<strong>der</strong>e weg de inwijding ook in deze tijd voortgezet. En zoals er dus in de oudheid<br />
scholen waren, waar men een leraar ging zo<strong>ek</strong>en, zo zijn er in de mo<strong>der</strong>ne tijd leraren, die een<br />
leerling zo<strong>ek</strong>en. Wanneer er ergens iemand geestelijk rijp genoeg is, komt hij in contact met<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
33
34<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 – De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
de mensen, de wezens, die een <strong>der</strong>gelijke inwijding mogelijk maken. En dan gaat hij van de<br />
ene hand in de an<strong>der</strong>e over. Hij wordt eerst rijp gemaakt voor bepaalde begrippen. Daarna<br />
gaat hij leren bepaalde wet ten te beschouwen. Daarna wordt hem zo langzamerhand duidelijk<br />
gemaakt, hoe hij sommige dingen in de praktijk moet brengen. In die praktijk periode loopt hij<br />
meestal plotseling tegen vrienden of b<strong>ek</strong>enden aan (soms geïnspireerden, soms direct<br />
ingewijden), die hem een persoonlijke toepassing van het geleerde mogelijk maken. En<br />
wanneer hij dat dan ook heeft gehad, dan komen de beproevingen steeds sneller. Dus er<br />
bestaat wel de gelijk ook een stoffelijke inwijdingscyclus op het ogenblik en in deze<br />
inwijdingscyclus vinden we datzelfde suggestie-element toch weer terug. Want de mens, die in<br />
staat is een poort te zijn tussen verschillende werelden, moet beheersen wie er door die poort<br />
willen binnentreden.<br />
Een an<strong>der</strong> typisch verschijnsel, wanneer deze inwijdingen plaatsvinden, dan heeft men zo<br />
langzamerhand dus de eerste graad bereikt en krijgt men een taak. Die taak duurt meestal 7<br />
jaar. Nu moet u niet denken, dat dat een bijzon<strong>der</strong>e taak is. Het kan soms bet<strong>ek</strong>enen dat je 7<br />
jaar in de verpleging moet werken of dat je 7 jaar schoenlapper moet zijn. Het kan bet<strong>ek</strong>enen<br />
dat je medium wordt of dominee, of pastoor. Het kan bet<strong>ek</strong>enen dat je een ontd<strong>ek</strong>kingsreis<br />
gaat maken. Het is een bepaalde taak en die taak wordt je opgelegd. Wanneer, die 7 jaar<br />
periode voorbij is, volgt een tweede inwijding. Wat die inwijding volgt weer een 7 jaar periode.<br />
Is deze ook voorbij dan volgt de <strong>der</strong>de fase van inwijding, die meestal 21 jaar vraagt soms ook<br />
7. De meeste mensen komen overigens op aarde niet ver<strong>der</strong> dan die 3e graad. Maar kan men<br />
dan nog ver<strong>der</strong>gaan, dan vindt men de z.g. alomvattende graad, waarin men dus een direct<br />
contact heeft stoffelijk zowel als geestelijk met de ingewijden op aarde zowel als met alle<br />
krachten, die met hen in verband staan in de sferen. En degenen, die het zover brengen, zijn<br />
eigenlijk de meesters, zoals men dat pleegt te zeggen, die voor de Witte Broe<strong>der</strong>schap hier op<br />
aarde werken en die (denk aan de Wessac-vallei) dus zitting hebben in de maan of zelfs in het<br />
vierkant.<br />
Dat zijn zo een paar gegevens over inwijding. Ik hoop dat ik u duidelijk heb gemaakt, dat het<br />
geen wassen neus en geen wissewasje is, dat je zo maar cadeau krijgt. Het is ook altijd erg<br />
belangrijk, dat men dit duidelijk maakt. U kunt misschien beter een eigen esoterische weg<br />
gaan en proberen voor uzelf wat hoger te komen, dan dat u een inwijding gaat na streven, die<br />
u toch niet feitelijk aan kunt, want dan krijgt u ook de moeilijkheden erbij. Dit kan u dan ook<br />
eventueel helpen om te kiezen. (En zeg nu niet dadelijk: Dat kan ik wel aan, daar moet je<br />
goed over nadenken. Het is meestal erger dan je denkt in een opzicht, aan de an<strong>der</strong>e kant,<br />
wanneer je jezelf meester bent, kun je er veel gemakkelijker doorheen dan je verwacht. Maar<br />
dat is weer wat an<strong>der</strong>s.)<br />
Wanneer je in een verschrikking kans zou zien je tot God te wenden, werkelijk, zou die<br />
verschrikking dan verbroken kunnen worden?<br />
Ja. Maar dan moet er uit dit u wenden tot God voor uzelf toch een z<strong>ek</strong>erheid voortkomen. Je<br />
moet a.h.w. God in je voelen als een kracht, die het je mogelijk maakt de verschrikking te<br />
overwinnen. Natuurlijk realiseer je je dat niet altijd zo, maar het komt daar op neer. Alleen als<br />
je n.l. met vol vertrouwen tot God bidt en Hem dus in jezelf verwerkelijkt, kun je de<br />
verschrikking br<strong>ek</strong>en.<br />
Maar als je bidt tot God, plaats je Hem dan binnen je of buiten je?<br />
Op het ogenblik dat je aanneemt, dat God je wens verwerkelijkt, neem je aan dat Hij in je is,<br />
ook al denk je dat Hij buiten je staat. Want dan moet Zijn kracht in je aanwezig zijn, an<strong>der</strong>s<br />
kan de werking niet ontstaan. Dus dat maakt weinig verschil uit tenminste in het begin.<br />
Meditatie<br />
GOD<br />
Wij kennen onze God niet. We denken lang na en wij zo<strong>ek</strong>en soms werkelijk die God te zien en<br />
te ervaren, maar kennen doen wij God niet. God is zo onnoemelijk dichtbij en gelijk zo<br />
onmetelijk veraf. We trachten op alle mogelijke manieren die God te bereiken. Wij brengen<br />
offers. We roepen tot Hem, we bidden tot Hem, we wachten in stilte tot Hij Zich in ons<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 - De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
openbaart. Maar kan dit voor ons werkelijk zijn? Kunnen wij stof en geest God ervaren, zoals<br />
wij dit willen doen? Onze God is te dichtbij om Hem te beseffen en gelijk te veraf.<br />
Wanneer wij bidden tot God, dan bidden wij ofwel tot een beperking, dan wel tot het<br />
Onb<strong>ek</strong>ende. En dat is dwaas. Wij hebben behoefte aan een God voor onszelf, z<strong>ek</strong>er. Maar kan<br />
een God, Die wij alleen voor onszelf bezitten, een ware God zijn? Neen. Laat ons dan trachten<br />
iets te beseffen van God op een an<strong>der</strong>e manier.<br />
Wij zeggen zo graag God is in ons. Volgens elke stelling en elke gedachte is het noodzakelijk,<br />
dat God in ons is, want zon<strong>der</strong> God kunnen wij niet bestaan. Kunnen wij dan niet een stap<br />
ver<strong>der</strong>gaan en zeggen: Zo wij onszelven zijn en vervullen, is God in ons, rond ons en zal God<br />
alles verhoren, wat wij wensen. Wij sm<strong>ek</strong>en onze God zo vaak iets voor ons te doen. Maar<br />
kunnen wij datgene, wat wij die. God vragen, niet zelf tot stand brengen? Leeft niet in ons<br />
evenzeer als in de hypothese, waar toe wij ons richten, de eeuwige kracht en de eeuwige<br />
werkelijkheid?<br />
Wij kunnen als wij willen, werkelijk zelf willen, alles bereiken. Want wij zijn deel van God. En<br />
wij hebben geen meester, wij hebben slechts een werkelijkheid, waarin wij thuishoren.<br />
Te denken aan een God, Die je beheerst, is dwaasheid. Te denken aan sen God, Die werkelijk<br />
is, is te zwaar. Maar te weten, dat er een God is, Die in je leeft, te veten, dat ín je de Kracht<br />
is, waarmee een heelal geschapen kan worden, dat is gemakkelijker en meer aanvaardbaar.<br />
Met sm<strong>ek</strong>en en niet bidden God, geef mij. Maar zeggen Indien het noodzakelijk is, zo zal ik dit<br />
verkrijgen en zelf de hand aan de ploeg slaan.<br />
Niet te roepen: Here, wre<strong>ek</strong> mij, Maar te zeggen: Ziet, in de oneindigheid zal ik mijn ware<br />
wezen blijven uiten, zo goed ik kan, tot het einde <strong>der</strong> tijden.<br />
Niet roepen Heer, bescherm mij. Maar zeggen Ik ben sterk, Sterk tegen alle duister en alle<br />
kwaad, omdat in mij een oneindige Kracht leeft.<br />
God te maken tot een fabel is zelfbedrog. God te maken tot een Almachtige, Die voortdurend<br />
naast je gaat, is het scheppen van een illusie, een verna<strong>der</strong>ing van de Oneindige<br />
Werkelijkheid, Die in je woont. Maar je voortdurend te beroepen op de Kracht, Die in je leeft<br />
en Die je in stand houdt en zelve daarmee te werken in een dankbaar erkennen, dat God in je<br />
is in alle tijden en alle ogenblikken, dat je niets nodig hebt buiten Zijn Kracht om alles te<br />
verwerkelijken wat noodzakelijk in overeenstemming met de eeuwige waarheid is, dat is<br />
waarlijk bidden en dat is waarlijk leven,<br />
Laten wij dan voor wij uiteengaan onze God een belofte doen. Een belofte, die wij aan onszelf<br />
doen, omdat er niemand an<strong>der</strong>s is, waar van wij z<strong>ek</strong>er weten, dat hij dit in de goddelijke zin<br />
kan aanvaarden en interpreteren. Laat ons tot onszelf zeggen:<br />
Begrijpend de kleinheid van mijn wezen en zelfs de onwaardigheid van mijn wezen, zoals ik<br />
het ken en zie, weet ik deel te zijn van de Oneindigheid, van de Eeuwige Kracht, deel des<br />
Scheppers, zon<strong>der</strong> begin en zon<strong>der</strong> einde. En uit dit bewustzijn zal ik handelen ter openbaring<br />
van wat in mij leeft. Dat is mijn werkelijkheid, gaande de wegen, die ik erken als de juiste,<br />
volgens de Kracht, Die in mij leeft. Zo zal ik handelen in elke wereld en elke sfeer, totdat ik mij<br />
bewust ben van de kern van mijn wezen, die deel is van Datgene, wat zovelen onbegrepen<br />
God noemen, wanneer zij roepen om hetgeen zij reeds bezitten.<br />
Ik wil er u nogmaals aan herinneren. Wanneer u nog niet het vertrouwen hebt in de Kracht,<br />
Die in u sluimert, wanneer u nog niet weet misschien hoe die Kracht te gebruiken, zo zullen wij<br />
met u zijn om u te helpen, waar wij kunnen. Maar bedenk wel: handelen kunt gij alleen.<br />
Handel volgens uw wil en uw bewustzijn. En wij zullen trachten u bij te staan, u het juiste pad<br />
te tonen en de kracht te geven om te volbrengen wat noodzakelijk is, tot gij u bewust zijt van<br />
uw eigen krachten.<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
35
36<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 oktober <strong>1959</strong><br />
Les 2 – De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan<br />
DE KERN<br />
De kern zit verborgen in de vrucht en daaruit bloeit de boom. De kern zit verborgen in de<br />
mens en daaruit bloeit een droom tot werkelijkheid, ...<br />
De kern zit verborgen in alle leven....en wordt tot eeuwigheid,<br />
Wanneer de bloesem valt dan draagt juist vrucht de boom. Wanneer de winter komt, dan<br />
vluchten zon<strong>der</strong> schroom<br />
de vogels naar het zuiden en brengen zo met zich het zaad, met zich de eeuwigheid en strijd,<br />
waardoor het noorden tot het zuiden maar ook het zuiden tot het noorden wordt geleid.<br />
Tussen alle tegendelen, alle uitingen van God,<br />
alle onbegrepen wegen van een vaak haast won<strong>der</strong> lot,<br />
ligt de kern van alle dingen,<br />
ligt een kracht, die in ons leeft ‘t licht, dat zo wij het vertrouwen<br />
ons macht, ons inhoud, leven geeft.<br />
Gij zo<strong>ek</strong>t de kern van alle dingen? Besef uzelf en wat u drijft,<br />
dan ziet ge hoe God in Zijne schepping met vlug penseel de woorden schrijft.<br />
van een volmaaktheid uit Zijn Wezen. En hebt ge al dit wel geleerd, dan zijt ge zelf tot kern<br />
geworden.<br />
Wat u nog naar buiten keert, ‘t is de weerkaatsing van een Schepper, ‘t is weerklank van een<br />
melodie, die Hij geschapen heeft,<br />
Maar in u is de kern <strong>der</strong> dingen, die ‘t Al erkent en niet meer streeft.<br />
Ik ben mij ervan bewust, dat deze mijn woorden t<strong>ek</strong>ort schieten ten opzichte van de<br />
gewichtigheid van het on<strong>der</strong>werp. Maar een oude spreuk zegt:<br />
De kern is het, die bloeit. De schaal is het, die beschut. En zo, mijne vrienden, is het ook voor<br />
ons. De kern van ons wezen is het zaad, waaruit onze werkelijkheid op moet bloeien. Het<br />
uiterlijke is alleen maar een schil, die beschutting moet bieden voor de tere en toch<br />
won<strong>der</strong>mooie krachten, die in ons bestaan. Daarom zou ik mijn ongetwijfeld u onwaardig<br />
betoog willen besluiten met dit kleine woord.<br />
Wie vraagt naar de vleugelen van de wind en vraagt naar de stralen van de zon, beseft niet<br />
hoe hun bei<strong>der</strong> wezen in eigen zijn en ik begon. Want alle dingen zijn in u en eerst uit u kunt<br />
ge maken tot werkelijkheid wat in u leeft en deel blijft van uw wezen voor alle tijden.<br />
De verschillende wetten, die binnen het heelal bestaan
Goedenavond, vrienden.<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
We hebben de vorige maal een paar stukjes doorgenomen en ik zal nu ook eerst maar eens<br />
zien of u commentaar hebt.<br />
Er is gesproken over de veran<strong>der</strong>ing van de tijd, waardoor wij meer indrukken in de aardse<br />
tijd kunnen opdoen. Hoe kun je die tijd veran<strong>der</strong>en?<br />
Ik zal het eerst technisch zeggen. Daarna zal ik net dan wat meer populair zeggen. Er geldt in<br />
het heelal een wet: materie is gebonden aan het chronon en in het chronon behouden. Elk<br />
chronon is een tijdselement, zoals u weet. Dat tijdselement vliedt, zodat wordt aangenomen<br />
dat de materie normalerwijze in dezelfde tijd besloten is. Nu zijn er echter bepaalde deeltjes<br />
(men heeft dat ook al kunnen vaststellen), die zich niet aan die limieten houden. Die houden<br />
zich zelfs ook niet aan de limiet van lichtsnelheid noch aan de buiging van een beslotenheid<br />
van een heelal. Deze deeltjes zijn dan vaak protonenstromen van een eigenaardig gehalte. Zij<br />
vormen n.l. gezamenlijk wat men noemt een veld en dat veld voert t.o.v. de werking van het<br />
chronon een interferentie, waardoor het mogelijk wordt dat het totaal van hetgeen binnen het<br />
veld bevat is zich buiten het chronon verplaatst of wel de tempo waar<strong>der</strong>ing van het chronon<br />
voor zich veran<strong>der</strong>t. Dat is de techni<strong>ek</strong>.<br />
En nu de populaire zegswijze: De hoeveelheid van indrukken, die u gelijktijdig opneemt, ligt<br />
voor een groot gedeelte aan uzelf. U heeft een tijdsconcept, dat onmiddellijk is gebonden aan<br />
de klok. U meent dat u per seconde maximaal dit of dat kunt waarnemen of presteren, maar<br />
dit geldt gelukkig niet voor uw denkvermogen en zelfs niet voor uw hersens. Die kunnen n.l.<br />
ongeveer 10.000 maal zo snel functioneren als uw lichaam. Het gevolg is dat zenuwimpulsen<br />
dus in 1/10.000 van een seconde kunnen optreden met een inhoudswaarde van 1 seconde.<br />
(Dat is iets wat u zelden zult bereiken.) Wat u echter wel kunt doen is bewust uw waarneming<br />
verscherpen of vertragen. Het is een kwestie van concentratie. En het vreemde is, u merkt er<br />
zelf niet veel van. U stelt zich in op een zo intens mogelijk gebruik maken van de tijdsfactor.<br />
Het resultaat is dat u bij alle dingen met een breukdeel sneller reageert, sneller handelt, u<br />
sneller beweegt. Aannemende dat u een bepaalde re<strong>ek</strong>s conferenties moet afwerken, dan zult<br />
u hier door sneller begrijpen wat de an<strong>der</strong> bedoelt, sneller uw beslissing kunnen nemen,<br />
sneller overleg plegen. Het gevolg is dus, dat u dezelfde hoeveelheid arbeid in min<strong>der</strong> tijd<br />
afdoet. U hebt dan in feite t.o.v. de normale reactie de tijd versneld. Op een an<strong>der</strong> ogenblik<br />
hebt u behoefte aan ontspanning. Hoe trager u dan reageert, hoe beter het voor u is. Het<br />
gevolg is dat een impuls, die normalerwijze een seconde nodig heeft om gerealiseerd te<br />
worden, zelfs bij de doorsneemens kan worden uitgesmeerd tot 30 á 40 sec. Dat is dus de<br />
realisatiewaarde. Hierdoor is voor uzelf, voor uw waarnemingsvermogen het tijdstempo<br />
verschoven. Dit geldt alleen natuurlijk voor het zuiver psychologisch proces. Daarnaast<br />
bestaan an<strong>der</strong>e mogelijkheden, maar die voeren ons tamelijk ver van huis ik zal ze dan ook<br />
niet volledig behandelen. Een ervan is dit:<br />
Wij kunnen voor onszelven een z<strong>ek</strong>ere straling, een z<strong>ek</strong>er veld genereren. De aura van de<br />
mens kan met een veld worden vergel<strong>ek</strong>en. Wanneer dit veld zich t.o.v. de tijd (als het<br />
moment aarde omschreven in chronon) zich onafhankelijk gaat gedragen, kan het de<br />
waar<strong>der</strong>ingen, die in dit chronon bestaan, voor zichzelf ook verwaarlozen. U zoudt dus door uw<br />
eigen uitstraling op te voeren in veel kortere tijd dan een an<strong>der</strong> mens kunnen handelen en<br />
reageren, zon<strong>der</strong> dat u zelf weet dat u dit doet. U zult hoogstens zeggen dat een an<strong>der</strong> traag<br />
is. Want voor uw concept blijft de wereld gelijkelijk doorgaan. Er zit een bezwaar aan<br />
verbonden en dat is dit: De verou<strong>der</strong>ing (dus dat wil zeggen de omzetting en vervalprocessen<br />
in de weefsels) gaan voort volgens de door u gewaardeerde normale tijd en dus niet volgens<br />
de chronontijd (de tijdsinhoud van uw wereld.) Vandaar dat het alleen in noodgevallen wordt<br />
gebruikt. Aan de an<strong>der</strong>e kant is het mogelijk om een lichaam voor een langere tijd geheel van<br />
prikkels af te sluiten. Hier treedt een vertraging op t.o.v. het chronon. De tijd van de normale<br />
mens loopt laten we zeggen 500 x zo hard als de uwe. Het gevolg is dat uw lichaam een<br />
vermin<strong>der</strong>de slijtage heeft, dat u jong blijft terwijl een an<strong>der</strong> oud wordt en al wat erbij hoort.<br />
Het houdt tevens echter in, dat u gedurende deze periode niet meer stoffelijke impulsen kunt<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
37
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
ontvangen en verwerken dan u normalerwijze in de door u beleefde tijd zoudt kunnen doen.<br />
De rest gaat u gewoon voorbij. Waar nu de chronontijd (dus het tijdsmoment waarin uw<br />
wereld zich beweegt) een vaste re<strong>ek</strong>s van impulswaarden heeft, bet<strong>ek</strong>ent het, dat maar één<br />
op de zoveel impulsen uit uw wereld u bereiken kan. Tenzij men dus el<strong>der</strong>s geestelijk<br />
aanvullende impulsen kan opdoen en zo van de uitbreiding van tijd intens gebruik maakt voor<br />
het ik, heeft een <strong>der</strong>gelijke vertraging t.o.v. de chronontijd weinig te zeggen. Het kan alleen<br />
worden gebruikt om een lichaam te doen rusten, terwijl gelijktijdig de geest een zeer grote<br />
hoeveelheid ervaringen opdoet. Een bena<strong>der</strong>ing hiervan vinden wij bij de vertraging van<br />
levensprocessen, die men b.v. bij een operatie tot stand brengt door on<strong>der</strong>koeling. Dan brengt<br />
men dus door lage temperaturen en bijkomende werkingen de lichaamsfuncties terug tot een<br />
zodanige traagheid, dat vergel<strong>ek</strong>en met de normale polsslag b.v. slechts een achtste of zelfs<br />
een tiende wordt ervaren van normaal.<br />
Is dit ook het geval, wanneer Meesters hun lichaam tijdelijk opbergen?<br />
Dit kan het geval zijn. De Meester kan zelf besluiten hoe hij dit doet. Hij kan zijn lichaam dus<br />
jong bewaren, hij kan het ook rustig laten verou<strong>der</strong>en door het in harmonie te laten zullen wij<br />
maar zeggen met de normale tijdsfactor. En hoe u dat nu moet doen? Ik kan u daar geen<br />
bepaalde regels voor geven op het ogenblik. Ik kan u alleen dit verraden. Wanneer je een zon<br />
wilt vernietigen, dan heb je genoeg aan een pijl, die niet dikker is dan een breinaald, mits deze<br />
de kern van die zon beroert. Dan zal n.l. de zware reactiemassa uit de kern door de ontstane<br />
opening bij het terugtr<strong>ek</strong>ken naar buiten komen en de zon zal tot novum worden. Precies<br />
hetzelfde geldt voor die tijd. Het is niet noodzakelijk die tijd als geheel aan te tasten, maar wij<br />
moeten in onze concentratie op een enkel moment weten door te dringen tot zo’n<br />
afgeslotenheid t.o.v. het tijdsgebeuren, dat wij krachtens onze eigen uitstraling ons buiten het<br />
tijdsgebeuren plaatsen. Het is niet zo moeilijk als het lijkt, maar ik kan mij voorstellen dat u<br />
zegt: Op het ogenblik klinkt mij dat nog heel zwaar in de oren. Toch, wanneer een mens<br />
werkelijk verdiept is in een meditatie of ook in een bo<strong>ek</strong> of een muzi<strong>ek</strong>stuk, dan kan zij het<br />
voor een betr<strong>ek</strong>kelijk korte tijd een <strong>der</strong>gelijke wijziging van tijdswaarde al optreden.<br />
In de droom komt het toch ook voor?<br />
Maar de droom is een heel an<strong>der</strong> iets, een heel an<strong>der</strong>e wereld. Dat kunnen we hiermee niet<br />
vergelijken, omdat we hier uiteindelijk met reële waarden te maken hebben, terwijl wij in de<br />
droom te maken hebben met de in ons besloten waarden, die dus buiten ons niet<br />
noodzakelijkerwijze reëel behoeven te zijn en zelfs niet behoeven te behoren tot ons eigen<br />
tijdscontinuüm of onze eigen sfeer of wereld. Dus daar zijn zoveel mogelijkheden, dat ik die<br />
droom er liever buiten laat. Het zou mogelijk zijn, maar die mogelijkheid is klein.<br />
Dus het is een vorm van meditatie daarin kun je het zo hoog opvoeren. Bedoelt u dat?<br />
Ja. Het begint als een meditatie en het eindigt als een zich verliezen. Maar bij dit zich verliezen<br />
blijft de persoonlijke waarde wel gehandhaafd, maar zij staat met een volkomen objectiviteit<br />
t.o.v. alle verschijnselen. (Normalerwijze is de relatie subjectief en wordt u dus geregeerd door<br />
uw omgeving.) U staat nu dus objectief naast uw omgeving, ofschoon u uit deze objectiviteit<br />
In uw omgeving kunt handelen.<br />
Het is dus een kwestie van vierde dimensie.<br />
Als u het zo wilt noem en, ja. Maar dan komen wij op de werelden terecht en ja, misschien is<br />
het u wel goed, misschien ook niet. We zullen zien. Heel kort en dan ga ik hier niet ver<strong>der</strong><br />
meer op in. Dat moet u me niet kwalijk nemen. Wanneer wij spr<strong>ek</strong>en over de schepping, dan<br />
hebben wij het idee, dat deze schepping een in zich besloten heelal is zon<strong>der</strong> meer. Ons heelal<br />
is het enige, zegt men. Men vergeet een ding daarbij: tijd. Tijd is een factor van beweging in<br />
ruimte, zegt men. In<strong>der</strong>daad, maar die tijd is nog iets meer. Die tijd is het besluiten van een<br />
bepaalde materievorm in een tijdselement. Snelheid plus vorm worden hier tot een directe<br />
omkapselde en omsloten eenheid, die niet kan indringen zon<strong>der</strong> meer in eenheden, die daar<br />
onmiddellijk op kunnen volgen of onmiddellijk daar buiten staan. Het gevolg is, dat naast uw<br />
aarde misschien 20 an<strong>der</strong>e werelden kunnen liggen, die u nooit zult kunnen bereiken, omdat<br />
zij binnen een an<strong>der</strong> chronon behoren d.w.z. binnen een an<strong>der</strong> moment van<br />
eeuwigheidsverloop of - hoe moet ik het zeggen - in een an<strong>der</strong> luchtblaasje van de<br />
oneindigheid geborgen zijn. Dit heeft niets meer met dimensie te maken. De werelden kunnen<br />
tot eenzelfde dimensie behoren, maar zij zijn gescheiden door het tijdselement en als zodanig<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
38
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
materieel nooit met elkaar in overeenstemming te brengen. Reizen in de tijd is dus een illusie,<br />
tenzij in de geest. De geest bestaat uit een kracht, die niet gebonden is aan tijdswaarden en<br />
versnellingswaarden.<br />
Is het nodig dat alle geest eens stof geweest is?<br />
In de zin van de huidige g<strong>ek</strong>ende materievormen is dit niet noodzakelijk. Indien echter materie<br />
wordt ger<strong>ek</strong>end te zijn elke voorkomende vorm van massa hebbende partikels, dan is elke<br />
geest te enigerlei tijd in de stof geweest. Er bestaan dus heel an<strong>der</strong>e vormen van materie dan<br />
de uwe (sommige zeer actief, an<strong>der</strong>e vanuit uw standpunt dood) en in al die dingen kan een<br />
geest leven en heeft een geest geleefd of leeft een geest. Wat op het ogenblik materie heet<br />
volgens het aardse bewustzijn is lang niet de enige vorm van stofbinding, die kan optreden.<br />
Maar er kan geen geest bestaan, die niet zijn evenwicht heeft in materie. Voor het bewustzijn<br />
is n.l. de voortdurende tegenstelling materie/geest noodzakelijk, ook wanneer men in de geest<br />
leeft. Dan moet nog het tegenwicht van de stof blijven bestaan, an<strong>der</strong>s is geen ervaring en<br />
bewustwording mogelijk.<br />
De kwestie van het mens zijn en het mensdom. Het is mij niet duidelijk welke rol die erin<br />
speelt Is dat een stadium?<br />
Mens zijn in de meest volledige zin wordt omschreven als: levende in de materie, een eigen<br />
bewustzijn bezittend, dat een zelfbeoordeling mogelijk maakt en u in staat stelt uw eigen<br />
relatie met uw omgeving op een juiste, bijna objectieve wijze te waar<strong>der</strong>en. In deze zin is<br />
mens zijn door alle kosmische verschijnselen heen terug te vinden. Mensdom is de term, die<br />
men gebruikt in de aardse taal voor de eigen bestaansvorm. Maar soortgelijke termen bestaan<br />
in alle werelden, waar een leven van dit peil zelfs van een iets lager peil bestaat, omdat<br />
ie<strong>der</strong>een zich ziet als een mens. Zoals uw termen aarde en zo’n ongetwijfeld hun onmiddellijke<br />
evenbeelden vinden op veel an<strong>der</strong>e planeten in het Al. Dit zijn dus maar zeer relatieve<br />
begrippen. Uw mensdom zelf (dus deze aardse ontwikkelingsvorm, zoals u die kent) is maar<br />
een voorbijgaand stadium, dat in de totale geschiedenis van het heelal slechts een zeer<br />
minieme waarde heeft.<br />
En dan doen wij zo ons best.<br />
U moet maar zo denken: pas wanneer u van deze stoffelijke band tijdelijk bevrijd bent, kunt u<br />
leren inzien, hoe onbelangrijk ze is in verhouding tot uw ware wezen. Dus uw huidige vorm<br />
van mensdom impliceert een waan omtrent de werkelijkheid van eigen ik. Hoe meer men het<br />
“ik” leert kennen, hoe meer men de oneindigheidswaarde inziet.<br />
In het tweede gedeelte werd over inwijdingen gezegd: Maar de grote bereikingen konden<br />
alleen maar worden gegeven aan personen, die in<strong>der</strong>daad betrouwbaar waren. Hoe konden<br />
grote bereikingen worden gegeven ? Een bereiking wordt niet gegeven, die verwerf je.<br />
Dat is aardig spitsvondig, maar er mankeert iets aan n.l. dit: Wanneer u op school erg uw best<br />
heeft gedaan en de juffrouw geeft u een 10 en een griffel, hebt u die griffel dan g<strong>ek</strong>regen? Ja,<br />
want het is niet uw recht. Toch is het een bereiking, waar u het door uw eigen streven a.h.w.<br />
mede verworven hebt. Wanneer je een inwijding on<strong>der</strong>gaat, dan worden je wanneer je<br />
betrouwbaar genoeg bent en aan bepaalde voorwaarden voldoet bepaalde sleutels en<br />
geheimen gegeven. Die sleutels en geheimen zijn niet alleen maar esoterische raadseltjes. Het<br />
zijn in<strong>der</strong>daad kenspreuken a.h.w., waardoor je in staat bent stoffelijke en geestelijke<br />
prestaties te verrichten, die buiten het normale liggen. In deze zin zijn het wel degelijk<br />
bereikingen. Maar zij worden u gegeven. D.w.z. u bent niet in staat dit zon<strong>der</strong> meer zelf te<br />
doen en dit zelf op te zo<strong>ek</strong>en. U krijgt echter nu de vingerwijzing: Als je deze weg neemt, dan<br />
kun je slagen. Dit wordt u gegeven. Is de schijnbare strijdigheid hiermee opgeheven?<br />
De vorige maal is gezegd: God werkt in ons en de wijze, waarop God werkt, kunnen wij in<br />
het geheel niet overzien. Maar in de kleine delen van ons wezen kunnen wij het wel zien.<br />
Welke kleine werkingen zijn dat?<br />
Hebt u wel eens opgemerkt, dat sommige dingen u absoluut nooit kunnen gelukken? Ook als<br />
er redelijk geen enkel voorbehoud aanwezig zou moeten zijn, slaagt u toch niet. An<strong>der</strong>e<br />
dingen, daar streeft u niet eens naar en die krijgt u regelmatig, als u maar per ongeluk een<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
39
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
vinger in die richting uitste<strong>ek</strong>t. Dat is nu iets, dat buiten de rede ligt, maar dat een werking<br />
van binnenuit impliceert. Maar wij kunnen nooit begrijpen wat God eigenlijk in ons bet<strong>ek</strong>ent en<br />
wat Hij met ons wil doen om de doodeenvoudige reden, dat wij God niet beseffen. Wij kennen<br />
onszelf niet en wij beseffen niet wat God is. Hoe kunnen wij weten, wat onze plaats in het<br />
geheel is, voordat wij zelf harmonisch zijn geworden met het geheel? Daarom beseffen wij niet<br />
waarom voor óns bepaalde beperkingen bestaan, die voor een an<strong>der</strong> mens klaarblijkelijk niet<br />
bestaan, en omg<strong>ek</strong>eerd waarom wij z<strong>ek</strong>ere voorrechten zouden hebben, die een an<strong>der</strong> niet<br />
bezit. En dat gaat geestelijk precies zo ver<strong>der</strong> (dat wij was op dit ogenblik bedoeld voor onze<br />
gemeenschap hier aanwezig)<br />
In de vorige les staat: Wij moeten beseffen, dat bij elk teloorgaan van een bepaalde<br />
afmeting een nieuwe daarvoor in de plaats komt, want ons bewustzijn kan er maar drie<br />
verwerken. Dat begrijp ik niet.<br />
Kunt u zich voorstellen, dat u de hele geschiedenis van Den Haag met de inkomst van Floris,<br />
Oldenbarnevelt, de Witten en al wat erbij hoort aan een stuk zoudt zien als één beeld? Dat kan<br />
niet, he? Toch kan het wel, wanneer je het n.l. niet meer gaat zien in de persoonlijke<br />
verhoudingen, waarin u het kent. Maar dan moet u eerst een z<strong>ek</strong>er concept loslaten, voordat u<br />
het an<strong>der</strong>e concept kunt accepteren. En nu is het stelsel, waarin het normaal menselijk<br />
bewustzijn zich beweegt, drie dimensionaal. D.w.z. het r<strong>ek</strong>ent met drie vaste factoren, die<br />
t.o.v. elkaar voortdurend ber<strong>ek</strong>enbaar zijn, die in een vaste verhouding t.o.v. elkaar staan en<br />
waarmee dus het geheel van het heelal kan worden uitgedrukt. Nu is het heel typisch en dat<br />
geldt voor ons in de geest ook dat wij zijn gewend met drie factoren te manipuleren en niet<br />
meer. En wanneer wij nu een factor laten wegvallen, dan komt daar natuurlijk een an<strong>der</strong>e voor<br />
in de plaats. Maar als wij een nieuwe bewustzijnsfactor, een nieuwe afmeting erbij nemen, dan<br />
zullen wij er een moeten laten vallen wij kunnen die niet met elkaar in overeenstemming<br />
brengen, althans voorlopig. (Tot zo ver de vragen.)<br />
o-o-o-o-o<br />
We hebben de vorige malen veel belangstelling getoond voor magische aspecten, dimensionale<br />
aspecten en wetenschappelijke gegevens. Het wordt nu tijd, dat wij ons zij het met achting<br />
voor de psychologie natuurlijk eens gaan bewegen in<br />
DE RICHTING VAN DE INNERLIJKE MENS MET ZIJN EIGEN BEWEEGREDENEN EN<br />
DRIJFVEREN<br />
Het is n.l. nodig, dat wij onszelf leren kennen. En hoe beperkt deze zelfkennis ook zal zijn, we<br />
kunnen in geest of stof nooit komen tot een zelfkennis, indien wij niet begrijpen wat het<br />
mechanisme is, waarmee wij handelen en denken. Op deze regels van het bestaan zijn dan<br />
ook bepaalde normen te vinden, bepaalde vast staande gegevens en deze vaststaande<br />
gegevens kunnen weer in ons gehanteerd worden om daardoor begeerde effecten te bereiken.<br />
En dan krijgen wij allereerst te maken met de in het mensdom liggende drangverschijnselen.<br />
Er is een tijd geweest dat de dood voor de mens weinig bet<strong>ek</strong>enis had. Hij werd geaccepteerd<br />
als iets onvermijdelijks op de wijze, waarop ook een dier dit accepteert, zon<strong>der</strong> realisatie wat<br />
het eigenlijk inhoudt. Naarmate de mensheid bewuster werd begon de dood voor de mens een<br />
veel groter bet<strong>ek</strong>enis te krijgen en ging hij zich afvragen op welke wijze die dood nu eigenlijk<br />
plaatsvond, of er een voortbestaan zou zijn en wat dies meer zij. Buiten de openbaringen om<br />
kwam de mens toch reeds betr<strong>ek</strong>kelijk snel tot het aanvaarden van een voortbestaan in<br />
verschillende vormen. Deze drang naar het buiten de stoffelijke rede liggende voortbestaan is<br />
te wijten aan het feit, dat niemand het idee heeft, dat hij op aarde zijn taak heeft vervuld. Ook<br />
u niet. Er is nooit een ogenblik dat u zegt: Nu heb ik niets meer te doen. En zelfs de kreet van<br />
Simeon in de tempels Heer, mijn ogen hebben de verlossing aanschouwd, laat nu Uw dienaar<br />
in vrede gaan, was eer<strong>der</strong> een uit drukking van tevredenheid dan een uitdrukking van het<br />
idee: nu heb ik werkelijk niets meer te doen en niets meer te begeren. U moet goed begrijpen,<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
40
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
dat alleen een verwerping van stoffelijke waarden een verlangen naar het einde van het leven<br />
tot stand kan brengen. En in dat geval is het een negatief verschijnsel, waarbij het leven op<br />
zichzelf dezelfde waar<strong>der</strong>ing behoudt. Het gevolg is, dat u of u wilt of niet on<strong>der</strong> een<br />
voortdurende dwang staat van buiten af, om een voortbestaan op een z<strong>ek</strong>ere en<br />
vastomschreven wijze te accepteren. Ook al zullen de meesten on<strong>der</strong> u meer over Zomerland<br />
praten dan over hemel en hel, er zullen er betr<strong>ek</strong>kelijk weinig zijn, die werkelijk hemel en hel<br />
geheel terzijde hebben gezet. Mogelijkerwijze hebt u daarvoor lichte en duistere sferen<br />
gesubstitueerd, maar het beeld in u blijft gelijk. Wat u ook denktij wat u ook doet, hoe u ook<br />
streeft, u moogt nooit vergeten dat dit een poging is om de mogelijkheid eigen taak te<br />
vervullen te rationaliseren. De inhoud van je wezen vergt meer dan den mensenleven kan<br />
bieden. Het beantwoorden aan deze eis drijft u ertoe u voortdurend bezig te houden met<br />
an<strong>der</strong>e bestaansmogelijkheden en an<strong>der</strong>e werelden.<br />
Wanneer u dit uit een geloof doet (dus in een klakkeloze aanvaarding) is het betr<strong>ek</strong>kelijk<br />
gemakkelijk. Wanneer u daarentegen overgaat tot een poging dit ook verstandelijk te<br />
verwerken en te begrijpen, staat u voortdurend voor raadselen. Het is ons onmogelijk wanneer<br />
wij in de stof leven een <strong>der</strong>gelijk probleem zon<strong>der</strong> meer op te lossen. Dat moet u wel<br />
begrijpen. Wanneer wij in de stof zijn, worden al onze handelingen hierdoor steeds geregeerd.<br />
Al ons denken heeft dit mede als achtergrond. Indien wij dus willen overgaan tot een ontleding<br />
van het menselijk wezen, zullen we als eerste factor daarbij de van buiten opgelegde<br />
doodsangst, gepaard gaande met een uit de massa voortkomende doodsdrang, in aanmerking<br />
moeten nemen. De doodsdrang is ook weer een simpel verschijnsel. Men eist een<br />
verwerkelijking, die stoffelijk niet mogelijk is en in deze verwerkelijking, die superieur wordt<br />
gesteld als taak gaat men zelf ten on<strong>der</strong>, maar begrijpt deze on<strong>der</strong>gang eerst op het ogenblik<br />
van levensbeëindiging. Hier zit de grond van het geloof, de grond van de esoterie en ook van<br />
een groot gedeelte van de magie. Het klinkt misschien niet erg prettig om door ons te horen<br />
vertellen, dat dus een groot gedeelte van uw streven in feite op een massaneurose berust. Het<br />
is een zenuwstoring van de massa, die daardoor haar eigen wereldbeeld vert<strong>ek</strong>ent. Deze<br />
vert<strong>ek</strong>ening moet ontgaan worden. Op het ogenblik dat wij niet meer bang zijn voor de dood<br />
en ons ook niet meer buitensporig bezighouden met hetgeen het leven na die dood zal<br />
brengen maar nuchter handelen volgens de krachten en wetten, die in onze eigen wereld<br />
kenbaar zijn, dat geldt zowel voor u als voor ons, zullen wij in staat zijn binnen die wereld tot<br />
een maximale prestatie te komen, een zeer snelle bereiking tot stand te brengen en daarnaast<br />
ook een belangrijk punt n.l. ongewenste beïnvloedingen van buiten voor een groot gedeelte af<br />
te weren.<br />
Het eerste punt dat dus belangrijk wordt binnen de esoterie is wel geloof in de oneindigheid<br />
van je wezen. Maar vraag je niet af: wat zal er gebeuren wanneer ik sterf? Ook niet t.o.v.<br />
an<strong>der</strong>en. Dus niet: wat zal er met mijn kin<strong>der</strong>en gebeuren, mijn vrouw, mijn man, mijn va<strong>der</strong>,<br />
mijn moe<strong>der</strong> enz. en hoe zal de Ne<strong>der</strong>landse staat het stellen zon<strong>der</strong> mijn inkomstenbelasting,<br />
want dat heeft allemaal geen werkelijke bet<strong>ek</strong>enis. Belangrijk is voortdurend het nu en het<br />
heden. Dood heeft geen werkelijke schrik, tenzij dan uw van buiten opgelegde angst, die<br />
genetisch vererfd en uit de omgeving steeds nog als geestelijk voedsel op u toestromend u<br />
voor een groot gedeelte de vrijheid beneemt van handelen en denken.<br />
Een tweede punt, dat al even belangrijk is in de mens, is zijn begeerte tot bezit. D.w.z. een<br />
mens wil iets absorberen, hij wil het tot zijn eigen maken. Hij kan dit doen met voorwerpen,<br />
met personen, maar ook met abstracties, ideeën, geloofswaarden e.d. De gedachte: dit is van<br />
mij, is uitermate schadelijk om de volgende redenen. Een absoluut bezit is niet mogelijk. Er is<br />
geen mens, die in werkelijkheid een an<strong>der</strong> mens bezitten kan, onverschillig of dat nu een kind<br />
is, een echtgenoot, een ou<strong>der</strong> of iets an<strong>der</strong>s. Uw rechten en invloeden zijn zeer beperkt. Indien<br />
u dit niet beseft, stuit u voortdurend tegen een muur. De wereld behandelt u op een wijze, die<br />
u niet kunt aanvaarden. U bent niet in staat reëel te denken. Op het ogenblik dat u meent, dat<br />
bepaalde voorwerpen uw bezit zijn en uw recht zon<strong>der</strong> meer, zult u een groot gedeelte van uw<br />
aandacht richten op het behoud van die voorwerpen, met als gevolg een vermin<strong>der</strong>ing van<br />
energie in uw handhaving t.o.v. de wereld en ook een vermin<strong>der</strong>ing van rationaliteit van<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
41
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
handelen. Het bezitselement is een van de grote aanleidingen tot geestelijke storingen. Het is<br />
tevens de rem (of moet ik zeggen het anker?) dat ons belet als wij in de stof zijn, grotere<br />
denkbeelden te ontvangen en grote geestelijke waarden te vinden.<br />
Derde punt: Het is voor de mens praktisch onmogelijk om zich een voorstelling te vormen van<br />
meer dan eigen en naaste omgeving. Het overzien van een wereldsituatie is slechts dan<br />
mogelijk, wanneer men het werkelijke contact met eigen omgeving volledig verliest. Dit houdt<br />
in, dat een poging om in het grote van de kosmos en van de wereld te leven en te handelen<br />
voor de doorsneemens inhoudt: het onvermogen in eigen omgeving juist te handelen. Denkt u<br />
maar aan die minister van defensie, die voor zijn vrouw een paar keukenmesjes moest kopen.<br />
Toen hij thuis kwam had hij er 10.000.000 g<strong>ek</strong>ocht, want zo dacht hij wij moeten toch zorgen<br />
dat Ne<strong>der</strong>land aardappelen kan schillen. Het treurig resultaat van een verkeerde opvatting.<br />
Een absoluut verlies van verhoudingen. Dit voorbeeldje is natuurlijk spotternij, dat begrijpt u,<br />
maar hierin ligt een droevige werkelijkheid verborgen. Op het ogenblik, dat u gaat proberen de<br />
wereld te verbeteren, zult u over het algemeen de verhoudingen in uw eigen omgeving<br />
aanmerkelijk slechter doen worden. Op het ogenblik dat u zich bezig gaat houden met de<br />
goddelijke waarheid in de gehele kosmos, zult u uw ervaren van God in uw eigen naaste<br />
omgeving onmogelijk zien worden. Er zijn bepaalde grenzen gesteld aan de persoonlijkheid en<br />
slechts indien de persoonlijkheid zich daarbinnen blijft bewegen, kan zij een harmonisch, een<br />
evenwichtig bestaan voeren, kan zij ontkomen aan de consequenties van een te grote<br />
verantwoording, die in feite niet bij het “ik” past. Het trachten een te grote verantwoording<br />
voor zich te dragen is lichamelijk en geestelijk schadelijk en een grote belemmering voor de<br />
eigen werking.<br />
Nu ga ik mijn consequenties hieruit tr<strong>ek</strong>ken: Op het ogenblik, dat ik als esotericus wil leven en<br />
denken en dus in mijzelf bewust wil worden maar gelijktijdig angst ken voor de dood, het bezit<br />
als een factor in mijn leven beschouw en tracht de kosmos te bereiken, zal ik door de<br />
associatie van die drie waarden een vert<strong>ek</strong>end en onwaar beeld krijgen van het Goddelijke.<br />
Dat houdt dat elke interpretatie van een goddelijke wet in feite onjuist is. De consequenties ik<br />
zal de krachten, die uit de goddelijke wetten voortvloeien niet op de juiste wijze kunnen<br />
gebruiken en nooit de gewenste resultaten kunnen bereiken. Op het ogenblik, dat een mens<br />
(of een geest) met zijn persoonlijkheidsvoorstellingen te ver grijpt, zal hij niet in staat zijn te<br />
beheersen, te begrijpen en te reguleren wat hem zelf overkomt. Als je je met de wereld<br />
bezighoudt, bre<strong>ek</strong> je je n<strong>ek</strong> over een banaanschil, die je eigenlijk had moeten zien. Wanneer u<br />
zich bezighoudt met een te kosmisch denken, zult u over het. algemeen vallen over de<br />
doodeenvoudige kleine eigenschappen van uw eigen wezen of uw eigen omgeving. Dit<br />
bet<strong>ek</strong>ent een onrust in u. Maar willen wij een bena<strong>der</strong>ing van de kosmos mogelijk maken, dan<br />
moeten wij juist rustig zijn. Een innerlijke harmonie is de grootste noodzaak, die bestaat. Het<br />
kleine verstoort onze harmonie feller, m.n. ons streven meer op het grote is gericht, elk<br />
overschrijden van de mogelijkheidsgrens van eigen persoonlijkheid impliceert disharmonie, ook<br />
t.o.v. goddelijke krachten en wetten. Men is niet meer in staat van de normale en natuurlijke<br />
bronnen gebruik te maken. Men is ook niet in staat eigen geestelijke krachten op de juiste<br />
wijze te richten of gebruik te maken van an<strong>der</strong>e werelden en sferen voor magische doeleinden,<br />
dan wel voor uit de esoterie voortvloeiende doeleinden als b.v. genezing e.d.. De houding, die<br />
de mens dus voor zichzelf moet vaststellen is deze: Waar hij niet geheel aan de angst voor de<br />
dood kan ontkomen deze is n.l. in het lichaam door zoveel geslachten vastgelegd, dat ze<br />
eenvoudig niet te ontwijken is en hij ook niet zon<strong>der</strong> bezit kan leven, waar dit deel uitmaakt<br />
van zijn wereld, zal hij voor alles de gematigdheid moeten betrachten. Hoe gematig<strong>der</strong> de<br />
inzichten zijn, hoe gematig<strong>der</strong> het bezitsrecht wordt uitgeoefend, hoe gematig<strong>der</strong> de angst<br />
voor de dood is, hoe groter de mogelijkheid is, dat men zon<strong>der</strong> zijn contacten met de<br />
menselijke samenleving te verliezen zijn eigen persoon in harmonie ziet komen met grot ere<br />
dan menselijke waarden.<br />
Magisch heeft dit de volgende consequentie: Alles wat niet met ons strookt is demonisch. Op<br />
het ogenblik dat bezitsrecht en angst voor de dood e.d. ons regeren, zullen wij elke kracht die<br />
wij gebruiken of stimuleren vanuit ons wezen hiermede laden. Wij kunnen geen krachten<br />
aantr<strong>ek</strong>ken, waarin deze niet aanwezig zijn. Hoe sterker bezitsrecht, superioriteitsgevoelens,<br />
angst voor de dood, poging tot wereldbeheersing zijn inbegrepen in de door ons uitgezonden<br />
42<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
krachten, hoe sterker ze op onszelf terugslaan. Het is zwarte magie, wanneer men zelfs met<br />
de beste bedoelingen maar vooral met een respecteren van eigen bezit en veiligheid tracht<br />
geestelijke invloeden te w<strong>ek</strong>ken. Zwarte magie zal altijd onmiddellijk op uzelf terugslaan,<br />
zodat bij een niet slagen van het doel u onmiddellijk de werking, die u hebt uitgezonden, aan<br />
uzelf ervaart, maar nooit op harmonische wijze. Ik zal er een voorbeeld bij geven. U weet:<br />
iemand is arm. U wilt hem juist om dat u zelf aan bezit zoveel waarde hecht een ton goud<br />
toezenden. (U wilt hem b.v. een paar grote klompen goud laten vinden.)<br />
U zendt het op die mens af, maar die mens accepteert het niet (hij is er op de een of an<strong>der</strong>e<br />
wijze niet gevoelig voor). Dan krijgt u dat goud maar u krijgt het niet als een gift, maar b.v.<br />
als een brandkast, die uit het raam valt en op uw hoofd terecht komt. U krijgt het wel, maar u<br />
krijgt het op een an<strong>der</strong>e manier. Er zijn nooit goede resultaten te behalen. Op het ogenblik<br />
daarentegen dat ik werk in mijn eigen omgeving, werk ik met hetgeen ik ken. Ik zal dus<br />
zuiver<strong>der</strong> kunnen bepalen wat juist en wat goed is volgens mijn beste weten. Wanneer ik<br />
daarbij niet mijn eigen bezittingen of rechten moet beschermen en zelfs niet bang ben voor<br />
mogelijke consequenties, zal de werking, die ik in die kleine kring zend, in feite ver buiten die<br />
kring uittreden, want dit is een factor, die harmonisch is met een groot gedeelte van het<br />
Goddelijke. Het gevolg is, dat deze werking kosmisch is en eeuwig en niet op mij terugslaat<br />
dan alleen door zijn uitwerkingen op het geheel. Wij noemen dit witte magie.<br />
Om de juiste verhoudingen geheel te begrijpen, moeten wij ons een ogenblik bezighouden met<br />
het godsconcept. God is voor ons een bepaalde figuur. U zult misschien zelfs kunnen zeggen:<br />
God is eigenlijk de Scheingestalt, die wij onszelf scheppen. Want God bezit in onze ogen al<br />
datgene, wat wij niet hebben en toch zouden willen hebben. De werkelijke Godheid staat daar<br />
ver buiten. Hij is echter elke kracht en elke inhoud, die maar denkbaar is. God is onpartijdig.<br />
Goed en kwaad bestaan in God gelijkelijk vanuit ons standpunt. Licht en duister evenzeer. Het<br />
is niet aan ons om in die God te kiezen. Wij hebben geen recht de God in ons om te vormen<br />
naar onze normen, zo wij daartoe het vermogen al zouden bezitten. Wij kunnen echter niet<br />
worden verplicht onszelf om te vormen in de richting van God. Want daarvoor zijn de<br />
verschillen te groot, zodat elke poging in deze zin van tevoren gedoemd is te mislukken, Wat<br />
moeten wij dan in feite doen?<br />
God is alles en in alles. Wij kunnen zeggen: We volstaan met God in alle dingen te zo<strong>ek</strong>en.<br />
Dan zijn we al een stap ver<strong>der</strong> maar het is niet genoeg. Wij moeten de kracht Gods in onszelf<br />
voortdurend zo stimuleren, dat de goddelijke kracht in al hetgeen rond ons is (en speciaal in<br />
datgene, wat volgens onze huidige opvatting behoort tot onze taak) daardoor beroerd wordt.<br />
Er is een kwestie van innerlijke werking. Die innerlijke werking kan door uiterlijke waarden<br />
ongetwijfeld gestimuleerd worden. Maar ook zon<strong>der</strong> een woord te zeggen kun je iemand een<br />
antwoord geven op zijn vraag. Het zwijgen mits op de juiste wijze beoefend kan een grotere<br />
eenheid uit drukken dan alle woorden bij elkaar. Zelfs bij afwezigheid t.o.v. elkaar kan alleen<br />
een gedachte een grotere intimiteit inhouden, een groter samengaan en elkaar kennen dan<br />
onverschillig welke an<strong>der</strong>e al of niet sociaal toegestane meer lichamelijke uiting. Meer zelfs dan<br />
de geestelijke versmelting van bewustzijn van die entiteiten, die wij tweelingzielen noemen.<br />
De eenheid ligt hier in het aanvaarden van het Goddelijke in elkaar. Wanneer u esoterisch wilt<br />
denken en streven, dan gaat u natuurlijk naar binnen toe, dat is logisch, maar daarnaast zult u<br />
het antwoord op uw eigen wezen in alle dingen moeten w<strong>ek</strong>ken,<br />
Het is belangrijk, dat wij leren een betr<strong>ek</strong>kelijk eenvoudig levensbeeld voor onszelf<br />
voortdurend te handhaven. Wanneer wij dit eenmaal voor onszelf hebben gevonden, mogen<br />
wij daarin geen tittel en jota wijzigen tenzij dan door nieuwe erkenning en dus uit volledige<br />
innerlijke overtuiging. Hoe eenvoudiger dit beeld is, hoe gemakkelijker het hanteerbaar wordt.<br />
Te zeggen dat wij de raadselen van de kosmos moeten ontsluieren is dwaasheid, want dat<br />
kunnen wij niet. Wij niet in de geest, u niet in de stof. Wat we wel kunnen is door de eenvoud<br />
van onze opvattingen voortdurend in overeenstemming te leven met het innerlijke van ons<br />
wezen harmonisch te zijn. Deze harmonie werkt uit op alles, wat rond ons is. Het geeft ons uit<br />
alle dingen een antwoord. Het heeft weinig zin om ons hier met ezelsbruggetjes bezig te<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
43
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
houden, die op een an<strong>der</strong> terrein soms ontzettend gemakkelijk zijn, b.v. bij geheugentraining,<br />
mnemotechni<strong>ek</strong>. De kwestie van het eenvoudig zijn, het trachten vooral eenvoudig te zijn, is<br />
voor u het meest belangrijke in deze fase van ontwikkeling. Ik hoop dus dat u zult proberen<br />
een zo eenvoudig mogelijk maar geheel eigen wereldbeeld op te bouwen. Wanneer het<br />
mogelijk is, zou ik gaarne daarbij geëlimineerd willen zien de angst voor pijn en dood. Voor<br />
pijn is schijnbaar moeilijker dan voor de dood, maar dat is maar schijn. Pijn ligt n.l. als<br />
mogelijkheid veel dichter bij u in uw voorstellingsvermogen dan dood. Daarom wilt u in<br />
abstracte de dood nog wel accepteren, maar de pijn niet.<br />
In de tweede plaats: vermin<strong>der</strong> uw bezitszin. Niet door alles weg te geven zon<strong>der</strong> meer (dat<br />
zou u in de maatschappij niet ver<strong>der</strong> brengen en het zou voor uzelf geen oplossing zijn), maar<br />
door te beseffen dat niets bet<strong>ek</strong>enis heeft. Het is gewoon een deel van uw ogenblikkelijke<br />
omgeving en morgen kan het an<strong>der</strong>s zijn. Wees niet afhankelijk van uw bezit, indien u het<br />
enigszins kunt voorkomen.<br />
En in de <strong>der</strong>de plaats: wanneer u eenmaal dit eenvoudige beeld opbouwt, dan is het toch<br />
logisch, dat wij ons niet gaan bezighouden met degenen, die wij niet kennen en die ver van<br />
ons af zijn maar met degenen, die wij kennen, datgene wat ons onmiddellijk nabijstaat. Hoe<br />
kenbaar<strong>der</strong> en begrijpelijker de zaak voor ons is, hoe groter de invloed, die wij erop hebben.<br />
Hoe ver<strong>der</strong> het van ons afligt, hoe abstracter wij zullen moeten formuleren, hoe onjuister wij<br />
zullen reageren, hoe meer kracht wij zullen verspillen en hoe disharmonischer ons bestaan er<br />
door wordt. Ik zou zeggen, probeert u dit laatste allemaal in u op te nemen en denkt u er eens<br />
over na, werkt u er eens aan. Er zijn hier verschillenden bij, die misschien met nood en moeite<br />
even naar het verslag hebben g<strong>ek</strong><strong>ek</strong>en. Toch is het wel voor u belangrijk, dat u sommige van<br />
deze dingen eens doorleest, Belangrijk is vooral dat u de consequenties tr<strong>ek</strong>t uit hetgeen u<br />
leest en voor uzelf actief wordt. Zijn we het. zover met elkaar eens?<br />
U zei, dat de gerichte gedachte op een voorwerp of een persoon van grotere waarde is dan<br />
een ongericht denken. De gedachten die men uitzendt in een meditatie, ongericht, hebben<br />
toch grotere waarde voor de samenbundeling dan een gerichte gedachte op iemand, omdat<br />
men hierbij toch maar zeer beperkt is in het doel?<br />
Dat is alleen waar, wanneer er een bundelende kracht bestaat, Bijv. in de genezingsgroep<br />
wordt in<strong>der</strong>daad een z<strong>ek</strong>ere abstractie bij de meditatie aanbevolen. Dat geschiedt niet, omdat<br />
we op de een of an<strong>der</strong>e manier daardoor de gehele wereld willen of denken te genezen. Maar<br />
dat gebeurt alleen, omdat hier een an<strong>der</strong>e bindende factor aanwezig is. In de eerste plaats Uw<br />
eigen idee en bewustzijn omtrent de patiënten. In de tweede plaats weer van onze kant uit de<br />
leiding, die ook bij het richten en ontladen van de kracht plaatsvindt. Maar wanneer u zeer<br />
abstract in deze kring mediteert op de genezing van de mensheid, dan zal dit in feite gericht<br />
worden op een zeer klein en beperkt deel van die mensheid. Daar n.l., waar een behoefte en<br />
noodzaak bestaan volgens ons en in<strong>der</strong>daad iets gepresteerd kan worden. Daarnaast hebt u<br />
natuurlijk een z<strong>ek</strong>ere richting door de patiënten, die u voor uzelf in de meditatie opneemt en<br />
hierbij treedt dus een van de leden van zo’n groep ook weer als richtend element op. Maar dat<br />
is heel iets an<strong>der</strong>s dan b.v. in het algemeen mediteren voor de vrede van de wereld. U hebt<br />
niet voldoende inzicht in datgene, wat werkelijke vrede op de wereld kan veroorzaken, om<br />
daar werkelijk goed over te denken. Wat u daar uitzendt zal voor een heel groot gedeelte<br />
strijdig zijn met alle werkelijke vredesbestrevingen op aarde. Het gevolg is, dat u eer<strong>der</strong> de<br />
ontwikkeling tegenwerkt, dan dat u ze helpt bevor<strong>der</strong>en of u wilt of niet. Wanneer u denkt aan<br />
vrede, denk dan niet aan de hele wereld, maar denk aan de vrede in uw naaste omgeving,<br />
daar waar u de mensen kent en weet wat nodig is. Dan kunt u in ie<strong>der</strong> geval daar iets bereiken<br />
en via dit beperkte een echo, een weerklank, een soort parallel stroming w<strong>ek</strong>ken, die gaat ver<br />
buiten hetgeen u in het beeld opnam.<br />
Maar dan is de vrede in jezelf toch iets, waarmee je in de eerste plaats volkomen in<br />
harmonie moet zijn.<br />
Laten we het an<strong>der</strong>s uitdrukken: Eerst wanneer je vrede in jezelf hebt, kun je ergens<br />
volkomen mee in harmonie zijn. Onvrede is n.l. het erkennen van tegenstellingen. Het<br />
erkennen van tegenstellingen belet harmonie.<br />
44<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
In het Boeddhisme wordt gesproken over corona, de liefde die naar de 4 windstr<strong>ek</strong>en wordt<br />
uitgezonden. Dit lijkt in tegenstelling tot hetgeen u nu zo-even gezegd hebt.<br />
In<strong>der</strong>daad. Het is heel mooi en kan voor de eigen ontwikkeling misschien heel erg aardig zijn<br />
mits gesteund op voldoende overtuiging maar voor de wereld zelf zal het niet zoveel kunnen<br />
bet<strong>ek</strong>enen, tenzij die krachten geleid worden door mensen, die ervan weten. Wanneer u dit op<br />
Uw eigen houtje doet, komt er dus niets van terecht. Maar gaat u in een <strong>der</strong>gelijke<br />
vredesmeditatie b.v. tezamen met een Meester (een goeroe), dan hebt u grote kans dat die<br />
goeroe weet op welke wijze hij de vredeskrachten van de gehele mediterende kring kan<br />
richten. Dan hebt u wel resultaat. Het komt daarop neer: probeer voor jezelf nooit grote<br />
dingen aan te pakken, wanneer je nog niet klaar bent met de kleine. Het is dwaas te beginnen<br />
het plafond te witten, wanneer je nog geen lad<strong>der</strong> hebt neergezet. Toch is het juist dat, wat de<br />
meeste mensen in geestelijk opzicht willen doen. Ze willen de gehele wereld veran<strong>der</strong>en en<br />
verbeteren, maar de kleine dingen, die nodig zijn om een peil te bereiken, waarbij ze eindelijk<br />
begrijpen, wat die wereld nodig heeft, laten ze meestal achterwege.<br />
Is dat niet te verklaren uit de vrees, dat ze an<strong>der</strong>s te egocentrisch denken?<br />
Dat kan ik mij voorstellen. Maar egocentrisch denken is niet te vermijden. M.a.w. zelfs in uw<br />
meest altruïstische gedachte denkt u egocentrisch, want ook uw altruïsme groepeert u om<br />
uzelf en u ziet de werking b.v. vanuit uzelf in de wereld gaan. Het egocentrische blijft bestaan.<br />
Dus ik zou de term egocentrisch hier liever niet gebruikt willen zien. Maar u kunt zeggen: te<br />
egoïstisch. Van egoïsme is echter geen sprake, zodra men werkelijk en oprecht desnoods met<br />
minachting van eigen meningen en eigen plezier en voordeel voor een an<strong>der</strong> een z<strong>ek</strong>ere<br />
activiteit verricht, aan een an<strong>der</strong> denkt, etc. Werkelijk egoïsme bet<strong>ek</strong>ent: het uitschakelen van<br />
alle rechten en mogelijkheden van an<strong>der</strong>en, tenzij zij direct in overeenstemming zijn met het<br />
door het “ik” voor het “ik” begeerde. Als u zich nu daaraan vasthoudt, dan weet u ook dat het<br />
egocentrisch denken uit de aard van de persoonlijkheid moet bestaan (daar kunnen wij niet<br />
omheen, wij niet en u niet), maar dat aan de an<strong>der</strong>e kant het egoïstisch denken makkelijk kan<br />
worden voorkomen, zelfs eenvoudiger in kleine kring dan in grote kring. Ik hoop dat het<br />
volgende geen pijnlijke vergelijking is. Er zijn twee communisten. De een is communist in<br />
kleine kring, die gaat uit van het standpunt: wat van mij is, is van jou. Hij kan een heel goed<br />
mens zijn. De tweede communist denkt: als nu alles hutje bij mudje gaat, krijg ik altijd meer<br />
dan ik heb. De eerste streeft naar een wereldrevolutie door vanuit zich en zijn kleine kring de<br />
praktijk steeds uit te breiden. De tweede streeft naar een wereldoverheersing, waardoor hij<br />
het door hem gewenste aan an<strong>der</strong>en kan op leggen. Het heeft dezelfde naam. Dan denken ze<br />
allebei egocentrisch (ze gaan van zichzelf uit), maar de eerste denkt altruïstisch, de tweede<br />
egoïstisch. Het egoïsme zou voor de tweede lang niet zo gemakkelijk zijn, wanneer hij veel in<br />
zijn eigen omgeving ke<strong>ek</strong>. Vandaar dat we juist van die mensen vaak horen: maar je moet niet<br />
letten op die kleine gebeurtenissen, het gaat om de grote lijn. Dat is de grootste misleiding,<br />
die er bestaat. Laten we dat ook in de esoterie niet vergeten, vrienden. Het denken in de grote<br />
lijn zon<strong>der</strong> meer, dus zon<strong>der</strong> praktijk eerst in eigen omgeving en in het kleine, is zelfmisleiding<br />
en in de meeste gevallen een vorm van egoïsme. Commentaar?<br />
Stel u nu eens een ogenblik voor dat wij te maken hebben met God. Op de een of an<strong>der</strong>e<br />
manier hebben we dat allemaal. Maar dat hier b.v. op dit ogenblik God is. Voor ons allemaal.<br />
Dat veran<strong>der</strong>t niets aan de werkelijkheid. U blijft hier zitten en krijgt dadelijk uw hoestprikkel<br />
evengoed en u wilt uw neus snuiten en u zoudt misschien dat dropje toch maar uit die tas<br />
halen. Dat blijft hetzelfde. God is altijd hier, maar nu gaan we het ons realiseren: Hij is hier.<br />
Wat voor een God? Kan het een liefdevolle God zijn in de zin van ons denken? Neen. Als het<br />
naar óns idee een liefdevolle God zou zijn, dan zouden we zeggen: allemaal maken we jullie<br />
jong, vrolijk, vreugdig, we scheppen een paradijs, we zorgen voor alle hondjes en katjes, we<br />
do<strong>ek</strong>en alle asylen op en alle slachthuizen. Maar dat doet God niet. En toch moeten wij op een<br />
z<strong>ek</strong>ere basis blijven geloven aan een liefdevolle God, niet omdat God nu noodzakelijkerwijs<br />
alleen liefdevol is, maar omdat, het voor ons een behoefte is ons gesteund te weten door een<br />
goddelijke liefde, nietwaar?<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
45
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
God is hier. Hoe moeten wij God tegemoet treden? Dat kunnen we alleen doen met een steeds<br />
dieper wordend vertrouwen. Indien God liefdevol is, dan moeten we God kunnen.accepteren.<br />
Indien we God zien als een liefdevolle Kracht, dan moeten wij ons op Hem durven beroepen.<br />
Dan kunnen we rustig tegen die God zeggen: God, openbaar ons de waarheid. Want wij weten,<br />
dat Zijn liefde ons nooit meer waarheid geeft dan wij kunnen verdragen. Dan kunnen wij<br />
desnoods zeggen: God, geef ons de maan. En dan wachten wij af of God haar geven zal, Wij<br />
kunnen echter nooit verwachten, dat ons eigen concept en een Goddelijk concept<br />
overeenstemmen. Als God hier is op het ogenblik en Hij is in meer dan een zin werkelijk hier<br />
dan kunnen wij niet verwachten, dat God ons verstaat. Onthoudt u dat goed. Men gaat bij de<br />
esoterie vaak uit van het standpunt God zal óns begrijpen en óns helpen, want Hij is een<br />
liefdevolle God. Maar wij moeten dat concept weten om te draaien. Het is zo, dat wanneer wij<br />
God gaan begrijpen de goddelijke liefde ons duidelijk wordt, voordien niet. Ik zou dus in uw<br />
godsvoorstelling graag iets zien veran<strong>der</strong>en, althans bij sommigen. Ik zou graag willen, dat u<br />
God niet beschouwt als die goede oom, die overal voor zorgt, of zelfs als die va<strong>der</strong>, die ergens<br />
de kosmos heeft geschapen en nu liefdevol alles in stand houdt, maar dat u God wilt zien als<br />
iets, waarmee u door eigen streven tijdelijk in harmonie kunt komen. De gedachtegang mag<br />
niet zijn: God zal zich aan mij openbaren maar In mijn streven zal ik een moment van<br />
waarheid kennen. De gedachtegang mag niet zijn: Ik geef dit aan God over, maar ik erken<br />
mijn eigen onmacht voor dit ogenblik en leg tijdelijk de zaak terzijde. De gedachtegang mag<br />
nooit zijn: God zal dit voor mij of door mij doen. De gedachtegang moet zijn: Ik zal uit mijn<br />
krachten zo goed en zo ver als ik kan hier helpen en werken en ik zal al datgene, wat mij aan<br />
krachten daartoe wordt gegeven, aanvaarden als mijn eigen krachten. Een zeer belangrijk<br />
punt.<br />
Natuurlijk, wij mogen ons eigen godsbeeld rustig hebben, onze persoonlijke afgod maar wij<br />
mogen nooit verwachten dat die persoonlijke afgod buiten onze eigen mogelijkheden om<br />
antwoord kan geven. Datgene, wat wij God noemen, is immers projectie van ons eigen weten<br />
en vermogen? het is een uitdrukking van dat wat we innerlijk weten, maar ons niet<br />
gerealiseerd hebben. Het is een uiting van de macht, die wij in onszelf voelen, maar die wij<br />
nog niet kunnen uitoefenen. En deze God mogen wij rustig aanvaarden mits wij maar niet<br />
stellen dat deze God werken zal wanneer wij niet werken. Wanneer wij werken en streven om<br />
zo dicht mogelijk te komen bij onze godsvoorstelling vanuit onszelf, dan zullen we reëeler<br />
staan t.o.v. de werkelijke godheid dan ooit mogelijk is zon<strong>der</strong> dat. Geloof en vertrouwen op<br />
zichzelf zijn hulpmiddelen, die tot lapmiddelen worden, wanneer niet een eigen daadwerkelijk<br />
streven daarachter staat. Wanneer wij eigen streven vertrouwen en eigen denken vertrouwen,<br />
dan zijn we veel ver<strong>der</strong> g<strong>ek</strong>omen. Want naarmate wij meer z<strong>ek</strong>er zijn van onszelven, zullen de<br />
goddelijke krachten zich z<strong>ek</strong>er<strong>der</strong> in en voor ons openbaren,<br />
Het is logisch, dat deze godsconcepten onnoemelijk veel te doen hebben met de magische<br />
wetten. Ik wil u vandaag niet te lang bezighouden, maar een magische wet wil ik u toch nog<br />
wel graag verklaren. En dat is een heel eenvoudige. Dat is n.l. die wet van het punt van<br />
aanzetten. En dat zegt dit: Het is belangrijk voor elke actie een punt van aanval te vinden. Dit<br />
kan slechts gevonden worden uit eigen weten en eigen kennen. Is het punt gevonden, dan kan<br />
de hefboom van kosmische wet of kracht op dit punt worden aangezet en zo het bereikte tot<br />
stand worden gebracht ver boven onze eigen mogelijkheden, waar niet wij, maar kosmische<br />
wetten aan de hand van ons eigen ingrijpen de ver<strong>der</strong>e beweging tot stand brengen. Het klinkt<br />
ingewikkeld, maar het is heel eenvoudig. Als men boven op een berg staat en de sneeuw<br />
hangt in een wankel evenwicht, dan behoeft men maar een klein kiezelsteentje naar beneden<br />
te gooien en dan is er al een lawine. Die lawine heeft veel meer vermogen dan u ooit zult<br />
bezitten. Noodzakelijk was het voor u om het punt te vinden, waar u dit steentje kon<br />
neerwerpen en te ber<strong>ek</strong>enen hoe die lawine zou verlopen. Was u in staat die twee dingen te<br />
doen, dan kon u uw doel gemakkelijk bereiken. Dat wordt b.v. gedaan in een bepaald deel van<br />
de V.S., waar men skiet en waar men hellingen vrijmaakt van lawinegevaar maar tevens van<br />
de lawine gebruik maakt om bepaalde oneffenheden ervan op te vullen. Men gebruikt daarvoor<br />
betr<strong>ek</strong>kelijk kleine krachten, soms dynamietpatronen, soms zelfs eenvoudig kleine explosie<br />
elementjes die niet veel meer zijn dan een rotje of een don<strong>der</strong>bus. Daarmee bereikt men wat<br />
men wil doordat men weet wat men bereiken wil, en zo<strong>ek</strong>t tot men het punt vindt, waarop de<br />
kracht in beweging kan worden gezet. Wij willen graag veel voor an<strong>der</strong>en doen, wij willen<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
46
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
mensen, genezen, wij willen hen beter, gelukkiger, z<strong>ek</strong>er<strong>der</strong> maken van zichzelf. Maar dat<br />
kunnen wij nooit doen, wanneer wij niet het punt vinden, waarop wij moeten aanzetten. Dan is<br />
een betr<strong>ek</strong>kelijk kleine impuls voldoende om grote werkingen tot stand te brengen. Dit<br />
bet<strong>ek</strong>ent dat geen enkele magiër, die van zijn eigen werk en waardigheid bewust is, een taak<br />
zal on<strong>der</strong>nemen, die hij niet van te voren overziet. Dit houdt echter in, dat wanneer er door<br />
studie een overzicht verkregen is won<strong>der</strong>en bereikt kunnen worden door het ontketenen van<br />
innerlijke krachten.<br />
Hoe die innerlijke kracht te ontketenen is, is weer betr<strong>ek</strong>kelijk eenvoudig. U weet allemaal wat<br />
gericht denken is. Wanneer u gericht denkt aan iets, dan krijgt u een handelingsassociatie. Als<br />
u zich ergert dan kan een handelingsassociatie b.v. zijn het schoppen tegen een steentje.<br />
Wanneer u genezen wilt of helpen wilt, dan kan die handelingsassociatie soms zijn het<br />
uitspr<strong>ek</strong>en van een woord. En je weet eigenlijk niet waarom je het zo zegt. Het geven van een<br />
hand, misschien het magnetiseren of instralen van een persoon of alleen het schenken van een<br />
bijzon<strong>der</strong> gerecht. Je weet nooit precies hoe het uitwerkt, maar de associatie komt er. Die<br />
associatie is voor ons steeds het aanzetpunt. Wij zetten de kracht n.l. in beweging door onze<br />
eigen handeling en veroorzaken daarmede een re<strong>ek</strong>s van gevolgen, die ver uitgaat boven<br />
hetgeen wij zelf kunnen doen. Als voorbeeld nemen wij het geval van een zi<strong>ek</strong>e. Ik heb iemand<br />
die zi<strong>ek</strong> is, werkelijk lichamelijk zi<strong>ek</strong>. Deze mens wil ik helpen en ik krijg de impuls: ga er eens<br />
naar toe en neem wat sinaasappels mee. Dan vraag je je af wat kan ik daarmee nu doen? Ik<br />
zou toch veel beter wat hocus pocus kunnen maken, hem instralen, inzegenen dan zou ik wat<br />
kunnen bereiken. Maar neen, de associatie is: er heengaan en sinaasappelen meebrengen. Je<br />
gaat er naar toe, je praat een keer, je geeft de sinaasappels en daardoor geef je misschien die<br />
mens een z<strong>ek</strong>er vertrouwen terug in de mensheid of een z<strong>ek</strong>ere begeerte om te leven,<br />
waardoor zijn eigen energie wordt ingeschakeld. En eerst nu kan geestelijke energie of<br />
magnetisch ingestraalde energie aanslaan. Eerst nu kan een geneesmiddel werkelijk werkzaam<br />
worden. Eerst nu blijkt de vitaliteit aanwezig, waardoor langzaam maar z<strong>ek</strong>er een groter<br />
ingrijpen mogelijk wordt gemaakt. Ziet u, dit zijn geen moeilijke punten. Is dit voorbeeld<br />
duidelijk? Dan nog een an<strong>der</strong> voorbeeld. Ik zal dat voor de aardigheid eens nemen in een<br />
beetje kwaadaardige zin. Een zuivere oorzaak en gevolgkwestie, zon<strong>der</strong> geestelijke werking<br />
daarbij, alleen om u de associatie duidelijk te maken.<br />
Uw zoontje, uw dochter, uw buurman speelt met een daverend geweld een soort muzi<strong>ek</strong>, die u<br />
meer als een combinatie van janken de katten en br<strong>ek</strong>end vaatwerk in de oren klinkt. U ergert<br />
zich daar voortdurend over. Op een gegeven ogenblik denkt u: hoe maak ik daar nu een einde<br />
aan? U staat op en krijgt het idee: ik moet de st<strong>ek</strong>ker uit het stopcontact tr<strong>ek</strong>ken. U tr<strong>ek</strong>t<br />
daarbij de eerste de beste st<strong>ek</strong>ker uit het stopcontact, grijpt hem bij de draad i.p.v. bij de<br />
st<strong>ek</strong>ker met als gevolg het losschieten van de draad en kortsluiting. Onmiddellijk houdt het<br />
gejank van de muzi<strong>ek</strong> op, want er is geen stroom meer om die apparatuur te laten draaien. U<br />
zult zeggen: dat is eigenlijk doodeenvoudig. Z<strong>ek</strong>er, maar deze oplossing, die zo gezocht wordt,<br />
maakt het nu mogelijk ver<strong>der</strong> te gaan. Nu gaat men gezamenlijk de storing zo<strong>ek</strong>en. Er is een<br />
pauze g<strong>ek</strong>omen in het voorthameren van de muzi<strong>ek</strong> en de kans is zeer groot, dat nu veel<br />
eer<strong>der</strong> dan wanneer u direct zoudt ingrijpen de an<strong>der</strong> geneigd is de muzi<strong>ek</strong> wat zachter te<br />
zetten of zelfs wat an<strong>der</strong>s op te zetten. Er is een veran<strong>der</strong>ing g<strong>ek</strong>omen.<br />
Een <strong>der</strong>de en laatste voorbeeld U ziet iemand in het verkeer. U ziet een gevaar, dat die<br />
persoon zelf niet ziet en u kunt niet ingrijpen. U realiseert u dit wel, u wilt uw gedachtenkracht<br />
er op af sturen, maar wat moet u vor<strong>der</strong> doen? Automatisch slaakt u een kreet, de an<strong>der</strong><br />
aarzelt en ontkomt daardoor aan het gevaar. Dan kunt u zeggen het is mijn geesteskracht, die<br />
hem in de eerste plaats geholpen heeft. Maar dat is niet waar, het was de kreet. Want die<br />
kreet zette een re<strong>ek</strong>s van werkingen aan de gang, die uzelf niet tot stand kon brengen en veel<br />
sneller dan u net kon. Onthoud steeds dit in alle magie en bij alle werkingen, die met de magie<br />
samenhangen, zijn het deze, op zichzelf eenvoudige en schijnbaar onsamenhangende daden,<br />
die uit de wils-associatie voort komen als een impuls en die bepalend zijn voor het ver<strong>der</strong>e<br />
verloop. Daarmede wordt een keten van oorzaak en gevolg gew<strong>ek</strong>t, die door uw wilskracht en<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
47
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
uw geesteskracht dan ver<strong>der</strong> waarschijnlijk te leiden is, maar niet meer onthoud dat goed te<br />
stuiten.<br />
Ik zou b.v. mij zo’n proces kunnen indenken, zoals u hier moet spr<strong>ek</strong>en tegen de menigte<br />
om ze direct te pakken te krijgen, m.a.w. een aangrijpingspunt om uw gedachten over te<br />
dragen op, het gehoor.<br />
Daar zit toch weer wat an<strong>der</strong>s bij.<br />
Dan moet u toch ook iets zo zeggen, dat de aandacht onmiddellijk getrokken is en u ze<br />
on<strong>der</strong> uw ban hebt?<br />
Dat kan soms noodzakelijk zijn, maar het ligt er weer aan wat wij willen doen. Op een avond<br />
als deze gaat het er niet in de eerste plaats om uw aandacht te boeien. Het gaat er ons nu om<br />
u een z<strong>ek</strong>ere hoeveelheid leerstof te geven op een zo duidelijk mogelijke manier, daarbij<br />
r<strong>ek</strong>ening houdend met onze eigen capaciteiten van het ogenblik zowel als met de uwe. Of u<br />
dat accepteert of niet is uw zaak. Maar nu kunnen wij het ons ook an<strong>der</strong>s voor stellen. En denk<br />
ik b.v. aan jl. vrijdag, waarbij een voordracht moest worden gehouden, die tamelijk riskant is<br />
in deze wereld. Het ging n.l. over een vraag over het Christendom en dat w<strong>ek</strong>t altijd strijd voor<br />
en tegen. En dan wordt daar ongeacht hetgeen er gezegd wordt gebruik gemaakt van een<br />
z<strong>ek</strong>ere magie (dus een z<strong>ek</strong>ere stemming, een sfeer), die het aanzetpunt geeft, waardoor men<br />
er ie<strong>der</strong>een toe brengt de waarheid te erkennen, wat alleen met een redelijk argument nooit<br />
gelukt zou zijn. Daar heeft u dus wat an<strong>der</strong>s. Hetzelfde is het. geval wanneer wij woordmagie<br />
willen gaan gebruiken. Wanneer wij op een gegeven ogenblik werken met een ritme of met<br />
iets an<strong>der</strong>s, kunnen wij daar z<strong>ek</strong>ere mensen mee pakken. Niet ie<strong>der</strong>een, maar degenen, die<br />
wij kunnen pakken, kunnen wij dan ook richten. Daarin kunnen wij een denkproces doen<br />
ontstaan naar ónze zin.<br />
Maar dat wil toch ie<strong>der</strong>e spr<strong>ek</strong>er, die zich tot een gehoor richt?<br />
Dat ligt eraan. Op het ogenblik heb ik helemaal geen zin om in u iets te ontwikkelen. Ik wil u<br />
alleen de gelegenheid geven dit voor uzelf te doen in uzelf. Er zijn zelfs spr<strong>ek</strong>ers, die het<br />
prettig vinden als zij uitgejouwd worden. Wanneer ik u n.l. een flagrante onwaarheid vertel en<br />
ik vraag hebt u opmerkingen? En u houdt uw mond, dan ben ik nog teleurgesteld ook. Wij<br />
hebben dat op het ogenblik nog niet gedaan, maar het kan voorkomen dat we zo<br />
langzamerhand gaan kijken of er nog iemand wakker is. Dan vertellen wij u zo’n lijnrechte<br />
tegenspraak en vragen: Bent u het er mee eens? En zegt u ja, dan moeten wij dat even<br />
ongedaan maken. We zetten dan uiteen, waarom het onjuist is, maar on<strong>der</strong> tussen denken wij<br />
er het onze ervan. Dan hebt u en lawine aan de gang gebracht.<br />
Een vraag naar aanleiding van tegenstrijdige uitlatingen in de brochures.<br />
Er zijn verschillende spr<strong>ek</strong>ers, die vanuit een verschillend standpunt eenzelfde doel bena<strong>der</strong>en.<br />
Let u alleen op de richting waaruit ze komen en niet op het doel, dan ziet u een tegenstelling.<br />
Dat ben ik met u eens. Maar laat ik u wel dit zeggen, dat door ons niet opzettelijk of bewust<br />
tegenstrijdigheden zijn geschapen in de verschillende brochures. Wel - en dat is nu weer een<br />
an<strong>der</strong> punt - dat onze spr<strong>ek</strong>ers binnen een z<strong>ek</strong>ere beperking het recht hebben hun eigen<br />
mening weer te geven. Maar dan wordt er ook uitdrukkelijk bij gezegd M.i. is de zaak zo of zo.<br />
En dan weet u dus: hier spre<strong>ek</strong>t de persoon en niet meer de <strong>Orde</strong>. Maar zo<strong>ek</strong>t u <strong>der</strong>gelijke<br />
punten eens op voor het tweede gedeelte. U krijgt dan inzicht in zeer veel verschillende<br />
materie en u ziet iets meer van de wijze van denken en werken en dat is weer esoterie. Maar u<br />
moet dan wel bij elk punt even het hoofdon<strong>der</strong>werp aangeven, waarover het ging en niet<br />
uitsluitend de citaten, want dan wordt het misleidend.<br />
Een vraag n.a.v. het begrip Scheingestalt, i.v.m. de meditatie van de vorige maal.<br />
Wanneer ik uitga van het standpunt dat ik hulp nodig heb en ik zie kans een Scheingestalt op<br />
te bouwen, waardoor een aantal in mij bestaande mogelijkheden nu ik er buiten mij een<br />
beroep op kan de en in mij verwerkelijkt worden, dan vind ik dat helemaal niet strijdig met het<br />
feit, dat men op zichzelf (dus ik op mijzelve) zelfstandig moet denken en dat ik een eenheid<br />
met God moet vinden, enz. enz. Die dingen zijn allemaal waar, Als ik b.v. zeg, dat u naar<br />
Leiden moet gaan, dan kan dat op rolschaatsen, per autoped, met een auto of met de trein. Nu<br />
ligt het er maar aan: wat kunt u? Dus daar komen we al op een heel gevaarlijk terrein. Die<br />
meditatie van de vorige maal was een overweging in een bepaalde stemming.<br />
48<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
Die vond ik prachtig.<br />
Dat geloof ik graag, maar u vond die Scheingestalt niet zo prachtig. En dat komt omdat u het<br />
niet begrijpt.<br />
Het lijkt me een soort robot, die ik niet meer zou kunnen beheersen.<br />
Wanneer u zich bewust bent van die Scheingestalt kunt u ze beheersen, omdat u zich<br />
uiteindelijk steeds weer afvraagt: Als ik het aan die Scheingestalt vraag, heb ik het dan zelf<br />
gedaan of heeft hij het gedaan? En wanneer je je dat afvraagt, zeg je: Ja, maar die<br />
Scheingestalt is alleen een projectie van mijn wezen. Dus het is niet een robot, waarvan de<br />
beheersing teloor kan gaan, tenzij uzelve uw Scheingestalt vergoddelijkt op een onredelijke<br />
wijze, dus uzelf in de robot geheel gaat projecteren en uw eigen wil prijsgeven i.p.v. te streven<br />
en alleen in noodgevallen een beroep te doen op het buiten u staande.<br />
Maar er werd bijgezegd noem het god, (het werd met een kleine g geschreven.)<br />
Noem het god. Dat vind ik helemaal niet g<strong>ek</strong>. Er zijn zoveel goden. God is al datgene, dat<br />
groter is dan uzelve, wat ge in u bezit en wat ge begeert, en waarvan ge t.o.v. uzelve een<br />
almacht en een ingrijpen verwacht. Of het nu een engel is of een heilige of wat an<strong>der</strong>s, dan<br />
noem je het god. Men noemt Jezus ook god en dat is hij ook niet. Men heeft van Boeddha een<br />
god gemaakt, wat hij helemaal niet is. Er zijn tijden geweest, dat men van bergen en van<br />
bomen goden heeft gemaakt, wat ze ook niet waren. Noem het god, dat is dus om duidelijk te<br />
maken in welke verhouding je moet staan daartoe. Omdat het beroep dat je normaal op God<br />
doet in dit geval eerst op de Scheingestalt moet worden gericht. Leest u het nog eens na. En<br />
onthoud u ver<strong>der</strong>, dat 9 van de 10 keren, dat u aan God denkt, uw God in feite een soort<br />
Scheingestalt is. Soms een communale, dus opgebouwd uit een gemeenschap, soms een<br />
persoonlijke, maar dat is nooit een werkelijkheid.<br />
Dat begrijp ik wel, daarvoor ben je er te veel mee vertrouwd.<br />
Nee, je bent er te weinig mee vertrouwd en je meent, dat je er te veel mee vertrouwd bent.<br />
En daarom is die Scheingestalt dus een. praktische vervanging, waarbij een beheersbaarheid<br />
optreedt. Ik raad u aan die Scheingestalt nog eens goed door te lezen.<br />
Sommigen bidden, dat God hun wapens zegent. Hoe kan men zo iets denken?<br />
Omdat het in dit geval een volks of een nationale godheid is, die men aanbidt. Dit is ook een<br />
Scheingestalt, een communale Scheingestalt. En het typische is, dat deze communale Scheingestalt<br />
niet alleen geaccepteerd wordt door het volk als zodanig, maar tevens door de belij<strong>der</strong>s<br />
van an<strong>der</strong>e godsdiensten, die veelal meer kosmische stellingen verkondigen, maar zich toch<br />
ook tot deze kleine godheden wenden. Heel typisch.<br />
Dus dat hele Pantheon van de Gri<strong>ek</strong>en bestaat uit allemaal Scheingestalten?<br />
Toen de schrijvers er mee begonnen, ja. Het Pantheon van de Gri<strong>ek</strong>en dankt u n.l. aan de<br />
dichters, die de menselijke fouten vergoddelijkten om zo voor zichzelf een grotere vrijheid te<br />
verwerven.<br />
De dimensies, die wij hier kennen, lengte, breedte en hoogte, dat die begrensd zouden<br />
zijn, kan ik me niet realiseren.<br />
Elke lijn binnen het u b<strong>ek</strong>ende heelal is gebogen. D.w.z. dat de lengte op een bepaald ogenblik<br />
overgaat in hoogte ger<strong>ek</strong>end vanuit een standpunt. Dat dit normalerwijze bij het menselijk<br />
perceptievermogen niet optreedt, neemt niet weg, dat dit theoretisch het geval is, zodat<br />
hoogte of breedte en lengte op een gegeven ogenblik een en dezelfde lijn zijn. Er is dus een<br />
beperking. Die beperking staat in verband met de buigingsho<strong>ek</strong> van alle<br />
waarnemingsmogelijkheden en stralingen binnen het Al. En dat is weer direct inherent aan de<br />
werveling van het kosmisch veld, dat binnen dit heelal bestaat.<br />
Dat mag dan zo zijn, maar daar zijn wij in ons waakbewustzijn ons niet van bewust, dus als<br />
wij spr<strong>ek</strong>en over dimensies, dan zijn zij voor ons een uitgebreidheid tot in het oneindige.<br />
In het theoretisch driedimensionaal stelsel zal elke rechte lijn, die voldoende verlengd wordt<br />
een zodanige buiging vertonen dat zij haar richtingsverhouding veran<strong>der</strong>t tot zelfs een ho<strong>ek</strong><br />
van 90, waarbij zij een an<strong>der</strong>e dimensionale bet<strong>ek</strong>enis krijgt. In dit geval heb ik het dus<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
49
50<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
gebruikt als een uitdrukking om duidelijk te maken, dat de tijd in zichzelve een voortdurende<br />
richtingsveran<strong>der</strong>ing bet<strong>ek</strong>ent van elke waarde. En dan moet ik teruggaan naar het chronon.<br />
Ik zal het u technisch vertellen: Gezien vanuit het standpunt van een stoffelijk heelal met<br />
driedimensionale waarden plus tijdsverschijnsel is de baan van het chronon erratisch.Zij kan<br />
dus nooit worden gezien als lijnrecht. Bij elke wisseling van het chronon in zijn bet<strong>ek</strong>enis<br />
treedt een periode op, waarbij een totale waardeveran<strong>der</strong>ing optreedt in elke dimensie. Dit<br />
bet<strong>ek</strong>ent dat een illusoire veran<strong>der</strong>ing plaatsvindt, die u b.v. kunt vinden in de b<strong>ek</strong>ende<br />
t<strong>ek</strong>eningetjes van blokken, waar men nu eens in kijkt en dan weer óp kijkt, zodat wat eerst<br />
diepte was, nu vooruitspringt. Op dezelfde wijze zal voor de perceptie de waarde van de<br />
dimensies en de mogelijkheden om er mee te werken on<strong>der</strong>ling verwisselbaar worden en<br />
gewijzigd worden. Er kan een ogenblik komen dat hoogte en diepte niet meer identi<strong>ek</strong> zijn<br />
voor het menselijk bewustzijn. Er kan ook een ogenblik komen, waarop deze beide als<br />
vervanging voor elkaar kunnen worden gebruikt, zodat ook de middelen kunnen worden<br />
gevonden, waarmee gelijkelijk hoogte en diepte wordt bereikt.<br />
Een chronon is toch de tijd, die het el<strong>ek</strong>tron nodig heeft om van de ene baan in de and ere<br />
te springen?<br />
Een chronon is het moment, waarin het gehele Al is behouden d.w.z. wanneer een el<strong>ek</strong>tron<br />
van de ene baan naar de an<strong>der</strong>e springt, dan is er in feite een el<strong>ek</strong>tron verdwenen uit u allen<br />
en een an<strong>der</strong>e el<strong>ek</strong>tron terugg<strong>ek</strong>omen. Maar neemt u in het algemeen aan als bet<strong>ek</strong>enis voor<br />
het chronon: het minimale tijdsmoment, die fractie van het totaal bestaande, die een<br />
afgesloten wereld kan vormen. Dat is het meest juiste.<br />
Na de pauze<br />
Op de discussieavond: beïnvloeding van mensen, is gesproken over drie werelden die<br />
invloeden op de mens hebben. O.a. de astrale wereld en ik meen dat dit voor een aantal<br />
mensen een min<strong>der</strong> aanvaardbare wereld was. Voorzover ik echter heb menen te<br />
bemerken zal de to<strong>ek</strong>omstige mens toch wel moeten leven in samenwerking met vele<br />
werelden, maar dan bewust. Wilt u hier ver<strong>der</strong> op ingaan?<br />
SAMENWERKING MET VELE WERELDEN<br />
In de eerste plaats wil ik opmerken, dat naarmate de mens ver<strong>der</strong>gaat in zijn ontwikkeling hij<br />
bepaalde vroegere gaven gaat terugkrijgen in gesublimeerde vorm. Bij de zeer oude mens<br />
bestand b.v. telepathie en een z<strong>ek</strong>ere mate van hel<strong>der</strong>ziendheid. In de mo<strong>der</strong>ne tijd hoor je er<br />
heel weinig van. Het komt incidenteel voor en wordt eigenlijk niet helemaal geaccepteerd.<br />
Toch zal de mensheid terug moeten in de richting juist van deze telepathische contacten, dit<br />
bewustzijn van astrale wereld en wat er ver<strong>der</strong> bij hoort. Nu weten we allemaal wel, dat die<br />
astrale wereld een zeer eigenaardige is. Het is n.l. een wereld, waarin het gedachtebeeld<br />
zichtbaar is. De hel<strong>der</strong>ziende van deze tijd kan daar al een klein beeld van krijgen, wanneer hij<br />
de verkleuringen van de aura ziet bij zijn medemensen. Hij constateert aan de hand daarvan<br />
een bepaalde gemoedsgesteldheid of z<strong>ek</strong>ere zi<strong>ek</strong>ten en hij maakt zijn conclusies omtrent de<br />
aard van de persoonlijkheid. Dat bet<strong>ek</strong>ent dat er in de to<strong>ek</strong>omst weinig geheimen zullen zijn.<br />
Nu kunnen wij natuurlijk gaan zeggen: De mens van de to<strong>ek</strong>omst zal moeten leven met vele<br />
werelden. Maar dan vergeten wij één ding: De vooruitgang van het menselijk geslacht is niet<br />
onbeperkt. Men kan tot een z<strong>ek</strong>ere graad van verfijning komen, maar een doorvoeren boven<br />
deze grens bet<strong>ek</strong>ent een on<strong>der</strong>gang. Dan is.n.l. het stoffelijk voertuig niet meer in staat de<br />
zaak te bevatten en dan mag er dus niet meer van mens in de aardse zin worden gesproken<br />
maar alleen nog in geestelijke zin.<br />
Wat de mensheid ongetwijfeld zal verwerven, zij het na verloop van tijd een groter mate van<br />
telepathisch contact, voorlopig nog in verband met gebaar en klank. Het is zelfs nu reeds<br />
kenbaar, doordat men re<strong>ek</strong>sen van klanken samenvoegt, die een uitgebreide bet<strong>ek</strong>enis hebben<br />
en die toch door ie<strong>der</strong>een worden begrepen. (Voorbeeld: goeden morgen in verschillende<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
intonaties) Daar heb je in een re<strong>ek</strong>s van klanken door intonatie een hele re<strong>ek</strong>s van verschillende<br />
bet<strong>ek</strong>enissen g<strong>ek</strong>regen. Nu kan dat nog veel ver<strong>der</strong>gaan. Wanneer u tegen iemand<br />
zegt: goeden morgen, en de an<strong>der</strong> haalt zijn schou<strong>der</strong>s op, dan weet u ook wel dat hij bedoelt:<br />
wat je mij daar nu vertelt interesseert mij niet, dat heeft geen bet<strong>ek</strong>enis. Het kleinste gebaar<br />
van de mens heeft inhoud. Iemand, die geschoold is in het waarnemen van mensen, weet dat<br />
een klein gebaar, een gelaatstr<strong>ek</strong>, onnoemelijk veel verraadt. Dit is een begrip voor elkaar, dat<br />
aanmerkelijk toeneemt i.p.v. afneemt. Men gaat elkaar dus veel sneller verstaan, en op den<br />
duur zal ook de behoefte tot de aanleiding, het gebaar (behalve bij het eerste contact)<br />
wegvallen.<br />
Bij deze telepathie echter krijgen wij te maken met een gebied, waarin ook de geest werkzaam<br />
is. De mens zal dus moeten samenleven met alle impulsen van an<strong>der</strong>e dan stoffelijke wezens,<br />
die doordringen in zijn gedachtewereld. Hij zal deze niet te allen tijde kunnen uitschakelen.<br />
Hieruit volgt, dat de ontwikkeling van de mens tot telepaat en de daaruit voortkomende<br />
contacten met an<strong>der</strong>e werelden een aanmerkelijke veran<strong>der</strong>ing in zijn geestesleven zullen<br />
moeten bet<strong>ek</strong>enen. Daarnaast blijkt dat het niet altijd mogelijk is een gedachte zon<strong>der</strong> meer te<br />
bemaskeren. Van de telepaten, die op aarde bestaan, zijn er maar enkele die in staat zijn een<br />
z.g. masker voor hun gedachten te leggen d.w.z. hun eigen gedachten te denken en<br />
gelijktijdig een an<strong>der</strong>e gedachte uit te zenden. Er zullen dus heel wat maskers moeten vallen.<br />
Ook dit bet<strong>ek</strong>ent, dat de verhouding in de mensheid een geheel an<strong>der</strong>e wordt.<br />
Nu weet ik wel dat er nog heel wat meer werelden zijn, die op den duur invloed krijgen, maar<br />
die invloed zal beperkt zijn en voor de mens hoofdzakelijk via het astrale gebied plaatsvinden.<br />
Ik vind het dan ook jammer, dat onze vraagsteller hier zegt, dat die astrale wereld voor velen<br />
min<strong>der</strong> aanvaardbaar is. Het is voor u heel aanvaardbaar, dat water stoom afgeeft, dat u die<br />
stoom kunt zien, dat ze kan vervluchtigen en eventueel weer kan condenseren en zelfs tot<br />
water worden. Ik zie niet in waarom men dit niet van an<strong>der</strong>e essences zoals b.v. een<br />
levensessence wil geloven. Daar is uiteindelijk toch precies hetzelfde mogelijk. Het feit dat<br />
allerhande omstandigheden de vorm bepalen, waarin die stoom terug komt, de ene keer als<br />
sneeuw, de an<strong>der</strong>e keer als hagel, de <strong>der</strong>de keer als kletterregen, als damp, als mist, dat vindt<br />
men heel gewoon. Maar dat in die astrale wereld de omstandigheden (de gedachten) de<br />
verschijningsvorm van de daarin aanwezige energie en materie bepalen, dat schijnt men dan<br />
min<strong>der</strong> aanvaardbaar te vinden. Toch moet ik helaas er op staan, dat u dit als werkelijkheid<br />
accepteert.<br />
Nu zijn er wel verschillende gegevens b<strong>ek</strong>end over de ver<strong>der</strong>e ontwikkeling van de mensheid,<br />
maar die liggen toch op een enigszins an<strong>der</strong> vlak dan u misschien zoudt denken. De mensheid<br />
zelf (de stoffelijke mensheid n.l.), na zich ontwikkeld te hebben tot een z<strong>ek</strong>er hoogtepunt van<br />
techni<strong>ek</strong> en van denken, zal ongetwijfeld terugvallen. Uit het materialisme krijgt men een<br />
voortdurend zo<strong>ek</strong>en naar evenwicht en daardoor een intensifiëring van het geestelijk denken.<br />
Samen met de techni<strong>ek</strong> geeft dit aanleiding tot nieuw erkennen. Dit nieuw erkennen leidt terug<br />
tot materialisme. Het materialisme dat dan ontstaat, wordt we<strong>der</strong>om oorzaak tot enz.. er is<br />
een opslingeringsproces, waarbij die waarden elkaar in evenwicht houden. Maar er komt een<br />
ogenblik, dat de geestelijke filosofie elke ver<strong>der</strong>e technische ontwikkeling gaat uitsluiten. Zij<br />
gaat zeggen dat kan niet meer. De impuls valt weg en wij krijgen een terugval naar het laag<br />
materialisme, waarin de gemeenschapsvorm teloorgaat en ook het geloof weer meer<br />
primitieve vormen aan neemt, terwijl de mensheid zelf in haar vorm, haar capaciteiten en<br />
kwaliteiten zich we<strong>der</strong>om zal aanpassen bij dit laagste vlak en peil. Ga dus a.u.b. niet denken<br />
dat die mens van de to<strong>ek</strong>omst in staat zal zijn om met de hoogste geesten zon<strong>der</strong> meer in<br />
contact te komen. Een enkel individu zal misschien dat punt bereiken. Er zijn er reeds nu<br />
geweest, die dat konden en het zou dwaas zijn aan te nemen, dat dat niet mogelijk zou zijn.<br />
Maar met nadruk meen ik er op te mogen wijzen, dat juist dit doordringen tot de hoogste<br />
sferen in feite inhoudt een z<strong>ek</strong>er prijsgeven van datgene, wat men op aarde nog als menselijke<br />
waarden ziet. Iemand, die werkelijk met de hoogste geest in contact komt, zal daaruit zoveel<br />
krachten en ervaringen putten, dat zijn stoffelijk leven voor hem praktisch geen enkel belang<br />
heeft, tenzij in samenhang met de gemeenschap, waarin hij leeft, zodat deze gemeenschap als<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
51
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
zodanig weer een persoonlijke uitdrukking heeft in een geleidegeest, die hoger staat. Laten we<br />
dus vooral praktisch zijn en niet te vér grijpen. De mens als individu kan de ontwikkeling<br />
doormaken, waarbij hij meer<strong>der</strong>e sferen leert bereiken. Is eenmaal de astrale wereld een<br />
normaal deel geworden van het stoffelijk denken en beleven (iets wat ongetwijfeld bij ver<strong>der</strong>e<br />
ontwikkeling niet uitgesloten is), dan zullen hogere sferen gemakkelijker kenbaar zijn en door<br />
hen, die er naar zo<strong>ek</strong>en, gemakkelijker bereikt worden. Maar zij zullen dan bij hun heengaan<br />
uit de materie er niet meer in terugkomen. Wat overblijft is steeds de laagste norm, aangevuld<br />
met lagere entiteiten uit an<strong>der</strong>e levensvlakken en bewustzijnsvlakken.<br />
De conclusie is duidelijk. De mensheid als geheel zal nooit kunnen opgaan tot de hogere<br />
geestelijke sferen in de vele sferen, buiten een vrijwording van de materie als zodanig. Elke<br />
mens in zichzelf echter draagt de voertuigen, die in elke sfeer behoren. Er is geen enkele<br />
mens, die niet voor elke sfeer die bestaat een voertuig bezit. Zon<strong>der</strong> dit had hij niet tot de<br />
materiele vorm kunnen afdalen. Dat bet<strong>ek</strong>ent dat hij persoonlijk zich in elke sfeer zou kunnen<br />
bewegen op een bewuste wijze, indien hij de indrukken van die sfeer zou kunnen vertalen op<br />
een voor de aarde bevattelijke en aanvaardbare wijze. Ik betwijfel of dit laatste altijd mogelijk<br />
zal zijn.<br />
Hoe beleeft men de astrale wereld als stofmens?<br />
Als men als stofmens deze beleeft, beleeft men ze als een schijnwereld, die soms zelfs over de<br />
werkelijkheid heen zich op u af drukt. Spookverschijningen b.v. zijn astrale uitingen. Tafeldans<br />
e.d. geschiedt via krachten, die behoren tot de astrale wereld. De geestverschijningen op<br />
allerhande terrein (uitingen van geest die zich materialiseert, geest die contact zo<strong>ek</strong>t met de<br />
mens om te inspireren en zelfs de geest, die zon<strong>der</strong> speciale bescherming en hulp van an<strong>der</strong>en<br />
tracht een mens in beslag te nemen) zullen altijd gebeuren via een astrale vorm. De mens, die<br />
gevoelig is voor een astrale wereld, zal dus deze vormen en al wat er bijhoort kunnen<br />
waarnemen.<br />
Ook in een droom?<br />
In een droom is dit evenzeer mogelijk als in een waakbewuste toestand. Maar in een droom is<br />
het waarschijnlijk dat de waarnemingen van het astrale worden vervormd. Men zal daaraan<br />
geen zuivere en duidelijke herinnering overhouden. Beleving daarvan is wel degelijk mogelijk.<br />
Contact met het astrale is in laten we zeggen rusttoestand of slaaptoestand gemakkelijker te<br />
bereiken dan bij volledig waakbewustzijn. Een beheerst bereiken stuit zelfs op menige<br />
moeilijkheid, o.a. het feit, dat men vaak bij het bereiken van het kennen <strong>der</strong> astrale invloeden<br />
niet meer in staat is ze uit te schakelen. En dan wil ik nog wijzen op een punt n.l. dit: elke<br />
mens heeft een astraal voertuig. Ie<strong>der</strong>een die overgaat is dus in zijn astraal voertuig nog lange<br />
tijd kenbaar, nadat hij stoffelijk is heengegaan. Naarmate hij zich min<strong>der</strong> bewust is van zijn<br />
geestelijke werkelijkheid zal zijn astraal voertuig langer in elkaar blijven als vorm en voor<br />
an<strong>der</strong>en kenbaar zijn. De belevingen, die dan worden meegemaakt (b.v. doordat men zich nog<br />
identificeert met het lichaam), worden dan in de astrale vorm weergegeven. Dat is geen<br />
prettig gezicht.<br />
Wat zijn schillen op kerkhoven?<br />
Wat is een schil van een sinaasappel? Dat is de buitenkant, waar de kern uit is. Een schil is een<br />
astraal voertuig, dat nog bij elkaar blijft nadat de kern eruit is weggegaan en langzaam begint<br />
te vervallen, tenzij een an<strong>der</strong> het vult. (Zoals u misschien halve sinaasappels met Haagse bluf<br />
kent). Dan gebruikt men hier dus weer de schil maar nu voor een heel an<strong>der</strong> doel. Op deze<br />
manier kan een an<strong>der</strong>e geest tijdelijk een schil hanteren. Op kerkhoven zullen die schillen vaak<br />
wat dichter zijn, omdat de doorsneemens (het is heel g<strong>ek</strong>) er plezier in heeft om als hij dood<br />
gaat zijn eigen begrafenis bij te wonen. (Wat dat betreft zoudt u de opmerkingen soms moeten<br />
horen, die ze maken. Dat is werkelijk opvallend. Dit vooral bij toespraken van<br />
verenigingslei<strong>der</strong>s e.d. waarbij de overledene heel vaak voor zich heen mompelt: vuile<br />
leugenaar e.d.) Wanneer op een graf gesproken wordt, moet dat werkelijk uit het hart komen,<br />
an<strong>der</strong>s ziet men de bijkomende gedachten. En dan wordt het wel eens treurig, wanneer de<br />
dominee of de pastoor een mooie toespraak staat te houden vol troostwoorden, terwijl hij<br />
denkt: laat ik opschieten want dadelijk moet ik die trouwerij ook nog doen. Dat zijn erg<br />
onplezierige dingen en dat zie je dan duidelijk en dat geeft wel eens tot erge teleurstellingen<br />
aanleiding.<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
52
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
Is de overledene dan al waakbewust aan de an<strong>der</strong>e kant?<br />
Waakbewust niet, maar het stoffelijke bewustzijn is nog niet geheel prijsgegeven. U kunt zo<br />
r<strong>ek</strong>enen, dat 3 á 4 dagen na de dood het bewustzijn nog grotendeels stoffelijk is. Dat varieert<br />
natuurlijk, maar de doorsnee is dan nog op stoffelijke wijze bewust en soms weet men niet<br />
eens het verschil te vinden tussen de huidige waarneming en de vroegere. Daarna krijg je dan<br />
de beleving, van eigen bestaan. Dan ga je terugdenken aan wat je geweest bent en uit deze<br />
realisatie komt dan weer de aanvaarding van je geestelijke wereld of de verwerping.<br />
Als je die geestelijke wereld verwerpt, is er dan een niets?<br />
Dan ben je alleen met je eigen gedachten. Je geeft jezelf dan op die manier een soort cellulair,<br />
want het feit dat je bestaat kun je niet verloochenen. Verwerp je die geestelijke wereld, dan<br />
blijf je dus alleen met je eigen gedachten en we krijgen dan het zi<strong>ek</strong>elijke proces van steeds<br />
herhaalde gedachten en voorstellingen en fantasieën, die door de geest worden beleefd als een<br />
werkelijkheid. Er zit nog een bepaalde humor in, die o.a. bestaat in de wijze waarop men<br />
zichzelve straft. B.v. wanneer iemands grootste plezier is geweest de meisjes achterna te<br />
zitten, dan zal hij, wanneer hij een geestelijke sfeer afwijst, daaraan gaan denken in zijn<br />
eenzaamheid en dit beleven. En dan zit hij zoveel meisjes achterna, dat zijn tong hem op zijn<br />
hielen hangt, hij kan aan niets an<strong>der</strong>s denken, hij moet doorgaan. Wanneer iemand van veel<br />
eten houdt, dan eet hij volgens zijn idee maar dat eten gaat onophoudelijk door, totdat er een<br />
werkelijke tegenzin ontstaat. Op deze wijze elimineert men dus een deel van zijn eigen fouten<br />
door deze geestelijke beleving. Het is tamelijk bitter maar het kan ook wel eens even<br />
humoristisch zijn, wanneer je het b<strong>ek</strong>ijkt zon<strong>der</strong> te denken aan het lijden, dat er vaak mee<br />
gepaard gaat. Het is dus niet zo dat je gestraft wordt door een onthouding, neen, je krijgt juist<br />
alles wat je altijd gewenst hebt, maar in een zodanige mate en hoeveelheid, dat je niet meer<br />
weet wat er mee te beginnen. Dat is een typisch goddelijke wet, die hier werkt: oorzaak en<br />
gevolg in z<strong>ek</strong>ere zin en evenwicht. Zo word je dus gedwongen tot een streven in een an<strong>der</strong>e<br />
richting en tot evenwichtigheid.<br />
Behoort Zomerland nog tot de astrale sfeer?<br />
Neen. Zomerland ligt buiten de astrale sfeer, maar, staat er wel onmiddellijk boven, zodat in<br />
z<strong>ek</strong>ere zin van een contact tussen de astrale sfeer en Zomerland nogal eens sprake is. Maar de<br />
astrale gedachtevormen zon<strong>der</strong> meer (de blijvende dus, die als schillen kunnen optreden)<br />
bestaan in Zomerland niet. Wanneer in Zomerland de gedachte ophoudt, houdt het beeld op.<br />
Er zijn daar dus geen remanente krachten in de astrale wereld wel.<br />
Hoe beleef je de astrale wereld als je daar bent?<br />
Dat is eigenlijk een heel moeilijke vraag, omdat ie<strong>der</strong> haar an<strong>der</strong>s beleeft. Ik kan het<br />
hoogstens voor mijzelf zeggen, wanneer u daar genoegen mee wilt nemen. Ik beleef deze<br />
astrale wereld over het algemeen als een soort carnaval. Ik vind er n.l. elke vorm, die maar<br />
denkbaar is. Er lopen rid<strong>der</strong>s rond te stampen en soldaten van alle oorlogen, er lopen<br />
bo<strong>ek</strong>hou<strong>der</strong>s rond en koningen. Je ziet draken en monsters. Je ziet schoonheid en<br />
afzichtelijkheid vlak naast elkaar. En in die grote warreling (dan interesseer je je meestal niet<br />
zozeer voor de vormen) krijg je wel een heel kleurig beeld. An<strong>der</strong>s is het natuurlijk voor<br />
degenen, die voor bepaalde vormen bang zijn, want die zien ze juist ook daar. Wanneer u<br />
bang bent voor muizen, dan zal dat gedachtebeeld ook in die astrale sfeer bestaan. Dus zijn er<br />
vormen, die u doen denken aan een muis. Wanneer u er bang voor bent en u slaat op de<br />
vlucht, dan zal uw pani<strong>ek</strong> een versterking worden voor die vorm en komen er steeds meer,<br />
totdat uiteindelijk de rattenvanger van Hamelen niets vergel<strong>ek</strong>en is bij u en uw geestelijke<br />
muizen. Dat zijn de beroerde aspecten ervan. Maar ik kan niet an<strong>der</strong>s zeggen, dan dat het op<br />
zichzelf een zeer kleurrijk wereldje is, waarin de vreemdste vormen, goden en demonen<br />
ronddolen naast alle vormen, die de wereld ooit g<strong>ek</strong>end heeft.<br />
Is er muzi<strong>ek</strong>?<br />
Zelden.<br />
Zijn die rid<strong>der</strong>s bezield?<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
53
54<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
Nu ja, meestal wel, lege harnassen lopen er niet rond te stappen. Maar het kunnen ook<br />
schillen zijn. Dat kun je nooit van tevoren z<strong>ek</strong>er zeggen. Dat moet je eerst gaan on<strong>der</strong>zo<strong>ek</strong>en.<br />
Sommige zijn waandenkbeelden, die geschapen worden door de gedachten van mensen of<br />
kin<strong>der</strong>en op aarde.<br />
Wat bepaalt de lengte van je verblijf aldaar?<br />
Een bepaalde lengte van verblijf bestaat daar niet. De astrale wereld kan bewoond worden tot<br />
40 dagen na het overgaan, doch onbewust. Daarom gaat die astrale vorm ook langzaam weg<br />
en komen we dus in een soort tussensfeer (we noemen het Nevelland), waarin vormen niet<br />
zozeer optreden. Maar eigenlijk is het zo, dat je vanuit een schemerwereld of een duistere<br />
wereld probeert terug te keren en dan in die astrale wereld per ongeluk terecht komt, en dan<br />
kan het verblijf er praktisch onbeperkt zijn. Iemand die wijs genoeg is, blijft er niet. U gaat<br />
misschien ook wel eens graag naar de kermis toe, maar ik geloof toch niet dat u uw hele leven<br />
in een botsautootje zoudt willen zitten. De entiteit, die er zich van bewust is dat hij ergens<br />
an<strong>der</strong>s een gelijksoortige of iets rustiger omgeving vindt, gaat daar niet naar toe, tenzij hij iets<br />
te doen heeft, waarvoor hij een astraal voertuig nodig heeft. En het komt er wel op neer, dat<br />
degenen die daar het meest rondspoken krachten zijn, die stoffelijk gezien wat min<strong>der</strong> prettig<br />
zijn.<br />
Dus hoe sneller je je losmaakt van je pakje hier, hoe sneller je ver<strong>der</strong> komt.<br />
Hoe sneller u uzelf hebt gebracht tot iets, wat min<strong>der</strong> is dan Eva, hoe groter de kans is dat u<br />
aan de vorm ontsnapt, de werkelijkheid gaat ervaren en dus vreugde vindt. In ie<strong>der</strong> geval is<br />
het geen sfeer, waarvoor ik ooit een verblijf zou aanbevelen.<br />
Wanneer je bewust overgaat, kun je dan dat astrale lichaam meteen van je afschudden?<br />
Natuurlijk. Als u weet wat uw kleren zijn, dan kunt u ze ook meteen uittr<strong>ek</strong>ken. Ben je ervan<br />
bewust wat er gebeurt, dan is het heel makkelijk, maar denk je dat het een deel is van jezelf,<br />
dan kan het pijnlijk worden.<br />
Wanneer kom je dan die louteringssfeer tegen, waarin je toch je fouten moet goedmaken?<br />
Het spijt me, maar er bestaat geen werkelijke louteringssfeer. Wat dat betreft geeft Dante<br />
Alleghieri niet direct met zijn louteringsberg een beschrijving van de werkelijkheid. Een<br />
louteringssfeer is er niet. Een loutering vindt plaats hetzij door erkenning van fouten, hetzij<br />
door de poging de veroordeling voor de fouten te ontvluchten en daardoor de intense beleving<br />
daarvan. Dat is uw louteringssfeer. Dat kan in elke sfeer gebeuren, ook op aarde. Wanneer u<br />
erkent dat u een fout hebt gemaakt, dan bent u a.h.w. gelouterd in die zin, dat wanneer je<br />
weet, dat je fout hebt gedaan je gaat proberen het goed te maken. Dat is dan wat u noemt de<br />
loutering. Als u iets verkeerd hebt gedaan en u herstelt dat, u hebt een r<strong>ek</strong>ening verkeerd<br />
opgeteld en u kijkt die nog eens na, noemt u dat een loutering? Neen, het is het herstellen van<br />
een fout. En dat gebeurt zodra je in de lichtsfeer komt. En ga je naar de duisternis, dan zeg je:<br />
ik heb geen fouten gemaakt en daardoor herhaal je ze keer op keer en word je er razend van.<br />
De zonnelogos<br />
Als je de duisternis ingaat van de nacht en je reist door de schaduw van de aarde heen, zie je<br />
aan alle kanten sterren blinken. 0 maar dan ineens, plotseling, is er verblindend het licht.<br />
Brandend wit licht, kokend licht. En pas wanneer je jezelf beschermd hebt tegen de grote<br />
felheid kun je kijken naar de zon. Die zon zie je soms grijparmen uitst<strong>ek</strong>en, oneindig de ruimte<br />
intr<strong>ek</strong>kend, alsof ze een soort van vurige inktvis zou zijn, die soms tastende voelers uitgooit<br />
om te zien of er geen planeet te dicht bij komt. En als je nog dichterbij komt, dan zie je hoe<br />
on<strong>der</strong> de kokende felheid van een atmosfeer in onvoorstelbare gloed een wereld ligt, die golft<br />
en trilt en deint, soms duister soms licht. En je ontd<strong>ek</strong>t, dat waar je duister ziet, diepe<br />
trechters schijnen te voeren tot in het diepst van het wezen van de zon. Wanneer je heel goed<br />
kijkt, dan zie je dat aan de rand en daarvan het kokend kolkend wit komt, dat in de atmosfeer<br />
uitschiet en dat zo dadelijk misschien als een explosie weer een voelhoorn uitgooit ergens naar<br />
de sterren, je weet niet waar. En dan zo<strong>ek</strong> je daar de krachten van de zon te vinden. Je bent<br />
bang voor de grote hitte, de grote felheid, want het is te lichtend, te fel, te scherp, te sterk<br />
eigenlijk om te accepteren.<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 november <strong>1959</strong><br />
Les 3 – Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
Maar laten we nu eens aannemen dat we in staat zijn onszelf onkwetsbaar te maken en dat wij<br />
doordringen in de materie van de zon zelf. We zien de on<strong>der</strong> zware druk staande kleine<br />
partikels heen en weer schieten en al razende zo<strong>ek</strong>en naar een weg om te ontsnappen. We<br />
zien hoe de materie naar buiten spuit van binnen uit en hoe ze aan de oppervlakte uitgewerkt<br />
weer moe terugzinkt naar de kern toe, om hernieuwd tot leven te worden gew<strong>ek</strong>t. En als je<br />
blijft kijken, wordt het een kringloop, een eeuwige kringloop van leven en dood, altijd maar<br />
door. Leven en dood van kleine delen, leven en dood van stormen, van nevels en van licht.<br />
Als je lang genoeg kijkt is het net of er een klank en een woord geboren wordt. Het brullend<br />
laaien, dat je in de zonneatmosfeer nog een ogenblik kon horen, wordt langzaam maar z<strong>ek</strong>er<br />
tot een sonore stem. Het lijkt wel of die stem iets zingt van oneindigheid. Dan zou je erin<br />
willen doordringen, je zou met het wezen zelf willen spr<strong>ek</strong>en, maar het gaat haast niet. Dan<br />
vraag je om hulp. En dan ineens dan staat er een vorm voor je. Vurig, hel<strong>der</strong> en groot. Zoiets<br />
als je je een engel hebt voorgesteld, maar dan gebouwd uit een zilver, verblindend vuur.<br />
Je vraagt nu: Wie ben je? En hij zegt: Ik ben de eerste genius van de zon. Dan vraag je hem?<br />
Wat is de zonnelogos? Wat is de kracht, die hier spre<strong>ek</strong>t? Wat is het woord, dat ik hier hoor<br />
klinken? Dan geeft hij je misschien antwoord: Wat je hoort is de stem van de tijd. Wat je hoort<br />
is het leven, dat terugvliedt in zichzelve. Wat je hoort is een klein wezen uit de kosmos, dat<br />
eens uit zichzelf heeft gebaard, planeten en leven en dat nu leeft in alle leven en in alle<br />
planeten. Het woord? Het woord is leven, het leven zelve. De klanken die je hoort zijn de<br />
lie<strong>der</strong>en, die het leven zingt naar de zon en het antwoord dat de zon geeft. Leven en dood,<br />
want ze zijn één. Dit is het licht, dat geneest en dat doodt. Dit is het woord, dat schept en<br />
duisternis geeft. Dit is de beperking van de oneindigheid voor een kort ogenblik, opdat een<br />
mensenziel kan ontwaken en misschien zelf eens leven in een vurig lichaam van een ster,<br />
zonnelogos zelf geworden. Dit is de Va<strong>der</strong> en de Moe<strong>der</strong> van de werelden. Dit is de kracht, die<br />
je leven regeert. Dit is wat je bent en worden zult, uitgedrukt in de grootheid van de<br />
macrokosmos. Want dit is de levende Kracht.<br />
Dan zou je meer willen vragen, je zou het geheim willen weten, je zou de personen willen zien,<br />
je zou binnen willen treden in een troonzaal, die je je voorstelt als gebouwd uit laaiende<br />
vuurzuilen. En dan ineens is er niets meer. Verdwenen is de uit wit vuur als zilver<br />
gebeeldhouwde engel, de genius, van de zon. Je aarzelt een ogenblik en dan komt er een<br />
stilte. Het is of het brullen van de uitbarstingen plotseling gestaakt is. Het is of het licht<br />
langzaam dooft en een koelte rond je komt. En je vraagt je af Wat is dit? Het lijkt of een oud<br />
Gri<strong>ek</strong>s koor op de achtergrond een evoe roept. En dan drink je even iets in, dat is als een<br />
woord en dat je toch niet kunt begrijpen. Misschien dat dit het meeste lijkt op: Ik ben de<br />
kracht van uw ziel en uw wezen. Meer zijt ge dan ik. En toch zijn we een, uit één lot. Het gaat<br />
voorbij. De stilte is gebroken, het woord is ver<strong>der</strong>gegaan. De zonnelogos heeft zijn contact<br />
met je verloren of jij misschien met Hem, en dan ga je terug. Je vlucht weg voor de zon, je<br />
houdt haar achter je om niet in een verblindend licht te kijken en je ziet de sterren weer<br />
komen. Je duikt weer de schaduw van de aarde in en je komt in de nacht terug op je eigen<br />
wereld. Als de volgende morgen ondanks het neveldak een enkele lichtstraal door het venster<br />
valt, dan is het je misschien nog net of je een evoe hoort, een Gri<strong>ek</strong>s koor van de oudheid, dat<br />
een heildronk uitbrengt op de levengevende zon. En dan kijk je misschien ‘n ogenblik stil voor<br />
je heen en denk je: Ja, dit is degene, die mij bij de hand zal leiden als een ware Va<strong>der</strong>, tot ik<br />
rijp ben om zelf te staan in die grote wereld van de macro kosmos? en zelf te weten, wat het<br />
bet<strong>ek</strong>ent geschapen worden en scheppen en misschien ingaan tot de oneindigheid.<br />
Ik heb geprobeerd u iets duidelijk te maken. Ik weet niet of ik erin geslaagd ben. De<br />
zonn<strong>ek</strong>racht en die zonnelogos werken van daag in en voor u. U moet niet denken, dat u<br />
daarvoor naar de zon behoeft te gaan. Maar u moet iets verstaan van de stilte, die van uit de<br />
zon komt, tezamen met de ontembare kracht. Wanneer u dat in uzelf kunt opnemen, bent u<br />
weer een stapje ver<strong>der</strong> op de lad<strong>der</strong>.<br />
Chronon – De richting van de innerlijke mens<br />
55
Goeden avond.<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
Wij willen dan vanavond een ogenblik stilstaan bij:<br />
HET PRINCIPE VAN DE MEERDERE WERELDEN<br />
In de esoterie gaan wij natuurlijk binnendoor (d.w.z. langs de weg van onze eigen<br />
persoonlijkheden) de verschillende vlakken bezo<strong>ek</strong>en, waarop wij kunnen bestaan. Die vlakken<br />
zijn zeer uitgebreid en je zou kunnen zeggen op een gegeven ogenblik lijkt hier het geheel<br />
oneindig. Toch kunnen wij aan de hand van het gelijksoortig bewustzijn van degenen rond ons<br />
een aantal vaste vlakken stellen, waarop wij beleven kunnen en die van binnenuit bereikbaar<br />
zijn, terwijl ze gelijktijdig buiten ons (dus in de wereld buiten ons) een vaste relatie hebben<br />
t.o.v. de stoffelijke wereld, waarin u leeft.<br />
In de eerste plaats geldt hierbij als zeer belangrijk: de factor ruimte. Ruimte is niet, zoals u<br />
misschien denkt, een eenmalig verschijnsel, maar een projectie waartussen vele an<strong>der</strong>e<br />
gelijksoortige projecties doorlopen. Er is dus een z<strong>ek</strong>ere tijdsfrequentie. Je zou kunnen<br />
zeggen? 1 seconde aardetijd en dan krijgen we een seconde van een an<strong>der</strong>e tijd, weer een<br />
an<strong>der</strong>e tijd, weer een an<strong>der</strong>e tijd en weer aardetijd. De tussenliggende frequenties vallen voor<br />
u als ervaring uit. U leeft van aarde tot aarde. Die tussenliggende frequenties nu, waarover ik<br />
spre<strong>ek</strong>, deze momenten zijn de werelden, waarmee wij innerlijk verwant zijn. Elke weg, die wij<br />
zo<strong>ek</strong>en naar onszelf toe, brengt ons in steeds sterkere mate in contact met een an<strong>der</strong><br />
continuüm. (Een continuüm, waarin ruimte en tijd gelijksoortig en gelijktijdig behouden zijn,<br />
evenals op aarde.) Deze voortduring van verschillende momenten wordt als volgt benut indien<br />
we in diepe concentratie gaan, zal op een gegeven ogenblik de normale gedachtesequentie<br />
worden uitgeschakeld. Wij denken niet meer logisch, wij denken zelfs niet meer alleen volgens<br />
de normaal stoffelijke reacties, maar wij vormen associaties, waarbil elke tijdseenheid of<br />
tijdswaar<strong>der</strong>ing binnen onze eigen wereld is uitgeschakeld, terwijl wij gelijktijdig in de<br />
combinatie een nieuw concept scheppen. Het concept n.l. van een wereld, die beantwoordt aan<br />
een groot gedeelte van de gedachte-eisen, die in ons leven. Deze voorstellingswereld kan<br />
worden uitgedrukt als droom. Droom of visioen. In beide gevallen is deze wereld niets an<strong>der</strong>s<br />
dan onze vertaling van een totaal werkelijke wereld, waarin wij bestaan, Als zodanig zijn de<br />
schijnbaar irrelevante gedachtegangen, de schijnbaar onzinnige droombeelden, de<br />
onbegrijpelijke toevallige associaties, die zich in het menselijk denken voordoen, een direct en<br />
zeer belangrijk deel van de innerlijke bewustwording. Zij zijn de uitbreiding van het “ik” naar<br />
een an<strong>der</strong>e wereld toe. De rede die in een an<strong>der</strong>e wereld, in een an<strong>der</strong> continuüm bestaat, kan<br />
geheel verschillen van de rede in uw eigen wereld. Vandaar dat onredelijke aspecten, hierbij<br />
niet te vermijden zijn. Wat betreft de krachten wil ik teruggrijpen naar een oud voorbeeld, om<br />
u iets duidelijk te maken. Aangenomen dat elke wereld een eigen kracht heeft, stellen wij deze<br />
krachten voor door reservoirs met water. We plaatsen deze reservoirs zo boven elkaar, dat elk<br />
dier reservoirs in elk volgend reservoir a.h.w. zijn vloeistof kan laten afvloeien en wel zon<strong>der</strong><br />
dat daarbij tussen trappen noodzakelijk zijn. Wij krijgen dan een schuine opbouw van de<br />
reservoirs, waarbij elk reservoir dus op een z<strong>ek</strong>ere wijze kan overlopen en wij krijgen aan deze<br />
kant een soort trapsysteem. Dit trapsysteem is de normale vloed van energie. D.w.z. de<br />
energie uit de hoogste sferen, het bewustzijn uit de hoogste sferen, bereikt ons over het<br />
algemeen eerst, nadat het van fase tot fase van bewustzijn, van wereld tot wereld is<br />
getransponeerd. Het komt dus langzaam en geleidelijk aan in dat tijdsmoment, waarin uw<br />
eigen wereld bestaat en waaruit u voor uzelf de conclusies van levende ervaring of van leven<br />
zult tr<strong>ek</strong>ken. Echter is het mogelijk om van elke wereld afzon<strong>der</strong>lijk gelijktijdig naar de laagste<br />
niveaus toe (en dat is uw stoffelijk niveau) de energie zon<strong>der</strong> meer te laten doordringen. Op<br />
het ogenblik dat wij elk redelijk gedachteproces kunnen uitschakelen, kunnen wij komen tot<br />
een absolute communicatie met het ik. Dit ik reikt tot aan de hoogste sfeer, het reikt tot aan<br />
het hoogste niveau, dat voorstelbaar is als wereld. Het resultaat is, dat bij een volledig met<br />
jezelf in contact zijn, de energieën van de hoogste sfeer onmiddellijk in het “ik” kunnen<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
56
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
neerdalen. Om dit te bereiken bestaan er verschillende procedures. Ik zal enkele daarvan kort<br />
beschrijven. In de eerste plaats: Er bestaat de algehele ontspanning, waarbij wij dus rusten,<br />
uitschakeling van bewustzijn, stopzetten van het denken voorzover dat bewust is,<br />
vermin<strong>der</strong>ing van alle bewustzijnsfactoren in het stoffelijk lichaam. Wanneer dit zeer bewust<br />
geschiedt en hierbij gelijktijdig voor het lichaam een associatie wordt gevonden met houding<br />
b.v. die het mogelijk maakt een absolute geborgenheid, een afsluiting van de wereld te<br />
suggereren, dan zullen wij als gevolg daarvan in zeer korte tijd zeer veel kunnen rusten. Het is<br />
mogelijk bij een <strong>der</strong>gelijke rust In een periode van 30 tot 40 minuten de totale grafi<strong>ek</strong> van<br />
diepte van slaap te beleven, die een normaal mens in een nacht van 6 tot 8 uur doormaakt.<br />
Het is tevens mogelijk ons ver<strong>der</strong> te ontspannen dan in een normale 8-urige slaap mogelijk is,<br />
terwijl ook de afscheiding van gifstoffen in het lichaam sneller gaat en als zodanig het lichaam<br />
vitaler wakker wordt dan na een normale slaapperiode. Hierbij heeft men te achten op het<br />
volgende:<br />
In de eerste plaats: deze slaap of rust is een bewuste wilsfactor. Zij moet dus in het<br />
bewustzijn weloverlegd zijn en tot zelfs de duur toe van deze slaap moet van tevoren bepaald<br />
zijn. Het is een z<strong>ek</strong>ere vorm van zelfsuggestie, waardoor de lichamelijke functies worden<br />
gericht en gestimuleerd voor het begin van de rust en wel voor elke bezigheid, die zij tijdens<br />
de rustperiode zullen uitoefenen, terwijl gelijktijdig bepaald wordt in welke sfeer of wereld men<br />
wil trachten te vertoeven. Ik wil hierbij niet ingaan in hoeverre hier sprake is van suggestie en<br />
in hoeverre hier de - laat ons zeggen - innerlijke waarheid op de voorgrond komt. Het is zeer<br />
moeilijk deze beide van elkaar te on<strong>der</strong>scheiden. Voldoende is het vast te stellen dat indien<br />
deze suggestie in<strong>der</strong>daad plaatsvindt, het lichaam een ontspannen en zo gemakkelijk<br />
mogelijke houding heeft genomen, daarbij zoveel mogelijk is afgesloten van licht en een<br />
redelijke toegang heeft tot frisse lucht de bewuste slaaptoestand en ontspanning optreedt. De<br />
energie, die dan in het lichaam kan ontstaan na het ontwaken, is niet de energie van de<br />
gewone wereld alleen het is de energie van een <strong>der</strong> hogere werelden, meestal een <strong>der</strong><br />
hoogste. Het gevolg is versnelde actie, versneld denken, versneld handelen, juister handelen,<br />
groter overzicht, doorzicht en het opmerken van die kleine, haast onzichtbare t<strong>ek</strong>enen, die<br />
over het algemeen aan de mens ontsnappen. Men leest daardoor een juister beeld van de<br />
wereld af en zal sneller en juister handelen. Ver<strong>der</strong> bezit men een grotere vitaliteit en is men<br />
in staat on<strong>der</strong> omstandigheden een deel van deze vitaliteit met grotere invloed en juistere<br />
richting aan an<strong>der</strong>en over te dragen.<br />
Een tweede vorm: Wij kunnen op een gegeven ogenblik onszelf ook op een an<strong>der</strong>e wijze<br />
ontspannen, n.l. in de intensiteit van arbeid. Wanneer wij, br<strong>ek</strong>end met elke gewoonte,<br />
br<strong>ek</strong>end met al dat gene, wat niet onze directe belangstelling heeft en dus niet een direct deel<br />
is van ons wezen, ons verzinken in de een of an<strong>der</strong>e taak of arbeid, dan kan ongeacht het<br />
optreden van lichamelijke vermoeidheid een zodanige ontspanning ontstaan, dat hieruit een<br />
steeds groter energie wordt gevonden. Na deze arbeid volgt dan over het algemeen een<br />
moment van grote, diepe, innerlijke vrede. Men heeft de taak teneinde gebracht. In dit<br />
ogenblik van voldoening zal bewust of onbewust een hogere sfeer worden aangeboord. Er<br />
wordt hieruit een hoeveelheid aan kracht en energie gewonnen, die niet alleen een redelijk<br />
denken in de hand werkt, een z<strong>ek</strong>ere stabiliserende factor vormt in het totaal van alle<br />
geestelijke processen, maar die daarnaast een vergroting van lichaamsenergie en<br />
uithoudingsvermogen bet<strong>ek</strong>ent. Heeft men na een <strong>der</strong>gelijke sfeer of toestand voor zichzelf de<br />
behoefte aan an<strong>der</strong>en kracht mede te delen ongeacht op welke wijze dan zal dit beter, intenser<br />
en juister kunnen gebeuren dan voordien. Verscherping van opmerkingsvermogen gaat met<br />
deze methode niet gepaard.<br />
De <strong>der</strong>de methode is die <strong>der</strong> contemplatie. Contempleren (een on<strong>der</strong>werp, dat wij al meer<strong>der</strong>e<br />
malen uiteen hebben gezet en waar van ik aanneem dat u het kent) kan on<strong>der</strong><br />
omstandigheden zover worden doorgevoerd, dat niet alleen een totale ontruktheid t.o.v. de<br />
omgeving ontstaat, maar zelfs een algehele zelfvergetelheid. Op het ogenblik dat de<br />
lichamelijke vorm en alle vormen daarmee gepaard gaande door het “ik” kunnen worden<br />
vergeten, zal dit ik zich bewegen in een an<strong>der</strong>e wereld. Het zal daarin zijn ervaringen opdoen<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
57
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
en deze zullen heel vaak na afloop van de contemplatie als visioenen of belevingen blijven<br />
bestaan. Belangrijk is in de eerste plaats dat ongeacht de houding, die wordt aangenomen een<br />
zo grote energie aanwezig is tijdens deze contemplatie, dat daardoor geen overgrote<br />
vermoeidheid of overspanning kan ontstaan. In de tweede plaats: indien het on<strong>der</strong>werp <strong>der</strong><br />
contemplatie in overeenstemming is met het eigen ik, zal het eigen “ik” zeer sterk in zich zelve<br />
doordringen en zal vaak tijdsmomenten ervaren, die niet identi<strong>ek</strong> zijn met de z.g. reële tijd<br />
van deze aarde. In de <strong>der</strong>de plaats: Hoe hoger de sfeer is, die tijdens de contemplatie bereikt<br />
wordt, hoe directer de invloed van kracht binnen het eigen wezen. Dit bet<strong>ek</strong>ent het vermogen<br />
om bepaalde cellen te vernieuwen, herbouw functies in het lichaam aanmerkelijk te versnellen,<br />
de mogelijkheid om afvalstoffen, die normalerwijze onvolledig worden verwij<strong>der</strong>d, absoluut en<br />
geheel te verwij<strong>der</strong>en. Een z<strong>ek</strong>ere verjonging. Ver<strong>der</strong>: Een zodanige ontspanning, dat mits<br />
voldoende frisse lucht in de ver<strong>der</strong>e periode beschikbaar blijft van vermoeidheid in de eerste<br />
72 uur praktisch geen sprake zal zijn en geen directe en grote behoefte aan rust zal bestaan,<br />
zij het dan door de gewoontevorming. Daarnaast een vermogen tot hel<strong>der</strong> en scherp denken,<br />
waarbij dit denken ver uittreedt buiten het eigen wezen. Het resultaat is dat men op deze wijze<br />
denkende in gezelschap van an<strong>der</strong>en, dezen mits zij harmonisch zijn met de gedachte mee kan<br />
opvoeren, zodat zij in zichzelven de antwoorden ontd<strong>ek</strong>ken op vragen, die zij an<strong>der</strong>s aan u<br />
hadden willen stellen. Ten laatste: de grote hoeveelheid energie, die binnen het “ik” is<br />
ontstaan kan ook gebruikt worden tot genezing, zij kan worden gebruikt ter beïnvloeding van<br />
an<strong>der</strong>en. Deze afvloeiing van energie echter veroorzaakt dan op den duur een vermoeidheid,<br />
zodat in dit geval de periode van 72 uur zon<strong>der</strong> directe rustbehoefte, niet geldt. Ik geef u deze<br />
punten ter overweging. Zou een van deze wegen Uw bijzon<strong>der</strong>e belangstelling hebben, dan<br />
zullen wij daar later nog een keer op ingaan.<br />
Het is duidelijk, dat tijdens deze belevingen de geest in een an<strong>der</strong>e wereld vertoeft. En nu grijp<br />
ik terug naar het begin van mijn lezing. Zij vertoeft niet alleen buiten uw eigen wereld, maar<br />
ook buiten uw eigen tijd. Zij bevindt zich in een an<strong>der</strong> continuüm, waarin een an<strong>der</strong>e<br />
tijdsverhouding geldt. Indien de geest zich daar van bewust kan worden, kan zij door het<br />
kiezen van die werelden, waarin een zeer snelle reactie t.o.v. die <strong>der</strong> aarde mogelijk is, in een<br />
zeer korte tijd zeer grote hoeveelheden beleving, zeer grote activiteiten volvoeren. Iemand die<br />
weet hoe hij deze werelden beheersen moet, kan door zich in zichzelf terug te tr<strong>ek</strong>ken een<br />
re<strong>ek</strong>s van r<strong>ek</strong>enkundige, mathematische of an<strong>der</strong>e bewerkingen volvoeren, die an<strong>der</strong>en uren<br />
vergen, binnen een periode van laat ons zeggen 50 tot 60 seconden. Soms ziet u dat wel eens<br />
op aarde gedemonstreerd, maar in de meeste gevallen berust dat eer<strong>der</strong> op trucs of wel een<br />
speciaal vermogen tot visualisatie. Hoe het ook zij, dit vermogen bestaat in<strong>der</strong>daad.<br />
Wanneer wij aan esoterie doen, hebben wij de behoefte om door te dringen in de waarheid van<br />
ons eigen wezen. De Waarheid van ons eigen wezen is zeer gelimiteerd. Zij wordt n.l.<br />
gelimiteerd door ons bewustzijn. Elke uitbreiding van bewustzijn, die wij verwerven kunnen, is<br />
dus belangrijk. Hoe groter het aantal ervaringen dat wij opdoen, hoe beter. In onze eigen<br />
wereld is het opdoen van ervaringen over het algemeen niet of slechts beperkt mogelijk. Want<br />
al die beperkingen, die ons worden opgelegd, zijn zodanig kwetsend en hin<strong>der</strong>lijk, dat wij geen<br />
mogelijkheid vinden ons uit te breiden volgens ons eigen werkelijk wezen en onze werkelijke<br />
intentie. Verplaatsen wij nu juist deze noodzakelijke ervaringen op een an<strong>der</strong> vlak en niveau,<br />
dan kunnen wij in de eerste plaats in kortere tijd veel meer ervaren en zo dus steeds veel<br />
rijper ver<strong>der</strong> gaan met het normaal stoffelijk leven. In de tweede plaats kunnen wij door de<br />
re<strong>ek</strong>sen ervaringen ons een juist en goed gedrag nauwkeuriger definiëren, onze houding beter<br />
bepalen en zullen wij ons zelf beter begrijpen in de relatie, die tussen onszelf en an<strong>der</strong>en<br />
optreedt. Het gevolg is een aanmerkelijke vergroting van zelfkennis en een nauwkeuriger<br />
omschrijving van het geheimzinnige wezen, dat ik heet.<br />
In sferen en werelden bestaan wezens, die aan deze werelden of sferen gebonden zijn. Er kan<br />
sprake zijn van een trapsgewijze overgang. En wordt die buitenste trap, waarover ik zo-even<br />
sprak, dus gebruikt, dan zien wij hoe de geest van beneden uit zich van energievlak tot<br />
energievlak verhoogt, door datgene wat hem belast heeft achter te laten. In een <strong>der</strong>gelijk<br />
geval is de geest of1 de ziel vergelijkbaar met een ballon, die steeds meer ballast afgooit en<br />
daardoor tot een steeds hoger niveau kan stijgen, waarin an<strong>der</strong>e stromingen merkbaar zijn.<br />
58<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
In sommige gevallen is het echter mogelijk om ook onmiddellijk omhoog te gaan. Wij hebben<br />
dan echter te maken met een behoefte aan motorisch vermogen dit motorisch vermogen kan<br />
alleen geleverd worden vanuit de wereld, waarin wij vertoeven. Het zal vaak noodzakelijk zijn<br />
om voor een directe en onmiddellijke bereiking van een hogere sfeer ons een zeer grote<br />
krachtsinspanning te getroosten. Een krachtsinspanning echter, die ons moet stuwen tot een<br />
hogere sfeer, kan alleen dan plaats vinden, wanneer daarvoor een gezonde basis aanwezig is.<br />
Deze basis kan alleen gevonden worden in een volkomen gelijkmoedigheid en innerlijke rust.<br />
Hoe groter de innerlijke vrede en de innerlijke rust, hoe groter de mogelijkheid, dat met de<br />
kracht die wij gebruiken in<strong>der</strong>daad een hogere wereld bereikt en beleefd kan worden.<br />
T.g.v. deze tijdsverschuiving zijn er nog een paar an<strong>der</strong>e elementen, die zij het niet direct aan<br />
de magie behorende, noch direct deel uitmakende van de esoterie toch in beide een<br />
belangrijke rol spelen. Zo ik reeds zei, in elk niveau leven wezens die daar thuishoren. Zoals<br />
het u mogelijk is op te stijgen naar een an<strong>der</strong>e sfeer en contact daarmee op te nemen, zo zal<br />
het voor een wezen van een an<strong>der</strong>e sfeer mogelijk zijn om met u contact op te nemen. Er zijn<br />
echter bepaalde belemmeringen, die het voor zo’n geest soms moeilijk maken u geheel te<br />
volgen. Ik wil er een paar opnoemen, die u beveiligen kunnen voor elke verschijning en elk<br />
verschijnsel van een hoge geestelijke wereld, die uw persoonlijk zijn, uw welzijn plus uw<br />
gedachtegang bedreigen.<br />
Het punt van uitgang ligt voor de geest altijd in haar eigen wereld of sfeer. Zal zij zich vandaar<br />
z.g. naar boven toe (dus naar een hoger krachtsniveau) bewegen, dan vraagt dit van haar een<br />
enorme krachtsinspanning. Zij moet bovendien in staat zijn om alle krachten volledig te<br />
verdragen. Dit bet<strong>ek</strong>ent een uithoudingsvermogen, dat slechts weinige geesten bezitten. Een<br />
geest uit de duistere sfeer, die een lichaam in beslag wil nemen, zal in staat moeten zijn om<br />
het totaal van lichamelijke energieën te verdragen. Het bet<strong>ek</strong>ent voor deze geest, dat zij uit<br />
haar eigen wereld voortdurend grote energieën moet putten en over het algemeen niet in staat<br />
zal zijn een werkelijke en voortdurende beheersing binnen een menselijk lichaam vol te<br />
houden. Slechts in fasen zal zij een ogen blik overmacht kunnen gewinnen.<br />
Wat betreft de geest van een hogere sfeer, deze daalt af. Dalen op zichzelf geeft geen moeite.<br />
Een geest van een hogere sfeer heeft geen moeite mee uw wereld te bereiken. Haar<br />
moeilijkheid is eer<strong>der</strong> gelegen in het bereiken van uw wereld plus de terugkeer tot eigen<br />
wereld of het in standhouden van een verbinding met die wereld. Daarom kan worden gezegd,<br />
dat wanneer u door hogere sferen wordt belaagd, beëngd of bedreigd (dat kan voorkomen,<br />
indien uw bewustzijn niet in staat is het licht of de kracht van deze sferen als aanvaardbaar te<br />
zien), dan kan men zich hier we<strong>der</strong>om aan onttr<strong>ek</strong>ken door zich gewoon in het eigen lichaam<br />
terug te verplaatsen en activiteiten van dat lichaam aan merkelijk te bevor<strong>der</strong>en.<br />
Het is misschien goed hierbij met een in te lassen dat voor een ie<strong>der</strong>, die van het paranormale<br />
gebruikmaakt, het belangrijk is wanneer hij een ervaring heeft gehad met de geest en zich<br />
daarvan wil vrijmaken het lichaam stimulansen toe te dienen. Hiervoor kunnen dienen thee,<br />
koffie, nicotine, alcohol on<strong>der</strong> omstandigheden, maar dan slechts in zeer kleine hoeveelheden,<br />
waar een te grote hoeveelheid alcohol remmingen losgooit en daardoor vatbaar maakt voor<br />
impulsen, die an<strong>der</strong>s niet worden bemerkt. Wanneer wij echter willen ingaan naar een hogere<br />
wereld, dan zal daar logischerwijze uit volgen, dat wij ons zoveel mogelijk onthouden van<br />
datgene, wat ons daarbij zou remmen.<br />
Wanneer er sprake is van een onzerzijds opgaan, dan zullen wij, om dit te bespoedigen en de<br />
resultaten daarvan te verbeteren, ons onthouden van alle prikkelende spijzen, van alle<br />
prikkeling veroorzakende en stimulerende giften en genotsmiddelen. Dat bet<strong>ek</strong>ent, dat voor de<br />
hoogste geestelijke bereiking over het algemeen vol staan moet worden met een lichamelijke<br />
zuivering, soms zelfs een purgeren (dat kan on<strong>der</strong> omstandigheden nodig zijn), en ver<strong>der</strong> een<br />
voeding, die zich beperkt tot het plantaardige. In ie<strong>der</strong> geval moet worden voorkomen, dat<br />
vlees van lagere dieren wordt gegeten gedurende deze periode, terwijl men tevens afstand zal<br />
moeten doen van hoeveelheden genotsmiddelen. Aanvaardbaar is wel het gebruik van suiker<br />
en het drinken van licht gezouten water. Dit laatste heeft enkele voordelen, omdat een<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
59
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
verhoging van de hoeveelheid vloeistof in het lichaam in sommige gevallen de geleiding van<br />
het lichaam aanmerkelijk vergroot en daardoor de vatbaarheid voor bepaalde indrukken uit<br />
an<strong>der</strong>e werelden aanmerkelijk kan intensifiëren.<br />
Wanneer wij met die an<strong>der</strong>e wezens in contact willen komen vanuit onze eigen sfeer, dan<br />
zullen wij dus allereerst voor onszelf moeten bepalen of wij opwaarts gaan of neerwaarts.<br />
Gaan wij naar beneden, dan moeten wij onthouden, dat alles wat wij beneden vinden zwaar<strong>der</strong><br />
is dan bij ons. (Het is maar een vergelijking.) D.w.z. wanneer u in uw eigen wereld 100 kg.<br />
kunt hanteren en u gaat naar een sfeer, die lager is dan de uwe, u b.v. maar 50 of 60 kg. zult<br />
kunnen hanteren. U hebt zich dus bij het gaan naar lagere sferen te onthouden van elke<br />
poging om de daar voorkomende verschijnselen mede te hanteren daar spijzen of dranken te<br />
gebruik en, zo u al in een vormsfeer terecht komt ver<strong>der</strong> op enigerlei wijze an<strong>der</strong>s dan door<br />
uitwisseling van gedachten contact te hebben met degenen, die zich in die sfeer ophouden.<br />
Het gevaar bestaat n.l. dat u, indien u zich niet aan deze regels houdt, een groot gedeelte van<br />
uw energie zult verliezen en in een poging u aan te passen aan de lagere sfeer vervreemd<br />
raakt van uw eigen basissfeer. Het gevolg zal zijn dat u eerst aan de lagere sfeer voldoende<br />
energie zult moeten ontlenen om terug te keren tot uw wereld. Een sfeer die lager is dan de<br />
uwe, is over het algemeen niet geneigd deze zon<strong>der</strong> meer af te geven. Het gevaar daarvan is<br />
dus zeer groot.<br />
In een hogere sfeer moet u dit onthouden. Voorzover wij daar feitelijke waarden zien (dus b.v.<br />
in vormhoudende sferen, land.schappen, voorwerpen en personen), zullen wij ons zoveel<br />
mogelijk van de hantering daarvan onthouden. Wij zijn te ruw en te gewelddadig. Is een sfeer<br />
te hoog, dan kan het ons zijn of wij ons bewegen in een vlam. Pijnlijk, Zijn het sferen, die niet<br />
veel van de onze verschillen, dan is het alsof er een berserker is losgebroken, die met<br />
ontstellende kracht allerhande eenvoudige dingen doet. Als u een deur wilt opendoen in een<br />
an<strong>der</strong>e sfeer, dan hebt u grote kans dat u de deur met hengsel en al eruit licht. Begrijp dit<br />
goed. Er kan dus nooit worden gezegd, dat de normale mens, die uitgaat van een esoterische<br />
en magische bewustwording op zijn eigen wereld, actief mag zijn in an<strong>der</strong>e werelden volgens<br />
zijn stoffelijk bewustzijn. Alleen indien het stoffelijk bewustzijn geheel is uitgeschakeld en alle<br />
voertuigen die niet behoren tot de sfeer zijn achtergelaten, kan in een <strong>der</strong>gelijke sfeer normaal<br />
geleefd en gehanteerd worden. Hiervan zal dan geen stoffelijk bewustzijn achterblijven.<br />
Wanneer wij dit punt hebben gehad, doe ik er misschien goed aan u een paar aanwijzingen te<br />
geven van laat ons zeggen pseudo-magisch karakter. Ook in uw eigen wereld n.l. zult u zich<br />
heel vaak gehin<strong>der</strong>d voelen. Dat kan zijn door lawaai, dat kan zijn b.v, dat u het hier te domp<br />
vindt, dat kan zijn dat u een an<strong>der</strong> te rumoerig vindt, of dat men geen aandacht aan u<br />
besteedt, dat uw omgeving niet met u harmonieert, dat u zich bedreigd voelt door onzichtbare<br />
machten en wat dies meer zij. Deze bedreigingen en deze storingen zullen slechts ten dele<br />
reëel zijn. Een groot gedeelte is n.l. psychische reactie. Indien wij ons daarvan willen ontdoen,<br />
zullen wij door een symboolhandeling het door ons niet gewenste moeten uitsluiten. Die<br />
symboolhandeling kan bestaan in het tr<strong>ek</strong>ken van een magische afweercirkel, het kan echter<br />
uit elk gewoontegebaar ontstaan. Elk gewoontegebaar kan worden verbonden door associatie<br />
met iets, wat wij wensen uit te sluiten.<br />
Gevaarlijker wordt het wanneer wij angst hebben voor iets. Wanneer u b.v. in sommige<br />
omstandigheden bang bent voor het donker, dan is het voor u heel moeilijk om daar een<br />
afweer tegen te vinden. Toch bestaat deze. Er zijn in de stof zuiver en normaal (stoffelijk dus)<br />
bepaalde dingen, die u een grote afschuw inboezemen. Dit is voor de een een rat of een muis,<br />
voor de an<strong>der</strong> een slang. Voor sommigen misschien duisternis of gaten, voor een an<strong>der</strong> een<br />
bepaalde geur of lucht. Praktisch ie<strong>der</strong> mens heeft iets, dat een soort idiosyncrasie uitlokt, een<br />
absoluut verweer, een onredelijkheid. Wanneer die onredelijkheid gepaard gaat met haat,<br />
afschuw, schrik, dan kan deze gebruikt worden als concentratiepunt om an<strong>der</strong>e dingen uit te<br />
schakelen. Door voor uzelf het beeld op te roepen van het gevreesde (laten we zeggen een<br />
spin), kunt u in de gedachte aan de spin elke storing (geestelijk en stoffelijk van buitenaf) ter<br />
zijde schuiven. Wanneer u zich dan echter realiseert, dat dit gedachtebeeld door uzelf wordt<br />
opgeroepen, verliest ook dat zijn kracht. Op den duur wordt dit door oefening zelfs een<br />
automatische reactie. U bent dan - zij het niet altijd blijvend - bevrijd van de storing en kunt<br />
bij een weer optreden van de storing op dezelfde wijze naar de u ingewortelde angsten<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
60
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
teruggrijpen om elke an<strong>der</strong>e storing met hoofdzakelijk of ten dele psychische achtergronden<br />
ter zijde te stellen. Op deze manier kan men zich verz<strong>ek</strong>eren van een ongestoord zijn en een<br />
onbeïnvloed blijven. Er zijn dan geen angsten meer, die u werkelijk kunnen aantasten, omdat<br />
een ergere angst zijn bet<strong>ek</strong>enis eenvoudig wegbrandt. Doet u dit, dan blijft er voor u buiten de<br />
beelden, die u dus persoonlijk als angst erkent en waar van u de onredelijkheid inziet niets<br />
over. Het gevolg is dat wij buiten deze ene angst, waaraan de doorsneemens toch niet kan<br />
ontkomen vrij zijn om ons te bewegen en te denken en dat wij elke storing en hin<strong>der</strong>paal<br />
kunnen uitschakelen. Wij kunnen de invloed daarvan voor ons eigen wezen zover vermin<strong>der</strong>en,<br />
dat zij ons niet meer op enigerlei wijze kunnen benadelen in onze poging tot het “ik” door te<br />
dringen. Dit is pseudo-magie, omdat het voor een groot gedeelte berust op wat ik zou willen<br />
noemen psychologie, suggestie en bepaalde normale reacties binnen het menselijk<br />
denkproces. Vroeger werd iets <strong>der</strong>gelijks wel eens magie genoemd.<br />
Er bestaat nog iets an<strong>der</strong>s wat zeer hin<strong>der</strong>lijk kan zijn bij de poging het “ik” na<strong>der</strong> te komen.<br />
Dat is een absoluut gevoel van onvermogen. Een gevoel van onvermogen komt over het<br />
algemeen voort uit een hoeveelheid te scherpe of te grote eisen, die aan het “ik” worden<br />
gesteld. Worden deze door de buitenwereld gesteld, dan is het moeilijk zich daarvan te<br />
ontdoen. Nu blijkt echter dat het grootste gedeelte van de eisen, waaron<strong>der</strong> wij ons onmachtig<br />
voelen, ons niet door de buitenwereld maar door onszelf worden opgelegd. Indien wij het<br />
stellen van eisen aan onszelf, het nauwkeurig omschrijven van hetgeen wij moeten kunnen<br />
bereiken, uitschakelen en daarvoor in de plaats stellen een mijnentwege fictief beeld, dan<br />
kunnen wij waar deze fictie buiten de werkelijkheid ligt normaal streven en weten niet te<br />
kunnen bereiken. Het gevolg is, dat wij in ons streven rustiger en overleg<strong>der</strong> handelen en uit<br />
de resultaten van ons handelen en streven een grotere zelfverz<strong>ek</strong>erdheid verkrijgen.<br />
Indien wij menen dat iets niet reëel is en wij zijn toch ge dwongen ons daarmee bezig te<br />
houden, dan is de beste handelwijze deze realiteit voor onszelf absoluut vast te stellen. Dit kan<br />
geschieden door onszelf te dwingen tot een gedrag, alsof het ge vraagde een onontkenbare<br />
werkelijkheid ware. Ik zal hierbij een voorbeeld geven: Op een gegeven ogenblik wordt van u<br />
geëist dat u met lichten de slangen en bliksems in de handen door de stad zoudt gaan. Dat is<br />
natuurlijk onzin. Maar in de oude tijd gebeurde dat wel. Wanneer u zich nu gedraagt alsof dit<br />
zo ware, dan zult u daarmee zodanig aan de eis tegemoetkomen die de wereld u stelt, dat<br />
deze zelf toevoegt wat aan feitelijkheid t<strong>ek</strong>ortschiet. Het is een soort mimi<strong>ek</strong>. Er bestaan kleine<br />
dieren, die zich gedragen als an<strong>der</strong>e, gevaarlijke dieren. Er zijn eenvoudige kevers, die bij<br />
voorkeur een schorpioen imiteren. Er bestaan kleine, zeer onschuldige insecten, die de<br />
gewoonte hebben zich plotseling in een felle, scherpe en gevaarlijke kleur te tonen, met als<br />
gevolg dat hum vijanden denken, dat zij giftig zijn. De mens kan op deze wijze ook handelen.<br />
Het ongestoord zijn in zijn leven is voor hem zeer belangrijk, wanneer hij tot een werkelijke<br />
innerlijke bewustwording wil komen. En die bewustwording, vrienden, krijg je niet cadeau. Om<br />
te zorgen dat je dus nooit jezelf min<strong>der</strong>waardig voelt, gedraag je je alsof je de<br />
meerwaardigheid zou bezitten, en tr<strong>ek</strong> alle consequenties daarvan, zodat je in het weten van<br />
je meer kunnen bereiken niet meer de noodzaak gevoelt aan an<strong>der</strong>en te tonen wat je waard<br />
bent.<br />
Het is een zeer ingewikkelde kwestie, waarbij eigenlijk een dubbele suggestie optreedt.<br />
Normalerwijze wordt n.l. het min<strong>der</strong> waardigheidscomplex getransponeerd in een gedrag, dat<br />
meer<strong>der</strong>waardigheid tracht aan te tonen. Maar indien wij de min<strong>der</strong>waardigheid zodanig<br />
aanvullen door een eenvoudige simulatie, dat ons eigen leven onberoerd blijft door de z.g.<br />
t<strong>ek</strong>ortkomingen, dan zal dit gedrag zelve de meer<strong>der</strong>waardigheid reeds zo bevestigen, dat het<br />
voor ons niet noodzakelijk is ver<strong>der</strong> een meer<strong>der</strong>waardigheid te tonen. Wij kunnen dus<br />
terugkeren tot de ne<strong>der</strong>igheid, die bij ons concept van het eigen wezen past. Over dit punt<br />
verwacht ik waarschijnlijk de volgende keer enkele vragen.<br />
o-o-o-o-o<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
61
62<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
Tweede deel<br />
Ware esoterie houdt niet slechts in het erkennen van het “ik” maar ook een volledig beleven<br />
van het ik. Een noodzakelijkheid je zelf uit te drukken, zoals je voelt te zijn en niet zoals de<br />
wereld verwacht dat je zult zijn, bet<strong>ek</strong>ent een voortdurend strijdpunt. Het wordt voor de<br />
doorsneemens onnoemelijk moeilijk zich te geven voor wat hij in feite meent te zijn.<br />
Bovendien zouden zelfmisleidingen grote conflicten kunnen veroorzaken. Het is duidelijk dat<br />
wij niet mogen stellen, dat degene die esoterisch streeft nu zon<strong>der</strong> me er zijn eigen “ik”<br />
concept op de wereld mag uitdrukken. Er komt nu eigenlijk dit bij naar voren: de persoon<br />
(vroeger een woord voor masker, zoals u weet) mag heel rustig verbergen het werkelijk ik.<br />
Juist voor degenen, die geestelijk hoog stijgen, is het noodzakelijk zich te verbergen. Niet<br />
zozeer voor zichzelve of voor een wereld die zij zouden vrezen, als wel voor de mogelijkheid<br />
dat door de juiste erkenning van het “ik” te grote conflicten in de wereld zouden ontstaan. Bij<br />
deze esoterie zullen we dan in de eerste plaats opbouwen: een uiterlijke schijn en deze<br />
uiterlijke schijn zullen wij ten koste van alles zoveel mogelijk handhaven. Alleen daar, waar wij<br />
door een volkomen sympathie, een volkomen begrip of de gevoelde behoefte van an<strong>der</strong>en, en<br />
deze an<strong>der</strong>en iets van ons werkelijk wezen menen te kunnen schenken (dus hen daarmede te<br />
verrijken), zullen wij voor een ogenblik van het conventionele masker afstand kunnen doen.<br />
Maar zelfs dan nooit langer dan noodzakelijk is.<br />
U zult begrijpen waarvoor dit nodig is. Op het ogenblik dat u werkelijk inwijding zo<strong>ek</strong>t, moet u<br />
de uiterlijkheid achter u laten. Een esotericus die doordringt tot zijn innerlijke werelden moet<br />
in feite de wereld buiten zich op een zodanig an<strong>der</strong>e manier zien dat ze weinig of geen<br />
bet<strong>ek</strong>enis meer heeft, Gelijktijdig is echter de stofmens gedwongen te leven in een wereld, die<br />
voor zich elke bet<strong>ek</strong>enis en alle belangrijkheid opeist. Zou hij met die wereld in conflict komen,<br />
dan zou zij zich we<strong>der</strong>om voor hem belangrijk maken. Want het “ik” concept bet<strong>ek</strong>ent nog niet<br />
het aanvaarden van alle omstandigheden, die rond het “ik” kunnen optreden zon<strong>der</strong> meer. Het<br />
gevolg is, dat als een afweer een vergrote eenvoud en simpelheid moet worden gebruikt, om<br />
daarachter het bereikte te verbergen.<br />
Toch zullen wij soms de behoefte hebben een z<strong>ek</strong>ere band te knopen met onze omgeving. Dat<br />
kan b.v. geschieden door muzi<strong>ek</strong>, beschouwing van kunstwerken e.d. Laten we dan dit stellen:<br />
Voor een ie<strong>der</strong>, die esoterisch streeft en daarin enige bereiking heeft, zal de behoefte aanwezig<br />
zijn om in zoveel mogelijk eenvoudige en kunstzinnige of gevoelswaarden een aanvulling te<br />
vinden voor de gebr<strong>ek</strong>en, die zijn wereld t.o.v. hem toont. De gebr<strong>ek</strong>en van die wereld zijn die<br />
delen, die niet harmonisch zijn met het bereikte inzicht omtrent het werkelijk ik. Daarom is het<br />
belangrijk dat een ie<strong>der</strong>, die naar esoterie streeft, enig begrip heeft van melodie, muzi<strong>ek</strong>. Dit<br />
bet<strong>ek</strong>ent niet, dat van u verwacht wordt dat u allen in gezang zult uitbarsten. Er is niets zo<br />
ergerlijk dan een stel mensen, die staan te zingen omdat zij zingen willen. Maar het is heel<br />
begrijpelijk dat u niet alleen zult volstaan met de reproductie van muzi<strong>ek</strong>, die door an<strong>der</strong>en<br />
wordt gemaakt, maar dat u al is het maar door zingen, het spelen van piano, viool of iets<br />
an<strong>der</strong>s zult trachten iets van deze verrukking <strong>der</strong> melodie van uit uzelf geboren te doen<br />
worden. Eerst daardoor n.l. kan de volledige verdieping ontstaan.<br />
Hetzelfde geldt voor kunst. Het is niet voldoende de kunstwerken van an<strong>der</strong>en (schil<strong>der</strong>werken<br />
b.v.) te bewon<strong>der</strong>en men moet in staat zijn zelf iets te produceren en wat daarop gelijkt. Het<br />
behoeft niet dezelfde volmaaktheid en grote waarde te hebben, maar de kracht van het<br />
scheppen moet vanuit het “ik” worden uitgeoefend. Op deze wijze kan de geestelijk ver<strong>der</strong><br />
gevor<strong>der</strong>de een zeer eenvoudige aanpassing vinden aan zijn wereld. Hoe complexer men de<br />
voorstellingen maakt en hoe groter de eisen, die men zich in dit opzicht aan zichzelve stelt,<br />
hoe meer de werkelijke inhoud teloorgaat. Het gaat er niet om dat u perfect piano speelt,<br />
maar het gaat er om dat u uw emotie muzikaal kunt weergeven, een taal spr<strong>ek</strong>end, die voor<br />
het gevoel van an<strong>der</strong>en misschien nog wel bet<strong>ek</strong>enis heeft, maar die geen reden meer heeft en<br />
als zodanig niet in strijd komt met uw wereld zon<strong>der</strong> meer.<br />
Het transponeren van een persoonlijkheidsuiting van het redelijke (uw door conventie<br />
gevormde wereld) naar het terrein van kunstenaarschap en gevoel, is over het algemeen de<br />
meest juiste. Vergeet echter niet dat an<strong>der</strong>en niet zullen begrijpen in hoeverre u zichzelf juist<br />
daarin geeft en uitleeft en dus z<strong>ek</strong>er niet uw prestaties zullen waar<strong>der</strong>en volgens dat, wat ze<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
voor u zijn. Over het algemeen zal de kunst van de esotericus een eenvoudig, wel aardig, of<br />
misschien zelfs onbeholpen kunstzinnig gestuntel genoemd worden. Dat hin<strong>der</strong>t niet. De<br />
behoefte is de uitdrukkingsmogelijkheid zelf, ver<strong>der</strong> niet. Indien wij t<strong>ek</strong>ort schieten t.o.v.<br />
onszelf onverschillig hoe of waar kunnen wij vaak door een poging tot scheppen een<br />
compensatie vinden. Waar u wilt scheppen of op welke wijze u wilt scheppen, dat moet uzelf<br />
weten. De mogelijkheid van creatie loopt zover uiteen, dat voor praktisch ie<strong>der</strong> daarin iets te<br />
vinden is. Het loopt uiteen zou ik haast zeggen van de conference en het grapje tot<br />
Shakespeare, van do, re, mi, fa, sol tot Beethoven en van het kleipoppetje en het zandko<strong>ek</strong>je<br />
tot de denker van Rodin.<br />
Hebt u het schandaal gehoord over Rodin? (Dit om even de spanning te br<strong>ek</strong>en). Hij is zeer<br />
verontwaardigd geweest. Toen de penseur was tentoongesteld, kwam hij later weer en was er<br />
een an<strong>der</strong> bordje on<strong>der</strong> geplaatst, waarop stond: Lijdt ook gij aan verstopping? Gebruik dan<br />
dat en dat. U kunt zeggen wat heeft die mop nu ineens te de en hier midden in dit verhaal?<br />
Luister goed. Er was in de mens, die deze grap uithaalde, een z<strong>ek</strong>ere disharmonie, met het<br />
beeld. Het was hem te pretentieus. Hij wilde het terug brengen tot de properties, die het voor<br />
hem had. Hij deed dit op een wat kwetsende wijze.<br />
Het is voor ons niet noodzakelijk om overal, waar ons iets niet bevalt, een bordje te gaan<br />
zetten, dat onze werkelijke waar<strong>der</strong>ing weergeeft. Maar indien wij als esoterici dus strevend<br />
naar een innerlijke waarheid geconfronteerd worden met waarden, die wij niet kunnen<br />
bevatten zoals de wereld die waardeert, of zoals men van ons eist dat wij ze zullen zien, dan<br />
is, heel vaak het herbenoemen van die dingen, het geven van een persoonlijke waar<strong>der</strong>ing<br />
daaraan een redmiddel. Wij kunnen de meest groteske plechtstatigheid verdragen, indien ze<br />
voor ons een an<strong>der</strong>e dan volledig ernstige bet<strong>ek</strong>enis krijgt. Het wordt een scherts, een<br />
charade, waarin wij meespelen. Wij behoeven onze werkelijke persoonlijkheid dan niet daarin<br />
te verhullen, maar kunnen haar beleven in iets, dat voor an<strong>der</strong>en een totaal differente<br />
bet<strong>ek</strong>enis heeft. Laten wij niet vergeten, dat de esotericus zich te allen tijde moet aanpassen<br />
aan zijn wereld. Door gebruik te maken van deze middelen kan hij als een zeer eenvoudig,<br />
simpel, oppervlakkig mens leven en toch gelijktijdig de volledige diepte van het leven beseffen<br />
en voor zichzelf steeds ver<strong>der</strong> doordringen tot de kennis van het eigen ik. Ik hoop dat u ook<br />
hiervan nota wilt nemen en wanneer u suggesties nodig hebt hoe dat te doen, moet u maar<br />
eens wachten tot broe<strong>der</strong> Henri in de buurt is, die zal u ongetwijfeld daarbij gaarne van dienst<br />
zijn.<br />
Dan komen we weer tot een volgend punt. We hebben het gehad over klanken. Ik zou u<br />
vandaag ook nog iets willen vertellen over incantaties. Een incantatie is te allen tijde een re<strong>ek</strong>s<br />
van klanken. De woorden die erbij komen zijn incidenteel. Ze zijn weergave van begrippen<br />
misschien en worden hoofdzakelijk gebruikt, omdat daar aan een z<strong>ek</strong>ere gevoelswaarde<br />
verbonden kan worden. Een incantatie zou kunnen worden gezegd op een dreun en door haar<br />
ritme bepaald worden. In de meeste gevallen echter wordt zij gezocht in verschillen van<br />
doordringing (hardheid), verschillen van toon en daar naast een niet zeer ritmische br<strong>ek</strong>ing in<br />
de stem. Gebruiken wij daarvoor de oude methode, dan gebruiken wij daarvoor de z.g.<br />
klimmende re<strong>ek</strong>sen. In de oude magie begint een incantatie heel vaak praktisch bas en eindigt<br />
in een uitroep, die de bariton te boven gaat en zeer vaak doet denken aan de sopraan. Latere<br />
bezweringen en incantaties hebben de monotonie van het gemurmelde en vinden hun kracht in<br />
een zwellend geluid. De incantaties, die op het ogenblik gebruikt worden, vinden over het<br />
algemeen hun kracht in het gebruik van de Gregoriaanse cantus, dus een re<strong>ek</strong>s van melodi<strong>ek</strong><br />
en zang. Nu is het voor ons erg moeilijk om u even te gaan leren wat een incantatie is en hoe<br />
u die moet gebruiken. Moeilijker zou het nog zijn u duidelijk te maken welke incantaties u<br />
allemaal kunt gebruiken. Ik wil allereerst grijpen naar een incantatie, die gebruikt werd in de<br />
G.G.S. Dat was de incantatie aan Arcan.<br />
Arcan heeft verschillende functies. Arcan is een naam, een begrip, ver<strong>der</strong> niet. Men noemt<br />
hem de eerste genius van de maan en de eerste dienaar van de zon. Men noemt hem ook wel<br />
eerste genius van de zon en vorst van de maan. In ie<strong>der</strong> geval is hier sprake van<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
63
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
tweeledigheid in een persoon. Bij een incantatie aan Arcan wordt altijd r<strong>ek</strong>ening gehouden met<br />
het feit: dat hij krachten ón<strong>der</strong> zich heeft. De opbouw van een <strong>der</strong>gelijke incantatie is dus<br />
steeds allereerst een oproeping van het kosmische. En dat kosmische kunt u uitdrukken zoals<br />
u wilt. U kunt het b.v. doen als volgt:<br />
Almachtige God, spr<strong>ek</strong>end in Uwe naam en werkend met Uwe kracht, vraag ik U: beveel<br />
door Uw grootmogend licht, Uw wijsheid en Uw vermogen, dat Uw dienaar Arcan tot mij<br />
snelle en mij bijstaat in de taak, die ik ga vervullen.<br />
Dat is een mogelijkheid. Het is helemaal niet een noodzaak, het is een mogelijkheid. En dan<br />
krijg ik altijd een tweede gedeelte, waarbij ik ga spr<strong>ek</strong>en tegen Arcan. B.v.:<br />
Heil U, machtige Arcan, heerser van de geesten <strong>der</strong> maan. Ik richt mij tot U. Kom tot mij.<br />
Snel met uwe dienende geesten tot mij. Drijf de kwade krachten, die rond ons zijn, uit en<br />
bescherm ons zo, etc.<br />
En dat blijft dan meestal een dreun. Het eerste kan nog gemodelleerd zijn, het tweede blijft<br />
een dreun. Maar nu kom je aan het <strong>der</strong>de toe. En ja, daar ga je dan meestal ook weer een<br />
hele re<strong>ek</strong>s namen noemen maar het vreemde is, dat een <strong>der</strong>gelijke incantatie heel vaak haast<br />
gezóngen wordt. Hier spre<strong>ek</strong>t de gevoelswereld een beetje mee. B.v. (ik zal een algemene<br />
terminologie gebruiken, ik wil niet verward raken in een re<strong>ek</strong>s van namen):<br />
Gij, dienaren van de Allerhoogste, gij die zijt on<strong>der</strong>steld aan hem, die is dienaar van de zon<br />
en meester van de maan, tot u zeg ik: Komt en geeft uwe krachten. Komt en geeft uw licht.<br />
Opdat volvoerd worde dit werk, dat wij hier on<strong>der</strong>nemen. En ik zeg u in de naam van Hem,<br />
Die alle krachten regeert: gehoorzaam mijn stem.<br />
Wanneer je nu die incantaties voor jezelf gaat gebruiken, dan is dat betr<strong>ek</strong>kelijk lastig. Toch<br />
kun je er soms een z<strong>ek</strong>ere hulp van hebben. En dat is dan ook de reden, waarom ik dit van<br />
avond aansnijd. U zult heel vaak de behoefte hebben om te bidden en u weet niet wat u moet<br />
doen. Dan kunt u zichzelf al durft u het misschien niet hardop te zeggen een z<strong>ek</strong>ere incantatie<br />
denken. Stel uzelf in de plaats van een priester of een tovenaar desnoods, een magiër, een<br />
meester, die op deze wijze met het geluid de krachten van het heelal bedwingt. Wanneer u ze<br />
niet durft uit te spr<strong>ek</strong>en (en dat komt heel vaak voor een mens meent al heel gauw dat hij<br />
voor g<strong>ek</strong> staat, nietwaar?) denk ze dan eens van binnen. Bid niet alleen maar, zoals sommige<br />
mensen doen God, help mij vrienden uit de geest, sta mij bij. Het is wel mooi en goed, maar<br />
het is vaak niet voldoende. Wij moeten ons hele wezen daarmee verbinden.<br />
Nu heeft ie<strong>der</strong> in zichzelf en voorstelling. Noem het mijnentwege een droom. Een droom<br />
waarin je de macht bezit, die je begeert. Dan kunnen we natuurlijk grijpen naar de<br />
Scheingestalt als aanvulling. Maar we kunnen ook dit doen. Wij kunnen voor onszelf tijdelijk<br />
ons afsluitend van de wereld een houding aannemen, alsof wij deze priesterlijke functie, dit<br />
won<strong>der</strong>dadig vermogen en wat dies meer zij in feite zouden bezitten. En wij kunnen dan<br />
krachtens deze voorstelling, maar steeds ons daarbij on<strong>der</strong>werpend aan de wil van het<br />
Goddelijke, van het Scheppend Principe een re<strong>ek</strong>s van woorden vinden. Het hoeft niet mooi te<br />
zijn, maar het moet van binnenuit komen. Die woorden moeten wij a.h.w. als een bezwering<br />
doen uit golven. Bezwerende stellen wij op deze wijze alleen reeds door de illusie van de klank<br />
binnen ons zij het in dit geval alleen op astraal terrein door gedachte-uitstraling een z<strong>ek</strong>ere<br />
harmonie met an<strong>der</strong>e sferen als mogelijkheid. Wij gaan d.m.v. de incantatie buiten ons eigen<br />
bereik. Wij maken ons tijdelijk deel van een wereld van geesten en krachten, die stoffelijk<br />
misschien niet te beseffen zijn. En wij kunnen deze krachten dirigeren. Naarmate wij sterker<br />
zijn in ons vertrouwen en in ons geloof, in die mate zullen wij meer kunnen presteren.<br />
Ik wil niet de avond ver<strong>der</strong> vullen met re<strong>ek</strong>sen van incantaties. Dat heeft weinig zin. U bent<br />
zover nog niet. Wat ik wel wil doen is dit: Ik wil u duidelijk maken waarom een incantatie<br />
werkt, hoe ze werkt en op welke wijze zij gebruikt kan worden. Elke incantatie moet bovenal<br />
een persoonlijke uiting zijn, die in zoverre is geformaliseerd, dat zij de hoofdzaken van eigen<br />
persoonlijkheid in vaste en daarom voor an<strong>der</strong>en en an<strong>der</strong>e werelden aanvaardbare ver<br />
houdingen weergeeft. De formule, die daarvoor zou kunnen worden gesteld, zou dan als volgt<br />
luiden de totale werking van een incantatie is gelijk aan: wil maal concentratie, gedeeld door<br />
voorstelling van onvermogen. De uitkomst is dan: incantatie is gelijk aan bereiking.<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
64
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
Intensiteit van geloof bet<strong>ek</strong>ent niet een uitschakeling van de werkelijkheid, zoals menigeen<br />
denkt, maar slechts het realiseren van een innerlijke werkelijkheid, die normalerwijze terzijde<br />
wordt gesteld, op het ogenblik dat wij proberen deze innerlijke werkelijkheid uit te drukken in<br />
geloofstermen, in een geloofsbeleving zon<strong>der</strong> meer, zullen wij in conflict komen met de rest<br />
van de wereld. Het gevolg is, dat wij komen tot een normalisering, waarbij het persoonlijke<br />
van het geloof teloor pleegt te gaan. Wanneer echter in ons een geloof bestaat en wij kunnen<br />
dit vanuit ons persoonlijk open baren (a.h.w. door een formule van denken, streven, een<br />
moduleren van alles bewust en on<strong>der</strong>bewust. wat in ons zit) dan hebben wij daarmee op vele<br />
vlakken van onze persoonlijkheid gelijktijdig een werking ontketend. Ons gehele wezen<br />
spre<strong>ek</strong>t mee. De incantatie is niet slechts de weergave van een stoffelijke formaliteit, het is<br />
niet de reproductie van klanken alleen, het is een volledige uitdrukking van eigen<br />
persoonlijkheid met een stuwende wil plus een vast geloof en vertrouwen. Een geloof is dus<br />
een innerlijke werkelijkheid. Wij realiseren ons die innerlijke werkelijkheid en maken haar<br />
suprème boven elke stoffelijke werkelijkheid, die wij normalerwijze erkennen. Krachten<br />
kunnen hieruit worden geput.<br />
Wanneer gebruiken wij de incantatie? We zullen een incantatie z<strong>ek</strong>er niet te vaak gebruiken.<br />
Een incantatie moet en zal een laatste redmiddel blijven. Wanneer wij ons n.l. te veel<br />
bezighouden met de incantatie, dan zal ofwel de intensiteit waarmee wij deze gebruiken,<br />
aanmerkelijk afnemen door gewoontevorming en de incantatie dus haar werkzaamheid<br />
verliezen dan wel wij zullen door het voortdurend leven in een intense beschouwing van niet<br />
materiele waarden de stoffelijke wereld voor een groot gedeelte uit het oog verliezen en niet<br />
meer realistisch handelen daarin. Wij mogen dus alleen in noodgevallen de incantatie<br />
gebruiken. Zij moet gebruikt worden voor die waarden, waarmee onze eigen wil en streven<br />
volledig in overeen stemming zijn. Zij moet ver<strong>der</strong> worden gebruikt in afzon<strong>der</strong>ing.<br />
Nooit en te nimmer temidden <strong>der</strong> massa. Altijd en te allen tijde na rijpelijk overwegen en een<br />
vaststellen van de mogelijkheid, een vaststellen van het werkelijk geloof, dat in ons leeft. Zij<br />
zal worden gericht tot alle al of niet bestaande geesten, heiligen en voor stellingen, die in ons<br />
stoffelijk denken geassocieerd kunnen worden samengevat.<br />
De gehele persoonlijkheid wordt erin geuit. Wat kan er bereikt worden met de incantatie?<br />
In de eerste plaats: het uitdrijven van krachten, die niet harmonisch zijn met ons eigen wezen.<br />
De incantatie brengt n.l. het eigen wezen geheel in harmonie en geeft het daarmee een<br />
zodanige doordringingskracht, dat elke niet harmonische kracht daardoor verdreven wordt.<br />
In de tweede plaats: harmonie met an<strong>der</strong>e werelden en an<strong>der</strong>e sferen, in zoverre ons eigen<br />
wezen de krachten en vermogens heeft om zich in die werelden te bewegen en zich met de<br />
krachten van die werelden te associëren.<br />
In de <strong>der</strong>de plaats: beheersing van alle stoffelijke waarden, die door het denkleven beheerst<br />
kunnen worden. Alle gedacht<strong>ek</strong>racht in de verschillende intensiteiten dus tot de geestelijke<br />
kracht toe kunnen worden gebruikt om in de stof bepaalde wijzigingen aan te brengen.<br />
Wanneer wij een incantatie uitspr<strong>ek</strong>en, kan deze kracht indien de incantatie gericht wordt voor<br />
dit doel gebruikt worden. Bovenal wanneer wij leren de incantatie daadwerkelijk te gebruiken<br />
voor een bepaald doel en dit niet overdrijven en niet te vaak doen, zal zij ons vaak een geheel<br />
nieuw inzicht geven in ons eigen wezen en onze eigen mogelijkheden. Het bevor<strong>der</strong>t onze<br />
bewustwording en geeft ons een scherpere realisatie van onze eigen vermogens.<br />
Nu nog een klein stukje theorie op een an<strong>der</strong> terrein. Heeft u een voorstelling van God?<br />
Probeer u God voor te stellen, onverschillig hoe. Of God voor u een leegte is of een menselijke<br />
gestalte, dat geeft niet probeer u God voor te stellen. Deze God is het symbool van de<br />
werkelijkheid. Niet alleen het symbool van de werkelijkheid van de aarde, maar van alle voor<br />
ons toegankelijke werelden. Realiseer u hoe u zich die God hebt voorgesteld. Uit de wijze waar<br />
op deze God bestaat uit zuiver menselijke of bovenmenselijke vorm, uit licht of misschien zelfs<br />
een totale afwezigheid van vorm, kunt ge nagaan, hoever uw vermogen van aanvaarding en<br />
begrip zich uit breidt buiten uw eigen wereld. Onze God is n.l., niet alleen voor ons een<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
65
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
concept van de kosmos, van de Eeuwige, onze God is tevens voor ons een soort maatstaf, een<br />
soort waardemeter voor ons eigen wezen. Alles wat met God samenhangt, hangt tevens met<br />
onszelf samen. Onze God en dat dienen wij goed te onthouden, is te allen tijde voor ons reëel.<br />
Hij zal misschien nooit reëel bestaan zoals wij Hem ons voorstellen, maar Hij is een deel van<br />
de goddelijke Werkelijkheid. Wat wij ons van God bewust kunnen voorstellen, is een directe<br />
weergave van ons eigen wezen in zijn opgang tot God. Zo kan elk godsbegrip en elk<br />
godsvertrouwen gebruikt worden om eigen wezen daarmee na<strong>der</strong> te definiëren.<br />
Misschien is het wel de bedoeling van de Eeuwige geweest, toen Hij de mensen eerst<br />
godsbegrip gaf en een godsbesef, om hem een waardemeter te geven, aan de hand waarvan<br />
hij zichzelf kon erkennen in de kosmos. Het zou dwaas zijn hiervan geen gebruik te maken. De<br />
esotericus dient dan ook voortdurend na te denken over zijn God en uit het begrip van zijn<br />
God voor zichzelf een beeld van het “ik” te maken. Meer dan alles wat wij in onze eigen wereld<br />
kunnen zien rond ons, geeft het beeld van God ons een indruk van de verschillende niet<br />
stoffelijke waar<strong>der</strong>ingen en werelden, die u vanuit de stof dus in uzelf erkennen kunt en<br />
bezitten. Door ons datgene wat wij boven ons eigen perceptievermogen van sferen nog<br />
kunnen erkennen of kunnen weten en ervaren.<br />
De z<strong>ek</strong>erheid, dat deze God met ons is, zou ons moeten brengen tot een identificeren van<br />
onszelf met, deze God. Let wel, er komt geen enkel ogenblik, dat wij kunnen handelen in<br />
plaats van God. Maar wij kunnen wel voortdurend handelen als een gehoorzaam déél van die<br />
God. Wij zijn werktuig. Dit werktuig zijn sluit niet een vrije wil uit, maar stelt wel, dat in<br />
onszelf voortdurend na rijp overleg een primaire weg of mogelijkheid zal worden gevonden,<br />
langs welke wij gelijktijdig tegemoet kunnen komen aan ons Godsbegrip plus onze persoonlijke<br />
behoefte. De weg, die het “ik” met zijn ogenblikkelijke behoeften, en gedachten verenigt met<br />
de eeuwigheid, zon<strong>der</strong> daarbij ooit af te wijken van het werkelijk godsconcept, is voor ons de<br />
juiste weg van handelen en leven. Handelen en leven wij juist, dan zijn wij dus een<br />
weerkaatsing van onze God, Maar wat meer is, wij zullen dan die God openbaren aan alles wat<br />
rond ons is. In deze openbaring zullen alle voor ons niet b<strong>ek</strong>ende facetten van het Goddelijke<br />
in de omgeving antwoorden.<br />
Ons godsbeeld mag nooit permanent zijn. Het is een steeds wisselende waarde en indien wij<br />
goed leven een steeds groeiende waarde. Naarmate ons concept van God groeit, zullen niet<br />
alleen ons zelfbewustzijn, ons zelfbegrip en onze zelfkennis groeien, maar gelijktijdig ook ons<br />
vermogen om te heersen over die factoren binnen het totaal van de kosmos, die door onze<br />
God nog worden voorgesteld. Iemand, wiens God een vorm heeft als van een mens moet nooit<br />
proberen om b.v. een wereld van klank en kleur te beheersen. Dat is onmogelijk. Die God is<br />
daar a.h.w. nog niet vol doende rijp voor. Hij staat op een te laag niveau. Toch is Hij voor u<br />
het beeld van God. Probeer echter niet u nu een God te gaan aanmeten, die zo hoog mogelijk<br />
staat, maar probeer een God u voor ogen te stellen, die in<strong>der</strong>daad in u leeft, die u voelt a.h.w.<br />
Leer op uw gevoelens te vertrouwen. Uw gevoelens zijn juist in deze weg van innerlijke<br />
bewustwording vaak de enig juist maatstaf. De correctie daarop in het gedrag geschiedt aan<br />
de hand van de rede. Wij kunnen dit als volgt vergelijken:<br />
Onze gevoelswereld en onze innerlijke erkenning van God is als het voorstel, dat wordt gedaan<br />
om een huis of een tempel te bouwen. De rede is de architect, die het voorstel uitvoerbaar en<br />
aanvaardbaar moet maken. Indien wij ons werelds bestaan - hetzij in de stof of ergens an<strong>der</strong>s<br />
- zouden willen baseren op alleen een gevoelswereld, dan zouden al onze structuren<br />
ineenstorten. We zouden nooit iets werkelijk kunnen bereiken en z<strong>ek</strong>er niet wat wij wensen te<br />
bereiken. Maar indien wij steeds het gevoel en de gevoelsinhoud maken tot de stimulans van<br />
het denken en de rede gebruiken als het instrument, waarmee langs de weg van het denken<br />
de gevoelswereld kan worden omgezet in een tastbare waarde, dan scheppen wij voor ons de<br />
volmaaktheid, die in ons is, steeds meer buiten onszelf. Hierin treedt een grotere<br />
zelfverwerkelijking op en dus (denkt u terug aan het voorbeeld in het begin al gegeven over<br />
die verschillende bakken met water) wordt tussen ons en hogere niveaus een directe<br />
verbinding vastgesteld, die door de daad in stand wordt gehouden. Het is dus niet meer de<br />
gedachte, die hier de verbinding vormt met een hogere wereld, maar het is de redelijke<br />
uitvoering van het juist aangevoelde.<br />
66<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
Onze God kent natuurlijk een z<strong>ek</strong>ere voor ons niet begrijpelijke redelijkheid. Onze God doet<br />
veel dingen, die wij wel aan Hem willen toeschrijven, aan Hem willen wijten, maar die wij voor<br />
onszelf niet kunnen accepteren. Hier ontstaat een strijdigheid tussen ons en onze God. Dit Is<br />
niet aanvaardbaar. Onze God moet te allen tijde in overeenstemming zijn met het voor ons<br />
draagbare en aanvaardbare. Slechts dan kunnen wij de kracht van die God gebruiken. In<br />
negen van de tien gevallen zal indien een godsvoorstelling is aangepast aan de persoonlijkheid<br />
elk falen van die God volgens menselijk concept niet aan die God te wijten zijn, maar aan de<br />
wijze waarop de mens de kracht van die God heeft weten te gebruiken.<br />
Heel vaak beseffen wij innerlijk wat goed en juist is, maar willen wij dit niet aanvaarden. In<br />
<strong>der</strong>gelijke gevallen wordt het heel erg moeilijk. Want hier komen wij niet in strijd met God<br />
maar met onszelf. Een strijd met God is altijd aanvaardbaar. Iemand die met God strijdt,<br />
eerlijk en oprecht, zo<strong>ek</strong>end naar de werkelijkheid van die God en van zichzelve, zal altijd tot<br />
een goed resultaat komen. Maar de mens die zijn eigen wensen en voorkeuren, zijn eigen<br />
angsten, verlangens of bezitslusten laat prevaleren boven de door hem erkende wil Gods,<br />
kracht Gods, zal daardoor met zichzelf in strijd tot een absolute Godverloochening komen, een<br />
bemanteling van zichzelf en een tijdelijke meestal niet blijvende daling op het vlak van<br />
bewustzijn, waardoor de innerlijke bewustwording zo zeer vermin<strong>der</strong>d wordt, dat hij terugkeert<br />
tot een stoffelijk of bijna dierlijk peil. Dit geldt ook voor vele geesten in an<strong>der</strong>e sferen dan de<br />
uwe.<br />
Met deze punten heb ik dan hetgeen ik voor vandaag te zeggen had afgesloten. We gaan nu<br />
eerst pauzeren, na de pauze. krijgt u een an<strong>der</strong>e spr<strong>ek</strong>er. Maar het ligt wel in bedoeling, dat u<br />
daar mee dan discussieert over de punten, die we op het ogenblik al geboord hebben, en<br />
ver<strong>der</strong> vooral over die punten van de eerste les, die u nog steeds niet begrepen hebt. Ik zou er<br />
bij willen opmerken, dat we gezien het opschieten, dat nu wel noodzakelijk is graag zouden<br />
zien, dat u elke breedsprakigheid of afwijking van het hoofdon<strong>der</strong>werp zoveel mogelijk<br />
vermijdt. Houdt u bij het essentiële, de zelferkenning en de wetenschap, die daarmee gepaard<br />
kan gaan.<br />
o-o-o-o-o<br />
Goedenavond, vrienden.<br />
Wij zullen dan overgaan tot het behandelen van de vragen, die u wilt stellen.<br />
In een vorige les staat: Indien u dit uit een geloof doet en dan staat er tussen haakjes, dus<br />
in een klakkeloze aanvaarding. Nu kan ik geloof niet in overeenstemming brengen met een<br />
klakkeloze aanvaarding, Voor mij is geloof een <strong>der</strong> grootste hulpmiddelen om tot een<br />
verlichting te komen. En het woord klakkeloos vind ik denigrerend voor het geloof.<br />
Dat is een verschil van opvatting. Geloof kan een hoge waarde zijn, wanneer het een innerlijke<br />
aanvaarding is. Maar in 9 van 10 gevallen is datgene, wat men geloof noemt, in feite een<br />
ontvluchting van het probleem, een weigering om er over na te denken. Ik vermoed dat in<br />
deze zin het woord klakkeloos werd gebruikt. Er zijn heel veel mensen, die zich niet eens een<br />
voorstelling maken van de mogelijkheid, dat God misschien nog op een an<strong>der</strong>e manier bestaat<br />
dan het geleerd wordt. Zij nemen dat klakkeloos aan. En het is dus wel nodig, dat u in een<br />
<strong>der</strong>gelijk geval de context beziet, voordat u tot een conclusie komt. Het is helaas niet zo dat er<br />
afzon<strong>der</strong>lijke woorden bestaan voor elke aparte variant van geloof. Vandaar dat van bijgeloof<br />
tot Godserkenning alles on<strong>der</strong> geloof kan worden begrepen.<br />
Wanneer u vraagt een voorstelling te maken van het godsbegrip en ik denk aan de<br />
associatie die ik heb, wanneer ik hoor zeggen de Opperbouwmeester des heelals, m.a.w.<br />
dat ik wanneer ik aan God denk aan de gehele schepping denk, zowel stoffelijk als in alle<br />
an<strong>der</strong>e werelden, hoe kan ik mij daar dan een voorstelling van maken?<br />
Het is vaak zeer moeilijk om een denkbeeld te omschrijven. En toch als u die associatie, hier<br />
uitspre<strong>ek</strong>t, dan moet er een beeld van bestaan. An<strong>der</strong>s gezegd: wanneer u komt tot een<br />
omschrijving van uw associatie, moet er al een beeld zijn. Het beeld groeit vanzelf in u uit de<br />
associatie, die u naar voren brengt. Het is niet noodzakelijk om dat zon<strong>der</strong> meer ver<strong>der</strong> te<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
67
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
definiëren, maar ik neem toch aan, dat u op de een of an<strong>der</strong>e manier uw God omschrijft. En ik<br />
vermoed, dat u God eer<strong>der</strong> ziet als een beweging of een activiteit dan iets an<strong>der</strong>s.<br />
Als een bezieling.<br />
Goed, noemt u het bezieling, dan heeft u daarmede ook uw eigen godsvoorstelling. En<br />
naarmate u die bezieling kunt uitbreiden tot een groter aantal werelden en concepten van<br />
mogelijkheden, zult u dichter komen tot het totaal Goddelijke.<br />
In verband met het eerste gedeelte over incantaties en invocaties komt het mij voor, dat al<br />
die piramidet<strong>ek</strong>sten en de t<strong>ek</strong>sten uit de Egyptische dodenbo<strong>ek</strong>en niet an<strong>der</strong>s zijn dan<br />
incantaties en invocaties.<br />
Niet alle piramidet<strong>ek</strong>sten. Want wanneer wij deze als incantaties willen beschouwen, dan is<br />
opschepperij ook vaak een incantatie. Maar als wij uitgaan van het dodenbo<strong>ek</strong> zelve, dan ben<br />
ik het met u eens, dat het dodenbo<strong>ek</strong> feitelijk niets an<strong>der</strong>s is dan een samenstel van<br />
incantaties. En wanneer wij nog ver<strong>der</strong>gaan en wij zouden willen spr<strong>ek</strong>en over het bo<strong>ek</strong> Thoth,<br />
dat voor u niet toegankelijk is, dan zouden wij zelfs komen te staan voor de incantatie in haar<br />
zuiverste vorm, waar n.l. de begriploze klank identi<strong>ek</strong> wordt met het scheppend woord en als<br />
zodanig een absolute beheersing van alle materie en geest inhoudt.<br />
Incantaties zijn zo oud als de mensheid zelve, dat moet u niet vergeten. Maar naarmate de<br />
mens meer gaat leven in een drukke en materiele samenleving, zal zijn gebruik van die<br />
incantatie langzaam maar z<strong>ek</strong>er een an<strong>der</strong>e gestalte krijgen en op den duur uit het bewustzijn<br />
verdwijnen. Toch moet u mij niet kwalijk nemen, wanneer ik er op wijs, dat feitelijk (zij het<br />
dan ook niet qua intentie) 9 van de 10 vlo<strong>ek</strong>en en verwensingen hun oorsprong vinden in<br />
vroegere incantaties en als zodanig een mo<strong>der</strong>ne vorm daarvan kunnen heten. Een voluit<br />
gesproken g.v.d. beantwoordt n.l. aan alle eisen, die aan een incantatie gesteld kunnen<br />
worden. In.de eerste plaats een associatie van hogere krachten met een bepaald doel in de<br />
tweede plaats een volledige gevoelsuiting in de <strong>der</strong>de plaats een weergave van dit geheel in<br />
een toon die de persoonlijkheid en zijn ogenblikkelijke gesteldheid in de buitenwereld brengen.<br />
Het is maar goed, dat door gebr<strong>ek</strong> aan voldoende concept deze vlo<strong>ek</strong>en en vervlo<strong>ek</strong>ingen <strong>der</strong><br />
mo<strong>der</strong>ne tijd niet dezelfde intensiteit van geestelijke werking vertonen, die de weloverwogen<br />
incantatie normalerwijze heeft.<br />
Kunt u het bestrijden van de angst na<strong>der</strong> toelichten?<br />
Er bestaan in elk wezen bepaalde oerangsten. Die oerangsten worden in de eerste plaats<br />
erfelijk tot stand gebracht, zodat elk menselijk voertuig een afkeer heeft van bepaalde voor<br />
hem en zijn soort gevaarlijke wezens. Deze gevaarlijkheid wordt dan mede betrokken in elke<br />
gelijkenis daarmee, zodat de angst b.v. voor de slang (een geheimzinnig en vaak giftig wezen<br />
in de oudheid) langzaam maar z<strong>ek</strong>er een soort afkeer voor het kruipend gedierte werd en bij<br />
sommigen zelfs nog angst voor b.v. paling, die onschuldig is, met zich brengt. Dergelijke<br />
angsten veroorzaken onmiddellijke en lichamelijke reacties. Een van de reacties van een<br />
<strong>der</strong>gelijke angst of schrik is een vergrote adrenaline afscheiding in het lichaam en daardoor<br />
een verhoogde activiteit.<br />
Daarnaast kennen wij de z.g. associatieve angsten, die bij de doorsneemens uit zijn jeugdjaren<br />
worden ingebracht. Er zijn bepaal de dingen, waarvoor het kind bang is gemaakt. Het leert<br />
later inzien, dat redelijk deze angst overdreven is en irreëel, maar de oude associatie blijft<br />
bestaan. Wanneer een <strong>der</strong>gelijk beeld herbeleefd wordt, ontstaat dezelfde onredelijke<br />
pani<strong>ek</strong>servaring, waarin we<strong>der</strong>om een verhoogde activiteit in het lichaam, verhoogde adrenaline<br />
af scheiding e.d. volgen.<br />
In de <strong>der</strong>de plaats kennen wij dan nog vanuit het geestelijke komende angsten, waarbij<br />
erkende fouten, die echter niet in het stoffelijk bewustzijn gegrift zijn, bij het ontstaan van<br />
soortgelijke omstandigheden een absolute verstijving tot stand brengen. Men kan ineens niet<br />
meer reageren. Men staat als de vrouw van Lot. (iets wat de volksmond langzaam maar z<strong>ek</strong>er<br />
heeft vervormd tot een van Lotje getikt zijn. Dat is dus ook van die vrouw van Lot en haar<br />
verstening a.h.w. afgeleid.) Ook in deze toestand heeft in het lichaam een afweermechanisme<br />
een z<strong>ek</strong>ere activiteit. Nu is er in dit laatste geval meestal geen aanmerkelijke verhoging van<br />
adrenaline, maar er is toch wel een re<strong>ek</strong>s van reacties, die de totale spanning in het lichaam<br />
veran<strong>der</strong>en.<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
68
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
Nu bent u voor iets bang, onverschillig wat. Dit kan nooit zo erg zijn als deze u ingeboren<br />
angsten. En stelt u zich nu eens dit voor: U staat tegenover een groot vuur, waarvan u weet<br />
dat het u verbranden zal en u staat tegenover een rookgordijn, waar achter mogelijkerwijze<br />
monsters verborgen zijn. In 9 van de 10 gevallen zult u het onb<strong>ek</strong>ende gevaar gaan trotseren<br />
op het ogenblik, dat het vuur het b<strong>ek</strong>ende gevaar voelbaar maakt. Voor die tijd komt u niet tot<br />
een keuze. U hebt dan een zodanige impuls, dat u niet denkt aan de fantastische dreiging, het<br />
rookgordijn kunt overwinnen en zo de veiligheid vinden. Wanneer wij nu angsten hebben, zijn<br />
dat meestal <strong>der</strong>gelijke rookgordijnen. D.w.z. de doorsnee angst van de mens is grotendeels<br />
geestelijk zowel als stoffelijk gebaseerd op zijn voorstellingsleven. Wanneer het nu niet een<br />
angst is, die inherent is aan het wezen (dus direct daarmee vergroeid), dan kunnen wij door<br />
een an<strong>der</strong>e angst op te w<strong>ek</strong>ken de gesteldheid van het lichaam en de impuls van het denken<br />
panisch maken, d.w.z. onredelijk. De vlucht voor het ingeboren gevreesde impliceert dat men<br />
het onb<strong>ek</strong>ende gevaar negeert, en in deze negatie heeft men een veel grotere mogelijkheid<br />
om het te overwinnen.<br />
De consequentie van dit geheel is dus: Wanneer er iets is, waarvoor u werkelijk bang bent,<br />
dan moet u dit in de plaats stellen van het imaginaire gevaar, van datgene waardoor u geremd<br />
wordt of datgene wat het u onmogelijk maakt om juist te reageren. Ik mag misschien een<br />
voorbeeld geven.<br />
U bent bang dat u niet kunt voldoen aan de eisen van uw omgeving b.v. door een ledige<br />
portemonnee, een ledige provisi<strong>ek</strong>ast of iets <strong>der</strong>gelijks. Dan zult u in sommige gevallen<br />
absoluut irreëel gaan handelen. U gaat geen voorzorgen treffen, u gaat niet proberen er toch<br />
nog iets van te maken, maar u gaat zich gedragen alsof dit gevaar niet bestaat tot het<br />
ogenblik dat het voelbaar is en dan blijft u zitten, volkomen verslagen. Stel u nu voor dat er<br />
een groter gevaar is dan dit, iets wat ergerlijker is. Het gevolg is dat u denkende daarover zult<br />
improviseren en dus met uw betr<strong>ek</strong>kelijk lege provisi<strong>ek</strong>ast of portemonnee toch nog een<br />
dragelijk resultaat tot stand brengt.<br />
Ik hoop dat u kunt begrijpen hoe dit voorbeeld bedoeld. Wilt u nog ver<strong>der</strong>e aanvullingen of<br />
heeft iemand nog vragen daarover?.<br />
Maar je krijgt door de nieuwe angst toch weer iets negatief is, kun je het niet op een<br />
an<strong>der</strong>e manier doen? Dat je b.v. iets gaat opschrijven waarvan je vervuld bent, een<br />
uitwijkmanoeuvre die op een an<strong>der</strong> gebied ligt?<br />
Die uitwijkmanoeuvre op een an<strong>der</strong> gebied kan alleen plaats vinden, wanneer er nog sprake is<br />
van redelijkheid en die zou bij een bedreiging van de rede door de angst steeds min<strong>der</strong><br />
werkzaam worden. Een angst echter op zichzelf is onredelijk en kan dus zelfs bij een praktisch<br />
verliezen van de rede nog optreden. Vandaar dat de angst dus actiever en bruikbaar<strong>der</strong> is dan<br />
het door u voorgestelde.<br />
Negatief zou ik dit z<strong>ek</strong>er niet willen noemen. Mag ik u herinneren aan het gebruik om een<br />
prairiebrand of een bosbrand te stoppen? Men tracht met klein en beheerst vuur een vlakte<br />
kaal te branden, zodat het aanstormende, al verterende vuur niet meer ver<strong>der</strong> kan. Wat u doet<br />
met een g<strong>ek</strong>ende angstfactor te gebruiken, die door de gewoonte meestal hanteerbaar is, is<br />
niets an<strong>der</strong>s dan dit. Want u w<strong>ek</strong>t een angst op, waardoor de aanstormende pani<strong>ek</strong> of angst<br />
geen ver<strong>der</strong>e vat meer heeft op uw wezen en dus langzaam uitsterft. Het angstbeeld echter,<br />
dat u ingeboren is, heeft in zichzelf ook het verweermechanisme meegebracht, zodat u<br />
automatisch reageert, Deze automatische reactie is voldoende om de kunstmatig opgew<strong>ek</strong>te<br />
angst te begrenzen, zodat beide angsten beheersbaar en a.h.w. geblust zijn. Het is hier dus<br />
geen negatieve maatregel, het is een logische maatregel, waarbij het positieve doel het<br />
schijnbaar negatieve middel tot een redding maakt. En in deze zin werden de voorbeelden<br />
gegeven.<br />
Maar kun je niet gewoon de angst on<strong>der</strong> de ogen zien en er recht op ingaan?<br />
Als je goed kijkt is het meestal nooit zo erg als je wel denkt. En al ben je panisch, op het laatst<br />
wordt de pani<strong>ek</strong> zo groot, dat die niet meer groeien kan. Maar op het ogenblik dat de pani<strong>ek</strong><br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
69
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
zo groot is geworden dat zij niet meer groeien kan, heeft zij alle redelijke normen reeds<br />
verwoest en is het gedrag overgegaan tot het onredelijke of instinctieve, dat in zijn gevolgen<br />
niet beheersbaar is. Op het ogenblik dat die pani<strong>ek</strong> is uitgestorven, uitg<strong>ek</strong>lonken, zullen wij<br />
dus staan voor een re<strong>ek</strong>s van consequenties, die niet te voorzien waren. Het is daarom<br />
verstandiger naar het b<strong>ek</strong>ende terug te wijken, waarin wij een overzicht bezitten, al is het<br />
haast uit de ingeboren gewoonte. Recht op je angst ingaan is alleen dan mogelijk, wanneer zij<br />
niet groeit tot het panische en wanneer de angst gedefinieerd is.<br />
Om jezelf te verbergen kun je een masker dragen. Je kunt ook je in een kunst uiten, maar<br />
dan verraad je je eigenlijk toch veel meer, dan wanneer je helemaal niets doet. Als je<br />
muzi<strong>ek</strong> maakt of zelfs maar als je spre<strong>ek</strong>t, hoort ie<strong>der</strong>een hoe je bent? in de klank alleen<br />
al....<br />
Het is gelukkig voor vele mensen dat die laatste stelling van u niet opgaat. Er zijn meer<br />
mensen die zich achter hun spr<strong>ek</strong>en verbergen dan die door hun spr<strong>ek</strong>en hun wezen<br />
openbaren. Nu is de kwestie deze: Wanneer wij ons uiten in kunst, dan zullen wij daarbij<br />
ongetwijfeld ons in z<strong>ek</strong>ere zin blootgeven. Maar wij doen dit op een terrein, dat ligt buiten de<br />
algemeen aanvaarde normen. Het is geen direct indruisen tegen de maatschappij. En wij<br />
hebben immers niet direct de behoefte onze kunst ook aan an<strong>der</strong>en voor te leggen. Wij vragen<br />
daarvoor geen bewon<strong>der</strong>ing, maar wij uiten ons daarin, wat heel iets an<strong>der</strong>s is. Wanneer u<br />
schil<strong>der</strong>t, behoeft u geen tentoonstelling te houden. Het schil<strong>der</strong>en zelf is de<br />
gevoelsuitdrukking en geeft ons zo de mogelijkheid tot een redelijke zelfopenbaring. Maar<br />
wanneer datzelfde, wat in de kunst aanvaardbaar wordt, in de praktijk wordt overgezet, dan is<br />
het.plotseling niet aanvaardbaar en shocking. Niemand neemt het een tenor kwalijk, wanneer,<br />
hij op het toneel van ganser harte jubelt: du Blonde, du Braune, ich liebe alle Frauen. Maar als<br />
hij het in de praktijk brengt, wordt hij door de vrouwenverenigingen uitgebannen, want dan is<br />
zijn gedrag beneden alle peil. Nu is mijn oplossing voor dit geval zing het dus: waar niemand<br />
zich aan stoot. Vooral waar het hier niet gaat om een betr<strong>ek</strong>kelijk eenvoudig iets als in het<br />
voorbeeld werd aangeduid maar vaak om een absoluut verschil van inzicht, van begrip, van<br />
plicht. Wij zullen deze kunnen handhaven, zolang wij dit niet al te duidelijk en te demonstratief<br />
doen. Onze demonstratie in kunstvorm wordt met een schou<strong>der</strong>ophalen ontvangen. Bovendien<br />
zegt u wanneer wij spr<strong>ek</strong>en openbaren wij in de klank alleen al onszelf. Gelooft u mij, dat is<br />
lang niet altijd het geval. Integendeel, de mens die beheerst is zal heel vaak in het spr<strong>ek</strong>en<br />
klankvorming en intonatie gebruiken. juist om te misleiden. Grote redenaars gebruiken bewust<br />
in klank en stem factoren, die niet tot het eigen “ik” behoren, om daarmee bepaalde resultaten<br />
bij an<strong>der</strong>en te bereiken. Het is dus lang niet z<strong>ek</strong>er, dat u zich met het spr<strong>ek</strong>en alleen al<br />
blootgeeft. Ik hoop dat hierdoor is duidelijk geworden, dat hier de gevoelsuiting in de kunst<br />
zich praktisch aan de samenleving onttr<strong>ek</strong>t, terwijl de daarop gegeven kriti<strong>ek</strong> onbelangrijk<br />
voor ons is, indien het scheppen en niet de bewon<strong>der</strong>ing van an<strong>der</strong>en ons doel was. In het<br />
maatschappelijk verkeer echter kunnen wij een <strong>der</strong>gelijke uiting niet plaatsen, zon<strong>der</strong> ons<br />
gezien het ingaan tegen het sociaal stelsel direct kwetsbaar te tonen tegenover de<br />
maatschappij en daardoor genoopt te worden onszelf te openbaren voor wat wij zijn, onze<br />
werkelijke dienstbaarheid aan die maatschappij te beëindigen, ons nut in die maatschappij te<br />
beperken en mogelijkerwijze zelfs het contact met die maatschappij te verliezen.<br />
Wij hebben op de G.G.S. getracht werkzaamheden te verrichten op astraal gebied. Een<br />
persoon kan zichzelf de opdracht geven daar en daar naar toe te gaan en die en die<br />
handeling te verrichten. Nu zijn daar vermoedelijk ook intelligenties aanwezig van gene<br />
zijde. Waar er bij de persoon, die dat doet, aan zijn handelingen geen herinnering vastzit,<br />
vraag ik me af of zijn handelwijze op het astrale gebied adequaat is uit zichzelf. Of wordt<br />
deze geleid door an<strong>der</strong>e intelligenties, die eventueel een z<strong>ek</strong>ere straling of veld werking<br />
van de persoon, die nog in de stof zit, gebruiken? Ik weet niet hoe ik mij dit moet<br />
voorstellen.<br />
Wanneer wij werkzaam willen zijn gedurende een slaapperiode b v. op astraal terrein kunnen<br />
wij onszelf dus een z<strong>ek</strong>ere opdracht geven. Dit is in zijn werkzaamheid ongeveer gelijk aan<br />
een posthypnotisch bevel, waarbij wij dus uit natuurlijke oorzaken komen tot verwerkelijking<br />
van het ons opgelegde, in zoverre het met ons wezen strookt. Op deze wijze wordt dus<br />
automatisch gehandeld in de astrale of zelfs hogere werelden. Deze handeling is in zich<br />
adequaat, zover dit de mens betreft. Het is n.l. een vervulling van de door hem gestelde<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
70
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
doeleinden. Maar hij ontmoet in<strong>der</strong>daad zoals u stelt de daar geestelijke krachten, sommige<br />
hem goed, an<strong>der</strong>e hem misschien min<strong>der</strong> goed gezind. Hij is krachtens deze opdracht voor niet<br />
harmonische waarden praktisch afgesloten zoals bij een posthypnotisch bevel de tegenwerking<br />
in vele gevallen omgaan wordt of eenvoudig niet bemerkt. Men heeft deze drang en als<br />
natuurlijk vervult men deze. Op dezelfde wijze reageert dus die geest. Zij wordt nu bij de<br />
vervulling geholpen door alle geest, die met haar streven een is. Deze wordt meestal dan in<br />
een enkele persoon of in enkele personen kenbaar voor die geest en brengt heel vaak een<br />
veran<strong>der</strong>ing in de taak zelve teweeg. De hoofdzaak, de essence van de zaak blijft natuurlijk<br />
volgens de wilsbepaling. Maar er wordt a.h.w. een an<strong>der</strong>e draai aan gegeven.<br />
B.v. Een posthypnotisch bevel is een do<strong>ek</strong> oprapen. Door de persoon op het juiste ogenblik<br />
van het in werking treden te brengen bij een beeldje, dat met een do<strong>ek</strong> bed<strong>ek</strong>t is, wordt de<br />
eenvoudige handeling in de onthulling van een beeld veran<strong>der</strong>d. Op deze wijze krijgt dus de<br />
persoon a.h.w. de gelegenheid de gestelde opdracht, de gestelde wil, zo goed en nuttig<br />
mogelijk uit te voeren, dank zij de sympathische werking tussen hem en allen, die harmonisch<br />
zijn met zijn streven. De herinnering hieraan keert zelden of nooit tot de stof terug. Wat echter<br />
wel terugkeert is de ervaring, door wijzigingen in het voornemen ontstaan. De veran<strong>der</strong>ing van<br />
impuls, door de bevriende geest veroorzaakt, of de wijziging van richting van de impuls, wordt<br />
in het on<strong>der</strong>bewustzijn vastgelegd en beïnvloedt alle hiermee in verband staande stoffelijke<br />
zowel als geestelijke handelingen en zelfs latere voornemens, aan de hand van een associatie<br />
met deze in het on<strong>der</strong>bewuste verborgen factor. Dit is het feitelijk geheel. Zijn er nog meer<br />
vragen?<br />
Wanneer zo’n opdracht gegeven wordt aan een persoon en die opdracht is volkomen in<br />
strijd met de gevoelens van die persoon, dan zal die persoon die opdracht toch niet<br />
uitvoeren?<br />
We gaan hier afdwalen, Het ging hier n.l. over een opdracht, die men zichzelve geeft (dus<br />
volgens stoffelijk bewustzijn)voor handelingen in een niet stoffelijke sfeer (b.v. op astraal<br />
gebied). T.a.v. uw vraag kan ik opmerken, dat indien een hypnotisch bevel met voldoende<br />
kracht wordt gegeven en voldoende strijdig is met de persoon zelve, deze als enige oplossing<br />
vaak ophoudt te leven. De strijd wordt te groot en brengt een hartcollaps tot stand. Dat is het<br />
uiterste. Wanneer een bevel strijdig is, maar omgaan kan worden door de handeling op<br />
onbet<strong>ek</strong>enende wijze te verrichten, dan zal dat vaak gebeuren. Voorbeeld Een hypnotisch<br />
bevel met post hypnotische werking om een mens neer te st<strong>ek</strong>en met een mes. Op dat<br />
ogenblik waar de mens geen moordenaar is en die niet wenst en toch een vervulling<br />
noodzakelijk blijkt kan het b.v. spelen met een kind of vriend, waarbij desnoods zon<strong>der</strong> mes of<br />
met een imitatiemes de handeling symbolisch wordt voltrokken en daardoor de spanning en<br />
het bevel worden opgelost. Dit komt dus ook voor.<br />
Een an<strong>der</strong> voorbeeld U beveelt iemand een bepaalde tijd na het beëindigen van de hypnose<br />
voor u te knielen. Die mens is trots en wil niet voor u knielen. In 9 van de 10 gevallen zal hij<br />
iets laten vallen in uw buurt en daardoor op een knie zinkende dit kunnen oprapen en zo<br />
zon<strong>der</strong> enige kwetsing van zijn eigen gevoelens de opdracht zover mogelijk volvoeren. Ik hoop<br />
dat dit voldoende is.<br />
Zijn er t.a.v. de materie, hier behandeld, ver<strong>der</strong> geen vragen te stellen? Dan wordt het tijd<br />
voor de laatste spr<strong>ek</strong>er.<br />
Maar ik zou mij wel willen verstouten nog de volgende opmerking te maken ook gezien de<br />
conversatie, die u met onze spr<strong>ek</strong>ers hebt gehad op beide vorige bijeenkomsten dat u zelfs het<br />
geheel van de materie uit de eerste les allen goed begrijpt en verstaat. Ik zou u de raad willen<br />
geven deze eerste les en de les van hedenavond na te lezen en de voor u onduidelijke punten<br />
te noteren, zo kort mogelijk en zo goed mogelijk omschreven, zodat u een volgende maal van<br />
de gelegenheid tot vraagstelling tot aller nut gebruik kunt maken, ook vanuit uw eigen<br />
gezichtspunt i.v.m. uw eigen moeilijkheden. Ik dank u voor uw aandacht.<br />
o-o-o-o-o<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
71
72<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
BEELD VAN GOD<br />
Wanneer ik mij zo<strong>ek</strong> een beeld te vormen van God, Die in mij leeft, dan voel ik mijn eigen<br />
onvolkomenheid sterk aan. In mij leven gedachten, die ver<strong>der</strong>gaan dan het beeld, dat<br />
ontstaat. Ik zo<strong>ek</strong> naar een beeld, waarin het heelal zal zijn uitgebeeld, omschreven met alle<br />
werkingen. En ik kom vaak niet ver<strong>der</strong> dan een sterrenhemel met wat lichten, of een zon die<br />
door haar licht leven geeft en een paar planeten. En ik vraag mij af of dit dan mijn beeld van<br />
God wel werkelijk kan zijn. Want theoretisch leg ik er zoveel meer begrippen in, theoretisch<br />
zo<strong>ek</strong> ik zoveel ver<strong>der</strong>. Maar als ik eerlijk wil zijn, moet ik toegeven: dit beeld is míjn<br />
werkelijkheid. De rest is theorie, daar kan ik over praten, maar het leeft nog niet in mij, het is<br />
nog geen werkelijk deel van mij. Het zijn alle maal mooie gedachtegangen, maar het is niet<br />
mijn eigen wezen. Maar dat, wat ik mij kan voorstellen, ook al is het maar een enkele ster, dat<br />
is voor mij het beeld van God.<br />
Zoals ie<strong>der</strong> mens op zijn eigen wijze God ziet, zo droomt ook de geest van haar God. Zoals de<br />
mens een beeld heeft van de Godheid, zo heeft de geest haar eigen beeld. Zoals voor u ie<strong>der</strong><br />
dat beeld verschillend zal zijn, zo is dat voor ons verschillend. Het is voor mij moeilijk om over<br />
het beeld van God te spr<strong>ek</strong>en, dat een an<strong>der</strong> kent. Maar misschien, misschien kan ik u iets<br />
geven van mijn eigen beeld. En als u het begrijpt al is het maar als een theorie zal het u<br />
misschien dichter brengen bij het erkennen van het beeld Gods, zoals het in u woont en het<br />
aanvaarden.<br />
Als ik denk aan God, dan denk ik aan duisternis. Duisternis, waarin niets is buiten een<br />
speldenpunt van licht. Maar die speldenpunt heeft een stralende kracht, groot, scherp, sterk.<br />
Al het licht van duizend zonnen in een straal zo dun, dat ze zon<strong>der</strong> meer door een haar kan<br />
worden geleid. En dan zie ik die straal licht voort durend bewegen, een wervelend draaien door<br />
het duister heen.<br />
En ik zie hoe het vormen aftast en hoe in de weerkaatsing van dit felle licht steeds weer<br />
nieuwe delen van het Al voor mij zichtbaar worden. Maar ik kan ze niet onthouden, het gaat<br />
mij te vlug. Ik kan het niet bijhouden, die razende volgorde van verschijnselen.<br />
Ik kan mij niet goed realiseren wat er gaande is. Ik zie alleen die beweging, Ik zie ook dat ze<br />
regelmatig is en toch niet onbeheerst. En dan denk ik mij mijn God als een licht zon<strong>der</strong> meer.<br />
Zo’n felle puntige lichtstraal, die weet, die alles kent wat in het duister ligt en die mij steeds<br />
weer delen ervan onthult, tot ik als Tantalus niet meer weet waarheen ik moet kijken, niet<br />
meer weet of ik eerst mijn eigen ogenblik van licht zal genieten of on<strong>der</strong>gaan in het licht, dat<br />
ik el<strong>der</strong>s zie.<br />
En dan ja, het klinkt u misschien te dwaas, misschien te vreemd, maar dan krijg ik voor mij de<br />
illusie zo dadelijk komt die straal bij mij in de buurt. De straal is zo scherp, zo vast omlijnd,<br />
dat ze is als een touwlad<strong>der</strong>. Ik kan naar het licht toe klimmen.<br />
Tot nog toe heb ik altijd weer mis gegrepen, maar ik heb het gevoel: eens zal ik dit licht als<br />
een tastbaar iets kunnen pakken. En wanneer ik dat heb, zal ik alles kennen, want dan zal ik<br />
met dat licht mee alles aftasten en misschien dat ik zelfs zal weten waar alles ligt, waar alles<br />
zit. Z<strong>ek</strong>er ben ik er natuurlijk niet van.<br />
Maar ja, in ie<strong>der</strong> leeft een beeld van God en ie<strong>der</strong> denkt het op zijn manier. Per slot van<br />
r<strong>ek</strong>ening: dit is nu mijn beeld. Een an<strong>der</strong> ziet het misschien als een enorm beeld ergens in een<br />
tempel of erkent het als een geheimzinnige stem, die ergens een geheimzinnig woord spre<strong>ek</strong>t.<br />
Ie<strong>der</strong>een heeft zijn eigen beeld van God en ik geloof niet dat een van ons het mis kan hebben.<br />
Want als ik denk aan die lichtbundel, dan heb ik zo het idee, dat de meesten van ons niet dat<br />
licht zien, maar zien, wat er op een ogenblik onthuld wordt. Dat licht is zo fel, dat zo’n moment<br />
van leven in het duister zich vastbrandt als op het netvlies dat het als een schaduw blijft<br />
voortbestaan, als dat licht al lang ver<strong>der</strong> is. Dan zeggen wij: dat is God. En het is waar, want<br />
het is God. Die het onthult, het is door God, dat het bestaan mogelijk wordt, het erkennen<br />
mogelijk wordt. Het lijkt zo dwaas God als een houten beeld, God als een kosmische macht en<br />
het is allebei waar.<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 december <strong>1959</strong><br />
Les 4 – Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
Een beeld van je God te maken is haast onbegonnen werk, als je elk concept van God daarin<br />
mee verwerken en vervlechten wilt. En daarom, vrienden, is mijn opinie: Als je naar een beeld<br />
van God zo<strong>ek</strong>t, schaam je dan niet voor de eenvoud van het beeld, dat in je woont, maar<br />
probeer steeds weer te beseffen, waar het beeld vandaan komt. Natuurlijk, daar komt mijn<br />
eigen Godsconcept weer op de voorgrond, ik weet het wel. Maar als wij ons steeds afvragen<br />
waar komt mij dit beeld vandaan? Terwijl wij het accepteren, ach, dan moet er een ogenblik<br />
zijn, dat wij zeggen: Kijk, het is dat licht, het is deze wijze van beleving, waardoor dit God<br />
voor mij is. En dan aan die wijze van beleving vast te houden, dan vinden wij het heelal.<br />
De theorie is zo mooi God is in alle dingen. Hij is de schepper en is al het geschapene. Hij is<br />
licht en duisternis, leven en dood. Want alle dingen zijn in Hem en zon<strong>der</strong> Hem is niets. Het<br />
klinkt mooi, je kunt het geloven en je kunt het er mee eens zijn, maar je kunt het je niet<br />
voorstellen. Maar het beeld dat in ons leeft zal wel naar onze gedachten kunnen toegroeien,<br />
langzaam en z<strong>ek</strong>er wanneer wij tenminste datgene, wat wij als beeld Gods erkennen in. onze<br />
gedachten, omzetten in een praktijk, zodat het deel wordt van ons leven. Want het beeld van<br />
God, dat wij in ons dragen is het resultaat van onze eigen angsten, onze eigen begeerten en<br />
onze eigen daden. Niet van de kosmische werkelijkheid. Het is het verschijnsel. Het is de<br />
vrucht. Staat er niet geschreven, dat je aan de vrucht de boom zult kennen?<br />
Schaam je niet voor een eenvoudig beeld van God. Maar beleef het zo intens je kunt. En breng<br />
alles wat je meent te erkennen over God in de praktijk. Totdat dat beeld hel<strong>der</strong><strong>der</strong> en<br />
zuiver<strong>der</strong> wordt, totdat je de oorzaak ervan beseft en zo ingaat in de werkelijkheid.<br />
Dit is mijn idee, vrienden. Het is misschien geen schoon woord, maar het is mijn bena<strong>der</strong>ing<br />
van de waarheid, zo goed als ik ze u geven kan. Schaam u niet aan uw God te denken.<br />
Beschouw het niet als tijdverprutserij of nutteloos. Want geloof mij, naarmate je meer beseft<br />
wat de Kracht is, die je drijft, die je voortbeweegt, zul je intenser één zijn met het zijnde en de<br />
wetten en de waarheid ervan kennen. En dan komt dat beeld van God, dat je misschien graag<br />
zou willen hebben, vanzelf. Maar als je probeert boven je stand te leven in dat opzicht, ben je<br />
geestelijk een parvenu en dan word je in de beste geestelijke kringen niet ontvangen.<br />
Goedenavond.<br />
Het principe van meer<strong>der</strong>e werelden<br />
73
Nummer 5.<br />
Esoterische Kring<br />
12 Januari 1960.<br />
Goedenavond, vrienden.<br />
74<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
We zullen vandaag zo snel mogelijk terzake gaan komen. Wilt u de onduidelijkheden uit de<br />
vorige verslagen zo kort en hel<strong>der</strong> mogelijk naar voren brengen?<br />
In les 1 hebt u het over de aap en het stokje, met als verklaring daarvan visie, inzicht en<br />
bezit. Bedoelt u met het bezit de oude waarden, die je langzamerhand moet loslaten om<br />
naar de nieuwe over te schakelen?<br />
Neen. De mens is geschapen als een zeer buitengewoon wezen. Het is een wezen, waarvan wij<br />
kunnen zeggen dat het in twee werelden tegelijk leeft, ook al beseft het dat zelve niet. De<br />
mens kan alles wat hij aanschouwt zich eigen maken op een onvervreemdbare wijze. Dat is<br />
echter niet het bezit van het beperkte “ik” maar van de kosmos, waarin het “ik” daarover<br />
echter de volledige beschikking heeft. Dit is dus de visie, het beschouwen, het kennen. De<br />
an<strong>der</strong>e wijze van bezit is pogen iets voor het “ik” te reserveren, het aan het “ik” alleen toe te<br />
kennen en an<strong>der</strong>en dus bezit of zelfs gebruik daarvan te weigeren. Wanneer dit ontstaat, hebben<br />
wij te maken met een beperkt bezitsbegrip, waardoor de persoon zelve nooit in de<br />
essence van hetgeen hij wenst te bezitten kan doordringen en als zodanig hoogstens een<br />
gebruikswaarde daarvan krijgt, maar nooit een voldoende inzicht om daarvan ook een<br />
kosmisch bezit te maken, dus een voortdurend deelgenootschap, dat buiten de tijdsgrens ligt.<br />
Is dit voldoende?<br />
In dezelfde les in ongeveer hetzelfde gedeelte gaat het over de tegenstellingen. Daar<br />
bedoelt u dus niet mee de tegenstelling, die wij hier normaal kennen (hoog, laag enz.)<br />
maar tegenstellingen van waarden. Je moet je bewegen tussen de tegenstellingen. Zijn<br />
deze tegenstellingen op een grotere wijze bedoeld dan wij het hier als normaal zien?<br />
Ja. Deze <strong>cursus</strong> is esoterisch en in de esoterie nemen wij dus aan dat de grote tegenstellingen<br />
zijn de beperkingen, waarbinnen de schepping geopenbaard is. Om een paar te noemen: licht<br />
en duister. De concepten goed en kwaad, de concepten God en duivel en wat daar ver<strong>der</strong><br />
bijhoort zijn de begrenzing van onze voorstelbare wereld. Wij begeven ons binnen die wereld<br />
en kunnen ons nooit buiten deze tegenstellingen gaan plaatsen. Wanneer wij ons tot één<br />
bepaald beeld wenden, zon<strong>der</strong> ons te realiseren dat het an<strong>der</strong>e daarmede in voortdurend<br />
evenwicht aanwezig is (zoals u trouwens in de les vindt uitgedrukt.) dan komen wij tot een<br />
eenzijdigheid van beschouwing, waarbij a.h.w. de dimensie "God" verloren gaat in onze<br />
beschouwing van de kosmos en wij als zodanig nooit kunnen komen tot een extensie van ons<br />
eigen wezen op een voor onszelf aanvaardbare wijze.<br />
U hebt het de vorige keer gehad over absolute communicatie met het “ik” . Algehele<br />
ontspanning enz.(zie vorige les) Wat verstaat u daaron<strong>der</strong>?<br />
Kent u de geschiedenis van de aapjes? (horen, zien en zwijgen). Dat is dus vermin<strong>der</strong>ing van<br />
bewustzijnswaarden in de stof oftewel een zodanige verhoging van bewustzijnsdrempel, dat er<br />
geen sprake is van enigerlei storing of bena<strong>der</strong>ing door onmiddellijke invloeden uit de<br />
omgeving en het lichaam op den duur zelfs totaal ongevoelig wordt gemaakt voor elke zuiver<br />
lichamelijke prikkel, die niet meer aan het bewustzijn en het denkvermogen wordt<br />
overgedragen.<br />
Slaap of rust is een z<strong>ek</strong>ere vorm van zelfsuggestie, waarbij de lichamelijke functies worden<br />
gericht en gestimuleerd voor het begin van de rust en wel voor elke bezigheid, die zij<br />
tijdens de rustperiode zullen uitoefenen.<br />
Dat is een kwestie waarbij u zich misschien even vergist, doordat u denkt dat het bewustzijn<br />
tijdens de slaap actief is. Maar daarvan is geen sprake. U hebt een soort mechanisme in uw<br />
hoofd, waarmee de normale functies van het lichaam worden geregeld. De slaap of sluimering<br />
of droom, waarover hier wordt gesproken, is zoals u weet niet alleen de normale slaap, maar is<br />
zelfs de ultrasnelle algehele ontspanning, die wij kunnen bereiken in zeer korte tijd: uitgerust<br />
zijn binnen enkele minuten i.p.v. binnen enkele uren. Nu zal tijdens de normale slaap door het<br />
De tijd
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
lichaam een re<strong>ek</strong>s van handelingen worden verricht. U denkt dat u rust, maar in feite bet<strong>ek</strong>ent<br />
die rust een omschakeling op an<strong>der</strong>e bezigheden voor het lichaam. Daarbij behoren o.m. het<br />
transport van afvalstoffen. Een opbouw en vernieuwing, die overdag in vermin<strong>der</strong>de mate<br />
voortgaat. De juiste, meer gereguleerde toevoer van bepaalde voedingsstoffen. Zo zijn er<br />
meer te noemen. Al deze factoren tezamen zijn lichamelijke werkzaamheden of bezigheden.<br />
Wanneer wij ons instellen op het feit, dat deze bezigheden zo goed en zo juist mogelijk<br />
moeten geschieden, is het ons mogelijk het tempo daarvan aanmerkelijk te versnellen door<br />
een meer efficiënte werking. Bij de normale slaapperiode van 8 uren is er maar één uur, dat er<br />
werkelijk sprake is van een volledig actief functioneren van al de door mij genoemde functies<br />
in de hiervoor bedoelde zin. Het is dus duidelijk dat wanneer wij deze functies zo kunnen<br />
stimuleren, dat alle bijfuncties wegvallen, het lichaam op zijn eigen houtje zijn eigen energieën<br />
en krachten versterkt en vernieuwt, terwijl de geest rustig el<strong>der</strong>s bezig is.<br />
Contemplatie. Tijdens deze belevingen vertoeft de geest in een an<strong>der</strong>e wereld in een an<strong>der</strong><br />
continuüm, waarin een an<strong>der</strong>e tijdsverhouding geldt. Indien de geest zich daarvan bewust<br />
kan worden, kan zij, door het kiezen van die werelden, waarin een zeer snelle reactie t.o.v.<br />
die <strong>der</strong> aarde mogelijk is, in een zeer korte tijd zeer veel beleven en zeer grote activiteiten<br />
volvoeren. Indien de geest zich al van deze werelden bewust is, hoe weten wij dit en hoe<br />
kunnen wij dit gebruiken?<br />
In de eerste plaats zal de geest in doorsnee een groot gedeelte van deze continua in zichzelf<br />
beheersen. De geest behoort tot verschillende werelden en heeft voor elk daarvan een voertuig.<br />
(Ik zou u tot de voorgaande lessen daarover en ook tot de G.G.S. van het vorig jaar<br />
willen verwijzen, waarin dit alles uitvoerig staat beschreven.) Wanneer wij nu vanuit een<br />
stoffelijk bewustzijn en streven de wilsuiting hebben (wil is het belangrijkste dat er bestaat!)<br />
om ons te richten tot een bepaald continuüm, met een bepaalde bedoeling, dan krijgen wij een<br />
soort automatische selectie, waar de geest - bevestigend wat de stof zegt - dit continuüm<br />
kiest. Overigens is het misschien beter, wanneer ik dit nog even verduidelijk wat betreft de<br />
tijd.<br />
Wat u hebt aan tijd is een kwestie van momenten. Laten we zeggen: er zijn seconden. In deze<br />
tijd kan ie<strong>der</strong>een reizen, maar niemand reist sneller dan 60 min. per uur. Dat is uw reis door<br />
de tijd. Stel nu echter, dat daarnaast een wereld ligt, waarbij de persoonlijke inhoud van één<br />
moment vertienvoudigd is, dan wordt een uur in 6 minuten afgelegd. D.w.z. de totaliteit van<br />
indruksmogelijkheden, die normaal op uw wereld bestaan in een uur, bestaan daar in 6 min. Er<br />
zijn zelfs van <strong>der</strong>gelijke continua, waarin gesproken wordt van het 1000-voudige. En er is één<br />
wereld, waarin wij spr<strong>ek</strong>en van een oneindige versterking, waarbij de ervaring zo enorm is, dat<br />
zij ongetelde miljoenen jaren van bestaan ineens kan omvatten. (Deze laatste wereld wordt<br />
door de mens en ook door de geest over het algemeen niet zo gemakkelijk bereikt.). Met deze<br />
tijdseenheden wordt nu dus bedoeld: ervaring.<br />
De tijd, die u doormaakt, is in z<strong>ek</strong>ere zin persoonlijk. U leeft op het ogenblik in een stoffelijke<br />
vorm. U hebt u dus aangepast bij de algemeen geldende belevingsnormen en - geleid door het<br />
idee van een vaste tijd - bindt u uw eigen bewustwording daaraan. Zoudt u zich daarvan niet<br />
bewust zijn, dan zou van een grote onregelmatigheid qua bewustzijn binnen de z.g. stoffelijke<br />
tijd sprake zijn. Er zou dus een sterk fluctuerende persoonlijke tijd optreden met<br />
aanmerkelijke vertragingen en versnellingen t.o.v, de aardetijd. In een continuüm echter,<br />
waarin u niet bewust leeft als mens, waarin u ook als geest niet voortdurend vertoeft, bestaat<br />
een <strong>der</strong>gelijke beperking aan de hand van de wereld niet. Het resultaat is, dat - zelfs indien ik<br />
de verhouding uur = 6 minuten in een wereld heb - de geest door de uitschakeling van alle<br />
voor haar onnutte tijdsmomenten zelfs dan nog haar bewustwording volgens de norm van die<br />
wereld kan versnellen.<br />
Ik begrijp iets niet. U spre<strong>ek</strong>t over projecteren van ruimte. In de eerste plaats vraag ik:<br />
waarin of waarop? En in de tweede plaats: wat wordt er geprojecteerd?<br />
Elke projectie van ruimte is een voorstellingsvermogen oftewel een illusie, welke gevuld kan<br />
worden met een aantal krachtlijnen van tenminste drie elkaar snijdende on<strong>der</strong> een ho<strong>ek</strong> van<br />
90°.<br />
De tijd<br />
75
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
Maar het begrip ruimte hebben wij toch helemaal niet nodig? Wanneer ik het begrip<br />
energie heb, dat alles omvat, dan is de ruimte eenvoudig een denkvorm voor mij, die<br />
eigenlijk geen zin heeft want als ik geen energie heb, heb ik geen ruimte nodig. M.a.w. al<br />
de dingen die u gezegd hebt t.a.v. verschillende tijdsbelevingen, dat zijn m.i. verschillende<br />
modaliteiten van energie en dan kunnen wij het begrip ruimte wel weglaten.<br />
Dat ben ik direct met u eens. Per slot van r<strong>ek</strong>ening hebben wij de zonn<strong>ek</strong>racht, de zonneenergie.<br />
Waarom zouden wij dan nog gaan spr<strong>ek</strong>en over transformators en el<strong>ek</strong>trische<br />
lampen? Neem die zon en je bent klaar. Maar doe het maar eens. En daarin schuilt nu juist de<br />
grote moeilijkheid. U kunt wel zeggen? Ach, die ruimte ....als we energie hebben, dan zijn we<br />
klaar. Maar dat is niet zo. Want wij kunnen ons de energie niet voorstellen in haar feitelijke<br />
wezen. Wij kunnen energie niet zien voor wat ze is. Energie wordt voor ons kenbaar door haar<br />
werkingen. En dientengevolge hebben we een ruimte nodig, waarin die werking kenbaar kan<br />
worden, zodat het project - zelfs het gefantaseerde project desnoods van een ruimte, dus de<br />
zuivere voorstelling pur soi zon<strong>der</strong> enige realiteit - noodzakelijk is om tot een concept te konen<br />
van een werking van kracht.<br />
Maar die ruimte kun je je toch nooit voorstellen?<br />
U kunt u geen ruimte voorstellen? Maar als u dat niet zoudt kunnen, dan vraag ik mij af, hoe u<br />
hier leeft.<br />
Op de gewone wijze, zoals u vroeger gedaan hebt.<br />
U leeft op het ogenblik en u zegt, dat u geen ruimtelijk concept hebt. Maar over het algemeen<br />
zijn alle voorstellingen en alle redeneringen - zelfs uw woordvoorstellingen - steeds weer<br />
vervlochten met en gebaseerd op de driedimensionale verhouding, waaruit uw<br />
bewustwordingsmogelijkheid en uw realiteit voortkomen. Het resultaat is dat u misschien<br />
meent die ruimte te kunnen verwerpen, maar dat u zelfs terwijl u dit doet het verwerpen<br />
daarvan nog baseert op ruimtelijke verhoudingen. Gaat u het zelf maar eens na.<br />
Ik heb er een poos over nagedacht in de afgelopen w<strong>ek</strong>en, maar ik ben tot de conclusie<br />
g<strong>ek</strong>omen dat ik bij mijn denken de ruimte kan verwaarlozen. Dat ik alleen maar met<br />
energie te maken heb, die in verschillende modaliteiten voorkomt en waar dan om onszelf<br />
een beetje steun te geven het begrip ruimte aan hechten. Maar nodig heb ik het niet. Want<br />
als er geen gebeurtenissen zijn, dus geen energie, dan heb ik toch geen ruimte nodig?<br />
Als u dat nu werkelijk zoudt menen, wérkelijk, dus niet alleen denken maar u zoudt het<br />
kunnen doen, weet u wat ik dan zou doen? Ik zou zeggen: "Meester, zet u hier, want dan kunt<br />
u meer dan ik."<br />
Maar het is eenvoudig een denkproces. Het is geen kwestie van doen. Ik heb het<br />
overwogen.<br />
Denken zon<strong>der</strong> meer, zolang dat abstract blijft en niet omzetbaar is in een voor ons<br />
hanteerbare realiteit, heeft geen zin. We moeten altijd, ook met de esoterie (neemt u mij niet<br />
kwalijk, het is niet de bedoeling een terechtwijzing te geven, want het geldt voor vele an<strong>der</strong>en<br />
evenzeer) ergens terechtkomen, waar wijzelf kunnen werken, waar wijzelf kunnen streven. U<br />
hebt er niets aan, als ik u een theorie opbouw, die u fantastisch mooi vindt, vol met abstracte<br />
vaagheden, waar u uw hele leven lang over kunt denken maar nooit iets mee kunt doen. Dan<br />
kunt u misschien zeggen: "het is mooi", en ik kan mij dat indenken. Maar zolang u er niet dát<br />
mee kunt doen, is het niets waard voor u. Dan is het geen deel van uw feitelijke<br />
bewustwording en het helpt u geen ste<strong>ek</strong> ver<strong>der</strong>. Vandaar dat ik hier dus sta op het feit, dat<br />
wij in al onze denkprocessen - het is goed omdat even vast te leggen, ook binnen de<br />
esoterische <strong>cursus</strong> - moeten proberen te blijven in een reëel en hanteerbaar vlak. En wanneer<br />
dat niet mogelijk is bij bepaalde gegevens uit onze lezing, dan vraagt u hoe we die in een<br />
hanteerbaar vlak kunnen zetten. Blijkt dat niet mogelijk, dan verwaarloost u ze. Dan zijn ze<br />
voor óns hanteerbaar maar voor u niet.<br />
Alleen datgene wat in de mens uitvloeit - niet slechts uit het abstracte denken (dus het<br />
theoretisch denken) maar daarnaast uit het geestelijk ervaren, het stoffelijk ervaren, het<br />
stoffelijk denken en het stoffelijk verwerken - heeft voor zijn bewustwording een werkelijke<br />
bet<strong>ek</strong>enis. Het is voor elk wezen, ongeacht in welke wereld het vertoeft, onmogelijk tot een<br />
uitbreiding van bewustzijn te komen, indien deze uitbreiding niet gelijktijdig een omstelling<br />
76<br />
De tijd
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
van eigen wezen en eigen gedrag met zich kan brengen en als zodanig de ontwikkeling dus<br />
metterdaad zowel als in concept kan uitdrukken. Het is niet nodig elk gedachteconcept volledig<br />
te verwerkelijken, maar het is wel nodig dat in het leven steeds delen daarvan verwerkelijkt<br />
worden, opdat men uit die delen een voldoende vastlegging van het geheel binnen het “ik”<br />
verkrijgt plus een overzicht van de hanteerbaarheid van het geheel.<br />
Op het ogenblik dat u zegt: "Wij behoeven niet meer met tijd te werken en wij behoeven niet<br />
meer met ruimte te werken: alles wat we nodig hebben, is een concept van energie," dan doet<br />
u precies hetzelfde als wanneer u zegt: "We behoeven dadelijk niet naar huis te lopen, want<br />
wij denken er ons heen." Wat evenzeer mogelijk is, maar niet voor u op dit ogenblik.<br />
Dientengevolge zult ge uw beentjes moeten gebruiken, ongeacht het feit dat uiteindelijk het<br />
spr<strong>ek</strong>en over modaliteiten van energie juist is. En dan kunt u er "modaliteiten" nog aflaten,<br />
want het zijn eigenlijk geen modaliteiten van energie: het zijn verschillende energieconcepten,<br />
die in ons optreden, dus de energie op zichzelf blijft nog gelijk. Want dan kunnen we net zo<br />
goed gaan zeggen: "We houden ons alleen met de energie bezig en de rest telt niet." Maar dan<br />
komen we nergens. We moeten zeggen:"We hebben nodig een concept, dat voldoende<br />
ruimtelijk in tijd - ja, zelfs in persoonlijke waarde kan worden uitgedrukt - dat het voor ons<br />
een overzichtelijkheid, een hanteerbaarheid en een uitvoerbaarheid krijgt," Het is niet nodig<br />
dat u onmiddellijk naar beneden loopt en dat u onmiddellijk hier of daar naar toe gaat, naar<br />
Regina of naar de Kroon desnoods of naar de kerk, dat is helemaal niet nodig, u kunt rustig<br />
blijven zitten. Maar om u te bewegen in deze wereld en te kunnen bewegen is het noodzakelijk<br />
dat u die b<strong>ek</strong>waamheid bezit. En dat geldt voor elke geestelijke wereld.<br />
Aan de hand van het gelijksoortig bewustzijn van hen, die rond ons zijn, kunnen we ons<br />
een aantal vaste vlakken stellen, waarop we kunnen beleven. Wilt u dit met een voorbeeld<br />
verduidelijken?<br />
Op het ogenblik dat ik mij kan uitdrukken op een wijze, die voor u bena<strong>der</strong>baar is en voor u<br />
begrijpelijk, vloeit hieruit voort, dat in mijn bewustzijnswereld een hoeveelheid van het weten,<br />
het beleven en het denken voor u bevattelijk moet zijn. Het ressorteert on<strong>der</strong> an<strong>der</strong>e energie<br />
en an<strong>der</strong>e waarden dan de uwe: de uitingsvorm is een an<strong>der</strong>e. Maar er zijn voldoende<br />
gemeenschappelijke factoren aan te wijzen om te zeggen: hier is een vlak. Wij hebben hier<br />
een gemeenschappelijk vlak. Daarnaast hebt u een zuiver stoffelijk vlak en wij ons zuiver<br />
geestelijk vlak. Vanuit de bena<strong>der</strong>ing (het ons bindende dus) kunt u overgaan tot de beleving<br />
van ons vlak of niveau van bestaan, maar evenzeer tot het vlak of niveau van alle geestelijk<br />
bestaan rond u, dat - op een an<strong>der</strong>e wijze georganiseerd, denkend of levend, vertoevend in<br />
een an<strong>der</strong>e sfeer - met u een z<strong>ek</strong>ere bewustzijnsgraad of norm gelijk heeft.<br />
U sprak over wezens, die op elk niveau leven. Deze wezens kunnen ons bedreigen en/of<br />
belagen. Is dat alleen een concentratie of is dat ook mogelijk, in het dagelijks leven?<br />
In concentratie is het gevaar - gezien de shockwaarde, die kan optreden - groter. Maar ook in<br />
het dagelijks leven is dit mogelijk. Ik zal proberen duidelijk te maken waarom. Wanneer een<br />
wezen u haat en het ziet kans u blind te houden voor een bepaald gevaar, b.v. voor een<br />
drempeltje, dan struikelt u daarover misschien en u valt. Dat vallen is het gevaar. Een op<br />
zichzelf onbelangrijke afleiding is dus even belangrijk als de val, die erdoor tot stand komt.<br />
Stel nu dat er vele wezens zijn, die om de een of an<strong>der</strong>e reden in de mens niet zo<strong>ek</strong>en naar de<br />
bewustwording, de bevrijding, het licht, maar - om een voorbeeld te geven - zich willen<br />
verlustigen in het lijden van de mensheid die ze haten, zich willen voeden met de kracht van<br />
een mensheid, waarvan zij zich nog niet vrij kunnen maken, dan kunnen zij dus condities<br />
scheppen gedurende elke will<strong>ek</strong>eurige tijd, die u zouden verleiden tot het afgeven van die<br />
kracht, of die u een bepaald leed zouden kunnen toevoegen. Zij hebben daarbij natuurlijk te<br />
r<strong>ek</strong>enen in hun wereld met de hin<strong>der</strong>palen, die vanuit onze wereld daarvoor bestaan. Dat is de<br />
geestelijke strijd tussen licht en duister, waarover zo vaak wordt gesproken. Maar wanneer u<br />
in concentratie bent, dan bent u plotseling veel vatbaar<strong>der</strong> geworden, omdat tijdens deze<br />
concentratie uw eigen bewustzijn zich zeer scherp in een bepaalde wereld beweegt. Het<br />
grootste gedeelte van uw levenskracht en energie is in die wereld is op een betr<strong>ek</strong>kelijk klein<br />
punt samengebracht. Ver<strong>der</strong> is aan te nemen dat u in die wereld niet voldoende b<strong>ek</strong>waamheid<br />
De tijd<br />
77
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
heeft om u te verdedigen, u voortdurend af te schermen, of te begrijpen welke mogelijkheden<br />
er voor u bestaan. Het gevolg is een onverwachte aanval van een gelijksoortige kracht zelfs in<br />
staat is een zeer grote schade toe te brengen of een groot deel van uw levensenergieën te<br />
roven. Het is zelfs mogelijk dat een <strong>der</strong>gelijke shockwerking de dood ten gevolge heeft.<br />
Is men dan niet op de een of an<strong>der</strong>e manier te beschermen?<br />
Zoals ik reeds heb gezegd is dat in principe niet mogelijk, tenzij u voldoende bewustzijn en<br />
kennis hebt van die sfeer. Een an<strong>der</strong> kan je helpen, een an<strong>der</strong> kan proberen je te helpen en te<br />
beschermen, maar dan hangt het van de waakzaamheid van die an<strong>der</strong> af. Het is dus niet met<br />
z<strong>ek</strong>erheid te zeggen dat een absolute bescherming daartegen te vinden is. Wanneer wij hier<br />
werken, is er ook een <strong>der</strong>gelijke bescherming o.m. voor het medium aanwezig: en wij kunnen<br />
r<strong>ek</strong>enen, dat die bescherming voor ongeveer 95 of 96% betrouwbaar is, maar er blijft altijd<br />
4% risico.<br />
Maar komen er ook wezens uit hogere maar negatieve sferen?<br />
Ja, als u negatief ook hoger wilt gaan noemen, natuurlijk. Maar negatief hoger is lager. Dus wij<br />
zeggen dan: uit de laagste of lagere sferen. Dit heeft niet met de plaats te naken zoals u weet,<br />
maar alleen met het bewustzijn en het streven, dat daarin bestaat. Je kunt laagste sferen<br />
definiëren als: streven naar chaos, in zich verterend en vernietigend en hoogste sferen als<br />
absolute vorming en bewustzijn van vorming, uit zich scheppend en herscheppend. Die lage<br />
sferen kennen natuurlijk evenzeer krachtige figuren als de hoge sferen. Maar hun geaardheid<br />
en instelling is zodanig tegengesteld, dat het erg moeilijk valt daartussen nog een vergelijking<br />
te maken.<br />
Is voor een hoge geestelijke bereiking een vegetarisch leven wenselijk?<br />
Dat is ten zeerste afhankelijk van uw eigen lichamelijke conditie. Zo vreemd als het klinkt en<br />
hoe vaak als het wordt vermeden, verdraaid of veran<strong>der</strong>d door degenen, die bepaalde<br />
esoterie- of geheimscholen leren, moet in de eerste plaats worden gesteld, dat het belangrijk<br />
is, dat u zich lichamelijk gezond en prettig mogelijk voelt. Dat u zoveel mogelijk in staat bent<br />
de vreugden van het ogenblik in<strong>der</strong>daad te beleven (Ik bedoel de werkelijke vreugden, niet de<br />
namaakvreugden.) U moet dus in de eerste plaats in staat zijn om a.h.w. harmonisch te zijn.<br />
Kunt u dat niet zon<strong>der</strong> biefstuk, dan is vegetarisme voor u vanuit geestelijk standpunt een<br />
misdaad. Maar hebt u geen behoefte aan dierlijk voedsel en wilt u dus van de voordelen<br />
gebruik maken, die een grotendeels plantaardige voeding voor u kan hebben, dan heeft het<br />
gematigd vegetarisme een z<strong>ek</strong>ere voorkeur. En het kan die voorkeur alleen hebben, omdat het<br />
menselijk lichaam in staat is plantaardige producten ver genoeg te ontbinden, terwijl genoeg<br />
voorbereide (dus reeds voor vertering ten dele klaargemaakte plantaardige producten) voor de<br />
mens bereikbaar zijn. Zou de mens ineens van directe rauwe plantenkost moeten leven, dus<br />
alleen rauwkost zon<strong>der</strong> meer, dan zou hij ofwel zoveel tijd aan zijn eten moeten besteden dat<br />
er niets an<strong>der</strong>s overbleef, dan wel zou hij lichamelijk in enige moeilijkheden komen. Niet van<br />
veerkracht maar van afwijkingen, die in het lichaam kunnen ontstaan: weefselmoeilijkheden,<br />
vermoeidheid, prikkelbaarheid enz.<br />
De kwestie van de min<strong>der</strong>waardigheid. Kan uw betoog hierover aldus worden samengevat:<br />
de geslaagde overcompensatie, waardoor deze zichzelf overbodig maakt?<br />
Een overcompensatie die slaagt verkeert in haar tegendeel, althans uiterlijk. Er kan dus nooit<br />
sprake zijn van een geslaagde overcompensatie, maar slechts van een zo volledige<br />
compensatie, dat door de compensatie zelf de kwaal volledig uit het bewustzijn verdwijnt en<br />
als zodanig geen deel meer daarvan uitmaakt.<br />
U hebt in de eerste lezing het symbool van de waaier gebruikt. Hebt u dat alleen gedaan<br />
omdat uit het on<strong>der</strong>ling bewegen van twee velden de schepping ontstaat?<br />
Daar zit nog wel iets meer bij, maar dat zou nu te ver voeren. De waaier is n.l. een tamelijk<br />
ingewikkeld symbool, omdat het ontleend kan worden aan bepaalde oosterse geheimscholen<br />
en daarbij niet alleen de schepping en de beweging van velden on<strong>der</strong>ling aangeeft maar<br />
bovendien ook nog de wisseling van beeld, de veran<strong>der</strong>ing van links naar rechts, de spiegeling<br />
<strong>der</strong> sferen en de verhouding microkosmos en macrokosmos: Het is tamelijk ingewikkeld. Mag<br />
ik aannemen dat wij de belangrijke punten gehad hebben?<br />
Over:<br />
78<br />
De tijd
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
DE TIJD<br />
heb ik al iets meer gezegd, zoals u gemerkt hebt. De kwestie van tijd is voor ons n.l. zeer<br />
belangrijk. In de esoterie zullen wij over het algemeen zeer gehin<strong>der</strong>d worden door ons<br />
tijdsbewustzijn, zoals dat aan de stof is gebonden. De doorsneemens leert slechts zeer moeilijk<br />
dat zijn eigen vermogen tot prestatie, zijn eigen vermogen tot denken e.d. door ontspanning,<br />
innerlijke vrijheid, vrijheid van ergernis e.d. aanmerkelijk bevor<strong>der</strong>d kunnen worden. Wanneer<br />
u goed gezind bent, veerkrachtig en uitgerust, dan kunt u in een half uur tijd over het<br />
algemeen dezelfde hoeveelheid arbeid verzetten, die een vermoeid man met dezelfde<br />
accuratesse in ongeveer een uur verzet. D.w.z. dat een half uur winst is te maken. Dit half uur<br />
winst echter, verspild aan eenvoudig rusten, zou een groot bezwaar zijn. Wij zouden dus<br />
moeten zorgen dat dat halve uur op een an<strong>der</strong>e manier bruikbaar wordt, b.v. voor geestelijke<br />
oefeningen, waarbij - zoals we de vorige maal reeds behandeld hebben - het lichaam een<br />
aanmerkelijke ontspanning en zelfs regeneratie zou kunnen on<strong>der</strong>gaan.<br />
Nu stellen wij dit: Wanneer wij voor bepaalde geestelijke oefeningen tijd vrij nemen, dan<br />
mogen wij deze geestelijke oefeningen b.v. nooit definiëren als studie. Dat ligt daarbuiten.<br />
Maar een concentratieoefening, een poging tot innerlijke ontspanning: bewustwording van het<br />
Allerhoogste en al wat daarbij hoort, kan te allen tijde geschieden, indien wij daaraan geen<br />
stoffelijke tijdslimiet opleggen. Dit is ook niet noodzakelijk, omdat wij - tenzij wij natuurlijk<br />
directe verplichtingen hebben en dan beginnen wij er niet eens aan - altijd weer de<br />
mogelijkheid hebben uit de gewonnen energie de verloren tijd aanmerkelijk in te halen. U kunt<br />
door gebruik te maken van uw ontspanningsmethode dus uw eigen productiviteit, uw eigen<br />
vermogen tot snel besluiten en handelen, aanmerkelijk vergroten. Stoffelijk is dat niet van zo<br />
groot belang. Esoterisch gezien echter wordt het wel van belang, omdat wij daardoor zon<strong>der</strong><br />
het gevoel van stoffelijke schade of van opoffering (die schadelijk zijn voor de ethische<br />
bewustwording van de mens) tijd overhouden om te komen tot een verrijking van innerlijke<br />
contacten en een vergroting van geestelijke werkingen in het stoffelijk leven.<br />
Ik wil u hierbij waarschuwen - ofschoon dat misschien vreemd klinkt - voor sommige<br />
gedachtegangen, die juist bij de esoterische bewustwording zeer schadelijk zijn. De eerste is:<br />
ik breng een offer. Ook het feitelijke offer mag nooit als een werkelijk offer worden gezien door<br />
de persoon, die het brengt. Want daarin wordt het afgebogen tot een ik-verheerlijking. Elke ikverheerlijking<br />
is een afsluiting van het “ik” t.o.v. het groot-kosmisch IK, waarin wij allen leven.<br />
Wanneer u dus vriendelijk bent tegenover een an<strong>der</strong>, ofschoon het u moeite kost en u zegt<br />
tegen uzelf "dat is een offer", dan helpt u dat niets. Dan hebt u er helemaal geen goede daad<br />
mee gedaan, u hebt er geen enkele schrede ter ver<strong>der</strong>e bewustwording mee kunnen zetten.<br />
Maar op het ogenblik dat u stelt "het is mijn plicht (dus niet, het is een offer) het is natuurlijk,<br />
want er is een z<strong>ek</strong>ere band, waardoor ik verplicht ben deze mens te dulden en aan te horen",<br />
dan komt daaruit een vergroting van ik-begrip en zo een vergroting van kosmische waarden.<br />
Kunt u dat vatten?<br />
Op het ogenblik dat ik tot een aanvaarding kom - want dat is het in feite - van niet met mij<br />
parallellopende of aan mijn voorstelling beantwoordende elementen in het leven of in de<br />
kosmos, zal ik een deel daarvan in mijzelf als een begrip moeten absorberen. Eerst daardoor is<br />
die aanvaarding mij n.l. mogelijk. Ik breid dus mijn eigen vermogen tot waarnemen uit. In<br />
<strong>der</strong>gelijke gevallen kan de conversatie met iemand, met wie u een feitelijke tegenstelling bent,<br />
een verdubbeling bet<strong>ek</strong>enen van eigen waarneming ofwel een verrijking met de factor 2 van<br />
eigen bewustwording gedurende die periode. Offer als zodanig bestaat dus niet, tenzij als een<br />
poging tot zelfverheerlijking.<br />
Het is voor ons zeer belangrijk, dat wij dit altijd onthouden. Want ook wanneer u uitgaat naar<br />
een an<strong>der</strong>e sfeer, wanneer u leert contact op te nemen met an<strong>der</strong>e werelden, dan zult u met<br />
diezelfde moeilijkheden te maken krijgen. U maakt contact met een geest, die u een meester<br />
noemt, die u hoog vindt. Hoe dit contact tot stand komt, doet er niet toe. Misschien meent u<br />
De tijd<br />
79
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
dat u die geest in u hoort spr<strong>ek</strong>en misschien kunt u door een of an<strong>der</strong>e mediami<strong>ek</strong>e kwaliteit<br />
die geest tot uiting brengen of een an<strong>der</strong> mens is het middel waardoor die geest tot u spre<strong>ek</strong>t,<br />
enz. Dat maakt niets uit. Maar een <strong>der</strong>gelijke meester brengt u tot de illusie: ik ben een<br />
uitverkorene. Zo wordt het contact met de meester niet meer een verheffing van het ik, een<br />
lering en een bewustwording, maar een zelfverheerlijking."Ik ben zoveel beter dan an<strong>der</strong>en,<br />
want an<strong>der</strong>s zou mij dit niet worden gegeven.<br />
Die meester geeft mij zoveel kracht, ik ben meer dan een an<strong>der</strong>. Ik ben een buitengewoon<br />
mens, ik ben een buitengewone geest ? etc." Deze factoren zijn uitermate schadelijk, omdat zij<br />
de aandacht richten op het ik. De aandacht, die wordt gericht op het “ik” als verschillend van<br />
de buitenwereld, is fout.<br />
Daarentegen kan de aandacht ook op het “ik” worden gericht in een positieve zin. In de<br />
positieve zin gebeurt er dit: het “ik” herkent in de buitenwereld zichzelf. Door deze herkenning<br />
wordt het geconfronteerd met de gelijkenis tussen het “ik” en het buiten het “ik” bestaande.<br />
Het zo<strong>ek</strong>t in het “ik” ver<strong>der</strong> en vindt daarin vele waarden, die in de buitenwereld niet zon<strong>der</strong><br />
meer zijn geopenbaard. Het zal echter op grond van de eenmaal vaststaande gelijkenissen<br />
onmiddellijk aannemen, dat hetzelfde in de buitenwereld reëel aanwezig moet zijn, ook<br />
wanneer het “ik” het niet herkent. Het resultaat is een samenvloeiing van b<strong>ek</strong>ende waarden<br />
van uit de kosmos en het ik, die gezamenlijk worden een bewust deel van het grote Ego, dat<br />
Kosmos heet.<br />
T.a.v. de tijdtheorie zal ik u niet te veel vermoeien op het ogenblik: alleen nog iets over de<br />
persoonlijke tijd. De tijd, die u ziet, is niet een vloed: hij huppelt. Dat klinkt misschien vreemd.<br />
Maar stel u nu voor dat u ten klok hebt, waarbij sprongsgewijs de wijzer van minuut tot<br />
minuut gaat. Dan is er een bepaalde periode gefixeerd op elke minuut, terwijl de tijd ver<strong>der</strong>gaat<br />
en de wijzer wordt dan verzet naar een volgende minuut. Het tussenliggende is dus<br />
a.h.w. niet g<strong>ek</strong>end, is een fixatie van de vorige toestand. Een mens en een groot gedeelte van<br />
de wezens, die in de wereld leven waarin u bestaat, lijden aan hetzelfde euvel, D.w.z. een<br />
moment blijft in het bewustzijn zolang gefixeerd tot een volgend moment van gelijke waarde<br />
opduikt. De tussenliggende mogelijkheden (de 60 seconden) vallen uit, worden niet<br />
beschouwd, D.w.z. dat wanneer ik op een gegeven ogenblik, laten wij zeggen 1 uur 1 min. en<br />
5 sec, neem als mijn beginpunt en mijn normale tijdsequentie-inhoud, ik dus zal leven in een<br />
werkelijkheid die t.o.v. van de wereld verschoven is. Zij is even reëel, zij bezit echter waarden,<br />
die van de norm reeds sterk afwijken. Is het een <strong>der</strong>gelijke verschuiving, dan moet ze worden<br />
afg<strong>ek</strong>eurd. Het heeft geen zin dat u buiten de werkelijkheid staat van de wereld, waarin u<br />
leeft, wanneer daarbij geen grotere ervaringsmogelijkheid wordt geboden.<br />
Maar nu kan het zijn, dat u 1.01 begint en dat u 1.01 en 5 sec. en 1.01 en 10 sec. enz, (dus<br />
tussenliggend) ervaringen opdoet. Deze ervaringen kunnen dan niet liggen in uw eigen wereldnorm,<br />
want daarin bestaat deze tijd niet. Toch beleeft u ze. Het gevolg is dat wij spr<strong>ek</strong>en<br />
over een tweede bewustzijnsplan of vlak of ook wel een tweede wereld, die in u ontstaat of<br />
zelfs meer<strong>der</strong>e werelden. Want aangenomen dat er een wereld is, die springt om de 5 sec.,<br />
dan kan er ook nog één zijn, die springt om de 3 sec. Indien u het klaar speelt elke sec. af te<br />
tikken in uw bewustzijn, zult u een hele re<strong>ek</strong>s van werelden vinden, die elk afzon<strong>der</strong>lijk<br />
volledig beleefd worden en die toch worden ingepast in de normaliteit van uw eigen bestaan.<br />
Wilt u het woord wereld definiëren?<br />
Als wereld wordt hier verstaan voor u: het normale vlak, waarin u zich beweegt, waarin u<br />
werkt, denkt en handelt, kortom al datgene, wat uw leven uitmaakt en voor u zintuiglijk of via<br />
het bewustzijn onmiddellijk kenbaar is: daarbij kennelijk behorend tot één vlak van ruimtelijke<br />
coördinaten en tijdscoördinaten.<br />
Heeft die ervaring dan bewust plaats?<br />
Ja, die heeft dan bewust plaats.<br />
En is men zich bewust dat men in een an<strong>der</strong>e wereld is?<br />
Daar kom ik nog aan toe.<br />
Wanneer wij dit dus even goed vasthouden, dan kan het leven worden uitgebreid met een<br />
aantal an<strong>der</strong>e werelden of bewustzijnsvlakken. Niet meer als een uitzon<strong>der</strong>ing, een uitwijken<br />
De tijd<br />
80
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
van de eigen wereld naar een an<strong>der</strong> vlak (tijdelijk), maar als een voortdurend in zich dragen<br />
van meer dan één wereld. Het resultaat zal zijn, dat elk van die werelden in een deel van het<br />
bewustzijn een volledig eigen wereldconcept schept. Dat zal u ook duidelijk zijn. De mensheid,<br />
die <strong>der</strong>gelijke verschijnselen soms meemaakt spre<strong>ek</strong>t wel eens van continue droomwerelden,<br />
omdat droomleven, dagdromen e.d. gezamenlijk een even vloeiend wereldconcept weergeven<br />
als het eigen beleven van de mens, die - ongeacht deze droomwereld - niet abnormaal is of anormaal.<br />
Wij mogen dus stellen dat deze zich als een soort schijnrealiteit beweegt binnen uw<br />
lichamelijk bestel.<br />
De moeilijkheid daarbij is deze: Het is u praktisch niet mogelijk vanuit stoffelijk standpunt de<br />
realiteit van deze werelden aan te tonen, tenzij door het gebruik dat u maakt van de<br />
voorspellende of krachtsmogelijkheden of denkmogelijkheden, die u in die werelden worden<br />
geboden. Zij blijven dus vanuit uw eigen wereld gezien (deze wereld, waarin u leeft dus, zoals<br />
zojuist gedefinieerd) eigenlijk waan of droom. Maar op zichzelf bezitten zij een volledig reële<br />
waarde. Zij worden evenzeer als een grote re<strong>ek</strong>s invloeden uit uw eigen leven on<strong>der</strong>bewust<br />
vastgelegd. D.w.z. dat u over herinneringen uit deze an<strong>der</strong>e werelden zult leren beschikken en<br />
in deze herinneringen zeer veel vergelijkingsmateriaal vindt, aangezien het verschil tussen uw<br />
eigen wereld en an<strong>der</strong>e werelden niet zo buitengewoon groot is. Kosmische wetten werken<br />
overal evenzeer. Het ontd<strong>ek</strong>ken van een situatie in uw eigen wereld, waarin een kosmische<br />
wet zou functioneren, kan vaak van tevoren overzien of voorspeld worden tot een groot<br />
gedeelte van de details, alleen door het herkennen van een gelijksoortige mogelijkheid, in een<br />
an<strong>der</strong>e wereld beleefd. Ervaring uit elke wereld, die a.h.w. tussen de tijd ligt, kan worden<br />
overgedragen op de wereld, waarin men ogenblikkelijk bestaat, zij het in de zin van parabels,<br />
waaruit een erkenning van mogelijkheden, ontwikkelingen, structuren in eigen wereld<br />
ontstaat. Dat is dus de kwestie van de tijd.<br />
U zult zeggen: "Wij kunnen van deze tussenliggende tijd geen gebruik maken." Een groot<br />
gedeelte van de mensheid doet het ten dele. Hoevelen on<strong>der</strong> u zijn er niet, die een<br />
permanente dagdroom hebben? Die steeds weer terugkomen op dezelfde droomsequentie? U<br />
zult zeggen?" dat zijn psychische afwijkingen". Neen, dat zijn het niet, althans behoeven het<br />
niet te zijn. Vaak zijn het zi<strong>ek</strong>elijk vert<strong>ek</strong>ende beelden van een an<strong>der</strong>e wereld, waarbij men<br />
echter niet een volledig volgen van de tijd krijgt. De secondewijzer blijft steeds st<strong>ek</strong>en. Het feit<br />
dat u deze dus reeds halfbewust kunt hebben, het feit dat on<strong>der</strong>bewust voor de meeste<br />
mensen tenminste één á twee an<strong>der</strong>e werelden mee beleefd worden, zou de conclusie wettigen<br />
dat de mens, die in de esoterie en ook in de magie zo<strong>ek</strong>t ver<strong>der</strong> te komen, zichzelf realiteit<br />
van deze werelden voor ogen stelt: ook al is er geen controle op, ook al is het misschien<br />
wetenschappelijk of redelijk haast kol<strong>der</strong>i<strong>ek</strong>. Indien slechts de wetten van de ene wereld in de<br />
an<strong>der</strong>e hanteerbaar zijn en omg<strong>ek</strong>eerd, kunnen wij z<strong>ek</strong>er zijn, dat er voor ons van een<br />
uitbreiding van bewustzijn daardoor sprake is. Wij zullen op den duur in al die an<strong>der</strong>e werelden<br />
levens leren kennen, wezens ontmoeten, die - evenals uw eigen vrienden en b<strong>ek</strong>enden in déze<br />
wereld - op uw eigen gedrag een invloed hebben. U zult ook daar leren kennen de beslissende<br />
invloed van milieu. U zult ook daar de drang van de massa kunnen erkennen t.o.v. de<br />
moeilijkheid je te onthouden van massa-activiteit en <strong>der</strong>gelijke. U zult ook suggestieve<br />
invloeden leren kennen van uw eigen wereld. Waar echter die an<strong>der</strong>e werelden voor u niet<br />
reëel zijn, zullen zelfs de meest droevige ervaringen, die u daar meemaakt, een bescherming<br />
zijn in uw eigen wereld. De ervaring, daar opgedaan, is tevens een uitbreiding van het totaal<br />
bewustzijn en maakt - ook in uw eigen wereld met een beperkte beleving - een zeer scherpe<br />
erkenning van eigen inhoud en mogelijkheden voor u een daadwerkelijk feit.<br />
De vorige maal hebben wij ook gesproken over het godsconcept, Ook daarover heb ik een paar<br />
punten, die naar ik hoop uw belangstelling zullen tr<strong>ek</strong>ken. Ze zijn dat z<strong>ek</strong>er waard.<br />
Het is voor de mens onmogelijk een direct godsconcept te hebben. Elk godsconcept dat hij<br />
heeft is beperkt. Een beperkt godsconcept zal altijd van de werkelijkheid verwij<strong>der</strong>d zijn.<br />
Indien wij dit godsconcept gebruiken om een aanvulling van onze eigen mogelijkheden en<br />
werkelijkheden te doen ontstaan, zal dit godsconcept ons voldoen. Op het ogenblik echter, dat<br />
wij kosmische werkingen tot stand willen brengen, staan wij voor een heel an<strong>der</strong> feit. De<br />
De tijd<br />
81
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
kosmische werking onttr<strong>ek</strong>t zich aan de beperktheid van de God, die wij ons voorstellen. In<br />
sommige gevallen voelen wij ons toch gedrongen om aan een kosmische activiteit deel te nemen,<br />
of zouden wij gaarne een kosmische kracht of een kosmische kennis in onszelf zien<br />
g<strong>ek</strong>ristalliseerd. Wanneer dit het geval is, dan mogen wij ons dus niet wenden tot een<br />
algemene Godheid. Wij moeten in een <strong>der</strong>gelijk geval voor onszelf de onb<strong>ek</strong>endheid met de<br />
Godheid stipuleren. Dit is belangrijk! Dus wanneer u bij wijze van spr<strong>ek</strong>en moet bidden, dan<br />
zegt u: "God ik bid tot U, zoals U bent en niet zoals ik denk, dat U bent."<br />
Het klinkt allemaal heel eenvoudig, maar het is waar. Want juist daardoor voorkomt u dat een<br />
deel van de godheden, die u aanbidt, in feite niet an<strong>der</strong>s zijn dan Scheingestalten, vanuit<br />
uzelve opgebouwd maar niet bewust als zodanig erkend. Want op het ogenblik, dat we een<br />
Scheingestalt - d.w.z. een uit ons opgebouwd geestelijk beeld, dat begaafd is met de<br />
mogelijkheden van ons eigen wezen, die wij echter zelf niet erkennen of gebruiken - wanneer<br />
wij die gaan maken tot God, dan komen wij niet ver<strong>der</strong> dan onszelf. Er ontstaat een grote ikbegrenzing<br />
daardoor en wij zijn niet in staat om kosmische krachten van buiten het “ik” te ontvangen.<br />
Slechts datgene wat in het “ik” bestaat kan door het gebruik van een Scheingestalt -<br />
in de vorm van een God of op een an<strong>der</strong>e wijze - geaccentueerd en uiteindelijk versterkt<br />
worden.<br />
Het is heel moeilijk om hier concreet te zijn. Op het ogenblik dat wij gaan spr<strong>ek</strong>en in de meer<br />
esoterische vorm, gedragen, zuiver schoon formulerend, krijg ik te maken met sentiment.<br />
Sentiment op zichzelf is natuurlijk niet kwaad. Maar een sentiment wordt redelijk over het<br />
algemeen moeilijk aanvaard. Wanneer wij spr<strong>ek</strong>en over het een of an<strong>der</strong> en u zegt: "Het is<br />
sentimenteel", dan bent u direct geneigd het te verwerpen. Het is vandaar dat ik probeer om<br />
allereerst zuiver, nuchter en zo wetenschappelijk mogelijk de dingen vast te stellen.<br />
Er kan nooit sprake zijn van een Godheid buiten ons, die ook niet in ons bestaat. Er kan nooit<br />
sprake zijn van een kracht buiten ons, die ook niet in ons een parallel heeft. Er kan nooit<br />
sprake zijn van licht of duister, van deugd of zonde, of zij moeten in ons hun evenbeeld<br />
hebben, indien zij wérkelijk zijn. Al het werkelijke bestaat in ons wezen. Van die werkelijkheid<br />
erkennen wij een zeer klein gedeelte. Indien wij ons wenden tot het b<strong>ek</strong>ende, versterken wij<br />
de in ons aanwezige b<strong>ek</strong>ende factoren, maar verstoren zeer vaak het evenwicht met nietg<strong>ek</strong>ende<br />
factoren. Elke Godsbena<strong>der</strong>ing dient daarom plaats te vinden voor een bewust doel,<br />
alsof die God een direct deel van de eigen persoonlijkheid ware en volgens het eigen<br />
voorstellingsvermogen. Indien wij ons echter trachten te bewegen buiten het g<strong>ek</strong>ende ik,<br />
zullen wij overgaan tot het gebruiken van een Godsvorm en een Godsvoorstelling, die niet<br />
gedefinieerd is en waarvan wij het voor ons definieerbare steeds weer voor onszelf vastleggen,<br />
opdat wij het contact met deze Godheid op de juiste wijze tot stand kunnen brengen. Is het<br />
duidelijk? Geen commentaar?<br />
Hoe kunnen wij een kosmische kracht hanteren en welke kracht zou daarvoor b.v. in<br />
aanmerking komen? Liefde bijvoorbeeld? Liefde uitzenden naar iemand?<br />
Ja, bijvoorbeeld. Op het ogenblik dat liefde onpersoonlijk is, is zij namelijk kosmisch. Maar heel<br />
veel van de liefde, die z.g, onpersoonlijk is, is in feite een geperverteerde vorm van<br />
eigenliefde. Laten we dat niet vergeten. Het komt zo buitengewoon vaak voor, dat iemand zo<br />
vol is van mensenliefde, dat het zichzelf steeds méér liefheeft, omdat hij de mensen zo lief<br />
heeft. Op dat ogenblik is het een eigenliefde, die zich op de één of an<strong>der</strong>e manier uit. Zo goed<br />
als sommige patiënten helemaal niet zi<strong>ek</strong> zijn, maar een zi<strong>ek</strong>te simuleren om aandacht en<br />
genegenheid te krijgen, waaraan zij een t<strong>ek</strong>ort voelen. Zij simuleren dus in zichzelf een an<strong>der</strong><br />
t<strong>ek</strong>ort, om daardoor het aangevoelde t<strong>ek</strong>ort aan te vullen. Op dezelfde manier kunt u uw<br />
behoefte aan liefde uitbreiden door dus buiten u die liefde te stellen en ze vandaar weer in<br />
uzelf te absorberen. In feite zal veel z.g. naastenliefde niets an<strong>der</strong>s zijn dan een<br />
liefdesbehoefte, die op deze wijze naar compensatie zo<strong>ek</strong>t en zelfwaar<strong>der</strong>ing, zelfbevestiging.<br />
Dat zijn van die voetangels en klemmen, waarvoor je moet oppassen. Want als wij spr<strong>ek</strong>en<br />
over liefde als een kosmische waarde, dan moeten wij goed begrijpen, dat die liefde voor ons<br />
geen enkel persoonlijk belang mag of kan hebben. Op het ogenblik dat dat wel het geval is, is<br />
er geen sprake van een kosmische liefde en is alle gepraat erover niets an<strong>der</strong>s dan een steeds<br />
weer terugvechten naar ons eigen ik.<br />
82<br />
De tijd
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
Toch bestaat er een liefde, de instandhoudende liefde, die heel an<strong>der</strong>s is dan elke voorstelling<br />
van liefde, die een mens of zelfs een geest daarvan heeft. Deze vorm, die wij aanduiden als<br />
"de liefde Gods" maar niet ver<strong>der</strong> kunnen definiëren, kunnen wij gebruiken en in ons zelfs<br />
werkzaam maken. Wij kunnen daaruit b.v. verkrijgen de werking van de goddelijke liefde door<br />
ons, niet volgens onze eigen voorstelling en vermogen, maar alleen volgens de<br />
totaalkosmische wet, waarin Gods genegenheid en eenheid met het totaal <strong>der</strong> schepping door<br />
elk van de delen <strong>der</strong> schepping kan worden uitgedrukt.<br />
Wat verstaat u on<strong>der</strong> de instandhoudende liefde? Geeft u eens een voorbeeld.<br />
Uzelf. U bent ongetwijfeld een goed mens, maar u hebt toch in uw leven verschillende<br />
gedachten en daden gehad, waarvan de goddelijke liefde toch zou zeggen: dat past niet. U<br />
bent in bepaalde ogenblikken zelfzuchtig geweest op een wijze, dat de goddelijke liefde zou<br />
hebben gezegd: dat past niet in Mijn wezen. Zou die liefde zijn, zoals de mens die denkt, dan<br />
zou God op dat ogenblik om die ene gedachte of die ene daad u hebben moeten vernietigen,<br />
om de rest te beschermen. Zo denkt de mens er over. Maar God houdt in stand. God houdt<br />
zelfs mensen in stand, die in de ogen van de mensheid de grootste misdadigers zijn (en<br />
misschien wel reëel!), omdat er in hen een deel van Zijn kracht is en zij in het geheel van Zijn<br />
kracht toch nog een functie hebben. Omdat God elke factor, die mogelijkerwijze bestaat in het<br />
heelal, gebruiken kan volgens Zijn raadsbesluiten, die wij niet kunnen overzien, en deze dan<br />
toch nog weet in te passen in Zijn wetten, die voor ons kenbaar zijn. Dat is de instandhoudende<br />
liefde, tenminste iets ervan. Is de definitie dichtbij genoeg om u een voorstelling te geven?<br />
Naast al deze esoterie hebben we ook heel vaak te maken met het scheppen van een z<strong>ek</strong>ere<br />
sfeer in een poging om een mens te bereiken. Het scheppen van een sfeer moet altijd<br />
gebaseerd zijn op het grootste gemiddelde. Maar wanneer ik een sfeer wil scheppen, die boven<br />
u allen uitgaat, dan kan ik mij niet op u baseren, maar dan kan ik wel bereiken dat u ten dele<br />
daardoor mee wordt opgevoerd. U herinnert zich dit misschien nog uit hetgeen wij in de vorige<br />
lezing hebben gezegd. Nu stel ik dit:<br />
Belangrijk is voor ons niet wat wij zijn, wat wij willen zijn of zelfs wat wij kunnen zijn.<br />
Belangrijk voor ons is de aanvaarding van het Zijn zon<strong>der</strong> meer. Want indien wij het Zijn<br />
accepteren zoals het is en leeft, wanneer wij uit het Zijn zelve voor ons de gave van het<br />
bestaan aanvaarden, dan sluiten wij elke poging uit om het Zijn te beperken of af te sluiten<br />
van bepaalde mogelijkheden. Wij laten God, Gods wet, Gods kracht, zoals Hij in het Zijn<br />
kenbaar wordt, voortdurend door ons werken en functioneren. In de erkenning van het Zijn<br />
zon<strong>der</strong> meer en de directe aanvaarding daarvan vinden wij een direct contact met de Bron van<br />
zijn. Het is gemakkelijk voor ons om nu te stellen: "Wij weten toch wat goed is." God weet het<br />
beter dan wij. Het is zo verleidelijk voor ons om te zeggen:"Maar wij hebben toch onze<br />
menselijke wereld, waarin wij moeten leven. Wij hebben toch de wetten van onze sfeer,<br />
waaraan wij moeten gehoorzamen." Het kan zijn. Maar bovenal staat de Bron van alle zijn. En<br />
deze is krachtiger en meer bepalend dan alle an<strong>der</strong>e dingen. Te zo<strong>ek</strong>en naar dat contact met<br />
het Leven Zelve is de kern van de esoterie en magie tegelijk. Je kunt niet als een mens je<br />
laten overdon<strong>der</strong>en door de wereld of overdon<strong>der</strong>en door een goddelijk visioen om dan toch<br />
jezelf te blijven en ver<strong>der</strong> te gaan. Je moogt niet verwachten dat iets wat van buitenaf op je<br />
afkomt, jou onberoerd kan laten in de essence van je wezen. Alleen dat, wat in je gebeurt, is<br />
een versterking van je wezen. De innerlijke kracht, de innerlijke waarde, dat wat verborgen zit<br />
achter al onze uitingen van vrolijkheid, b<strong>ek</strong>waamheid, opgew<strong>ek</strong>theid, de werkelijke<br />
achtergrond, dat is ons feitelijk wezen. De aanvaarding hiervan a priori is noodzakelijk om zo<br />
op te gaan in het leven, in de kracht van het leven. In onszelf wordt God werkzaam. God kan<br />
niet worden gereguleerd. Je kunt de Niagara-falls niet regeren met een waterkraan. Je kunt<br />
het licht van de zon niet proberen te regeren met een heel stukje gordijn. Dat is alleen in de<br />
beslotenheid van je eigen wezen mogelijk, maar nooit wanneer die kracht zelf in je wezen<br />
wordt aangeboord. Onze esoterie is niet alleen (zoals zovele mensen denken) het trots ons<br />
opworstelen tot God.<br />
Maar het is wel degelijk ook het "God werkzaam doen zijn" in onszelf. Niet dat wij God bevelen<br />
om dat te zijn, maar wij maken het de goddelijke kracht mogelijk. Wij aanvaarden het leven<br />
De tijd<br />
83
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
met al, wat daarin is. Wij aanvaarden alle uiterlijke omstandigheden ... maar vooral al het<br />
innerlijke. Wij gaan niet trachten te rationaliseren. We gaan niet trachten het om te zetten in<br />
geleerdheid of wijsheid .. we beléven het. Wanneer er een Franciscus van Assisi kan spr<strong>ek</strong>en<br />
over "broe<strong>der</strong> wolf", over zijn "kleine broe<strong>der</strong>s en zusters" (de vogels), dan komt er iets tot<br />
uiting van wat die kracht in je doet. Woorden zijn er niet voor te vinden, maar het is een band,<br />
die je steeds sterker één maakt? niet alleen met een gelijk bewustzijn, maar met alle<br />
bewustzijn. Het Zijn zelve is zo eeuwig en onbeperkt, dat wanneer het eenmaal in je begint te<br />
stromen en te werken, geen enkele band meer voor jou bestaat met je eigen wereld of met<br />
an<strong>der</strong>e werelden. Er is het Zijn Zelve. En dit drukt zich uit in de wetmatigheid van de<br />
verschillende werelden, z<strong>ek</strong>er. Maar het is de kosmische wet alleen en nooit de gebruikswet,<br />
nooit de gedachtewet.<br />
Eeuwigheid ligt er in elk moment van ons zijn. Het is niet nodig 10.000 incarnaties door te<br />
maken om het geheim van de eeuwigheid te vinden. De incarnaties zijn noodzakelijk om het te<br />
veel de nadruk te leggen op wat "ik ben en op wat ik verlang, dat het Zijn zal worden" om te<br />
zetten in een doodgewone Zijnsaanvaarding. Bedenk wel, de kern van esoterie is het zo<strong>ek</strong>en<br />
naar de God in ons. Niet naar God ...God in ons. D.w.z., dat wij God moeten accepteren, zoals<br />
Hij in ons is. Deze aanvaarding op zichzelve kan in één kort ogenblik, korter dan één tik van de<br />
klok, korter dan één tik, de eenheid met de kosmos tot stand brengen. Dat moet u zich goed<br />
realiseren. De kennis die wij geven, de leerstellingen die wij geven, zijn gemaakt om uw<br />
wereld van buiten wat ruimer te maken. Om u los te maken van de te beperkte ideeën die u<br />
hebt omtrent uzelf. Maar de kern van de waarheid ligt in u en kan alleen in uzelf gevonden<br />
worden.<br />
Wanneer u naar de magie ver<strong>der</strong> wilt streven, dan is deze <strong>cursus</strong> alleen een voorbereiding.<br />
Dan vindt u hierin materiaal, dat hernieuwd moet worden, herkauwd en nog eens herkauwd,<br />
tot het uiteindelijk kan worden verteerd en een daadwerkelijk deel kan gaan uitmaken van uw<br />
eigen praktijk. Daarvoor heeft u vele dingen nodig, die wij eigenlijk ver<strong>der</strong> een klein beetje<br />
voorbij zijn gelopen. Maar wanneer het gaat om de werkelijke esoterie, de innerlijke waarheid,<br />
dan is het alleen nodig, dat de grenzen die u stelt in uw eigen wereld verbrijzeld worden. Ge<br />
meent dat uw wereld een grootse bal is die ergens in de ruimte draait om een zon, nietwaar?<br />
Misschien is het maar één el<strong>ek</strong>tron, gevangen in het atoom van een grotere wereld. Misschien<br />
is uw oneindig bestaan haast van deze aardkloot niet an<strong>der</strong>s dan één chronon, een onkenbaar<br />
moment van tijd, waarin de ene baan voor de an<strong>der</strong>e wordt verwisseld. U meent misschien dat<br />
uw zon een bron is van kracht. Maar er zijn krachten - zelfs in dit heelal - die als één<br />
verslindende pl<strong>ek</strong> van leegte die hele zon kunnen meenemen: ja, die zelfs een hele<br />
sterrennevel kunnen verslinden, zon<strong>der</strong> dat er iets van die energie overblijft. Misschien meent<br />
ge weer dat uw wereld klein is. Maar in die kleine wereld wordt het totaal van de goddelijke<br />
scheppingskracht meermalen gelijktijdig geuit en volledig. In de gedachte van één mens kan<br />
de gehele kosmische ruimte geopenbaard zijn, zo volledig, zo sterk en zo groot, dat het meer<br />
de werkelijkheid is dan wat an<strong>der</strong>en misschien oppervlakkig buiten zich menen te ervaren.<br />
Er is een voortdurende on<strong>der</strong>linge verwisselbaarheid van krachten en factoren. Altijd. Ons<br />
atoom van vandaag is de zon van morgen en de zon wordt tot atoom. De kleinheid van een<br />
menselijk denken kan plotseling overgaan in de ontplooiing van een kosmisch weten. En het<br />
kosmisch weten, dat één ogenblik aarzelt in zichzelf, stort ineen en wordt tot het nauw<br />
begrepen "ik", dat probeert zijn zelfbeperking steeds sterker door te voeren om zo zichzelf te<br />
leren kennen. Zo is de wereld. U leeft in een tijd en in een wereld waarin men meent dat men<br />
moet r<strong>ek</strong>enen met vaste en exacte waarden. Vrienden, er zijn geen vaste en exacte waarden<br />
in geestelijke zin. Er is een voortdurend spel van wisseling, on<strong>der</strong>linge wisseling, waarvan al<br />
die kleine punten, waarover ik spre<strong>ek</strong> als veran<strong>der</strong>ing van sferen en tijden, en misschien<br />
morgen over de magische mogelijkheid van het oproepen van geesten en wat ik u een vorige<br />
maal heb gezegd over het opbouwen van een sfeer en een bezwering, dit alles bij elkaar is niet<br />
an<strong>der</strong>s dan een aanduiding van de vele wisselingen, die mogelijk zijn.<br />
Ik hoop dat dit tot u doordringt. Ik ben fel zakelijk en zelfs uitermate snel geweest. Ik ben<br />
daarnaast aan het betogen geslagen op een wijze, die laten we zeggen een klein beetje meer<br />
esoterisch is dan wat an<strong>der</strong>s en daarbij soms haast de pre<strong>ek</strong> nabij kwam, maar die in zich<br />
eenzelfde waarheid had en eenzelfde waarheid van denken. Want het gaat er hier niet om u<br />
De tijd<br />
84
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
één bepaald ding te geven of de bevrediging van een o, zo mooie avond alleen. U moet iets<br />
vinden, wat voor u bruikbaar is. We hebben. al veel tijd verknoeid in deze <strong>cursus</strong>: we moeten<br />
opschieten. Daarom wordt dit zo snel mogelijk afgewerkt. Toch wil ik u deze keer sparen voor<br />
nog een tweede technische en nog een magische les. Dat zullen wij de volgende keer doen.<br />
Het ligt in mijn bedoeling, dat u de rest van de avond zoveel mogelijk - en als het even kan na<br />
on<strong>der</strong>ling overleg - zult gebruiken voor bespr<strong>ek</strong>ing van de on<strong>der</strong>werpen, die voor u direct<br />
belangrijk zijn en die in samenhang staan met het on<strong>der</strong>werp, in samenhang staan met deze<br />
<strong>cursus</strong>. Vraag ons niet te spr<strong>ek</strong>en over politi<strong>ek</strong> of godsdienst, tenzij u een probleem kunt<br />
vinden, waarbij de innerlijke mens of de veran<strong>der</strong>lijkheid <strong>der</strong> wereld erin direct tot uitdrukking<br />
komt. We zullen in het tweede gedeelte trachten om twee korte lezingen op uw eigen verzo<strong>ek</strong><br />
te geven. Daarnaast kunnen ver<strong>der</strong>e vragen nog beantwoord worden, voorzover ze met de<br />
algehele cyclus van ontwikkeling samenhangen. Goedenavond.<br />
o-o-o-o-o<br />
Goedenavond, vrienden.<br />
1 e on<strong>der</strong>werp?<br />
HET ZIJN<br />
Hoe wij het Zijn moeten bezien, is moeilijk te definiëren. Zijn is een toestand. Misschien kan<br />
het eenvoudigst worden gezegd, dat voor ons persoonlijk "Zijn" het besef van bestaan inhoudt.<br />
Daarnaast echter hebben wij te maken met een kosmische persoonlijkheid. Die kosmische<br />
persoonlijkheid is God of althans de direct scheppende factor, die van God uitgaat. Alles wat<br />
daaruit voortkomt, plus dit wezen zelve, noemen wij ook weer: het Zijn. Kosmisch Zijn wordt<br />
bezien als het deelgenootschap dat men heeft in dit grote bestaan, dat de totale tijd en de<br />
totale ruimte omvat, met alle daarin voorkomende vormen en ontwikkelingen.<br />
Indien je je van het Zijn bewust wordt, is dit in de eerste fasen van het bestaan een erkennen<br />
van jezelf. Het zijn de b<strong>ek</strong>ende factoren, die wij al eens meer hebben genoemd, als daar zijn<br />
"er is", gevolgd door de gedachte "ik ben". Van het "ik ben gaat het dan ver<strong>der</strong> met "ik ben<br />
niet" (de definitie dus van wat niet tot je wezen behoort), daarna "ik ben dit" (definitie van wat<br />
wel tot je wezen behoort). Op den duur kom je tot een definitie van het “ik” als een<br />
nauwkeurig begrensde eenheid met eigen kwaliteiten en mogelijkheden t.o.v. het omringende.<br />
Maar heb je dat eenmaal bereikt, dan ben je ternauwernood over de grens van het dierlijke<br />
heen. Een Zijn-definitie die dus op dit vlak ligt is een deel van de integratie met de schepping,<br />
maar zon<strong>der</strong> dat het “ik” daarbij kosmisch begrip heeft. In het menselijk bestaan begint over<br />
het algemeen de zelfbeschouwing. Men definieert "Zijn" niet meer als het eigen bestaan, als<br />
"ik", maar eer<strong>der</strong> als een verhouding, die tussen het “ik” en al wat daarbuiten is tot stand is<br />
g<strong>ek</strong>omen. Vanaf dit punt wordt het persoonlijk begrip "Zijn" steeds sterker uitgedrukt als een<br />
persoonlijke integratie met het totaal, met al het bestaande. Zo kom je in steeds ver<strong>der</strong>e<br />
vormen van geestelijk bewustzijn tot nieuwe definities van het Zijn en daarbij wordt het eigen<br />
“ik” steeds meer een eenvoudige factor daarvan, terwijl het geheel wordt beschouwd als het<br />
enig belangrijke. Is dus in het begin van de bewustwordingsgang het Zijnsbegrip een definitie<br />
van het eigen wezen en een omschrijving, in de ik zou haast willen zeggen "opwaartse" gang<br />
wordt het een steeds scherpere bepaling van het “ik” als deel van een geheel, dat in dit ik<br />
steeds meer kenbaar wordt.<br />
Te zeggen dat Zijn zon<strong>der</strong> meer God is, is soms gevaarlijk. Want er zijn in ons wezen nu<br />
eenmaal bepaalde factoren, die .... nu ja niet goddelijk zijn. Ze zijn foutieve combinaties van<br />
hetgeen in God bestaat en geven dus aanleiding tot voorstellingen in het ik, die wel een<br />
mogelijkheid uit de kosmos zijn, maar geen werkelijkheid, die voor ons bestaat. Zullen wij op<br />
De tijd<br />
85
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
den duur leren, dat alles wat mogelijk is een realiteit is en daarmee een binding krijgen, dan<br />
valt de persoonlijkheid al weg. Want dan leef je niet één maar een ongeteld aantal levens<br />
a.h.w. gelijktijdig. Zo groei je naar het ogenblik van absolute identificatie met al het<br />
bestaande. En dat noemen we dan het groot kosmisch Zijn of het opgaan in God. U ziet over<br />
dit on<strong>der</strong>werp is betr<strong>ek</strong>kelijk weinig te zeggen. Het is iets wat je eer<strong>der</strong> moet aanvoelen dan<br />
definiëren of ontleden.<br />
Ik kan mij voorstellen dat als je buiten, bent, in de bossen in de bergen, bij de zee, je op een<br />
gegeven ogenblik eens diep ademhaalt en een gevoel in jezelf hebt of je ineens de wereld<br />
opnieuw ziet als voor de eerste maal. Iets van een innerlijke blijdschap zou een mens<br />
waarschijnlijk zeggen: Het lijkt mij dat deze ogenblikken het meest in overeenstemming zijn<br />
met het werkelijke begrip "het Zijn". Ik hoop dat dit voldoende is. Maar zouden er op dit<br />
terrein vragen zijn gebleven, dan wil ik daar gaarne ver<strong>der</strong> op ingaan.<br />
Wat gebeurt er wanneer je zo'n ogenblik van verhel<strong>der</strong>ing, van verlichting hebt, wanneer je<br />
je plotseling onttr<strong>ek</strong>t aan de om je heen zijnde werkelijkheid?<br />
Ik geloof niet dat je je onttr<strong>ek</strong>t aan de om je heen zijnde werkelijkheid. Maar je ziet ze op een<br />
an<strong>der</strong>e wijze. Ik zei dan ook in mijn betoog, het is alsof je plotseling opnieuw voor het eerst de<br />
wereld ziet: de schoonheid van de wereld. En ik meen dit het best te kunnen definiëren door te<br />
zeggen? Op dit ogenblik vergeet de mens zijn eigen opinies, zijn oordelen en veroordelen en<br />
on<strong>der</strong>gaat een ogenblik de werkelijkheid. Dit korte ogenblik van on<strong>der</strong>gaan van de<br />
werkelijkheid zon<strong>der</strong> de beperkingen: van eigen bewustzijn, bet<strong>ek</strong>ent een confrontatie met een<br />
geheel nieuwe wereld. Het is jammer, dat dit zo kort plaatsvindt. Zijn is uiteindelijk de<br />
confrontatie van elk deel van het Goddelijke met het totaal <strong>der</strong> Godheid. En daarvan is dit een<br />
verschijnsel, dat in een mensenleven vaak kan voorkomen.<br />
Je hebt je dus op dat moment, op een an<strong>der</strong> niveau geplaatst.<br />
Ik geloof niet dat dit bewust gebeurt. Laten we eer<strong>der</strong> zeggen: door het wegvallen van de<br />
kunstmatige niveaus, die de mens in zichzelf heeft geschapen, is hij een ogenblik tot het<br />
natuurlijk bestaansniveau van zijn wezen terugg<strong>ek</strong>eerd.<br />
Van de ziel?<br />
Van zijn wezen. Dat houdt de ziel en al het ver<strong>der</strong>e mede in.<br />
En je een deel voelen van de kosmos?<br />
Ja, maar niet bewust je een deel voelen. Dat is innerlijk. Ik zei reeds daarom in mijn<br />
on<strong>der</strong>werp: het is moeilijk dit te definiëren. Je kunt het aanduiden, maar het is niet te<br />
ontleden. En wanneer je dat niet hebt meegemaakt, is het onmogelijk het aan te duiden. Heb<br />
je het wel meegemaakt, dan is elk woord dat daarover gezegd wordt al te veel. Dan volstaat<br />
"het zijn in het "Zijnde" over het algemeen reeds als omschrijving,<br />
Is dit ook te vergelijken met een toestand na de dood?<br />
Neen, het heeft niets te maken met een toestand na de dood. Het is een toestand, die in het<br />
menselijk leven en elke an<strong>der</strong>e levensvorm of mogelijkheid, sfeer of wereld, gelijkelijk kan<br />
ontstaan, wanneer een voldoende deel van de eigen persoonlijkheid wegvalt om alle<br />
vooroordelen en opinies uit te schakelen en een directe ervaring van een deel of het geheel<br />
van de goddelijke schepping mogelijk te maken.<br />
Maar in z<strong>ek</strong>ere zin sluit je je dan dan toch wel voor een groot deel af.<br />
Je sluit je niet voor een groot gedeelte af, maar je vergeet over de dingen op een menselijke<br />
manier na te denken.<br />
Je raakt dus een waan kwijt.<br />
In z<strong>ek</strong>ere zin. Ik mag hier misschien mijnerzijds dan nog iets aan toevoegen, voordat we<br />
overgaan naar een tweede on<strong>der</strong>werp. De doorsneemens leeft niet in het heden. Enerzijds<br />
houdt hij zich bezig met de mogelijkheden van de to<strong>ek</strong>omst, an<strong>der</strong>zijds baseert hij zich op zijn<br />
ervaringen uit het verleden. Zijn ervaringen en waarnemingen uit een verleden zijn zo<br />
bepalend, dat zij a.h.w. de kleur aangeven, waarin hij de delen van de kosmos ziet, die nu<br />
voor hem kenbaar zijn. De to<strong>ek</strong>omst en zijn verwachtingen bet<strong>ek</strong>enen een vermin<strong>der</strong>ing van<br />
nadruk op het heden, zodat een groot gedeelte van de werkelijke beleving a,h.w. uit focus en<br />
verwaasd worden waargenomen. Het resultaat is, dat de mens in doorsnee niet een waan<br />
De tijd<br />
86
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
beleeft, maar te zeer het verleden (als in hem vastgelegd) plus de to<strong>ek</strong>omst (die hij hoopt<br />
eens concreet te maken) samen mengt en daardoor een absolute vervorming van de<br />
goddelijke werkelijkheid, die voortdurend rond hem is, voor zichzelf veroorzaakt. Van een<br />
waan kan hier vanuit menselijk standpunt moeilijk worden gesproken. Wij zouden eer<strong>der</strong><br />
moeten spr<strong>ek</strong>en van een verplaatsing van nadruk. In het menselijke leven is er niets<br />
belangrijker dan het leven in het heden. Het zijn de vreugden, de plichten, de mogelijkheden<br />
en de daden, die nu, die nu op dit ogenblik de aandacht vragen die belangrijk zijn. Soms is in<br />
een daad van heden, een deel van morgen mee begrepen. Als u vandaag brood koopt om<br />
morgen te eten, dan is dat kopen van dat brood een daad van heden. Op het ogenblik dat u<br />
zich echter gaat bezighouden met de wijze, waarop dit brood morgen gesneden zal worden,<br />
verlaat u het heden voor de to<strong>ek</strong>omst en meestal aan de hand van ervaringen, die u in het<br />
verleden had.<br />
Op deze manier dus ontstaat de irrealiteit van het menselijk leven door een verwaarlozing van<br />
het heden en een onjuist gebruik van de mogelijkheid, die in de mens ligt, om het verleden in<br />
zich te doen herleven en omtrent de to<strong>ek</strong>omst bepaalde feiten te voorzien of uit het verleden<br />
to<strong>ek</strong>omstige mogelijkheden te extrapoleren.<br />
2 e on<strong>der</strong>werp:<br />
HET GEHEUGEN<br />
Stoffelijk gezien is het geheugen een re<strong>ek</strong>s van hersencellen, die door een waarneming of een<br />
emotie toegankelijk gemaakt voor bepaalde delen <strong>der</strong> in de hersenen circulerende<br />
stroomprikkels - een herleving van het vroegere zowel als een vergelijking met soortgelijke<br />
impressies mogelijk maken. Het geheugen dient dus enerzijds als referentie. Het eens beleefde<br />
met zijn consequenties (zijn samenhangende verschijnselen) wordt gerealiseerd, wanneer een<br />
soortgelijk beeld wordt ontvangen. De verschillen en overeenkomsten worden geregistreerd.<br />
Aan de hand van de bestaande herinnering wordt ver<strong>der</strong> maar al te vaak vooruitgelopen op de<br />
huidige ontwikkeling.<br />
In de tweede plaats moet het geheugen worden gezien als de vastlegging van geleerde<br />
mogelijkheden. Geleerde mogelijkheden kunnen worden on<strong>der</strong>scheiden in de erfelijke en in de<br />
ervaringsmogelijkheden. Erfelijke mogelijkheden zijn door een voortdurend gelijke reactie van<br />
het ras zozeer ingegroeid, dat zij bij de bevruchting a.h.w. onmiddellijk worden overgedragen<br />
en dus een direct deel uitmaken van de automatische instincten en impulsen van het wezen,<br />
dat zo geboren wordt. Zij hebben een z<strong>ek</strong>ere herinneringswaarde, maar over het algemeen<br />
dringt deze niet tot de rede door. In enkele gevallen is het mogelijk (b.v. on<strong>der</strong> diepe<br />
hypnose) enkele van deze factoren op de voorgrond te brengen. Meestal zal men echter ook<br />
hier weer op weerstanden stuiten.<br />
Wat betreft de ervaringsfeiten, die worden vastgelegd, dit zijn o.m. de klankcombinaties die<br />
woorden vormen. Het is de bet<strong>ek</strong>enis van bepaalde vormen. Het is de aanvulling van visuele<br />
vormen aan de hand van ver<strong>der</strong>e ervaringen. Als u de gevel van een huis ziet, denkt u de<br />
kamers er achter, ook wanneer er in feite geen kamers zijn. (Daarvan maakt de film vaak<br />
gebruik.) U zult dus begrijpen dat het stoffelijk geheugen in feite moet worden gezien als een<br />
registratie van raseigenschappen plus persoonlijke ervaringen. Naast de persoonlijke<br />
ervaringen wordt het mogelijk in het geheugen tevens vast te leggen de eigen reactie op<br />
waargenomen stukken. (Dus dat kan zijn toneel, een bo<strong>ek</strong>? een schil<strong>der</strong>stuk, een fantastisch<br />
verhaal van een vriend.) Deze wordt mee verwerkt en blijft in de herinnering heel vaak eer<strong>der</strong><br />
hangen als een deel werkelijkheid dan als in<strong>der</strong>daad een leugen, een voorstelling of een<br />
fantasie. Dat is één van de principes van de psychologische propaganda, waarbij men door de<br />
De tijd<br />
87
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
voortdurende herhaling van een feit dit uiteindelijk tot waarheid maakt in het bewustzijn van<br />
de mens.<br />
Naast dit stoffelijk geheugen bestaat iets, wat wij geestelijk geheugen zouden kunnen<br />
noemen. Dit berust op geheel an<strong>der</strong>e feiten. In de ziel is een totaal van mogelijkheden<br />
aanwezig, evenals in de Schepper. Dit houdt in, dat de ziel zich dus een heelal zou kunnen<br />
scheppen met alle mogelijkheden, kwaliteiten, feiten ontwikkelingen en wetten, zoals de<br />
Schepper dat geschapen heeft. Zij is zich hiervan echter niet bewust. Het voorstellingsvermogen,<br />
het realisatievermogen en de zelfkennis hiertoe ontbr<strong>ek</strong>en. Telkenmale<br />
echter wanneer in de grote wereld iets wordt ervaren, dat in overeenstemming is met de<br />
structuur van eigen wezen en de daarin bestaande scheppingsmogelijkheid, wordt a.h.w, een<br />
luikje dat gesloten was omgedraaid, zodat er nu een deel van een voorstelling is te zien. Op<br />
deze wijze ontstaan fragmenten van de schepping in steeds grotere mate binnen de mens en<br />
kan hij deze refereren t.o.v. elkaar, maar ook t.o.v. elke prikkel, die van buitenaf ontstaat. Op<br />
deze wijze herbouwt de mens door associaties, ervaringen en uitwisselingen van gedachten<br />
geestelijk zich het beeld van de kosmos, waarin tevens een juiste definitie van het “ik” en de<br />
functie daarvan bevat is.<br />
Dan hebben wij te maken met het z.g. wereldgeheugen. Dat bestaat uit het totaal <strong>der</strong><br />
gedachtestromingen, die uitgestraald worden door de mensheid, mits van voldoende<br />
intensiteit. Gedurende lange tijd blijven deze gedachten in omloop. Het zijn a.h.w. velden die<br />
aanwezig blijven. Door afstemming daarop van eigen wezen is het mogelijk bepaalde van die<br />
factoren in zichzelf hernieuwd te doen ontstaan. Een absolute weergave daarvan kan alleen<br />
vanuit een zeer nabij gelegen verleden geschieden ofwel uit de ogenblikkelijke tijd, dus uit het<br />
moment nu. In het moment nu is een volledig gelijk denken van meer<strong>der</strong>e individuen<br />
verbonden door dit grootmenselijk of wereldgebeuren mogelijk. Een aflezen van dingen in een<br />
recent verleden is over het algemeen met zeer grote nauwkeurigheid nog mogelijk, maar<br />
naarmate de tijd ver<strong>der</strong>gaat wordt het aflezen van die trillingen moeilijker, terwijl, op den duur<br />
deze trillingen voor de mens niet meer aanwezig zijn en dus geen a.h.w. telepathisch opnemen<br />
daarvan tot de menselijke mogelijkheid behoort.<br />
Dan blijft ons als allerlaatste het kosmisch geheugen. Alle dingen die zijn, zijn vanuit God<br />
voltooid. Al wat wij zijn, geweest zijn of zullen worden, is als zodanig vastgelegd in de kosmos.<br />
Al wat met ons wezen samenhangt, samenhangen kan, samengehangen heeft of samenhangen<br />
zal, is daarin aanwezig. Voor zover onze persoonlijke afstemming het ons mogelijk maakt,<br />
kunnen wij dus van de onveran<strong>der</strong>lijke en kosmische waarheid fragmenten in onszelf<br />
opnemen. Is men enigszins geschoold in de techni<strong>ek</strong>, dan kan men binnen de mogelijkheden<br />
van het eigen bewustzijn uit zowel kosmisch geheugen als wereldgeheugen selecteren en dus<br />
de voor de eigen persoonlijkheid nu begeerlijke invloeden en waarden op de voorgrond<br />
plaatsen. Dat is alles wat ik over het geheugen zo in het kort te zeggen heb. Hebt u hierover<br />
nog vragen?<br />
Bij de parapsychologie is het voorg<strong>ek</strong>omen, dat iemand een geheugen aflas ter zake van<br />
dingen, die nog gebeuren moesten m.a.w. iemand zag in 1916 wat een z<strong>ek</strong>er persoon in<br />
1921 zich zou herinneren,<br />
Dat is niet helemaal juist. Wanneer afgelezen werd, wat die persoon zich herinneren zou, kan<br />
het nooit uit die persoon zelf afgelezen zijn. Dat was nog niet als herinnering aanwezig. Wél<br />
mogelijk is het, dat er binnen die persoon (gezien zijn onbewuste kennis van grote<br />
hoeveelheden feiten) een zeer nauwkeurige definitie van de to<strong>ek</strong>omstige ontwikkelingen<br />
bestond. Dat deze werd afgelezen is aannemelijk. Dat - gezien eigen begaafdheid misschien<br />
om in de tijd ver<strong>der</strong> te zien - aan de hand daarvan een betr<strong>ek</strong>kelijk nauwkeurige definitie van<br />
de ver<strong>der</strong>e ontwikkeling mogelijk werd, is eveneens aanvaardbaar, soms zelfs waarschijnlijk.<br />
Maar het aflezen van een geheugen en het daaruit putten van feiten, die nog geen<br />
werkelijkheid zijn, is onmogelijk. Men kan zich niets herinneren, wat niet gebeurd is - althans<br />
stoffelijk-geestelijk is het een an<strong>der</strong>e kwestie, maar daarbij is de tijdsfactor we<strong>der</strong>om niet te<br />
bepalen. Ik neem dus aan dat het proces zich heeft afgespeeld op de door mij omschreven<br />
wijze. Is dit voldoende? Zijn er geen ver<strong>der</strong>e vragen hierover?<br />
88<br />
De tijd
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
Wanneer er geen ver<strong>der</strong>e vragen zijn, geef ik u de gelegenheid tot algemene vraagstelling,<br />
mits in samenhang met het doel waarvoor wij hier samenzijn.<br />
Er wordt een vraag gesteld, die niet in direct verband staat met het on<strong>der</strong>werp, n.l. over een<br />
gedeelte uit. het pas verschenen evangelie van Thomas. Daar er echter geen an<strong>der</strong>e vragen<br />
zijn, wordt deze vraag geaccepteerd,)<br />
Simon Petrus zei tot Jezus: "Laat Maria van ons weggaan, want vrouwen zijn het leven niet<br />
waardig." Jezus zei: "Ziet, ik zal haar leiden, zodat ik haar manlijk maak, opdat ook zij een<br />
levende geest worde, gelijkend op u, mannen. Want ie<strong>der</strong>e vrouw, die zich zal vermannen,<br />
zal ingaan tot het Koninkrijk <strong>der</strong> Hemelen."<br />
Wat begrijpt u hiervan niet?<br />
Het geheel.<br />
Hebt u zich gerealiseerd wat het z.g. evangelie van Thomas is?<br />
Dat is het evangelie dat on<strong>der</strong> de Joodse Christenen in Syrië opgang maakte.<br />
O.a. on<strong>der</strong> de Syriërs. Maar het is een evangelie dat z.g. on<strong>der</strong> pseudoniem is geschreven. Het<br />
is dus niet het evangelie van de apostel Thomas, evenmin als de Openbaring van Johannes de<br />
openbaring van de apostel Johannes is. Dergelijke evangeliums werden geschreven om zoveel<br />
mogelijk althans een bepaalde s<strong>ek</strong>te de mogelijkheid te geven haar eigen gedachtegang na te<br />
gaan. En nu weet u dat vooral in Syrië, Arabië, het zuiden van Azië en een groot deel van<br />
Noord Afrika de vrouw werd gezien als een bezit, dus als een goed. Het was niet gemakkelijk<br />
deze mensen duidelijk te maken dat een vrouw een ziel heeft. Het was een mannenwereld. Het<br />
is logisch, dat een poging moest worden gedaan om duidelijk te maken dat de vrouw binnen<br />
de gemeenschap <strong>der</strong> Christenen een ziel had. Men heeft daarvoor bepaalde uitspraken tezaam<br />
genomen maar ik moet eerlijk zeggen s de door u geciteerde spreuk had ik nog niet gehoord.<br />
Het is dus iets nieuws voor mij. Ik vind het echter wel interessant, omdat het hier iets<br />
weergeeft van de houding, die b.v. ook Mohammed zoveel moeilijkheden heeft gebaard (zie de<br />
Koran) en die zelfs op het ogenblik weer de aanleiding is tot een splitsing. Dat de vrouw zich<br />
moet vermannen, is overigens logisch. Zolang de vrouw zich als het speeltuig van de man<br />
beschouwt heeft zij immers geen eigen leven of denken. Zij kan dus van daaruit niet worden<br />
tot een bewuste geest. Wanneer u uzelve ziet als een dier en al uw handelingen en reacties<br />
daarop gebaseerd zijn, dan zult u dierlijk zijn voor zover het uw bewustwording betreft. Ik vind<br />
dus hier deze uitleg redelijk. Dat Simon Petrus zei: "stuur haar van ons" dat kan ik mij<br />
eigenlijk niet zo goed voorstellen, omdat Jezus zelfs Petrus een tijdje van Maria Magdalena<br />
heeft moeten weghouden. Maar dat staat in geen enkel evangelie, vermoedelijk omdat men<br />
Petrus die schande niet wilde aandoen. Het lijkt mij dus, dat men hier geprobeerd heeft op de<br />
een of an<strong>der</strong>e, wijze binnen het Christelijk geloof een rationalisatie te vinden voor heersende<br />
voorstellingen met een gelijktijdige afbuiging naar het Christelijk standpunt waarin niet wordt<br />
gesproken van mannen of vrouwen maar van mensen. En dat is een verschil.<br />
Werd in het Joodse geloof de vrouw dan ook achtergesteld?<br />
In het Joodse geloof werd de vrouw achtergesteld. En dat kunt u wel nagaan, wanneer u zich<br />
realiseert, dat in de tempel de vrouwen niet mochten ingaan tot de grote hof, waarin de mannen<br />
konden treden. Wanneer u zich realiseert dat in vele Joodse gemeenschappen het nog<br />
gebruikelijk is, de vrouwen achter traliewerk b.v. de dienst te doen bijwonen of op een balcon,<br />
volledig gescheiden van de mannen, die feitelijk aan de godsdienst deelnemen. Dat is<br />
overigens niet iets typisch Joods. Wij vinden het in vele an<strong>der</strong>e godsdiensten weer.<br />
Wij kennen toch in de Joodse godsdienst figuren als Esther, Ruth, enz., waaruit niet blijkt<br />
dat ze werden achtergesteld.<br />
Er wordt in een z<strong>ek</strong>er Joods ochtendgebed gezegd: "Wij danken U, Heer, dat U mij als man<br />
geschapen hebt."<br />
Dat is dus het superioriteitsgevoel van de man, dat door de vrouw helaas over het algemeen<br />
werd aangemoedigd. En de enkele keer dat er een heldin optreedt, wordt ze meestal direct<br />
verwij<strong>der</strong>d in haar eigenschappen van het vrouwelijke. Haar lichaam wordt dan een soort<br />
middel, dat het Eeuwige gebruikt om daardoor resultaten tot stand te brengen. Ook in de<br />
De tijd<br />
89
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
verhalen van Judith en Holophernes b.v. en Esther en vele an<strong>der</strong>en. Ik geloof dus dat wij<br />
moeten vaststellen, dat het feminisme in haar huidige vorm van gelijkstelling tussen beide<br />
sexen betr<strong>ek</strong>kelijk jong is. Z<strong>ek</strong>er ook religieus. Hebt u zich wel eens gerealiseerd dat eerst<br />
se<strong>der</strong>t zeer korte tijd vrouwelijke dominees binnen bepaalde kerken het recht hebben om het<br />
woord te brengen en de sacramenten te bedienen? Dat in de katholi<strong>ek</strong>e kerk nog geen enkele<br />
priester van het vrouwelijk geslacht bestaat, die het recht heeft een misoffer te celebreren of<br />
de sacramenten toe te dienen, uitgezon<strong>der</strong>d het doopsel? Dus ook in de Christelijke wereld zit<br />
op de achtergrond nog dezelfde idee: de min<strong>der</strong>waardigheid van de vrouw. Maar daarmede<br />
zouden wij te ver afdwalen, want wij komen nu tot een discussie over sociale ordening.<br />
Zijn er geen vragen meer, vrienden? Dan geef ik het woord over aan de laatste spr<strong>ek</strong>er en<br />
wens u een goede avond.<br />
o-o-o-o-o<br />
ZELFKRITIEK<br />
Jezelf beschouwen is goed, want je moet jezelve leren kennen. Kriti<strong>ek</strong> uitoefenen op jezelf kan<br />
goed zijn, wanneer het je in staat stelt je daden beter te stellen. Maar bij vele mensen wordt<br />
zelfkriti<strong>ek</strong> tot een voortdurend zichzelf beschouwen en een voortdurend in zichzelf opgaan,<br />
waarmee op den duur het gehele wezen, de gehele kwaliteit wordt teruggebracht tot een<br />
voortdurend proberen dit ik te zien in een juistere verhouding. En daaron<strong>der</strong> vergaat de<br />
mogelijkheid tot daden.<br />
Belangrijk voor de mens is in de eerste plaats wel de manier waarop hij leeft. Hij moet in zijn<br />
streven en zijn denken proberen zo goed mogelijk te handelen. Dan zal hij ongetwijfeld fouten<br />
maken. Hij zal een z<strong>ek</strong>ere zelfkriti<strong>ek</strong> moeten uitoefenen om zich te realiseren waaróm<br />
bepaalde fouten werden gemaakt. Maar die zelfkriti<strong>ek</strong> heeft alleen zin, wanneer in het heden<br />
dezelfde mogelijkheid en dezelfde daad kunnen ontstaan. Het is niet onze taak voortdurend uit<br />
te maken of wij nu zo min<strong>der</strong>- of meer<strong>der</strong>waardig zijn. Het is niet voor ons van belang<br />
voortdurend uit te vinden wat of wie wij nu precies zijn. Belangrijk is dat wij in<br />
overeenstemming met onze mogelijkheden en onze kwaliteiten werken en leven.<br />
Als wij op onze manier zouden bidden tot onze God, dan zouden wij misschien willen zeggen:<br />
"Goede God, geef ons toch de kennis van het ik." Maar als wij die kennis dan alleen gebruiken<br />
om vast te stellen, wat er in het verleden verkeerd is gegaan, wat hebben wij er dan aan? Wij<br />
kunnen tot God zeggen? "Heer, openbaar ons Uw heerlijkheid en Uw volmaaktheid." En als<br />
God dat dan doet en wij gebruiken het alleen om onze t<strong>ek</strong>ortkomingen vast te stellen, wat is<br />
dan de zin hiervan? Zelfkriti<strong>ek</strong> is een middel. Een middel dat moet worden gebruikt om in het<br />
heden de daden steeds juister, steeds beter te stellen. Niet om te treuren over wat voorbij is,<br />
niet om zich beladen en belast met berouw of an<strong>der</strong>e dingen langzaam maar z<strong>ek</strong>er terug te<br />
tr<strong>ek</strong>ken: want te veel zelfkriti<strong>ek</strong> maakt bang voor handelen, maakt bang voor denken. Als je<br />
steeds in jezelf een fout ziet, steeds weer in jezelf ziet hoe je op een volkomen verkeerde<br />
manier schijnt te reageren, dan ga je je afvragen?" Zou ik het wel durven doen? Zou ik durven<br />
leven?" Neen. Leven is belangrijk! Zelfkriti<strong>ek</strong> is een middel om beter te leven, maar meer niet.<br />
Ze mag ons nooit de moed benemen ver<strong>der</strong> te gaan, ze mag ons nooit beperken. Ze moet ons<br />
een juister inzicht geven.<br />
Een z<strong>ek</strong>ere zelfkriti<strong>ek</strong> is een soort zelferkenning. En als je die kriti<strong>ek</strong> uitoefent, krijg je vanzelf<br />
een beeld. Een beeld van je eigen gedrag als in vergelijking met an<strong>der</strong>en. Er zijn ons op de<br />
wereld en in de sferen voorbeelden gegeven. Overal vinden wij de grote meesters. die - of ze<br />
nu b<strong>ek</strong>ende of ong<strong>ek</strong>ende namen hebben op deze wereld - krachten zijn van licht. U op aarde<br />
kent de profeten, de leraren, de voorgangers, van de oudste wereldmeesters tot de nieuwste<br />
toe. En elk van hen heeft getracht u iets te brengen. En wanneer u hun leven en denken<br />
probeert te bezien, dan gaat u op een gegeven ogenblik zeggen?"Ja, hier schiet ik t<strong>ek</strong>ort."<br />
Wanneer u dit constateert om dit te verbeteren, dan is er sprake van een gezonde zelfkriti<strong>ek</strong>.<br />
Wanneer wij - erkennend waar wij t<strong>ek</strong>ortschieten - worden gestimuleerd tot een juist streven<br />
en werken, daar openbaart zich ook voor ons een nieuwe mogelijkheid tot werken en tot leven.<br />
Maar al te veel ontaardt de zelfkriti<strong>ek</strong> van vele mensen in een voortdurend schreeuwen? "Heer,<br />
ik ben niet waardig." God geeft met gulle hand. Hij geeft je leven, Hij geeft je ervaringen. Hij<br />
De tijd<br />
90
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 januari 1960<br />
Les 5 – De tijd<br />
geeft je nieuwe belangstelling. Hij vult je leven en dagen voortdurend weer. En jij blijft maar<br />
roepen: "Heer, ik ben niet waardig." En je neemt niet wat God je geeft. Dat is geen zelfkriti<strong>ek</strong><br />
meer. Dit jezelf voorstellen als iemand, die te dom of te dwaas is om ver<strong>der</strong> te komen in<br />
geestelijke kracht en geestelijke zaken en geestelijk bewustzijn, dit jezelf zien als iemand, die<br />
- nu ja, natuurlijk wel goedig is - maar t<strong>ek</strong>ort schiet zon<strong>der</strong> meer, dat heeft geen zin.<br />
Er wordt u in het leven veel gegeven. Veel wat u bitter noemt, veel wat u zoet noemt. U zult<br />
fouten maken, soms fouten die uiteindelijk wel plezierig zijn, maar die volgens de menselijke<br />
opvattingen eigenlijk niet, nu ja, ik had het eigenlijk beter moeten doen. Er zijn dingen,<br />
waarvan je zegt: Waarom moest mij dat treffen? En dan word je ongeduldig en zeg je: "Ja,<br />
maar ik had het moeten aanvaarden," En dan ga je erop zitten hameren, dat je het op een<br />
verkeerde manier hebt gedaan. Kom je daar ver<strong>der</strong> mee? Zelfkriti<strong>ek</strong> is een middel, tot juist<br />
leven. Zelfkriti<strong>ek</strong> is een middel dat wij moeten gebruiken omdat, wat het leven en God ons<br />
geven, te aanvaarden op de juiste wijzen, te dragen als een volheid in onszelf.<br />
Maar het mag nooit een middel zijn dat wij moeten God ons geven, te aanvaarden op de juiste<br />
wijze, te dragen als een volheid in onszelf.<br />
Maar het mag nooit een middel zijn om ons te maken tot schijnne<strong>der</strong>ige wezens, die zo trots<br />
zijn op de kriti<strong>ek</strong>, die zij op zichzelf uitoefenen. Wij mogen zelfkriti<strong>ek</strong> nooit gebruiken als een<br />
middel om angst te w<strong>ek</strong>ken en zo het leven van onszelf af te schuiven. In alle leven - uw<br />
leven, maar ook dat van ie<strong>der</strong> an<strong>der</strong> -is er een voortdurende toevoer van nieuwe indrukken,<br />
nieuwe kracht, nieuwe problemen, maar ook nieuwe vreugden. En wanneer u die kunt<br />
accepteren, dan zult u weten dat u fouten maakt en u zult zeggen: ik probeer ze te<br />
verbeteren. Weten dat je een fout hebt, is goed. Proberen ze te verbeteren is beter. Maar<br />
bovenal leven, dat is belangrijk. Want niet om zichzelf te kritiseren is de mens geschapen,<br />
maar om in het leven zelf voortdurend meer van zichzelf bewust te worden. En het bewustzijn<br />
van jezelf is iets an<strong>der</strong>s dan jezelf alleen maar kritiseren. Kritiseren is negatief, jezelf leren<br />
kennen is positief. Jezelf uiten in overeenstemming met de beste kennis in jezelf omtrent je<br />
eigen wezen en de dood, Die je dient, dat is streven naar de algemene goddelijkheid, die rond<br />
je bestaat. En het is daarom vrienden, dat het gaat. Niet om de zelfkriti<strong>ek</strong>. Om heel eenvoudig<br />
te eindigen. Zeg niet: "Dit zijn mijn fouten" en zit dan bij de pakken neer. Maar zeg: "Ik heb<br />
fouten gemaakt" en probeer het nog een keer. Zeg niet: "Mijn God het is te zwaar te dragen<br />
en daartoe ben ik niet in staat." Neem wat je Schepper je geeft en probeer of het gaat:<br />
Kritiseer niet te veel in de zin van 't verleden en de zware zondenlast, die op je rust. Maar<br />
probeer liever te vinden de kracht van het heden, te vinden in juist handelen nu je rust.<br />
Dat zijn maar een paar rijmpjes, maar misschien kunt u ze onthouden. Geen zelfb<strong>ek</strong>lag. Geen<br />
poging om de wereld te ontwijken. Geen poging om weg te lopen voor God of voor de<br />
werkelijkheid. Zelfkriti<strong>ek</strong> als een middel om nu beter te handelen dan ooit te voren. Zelfkriti<strong>ek</strong><br />
als een middel om te erkennen wat wij moeten doen. Nu, niet wat wij morgen moeten doen.<br />
Nu. Steeds een middel om in het heden God in de oneindigheid beter te verstaan. En dan voor<br />
de rest ....basta.<br />
Meer kan zelfkriti<strong>ek</strong> niet voor ons doen. Ze kan ons helpen tot zelfkennis, tot juist leven, tot<br />
juist werken. En als ze dat doet, kunnen we haar ver<strong>der</strong> terzijde schuiven. Want per slot van<br />
r<strong>ek</strong>ening, wie begint zichzelf te b<strong>ek</strong>ritiseren en zich daaraan vastklampt, die eindigt met een<br />
kriti<strong>ek</strong> op zijn God en op al wat er in het leven bestaat, zon<strong>der</strong> dat hij er iets gezon<strong>der</strong> of beter<br />
door wordt, vrienden. En beter te worden, juister te leven, meer te passen in de oneindigheid<br />
en meer te weten wat wij erin bet<strong>ek</strong>enen, dat is het ware doel. Kriti<strong>ek</strong> heeft daarbij soms een<br />
functie, mits wij ze niet maken tot een overweldigend deel van ons leven.<br />
Ik hoop, dat ik hiermee het begrip goed heb belicht. Zou dat niet het geval zijn en kunt u het<br />
me verbeteren graag. Een volgende keer dan, want we hebben nu geen tijd meer. Dan geeft u<br />
mij misschien gelegenheid tot zelfkriti<strong>ek</strong>. Maar ik garandeer u, dat ik die dan zal omzetten in<br />
zelfverbetering. Goedenavond.<br />
De tijd<br />
91
Goedenavond, vrienden.<br />
92<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
We gaan vandaag weer ver<strong>der</strong> nu met esoterie. Heeft de vorige maal nog vragen opgeleverd?<br />
Er staat: In onszelf wordt God werkzaam. God kan niet worden gereguleerd. Je kunt de<br />
Niagara-falls niet reguleren met een waterkraan enz. Dan volgt er: Dat is alleen in de<br />
beslotenheid van je eigen wezen mogelijk, maar nooit wanneer die kracht zelf in Uw wezen<br />
wordt aangeboord. Wilt u dit wat na<strong>der</strong> verklaren?<br />
Ik zal dit als volgt verduidelijken. In elke mens en elke geest is het goddelijk vermogen<br />
geopenbaard, het is de kern van het leven. Krachtens dit aanwezig zijn van de kern van het<br />
leven in elke mens etc. kan degene, die voldoende bewustzijn heeft, door het stellen van een<br />
harmonie (een absolute overeenkomst a.h.w.) een soort harmonische band verkrijgen. D.w.z.<br />
dat de goddelijke kracht, die buiten hem en rond hem bestaat, zich nu ín hem openbaart.<br />
Wanneer echter deze kracht ontketend is, is het voor die mens niet mogelijk deze te<br />
reguleren. Zij is te groot en hij kan onmogelijk zelfs al behoort hij tot de ingewijden absoluut<br />
elke consequentie van hetgeen door die Kracht wordt verricht overzien. Hij is dus ten dele<br />
daardoor slachtoffer geworden van de Kracht, die hij ontketent, ook als deze Kracht<br />
uiteindelijk alles ongetwijfeld ten goede voert.<br />
In de beslotenheid van ons eigen wezen echter, hebben wij te maken met God, zoals Hij in ons<br />
geopenbaard is. Hier geldt geen buitenwereld meer, maar alleen de innerlijke wereld. Waar<br />
deze innerlijke wereld bestaat uit het totaal door ons g<strong>ek</strong>ende, is het mogelijk, zodra de<br />
goddelijke Kracht binnen die innerlijke wereld optreedt, haar te erkennen en haar zelfs in<br />
z<strong>ek</strong>ere mate te richten. Wij kunnen dus overzien wat die Kracht zal doen, wanneer zij zich<br />
ontlaadt, reeds voordat wij die Kracht aanboren daarnaast kunnen wij, wanneer die Kracht is<br />
aangeboord precies begrijpen wat er gebeurt en overzien wat er in werkelijkheid plaatsvindt.<br />
Noopt dit gebeuren ons dan niet tot een handeling daarmee overeenkomstig? En is dan die<br />
toestand, waarin zij gebruikt wordt, daarmee niet begonnen?<br />
Neen, want de handeling, die vanuit ons innerlijk ontstaat, ontstaat volgons ons eigen weten<br />
en denken, dus vanuit onze eigen wereld. Zij kan geen enkel element bevatten, dat buiten<br />
onze kennis of vermogens ligt. Het gevolg is, dat wij volgens de normaal geldende regels en<br />
begrippen in staat zijn het. totaal van die daad te overzien, het totaal van die daad te<br />
reguleren en zelfs, wanneer die daad ons niet geheel bevalt na afloop, een groot gedeelte van<br />
de gevolgen daarvan af te buigen of op te heffen. Er is dus een verschil.<br />
Er staat: Misschien meent u dat uw wereld klein is enz. In de gedachten van den mens kan<br />
de gehele kosmische ruimte geopenbaard zijn etc. Bedoelt u daarmee in zijn<br />
gedachtebeeld, in zijn voorstelling?<br />
Buiten tijd en ruimte (en dan komen wij weer op dat beroerde woord tijdruimtelijk continuum,<br />
waarin u zich bevindt) bestaat alleen het gefixeerde. Het gefixeerde is de geopenbaarde<br />
gedachte, die volledig is vastgelegd in haar volledig kennen. Het resultaat is dat de fixatie<br />
buiten ruimte en tijd, die het totaal van de goddelijke schepping omvat en Gods beeld<br />
weergeeft, evenzeer binnen de mens kan bestaan en mits die mens zich van zijn God en Diens<br />
schepping bewust is in hem een volledige reproductie krachtens de gedachte doet ontstaan<br />
van het totaal <strong>der</strong> kosmische en goddelijke schepping, inhoudende. alle sferen, alle werelden<br />
en alle tijden.<br />
Bedoelt u daarmee bewust, waakbewust?<br />
Er is gesteld als voorwaarde: een erkennen van God buiten ruimte en tijd. U vraagt<br />
waakbewust? Dan brengt u dit terug tot de zuiver menselijke termen. Waakbewust is n.l. een<br />
term, die wij o.a. in de psychologie gebruiken. Het gevolg is dat slechts bij uitzon<strong>der</strong>ing dit<br />
waakbewust zal geschieden, waar slechts bij uitzon<strong>der</strong>ing een mens levende in de stof, tot een<br />
<strong>der</strong>gelijk groot contact met het goddelijke komt, zon<strong>der</strong> daarbij zijn menselijke vorm en<br />
gestalte te verliezen.<br />
Hoe kan men een innerlijke waarde bij zichzelf erkennen door te zo<strong>ek</strong>en in zijn ik, als men<br />
die waarde in de buitenwereld niet waarneemt?<br />
Dat kan o.m. - ik neem nu en will<strong>ek</strong>eurig voorbeeld - wanneer in jezelf een<br />
rechtvaardigheidsdrang bestaat, die tegen het totaal van de rechtvaardigheidsopvattingen<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
buiten je ingaat. Ongeacht dit grote verschil ben je toch in staat voor jezelf precies te<br />
overzien, waar nu eigenlijk het recht ligt. Er is dus een innerlijke waarde, die ver<strong>der</strong>gaat dan<br />
de waarden van je eigen wereld.<br />
Een an<strong>der</strong> voorbeeld: Je kunt op een gegeven ogenblik komen tot de erkenning van een<br />
waarheid uit een an<strong>der</strong>e wereld. Die waarheid zul je nooit reëel rond je kunnen zien en<br />
ontmoeten. Toch zul je waar je die waarde in jezelf kent haar in je eigen wereld gaan uiten en<br />
toepassen. Zij wordt daar echter in die wereld niet gevonden of erkend. Op het ogenblik dat u<br />
zich bewust wordt van een waarde, die boven deze wereld uitgaat en deze toepast in uw eigen<br />
werelds bent u zich bewust van een innerlijke waarde, die buiten u niet of althans niet<br />
daadwerkelijk kenbaar is.<br />
U hebt gesproken over tijdscontinuüm. Is het omschrevene nog gebaseerd op het<br />
persoonlijk tijdsbeleven?<br />
On<strong>der</strong> een tijdscontinuüm verstaan wij het totaal van de tijd, in zichzelf vormende een<br />
besloten oneindigheid. Wanneer u deel. uitmaakt van dit tijdscontinuüm, dan zal het totaal van<br />
alle tijdsbeleven, dat daarin mogelijk is, ongeacht de voor de gemeen schap geldende<br />
registratie gezamenlijk voor u dit continuüm vormen. Er is dus r<strong>ek</strong>ening te houden met het<br />
persoonlijk tijdsbeleven, dat echter zoals op uw wereld in vele gevallen toch weer on<strong>der</strong>danig<br />
wordt aan een gemeenschappelijke tijdsdefinitie.<br />
Ik wil daar nog bijvoegen: er zijn vele soorten van oneindigheid, er is er niet slechts een. Een<br />
tijdscontinuüm bet<strong>ek</strong>ent een bepaalde tijdssequentie, die terugkeert tot haar eigen bron.<br />
Eenvoudig gezegd de tijd vloeit niet, de tijd huppelt. Hij springt dus steeds een pasje over. Hij<br />
wordt voor de mens echter kenbaar als een vloed, als een aaneensluitend geheel, omdat die<br />
mens nu eenmaal niet beleeft in de tussenliggende momenten. Het resultaat is dat voor hem<br />
een tijdscontinuüm dus in<strong>der</strong>daad een oneindige stroom is. Maar daartussenin kan een an<strong>der</strong><br />
tijdscontinuüm liggen. We hebben het daar al eens over gehad. Om het heel eenvoudig te<br />
stellen: wanneer u betr<strong>ek</strong>kelijk grote passen neemt en uw voetstappen g<strong>ek</strong>leurd op een vlak<br />
worden afgebeeld, dan kan een an<strong>der</strong> dezelfde weg gaan precies dezelfde weg, maar daarbij<br />
de voetstappen zo plaatsen, dat niet dezelfde grond betreden wordt. Op deze wijze kunnen<br />
verschillende tijdscontinua in een sequentie a.h.w. voorkomen. Daarnaast zijn nog afwijkingen<br />
in an<strong>der</strong>e richtingen mogelijk, kruisingen van tijd, maar dit voert ons m.i. te sterk in een<br />
technische richting om u te interesseren. Ik hoop, dat dit verduidelijkend was. Zijn er nog<br />
meer vragen?<br />
We zullen vandaag proberen weer proberen om een paar waarheden te zeggen Ik wil ook<br />
proberen het zo eenvoudig mogelijk en zo duidelijk mogelijk te zeggen. Het is n.l. tamelijk<br />
belangrijk.<br />
Archimedes heeft eens opgemerkt:<br />
GEEF MIJ EEN PUNT (HIJ BEDOELDE EEN PUNT BUITEN DE WERELD, EEN<br />
STEUNPUNT) EN IK KAN DE WERELD UIT HAAR BAAN BRENGEN<br />
Hij gaf hiermee het feit aan, dat de aarde die op zichzelf schijnbaar onveran<strong>der</strong>lijk rond de zon<br />
wentelt met een betr<strong>ek</strong>kelijk kleine kracht (zelfs de kracht van een mens) uit deze baan<br />
gebracht zou kunnen worden. Maar er zou een vast steunpunt in de ruimte moeten zijn, dat<br />
wij zou den kunnen gebruiken om de kracht aan te wenden. Het gaat hier dus over het gebruik<br />
van de hefboom.<br />
Wanneer wij in de esoterie bezig zijn, dan zullen wij in heel veel gevallen niet precies beseffen<br />
dat wij in dezelfde conditie verkeren als die arme Archimedes. Hij kon de wereld niet<br />
verplaatsen, omdat hij buiten de wereld geen steunpunt had. En in de esoterie staan wij heel<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
93
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
vaak voor dezelfde moeilijkheid. Wij kunnen onszelf veran<strong>der</strong>en, wanneer wij maar een kracht<br />
hebben om onszelf uit de baan te brengen, waarin wij verkeren. Maar wij kunnen niet buiten<br />
onszelf treden, wij bezitten dat punt niet en gaan daardoor als voorbestemd ver<strong>der</strong>.<br />
Het is logisch, dat deze stelling voor de mens niet zo kan worden doorgevoerd als op het<br />
ogenblik nog voor de aarde. Want de mens heeft wel degelijk steunpunten buiten zichzelf. U<br />
weet allemaal, dat de mens gesplitst kan worden in twee delen, een stoffelijk gedeelte (in<br />
zichzelf complex) en een geestelijk gedeelte (in zichzelf complex). Deze beide kracht en zijn<br />
t.o.v. elkaar tegengestelden van waarde, tegengestelden van inhoud en tegengestelden van<br />
werking. Hun enige gemeenschappelijke factor is de beleving, waarbij echter waar<strong>der</strong>ing en<br />
drang in beide factoren we<strong>der</strong>om an<strong>der</strong>s zijn. Wanneer u dit beseft, dan zult u begrijpen dat<br />
wij ter wijziging van de stof evenals ter erkenning van de stof de geest zouden moeten kunnen<br />
gebruiken, en dat deze geest mits teruggetrokken uit de in de mens schijnbaar zeer hechte<br />
band tussen stof en geest de stof zou kunnen dirigeren in elke will<strong>ek</strong>eurige richting, dat ze elke<br />
baan en elke actie van die stof door een eenvoudige, betr<strong>ek</strong>kelijk kleine handeling zou kunnen<br />
veran<strong>der</strong>en of verbr<strong>ek</strong>en. Omg<strong>ek</strong>eerd kan de stof mits zij afzon<strong>der</strong>lijk van de geest staat op<br />
die geest een zeer grote invloed uitoefenen, voorzover zij een remanent bewustzijn heeft.<br />
D.w.z. zolang die stof een eigen denkvermogen heeft, zoals b.v. uw hersens die niet geheel<br />
zijn uitgeschakeld. Om nu deze stelling ver<strong>der</strong> te ontwikkelen, ga ik beginnen met een paar<br />
eenvoudige voorbeelden, waarvan ik hoop dat u ze kunt volgen.<br />
Voorbeeld 1. Een mens is zeer gespannen. Hij is boos, hij is driftig. Nu gebeurt er plotseling<br />
iets, wat zijn aandacht helemaal boeit. In 9 van de 10 gevallen zal die drift plotseling gew<strong>ek</strong>en<br />
zijn, en zal door de afleidende actie de normale gesteldheid zijn terugg<strong>ek</strong>eerd. Er is buiten het<br />
“ik” iets gebeurd, dat op het “ik” een invloed had als deze hefboom en een binnen het “ik”<br />
ontstaande ontwikkeling verbrak of afboog.<br />
Een stapje ver<strong>der</strong> nog komen wij bij het geval van lichamelijke kwalen. Een lichamelijke kwaal<br />
is een geschiedenis van oorzaak en gevolg, D.w.z. alle menselijke en lichamelijke kwalen<br />
evenzeer als psychische kwalen kunnen worden herleid tot een oorzaak, terwijl deze oorzaak<br />
we<strong>der</strong>om herleid kan worden tot een eigen betr<strong>ek</strong>king in het menselijk bestaan en met het<br />
menselijk bestaan. Stel ik nu dat ik niet in staat ben dit lichaam zon<strong>der</strong> meer te veran<strong>der</strong>en en<br />
te wijzigen, dan kom ik er nooit toe. Probeer ik het langs de lichamelijke weg, dan kan ik het<br />
alleen via de oorzaak en gevolgsequentie, die voor het lichaam geldt. Heb ik echter het<br />
vermogen geestelijk geheel los te komen van de stof, dan kan ik op die stof een invloed<br />
uitoefenen, waar door een plotselinge en zeer sterke verbetering optreedt. Voorbeelden<br />
hiervan vindt u in won<strong>der</strong>genezingen.<br />
Stel nu, dat ik op een gegeven ogenblik wil komen tot zelf kennis (in esoterie een van de<br />
grootste punten, zoals u weet) Ik zou nooit tot een werkelijke zelfkennis kunnen komen,<br />
zolang ik in één geheel tracht mijzelf te definiëren en te omschrijven. Slechts waar<br />
tegenstellingen bestaan is een reële erkenning mogelijk. Dat geldt niet alleen buiten maar ook<br />
in het ik. Op het ogenblik dat de mens dus tussen geest en stof een scheiding tot stand kan<br />
brengen, zal het hem mogelijk zijn de juiste waar<strong>der</strong>ing te vinden voor elke kracht, die in het<br />
stoffelijk ik regeert. Er is geen buitenwereld bij nodig, de kernkwaliteiten van het stoffelijk ik<br />
kunnen zon<strong>der</strong> meer erkend worden. Omg<strong>ek</strong>eerd: wanneer ik een voldoende beheersing heb<br />
en ik leg mijzelf een lichamelijk bevel op, dan zal ik terwijl ik mijn geest laat uitgaan een<br />
bepaalde stimulans in dat lichaam kunnen doen voortbestaan. De reacties, die daardoor tot<br />
stand komen (want dit leidt weer tot een eenwording met de geest), brengen gevoelens,<br />
emoties. En deze emotionele verschillen aan de hand van de opgelegde waarde zijn<br />
bestemmend voor de kwaliteit. Je, zou kunnen zeggen: de opgelegde gedachte werkt als een<br />
soort echolood. Zij peilt de geest. Zij peilt echter, daarmede ook de mogelijkheden van de stof<br />
en wel gelijktijdig, waar een wissel werking tussen deze beide bestaat. Duidelijk? (Neen) Dan<br />
ga ik dit nog een keer herhalen, zo mogelijk nog eenvoudiger.<br />
Wij nemen stof en geest in een mens normaal als een eenheid. Stof en geest behoren echter<br />
tot een verschillende wereld. D.w.z. dat tussen stof en geest een scheiding mogelijk is. In de<br />
slaap b.v. komt deze vaak voor. Dan zal de stof enerzijds blijven en de geest an<strong>der</strong>zijds.<br />
wanneer ik echter in de stof een prikkel schep, b.v. door een post hypnotisch bevel in een<br />
94<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
soort auto hypnose gegeven, dan zal deze ene prikkel uitgaan naar die geest. Hij is ontdaan<br />
van alle stoffelijke bijwaarden, het is een beeld. Het gevolg is dat de geest daarop reageert en<br />
terugkeert tot de stof. In deze eenheid ontstaat nu echter stoffelijk aan de hand van de<br />
geestelijke reactie de emotie. Deze emotie is te waar<strong>der</strong>en t.o.v. an<strong>der</strong>e stoffelijke emoties<br />
dus angst, blijdschap, ontspanning, vermoeidheid, enz. Die gevoelens zijn dus de resultante.<br />
Deze gevoelens erkennend en vergelijkend met het gestelde probleem maken het mij mogelijk<br />
mijn eigen geestelijke reactie op een bepaalde impuls of prikkel af te meten. Is dit duidelijk?<br />
Of nog niet?<br />
Kon u maar een voorbeeld geven.<br />
Dat is lastig omdat het voor elke mens een beetje an<strong>der</strong>s is. Niet ie<strong>der</strong>e mens is gelijk. En ik<br />
moet nu dus terugvallen op wat ik vroeger eens geweest ben. Dat moet u goed begrijpen. Ik<br />
wil dus niet zeggen dat het voor u letterlijk hetzelfde is.<br />
Ik heb op een gegeven ogenblik een associatie in mijzelve. Die associatie was voor mij, een<br />
slang en kwaad. Nu was het voor mij gemakkelijk om bij een proefneming stevig aan die slang<br />
te denken, die a.h.w. vast te houden als een laatste beeld vóór het inslapen. Wat was nu<br />
echter het resultaat? Vreemd genoeg niet, dat ik zon<strong>der</strong> meer uit een angstdroom wakker<br />
word of uit een nachtmerrie, maar dat ik zeer kort na het inslapen ontwaakte en de illusie had,<br />
dat ik als een soort St. George een slang de kop had gespleten met een wit zwaard. conclusie<br />
te tr<strong>ek</strong>ken, n.l. dat ik geestelijk in goede te kennen en te beheersen, en ten tweede dit<br />
droombeeld tot uiting bracht, dat er bij mij suprematie boven de stof bestond. Kunt u het nu<br />
beter begrijpen? Op deze manier krijg je dus een uitdrukking van relaties in jezelf.<br />
Voor de erkenning van jezelf is het ver<strong>der</strong> altijd gemakkelijk om een bepaalde handeling al dan<br />
niet verricht a.h.w. aan de geest voor te leggen. Wij trachten in een volledige ontspannenheid<br />
of slaap (voor de doorsneemens is dat de slaap slechts weinigen beheersen de concentratie<br />
voldoende) dus het gestelde probleem is dit goed of kwaad, af te meten. De reactie, waarmee<br />
wij terugkomen, zegt ons wat je werkelijke verhouding is. Ik maak het misschien moeilijk,<br />
maar ik wil trachten een voorbeeld te geven. Een geval dat ik heb meegemaakt, dus niet wat<br />
mijzelf betreft.<br />
Er was een man, die tamelijk onplezierig was tegen zijn echtgenote. Deze echtgenote maakte<br />
kennis met een vriend van deze man, die voor haar buitengewoon zorgzaam was. Zij<br />
overwoog ontrouw. Zij kreeg op de droom daarover a.h.w. een innerlijke reactie van ik heb<br />
iets vernield. Zij heeft zich helaas daardoor niet laten weerhouden. Maar had ze geweten, wat<br />
ik u thans vertel, dan had ze ongetwijfeld deze daad uitgesteld, omdat zij bet<strong>ek</strong>ende het<br />
vernietigen van een waarde in haarzelf. Het had ook omg<strong>ek</strong>eerd kunnen zijn natuurlijk, want<br />
de geest reageert niet langs stoffelijke wegen. Maar de mogelijkheid die bestaat wordt vanuit<br />
de geest in een emotie en een gevoel weerkaatst. Op deze manier zou u dus in staat zijn (en<br />
daar komt uw vraag van zo-even bij te pas, nietwaar) een re<strong>ek</strong>s van innerlijke waarden te<br />
erkennen, die niet in de buitenwereld onmiddellijk tot uiting komen.<br />
U heeft een eigen karakter, een eigen denken, een eigen vermogen. U kunt daar onnoemelijk<br />
veel mee doen. Maar u hebt een hefboom nodig om de zaak zo te verzetten, dat het naar uw<br />
in zicht juist is. Die hefboom kan nooit gelegen zijn binnen het “ik” in beide factoren van het<br />
bestaan (stof en geest) gelijktijdig. Zij kan alleen gevonden worden, indien een <strong>der</strong> beide<br />
partijen optreedt als een afzon<strong>der</strong>lijke kracht, die de hefboom (de levensdraad die beide<br />
verbindt) hanteert. Het geheel echter zal kunnen profiteren van de resultaten, die op deze<br />
wijze tot stand komen. Is het nu voldoende duidelijk?<br />
Kan men dan de geest een vraag doen t.a.v. bepaalde omstandigheden, waarover men in<br />
het onz<strong>ek</strong>ere is in het stoffelijk leven?<br />
Het is geen vraag. Ik heb juist nadrukkelijk niet over een vraag gesproken, omdat het is het<br />
stellen van een handeling of daad, als zijnde reëel. Wanneer u (laten we het heel cru stellen)<br />
denkt: Ik zou iemand willen vermoorden, maar mag ik dit nu wel doen, dan stelt u zich kort<br />
voor een ontspanning, een concentratie of een slaap zo intens mogelijk voor, dat u die daad be<br />
gaat. Dat zet zich voort in het on<strong>der</strong>bewustzijn en in dit on<strong>der</strong> bewustzijn ontstaat de<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
95
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
beïnvloeding van het droomleven. De geest echter, die dit totale beeld ziet, heeft afstand<br />
genomen van het stoffelijke. Vanuit de geest dus krijgen wij de zuivere reactie van het<br />
geestelijk wezen op het stoffelijk beeld.<br />
Zou het dan ook mogelijk zijn, dat je die moord wel moet begaan?<br />
Moeten nooit, gezien het feit dat er nooit een dwang bestaat. Maar het zou dus vast te stellen<br />
zijn, dat op een gegeven ogenblik deze moord niet zou indruisen tegen uw geestelijke<br />
belangen. Dat is hetgeen je er mee vaststelt. Of om het nog eenvoudiger te brengen dat er<br />
dus geen voldoende levensrespect is ontstaan in uw geestelijk wezen om alle leven zon<strong>der</strong><br />
meer onaantastbaar te achten. Dat is natuurlijk de eerste gevolgtr<strong>ek</strong>king die wij maken. Het<br />
gaat er ons dus niet alleen om eens praktisch uit te kienen, wat mag nu wel en wat mag nu<br />
niet? Het gaat er ons om te weten wat er in ons als diepste roerselen van de ziel zich uit en<br />
openbaart, zon<strong>der</strong> dat wij het in de buitenwereld kunnen terugvinden. Wij willen weten wat in<br />
ons bestaat, zo goed als wat buiten ons is.<br />
Het is gemakkelijk genoeg te zeggen? Al wat je bent kun je in de wereld buiten je weer<br />
ontmoeten, weer kennen. Dat is juist. Het gaat zelfs ver<strong>der</strong>: De interpretatie, die je geeft van<br />
hetgeen buiten je geschiedt, is niets an<strong>der</strong>s dan een spiegelbeeld van je eigen wezen. Maar in<br />
u leven veel dingen, die buiten u nooit tot uiting kunnen komen, gezien het feit dat u<br />
on<strong>der</strong>worpen bent aan maatschappelijke dwang dat u door opvoeding enz. in een bepaalde<br />
richting bent gedwongen het feit dat uw beroep of uw ervaring zelfs het voorstellen van<br />
bepaalde feiten onmogelijk maakt. En juist dit is dus eigenlijk laten we zeggen een middel om<br />
ook te vinden wat in je leeft en niet buiten je bestaat.<br />
Nu zit echter aan die hefboomtheorie nog een tweede een sequentie vast. Wij kunnen over het<br />
algemeen heel weinig doen om b.v. door te dringen in het eigen on<strong>der</strong>bewustzijn. Toch kan<br />
een psychiater dat heel vaak wel. In vele gevallen zal ook een hel<strong>der</strong>ziende in staat zijn<br />
ditzelfde tot stand te brengen, omdat deze persoon buiten u staat. Hefboomwerking. Deze<br />
persoon kan een pressie uitoefenen, die niet onmiddellijk door u gecompenseerd wordt. Maar<br />
in uzelf wordt elke will<strong>ek</strong>eurige pressie, die u op uzelf uitoefent, automatisch gecompenseerd<br />
en wel op hetzelfde ogenblik. Het feit dat u op een impuls van buitenaf niet snel genoeg kan<br />
reageren, veroorzaakt dus grotere pressies en kan daardoor bepaalde kortsluitingen zelfs in<br />
het denken (laten we zeggen: mentale blokken) verwij<strong>der</strong>en of verschuiven, ongeacht de. pijn,<br />
die daarbij te pas komt. Dat is mogelijk.<br />
Wanneer wij het nu zo stellen, dan is het ook duidelijk dat menig mens niet in staat zal zijn<br />
zichzelf te helpen en toch in staat zal zijn an<strong>der</strong>en te helpen. Begrijpt u deze gevolgtr<strong>ek</strong>king?<br />
Er zijn altijd weer dingen, die een an<strong>der</strong> voor u kan doen en in u kan bereiken, die u voor uzelf<br />
niet tot stand kunt brengen, Omg<strong>ek</strong>eerd kunt uzelf voor een an<strong>der</strong> zeer veel doen, terwijl u<br />
ditzelfde niet voor uzelf tot stand brengt. (Dus alle hel<strong>der</strong>ziendheid en paranormalen erbuiten<br />
gelaten, gewoon in het normale leven).<br />
Nu is esoterie een streven naar zelfkennis. Het zal u duidelijk zijn, dat in dit streven naar<br />
zelfkennis en het beleven van de Godheid in jezelf bepaalde dingen moeten gebeuren binnen<br />
het ik, die je niet alleen zon<strong>der</strong> hulp tot stand kunt brengen. Het logische resultaat is, dat wij<br />
op een of an<strong>der</strong>e manier an<strong>der</strong>e krachten moeten inschakelen. Deze krachten kunnen zowel<br />
gelegen zijn buiten ons in onze eigen wereld, dan wel in een an<strong>der</strong>e wereld, mits deze niet<br />
alleen in ons bestaan maar ook buiten ons voor ons merkbaar worden. En hier komt de<br />
hel<strong>der</strong>ziende dus wel te pas. Als u geen paranormale begaafdheid heeft, misschien wel gelooft<br />
in de geest maar veel ver<strong>der</strong> niet komt, dan kan die geest u weinig of niets doen. Maar indien<br />
die geest antwoord geven kan op uw vragen, u helpen kan op uw verzo<strong>ek</strong>, zodat er een relatie<br />
ontstaat, u die geest kunt waarnemen, kunt zien, kunt horen, dan is er wel van een<br />
we<strong>der</strong>zijdse relatie sprake waarbij hulp mogelijk is, we<strong>der</strong>zijds.<br />
Dan zijn wij hiermede g<strong>ek</strong>omen op het tweede gedeelte van mijn lezing van vandaag. Wanneer<br />
u n.l. dit begrip goed vasthoudt en daarnaar handelt, dan zult u daarvan heel veel voordeel<br />
hebben. Dat kan ik u garan<strong>der</strong>en.<br />
Nu geldt in de magie over het algemeen dit: Wanneer onze krachten niet voldoende zijn om<br />
onmiddellijk tot stand te brengen wat wij wensen te volbrengen, dan zullen wij ze projecteren<br />
96<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
in een an<strong>der</strong>e sfeer, omdat van daaruit hernieuwd naar de aarde gezonden die bereiking dan<br />
wel mogelijk is. Wanneer in uw eigen wereld iets veran<strong>der</strong>d moet worden en u kunt dit niet<br />
onmiddellijk doen, dan zult u naar een hefboom moeten zo<strong>ek</strong>en. Die. hefboom kunt u vinden,<br />
wanneer u denkt aan uw eigen wezen met zijn vele voertuigen. We hebben erover gesproken<br />
en vastgesteld, hoe elk voertuig in zijn eigen wereld altijd een voortdurend contact heeft en in<br />
feite daar bestaat ook wanneer het daar sluimert en waarneemt wat op uw wereld geschiedt.<br />
Dan is het dus duidelijk, dat wanneer wij in staat zijn binnen ons wezen een of meer van onze<br />
geestelijke voertuigen of kwaliteiten te doen ontwaken, wij daardoor een verwij<strong>der</strong>ing<br />
gewinnen van de wereld, een vast punt in een an<strong>der</strong>e wereld en zo de mogelijkheid de hefboom<br />
van kosmische krachten te hanteren, die wij in onze eigen wereld niet aan kunnen.<br />
De consequentie hiervan is heel belangrijk, dat wij een wereld vinden, (maakt nog niet eens<br />
veel uit), zover bestaan, dat wij daarin kunnen werken eens gesproken over de Scheingestalt.<br />
een voorstelling, die je zelf bouwt eenvoudig. Het is voor ons reëel of irreëel (dat verwij<strong>der</strong>d<br />
van ons normale en handelen). We hebben al, Die Scheingestalt is dus om jezelf te<br />
compenseren.<br />
Op een soortgelijke wijze kun je je een reële of niet reële figuur vanuit een bepaalde<br />
geestelijke sfeer b.v. voorstellen. Ik zal een voorbeeld geven:<br />
Op een gegeven ogenblik wilt u iets met alle geweld tot stand brengen en u kunt dat niet. U<br />
kunt u a.h.w. en wenden tot ons. Wij zijn niet almachtig of alvermogend, vergeet dat niet!<br />
Maar het is mogelijk dat uw wilsimpuls zo sterk bij ons kan aan komen, dat mits u bewust<br />
probeert zelf mee te werken een versterking van uw oorspronkelijke impuls ontstaat en ook<br />
van de onze. Nu is er een verschil tussen werelden. Ik zou haast een oud voorbeeld hier willen<br />
aanhalen. Stel dat die werelden boven elkaar gelegen vlakken zijn. Wanneer ik nu een druppel<br />
water laat vallen van het ene vlak naar het an<strong>der</strong>e, dan heeft die een z<strong>ek</strong>ere kracht, een<br />
vermogen van plaats, een z<strong>ek</strong>ere inslag. Wanneer ik echter water laat vallen van het bovenste<br />
naar het on<strong>der</strong>ste vlak, dan is de inslagkracht groter, veel groter. Naarmate ik een hogere<br />
sfeer kan activeren, zal - zelfs indien geen an<strong>der</strong>e krachten zich bij de mijne voegen - mijn<br />
eigen kracht dus intenser werkzaam worden op het lagere vlak, waarop ik da bereiking<br />
verlang. Is dit duidelijk? Tr<strong>ek</strong> dan uw conclusies.<br />
Ik zal u alleen het volgende nog proberen te leren. In elke mens leeft naast de normale wereld<br />
de fantasiewereld. In deze fantasiewereld zijn vele dingen mogelijk, die je normaal niet<br />
volbrengt. Deze fantasiewereld kan in sommige gevallen een continuïteit bereiken d.w.z. dat<br />
de droombeelden (dagdromen en nachtdromen enz.) een aaneengesloten geheel vormen, een<br />
tweede parallelle wereld. In een nadelige ontwikkeling leidt dit tot waanzin, een je<br />
terugtr<strong>ek</strong>ken in die wereld. Wij kunnen dit nooit verlangen. Maar wij kunnen ons wel<br />
voorstellen, dat er buiten ons een wereld bestaat, waarin wij regelmatig kunnen terugkeren en<br />
waarbij een of twee punten vast en onverplaatsbaar zijn. Deze voorstelling mag aan de wereld<br />
g<strong>ek</strong>oppeld zijn, maar niet een kopie van de wereld bet<strong>ek</strong>enen. Dus u moogt wel aan een<br />
fontein denken, maar het mag niet een van de fonteinen van Versailles zijn en ook niet de<br />
fontein in Rotterdam aan het eind van de Coolsingel. Het moet een fontein zijn, zoals u ze<br />
droomt en deze wordt voor u door uw eigen fantasie a.h.w. gemaakt tot het centrum van een<br />
geestelijke wereld, waaraan u een bepaald vermogen to<strong>ek</strong>ent. Kunt u dit volgen?<br />
Ik heb nu dus voor mijzelf een stoffelijk concentratiepunt geschapen, dat reikt tot een<br />
bepaalde sfeer. Het gevolg is dat elke stoffelijke concentratie op dit beeld een intensifiëring<br />
van mijn eigen gevoeligheid óp die sfeer en ín die sfeer mogelijk maakt. Alle krachten, die ik<br />
dus op dat ogenblik stoffelijk uit, worden naar die sfeer toegeleid. Mijn eigen persoonlijkheid<br />
zal zich misschien niet geheel bewust zijn van het feit dat zijzelve in die sfeer bestaat. (Eerst<br />
veel later kan een <strong>der</strong>gelijke realisatie over het algemeen verwacht worden). Maar wij kunnen<br />
wel bereiken, dat de kracht en de inhoud van die sfeer, zoals door ons erkend en omschreven,<br />
het hogere vlak wordt, van waaruit onze eigen kracht en vermogen naar een stoffelijke mens,<br />
een stoffelijke toestand, kan worden gedirigeerd. Daarnaast kunnen wij ons voorstellen, dat<br />
wij bepaalde krachten, die daar bestaan, toevoeren. Hier zitten wij in<strong>der</strong>daad ik zou haast<br />
zeggen verward in de fantasiewereld. Dat is op aarde erg gevaarlijk, om dat de fantasie nu<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
97
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
eenmaal voor vele mensen een irreëel beeld is, een re<strong>ek</strong>s van dromen die toch nooit<br />
werkelijkheid worden. Deze mensen vergeten dat gedachten nooit iets kunnen weergeven, dat<br />
niet ergens in de kosmos bestaat.<br />
Stel u nu niet voor dat er alleen een fontein is, maar ga die fontein enkele schreden af totdat u<br />
een vloed vindt, stroompje, een be<strong>ek</strong>, een grote rivier. Stel u, voor dat er een gat wordt<br />
gemaakt in die rivier en alle kracht van deze rivier op aarde terecht komt. Dan is er een<br />
overstroming van kracht. Want de rivier van een an<strong>der</strong>e sfeer is geen water van uw wereld, ze<br />
is energie. Deze kracht kan dus op het juiste ogenblik worden gebracht, mits er een<br />
mogelijkheid is die kracht op te nemen en te verwerken. Bij magische zowel als esoterische<br />
proefnemingen kunnen wij dus komen tot een tweeledig procédé. Allereerst: het voorbereiden<br />
van opnamemogelijkheden van kracht, het scheppen van een z<strong>ek</strong>ere harmonie of een z<strong>ek</strong>ere<br />
honger of een z<strong>ek</strong>ere behoefte. In de tweede, plaats: vanuit een hogere sfeer het uitstorten<br />
van die kracht op het punt, waar de opnamemogelijkheid geschapen word.<br />
Dit klinkt alles ongetwijfeld tamelijk abstract. Ik ben mij daarvan bewust. Esoterie is over het<br />
algemeen abstract en de magie zelfs nog meer. Deze beide krachten en gedachtegangen (of zo<br />
u wilt scholingen) werken nu eenmaal met veel, wat op uw eigen wereld als niet bestaand<br />
wordt beschouwd. In de kosmos is echter veel meer dan u kunt beseffen. Het door mij<br />
voorgaande beschrevene is voor praktisch ie<strong>der</strong>e mens bruikbaar, die een voldoende<br />
geschoold voorstellingsvermogen heeft en voldoende realiteitszin om het beeld af te br<strong>ek</strong>en en<br />
niet nodeloos daarheen terug te keren.<br />
Het resultaat van <strong>der</strong>gelijke pogingen moet ver<strong>der</strong> natuurlijk worden on<strong>der</strong>steund door wat wij<br />
noemen lichamelijke voorbereidingen. Het heeft b.v. weinig zin te trachten een groot werk te<br />
doen, terwijl je voor jezelf niet overtuigd bent, dat je schoon, dat je gereinigd bent. Zelfs een<br />
symbolisch gebaar van reiniging kan in vele gevallen dienstig zijn. Wanneer u het idee hebt,<br />
dat u de hand en wast en dit als een reiniging beschouwt, dan zal dit in<strong>der</strong>daad een reiniging<br />
kunnen bet<strong>ek</strong>enen, krachtens uw eigen gedachten en wel hoofdzakelijk voor dat deel van uw<br />
wezen, dat onmiddellijk met de geest in verband staat. Is dit duidelijk?<br />
Dan volgt hieruit mijn conclusie (ik laat dus uw eigen conclusie voorlopig aan u over, die<br />
krijgen we een volgende keer):<br />
Waar het voor de mens mogelijk is om dank zij geest en het kennen van an<strong>der</strong>e sferen te<br />
komen tot en meer juiste definitie van zichzelf, daarnaast het juister beheersen van stoffelijke<br />
krachten en factoren, daarnaast tot het helpen van an<strong>der</strong>en in de stof, is het noodzakelijk, dat<br />
bij een esoterische ontwikkeling niet slechts wordt gelet op eigen innerlijke waarden zon<strong>der</strong><br />
meer, maar dat deze ontwikkeling steeds plaats vindt in overeenstemming met de wereld,<br />
waarin men meent te bestaan. Het voorstellingsvermogen zal noodzakelijkerwijze aan de<br />
wereld, waarin men bestaat, ontleend moeten worden, maar het zal moeten worden getraind<br />
om zoveel mogelijk geestelijke waarden in een stoffelijk aanvaardbare vorm weer te geven,<br />
opdat op deze wijze een juister functioneren van de geest op zuiver geestelijk vlak bereikt<br />
wordt en an<strong>der</strong>zijds het stoffelijk bewustzijn daarbij toch nog leidende impulsen kan blijven<br />
geven. Ik zou graag willen dat u daarover ver<strong>der</strong> nadenkt.<br />
Nu volgt het <strong>der</strong>de deel van ons betoog van vandaag: Bij ons denken over God en over<br />
goddelijke zaken zal in heel veel gevallen kunnen worden gezegd, dat wij God slechts trachten<br />
te bena<strong>der</strong>en, maar dat wij vrezen de werkelijke God te ontmoeten. Wij erkennen in God een<br />
alomvattende Kracht maar wij menen heel vaak, dat de erkenning van Zijn volle wezen een<br />
uitblussing van ons eigen wezen tengevolge zal hebben. Ons zo<strong>ek</strong>en naar God zal dan ook<br />
nooit moeten worden gezien als een zo<strong>ek</strong>en naar de Godheid en Diens Wezen Zelve. Over het<br />
algemeen zal (ook binnen de esoterie) voor ons het zo<strong>ek</strong>en zijn gericht op de functies van de<br />
Godheid, door ons meestal omschreven als de goddelijke wil. (An<strong>der</strong>en spr<strong>ek</strong>en over het<br />
goddelijke bouwplan of de goddelijke wet of de kosmische instelling of zelfs de geestelijke<br />
leiding.) Wij verlangen dus in feite er naar om Gods plan te verwerkelijken. Wij trachten voor<br />
onszelf iets tot stand te brengen, wat een goddelijke realiteit heeft. Waarom?<br />
Dat lijkt mij moeilijk te omschrijven. Ik vermoed dat wij bewust deel willen hebben aan iets,<br />
wat voor ons oneindigheid bet<strong>ek</strong>ent. De gedachte jezelf te kunnen continueren buiten alle<br />
98<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
grenzen door je deelgenootschap in het goddelijk werk is vaak de onbewuste drijfveer tot de<br />
esoterie en al wat daaruit voortvloeit. Maar vrienden, in het vervullen van die goddelijke wil of<br />
ons zo<strong>ek</strong>en naar die goddelijke wil, zien wij een paar punten over het hoofd. In de eerste<br />
plaats: Het is ons onmogelijk om ons aan een werkelijk goddelijk raadsbesluit te onttr<strong>ek</strong>ken.<br />
Het is ons onmogelijk iets van een goddelijke wet te wijzigen, te negeren of te overtreden Het<br />
is ons niet mogelijk enigerlei veran<strong>der</strong>ing in de bestaande en voleinde kosmos tot stand te<br />
brengen. Slechts in onszelf kunnen wij de waar<strong>der</strong>ing en de beleving daarvan wijzigen. Ons<br />
werken om de goddelijke schepping a.h.w. te helpen opbouwen en voltooien, ons zo<strong>ek</strong>en naar<br />
de perfecte harmonie met God, zou dan ook als volgt moeten worden uitgedrukt:<br />
De bewust strevende esotericus zal bewust trachten in zich zelf en ten allen tijde een zo groot<br />
mogelijke innerlijke harmonie met hetgeen hij kent als goddelijk te handhaven. Hij zal voort<br />
durend trachten - ongeacht eigen inzichten en eigen wil en zelfs eigen weten in de eerste<br />
plaats - deze harmonie voor zich durend te continueren. De harmonie met het Goddelijke is de<br />
enige sleutel, die bestaat tot de werkelijkheid. Wij zullen als hulpmiddel alle dingen gebruiken,<br />
die dienstig zijn het gebed is of de incantatie, de bezwering. Of dit nu magische formulieren<br />
met hun rituele gebaren niets ter zake. De vraag is niet op deze manier? De vraag is voor die<br />
voor ons belangrijk is, of al wat erbij behoort, doet voor ons: wat bereiken wij ermee ons hoe<br />
kunnen wij de harmonie, een of an<strong>der</strong>e manier vanuit de stof bevor<strong>der</strong>en. Voor een stofmens<br />
geldt dan ook, dat elke daad die gesteld wordt, een tweeledig doel dient te hebben. (Nu wordt<br />
het gevaarlijk, u moet oppassen, dat u dit niet misinterpreteert).<br />
Hij moet in de eerste plaats trachten voor zichzelf rust en vrede daardoor te vinden (dus<br />
voldoening en bevrediging eventueel), terwijl hij daarnaast tevens kracht door die daad de<br />
harmonie met het Hogere voor zichzelf zo juist mogelijk uit te drukken en zoveel mogelijk te<br />
intensifiëren. Elke daad, die voor ons bet<strong>ek</strong>ent een afbr<strong>ek</strong>en van die innerlijke harmonie, moet<br />
achterwege gelaten worden. Elke daad, die die innerlijke harmonie schijnt te bevor<strong>der</strong>en, maar<br />
gelijktijdig een grote strijdigheid in ons veroorzaakt op stoffelijk terrein, moet terzijde worden<br />
gesteld. Een mens die leeft en streeft naar zijn God, zo<strong>ek</strong>t naar zijn goddelijke werkelijkheid,<br />
kan en zal dit alleen doen door voortdurend zich in eenheid te brengen met het Goddelijke,<br />
opdat deze beiden elkaar bena<strong>der</strong>en en tot een eenheid worden.<br />
Op deze manier kan de mens in<strong>der</strong>daad stoffelijk veel van het Goddelijke bena<strong>der</strong>en, in zich<br />
goddelijke wijsheid dragen en uit zich de goddelijke kracht openbaren. Maar op het ogenblik,<br />
dat hij hetzij zichzelve hetzij het Goddelijke verwaarloost bij een of meer daden, is de<br />
harmonie niet meer volmaakt, niet meer volledig en ontstaat een steeds groter wordende<br />
belemmering voor het ontvangen van geestelijke krachten en goddelijke wijsheid, het<br />
gebruiken van goddelijke krachten voor an<strong>der</strong>en, het juiste begrip van eigen wereld en<br />
bestaan. Ongeacht de wetten die de stof daarvoor kent, de reden die de stof daarvoor<br />
accepteert, dient dus in de eerste plaats elke daad weer te bet<strong>ek</strong>enen: eenheid in het “ik” met<br />
het Hogere. Nooit schuldbewustzijn of zondegevoel, want dan is die daad al afgelopen.<br />
In de tweede plaats: voor onszelf een bevrediging. En nu kan iets wat ons moeite kost,<br />
gelijktijdig toch een bevrediging zijn in stoffelijk opzicht. U zult voor een an<strong>der</strong> iets verrichten,<br />
dat u vermoeit, maar u heeft daarvoor de voldoening dat het goed is, dan is deze daad<br />
positief. U zult iets verrichten voor een an<strong>der</strong>, omdat u zich daartoe verplicht voelt, ofschoon<br />
het u eigenlijk ergert dat u zich voor die an<strong>der</strong> moet vermoeien, dan is die daad negatief,<br />
ongeacht wat u ver<strong>der</strong> denkt over het Goddelijke. Een steeds juister selecteren van daden is<br />
voor de mens noodzakelijk bij de bena<strong>der</strong>ing van zijn God.<br />
Wat die God Zelf betreft, Hij is alomvattend. Een an<strong>der</strong>e voorstelling van Hem kunnen wij ons<br />
niet maken. Hij is alwetend. Wij behoeven Hem dus geen mededelingen te doen of iets te<br />
vragen. Hij weet. Hij is alomtegenwoordig. Wij moeten nooit wachten tot Hij komt Hij is altijd<br />
met ons. Onze God is een voortdurend deel van het “ik” zowel als van de wereld rond ons. Dit<br />
begrip van voortdurend en onafgebroken met God te leven dient de mens in zichzelf te<br />
versterken. Wanneer hij dit n.l. doet, zal hij leren begrijpen dat veel wat de mens verachtelijk<br />
of afkeurend beziet, voor God aanvaardbaar is. Hij zal begrijpen dat God niet is de God, Die<br />
vanuit de pre<strong>ek</strong>stoel, de kansel, aan de mens wordt verkondigd, een toornige God, een<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
99
100<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
ijverzuchtige God. Dat God ook niet alleen is (zoals men soms denkt) een God van liefde. God<br />
is liefde voor ons, omdat wij in liefde tot Hem streven. Ja, in<strong>der</strong>daad. Maar Hij is niet alleen<br />
liefde. God is rond ons en reflecteert al wat wij van ónze kant uit naar God zenden. Hij<br />
beantwoord ons sm<strong>ek</strong>en en onze vragen op een manier, die niet altijd prettig is. Hij<br />
beantwoordt zelfs datgene wat wij niet vragen, maar alleen als een daad stellen. Op het<br />
ogenblik, dat wij een daad stellen van onvrede, zal een daad van onvrede ook naar ons<br />
worden gezonden. En dit terwijl het scheppingsplan onveran<strong>der</strong>d blijft, maar de impulsen die<br />
ons bereiken, voor óns een totaal an<strong>der</strong>e waar<strong>der</strong>ing krijgen.<br />
Eén te zijn met God is één te zijn met de werkelijkheid. Je bewust te zijn dat Hij voortdurend<br />
in en met je is, ongeacht wat je doet. Neemt u mij het woord niet kwalijk als ik het zeg, maar<br />
net zo goed in de kerk als op het toilet. Dat moet je goed begrijpen. Het kan ons in staat<br />
stellen door bewust te gaan leven met de werkelijkheid rond ons, die God voor onszelf reëel te<br />
maken en zo z<strong>ek</strong>er steeds meer kracht uit Hem te putten evenals wij kracht zullen putten uit<br />
het feit, dat niets wat in ons is ooit aan het weten, dat de absolute werkelijkheid vormt,<br />
onttrokken kan zijn. Deze realisatie, vrienden (en dat is het eind van mijn betoog voor<br />
vandaag) is niet alleen een noodzaak voor een ie<strong>der</strong>, die esoterisch ver<strong>der</strong> wil komen, maar zij<br />
is de enige gezonde maatstaf voor het leven, die voor een ie<strong>der</strong> bestaat.<br />
Ik hoop dat deze korte gegevens van vanavond u in staat hebben gesteld een schrede<br />
voorwaarts te doen en ik wil u er nogmaals op wijzen, dat het noodzakelijk is dat wij niet<br />
alleen met leerstof maar ook met de praktijk ver<strong>der</strong> gaan. Want in de esoterie is geen plaats ik<br />
herhaal het weer, zoals wij het al zo vaak hebben gezegd voor een zich boven de stof<br />
verheffen. De mens, die tracht te zweven, doet niet aan esoterie, doet niet goed, maar<br />
bedriegt zichzelf. Ware esoterie is gelijktijdig in stof en geest ervaring van God en goddelijke<br />
wetten en door een vergelijk van deze factor en van het “ik” komen tot een zelfkennis, die het<br />
mogelijk maakt ook bewust de plaats in te nemen, die de Schepper voor óns heeft<br />
gedecreteerd in het Begin <strong>der</strong> schepping. Wil iemand nog het woord of wil iemand nog een<br />
vraag stellen?<br />
De oproep om die kracht te kunnen ontvangen, daarvoor zou je dus eerst zelf geschikt<br />
moeten zijn?<br />
Neen, niet zelf geschikt. Stel dat er iemand is die zi<strong>ek</strong> is, we kunnen die patiënt niet zon<strong>der</strong><br />
meer krijgen tot ontvankelijkheid, Alle krachten, die hem uit een sfeer worden gegeven, kunnen<br />
niets uithalen, wanneer de patiënt zelve deze niet wil ontvangen, er geen deel aan wil heb<br />
ben M.a.w. voor de patiënt is noodzakelijk een z<strong>ek</strong>ere berusting in de bestaande toestand met<br />
de wil tot verbetering. En indien daarbij een aanvaarding komt van het Goddelijke of van<br />
geestelijke hulp, zoveel te beter. Wij zullen dus eerst moeten trachten vast te stellen, dat deze<br />
toestand in<strong>der</strong>daad en reëel bestaat. Daarna gaan wij dus over tot die voorstelling, die vanuit<br />
onszelf wordt gew<strong>ek</strong>t. Op het ogenblik dat wij n.l. in staat zijn die voorstelling werkelijk te<br />
hanteren, zijn wij zon<strong>der</strong> meer geschikt. En zijn wij niet geschikt, dan komen wij niet tot die<br />
voorstelling. Begrijpt u wat ik bedoel?<br />
Dan is hiermee het eerste deel van onze bijeenkomst beëindigd en raad ik u hetzij vragen<br />
hetzij on<strong>der</strong>werpen voor het tweede gedeelte in de pauze on<strong>der</strong>ling te bespr<strong>ek</strong>en, zodat u de<br />
spr<strong>ek</strong>er die dan komt, ook een prettige en aangename taak kunt opdragen. Ik dank u voor uw<br />
aandacht en wens u goede vor<strong>der</strong>ingen.<br />
o-o-o-o-o<br />
AANVAARDING<br />
Ik weet niet in welke zin men het woord aanvaarding nu eigenlijk zou willen gebruiken. Je zou<br />
natuurlijk kunnen zeggen, alles wat je in het leven wordt opgelegd, moet je aanvaarden. Maar<br />
weet u eigenlijk wel wat u wordt opgelegd. Bovendien, als ie<strong>der</strong>e mens in zijn hele leven niets<br />
an<strong>der</strong>s zou doen dan aanvaarden, dan zou het hem betr<strong>ek</strong>kelijk moeilijk gaan, want alle<br />
an<strong>der</strong>e mensen aanvaarden alleen het onvermijdelijke. Laten we dus vooraf beginnen vast te<br />
stellen, dat aanvaarding z<strong>ek</strong>er een beperkt begrip is, voor zover het het menselijk leven<br />
betreft.<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
Natuurlijk vinden wij steeds weer mens en geest op ons pad bepaalde punten die wij niet<br />
kunnen omzeilen, moeilijkheden waaraan wij niet kunnen ontkomen, toestanden waaraan wij<br />
ons ondanks al ons pogen niet kunnen ontworstelen. Dan moeten wij m.i. aanvaarden hetgeen<br />
onvermijdelijk is. Het is dwaasheid om te strijden tegen de dingen, waaraan je toch niets kunt<br />
doen. Het is alleen maar krachtsverspilling. Per slot van r<strong>ek</strong>ening zien wij. zoveel voorbeelden<br />
van mensen, die hun hele leven vechten tegen dingen, waaraan zij niets kunnen doen. Een<br />
toestand is zo.<br />
Je wijzigt er niets aan. Of je nu veel of weinig doet, die toe stand is er. Je bent machteloos. Dit<br />
is het ogenblik, waarop aanvaarding reëel en redelijk kan worden geacht. Als een medemens<br />
moet sterven en U kunt daar niets aan doen, Als je zelf in (financieel, lichamelijk of<br />
an<strong>der</strong>szins) waaraan niets te doen is dan moet je dat aanvaarden. D.w.z. het vandaaruit<br />
gebruiken als basis om ver<strong>der</strong> te gaan.<br />
Maar ik geloof toch niet dat wij aanvaarding mogen als een on<strong>der</strong>werpje in de zin van: alles<br />
wat ons wordt moeten wij.nu maar nemen. Het heeft weinig zin er zo over te denken. Het<br />
leven – en z<strong>ek</strong>er het menselijk leven – is strijd. En nu weet ik wel dat het bij de één de strijd<br />
om de boterham is en bij de an<strong>der</strong> om het luxe jacht, bij de één om een klein vonkje geluk en<br />
bij de an<strong>der</strong> om een wereldheerschappij, maar dat maakt niets uit. Strijd is een element.<br />
Alleen door strijdvaardig te zijn in je leven, door voortdurend achter de dingen die je voor<br />
jezelf begeert aan te jagen, door voortdurend te blijven streven en te pogen om voor jezelf dat<br />
te bereiken, wat je noodzakelijk lijkt voor een geestelijk of een stoffelijk welzijn, kun je<br />
waarlijk als mens leven en de ervaring opdoen, die aan het menselijk bestaan inherent is.<br />
Wanneer ik weet dat ik ergens iets boven mijn macht vind (b.v. een goddelijke wil, een<br />
raadsbesluit, een gevolg van een goddelijke wet), waaraan ik niets wijzigen kan, dan is het<br />
woord aanvaarding op zijn plaats, omdat het positief is. Berusting zou je ook kunnen<br />
gebruiken. Maar als je ergens in berust, dan neem je het alleen maar, dan leg je je er bij neer.<br />
Maar bij een aanvaarding accepteer je het, neem je het aan voor jezelf als een soort uitdaging,<br />
als een mogelijkheid.<br />
En dat is wat an<strong>der</strong>s.<br />
Wanneer je iets aanvaardt in het leven, dan bet<strong>ek</strong>ent dit, dat je het meteen maakt tot een<br />
punt van uitgang. Alles wat schijn baar verlies is, wat je moet aanvaarden, kan worden<br />
gemaakt tot een positief punt in je beleven. Tot een positief punt heel vaak zelfs in de<br />
bereikingen ook in de stof.<br />
Logisch gezien zal elke mens, die bemerkt dat hij zich tegen het onvermijdelijke verzet, dus<br />
moeten uitmaken wat in feite onvermijdelijk is. Niet alleen een enkel punt, maar alles wat<br />
ermee gepaard gaat. Dus bij wijze van spr<strong>ek</strong>en, als je tot de ontd<strong>ek</strong>king komt dat het<br />
onvermijdelijk is dat je al je tanden verliest, dan denk je er niet alleen over na dat je enkele<br />
dagen pap zult moeten eten, maar je gaat er over nadenken hoe je het beste aan een gebit<br />
kunt komen, hoe en waar je dit het best en het goedkoopst kunt krijgen, hoe je in de tijd dat<br />
je zon<strong>der</strong> tanden zult moeten lopen het zult redden. Dat is toch logisch. jezelf ook meteen<br />
afvragen of er een positieve kant aan de zaak is. Wat kan ik hiermee bereiken? En als je dan<br />
even accepteert wat nu eenmaal onvermijdelijk is, dan kom tot de conclusie dat er heel veel<br />
positieve kantjes ook aan zitten. Dat je vele dingen zult kunnen verwerkelijken waaraan je<br />
vroeger niet hebt gedacht. Dat je nieuwe wegen kunt gaan. Dat je misschien ook op een<br />
an<strong>der</strong>e manier tegenover de mensen staat. Kortom, je ziet ook een positieve kant. En dan zul<br />
je door het aanvaarden van het onvermijdelijke in staat zijn dit onmiddellijk in zijn meest<br />
gunstige aspecten te gebruiken voor je ver<strong>der</strong>e leven.<br />
Het gevolg van deze aanvaarding is dus een vermin<strong>der</strong>de verspilling van energie, een<br />
vermin<strong>der</strong>de bestrijding van het onvermijdelijke en daartegenover het behoud van deze<br />
energie, die gebruikt kan worden voor iets wat wel noodzakelijk is. Terwijl de erkenning van<br />
mogelijkheden, die in de aanvaarding mede zijn opgesloten, bovendien meebrengt een<br />
deugdelijke voorbereiding voor hetgeen nu ver<strong>der</strong> gaat komen, een deugdelijke beschouwing<br />
van het meest prettige en meest aangename en vooral geestelijk het meest nuttige, dat op<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
101
102<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
basis hiervan kan worden gebruikt. Wanneer u mij dus vraagt te spr<strong>ek</strong>en over aanvaarding,<br />
ben ik gauw klaar. Alleen wil ik toch nog wel even een waarschuwing eraan vastknopen.<br />
Menigeen is geneigd te aanvaarden of te berusten. Wanneer het niet nodig is. Aanvaarding<br />
heeft alleen dan zin, wanneer wij na met al ons vermogen en al onze krachten getracht te<br />
hebben het verlangde, het begeerde te bereiken of het niet begeerde te voorkomen, dus met<br />
al onze krachten zeggen: Nu kan ik zelf niet ver<strong>der</strong> meer. Het is in een an<strong>der</strong>e hand. Ik leg mij<br />
erbij neer en ik ga kijken wat voor mogelijkheden daarin voor mij zijn opgesloten. Dus niet<br />
zeggen: Ik zou natuurlijk toch nog wel eens zus of zo kunnen doen of proberen, maar laat ik<br />
het maar aanvaarden zoals het is. Dat.is niet juist. Alleen wanneer we zeggen: Nu op het<br />
ogenblik kan ik niet ver<strong>der</strong>, dan aanvaard ik die toestand. En lijkt het mij, dat die toestand op<br />
den duur toch niet houdbaar is, dan zal ik proberen mijzelf te ontwikkelen, sterker te maken,<br />
om dan opnieuw een poging in het werk te stellen om te bereiken.<br />
Een kleine vergelijking en dan ben ik klaar met mijn on<strong>der</strong>werp. Heel veel mensen, die over<br />
aanvaarding spr<strong>ek</strong>en, doen mij denken aan een chauffeur, die voor een opgebroken weg komt.<br />
Hij zou een eindje kunnen terugrijden en dan via een omleiding zijn weg met goed succes toch<br />
vervolgen. Maar hij zegt: Dit is nu eenmaal op mijn weg gebracht, hier staat die versperring ik<br />
zet mijn autootje stil en ik blijf wel wachten. Dat is dwaasheid. Wat langs de ene weg niet<br />
mogelijk is, kan langs een an<strong>der</strong>e weg wel mogelijk zijn. Niet slechts een weg of een methode,<br />
maar alle wegen en alle methoden zul je moeten beproeven, voor je tot de uiteindelijke<br />
conclusie kunt komen: Hier kom ik niet ver<strong>der</strong> meer. Het is aanvaard. Wat kan ik nu met deze<br />
z<strong>ek</strong>erheid vor<strong>der</strong> doen? Ik hoop dat dit voldoende is.<br />
De moeilijke bereiking van zelfkennis<br />
Het is voor een mens zeer moeilijk zichzelf te kennen, om dat hij altijd in de war raakt<br />
wanneer hij naar zichzelve ziet. Hij heeft n.l. een denkbeeld omtrent zichzelve, dat a.h.w.<br />
gesuperimposteerd wordt op de feitelijke kennis van zijn wezen. Zijn z.g. zelfkennis is dan het<br />
product van beide. En een product van een reële en een irreële zaak zal irreëel blijven, zij het<br />
in min<strong>der</strong>e mate dan die irreële zaak zelve misschien.<br />
Het moeilijkste is wel voor een mens, wanneer hij eerlijk naar zelfkennis streeft, als hij niet<br />
weet hoe hij beginnen moet. Hij zegt b.v.: Ik ga mijzelf on<strong>der</strong>zo<strong>ek</strong>en en ik vind bij mijzelf<br />
zoveel fouten. Maar als hij alleen fouten in zichzelf vindt, vert<strong>ek</strong>ent hij het beeld van zijn eigen<br />
wezen hij zal het goede, het positieve buiten beschouwing laten en geen cent ver<strong>der</strong> komen.<br />
Een an<strong>der</strong> zegt: Ik heb toch nog wel vele deugden en hij laat de fouten buiten beschouwing.<br />
Dat is even negatief als je het goed b<strong>ek</strong>ijkt. Want ook hier blijkt een groot deel van het eigen<br />
wezen buiten beschouwing gelaten. Toch zijn er bepaalde maatstaven, die wij kunnen<br />
gebruiken om iets van onszelf nauwkeuriger te kennen. En ofschoon mij als on<strong>der</strong>werp in de<br />
eerste plaats word gegeven de moeilijkheid <strong>der</strong> zelfkennis, geloof ik toch dat ik juist door deze<br />
aanwijzingen die moeilijkheid een klein beetje kan opheffen.<br />
Een paar raadgevingen daarvan zullen u misschien wat dwaas klinken, Maar de eerste is dan:<br />
vermijd de grootste moeilijkheid door niet te veel in jezelf te graven en niet veel over jezelf na<br />
te denken. Probeer daarvoor in de plaats je voortdurend bewust te zijn, wat je voor an<strong>der</strong>en<br />
bet<strong>ek</strong>ent. Deze kennis brengt je eer<strong>der</strong> tot een nauwkeurige omschrijving van je eigen wezen<br />
en eigenschappen dan alle getheoretiseer, dat in het “ik” zich afspeelt tussen werkelijkheid en<br />
denkbeeld.<br />
In de tweede plaat: Het menselijk wezen is zeer complex. We hebben een on<strong>der</strong>bewustzijn,<br />
een bovenbewustzijn, een geestelijk bewustzijn, een waakbewustzijn, kortom als je het zo<br />
hoort, lijkt het een of an<strong>der</strong> ministerie, dat pas weer met 24 afdelingen en 36 commissies is<br />
uitgebreid. Willen wij deze zelfontleding gaan doorvoeren, dan zullen wij heel vaak vastlopen.<br />
a. Het bovenbewustzijn is een algemene beïnvloeding, die in de gehele omgeving mede<br />
vastligt. Zij kan dus nooit door een contrast worden erkend. Het kennen daarvan is zo al<br />
mogelijk zeer moeilijk.<br />
b. Het on<strong>der</strong>bewustzijn moet tot bewustzijn worden gemaakt, voordat het kenbaar is. Dit is<br />
voor de doorsneemens onmogelijk binnen één mensenleven. In het on<strong>der</strong>bewustzijn kan men<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
dus niet volledig doordringen. Zelfs een psychiatrisch doordringen in het on<strong>der</strong>bewustzijn kan<br />
slechts enkele delen daarvan belichten, maar nooit het geheel duidelijk en kenbaar maken in<br />
zijn voile bet<strong>ek</strong>enis.<br />
c. Het geestelijk bewustzijn kan zich alleen via het on<strong>der</strong>bewustzijn openbaren. Er bestaan<br />
bepaalde methoden (de eerste spr<strong>ek</strong>er heeft deze uiteengezet), waardoor men toch iets van<br />
dat geestelijk ik te weten kan komen. Een poging echter om het geestelijk ik langs de weg van<br />
beredenering te bena<strong>der</strong>en is volledig nutteloos.<br />
d. Wat voor de mens overblijft bij zijn zelfkennis is in feite het waakbewustzijn.<br />
Wanneer je dit nu eenmaal weet, erken dan het bestaan van an<strong>der</strong>e factoren, maar houd je er<br />
niet mee bezig om daarmede tot zelfkennis te komen, tenzij je een zeer gedegen leiding hebt,<br />
die heel wat meer kan dan je zelf kunt. Probeer aan de hand van hetgeen je waakbewust dus<br />
direct in je denken en beleven meemaakt, voor jezelf je steeds meer je te realiseren? Hier durf<br />
ik niet ver<strong>der</strong>gaan, daar durf ik wel ver<strong>der</strong>gaan. Hier tr<strong>ek</strong> ik mij terug, daar integendeel tracht<br />
ik zoveel mogelijk vooruit te komen. Dat is meestal wel merkbaar. Tracht voor jezelf vast te<br />
stellen wat je wel doet en wat je niet doet. Vergelijk dit met je innerlijke verlangens. Dan weet<br />
je waar zwakke punt en liggen in je stoffelijke beleving en waar sterke punten. Het bevor<strong>der</strong>t<br />
de zelfkennis zeer en het schakelt de moeilijkheid van zelfmisleiding voor een groot gedeelte<br />
uit.<br />
Dan is er nog zo’n moeilijk probleem, en dat is de vraag: Kan ik dit of dat nu wel? M.a.w. in de<br />
zelfkennis zit mede de vraag besloten naar eigen vermogen. Mag ik u een goede raad geven?<br />
Tracht nooit alleen theoretisch uw vermogens te bepalen.<br />
Theoretisch gezien zijn die ook voor de mens in vele gevallen bijna onbeperkt. De beperkingen<br />
die bestaan zullen nooit nauwkeurig worden omschreven. Houdt u voor zover het uw bereiking<br />
aangaat altijd aan dit standpunt: Alles wat ik 10 keer geprobeerd heb en wat niet ging, leg ik<br />
terzijde om het later, veel later, nog eens te proberen.<br />
Maar alles, waarvan ik bemerk dat ik het in geringe mate bereiken kan, zal ik ver<strong>der</strong><br />
ontwikkelen. Nooit zeggende: dit beheers ik volledig, maar zeggende hier heb ik in mijzelf<br />
mogelijkheden gevonden. Het is beter iets te weten omtrent de mogelijkheden, die in jezelf<br />
schuilen, dan een waan te hebben omtrent mogelijkheden of bereikingen, die nooit reëel<br />
kunnen worden aangetoond. Dat zijn zo’n paar moeilijkheden, die omzeild kunnen worden.<br />
Dan is er natuurlijk nog een moeilijkheid en dat is misschien wel de grootste: Het is moeilijk<br />
om eerlijk te zijn tegenover je zelf. Je zou de mensen in twee soorten kunnen indelen. De<br />
soorten met een bewust of onbewust min<strong>der</strong>waardigheidscomplex, die over het algemeen<br />
graag de nadruk leggen op hun zwakte en fouten om daaruit voor zichzelf een vergoelijking<br />
van de gemaakte fouten te verwerven. Deze mensen zijn het, die uitgaan van het standpunt:<br />
Stel jezelf zo slecht en zo dom mogelijk voor, dan valt het altijd nog weer mee. De an<strong>der</strong>e<br />
soort daarentegen gaat uit van de illusies dit zou ik kunnen zijn. Zij bouwen zichzelf een<br />
fantasiepersoontje op en gaan er van uit dat dit reëel is. Zij gedragen zich dus, alsof zij hun<br />
illusie in feite zouden zijn. Hun voortdurend falen brengt hen dan tot de meest dwaze daden.<br />
Zelfkennis bereikt men in geen van beide gevallen.<br />
Het is niet dienstig te spr<strong>ek</strong>en over uw fouten of gebr<strong>ek</strong>en. Het is wel dienstig elke keer, waar<br />
daadwerkelijke moeilijkheden en bezwaren optreden, uw eigen zwaktepunten in dit opzicht te<br />
formuleren. Op den duur groeit hieruit een zelfkennis, die niet gepaard gaat met een<br />
denigreren van eigen persoonlijkheid of een verheffen van eigen persoonlijkheid boven de<br />
norm. Bereikt u iets, zeg dan altijd tot uzelf: zover ben ik, dit heb ik. Stel vast wat je gedaan<br />
hebt, wat je tot stand hebt kunnen brengen. En probeer dan meer te bereiken. Wees nooit<br />
tevreden met jezelf, maar tracht te vermijden dat je jezelf met een soort minachting<br />
beschouwt. Ga voortdurend uit van het standpunt: Ik kan meer en ik kan beter. Mijn falen is<br />
slechts het bewijs, dat ik nog niet de juiste weg heb gevonden. Dit lijkt misschien strijdig met<br />
een van de an<strong>der</strong>e punten. Het is het niet. Want dit is een kwestie van het je realiseren van<br />
het leven en de daad.<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
103
104<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
Ten laatste: Voor zelfkennis is het vaak noodzakelijk om je eigen zwakten tot op z<strong>ek</strong>ere hoogte<br />
althans te kennen. Vergeet niet. dat degene, die op die zwakheid nadruk legt, ze vergroot.<br />
Slechts indien je ze constateert en eraan voorbijgaat, slechts r<strong>ek</strong>ening houdende daarmede<br />
wanneer je een to<strong>ek</strong>omstig resultaat reeds nu zou willen hebben, kom je het verst. Het<br />
bezwaar bij het verwerven van zelfkennis is over het algemeen niet, dat je werkelijk t<strong>ek</strong>ort<br />
schiet. Het bezwaar is dat je jezelf eisen stelt, die op dit ogenblik nog niet voor je te<br />
verwerkelijken zijn. Houd je bij de omstandigheden en toestanden van het heden. Tracht jezelf<br />
zoveel mogelijk te kennen in de buitenwereld. En voor de geestelijke ontwikkeling maak<br />
gebruik van de door de eerste spr<strong>ek</strong>er en bok al vroeger. door ons gegeven verschil lende<br />
trucjes, waardoor je in jezelf aan de hand van emoties en zo ook nog een z<strong>ek</strong>ere kennis kunt<br />
verwerven. Beschouw zelfkennis altijd als een wapen of een instrument t..o.v. de wereld, nooit<br />
als een bereiking in zichzelf. Slechts dan kun je komen tot de uiteindelijke zelfkennis, waarbij<br />
het niet meer noodzakelijk is dit ik afzon<strong>der</strong>lijk naar buiten toe te openbaren, maar de<br />
aanvaarding van een harmonische eenheid met de kosmos zelf voldoende is om de absolute<br />
zelfkennis te maken tot een eenheid met het totaal van het geschapene.<br />
Wanneer je spre<strong>ek</strong>t over het zelf, dan zit je met de moeilijkheid van het zelf en het Zelf. De<br />
esoterie leert je hoe langer hoe meer om over te gaan naar het Zelf. En als je over zelfkennis<br />
zit te pi<strong>ek</strong>eren, dan ben je altijd bezig met het zelf.<br />
Je kunt het heel eenvoudig uitdrukken, de werkelijke zelfkennis kan alleen maar voeren tot<br />
een eenheid met het grote Zelf, zoals u het noemt, kort gezegd God. De werkelijke zelfkennis<br />
is pas verworven, wanneer een bewustzijn van God in het “ik” totaal is ontstaan en daardoor<br />
de juiste relatie tussen ik en God kan worden uitgedrukt. Alle streven naar kermis van het zelf<br />
moet dus uiteindelijk op de grote Z. uitlopen. En als je je er goed toe zet, dan meen ik wel dat<br />
je menige gunstige zet in deze richting zou kunnen zetten.<br />
De zetting van het woord “zelf” lijkt mij van enig zelfbewustzijn blijk te geven. Wanneer je n.l.<br />
die kleine z, zo voortdurend exploreert, ga je in feite proberen om de wereld te kennen door<br />
het on<strong>der</strong>zo<strong>ek</strong>en van een zandkorrel. Ik denk zo, dat er dan misvattingen zullen optreden. Mijn<br />
aanbeveling is dus: probeer het zelf met de kleine z. zover te leren zetten, dat je de kermis<br />
van die kleine z. kunt gebruiken om de relatie met de grote Z. vast te stellen. Maar richt je in<br />
de kennis van het zelf in de eerste plaats op het grote Ik, waartoe je behoort en beschouw alle<br />
verschijnselen in jezelf als bijkomstig en in hun erkenning slechts dienstig om een grotere<br />
harmonie met het grote Zelf mogelijk te maken. Ongeacht de woorden, waarmee ik jongleer,<br />
geloof ik dat dit een juiste stelling is en een juist antwoord op uw vraag.<br />
Definities<br />
Carnaval een feest van vermommingen, dat de mens gebruikt om zichzelf uit te leven,<br />
waardoor het werkelijke carnaval (de vermomming van de eigen persoonlijkheid achter de<br />
schijn van het eigen ik) niet meer noodzakelijk is.<br />
Nu: het ogenblik dat altijd reeds voorbij is, wanneer je erover denkt of praat.<br />
Toen: het woord dat meestal gebruikt wordt om een toestand ietwat vert<strong>ek</strong>end te schetsen,<br />
ter illustratie van de onvolkomenheid van het heden.<br />
Ideaal: de illusie die je je bouwt omtrent het mogelijke, waarbij elke vervulling van het ideaal<br />
in zichzelf bewijst, dat het geïdealiseerde in zichzelf waardeloos was. In een ideaal is het<br />
streven de waarde, niet de bereiking.<br />
Is een ideaal dan een waan?<br />
Ideaal is een waan, omdat het ideaal n.l. wordt een zucht tot persoonlijkheidsverwerkelijking.<br />
Op het ogenblik dus dat ik een ideaal nastreef, probeer ik in feite datgene, wat voor mij het<br />
meest begeerlijke lijkt op deze wereld, los te laten. Ik vergeet daarbij echter, dat mijn ideaal<br />
het tegengestelde is van een ideaal van menig an<strong>der</strong>. Laten wij nu maar het socialisme<br />
nemen. Voer het door tot zijn uiterste en wat krijg je? Communisme. Voer het communisme<br />
door tot zijn uiterste en wat krijg je? Bolsjewisme. Voer het bolsjewisme door tot het uiterste<br />
en wat krijg je?<br />
Chaos?<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
Nee, absolute dictatuur. En dit is geen chaos. Ofschoon je wel zou kunnen zeggen: absolute<br />
macht is datgene, wat zichzelf en de wereld absoluut perverteert. Maar dat is weer wat an<strong>der</strong>s,<br />
Ik: hetgeen waar ik bescheidenheidshalve liefst over zwijg, maar toch het meest over zou<br />
willen praten.<br />
Ik (kosmisch gezien): dat deel van de kosmos, waarvan ik mij volledig bewust kan zijn binnen<br />
de beperkingen van mijn huidig bewust zijn.<br />
Ik (zuiver persoonlijk gezien): het totaal van mijn herinneringen, van mijn verwachtingen plus<br />
mijn vermogens, uitgedrukt in een streven, waarin ik mijzelf tracht te verwerkelijken.<br />
Ste<strong>ek</strong> on<strong>der</strong> water: over het algemeen een onschuldige opmerking, die per ongeluk doel<br />
treft.......<br />
Per ongeluk?<br />
Ja. M.a.w. men beschouwt het als een ste<strong>ek</strong> wanneer men on<strong>der</strong> water an<strong>der</strong> een schoen<br />
schopt, die je aan kunt tr<strong>ek</strong>ken.<br />
Welspr<strong>ek</strong>endheid: een an<strong>der</strong> de kunst om woorden. zo aaneen te rijen, dat een an<strong>der</strong> er zin in<br />
vindt. Zelfs wanneer je zinloos praat, is er altijd nog wel iemand, die een diepe zin vindt in de<br />
onzin, die je spre<strong>ek</strong>t, zodat welspr<strong>ek</strong>endheid niet afhangt van de redelijkheid van het<br />
gesprokene maar wel van de veelheid van de juist g<strong>ek</strong>ozen woorden.<br />
Geduld van een an<strong>der</strong>: zijn uithoudingsvermogen dat groter dan je je zelf kunt voorstellen.<br />
De domheid van een an<strong>der</strong>: de dwaasheid, die je zelf wel uit haalt, maar die, ie bij jezelf niet<br />
pleegt op te merken.<br />
Dat is het voor vandaag geweest, vrienden. Ik dank voor de aandacht. Ik hoop dat ik jullie niet<br />
alleen geamuseerd maar ook nog iets geleerd heb. Tot een volgende keer. Het woord is aan de<br />
laatste spr<strong>ek</strong>er.<br />
ZIJN IN WAARHEID<br />
Alle zijn is waarheid. Het grote zijn is de enige waarheid, die bestaanbaar is. En de<br />
gedeeldheid van alle zijn is de illusie die wij ons maken, de begoocheling waarin wij onszelf<br />
prijs geven en een verwij<strong>der</strong>ing ván het grote Zijn.<br />
Om werkelijk en waar te bestaan moeten we allereerst eerlijk durven zijn tegenover onszelf en<br />
tegenover an<strong>der</strong>en. Dat is moeilijk. Een mens wordt gebonden door conventies, door<br />
gedachten, ja zelfs door een oud geloof, dat hij innerlijk en redelijk reeds verworpen heeft en<br />
dat toch steeds weer terugkeert om hem te beperken in datgene, wat hij meent te moeten<br />
volvoeren. Zijn in waarheid bet<strong>ek</strong>ent volkomen oprecht zijn, niet alleen tegenover jezelf maar<br />
ook tegenover an<strong>der</strong>en. En dit is stoffelijk haast onmogelijk. De mens, die stoffelijk volledig<br />
waar zou willen leven, volledig eerlijk en oprecht, zou conflict zijn met de rest van de wereld,<br />
die in maya, in begoocheling en eigenwaan, niet wénst te zien, te horen of te aanvaarden.<br />
Toch moet, er ergens een waarheid liggen, die ook buiten alle wereld om beleefd kan worden<br />
en waarin wij onszelf kunnen openbaren ons eigen streven. Deze waarheid in de volheid van<br />
ligt in het innerlijk zijn.<br />
In ons allen ligt een groter weten dan wij ooit durven uiten, een dieper begrip van ons eigen<br />
wezen en ons eigen denken, ons eigen verlangen dan wij zouden willen toegeven zelfs aan<br />
onze meest vertrouwde. Deze innerlijke waarheid is vaak moeilijk en pijnlijk te dragen. En toch<br />
moet zij in verband worden gebracht met het Zijn. Eerst op deze manier zijn wij werkelijk<br />
levende wezens.<br />
Het leven is een kracht, die ons gegeven is van een hogere Bron en een hoger Wezen dan wij<br />
kunnen beseffen. Het Zijn zelve kan geen leugen dragen. Het is slechts het bewustzijn omtrent<br />
dat Zijn, het is de gedacht<strong>ek</strong>eten, die wij er omheen smeden, het zijn de geprojecteerde<br />
gedachten en sferen die tot vormen worden, die de waan zijn. Laat ons dan aan die waan<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
105
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 9 februari 1960<br />
Les 6 – Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen<br />
trachten te ontkomen door altijd en in de eerste plaats dat, wat wij in onszelven kennen<br />
omtrent onszelven, voor onszelf uit te spr<strong>ek</strong>en en toe te geven, zo we al in een wereld niet<br />
ver<strong>der</strong> kunnen gaan.<br />
Laten we in de tweede plaats trachten te begrijpen dat we zoals we innerlijk onszelf kennen<br />
plaats hebben in de wereld, plaats hebben in de sferen, in de kosmos en in de schepping. Want<br />
niet zoals wij onszelf denken, zoals wij onszelf zouden willen zien, behoren wij tot de<br />
eeuwigheid. Niet de droom die je hebt van jezelf is datgene, wat je zult worden. Het is de<br />
kosmische waarheid, het goddelijk geschapene in volmaaktheid. Dat wat je bent heeft zijn<br />
plaats, zijn zin en zijn reden in de schepping, an<strong>der</strong>s zou het niet kunnen bestaan. Aanvaard<br />
daarom jezelf in waarheid. Besef je leven zoals het is. Maak het niet tot een nutteloze droom.<br />
Dan en juist dan zul je weten, welke wegen je moet gaan om het zijn in waarheid niet alleen<br />
innerlijk aan te voelen, maar ook daadwerkelijk steeds meer uit te dragen.<br />
De Kracht die ons geschapen heeft en rond ons is, de eerste Oorzaak, de almachtige Schepper<br />
zal ons helpen om in waarheid te zijn, zo wijzelven niet vrezen voor de waarheid, niet vluchten<br />
voor hetgeen wij omtrent onszelven weten en erkennen. De onvolledigheid van die waarheid<br />
behoeft ons niet te kwetsen of te b<strong>ek</strong>ommeren. Want hoe langer wij bestaan en leven en hoe<br />
meer wij de werkelijkheid kunnen beseffen omtrent onszelf, hoe meer werelden en toestanden<br />
ons weten omvat. Dan zullen wij misschien eens werkelijk zijn in waarheid. D.w.z. we<strong>der</strong>om<br />
één zijn met de Schepper, met de Kracht die in Hem leeft.<br />
Kort gezegd: Roep niet om uw God, maar leef met uw God. Sme<strong>ek</strong> niet om de waarheid, maar<br />
wees eerlijk voor jezelf. Veroordeel niet de wereld en veroordeel niet jezelve, maar tracht<br />
jezelf te zijn zo goed als je kunt. Dan wordt de waarheid geopenbaard. Dan heeft het Zijn zijn<br />
werkelijke bet<strong>ek</strong>enis gewonnen. Dan is de grens tussen beperking en oneindigheid zo smal en<br />
zo dun, dat soms de Eeuwigheid reeds doorklinkt in je wezen, een nieuw besef en een nieuwe<br />
verwachting geeft.<br />
Hiermee vrienden, besluiten we deze bijeenkomst. Wij hopen dat u de komende tijd de<br />
gelegenheid zult hebben hetgeen vanavond gebracht is na<strong>der</strong> te overwegen, opdat het moge<br />
bijdragen niet alleen tot een re<strong>ek</strong>s gedachten, maar ook tot een praktische voortgang op het<br />
gebied van de esoterie, van de zelfkermis en zelfs van de magische beheersing.<br />
106<br />
Geef mij een punt en ik kan de wereld uit haar baan brengen
Goedenavond, vrienden.<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
(Het begin van de avond wordt besteed aan vragen n.a.v. de vorige les. De eerste vraag<br />
handelt over beïnvloeding.)<br />
Als de invloed van buitenaf komt, als die om je heen komt, bestaat dan de mogelijkheid,<br />
dat je een werktuig wordt?<br />
Het is niet helemaal juist zoals u het stelt. De goddelijke Kracht is in en rond ons. Eenheid met<br />
die Kracht kan alleen in ons ervaren worden. Buiten ons kan wel harmonie ervaren worden<br />
met die Kracht, maar geen absolute eenheid. Het gevolg is dus, dat zolang die Kracht van<br />
binnenuit in ons door werkt, van buitenaf in ons spre<strong>ek</strong>t, wij deze Kracht volledig kennen ook<br />
al is dit niet bewust. Van het innerlijk uit komt het scheppingsgeheim tot openbaring en van uit<br />
het innerlijk wordt de buitenwereld bena<strong>der</strong>d. Dat bet<strong>ek</strong>ent, dat wij van uit onszelven in<br />
harmonie zijn met an<strong>der</strong>e dingen, maar nooit door an<strong>der</strong>e dingen worden geregeerd.<br />
Verwaarlozen wij echter de God, Die in onszelf leeft en zo<strong>ek</strong>en wij Hem alleen buiten ons, in<br />
een projectie b.v. of in Zijn schepping, dan zal het onbewust zijn van ons eigen deel (onze<br />
eigen plaats in die schepping) ons ertoe brengen om dat, wat buiten ons ligt, als absolute<br />
Godheid te zien en ons daaraan te on<strong>der</strong>werpen. We gaan dan niet meer het doel van ons<br />
eigen wezen (de plaats, de placering van het eigen wezen) verwerkelijken in de schepping (in<br />
de kosmos), maar wij gaan het leven leiden van een an<strong>der</strong> deel of van an<strong>der</strong>e delen van de<br />
schepping, die mogelijkerwijze aan ons tegenstrijdig kunnen zijn. Zoals je dus on<strong>der</strong>scheid<br />
maakt in goed en kwaad (wat zoals b<strong>ek</strong>end een relatief begrip is), zo zou je ook kunnen<br />
on<strong>der</strong>scheiden in het innerlijk en uiterlijk verschijnsel Gods, waarbij innerlijk dan voor ons<br />
we<strong>der</strong>om het goed, het buiten ons staande het kwaad is. Het feit dat wij in ons leven in de<br />
geest en ook vaak in de stof te maken krijgen met wat wij demonen noemen (duistere<br />
krachten), is eigen lijk te wijten aan het verschijnsel, dat wij aan hetgeen buiten ons bestaat<br />
een gezag to<strong>ek</strong>ennen en vergeten, dat hetzelfde en het voor ons meer beslissend gezag in ons<br />
ligt. Zolang in ons de z<strong>ek</strong>erheid is, in ons de wil is, hebben wij met die buitenwereld niets te<br />
maken. Het klinkt natuurlijk erg onsociaal, maar in esoterisch opzicht is dit volledig waar. Het<br />
brengt alleen in meer materieel opzicht met zich, dat het “ik” dus van de innerlijke erkenning<br />
van de Godheid een verplichting krijgt tot harmonisch leven met de buitenwereld. Maar dat is<br />
dan een tweede punt.<br />
Uit het eerste voorbeeld, dat u gegeven hebt in uw voordracht van de vorige keer (de man<br />
die driftig werd, enz.) rijst voor mij deze vraag wordt die drift, die gemoedstoestand, op de<br />
geest overgebracht?<br />
In vele gevallen wel. Wij kunnen dit natuurlijk niet altijd definitief zeggen. Maar realiseer u<br />
goed wat drift over het alge meen is. Drift is in negen van de tien gevallen een gevoel van<br />
onvermogen en geen an<strong>der</strong>e uitweg weten, een niet in staat zijn op een redelijke en<br />
verantwoorde wijze in te grijpen. Drift is voor praktisch alle mensen in de eerste plaats een<br />
uiting van machteloosheid. En deze machteloosheid is een directe ervaring, g<strong>ek</strong>oppeld aan een<br />
sterke emotie. Gezien hetgeen wij al over de geest hebben verteld hier en ook el<strong>der</strong>s zult u<br />
begrijpen, dat juist dit deel ervan (de emotie plus het gevoel van onvermogen) als een<br />
ervaring in de geest wordt vast gelegd. De geest heeft dus aan deze drift tot op z<strong>ek</strong>ere hoogte<br />
deel.<br />
Een uitzon<strong>der</strong>ing daarbij is de drift die gestuurd wórdt (geregeerd wordt dus) van binnenuit. In<br />
<strong>der</strong>gelijke gevallen zal die drift zich niet blindelings tegen alle dingen richten, maar alleen op<br />
een zeer bepaald deel. Jezus in de tempel is daarvan b.v. een aardig voorbeeld. Hij richt zich<br />
alleen tegen de geldwisselaars en de kooplieden in duiven en vee. Dezen drijft hij de tempel<br />
uit. De an<strong>der</strong>en daarentegen beroert hij niet, en een ogenblik later is hij even kalm als<br />
tevoren. In dit geval is hij een openbaring van een innerlijk kosmisch principe, dat in deze drift<br />
tot uiting komt. Het verschil met het hiervoor geciteerde geval is dus wel, dat in het eerste<br />
geval de mens in zijn drift (door zijn gevoel van machteloosheid) ten slotte reageert op en<br />
beheerst wordt door de buitenwereld. In het tweede geval is het een innerlijke kracht, waarbij<br />
de emotionele gesteldheid, die wij drift kunnen noemen, gebruikt wordt om die buitenwereld te<br />
corrigeren volgens het harmonisch principe, dat in het “ik” leeft.<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
107
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
Uit hetgeen u de vorige maal hebt gezegd over het werken met symbolen, heb ik een<br />
an<strong>der</strong> inzicht g<strong>ek</strong>regen in de werking daarvan, dan ik tot op heden kende. Ik kan dus een<br />
symbool nemen, b.v. het ankh-t<strong>ek</strong>en als t<strong>ek</strong>en van inwijding en bereiking, mij daarop<br />
concentreren en dan een werking terugkrijgen, die mij misschien helpt op het pad voort te<br />
gaan.. Misschien is het wel aardig om daarop nog een keer te antwoorden in een niet al te<br />
lang betoog over symbolen, hun gebruik en bet<strong>ek</strong>enis.<br />
Een symbool dankt zijn waarde aan de gedachte, die ermee verknoopt is. Men meent heel<br />
vaak, dat symbolen een bet<strong>ek</strong>enis hebben, die buiten het “ik” ligt. Dit is nooit volledig waar.<br />
Bij symbolen kunnen wij on<strong>der</strong>scheiden:<br />
de z.g. magische symbolen (symbolen van welke dus een zelfwerkzaamheid wordt verwacht)|<br />
de z.g. beschouwelijke symbolen (die dus gebruikt worden om een innerlijke toestand te<br />
bereiken) en<br />
de rituele symbolen (die gebruikt worden om a.h.w. schetsmatig grote gedachtere<strong>ek</strong>sen aan te<br />
geven binnen een betr<strong>ek</strong>kelijk compacte plechtigheid.).<br />
Het ritueel symbool wordt hoofdzakelijk gebruikt als een middel tot sfeerversterking. Maar het<br />
heeft pas werkelijke bet<strong>ek</strong>enis, wanneer dit symbool ook begrepen wordt (of althans wordt<br />
aangevoeld) door degenen, die aan het ritueel deelnemen.<br />
Ik wil u een voorbeeld geven, dat de meesten uwer wel b<strong>ek</strong>end zal zijn. Wanneer u een<br />
kerkelijke plechtigheid ziet in de R.K.-kerk, dan zult u daar zeer veel symbolische handelingen<br />
en gebaren achtereenvolgens zien verrichten. U ziet de priester buigen, u ziet hem de handen<br />
vaneen doen, ze weer bijeenbrengen, u ziet hem lezen, kortom hij heeft duizend en een<br />
verschillende gebaren. Een vreemdeling echter of een aantal vreemdelingen, die een priester<br />
een misoffer zien opdragen er ver<strong>der</strong> geen gelovigen bij zijn, zal over het algemeen niet on<strong>der</strong><br />
de indruk hiervan, het ritueel mist zijn werking, omdat ze er geen deel aan hebben. Op het<br />
ogenblik echter dat <strong>der</strong>gelijke rituele symbolen gebruikt worden in aanwezigheid van degenen,<br />
die deze kennen (dus weten wat ermee bedoeld wordt), wordt hetgeen eerst een lege<br />
vertoning lijkt nu plotseling vol van inhoud, vol van bet<strong>ek</strong>enis, geeft grote spanningen af en<br />
w<strong>ek</strong>t grote mogelijkheden tot bewustwording. Op een <strong>der</strong>gelijke wijze kan dus ie<strong>der</strong>een de<br />
gewone symboli<strong>ek</strong> hanteren. Men drukt die uit in gewaden, de wijze waarop men zich kleedt,<br />
enz. Sommigen uwer dragen ook een symbool (ster). Dat heeft allemaal zijn bet<strong>ek</strong>enis. De<br />
kennis van dit symbool is hier het belangrijkste.<br />
Een beschouwingssymbool is iets an<strong>der</strong>s. Was in het eerste geval de re<strong>ek</strong>s van symbolen<br />
bedoeld om een opbouw mogelijk te maken, een beïnvloeding (we<strong>der</strong>kerig), het beschouwelijk<br />
symbool is bedoeld als een beginpunt voor een re<strong>ek</strong>s van gedachten. Een beschouwelijk<br />
symbool is eveneens een kortschrift. Hier werd zo even het ankh-kruis genoemd. Ik zou er<br />
meer kunnen noemen, maar laten wij ons eenvoudig bij het kruis bepalen, het normale<br />
christelijke kruis. Wanneer ik dat kruis beschouw, komt automatisch in mijn herinnering het<br />
kruisigingsmysterie. Ik denk aan Jezus, zijn leven, zijn herrijzenis. Ik denk aan zijn lijden,<br />
maar ook aan dat van de wereld. En ga ik ver<strong>der</strong> denken, dan ga ik mij afvragen, of hier niet<br />
de uitdrukking ligt van ter linker- en ter rechterzijde, boven en beneden, de vier afmetingen<br />
die o.m. in de Openbaringen en naar ik meen ook eenmaal in de Evangeliën (dat van<br />
Mattheus) gebruikt worden. Door dit punt van beschouwing te nemen, schakel ik dus mijzelve<br />
in een re<strong>ek</strong>s van kosmische begrippen in. Het is hier niet meer een wisselwerking tussen mens<br />
en mens (of wat dat betreft tussen geest en mens of mens en geest) hier is een zuiver<br />
instellen op dat gedeelte van het zijn, dat men wel eens kosmisch geheugen noemt en waarin<br />
een grote totaliteit van indrukken is vastgelegd. De echo, waarover u spre<strong>ek</strong>t, is dan daar een<br />
deel van.<br />
Het magisch symbool heeft we<strong>der</strong>om een an<strong>der</strong>e bet<strong>ek</strong>enis. Het is een symbool, dat<br />
verschillend van beide an<strong>der</strong>e symbolen wordt uitgevoerd op een wijze, waardoor het in vele<br />
werelden of sferen gelijktijdig kenbaar wordt en bet<strong>ek</strong>enis heeft. Wij zien dit o.m. bij talismans,<br />
amuletten, maar vinden soortgelijke bet<strong>ek</strong>enis ook in de magische cirkels, in de wijze<br />
waarop b.v. Stonehenge is opgebouwd en in nog verschillende an<strong>der</strong>e hoe moet ik dat zeggen<br />
zuiver magische plaatsen. Zelfs bepaalde bezweringsschriften, die vroeger op grenspalen<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
108
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
werden gebeiteld, maakten deel uit van dit soort magische symbolen. Zij zijn zo ingericht, dat<br />
degene die ze vervaardigt een kennis moet hebben van de totale bet<strong>ek</strong>enis. Zij worden ver<strong>der</strong><br />
zo gevormd, dat degene die ze tot stand brengt volledig daarin moet op gaan. Het is niet<br />
genoeg alleen maar iets in een stenen regel te beitelen. Neen, men moet weten wat men<br />
beitelt, waarom men beitelt en welke kracht daarmee gemoeid is buiten de eigene. Daarnaast<br />
wordt dan gebruik gemaakt van wijdingsprocedures, o.a. bewieroking, in an<strong>der</strong>e gevallen van<br />
brandoffers in sommige gevallen ook van zuiver geestelijke offers, b.v. een opstelling van<br />
lampen en het uitspr<strong>ek</strong>en van bepaalde incantaties. Hierdoor wordt de trillingsgeaardheid van<br />
het voorwerp zelf aanmerkelijk gewijzigd en is van af dit ogenblik niet alleen stoffelijk maar<br />
ook el<strong>der</strong>s kenbaar. Iets <strong>der</strong>gelijks wordt door onze <strong>Orde</strong> gedaan op Steravonden, zij het dat<br />
dit een betr<strong>ek</strong>kelijk algemene magie is en niet bedoeld om zeer speciale effecten te bereiken.<br />
Het zal u dus duidelijk zijn, dat al die symbolen bruikbaar zijn en bet<strong>ek</strong>enis hebben. Maar zij<br />
hebben alleen bet<strong>ek</strong>enis voor de mens zelve, die ermee kan werken. Het magisch symbool kan<br />
resultaten tot stand brengen, maar als je niet weet waar zij vandaan komen, dan dragen ze<br />
niet bij tot je bewustwording. Innerlijk weten (a.h.w. innerlijke wetenschap) is noodzakelijk.<br />
In de esoterie gebruik je eveneens vele symbolen. Wanneer wij hier praten, doen wij dit heel<br />
vaak met wat men noemt sleutels. Die sleutels zijn in feite niets an<strong>der</strong>s dan bepaalde<br />
zinsneden of woordgroeperingen, die een veel ver<strong>der</strong> reikende bet<strong>ek</strong>enis hebben dan uit het<br />
oorspronkelijk zinsverband zou kunnen blijken, Degene die herkent krijgt daardoor een<br />
tweede, vaak zeer eenvoudige maar ver<strong>der</strong> reikende interpretatie, van het gesprokene, die het<br />
hem mogelijk maakt, zelf weer ver<strong>der</strong> te gaan. Ook hier is het dus noodzakelijk dat zo’n<br />
sleutels voor ons als een symbool wordt geschapen (zij het hier een klanksymbool is, dat u<br />
voor uzelf zult moeten begrepen, eer de volle bet<strong>ek</strong>enis kenbaar wordt) en hieruit wordt<br />
we<strong>der</strong>om een contact geboren. Maar ook dit contact is bedoeld als hetzij, een contact met een<br />
kosmisch geheugen, hetzij een contact met een an<strong>der</strong>e wereld of sfeer.<br />
Wanneer wij in de esoterie werkzaam zijn, zullen wij over het algemeen niet te veel symbolen<br />
willen gebruiken. Symboli<strong>ek</strong> leidt n.l. tot het projecteren van denkbeelden. Het resultaat is, dat<br />
men een soort Scheingestallt vormt, dat men een soort afgod voor zichzelf opbouwt en dat<br />
moet in de esoterie zoveel mogelijk vermeden worden. Als men in staat is dit symbool als<br />
persoonlijkheidsuiting, tevens de relatie van de persoonlijkheid met de kosmos weergeeft, is<br />
zij van zeer groot belang voor o.a. meditatie en contemplatie. Ik hoop met deze korte<br />
belichting het on<strong>der</strong>werp duidelijker te hebben gesteld:<br />
GEEN ONDERWERP VOOR DEZE AVOND<br />
In het contact, dat de mens heeft met de wereld rond werken zoals u b<strong>ek</strong>end bepaalde<br />
geestelijke factoren sterk maar onmerkbaar mede. In de esoterie zijn de geestelijke factoren in<br />
het “ik” van zo groot belang, dat men daarmede niet voldoende zuiver kan werken zon<strong>der</strong><br />
gelijktijdig inzicht te hebben in al datgene, wat buiten het “ik” aan geestelijke beïnvloeding kan<br />
bestaan. Deze beïnvloeding kan worden gezocht in verschillende aspecten van de sferen (de<br />
geestelijke werelden) daarnaast in het contact van de mensen on<strong>der</strong>ling. Ik zal zo vrij zijn<br />
deze punten kort te belichten en daarbij tevens trachten een praktische aanwijzing te geven<br />
voor het hanteren daarvan.<br />
In de eerste plaats: contact met sferen.<br />
Indien wij contact krijgen met de z.g. lagere impulsen of invloeden, dan moeten wij niet<br />
denken dat deze impulsen of invloeden ons b.v. tot bandeloosheid zullen aanzetten. Dit zijn<br />
zuiver dierlijke factoren en ze zijn z<strong>ek</strong>er voor de lage sfeer (de werkelijk lage sfeer) evenmin<br />
belangrijk als voor u. Waar het om gaat bij de lage sfeer is in u te brengen een absolute<br />
gerichtheid, een absolute wil en vasthoudendheid, die echter gericht is op het negatieve, op<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
109
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
het chaotische principe. Dientengevolge zullen zeer veel impulsen, die in u opkomen en die in<br />
feite niets an<strong>der</strong>s zijn dan een voortdurend uzelf aansporen bepaalde levensvreugden te<br />
ontkennen, die trachten u te brengen tot een verwerpen van het leven, de levensvreugde en<br />
de blijheid daarin in feite niets an<strong>der</strong>s zijn dan uit duistere of demonische sferen voortkomende<br />
impulsen. Indien het “ik” hieraan gevolg en gehoor geeft en daardoor komt tot een in het<br />
innerlijk bestaande mismoedige houding dan wel een houding, die dit leven als nutteloos of<br />
waardeloos, als slechts een voorportaal voor een ver<strong>der</strong> leven beschouwt, dan kan worden<br />
gezegd dat deze slechte krachten daarmee een resultaat hebben gehad. het “ik” is niet meer in<br />
staat zijn volledige eenheid te beseffen, noch is het “ik” in staat de stoffelijke ervaringen te<br />
verwerken en daaruit een voortdurende impuls te verkrijgen ten goede. Dientengevolge mag<br />
worden gezegd, dat elke impuls, die u krijgt tot absolute onthouding, ontzegging e.d., tot het<br />
verwerpen van vreugde en het brengen van offers, eerst zal moeten worden on<strong>der</strong>zocht op<br />
haar werkelijk gehalte en haar werkelijke inhoud. Onthouding, het brengen van offers en al,<br />
wat daarmee samenhangt, heeft ook voor de esotericus alleen dan zin, als het een positieve<br />
bevestiging is van eigen houding t.o.v. de buitenwereld en een directe uitdrukking van een<br />
harmonie met die buitenwereld. Op het ogenblik dat die onthouding alleen voor uzelf zou<br />
gelden, b.v. als een methode om te komen tot groter inzicht en groter zaligheid, kunt u zeggen<br />
dat zij op dat ogenblik niet juist is, niet passend is en z<strong>ek</strong>er niet ver<strong>der</strong> mag worden vervolgd.<br />
In de tweede plaats zullen wij over het algemeen zien, dat voor de stofmens vooral wanneer<br />
hij tracht geestelijk te streven bepaalde lichamelijke impulsen een lange tijd een betr<strong>ek</strong>kelijk<br />
grote en felle rol kunnen spelen. Ongeacht het feit dat deze al of niet beheerst worden, blijven<br />
zij in het gedachteleven steeds een rol spelen. Deze beïnvloeding kan voortkomen uit de<br />
aardgebonden geest, uit het astraal gebied en ook ver<strong>der</strong> uit de lage sferen, die echter nog<br />
volledig vormbewust zijn en niet zelf wetend zijn omtrent het feit, dat zij feitelijk in het duister<br />
vertoeven. Wanneer deze dingen op u af stormen, zult u waarschijnlijk als esotericus heel<br />
goed beseffen Wat dit bet<strong>ek</strong>ent. Het bet<strong>ek</strong>ent dat deze impulsen niet slechts iets zijn wat moet<br />
worden verworpen, maar dat zij iets zijn. Wat moet worden overwogen en begrepen. Een<br />
z<strong>ek</strong>ere stoffelijke beheerstheid kan u daarbij z<strong>ek</strong>er te stade komen, maar belangrijk is hierbij<br />
dat men beseft, dat hier levensuitingen op aards vlak uit een an<strong>der</strong>e sfeer verlangd worden.<br />
Dat men uit zichzelf dus aan die sfeer een antwoord moet geven. Het is niet voldoende neen te<br />
zeggen. Slechts indien een beantwoording plaatsvindt van hetgeen op u wordt afgezonden,<br />
hebt u werkelijk een resultaat, U bent u in staat uzelf te bevrijden van overdadige en<br />
overbodige impulsen en in staat om an<strong>der</strong>en hulp te geven. (Er bestaan hier overigens an<strong>der</strong>e<br />
versies en visies over, die echter niet behoren tot de mysteriën die op het ogenblik in het<br />
openbaar worden verkondigd.) Indien u dus last hebt van die dingen, realiseer u wat daarvan<br />
het gevolg kan zijn. En dan geldt over het algemeens Impulsen, die in betr<strong>ek</strong>king staan tot<br />
sexualiteit (zowel wanneer het zelfbevrediging, hetero-sexueel als homo-sexueel verkeer zou<br />
betreffen), zijn te allen tijde een uiting van een onbevredigd zijn, een zich niet geliefd weten,<br />
een zich eenzaam gevoelen. Indien deze impulsen buiten uw eigen normaal leven om in een<br />
bepaalde periode te sterk op u afkomen, zult u ze kunnen beantwoorden door een gedachte<br />
van begrip te wijden aan de geest, die origineert en daarbij te trachten iets van de kosmische<br />
liefde. die u kent uit te stralen naar deze gebieden. De impulsen houden dan over het<br />
algemeen zeer snel op. In de tweede plaats zullen vaak deze impulsen dan een goed resultaat<br />
gehad hebben, waar in de sfeer daardoor een gunstige veran<strong>der</strong>ing is ontstaan. Dit geeft voor<br />
uzelf een z<strong>ek</strong>ere innerlijke blijheid en deze innerlijke blijheid is weer een ervaring, die de<br />
bewustwording van de geest aanmerkelijk ten goede komt.<br />
De lichtere sferen kunnen u natuurlijk ook beïnvloeden. De beïnvloeding vanuit de lichte sferen<br />
is over het algemeen gericht op vreugdigheid, op aanvaarding, op on<strong>der</strong>zo<strong>ek</strong> en daarnaast<br />
heel vaak op een innige en persoonlijke beleving. Al deze factoren worden uitgezonden in een<br />
zuiver geestelijk beeld. Sommige mensen zijn geneigd dit stoffelijk te vertalen. Op zichzelf is<br />
deze stoffelijke vertaling aanvaardbaar en niet uit den boze, maar zij kan zozeer strijdig zijn<br />
met uw milieu, uw opvoeding en al wat erbij hoort, dat als gevolg daarvan strijdigheden in<br />
uzelf zouden ontstaan. Ten koste van alles moet deze strijdigheid in het “ik” voorkomen<br />
worden. Over het algemeen kan men zich openstellen voor een geestelijke, zo mogelijk voor<br />
een kosmische liefde, en door gelijktijdig in het “ik” te zo<strong>ek</strong>en niet naar de impuls maar naar<br />
de Godheid, Die alle dingen heeft geschapen, ook deze impulsen terugbrengen tot een zuiver<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
110
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
redelijk peil en vaak de tendens van de afgezonden impuls zover veran<strong>der</strong>en, dat men<br />
daardoor i.p.v. op zichzelf misschien wat lastige denkbeelden en gedachten een verklaring en<br />
verstilling in zichzelf ervaart, waaruit haast spontaan nieuwe en vaak betere denkbeelden<br />
worden geboren.<br />
Het is logisch dat deze beïnvloedingen van uit de geest zeer belangrijk zijn. De mens staat niet<br />
alleen. Geen enkele geest, geen enkele ziel is eenzaam, allen zijn voortdurend verbonden met<br />
het geheel. De beleving is voor de persoonlijkheid in het “ik” gecentreerd, maar bevat en<br />
omvat tevens alle an<strong>der</strong>e factoren van de kosmos, ook wanneer deze niet afzon<strong>der</strong>lijk en in<br />
detail kunnen worden gerealiseerd. Het is duidelijk dat de gedachtebeïnvloeding van uit an<strong>der</strong>e<br />
sferen en werelden voor ons een middel kan zijn zelfs reeds in de stof om te komen tot een<br />
snellere bewustwording, een snellere realisatie van het “ik”, daarnaast tot een bevor<strong>der</strong>en van<br />
de harmonie, die tussen het “ik” en het totaal <strong>der</strong> schepping dient te bestaan.<br />
Bij de on<strong>der</strong>linge beïnvloeding van mensen door middel van gedachten is er iets an<strong>der</strong>s. Hier<br />
krijgen wij te maken met een vaak haast onweerstaanbare impuls. Deze impulsen openbaren<br />
zich op de meest verschillende wijzen. Ik wil er een paar van noemen dat is voor u misschien<br />
wel gemakkelijk.<br />
Een <strong>der</strong> sterkste impulsopenbaringen bij een sterk contact van gedachten tussen enkele<br />
mensen zal heel vaak zijn: een droom. Deze droom zal over het algemeen zeer gedetailleerd<br />
zijn, vaak kort. Zij geeft een persoonlijke interpretatie en zal zich heel vaak, het spijt mij, dat<br />
ik er op moet wijzen maar het is zo mede met sexuele factoren bemoeien. Wanneer een<br />
<strong>der</strong>gelijke impuls gedeeld wordt en dat komt nogal eens voor dan kan worden gesteld, dat hier<br />
een poging is om een geestelijke eenheid uit te drukken, maar dat men niet in staat is deze op<br />
een an<strong>der</strong>e dan stoffelijke wijze voor zichzelf voor te stellen of te laten blijken. Een <strong>der</strong>gelijke<br />
uitwisseling van beelden behoeft dus niet tot een stoffelijke realisatie te voeren, maar kan<br />
worden beschouwd als een aanduiding voor een z<strong>ek</strong>ere band, die bestaat tussen deze twee<br />
entiteiten gedurende de periode, dat <strong>der</strong>gelijke beelden en dromen opkomen.<br />
Daarnaast is er een tweede soort ook zuiver persoonlijk contact, dat zich eveneens kan<br />
openbaren in dromen, maar ook in wat ik haast zou willen noemen een illusie. Men heeft<br />
plotseling het gevoel, dat een bepaalde persoonlijkheid rond u aanwezig is. U zou willen<br />
omkijken om te zien, of hij er staat. In een <strong>der</strong>gelijk geval is het wel z<strong>ek</strong>er, dat die persoon<br />
aan u denkt. Er is we<strong>der</strong>om sprake van een harmonie, die echter nu niet wordt geïnterpreteerd<br />
in het persoonlijk beleven, maar eer<strong>der</strong> in een aanvoelen van aanwezigheid, die stoffelijk niet<br />
kan worden verklaard. Ook in een <strong>der</strong>gelijk geval is het goed u even te ontspannen, u te<br />
realiseren dat de persoon in feite niet ter plaatse aanwezig kan zijn (hoogstens een projectie)<br />
en u af te vragen wat deze indruk voor bet<strong>ek</strong>enis heeft. Heeft men hierin enige oefening, dan<br />
zal men zeer snel kunnen erkennen wat de bindende factoren zijn en over het algemeen zult u<br />
ontd<strong>ek</strong>ken, dat er een bepaald behoefte element is.<br />
Dan krijgen wij ver<strong>der</strong> de beïnvloeding van massa op mens. De massa zelf kan overstelpen en<br />
overweldigen, wanneer wij in de stof zijn, door de zuiver emotionele impulsen, die zij uitstuurt.<br />
Maar als wij esoterisch geschoold zijn en dus het innerlijk beheersen, zullen wij ons niet van<br />
ons eigen spoor laten afbrengen door de emotie. Integendeel, wij zullen trachten de kern van<br />
de emotie te vinden. Het vinden van de kern van een emotie in een massale impuls, die op ons<br />
afkomt, bet<strong>ek</strong>ent het erkennen van een kwetsbare pl<strong>ek</strong> in onszelf, die daardoor ophoudt een<br />
kwetsbare pl<strong>ek</strong> te zijn. Op deze wijze kan de esotericus dus vele onvolmaakte reacties in<br />
zichzelve veran<strong>der</strong>en in aan de volmaaktheid aangepaste reacties, die tot een volmaaktheid<br />
kunnen voeren. Ook dit is een zeer belangrijk punt.<br />
Wanneer u normaal leeft als mens on<strong>der</strong> de mensen, zult u regelmatig en voortdurend worden<br />
beïnvloed door impulsen, die an<strong>der</strong>en op u afzenden. Het is niet belangrijk, dat u die impulsen<br />
leert uit te schakelen. U bent deel van deze gemeenschap, u bent deel van dit stoffelijk leven<br />
en deze stoffelijke wereld. Belangrijk is wel, dat u leert de impulsen die op u afkomen te<br />
erkennen voor wat zij zijn (de beïnvloeding van buitenaf) en dus uw eigen reactie daarop niet<br />
automatisch maar bewust te doen plaatsvinden. Er is niets belangrijker in het contact met de<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
111
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
massa en het geestelijk contact tussen mensen - z<strong>ek</strong>er ook bij een geestelijke beïnvloeding -<br />
dan het voortdurend bewust handelen en bewust reageren. Het is niet voldoende dat u<br />
zich afsluit of dat u kennis neemt van de toestand een reactie wordt van u verwacht. In de<br />
esoterie is handeling een grote noodzaak.<br />
Het tweede deel van mijn lezing brengt ons weer een klein beetje meer tot wat ik zou willen<br />
noemen:<br />
DE MAGIE<br />
Zoals er sleutelbegrippen zijn voor elke mens en er symbolen zijn voor praktisch elke<br />
abstractie, die de mens zich ooit heeft uitgedacht of die voor die mens bestaat, zo zijn er ook<br />
en dat is z<strong>ek</strong>er niet te verwaarlozen symbolen, die werkingen in de kosmos aangeven, die<br />
bepaalde stromingen op verschillende vlakken en niveau s aanduiden. Wanneer wij in de<br />
esoterie werkzaam zijn, zullen wij soms de neiging hebben onszelf af te schermen tegen de<br />
wereld. Vooral wanneer wij in overpeinzing zijn verzonken, lijkt ons dit zeer belangrijk. Er<br />
bestaat hiervoor een methode, die betr<strong>ek</strong>kelijk eenvoudig is. Ik wil u er zelfs een kin<strong>der</strong>lijke<br />
variant bijgeven, die even werkzaam is. De normale gang is het driemaal omschrijden van de<br />
plaats, waarop men lust wil hebben, en wel in een onon<strong>der</strong>broken cirkelgang. U zult zeggen:<br />
Wat kan dat voor een bet<strong>ek</strong>enis hebben? Wel, deze driemalige omcirkeling geeft in de eerste<br />
plaats aan een pogen om een afgesloten geheel te verkrijgen in contact met de drie grote<br />
factoren, die voor de mens op aarde de direct. kenbare openbaring Gods zijn. In de tweede<br />
plaats geeft het omschrijden de weg aan, die men aflegt tussen het normale leven en hetgeen<br />
men innerlijk wil gaan beleven.<br />
Het is gebruikelijk, dat men daarbij voor zichzelf bepaalde spreuken opzegt. Een van de<br />
spreuken, die voor de doorsnee mens hiervoor het best begrijpelijk en bruikbaar is, is het<br />
Onze Va<strong>der</strong> dat dan zo wordt gezegd, dat het precies per keer eindigt, wanneer ook de<br />
omcirkeling ten einde is. Men legt dan hier de nadruk op, maar verlos ons van het kwade of<br />
verlos ons van den boze. Het is een reinigingsprocedure, die een bepaalde plaats een langere<br />
tijd onaantastbaar kan maken. Na het voltooien van de cirkelgang schrijdt men eerst buiten de<br />
cirkel om vandaaruit bewust en wetend die cirkel als een soort heiligdom, een soort asiel,<br />
binnen te gaan. Het zal blijken, dat deze handeling in vele gevallen erg praktisch is indien men<br />
te veel door invloeden van buitenaf wordt aangetast.<br />
Maar niet ie<strong>der</strong>een is in staat zo voortdurend rond te wandelen. Per slot van r<strong>ek</strong>ening zou het<br />
uw reputatie niet ten goede komen, als ie<strong>der</strong>een zegt: Kijk, daar loopt hij alweer in cirkeltjes<br />
rond te dwalen. Daarom kan het ook symbolisch worden gedaan. Bij deze symbolen stelt men<br />
zich voor, dat van uit het voorhoofds-chakrum een lichtstraal uitgaat, die vervolgens driemalen<br />
zich als een koord verlengt en zich in een cirkel met een doorsnee van minstens 1 tot 1,5<br />
meter rond de eigen persoonlijkheid neervlijt. Deze voorstelling moet zeer sterk zijn. Ook<br />
hierbij kan men hetzij gelijktijdig of daarna een korte spreuk of een drievoudig Onze Va<strong>der</strong><br />
herhalen.<br />
Het is vaak moeilijk om precies bij te houden wat men doet. Een eenvoudige truc (meer is het<br />
eigenlijk niet) om dit op de juiste wijze te volbrengen is te voelen met de tong waar de spleet<br />
is of de aanzet tussen de twee voortanden (de twee snijtanden) vandaaruit naar achteren te<br />
gaan tot men het gehemelte zelf bereikt en met de tong (en wel met de wijzers van de klok<br />
mee!) driemaal die cirkel te tr<strong>ek</strong>ken, daarbij gelijktijdig zich voorstellend dat van uit het “ik”<br />
het licht komt en deze bezweringscirkel voltooit, Dit is een betr<strong>ek</strong>kelijk machtige afscherming<br />
en zij kan in vele gevallen tot resultaat hebben een absoluut onaantastbaar zijn voor<br />
geestelijke krachten, die u zouden kunnen storen in uw denken, die uw krachten zouden<br />
kunnen aftappen of uw zenuwspanningen aanmerkelijk zouden kunnen verhogen. Een kring<br />
echter, die op de tweede wijze wordt getrokken, heeft over het algemeen een werkingsduur<br />
van niet veel meer dan 60 á 70 minuten. Deze zou dus bij een langere overpeinzing moeten<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
112
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
worden herhaald. Voor de doorsnee mens echter is dit kleine trucje meer dan voldoen de en<br />
stelt hem in staat te komen tot een bevrijding van het ik, waardoor in de afzon<strong>der</strong>ing een<br />
grotere beleving kan worden doorgemaakt.<br />
Een an<strong>der</strong> trucje hangt samen met een poging om het “ik” buiten het eigen lichaam te<br />
projecteren. Niet ie<strong>der</strong>een is daartoe onmiddellijk in staat en voor velen dat geef ik dadelijk<br />
toe kan deze ervaring in het begin zeer schokkend zijn. Hoofdzakelijk is dus wel in de eerste<br />
plaats, dat men zich realiseert dat de woorden “ik ben in mijn lichaam of ik moet naar mijn<br />
lichaam” voldoende zijn om dit tot werkelijkheid te maken. Om dit echter te vereenvoudigen<br />
moet men zich realiseren wat een uittreding in feite is. Het is de tijdens het leven optredende<br />
afschaduwing van de dood. Op het ogenblik, dat men zich dus neervlijt en zoveel mogelijk<br />
ontspant, zodat men het gevoel heeft dat men als gestorven is, de ledematen desnoods zwaar<br />
zijn als lood, terwijl men daarnaast bewust afstand doet van alles, wat tot op dit ogenblik de<br />
wereld heeft uitgemaakt, wordt hierdoor het eenvoudiger mogelijk het lichaam te verlaten. De<br />
ademhaling mag niet worden gestaakt en blijft rustig. Er kan een illusie van zweven optreden.<br />
Het idee dat u al dan niet tezamen met uw legerstede tot aan de hoogte van het plafond wordt<br />
verheven.<br />
Dat is natuurlijk helemaal niet reëel, u behoeft zich daarover geen zorgen te maken. Het kan<br />
voorkomen dat de evenwichtsorganen tijdens deze toestand een ogenblik gestoord zijn. Indien<br />
u daar uw aandacht op richt, zult u niet kunnen uittreden. Neemt u dit echter als vol komen<br />
normaal, dan voelt u zich en nu niet meer lichamelijk ver<strong>der</strong> omhoog gedragen. Probeer nooit<br />
om te zien. Wanneer u uitgetreden bent, is het misschien verstandig een bepaalde spreuk te<br />
onthouden, die ik u hier kort zal voorzeggen. Zij is zeer eenvoudig en ik heb haar om te<br />
ontkomen aan de te magische formulering een gebedsvorm gegeven. Bent u ver<strong>der</strong> in de<br />
magie, dan kunt u zelf deze frase variëren. Zij luidt<br />
Heer, laat mij gaan tot Uw licht en Uw wijsheid ontvangen. Verblind de wachters aan de<br />
poort en laat mij gaan en komen volgens Uw wil.<br />
Deze zeer eenvoudige formule mits intens, met volle inhoud van het eigen wezen gezegd<br />
maakt het vaak zeer gemakkelijk om ervaringen op te doen. Deze zullen niet altijd bewust<br />
zijn, maar zij worden in de geest en het stoffelijk on<strong>der</strong>bewustzijn vastgelegd en zullen dus<br />
ver<strong>der</strong> invloed op uw wezen en uw leven blijven uitoefenen. Er bestaan natuurlijk vele<br />
oefeningen om het uittreden te bevor<strong>der</strong>en en de bewuste uittreding vooral regelmatig te doen<br />
plaatshebben. Dit ligt echter te ver van het feitelijk doel en de feitelijke opzet van deze kring<br />
om daar ver<strong>der</strong> op in te gaan. Voldoends is het voor u te weten dat de mens, die zich<br />
esoterisch strevend tracht te verheffen boven de stof, in contact kan komen met geestelijke<br />
krachten, die optreden als leraar en lering geven. Vergeet echter niet dat de mens, die<br />
onbewust of bewust zich op een <strong>der</strong>gelijk pad bevindt, stoffelijk daarvan bepaalde gevolgen te<br />
dragen krijgt. Deze gevolgen nemen de vorm aan van beproevingen, onverwachte<br />
moeilijkheden en doen heel vaak een beroep op eigen vindingrijkheid. Stoffelijk moet men<br />
daaraan kunnen beantwoorden, waar an<strong>der</strong>s de geestelijke voortgang wordt stopgezet. Ook<br />
hier geldt n.l. dat al hetgeen in de sferen werd geleerd pas zijn werkelijke bet<strong>ek</strong>enis en inhoud<br />
krijgt, als het op aarde wordt beleefd. De beproeving is niets an<strong>der</strong>s dan een poging om door<br />
oefening u geheel en met uw hele wezen te bevestigen in datgene, wat u geestelijk als<br />
mogelijkheid is geopenbaard.<br />
Een <strong>der</strong>de en laatste punt voor zover het de magie betreft. Ik wil erbij zeggen, dat het niet in<br />
de bedoeling ligt dat u dit onmiddellijk in de praktijk probeert te brengen. Het is meer een<br />
kennis geven van een bepaalde mogelijkheid.<br />
Zoals u weet zijn tijd en ruimte slechts voor u (maar niet in werkelijkheid) vast met elkaar<br />
verbonden. Ze zijn t.o.v. elkaar voortdurend variabel. Dat wil zeggen dat elke plaats met elke<br />
plaats en elke tijd, elke tijd met elke plaats en elke tijdsontwikkeling kan worden gepaard. Dit<br />
bet<strong>ek</strong>ent dat de geest, uitgaande van een meditatief proces, zich kan gaan bewegen in elke<br />
wereld of elke sfeer, ook echter in elke tijd van verleden en to<strong>ek</strong>omst, waarin zij zichzelve<br />
wenst te openbaren en waaromtrent zij althans enige kennis bezit. Die kennis zal over het<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
113
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
algemeen niet kunnen komen uit de stof, waar deze niet voldoende details bevat en te<br />
onvolledig is. De geestelijke kennis echter, die bestaat (eventueel door in harmonie te zijn met<br />
een groot kosmisch geheugen), maakt het heel vaak mogelijk de vroegere tijden af te tasten<br />
naar bepaalde ervaringen en belevingen en ook in de to<strong>ek</strong>omst vaststaande situaties voor<br />
zichzelf te constateren. Hierbij moet uitdrukkelijk worden gesteld, dat dit zich nooit als een<br />
droombeeld kenbaar maakt. Als u droomt dat u in Florence hebt gewoond in de l6e eeuw, of in<br />
Indië in 500 v. Chr. en u droomt dit, dan is het in 99 van de 100 gevallen z<strong>ek</strong>er geen beleving<br />
uit een vroeger bestaan en ver<strong>der</strong> zeer z<strong>ek</strong>er geen bewust in tijd uittreden. Onthoudt u dat<br />
wel! Dit alles openbaart zich eer<strong>der</strong> in gedachtesequenties en kan soms de vorm krijgen van<br />
het lezen van een bo<strong>ek</strong>, zon<strong>der</strong> dat men de letters ziet. Men vertelt zichzelve a.h.w. een<br />
verhaal. Deze details meet men goed onthouden, vastleggen en controleren. De hoofdpunten<br />
natuurlijk, u kunt niet alles vastleggen.<br />
De magie, die hierbij te pas komt, is eigenlijk weer betr<strong>ek</strong>kelijk simpel. Wanneer wij weten dat<br />
tijd en ruimte fictieve waarden zijn van uit kosmisch standpunt, kunnen wij voor onszelf op<br />
een gegeven ogenblik trachten elk tijdsbewustzijn en plaatsbewustzijn uit onszelf te<br />
elimineren. De voorstelling, hiervoor gebruikt, is over het algemeen een zich bevinden in de<br />
ruimte of een geprojecteerd zijn in de ruimte ergens tussen de sterren. Heeft men dit gedaan,<br />
dan komt van daaruit de mogelijkheid om in elke will<strong>ek</strong>eurige tijd binnen te dringen, elke<br />
will<strong>ek</strong>eurige wereld en toestand te beleven. De belevingen kunnen waar zij niet gebonden zijn<br />
aan uw persoonlijke tijd noch zijn gebonden aan de voor u lichamelijk gangbare tijd een heel<br />
leven beslaan in zeer korte momenten, maar kunnen ook uren in beslag nemen om een enkele<br />
fase te beleven. Dat ligt aan uw eigen instelling.<br />
Naarmate men zich hiervan meer bewust wordt, zal men leren zich in te stellen op bepaalde<br />
factoren uit het verleden. Dit je instellen op bepaalde factoren uit het verleden geschiedt als<br />
volgt: Wij hebben een bepaalde grondeigenschap. Een eigenschap waarvan wij weten, dat zij<br />
bijzon<strong>der</strong> actief is, zon<strong>der</strong> dat wij haar geheel kunnen verklaren. Wij nemen deze eigenschap<br />
en stellen ons in op de periode, waar uit die eigenschap is voortg<strong>ek</strong>omen. Voor een<br />
beginneling bet<strong>ek</strong>ent het vaak 10 tot 20 malen pogen, voordat enig resultaat wordt gebo<strong>ek</strong>t.<br />
De gevor<strong>der</strong>de weet echter reeds in een enkele gedachtegang een contact te krijgen met de<br />
fase, waarin het “ik” die oorspronkelijke ervaring opdeed, die tot de eigenschap aanleiding<br />
was. Het resultaat is, dat men alle vorige incarnaties en de kennis in die incarnaties bereikt (zij<br />
het tijdelijk en meer als een verhaal dan als een vaststaande werkelijkheid) voor zichzelf kan<br />
terugvinden. Dit kan een aanmerkelijke verrijking van inzichten in het heden bet<strong>ek</strong>enen. Bij de<br />
projectie in de to<strong>ek</strong>omst heeft men over het algemeen een re<strong>ek</strong>s onjuistheden en de<br />
interpolaties, die men maakt op de to<strong>ek</strong>omst aan de hand van hetgeen op een <strong>der</strong>gelijke wijze<br />
wordt vernomen, zijn altijd ten dele onjuist, Zij worden n.l. van uit een bepaald standpunt en<br />
een persoonlijk standpunt waargenomen en kunnen onmogelijk voor de gehele wereld precies<br />
zo gelden. Toch is dit vaak voldoende om eigen houding ver<strong>der</strong> te bepalen en zo nodig eigen<br />
geesteshouding te wijzigen, waardoor dus het “ik” op een an<strong>der</strong> spoor van mogelijkheid komt<br />
in de to<strong>ek</strong>omst, die voor ons ligt.<br />
Is het voor het beleven in het verleden een strikte noodzakelijkheid, dat men iets weet van<br />
de concrete feiten?<br />
Neen, ik heb juist gezegd, dat dat niet noodzakelijk is en dat het lichamelijk weten vaak eer<strong>der</strong><br />
een hin<strong>der</strong>paal kan zijn. Ik zal het dus nog een keer even heel rustig en kalm herhalen, opdat<br />
u zich goed kunt voorstellen hoe dit gebruikt zou kunnen worden.(Nogmaals, het is niet de<br />
bedoeling dat u dit onmiddellijk in praktijk brengt)<br />
In de eerste plaats er zijn in ons bepaalde gedachtegangen, filosofieën, eigenschappen, die wij<br />
niet onmiddellijk uit onze omgeving kunnen verklaren en die niet geheel natuurlijk in ons leven<br />
zijn komen opduiken. Kunnen wij deze punten voor onszelf vastleggen in het eigen leven en<br />
ons instellen op het punt, waarin deze begrippen voor het eerst van onze persoonlijkheid deel<br />
gingen uitmaken, dan vindt hierdoor een projectie in tijd en ruimte plaats en kunnen wij deel<br />
hebben aan die fase van de vorige incarnatie, die hiermede in verband stond. Dit is geen<br />
droom, maar het is eer<strong>der</strong> of iemand u een verhaal vertelt dan wel of u iets leest in een bo<strong>ek</strong>,<br />
zon<strong>der</strong> dat u letters ziet, Het is op zichzelf betr<strong>ek</strong>kelijk eenvoudig, maar wat erbij komt is<br />
natuurlijk weer het zo<strong>ek</strong>en van de eigenschap, waar op men zich wil gaan baseren. Men kan<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
114
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
daarvoor natuurlijk alles nemen als oefenmateriaal, maar hoe meer men de<br />
grondeigenschappen en de voor het “ik” bestaande raadselen van persoonlijkheid als<br />
on<strong>der</strong>werp neemt voor een <strong>der</strong>gelijke meditatievorm, hoe beter men zal kunnen doordringen<br />
tot de meer belangrijke fasen van het ik. Een probleem dat nu bestaat heeft ook vroeger in<br />
een an<strong>der</strong>e vorm bestaan. De harmonie die bestaat tussen de vroegere fasen van het “ik” en<br />
de huidige fasen van het “ik” bet<strong>ek</strong>ent, dat bij voldoende concentratie en afstand doen van de<br />
wereld, zoals men die op dit ogenblik kent, het harmonisch aspect zich zo sterk uit, dat<br />
daarvan uit het verleden naar het heden een weten of een indruk kan worden overgebracht. Ik<br />
waarschuw u dus wel: gaat u nu niet dit laatste onmiddellijk in praktijk brengen, tenzij u zeer<br />
behoorlijk geschoold bent in de techni<strong>ek</strong> van uittreding of tenminste de techni<strong>ek</strong> van<br />
zelfverzinking door middel van concentratie en meditatie kent.<br />
In het <strong>der</strong>de deel van onze lezing wil ik u iets gaan vertellen over cadansen. Men zegt wel<br />
eens, dat er in de kosmos grondgetallen zijn. Men spre<strong>ek</strong>t van intervallen van gebeuren. Wij<br />
kennen stellingen (en leren die zelf ook wel zij het niet hoofdzakelijk hier) van bepaalde<br />
golflijnen, aan de hand waarvan het gebeuren dus te voorzeggen is. Je zou kunnen zeggen: er<br />
is een bepaald ritme in het Al, er is een bepaald voortdurend zich herhalen van gelijke<br />
impulsen. Dat bet<strong>ek</strong>ent dat bepaalde impulsen en trillingen, die de wereld beroeren, daarin<br />
een ongeveer gelijke invloed uitoefenen en gelijksoortige resultaten tot stand brengen. Als wij<br />
nu zelf iets willen bereiken, gaan wij onwill<strong>ek</strong>eurig ook proberen diezelfde invloed te krijgen.<br />
Het klinkt misschien wat vreemd, wanneer u iemand op een galm toon hoort praten. Toch<br />
probeert die persoon voor zich daarmee de onwerkelijkheid, die wordt aangevoeld (het buiten<br />
de werkelijkheid staan), weer te geven en hij kan soms, indien hij deze toon juist gebruikt,<br />
daarmee onmiddellijk spr<strong>ek</strong>en tot iets wat ver<strong>der</strong>gaat dan de menselijke rede.<br />
Het is logisch dat je op eenzelfde manier ook zou kunnen spr<strong>ek</strong>en met gewone stoffelijke<br />
intonatie tot wezens, die heel ergens an<strong>der</strong>s aanwezig zijn en die niet vatbaar zijn voor het<br />
woord, maar alleen voor de trillingsverhouding, die wordt opgew<strong>ek</strong>t. De meest normale vorm<br />
is het gebed. Van het begin van de geschiedenis af heeft de mensheid getracht om haar<br />
eenheid met de goden door een soort sm<strong>ek</strong>ing en openbare sm<strong>ek</strong>ing uit te drukken. Naarmate<br />
echter het bidden meer een functie werd voor ie<strong>der</strong>een, is dit uitdrukken van intervallen en<br />
sequenties teloor gegaan. Wanneer je tegenwoordig hoort - ik blijf maar even bij het Onze<br />
Va<strong>der</strong> (Katholi<strong>ek</strong>e versie) - hoe dit wordt afgeraffeld, dan zegt dat niets. De oorspronkelijke<br />
zegging daarvan is heel an<strong>der</strong>s. De oorspronkelijke zegging heeft een bepaald geweld, een<br />
woordgeweld. Ik kan u moeilijk vertellen, hoe dat precies in elkaar zit. Het is n.l. een 3 ritme<br />
en een 7 ritme, die op een bepaalde wijze geïntermoduleerd worden. Dan krijg je dit:<br />
Onze Va<strong>der</strong>…… Gij, Die in de hemelen zijt……<br />
Uw Koninkrijk kome……… op aarde zoals in de hemel……<br />
enz. Je neemt naar eigen keuze. Je kunt op dezelfde manier met hetzelfde ritme dezelfde<br />
invloed bereiken, als je gaat denken aan de oude zegswijzen.<br />
Er bestaat een Isisgebed, dat gebaseerd is op de getallen 3, 7 en 12. Ik kan dat helaas niet in<br />
de oorspronkelijke taal laten horen, u zou dat niet begrijpen. Maar ik kan proberen deze ritmen<br />
in een ongeveer gelijke verhouding tot uiting te laten komen in een ietwat onbeholpen<br />
vertaling van een deel daarvan.<br />
Gij….Gehoornde, koningin van hemel……….Gij, die vruchtbaarheid geeft op de aarde…….. zo<br />
zeggen wij: U stort uit Uwe gaven…...laat Uw licht branden………weerspiegel in de<br />
wateren………en doe Uw schoonheid aanschouwen aan al, wat leeft……. opdat uit U geboren<br />
worde de vruchtbaarheid en de kracht…….de oogst op de velden groeien moge…….en Uw<br />
zegen moge zijn de herrijzenis van de zon,<br />
Een an<strong>der</strong>e modulatie, U hebt iets <strong>der</strong>gelijks waarschijnlijk wel eens gehoord, maar dan bij<br />
mensen, bij wie u dat misschien wat huilerig, zelfs irreëel vond.<br />
De keuze van ritmen is heel erg belangrijk voor ons. Ook wanneer wij voor onszelf iets moeten<br />
zeggen, wanneer wij voor onszelf moeten spr<strong>ek</strong>en. Er is tussen ons en God een band. Z<strong>ek</strong>er,<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
115
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
die is er altijd. God laat ons niet in de ste<strong>ek</strong>, God leeft in ons. Maar het is voor ons heel vaak<br />
noodzakelijk en z<strong>ek</strong>er wanneer wij in de stof zijn om een <strong>der</strong>gelijke band met God tot<br />
uitdrukking te brengen, Wij moeten a.h.w. proberen de God, Die in ons leeft, naar buiten toe<br />
te stuwen, totdat Hij kenbaar rond ons merkbaar wordt tot wij staan in een kring van licht, die<br />
van ons uitgaat. En daarvoor kunnen wij de ritmen gebruiken.<br />
Die ritmen zijn overigens niet alleen dat wil ik er u bij zeggen bepaald tot de stem. Het is<br />
mogelijk deze ritmen vast te leggen in kleuren. Wij krijgen dan een soort schil<strong>der</strong>werk, waarin<br />
een bepaalde esoterische formule gebruikt wordt, Wij kennen het in dans en bewegingskunst.<br />
En natuurlijk ook in het woord. Schil<strong>der</strong>en kan ik moeilijk voordoen op het ogenblik. En<br />
dansen? Ik ben bang dat het medium daartegen bezwaar zou hebben en misschien ook wel het<br />
damesleesmuseum. Kortom, er blijft mij weinig an<strong>der</strong>s ever dan het woord om te<br />
demonstreren. Nu moet u goed luisteren.<br />
U bent met uw God. Op het ogenblik ook. Dat wil zeggen, u voelt dat niet zo, maar het is zo.<br />
Als u op dit ogenblik behoefte hebt aan die God en u kunt die God voor uzelf niet kenbaar<br />
maken (er is iets wat u belemmert die God te bereiken), dan is het heel logisch dat u gebruik<br />
maakt van de klank om op deze manier uw God te bereiken. (Wat dat betreft zijn min<strong>der</strong><br />
christelijke volkeren vaak gelukkiger en ook de zuidelijke volkeren weer gelukkiger dan de<br />
noordelijke, want die hebben de gewoonte om hardop te bidden a.h.w.) Wanneer ik nu zo’n<br />
band zou willen wegvagen, behoef ik niets te doen dan alleen maar een doodgewone harde<br />
klank er tegenop te zetten en dan mankeert er niets meer aan, dan heb ik nergens meer last<br />
van. Dan sta ik helemaal buiten de goddelijke wereld, dan sta ik in de stof met twee voeten.<br />
Afgelopen. Het bre<strong>ek</strong>t. Maar omg<strong>ek</strong>eerd kan ik gaan opbouwen. En dan zijn de woorden<br />
onbelangrijk.<br />
116<br />
Gij, God in mij…..openbaar Uw wezen.<br />
God in mij, laat mij zien hoe Gij in mij leeft en rond mij zijt.<br />
God, Gij spre<strong>ek</strong>t ons vaak van eeuwigheid en ik kan die eeuwigheid niet weerstaan.<br />
God, laat mij voor een kort ogenblik opgaan in U en Uw wezen.<br />
God, neem de vrees van mij weg.<br />
Het is heel eenvoudig, Gewoon een stukje improvisatie, zoals u ook kunt improviseren. En dan<br />
komt helemaal niet op aan, dat ik iets zeg wat zin heeft. Zelfs dat is niet belangrijk. Zoals een<br />
declamator het A.B.C. kan declameren, dat je erom lacht of dat je erom huilt, zo kun je zelf de<br />
meest onbeholpen woorden en begrippen gebruiken. Maar er moet een ritme in zitten, er moet<br />
stuwing in zitten.<br />
De ritmen, die gebruikt worden voor God, zijn over het algemeen zeer eenvoudige ritmen<br />
d.w.z, het zijn meestal 3 of 7 ritmen. U zult u afvragen: Wat is een 3 ritme? Dat is heel<br />
eenvoudig. Een 3 ritme zou je in tellen zo kunnen weergeven: 1, 2, 3 (met klem toon), 1. 2. 3<br />
(toonloos). Dus 1 en 2 monotoon, 3 hoog 1 en 2 monotoon, 3 laag. En dat kun je natuurlijk<br />
variëren. Het is een incantatievorm, die in<strong>der</strong>daad door zijn eentonigheid en voortdurende<br />
wisseling iets heeft van die eigenaardige Gri<strong>ek</strong>se zang, die z.g. orgel zang, waarbij men dus<br />
een toon lang aanhoudt en an<strong>der</strong>e daartegen met ook een aangehouden toon invallen, zodat<br />
men dus steeds een an<strong>der</strong>e toon inzet. Men krijgt daar dan een melodie, die doet denken aan<br />
een kerkorgel, soms ook een beetje aan een doedelzak. Op deze manier kun je met dit<br />
eenvoudige ritme al voldoende improviseren. Onthoudt u daarbij dat de sequentie altijd bevat<br />
3 x 3 om het meest juiste getal te krijgen, de meest juiste verhouding. Dus wanneer u begint<br />
1, 2 hoog, dan krijgt u daartussen 1, 2 laag en u eindigt weer met 1, 2 hoog. Dan zijn die<br />
tussentonen gelijkvormig. De uitschieters naar boven en naar beneden komen later. Daarna<br />
kunt u dan de monotone herhaling dus op een an<strong>der</strong>e zin zetten. Bijv. Almachtige God, Gij die<br />
lééft in de eeuwen……, is een 1-2-3 ritme. Nu varieert er iets. We kunnen het niet precies met<br />
een metronoom tellen, maar het zit erin. Dan kan ik dus ver<strong>der</strong>gaan In Uw naam en Uw wezen<br />
zo<strong>ek</strong> ik. Er zit een z<strong>ek</strong>er ritme in.<br />
Een kracht.<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
Ja, het is een kwestie van zeggingskracht. Maar die zeggingskracht beïnvloedt niet alleen een<br />
an<strong>der</strong> maar ook uzelve. Zij maakt het u dus mogelijk zowel voor uzelf als voor an<strong>der</strong>en op een<br />
gegeven ogenblik een bepaalde sfeer, een bepaalde stemming te scheppen. Die moet altijd<br />
aangepast zijn aan hetgeen je wilt doen. Een 7-ritme bet<strong>ek</strong>ent over het algemeen een<br />
combinatie van 7 langzaam klimmende tonen. Dus wanneer ik spre<strong>ek</strong>, dan ga ik voort..Dat zijn<br />
zo allemaal van die berghellinkjes en die worden afgewisseld (meestal ook na 3 als je ze<br />
combineert met een 3 ritme) met 3 naar beneden gaande bergjes. Een soort Fuijijama in<br />
klank, Het is heel typisch dat je met die dingen veel bereiken kunt.<br />
En nu wil ik proberen u iets duidelijk te maken daarover, voordat ik overga naar het laatste<br />
deel van mijn lezing. En dat is dit: Het gebruik van deze ritmen geschiedt allereerst voor<br />
gebed. Zodra een ritme gebroken wordt is het waardeloos. Onthoud dat goed! Als je gaat<br />
zeggen Almachtige God ik vraaaaaaag U dan is het weg, hé. Daar zit niets meer in. Het ritme<br />
moet behouden blijven. Dus laten we zeggen, dat je b.v. wilt vragen om kracht. Dan wordt het<br />
Almachtige God, geef mij Uw kracht en Uw vrezen, geef mij het licht, dat mijn ziel behoeft……,<br />
(stem geleidelijk hoger). Maar als ik dat ga stotteren neem mij niet kwalijk, ritmen gaan niet<br />
op afbetaling. Die ritmen, die sequenties, daar moet voortdurend een z<strong>ek</strong>ere harmonie in<br />
zitten. U kunt het ook niet stotteren. Dan is het weg. Dus je moet voortgaan. Zijn de woorden<br />
verkeerd dan is dat niet zo erg mits de bedoeling maar goed is wanneer maar vooral het ritme<br />
gehandhaafd wordt.<br />
Als u voor uzelf leert om hardop te spr<strong>ek</strong>en, kunt u er veel mee doen. U wilt iemand helpen<br />
met genezing. Goed. Wat hebt u nodig voor genezing? Licht, kracht, ingrijpen. Goed, Dan pak<br />
je dat samen. En dan ga je niet proberen om daardoor te genezen of kracht uit te zenden, Dat<br />
komt later wel, Je gaat voor jezelf zeggen:<br />
God, (of wie je ook wilt aanroepen) in Uw naam en door Uw kracht wil ik het leed van an<strong>der</strong>en<br />
stillen wil ik genezing brengen. Geef mij daartoe Uw kracht, Uw vermogen. Laat Uw licht mij<br />
omstralen. Doorzetten. Dat moet eroverheen galopperen als een paard, Ik doe het eigenlijk<br />
nog veel te langzaam. Maar dat doe ik om het u te laten horen.<br />
Wanneer ik daarentegen rust nodig heb, dan moet ik die rust ook weten uit te drukken.<br />
Wanneer u werkelijk rust wilt bereiken en u bidt om rust, dan moet uw stem in zichzelf<br />
proberen, ..om de rust, die wij nodig hebben langzaam mee te laten klinken in het ritme en de<br />
woorden, die wij spr<strong>ek</strong>en, (Zeer gedragen uitgesproken.) Nu zult u dat niet onmiddellijk leren,<br />
dat geloof ik graag. Maar wanneer u in staat bent een stemming uit te drukken in woorden,<br />
wanneer u r<strong>ek</strong>ening houdt met hetgeen ik u neb uiteengezet (de dri<strong>ek</strong>lank, de 1 2 3 ritmen<br />
dus, die gebruikt kunnen worden voor een gebed, waarbij men de eenheid met God tracht te<br />
bereiken), dan is men juist door het gebruik van deze ritmen, deze modulation, in staat voor<br />
zichzelf (en ook voor an<strong>der</strong>en als het nodig is) vele remmen weg te nemen, die een grens<br />
vormen tussen ik en kosmisch besef.<br />
Het laatste stukje ligt op een beetje an<strong>der</strong> terrein.<br />
Zoals water vloeit van de bron uit naar de zee, zo vloeit door ons de kracht van de eeuwigheid.<br />
De bron zelf heeft een geheimzinnige oorsprong. U weet soms niet waar de water en vandaan<br />
komen. Wij kunnen nooit precies nagaan waar en vanwaar onze levenskrachten komen, van<br />
waar tijdsbegrip en al datgene, wat bij ons bewustzijn hoort, door ons leven heengaan. Wij<br />
kunnen er echter wel z<strong>ek</strong>er van zijn, dat de kracht op zichzelf niet de onze is, Het is niet óns<br />
wezen, dat leeft in de eerste plaats of dat leven heeft. Wij dragen het leven. Wij zijn als de<br />
bedding van een stroom, die de vorm aangeeft, waarin het water zijn weg naar zee zal zo<strong>ek</strong>en.<br />
In ons eigen wezen is het natuurlijk mogelijk om zeer vele verschillende wijzen van<br />
Godsbeleving te kennen. Maar wij moeten daarbij dit onthouden: Een rechtlijnige verbinding<br />
maakt de grootste doorstuwing mogelijk van goddelijke Kracht. Die Kracht is er voor ons en zij<br />
kan door ons heengaan.<br />
Omg<strong>ek</strong>eerds elke veran<strong>der</strong>ing in onze eigen persoonlijkheid wordt het best verkregen,<br />
wanneer de goddelijke Kracht zich a.h.w. in een serpentine beweegt, in een zig-zag. Zoals in<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
117
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
de natuur het erosieverschijnsel langzaam maar z<strong>ek</strong>er de baan van het water aantast on<strong>der</strong><br />
daarvoor gunstige omstandigheden, zo zal in ons de goddelijke Kracht mits wij ons<br />
voortdurend daarvan bewust zijn een regelmatige veran<strong>der</strong>ing en wijziging bet<strong>ek</strong>enen,<br />
waardoor in onze persoonlijkheid een betere aanpassing aan het voor ons beste contact met<br />
levenskracht in God ontstaat.<br />
Van dit concept moet je uitgaan. Wees je er steeds van bewust, dat alles wat in je is (het<br />
bloed dat in je klopt, de adem die je haalt, de tranen in je ogen, alles, tot de fecaliën toe) in<br />
feite niets an<strong>der</strong>s is dan een stoffelijke uitbeelding van dit doorstromingsproces, dat zich in<br />
stofwisseling en alle dingen merkbaar maakt. We kunnen natuurlijk heel geleerd gaan spr<strong>ek</strong>en<br />
over de osmose, die in de longen plaatsvindt, waardoor o.m. zuurstof wordt overgedragen in<br />
het bloed en omg<strong>ek</strong>eerd an<strong>der</strong>e gassen worden afgestoten. Dat klinkt allemaal heel mooi.<br />
Maar al deze dingen zijn verschijnselen. De hele stof en al wat ermee samenhangt, is<br />
verschijnsel. De Kracht, waardoor dit verschijnsel mogelijk wordt, is het enig werkelijke. Deze<br />
Kracht is niet onze kracht, zomin als de kern van ons wezen ons eigen is, het is van God. Het<br />
is een deel van de grote Kosmische Oneindigheid, waar van wij met al ons zo<strong>ek</strong>en en streven<br />
een veel te beperkt en onvolledig besef hebben om er ook maar over te oordelen. Daar<br />
beginnen we dus mee, vrienden.<br />
Dan gaan we zeggen: Wij willen natuurlijk inwijding zo<strong>ek</strong>en. Wij willen voor onszelf bewuster<br />
worden. Wij willen weten wie en wat ben ik? We willen antwoord geven op die grote vraag:<br />
Wat is kosmos, wat is oneindigheid? En dan is daar maar één methode voor. Wij moeten<br />
beginnen met het eigendomsrecht op het leven aan God toe te kennen en niet aan onszelf.<br />
Ons leven is Gods leven. Gods leven beter gezegd is óns leven. Zouden wij niet zijn, God zou<br />
voor ons niet bestaan en zou waardeloos zijn. Zou God niet bestaan, ons leven zou geen<br />
inhoud hebben en niet mogelijk zijn. Het is de twee-eenheid: mens God, die dit leven mogelijk<br />
maakt. Het is de ware levenskracht plus het bewustzijn, de vormgeving en ten slotte ook het<br />
lichamelijke, die tezamen uitmaken de schepping, de vorming, de openbaring. Om hieraan<br />
voortdurend sterker deel te hebben, moeten wij trachten voor onszelven a.h.w. kanalen te<br />
graven. Wij moeten trachten die goddelijke Kracht directer en sterker in ons te laten<br />
doorstromen. En wij moeten dat in de eerste plaats z<strong>ek</strong>er doen op dat terrein, waar ons<br />
bewustzijn de grootste behoefte en honger heeft n.l. het weten, het erkennen, de zelfkennis.<br />
Wij kunnen dit het best bereiken door op een gegeven ogenblik het eigen leven voor een<br />
ogenblik te willen vergeten. Te zeggen: God, wie ben ik? Geef mij antwoord daarop. Zeg wie ik<br />
ben En dan te wachten? Te wachten. En dan elke druppel van begrip, die neerkomt, te<br />
vergaren, omdat het iets kostbaars is. Je moet niet verwachten dat je plotseling een<br />
verkoelende dronk hebt. Druppel na druppel, woord na woord, begrip na begrip vormt zich een<br />
beeld. En dat beeld is het antwoord van het Goddelijke, dat is de stuwing. Hoe meer u<br />
probeert deze dingen op te vangen, hoe sterker de stroom en hoe directer, hoe meer, God<br />
Zich in u als inspiratief open baart. Want God spre<strong>ek</strong>t tot de mens en God spre<strong>ek</strong>t in de mens.<br />
Maar de mens moet dit kunnen aanvaardon en verwerken. An<strong>der</strong>s wordt die stem niet<br />
gehoord., ofschoon ze voortdurend spre<strong>ek</strong>t.<br />
In uw bewustwording zou ik u dus de raad willen geven om zo nu en dan te proberen het<br />
korte, het rechte pad te zo<strong>ek</strong>en. Een ogenblik het “ik” a.h.w. zo te verzadigen, dat het nergens<br />
meer interesse voor heeft en dan als met een laatste kracht geestelijk te projecteren die grote<br />
vraag: God, wat ben ik? Wat is mijn plaats? Wat is mijn taak? Als u dit weet te doen, vrienden<br />
en u hebt het geduld om te luisteren naar het antwoord, ook al komt er een half uur lang niets<br />
an<strong>der</strong>s door dan wat verward denken, als u blijft wachten op die ene flard, die u plotseling<br />
beroert tot in het diepst van uw wezen, dan ben ik ervan overtuigd, dat u op deze manier het<br />
innerlijk raadsel beter zult kunnen ontcijferen, tot een grotere zelfkennis zult komen en dichter<br />
bij God zult komen te staan, dan al mijn woorden u ooit zullen kunnen brengen.<br />
En daarmede zullen wij voor vandaag onze les beëindigen, Het is enerzijds betr<strong>ek</strong>kelijk veel<br />
materie, an<strong>der</strong>zijds is het niet zeer moeilijk. Ik hoop er dus op te mogen r<strong>ek</strong>enen dat u een<br />
volgend maal dit alle maal werkelijk bezien heeft en met uw vragen naar voren komt. Is het<br />
niet eenvoudig genoeg geweest, u weet het u kunt het zeggen. Wij zul dan proberen het<br />
eenvoudiger en duidelijker te maken.<br />
118<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
Tweede gedeelte.<br />
In hst bo<strong>ek</strong> van Eliphas Levi staat geschreven, dat de wet die voor het zichtbare geldt ons<br />
de wet voor het onzichtbare kan aanduiden de tegenstellingen, die er zijn in elk deel van<br />
het zijnde (b.v. rechtvaardigheid contra barmhartigheid). Kunnen we zo in alle dingen<br />
vinden. Kunt u daarover iets vertellen?<br />
OVER WETTEN<br />
Alle wetten, die in de kosmos gelden, gelden op elk terrein, voor elke sfeer, voor elke tijd. Er<br />
kan niet worden gesteld, dat een wet die in de stof geldt in de geest niet zou gelden, terwijl<br />
omg<strong>ek</strong>eerd nooit kan worden gesteld, dat een geestelijke wet voor de stof geen enkele<br />
bet<strong>ek</strong>enis zou hebben. Dit houdt in, dat alles wat er aan wet en wetmatigheid op aarde<br />
voorkomt, op zijn minst genomen een weerkaatsing moet zijn van gelijksoortige wetten die op<br />
an<strong>der</strong> terrein bestaan.<br />
Dan wordt hier b.v. aangehaald als een soort tegenstelling van dezelfde wet in verschillende<br />
sferen: rechtvaardigheid en barmhartigheid. Nu is die tegenstelling niet helemaal juist<br />
g<strong>ek</strong>ozen, maar als een voorbeeld kan ze op het ogenblik even volstaan.<br />
Menselijke rechtvaardigheid zou bet<strong>ek</strong>enen: een zich volledig houden aan het recht van de<br />
sterkste of de meer<strong>der</strong>heid. Alle menselijke rechtvaardigheid is gebaseerd op wetten, die op<br />
zichzelf gebaseerd zijn op niets dan de mens. Kort en goed: menselijke rechtvaardigheid zou in<br />
vele an<strong>der</strong>e sferen onrechtvaardigheid kunnen heten, als ze daar op gelijke wijze worden<br />
toegepast. Maar in de geest moet een soortgelijke waarde gelden. En het menselijke recht,<br />
waaruit de rechtvaardigheid voorkomt is niets an<strong>der</strong>s dan een aanduiding van de<br />
verhoudingen, die in de wereld worden erkend.<br />
Wanneer je nu spre<strong>ek</strong>t over barmhartigheid als een tegenstelling, zou je kunnen zeggen:<br />
barmhartigheid is alleen de uitdrukking van een meer zuivere, betere en min<strong>der</strong> stoffelijke<br />
erkenning van een zelfde gemeenschap. En zo zouden dan barmhartigheid en rechtvaardigheid<br />
beide een uiting zijn van gemeenschapszin, waarbij de rechtvaardigheid echter op materiële,<br />
de barmhartigheid op meer kosmische of geestelijke waarden zou berusten.<br />
Dit geldt natuurlijk overal en te allen tijde. Dus wanneer ik op aarde een bepaald verschijnsel<br />
waarneem, dan moet daar een tegenhanger voor bestaan in de geest of in de stof in een<br />
an<strong>der</strong>e wereld. De eenvoudigste wijze voor de mens om hier te gaan werken is dus zich af te<br />
vragen welke vetten gelden.<br />
a. in de natuur,<br />
b. in het levens dat zich binnen die natuur afspeelt,<br />
c. in de menselijke maatschappij, die zich ten dele van de natuur heeft vrijgemaakt.<br />
Dan zou je daaruit de conclusie kunnen tr<strong>ek</strong>ken, dat de wetten <strong>der</strong> natuur kosmisch moeten<br />
worden weerkaatst en wel overal, waar condities niet door het bewustzijn worden beheerst.<br />
Omg<strong>ek</strong>eerd zal alle bewustzijn steeds gebaseerd zijn op de condities, die overeenstemmen<br />
met de wetten van de natuur.<br />
De wetten van het leven zijn alle wetten die voortkomen uit een erkennen van de<br />
persoonlijkheid, ook wanneer daarbij geen ver<strong>der</strong>e directe vaststelling van de relatie buiten<br />
wereld en persoonlijkheid plaatsvindt, Dergelijke wetten moeten dus noodzakelijkerwijze<br />
gebonden zijn aan alles, wat een ego heeft.<br />
De wetten van het dierenrijk zouden hun weerkaatsing moeten vinden in alle bezielde wezens,<br />
die niet een onmiddellijk deel uit maken van de kosmische groot orde. En deze wetten zouden<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
119
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
in gewijzigde vorm eveneens voor de grote kosmische krachten als Tronen, Heerschappijen<br />
e.d. (z<strong>ek</strong>er ook voor de Heren van wijsheid/ licht enz.) op dezelfde wijze toch weer tot<br />
uitdrukking moeten komen. De interpretatie van de wetten kan verschillen, ver<strong>der</strong> blijven zij<br />
gelijk. Datgene wat in de mens als een wetmatigheid optreedt - heel vaak ook geweten<br />
genoemd - kan niets an<strong>der</strong>s zijn dan een weerkaatsing van grotere kosmische wetten. Het is<br />
dus belangrijk om eerst eens na te gaan welke wetten in de natuur gelijktijdig gelden voor:<br />
120<br />
a. de z.g. dode stoffen,<br />
b. het z.g. lagere leven en,<br />
c. de mens.<br />
Kunnen wij een <strong>der</strong>gelijke wet vinden, dan mogen wij omtrent het ver<strong>der</strong>e verloop in an<strong>der</strong>e<br />
sferen conclu<strong>der</strong>en.<br />
Heel eenvoudig kun je dat b.v. als volgt doen. Alles wat vergaat bouwt zich in een nieuwe<br />
vorm op. De steen, die door het weer wordt verbrijzeld, wordt tot zand of klei, krijgt een<br />
nieuwe vorm en gestalte en draagt vruchtbaarheid door de werking, die hij a.h.w. heeft<br />
on<strong>der</strong>gaan. Hij heeft dus een an<strong>der</strong>e vorm en vaak een veel grotere bet<strong>ek</strong>enis.<br />
De plant, die sterft, zal door haar sterven het nieuwe leven ver<strong>der</strong> veroorzaken, bovendien zal<br />
uit de plant het nieuwe leven voortkomen. De dood van de plant is dus tevens een<br />
aankondiging van haar hergeboorte. Toch zal de plant on<strong>der</strong> omstandigheden niet herboren<br />
worden, n.l. wanneer zij zich geplaatst heeft in condities, die haar een hernieuwd leven<br />
onmogelijk maken. Zij wordt dan niet volledig uitgeblust of vernietigd, maar blijft in haar<br />
bestanddelen aanwezig. (Denk maar eens aan de Sahara, die volkomen doods is, tot er een<br />
keer een zeldzame regenbui valt en dan vaak in bloei staat, mooier dan de mooiste alpenwei.)<br />
In het dierlijk leven komen wij tot de conclusie, dat het ster ven van het dier samen kan gaan<br />
met:<br />
a. het ontstaan van dierlijk leven of het voeden van dierlijk leven door de resten, die<br />
overblijven<br />
b. dat het waarschijnlijk ook mogelijk is, dat de levensessence die zich daarin bevindt zich<br />
hernieuwd in een dierlijke of an<strong>der</strong>e vorm openbaart. Ook voor het dier is a.h.w. de on<strong>der</strong>gang<br />
gepaard aan een hernieuwd verschijnsel van leven.<br />
De mens moet ook sterven. Het is dus logisch aan te nemen dat voor de mens daaruit een<br />
hernieuwd leven of een vernieuwd leven zal voortkomen. Als wij dus aannemen dat er sferen<br />
zijn, dan moeten wij ook aannemen, dat die wet van uitblussing en vernieuwing ook hier een<br />
rol speelt. Er moet worden gesteld, dat in elke sfeer iets, wat met de dood overeen schijnt te<br />
komen, zich moet afspelen wat ongetwijfeld waar is, indien wij afgaan op de ervaringen, die<br />
wij als geest hebben gehad en u op de verklaring, die u daaromtrent hoort. Want degene, die<br />
in een hogere sfeer bewust wordt, verdwijnt uit een lagere sfeer als een permanent deel van<br />
die sfeer. Dientengevolge zou kunnen worden gezegd, dat de dood niets an<strong>der</strong>s is dan een<br />
vernieuwingsverschijnsel, dat als wet alle dingen beheerst.<br />
Toch spr<strong>ek</strong>en wij over een bepaalde Kracht, als Zichzelve niet vernieuwend, maar eeuwig<br />
zijnde: God. Dan zou de conclusie van het geheel moeten zijn, dat alle ontwikkelingen in<br />
steeds hoger trappen ver<strong>der</strong> zullen gaan, tot eindelijk allen in God gestabiliseerd en volledig<br />
geopenbaard zijn. Op deze manier kun je dus aardig wat wetten af leiden.<br />
Nu is het natuurlijk niet zo gemakkelijk al die wetten praktisch toe te passen maar er bestaat<br />
een soort van geestelijke goochelarij met wetten, die de niet goed wetende mens met magie<br />
betitelt. De grondslagen van die magie heb ik eigenlijk hiervoor uiteengezet. zij berust n.l. op<br />
het feit, dat al hetgeen stoffelijk bestaat in een gewijzigde vorm el<strong>der</strong>s moet voortbestaan of<br />
el<strong>der</strong>s aanwezig moet zijn. Een wet blijft gelijk, alleen de interpretatie ervan kan veran<strong>der</strong>en.<br />
De beleving van een wet kan evenzeer veran<strong>der</strong>en. Dus de maatstaf is variabel, de wet zelf<br />
niet.<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
Gaan wij hiervan uit en kunnen wij een wet vinden op aarde, die zon<strong>der</strong> enige beperking<br />
bestaat en kunnen wij deze ontdoen van alle persoonlijke interpretaties, dan hebben wij<br />
hiermede een hefboom, die in elke sfeer gelijktijdig kan worden aangezet. Want deze wet geldt<br />
overal. Scheppen wij dus hier een conditie, waardoor die wet in werking komt (hetzij hier,<br />
hetzij el<strong>der</strong>s), dan zal krachtens die wet een ie<strong>der</strong>, die daarbij betrokken is, vaste resultaten<br />
(hetzij in handeling, hetzij in onthouding) tot stand brengen.<br />
De consequenties, zou ik zeggen, zijn duidelijk. Als wij voldoen de begrip hebben van de<br />
wetten, die op aarde bestaan, kunnen wij daar uit afleiden welke wetten ook buiten deze<br />
wereld (voor gebieden van geest etc.) moeten gelden. Kunnen wij die wet op aarde hanteren<br />
zon<strong>der</strong> een te scherp persoonlijke interpretatie daarvan te geven, dan zullen wij ongetwijfeld in<br />
staat zijn die wet ook toe te passen voor elke an<strong>der</strong>e wereld, waarvan wij maar enigszins<br />
bewust zijn.<br />
Het eindresultaat is duidelijk genoeg. Wij kunnen zelfs van uit de materie met een z<strong>ek</strong>ere<br />
kennis in alle werelden werkzaam zijn, in alle werelden oorzaken scheppen, die hetzij in die<br />
an<strong>der</strong>e werelden hetzij op onze eigen wereld tot uiting komen. Op deze manier is magie niets<br />
an<strong>der</strong>s dan een wetenschap van de ver doorgevoerde wetmatigheid in de kosmos. En zij zal<br />
zich openbaren in resultaten, die waar ze onb<strong>ek</strong>ende wetten of niet gangbare interpretaties<br />
van wetten hanteert hier op aarde niet wetenschappelijk erkend worden, terwijl ze in zichzelve<br />
een wetenschap is.<br />
Definities<br />
Zucht: In de meeste gevallen een beleefd on<strong>der</strong>drukte vervlo<strong>ek</strong>ing.<br />
Jury rechtspraak: De voortdurende strijd tussen menselijk recht en sentimentaliteit, waardoor<br />
vaak meer rechtvaardigheid wordt geboren op een onrechtvaardige manier, dan door de<br />
rechtspraak op een rechtvaardige manier verkregen kan worden.<br />
Dus die bena<strong>der</strong>t meer de barmhartigheid van het eerste geval?<br />
Ze bena<strong>der</strong>t meer de menselijkheid, Een wet, die de mens eenmaal op papier heeft gezet en<br />
waaraan hij zichzelf heeft gebonden, laat geen vrijheid van interpretatie meer toe. De mens is<br />
dus, wanneer hij een wet eenmaal heeft gesteld, de slaaf geworden van een stukje papier en is<br />
niet meer in staat het daarin staande te wijzigen, tenzij hij daar met de grote massa dus b.v.<br />
met een heel volk, althans met een hele wetgevende verga<strong>der</strong>ing aan begint. En dan heeft het<br />
meestal heel wat voeten in de aarde, want er is altijd wel iemand, die er belang bij heeft dat<br />
het blijft zoals het is.<br />
Een jury rechtspraak nu brengt met zich mee, dat laten wij zeggen het gevoel mede gaat<br />
bepalen, hoe men oordeelt over een bepaalde zaak of een bepaalde gebeurtenis. Het gaat hier<br />
dus niet meer om de zuivere feiten maar om een interpretatie. Die interpretatie is zuiver<br />
menselijk. Ver<strong>der</strong> zal de doorsneemens niet zo geneigd zijn om de uiterste consequenties van<br />
een daad als vaststaand aan te nemen. Nu er een persoonlijke verantwoordelijkheid bestaat<br />
voor de jury en niet meer het zich terugtr<strong>ek</strong>ken achter de wet (wat menige rechter kan doen),<br />
terwijl er tevens vele stemmen en vele meningen met elkaar kunnen vechten, is het dus<br />
redelijk aan te nemen, dat het gemiddelde oordeel dat zo ontstaat ook wanneer dit eigenlijk<br />
via de uitspraak van de jury door een rechter aan de hand van de wet geschiedt mil<strong>der</strong> zal<br />
zijn. En het zal meer mogelijkheden bieden tot compensatie van omstandigheden, die niet in<br />
de wet zijn genoemd, dan een rechterlijke rechtspraak, waarbij slechts de wet en een<br />
mogelijke interpretatie daarvan maar dan toch zeer beperkt aan de hand van de jurisprudentie<br />
bestaanbaar is.<br />
Zo geldt dat voor ons precies hetzelfde. We hebben heel veel kosmische, zedelijke en an<strong>der</strong>e<br />
wetten. En zolang wij ons aan die wetten gaan houden, kunnen wij ons hele leven<br />
doorbrengen met het veroordelen van an<strong>der</strong>en. Maar op het ogenblik dat wij gaan begrijpen,<br />
dat menselijke aspecten mee een rol spelen, op het ogenblik dat wij begrijpen, dat de<br />
onvolmaaktheid voor een ie<strong>der</strong> een eigen ontduiking van de wet a.h.w. bevor<strong>der</strong>t, zullen wij in<br />
ons oordeel over de mede mens voorzichtiger, zachtzinniger, meer menselijk en dus meer in<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
121
122<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
overeenstemming met de kosmische harmonie zijn, dan als wij ons alleen aan de letter en aan<br />
de regel houden. En als je die consequentie eruit tr<strong>ek</strong>t, ben je weer een stap ver<strong>der</strong> in de<br />
richting van de esoterie.<br />
De esoterie is de weg naar binnen toe, naar de innerlijke kennis, z<strong>ek</strong>er. Maar die weg naar<br />
binnen toe en die innerlijke kennis kunnen alleen worden gevolgd aan de hand van de<br />
uiterlijke beleving. Datgene, wat je bent, maakt het je mogelijk te erkennen wat je kunt zijn.<br />
Hoe mil<strong>der</strong>, hoe meer in harmonie met het geheel je probeert te zijn in je leven en je oordeel,<br />
hoe groter het begrip, dat je zult hebben voor an<strong>der</strong>en. Hoe juister je dus door dit begrip je<br />
eigen toe stand en mogelijkheden zult kunnen definiëren, hoe zuiver<strong>der</strong> je voor jezelf kunt<br />
leven volgens dat, wat je bent en hoe sneller je dus bewust kunt worden.<br />
Het bezwaar is alleen, dat ze met hun twaalven tot eenzelfde oordeel moeten komen. En<br />
daar komt natuurlijk een hoop gewring bij te pas.<br />
Zoals de waarheid meestal alleen gevonden wordt door strijd, wat dan weer hierin wordt<br />
weerkaatst. In de jury rechtspraak zit voor ons een les. Laten we die eruit tr<strong>ek</strong>ken en voor de<br />
rest niet te veel oordelen. Want oordeel niet, opdat ge niet geoordeeld worde. En ontduik de<br />
wet niet, opdat men ook tegenover u de wettelijke verplichtingen niet ontduikt.<br />
Masker Datgene, waarachter de mens zijn z.g, ware gezicht verbergt, wanneer hij een<br />
ogenblik de kans wil hebben zijn ware persoonlijkheid te tonen. Dat is niet alleen met<br />
carnaval, dat is bij de medicijnman ook, Hij voelt zich de gezant van God. Maar als hij zijn<br />
gewone gezicht heeft, heeft hij helemaal niet het idee, dat hij zo gewichtig is, dat hij die geest<br />
aan kan. Dus doet hij een mombakkes voor en begint te dansen. Dan heeft hij het idee, dat hij<br />
het wel kan. Hij kan dan in<strong>der</strong>daad meer dan hij zou kunnen zon<strong>der</strong> dat masker.<br />
Het is net als met mensen. Mensen meten zich een masker aan, noemen zichzelf deftige<br />
mensen of zoiets en omdat zij zich dan gedragen, alsof zij in overeenstemming met dat<br />
masker zouden leven, gedragen zij zich over het algemeen veel deftiger dan zij van binnen<br />
zijn. Of zij er gelukkiger mee zijn, is wat an<strong>der</strong>s, maar ze bena<strong>der</strong>en in ie<strong>der</strong> geval meer de<br />
voorstelling, die ze van zichzelf aan de buitenwereld willen geven. Ook in hun eigen gedrag. En<br />
ze groeien er zo naar toe, dat ze op den duur niet an<strong>der</strong>s meer kunnen dan hun masker zijn.<br />
Wanneer het zover is g<strong>ek</strong>omen, is het natuurlijk pijnlijk.<br />
Dat hoeft toch niet. Want als ze met hun masker beter zijn dan ze in werkelijkheid zijn,<br />
groeien ze naar het goede toe.<br />
Ongetwijfeld. Maar u vergeet een ding. Dan kunnen zo niet an<strong>der</strong>s, dan goed doen, en dan<br />
hebben ze daar zo de pest over in, dat ze voortdurend kwaad zijn over het goede, dat ze<br />
moeten doen. Wat aan het goede de waarde van het goede voor de persoonlijkheid ontneemt<br />
en het tot een persoonlijk kwaad kan maken,<br />
Min<strong>der</strong>waardigheidscomplex Het gevoelen dat je je zozeer de meer<strong>der</strong>e van een an<strong>der</strong> moet<br />
tonen, omdat je voor jezelf het idee hebt, dat je zo weinig deugt, dat je op den duur aan een<br />
ie<strong>der</strong> door die schijnbare meerwaardigheid je min<strong>der</strong>waardigheid zeer duidelijk maakt en<br />
daardoor een nog groter complex krijgt, zodat je in de complexiteit van complexen ten slotte<br />
geen uitweg mee ziet en jezelf als een meerwaardig min<strong>der</strong>waardig mens begint te<br />
beschouwen, (meerwaardig in min<strong>der</strong>waardigheid.)<br />
OPRECHTHEID<br />
Oprechtheid, eerlijkheid? uitkomen voor wat je bent, jezelf durven zijn, durven erkennen wat<br />
je wel en niet gelooft, wat je vel en niet bent. Dat is een mooi begrip,<br />
Maar kunnen wij wel werkelijk oprecht zijn, wanneer wij onszelf niet voldoende begrijpen en<br />
niet kennen? Is niet vaak onze oprechtheid in feite een onoprechtheid, omdat wij daardoor<br />
proberen dingen, die in ons leven toch weer te ontkennen, te ontgaan? Oprechtheid is een<br />
mooi woord. Maar veel meer dan een woord is het niet, tenzij in zuiver uiterlijk begrip<br />
gebruikt.<br />
God b.v. is niet oprecht. God is waar. Maar waar zijn is iets an<strong>der</strong>s dan oprecht zijn. Waar zijn<br />
wil zeggen: op elk terrein volledig en geheel jezelf openbaren in de volheid van je<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
persoonlijkheid en zon<strong>der</strong> terughoudendheid onveran<strong>der</strong>lijk en te allen tijde hetzelfde. En<br />
oprechtheid wil alleen maar zeggen: voor een kort ogenblik eerlijker zijn dan an<strong>der</strong>s, voor een<br />
kort ogenblik het idee van recht en rechtvaardigheid in jezelve meer naar buiten brengen dan<br />
je an<strong>der</strong>s doet.<br />
0, het is goed, als je oprecht kunt zijn. O het is goed, als je eerlijk kunt zijn. Z<strong>ek</strong>er. Maar<br />
belangrijker is het, dat je waar bent. Waar zijn. Afstand doen van al die kleine<br />
lievelingsleugens. Afstand doen van het begrip: ik ben beter dan een an<strong>der</strong>. Afstand doen van<br />
die begrippen als: Dat mag ik toch niet zeggen en dat mag ik niet doen, want een an<strong>der</strong> zou<br />
daardoor misschien……… en al die uitvluchten die er ver<strong>der</strong> zijn.<br />
Waar zijn, werkelijk zijn wat je bent. Eerlijk in de uiting van je gevoelens, van je leven. Eerlijk<br />
in je handelingen, in je daden. Maar meer dan eerlijk alleen. Omdat je met je hele wezen, je<br />
hele denken, je hele persoonlijkheid voor alle tijd durft staan achter het geen je naar voren<br />
brengt,<br />
Oprechtheid, mooi als zij is, is een verschijnsel dat voorbijgaat, Want waar de oprechtheid<br />
wordt genoemd, daar schuilt reeds om de ho<strong>ek</strong> de onoprechtheid. Daar hebben we niet veel<br />
aan. Neen, wáárheid, Waar zijn, zon<strong>der</strong> enig masker, zon<strong>der</strong> enige vermomming, dat is<br />
belangrijk.<br />
Men zegt wel eens, dat de waarheid niet te kennen is. Wanneer wij rond ons zien en de<br />
onvolledigheid van eigen wezen beseffen, dan weten we wat wij zien is schijn het is niet waar,<br />
want wij begrijpen er niet de volle inhoud en de consequentie van. Die erkenning is oprecht.<br />
Maar indien wij beseffen, dat het weinige dat wij zien een onvolledige versie is van een<br />
waarheid, die werkelijk en te allen tijde bestaat, dan wordt het meer dan dit. Dan wordt het<br />
een zo<strong>ek</strong>en naar een aanvullen van het nog niet g<strong>ek</strong>ende, het nog niet gewetene. Dan wordt<br />
het een langzaam zo<strong>ek</strong>en naar eenheid met alle dingen, een zelfopenbaring zon<strong>der</strong> enige<br />
vermomming. Dan wordt het een zo<strong>ek</strong>en naar God en Zijn schepping en Zijn Werkelijkheid.<br />
Het is goed oprecht te zijn, maar het is beter waar te zijn. Wat is waar buiten God? Slechts<br />
dat, wat God erkent en leeft in God, is deel van God. Slechts dat is waarheid.<br />
Wat is waarheid? De erkenning van een onvolkomenheid en de voortdurende strijd om<br />
erkenning. Het zo<strong>ek</strong>en, waarin eigen gebr<strong>ek</strong>en door het zo<strong>ek</strong>en worden aangevuld, totdat een<br />
beeld is gevormd, dat onveran<strong>der</strong>lijk blijft. Dat is waarheid.<br />
Waarheid is het verdwijnen van de schijn. Het is het doorzien van de eenheid van wereld met<br />
wereld. Het is het kennen van het kosmisch vlechtwerk, dat men noemt ruimte en tijd. Dit te<br />
zien als één, dat is het kennen van waarheid.<br />
Gij zo<strong>ek</strong>t oprechtheid. Spre<strong>ek</strong> wat ge meent te moeten spr<strong>ek</strong>en. Handel zoals ge meent te<br />
mogen en te moeten handelen. En aarzel niet. Wees oprecht. Maar meer nog dan oprecht,<br />
besef dat zelfs uw oprechtheid nog niet de kern <strong>der</strong> dingen raakt. Dat achter uw oprechtheid<br />
an<strong>der</strong>e dingen verborgen liggen. Besef dat achter de poging om waar te zijn tegenover<br />
an<strong>der</strong>en nog schuilt het onware begrip omtrent het ik. Tracht dat ik te kennen in waarheid en<br />
juistheid zoals het is, geschapen in het begin zoals het zal zijn, geschapen aan het einde zoals<br />
het is, daar tussen alle tijd en waarvan men zich niet bewust is.<br />
Eerst wanneer je de kern van je wezen kent, wanneer je als vreemde goden, die een waag<br />
gebruiken om het hart te wegen tegen de daden voor jezelve weet: zó ben ik, dan word je<br />
oprechtheid tot waarheid. En waar de waarheid regeert, regeert de eeuwigheid. Maar<br />
eeuwigheid is, is het einde van alle dingen, dingen die voortbestaan, niet zichzelve zijnde maar<br />
zijnde zichzelve als deel van het Grote Geheel.<br />
Hiermee heb ik misschien meer over waarheid gezegd dan over oprechtheid. Deze beide zijn<br />
met elkaar verknoopt. De eerlijkheid, de oprechtheid zijn het begin van een pelgrimstocht, die<br />
voert naar waarheid. Wanneer de oprechtheid haar wezen verliest in waarheid, heeft zij pas<br />
haar doel bereikt.<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
123
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 8 maart 1960<br />
Les 7 – Geen on<strong>der</strong>werp deze avond<br />
Moge het ons allen gegeven zijn oprecht te leven en te streven, eerlijk te zijn in denken en in<br />
daden maar bovenal hierin een waarheid te vinden, die ons één maakt met de Schepper en<br />
Zijn schepping, een onverbr<strong>ek</strong>elijk deel van een Volmaaktheid zon<strong>der</strong> einde.<br />
Wij hopen, dat u het vandaag gebrachte zult willen overwegen, opdat we een volgende maal<br />
ver<strong>der</strong> kunnen gaan en zo gezamenlijk een steeds groter inzicht kunnen krijgen in die vreemde<br />
wereld, die men esoterie noemt en die in feite is God in het innerlijk van de mens en van uit<br />
die mens in de wereld geopenbaard.<br />
124<br />
Geen on<strong>der</strong>werp deze avond
Goedenavond, vrienden.<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
We zullen vanavond eerst zien of er punten waren in de vorige les, die u niet geheel duidelijk<br />
zijn geworden. Ik moet u echter mededelen, dat wij door verschillende omstandigheden<br />
vanavond in de gelegenheid zijn een an<strong>der</strong>e spr<strong>ek</strong>er over de esoterie in te lassen, die laten we<br />
zeggen een hoog contact is vanuit ons standpunt en wij willen graag juist voor deze groep van<br />
die gelegenheid gebruikmaken.<br />
EEN GASTSPREKER OVER ESOTERIE<br />
Dat wil dus zeggen, dat wij eerst de vragen behandelen maar het kan zijn, dat ik dat op een<br />
gegeven ogenblik moet afkappen. Het kan ook zijn, dat ik het iets moet r<strong>ek</strong>ken, dat weet ik<br />
nog niet precies. Dat ligt n.l. aan de gelegenheden, die wij krijgen om contact te maken.<br />
On<strong>der</strong>tussen kunt u rustig uw eventuele onduidelijkheden en vragen naar voren brengen, dan<br />
zullen wij zien in hoeverre wij daarop kunnen ingaan. Zou een vraag onbeantwoord moeten<br />
blijven, dan gaan wij - waarschijnlijk na de pauze - daarmee ver<strong>der</strong>.<br />
Wat is de beste wijze om een an<strong>der</strong> rationeel het bestaan van an<strong>der</strong>e werelden bij te<br />
brengen?<br />
Dat ligt helemaal aan de wijze, waarop men het woord rationeel wil verklaren.<br />
Ik bedoel iemand, die zich afwendt van het spiritisme. Is die te instrueren?<br />
Die is wel te instrueren, maar men stuit op enkele moeilijkheden. Het is n.l. zo dat we indien<br />
we rationeel zijn (d.w.z, stoffelijk redelijk) bij het aannemen dat er een hiernamaals bestaat,<br />
ook moeten aannemen dat daarin entiteiten bestaan en ver<strong>der</strong>, dat mensen die zijn<br />
overgegaan daarin leven. Wanneer dit het geval is, dan lijkt het mij onlogisch aan te nemen<br />
dat dezen op geen enkele wijze meer met de aarde in contact kunnen treden. Is zo iemand<br />
gelovig, dan kunt u dus beginnen hem erop te wijzen, dat hij wel gelooft in God en de engelen<br />
die God zendt, dat hij gelooft in de stem Gods zoals die spre<strong>ek</strong>t in de profeten, maar dat hij<br />
alle verschijnselen, die daar direct aan verwant zijn, verwerpt. En dan zou u redelijk kunnen<br />
zeggen: Kijk eens, wanneer iemand overgaat en in die an<strong>der</strong>e wereld komt en het is mogelijk<br />
een contact vanuit die an<strong>der</strong>e wereld op te nemen, dan zal het voor die mensen ook mogelijk<br />
zijn. Datgene wat doorkomt is misschien niet helemaal te controleren, maar wij moeten toch<br />
wel stellen dat de mogelijkheid althans aanwezig is.<br />
Hebt u te maken met iemand, die niet gelooft aan een ver<strong>der</strong> voortbestaan, dan kunt u<br />
hoogstens wijzen op de vele onverklaarbare verschijnselen van het occultisme. Maar in geen<br />
van deze gevallen zal uw redeneren een an<strong>der</strong> overhalen tot het onmiddellijk aanvaarden van<br />
de spiritistische these. Want dat is weer een tweede punt. Want zowel verwerping als<br />
aanvaarding, van de thesen, die met het spiritisme samenhangen, berusten voor 9/10 op<br />
geloof. En zodra wij te maken hebben met een geloofskwestie, mag men niet meer de ratio<br />
daarbij vermelden dat is niet rationeel meer.<br />
Maar we denken. Dus zijn we met een of an<strong>der</strong> mechanisme ook met de denkwereld (de<br />
mentale wereld) in verband. Kan dat als argument gelden?<br />
Dat kan alleen als argument gelden, wanneer wij aannemen dat die denkwereld meer omvat<br />
dan het menselijk denken. Op het ogenblik dat wij zeggen het menselijk denken is het<br />
menselijk denken, basta, dan komen wij niet ver<strong>der</strong>. Dus hier is de kwesties wat denkt,<br />
wanneer een geest spre<strong>ek</strong>t of pretendeert te spr<strong>ek</strong>en? En dat is natuurlijk heel moeilijk na te<br />
gaan. Als ver<strong>der</strong>e bewijswaarde acht ik het dan ook niet belangrijk.<br />
Het gaat mij er niet om propaganda te maken voor het spiritisme. Maar wanneer iemand<br />
een inwijding krijgt, dan moet hij toch vanzelf in de loop van zijn leven of van zijn<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
125
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
meer<strong>der</strong>e levens de verschillende poorten doorgaan en komt op een gegeven ogenblik in<br />
aanraking met die sferen. Maar hoe kun je hem dat nu bijbrengen?<br />
Dat kun je hem niet bijbrengen, dat ervaart hij wel. Dat is het hem juist. Uw gehele leven en<br />
al wat ermee samenhangt is gebaseerd op ervaring. Een kind weet niets. Het ervaart, het<br />
neemt waar, enz. enz. Daaruit groeit een besef plus een waar<strong>der</strong>ing. Op grond van dit besef<br />
en deze waar<strong>der</strong>ing gaat het later (wanneer dus een redelijke hoeveelheid maatstaven in het<br />
“ik” aanwezig zijn) an<strong>der</strong>e dingen op horen zeggen aan nemen. Maar de periode dat de<br />
doorsneemens op het horen zeggen vertrouwt (dus redelijk) ligt meestal in de 40 jarige<br />
leeftijd. Het kind aanvaardt ook wel, maar dan door het to<strong>ek</strong>ennen van een soort<br />
goddelijkheid, een verering voor de volwassene. Maar een redelijke aanvaarding komt meestal<br />
pas na de 40-, 45-jarige leeftijd en is dan nog geheel afhankelijk van de wijze, waarop men<br />
leeft en denkt.<br />
In het geschrift van een vorige maal is een storende fout geslopen. Er staat n.l. iets over<br />
erosie. Erosie tast de baan van het water aan. Hier wordt natuurlijk bedoeld de<br />
scheepshuid op de waterlijn? die wordt door erosie aangetast, niet het water.<br />
Neen. Maar de baan van het water wel degelijk. Want de waterlopen veran<strong>der</strong>en regelmatig<br />
dank zij het verschijnsel <strong>der</strong> erosie. Dat is dus niet onredelijk. Als u zich vasthoudt aan de<br />
baan van het water, is het wel redelijk want die veran<strong>der</strong>t daardoor.<br />
Ver<strong>der</strong> hebt u gesproken over sleutels. U erkent hieraan een allusieve waarde. Dat is een<br />
waarde, die zinspeelt op iets wat niet gezegd wordt maar wat achter het begrip verscholen<br />
ligt. Dat is dus wat u met sleutels bedoelt.<br />
Zo is het eigenlijk niet helemaal. Een sleutel is in<strong>der</strong>daad dus een uitspraak, die meer<strong>der</strong>e<br />
bet<strong>ek</strong>enissen heeft. In zoverre is er sprake van allusieve waarde. Maar wanneer wij daar niet<br />
mee te maken hebben (dus met die meer<strong>der</strong>e bet<strong>ek</strong>enissen} dan kan iets toch nog een sleutel<br />
zijn. Dan is een sleutel eer<strong>der</strong> een soort van wachtwoord. Misschien kan ik het u het<br />
eenvoudigst duidelijk maken, wanneer ik u verwijs naar bepaalde co<strong>der</strong>ingen. Daarbij wordt<br />
vaak een beginwoord of begindatum gebruikt, die de sleutel is voor de rest. Wanneer je de<br />
juiste bet<strong>ek</strong>enis van een enkel woord of een enkele zin kunt doorgronden, krijgt daardoor dus<br />
geheel het volgende een an<strong>der</strong>e bet<strong>ek</strong>enis. Dat is een sleutel,<br />
Het schijnt dat er ver<strong>der</strong> weinig vragen aanwezig zijn, maar ik moot toch een klein ogenblikje<br />
wachten op de aansluiting, op het contact. Ik mag dan misschien on<strong>der</strong>tussen duidelijk maken,<br />
waarom dit contact op het ogenblik mogelijk is. Wij hebben u meermalen verteld over de<br />
verhoudingen tussen verschillende werelden en sferen en daarbij on<strong>der</strong>meer gezinspeeld op<br />
sfeer. (niet op sferen maar sfeer, die aanwezig is).<br />
Nu kan op een gegeven ogenblik door allerhande omstandigheden een sfeer op aarde zich<br />
wijzigen. Die sfeer omvat dan heel vaak niet een enkele kamer of een enkel gezin, maar een<br />
heel volk. In z<strong>ek</strong>ere zin is net agitatie, die dit veran<strong>der</strong>t. Door die agitatie kan men sommige<br />
dingen beter aanvaarden. Door die betere aanvaarding is er een grotere harmonische<br />
verhouding, waardoor het gemakkelijker wordt van uit een hogere sfeer te spr<strong>ek</strong>en.<br />
Nu is deze toestand in meer<strong>der</strong>e of min<strong>der</strong>e mate al enige tijd aan de gang. Zij bestaat al<br />
enige tijd en wij proberen nu hiervan gebruik te maken om u spr<strong>ek</strong>ers of een spr<strong>ek</strong>er te<br />
brengen, die juist waar het deze esoterie betreft en de verschillende wetten, die daarmee<br />
samenhangen een hoger inzicht kan geven, Nu moet ik er bij vermelden, dat een hoger inzicht<br />
lang niet altijd bet<strong>ek</strong>ent een ingewikkel<strong>der</strong> inzicht.<br />
Ja, wanneer het nodig is, ga ik daar zo dadelijk ver<strong>der</strong> op door, vrienden ik maak nu plaats<br />
voor de spr<strong>ek</strong>er in kwestie.<br />
o-o-o-o-o<br />
126<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie
Goedenavond, vrienden.<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
GASTSPREKER<br />
Licht zij met u, zij in u en openbare u de wijsheid.<br />
Als uw gast op deze avond moet ik spr<strong>ek</strong>en met u over esoterie. En dat bet<strong>ek</strong>ent dat ik<br />
strijden moet tegen grote misverstanden, die op deze wereld kunnen bestaan.<br />
Esoterie, zo meent menigeen, is iets wat volledig afwijkt van het normale, zoals men meent<br />
dat het koninkrijk Gods is gelegen buiten het bereik <strong>der</strong> mensen. En toch zijn deze dingen een<br />
normaal deel van het menselijk bestaan. Te leven en te werken op de wereld of in een an<strong>der</strong>e<br />
wereld, het blijft alles gelijk. In ons is de kracht, die wij God, Gods Licht kunnen noemen.<br />
Esoterie, bewustwording en al wat daarmee samenhangt, het is niets an<strong>der</strong>s dan een<br />
bewustzijn van deze lichtende krachten in je.<br />
De mens zo<strong>ek</strong>t zeer vaak naar een weg naar middelen, om deze kracht en dit licht voor<br />
zichzelve reëel te maken, Zon<strong>der</strong> uw leraar te willen zijn en u lessen te willen geven zou ik<br />
toch het een voorrecht achten, wanneer ik voor een ogenblik uw belangstelling zou kunnen<br />
w<strong>ek</strong>ken.<br />
Een mens ging uit, zo<strong>ek</strong>ende naar de belangrijkheid van deze wereld. En hij sloot zijn woning<br />
achter zich. Doch ziet, toen hij na vele omzwervingen huiswaarts keerde, was hem de sleutel<br />
ontstolen. En zo wist hij geen toegang te krijgen.<br />
Een tweede mens ging uit. Ook hij zocht in de wereld het belangrijke. En ook hij keerde<br />
huiswaarts en vond een gesloten deur, terwijl hij geen sleutel bezat om zich toegang te<br />
verschaffen. Deze echter sprak, zeggende: Verheug u en open de poorten, want de meester is<br />
terugg<strong>ek</strong>eerd. En zij die in het huis waren ontgrendelden de deur, ontstaken het licht en<br />
brachten hem binnen, jubelend en bereidend hem een feestmaal, dat zon<strong>der</strong> gelijke was.<br />
Dit is het probleem van de esoterie, het probleem ook in z<strong>ek</strong>ere zin van ons contact met het<br />
koninkrijk Gods en met het licht. Wij gaan uit om wijzer te worden. Wij gaan uit om onze<br />
wereld geestelijk of stoffelijk te veroveren. En veroverend vinden wij veel, dat van waarde is.<br />
Maar indien wij terugkeren tot onze woning (de Kracht, die de Va<strong>der</strong> ons gegeven heeft in het<br />
eerste ogenblik), dan zien wij, dat de poort gesloten is. En wij gebruiken alle middelen die wij<br />
hebben verworven, alle krachten die wij bezitten. en kunnen de deur niet openen. Slechts<br />
indien wij spr<strong>ek</strong>en kunnen tot Hem, Die in ons woont, tot het verleden dat in ons leeft zo goed<br />
als de to<strong>ek</strong>omst die in ons op geboorte wacht, zullen wij waarlijk ingaan.<br />
Ingaan in jezelf is een won<strong>der</strong>lijke ervaring. Maar je kunt deze weg niet forceren met het<br />
verstand alleen. Geen ervaring en geen wetenschap zijn in staat de laatste sloten van het<br />
eigen wezen te ontsluiten. Daarvoor is de stem nodig die je verheft, het spr<strong>ek</strong>en tot wat in je<br />
woont.<br />
Alle mens is geboren uit de Eeuwige. Of wij geloven in Adam, en het geen in de oude bo<strong>ek</strong>en<br />
geschreven staat of niet, deze waarheid blijft. Het oud verbond is voorbijgegaan, een nieuw<br />
verbond is gesteld en verloochend, maar deze waarheid is gelijk gebleven. Het is Gods adem,<br />
die het leven is van Zijn schepselen. Wie spre<strong>ek</strong>t tot zijn God, kan ingaan tot! zichzelve.<br />
Men roept vaak om kracht, want de esoterie alleen is niet voldoende voor de mens. Hij wil in<br />
dit nieuw bewustzijn en dit verwerven voor zich de kracht krijgen om een hand op te leggen en<br />
te genezen, te zien in verleden en to<strong>ek</strong>omst en meester te zijn over zich en zijn wereld. Indien<br />
gij nu ingaat in uw woning en in u het licht ontstoken is en de vreugde van de erkenning is<br />
aangebroken, zo vindt gij daar de adem Gods: het Licht, dat zelve in u levende vanuit u uit<br />
kan gaan. Indien gij de poorten opent van uw wezen, zult gij vrij zijn om uit te gaan. Maar<br />
indien gij keert, zult gij we<strong>der</strong>om het woord moeten spr<strong>ek</strong>en dat u inlaat, tot het ogenblik dat<br />
gij in staat zijt de grendel te verbrijzelen, de laatste band teniet te doen.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
127
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
Het is niet moeilijk om uit de dood te herrijzen, het is niet zwaar om af te dalen tot in het<br />
diepste van de hel of op te rijzen tot in het hoogste van het koninkrijk <strong>der</strong> hemelen. Want deze<br />
dingen zijn ons gegeven vanaf het begin. Maar wij, wij moeten zelf en in ons de weg vinden.<br />
Dan zijn alle dingen mogelijk.<br />
Ik weet dat er velen zijn, die zouden willen genezen. En voor hen heb ik een woord, dat is de<br />
kern van de leer van de esoterie Geloof. En genees in de naam des Va<strong>der</strong>s, in de naam van<br />
Hem, Die u op uw weg is voorgegaan. En laat dit u voldoende zijn, want dit is de weg, dit is de<br />
kracht des levens zelve.<br />
Veel van hetgeen de mens ontgaat, veel van hetgeen hem onmogelijk lijkt, leeft in hem.<br />
Gebruikmaken van hetgeen in u leeft beantwoordt aan alle eisen, die gij kunt stellen aan het<br />
leven, aan de krachten die gij bovennatuurlijk noemt en zelfs aan het hemelrijk zelve. Want<br />
vergeet niet: de mens die bidt, de mens die mediteert, de mens die in zich en in de wereld<br />
naar waarhuid zo<strong>ek</strong>t, doet niets an<strong>der</strong>s dan een bevestiging zo<strong>ek</strong>en van zichzelve.<br />
Er zijn mensen die uitroepen Ziet, het bloed van het Lam heeft u bevrijd. Dat bloed word voor<br />
u vergoten, da.t is waar. Maar hoe kan het u bevrijden, indien gijzelve niet wilt ingaan? Hoe<br />
kan het u kracht geven, indien gijzelve niet gelooft in die kracht? Hoe kan het u tot wijsheid<br />
worden, indien gij vermetel meent uw beperkte maatstaven te mogen aanleggen aan Hem, Die<br />
u geschapen heeft?<br />
Ik weet. Gij zult weten. Maar ook op de wereld is het mogelijk om dit contact met de Va<strong>der</strong> te<br />
vinden. Ook gij kunt behoren tot het koninkrijk Gods en de volheid <strong>der</strong> dingen, die daartoe<br />
behoort. Want als een kind tot zijn va<strong>der</strong> gaat en hem vraagt om voedsel, zal de va<strong>der</strong> zich<br />
dan afwenden? Indien gij werkelijk vraagt, innerlijk en sterk het voedsel voor uwe geest, het<br />
voedsel voor uw kracht en uw wezen, zal er dan geen antwoord zijn?<br />
Gij zo<strong>ek</strong>t naar de geheimen <strong>der</strong> oneindigheid. En ik zeg u de oneindigheid ligt in uzelve. Ik kan<br />
de talen spr<strong>ek</strong>en, die u misschien meer roert. Ik kan u spr<strong>ek</strong>en over ruimte, over superruimte<br />
en tussenliggende ruimten. Ik kan u het geheim van de sterren en hun reactie verklaren. Ik<br />
kan u zeggen vanwaar de zwaart<strong>ek</strong>racht komt en hoe zij haar wetten stelt. Haar is het<br />
mechanisme <strong>der</strong> dingen dan belangrijk? Is niet belangrijk de Kracht, die dit alles beweegt? En<br />
het is deze Kracht, die u ge schonken is.<br />
Gij zo<strong>ek</strong>t de weg <strong>der</strong> waarheid. Gij worstelt om inzicht. Gij wilt uzelve kennen en de krachten<br />
<strong>der</strong> wereld zien als overweldigd door de zeeën van Licht, die Gods waarheid rond u zijn. En dit<br />
alles is u mogelijk. Het is goed dat gij denkt en dat ge zo<strong>ek</strong>t. Want slechts zij die denken en<br />
zo<strong>ek</strong>en kunnen waarheid vinden. Slechts zij die denken en zo<strong>ek</strong>en kunnen doordringen tot dit<br />
laatste geheim de vraag om in te mogen gaan.<br />
In mijn tijd heb ik met een woord demonen uitgedreven, krachten van kwaad, die sterk waren<br />
en vele. Ik heb de blinden doen zien en lammen doen gaan. En toch was dit nimmer mijn<br />
kracht, doch het Licht des Va<strong>der</strong>s. Het Licht dat straalde uit het huis, dat Hij Zich had<br />
verkozen. En zoals ik een woning ben voor Hem, zoals ik één wil zijn met Zijn wezen, zo kunt<br />
gij een woning zijn voor Hem. Want uzelve te kennen tot het uiterste wil slechts zeggen op te<br />
gaan in de goddelijke Kracht.<br />
Men vraagt wel welke weg moeten wij gaan? En ik weet dat de weg, die ik u toon, velen uwer<br />
te eenvoudig zal lijken. Maar de weg Gods, de weg <strong>der</strong> waarheid, is eenvoudig, omdat hij zich<br />
niet b<strong>ek</strong>ommert om menselijke rede. Hij vraagt niet naar menselijke krachten of gebruiken. Hij<br />
vraagt slechts naar dit ene het Licht, dat is de adem van de Va<strong>der</strong>.<br />
Laat mij op deze dag, voor ik mij moet terugtr<strong>ek</strong>ken van u, u enige van deze regelen noemen:<br />
Zo gij uzelve wilt kennen, tracht één te zijn met uw God.<br />
Zo gij wijsheid wilt kennen, denk als mensen, maar vertrouw als kin<strong>der</strong>en op uw God.<br />
Indien gij wilt doordringen in de geheimen van verborgen krachten, weet dat er een Bron is.<br />
Zo<strong>ek</strong> deze Bron, niet het verschijnsel. Want slechts uit de Bron zelve kan de juiste, de<br />
volmaakte openbaring immers geboren worden.<br />
128<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
Ga uw weg zoals u zijt. Want gij zijt mensen en kin<strong>der</strong>en van de Schepper. Gij hebt een lange<br />
weg afgelegd. Leven na leven hebt ge samengevoegd en dat alles tezamen is het heden,<br />
waarin ge leeft.<br />
Gij kunt in dit heden de laatste sluier verbr<strong>ek</strong>en. Gij kunt in dit heden de waarheid zien. Maar<br />
deze waarheid is de waarheid van één zijn. Eén zijn met de mens, één zijn met de geest, één<br />
zijn met de Kracht Gods zelve, Die in u woont. Weest één.<br />
Besef wie uwe naasten zijn. Besef dat gij kunt samengaan met allen, die met u verwant zijn in<br />
de geest. Zo<strong>ek</strong> niet uw vijanden als naasten te zien, voordat ge aan uw verplichting jegens<br />
hen, die met u verwant zijn, voldaan hebt.<br />
Ontken de haat. En zo hij zich in u roert, overwin hem. Want hij is een van de grendels, die u<br />
buiten uw woning houden en u van uw erfrecht beroven.<br />
Zo<strong>ek</strong> het goedwillen in uzelf, maar wil niet slechts, want zo ge de juiste weg wilt volgen, is de<br />
daad onvermijdelijk en noodzakelijk. Slechts indien de wil tot daad wordt, voert hij u tot de<br />
erkenning van het ik, tot de aanvaarding van de ware Kracht.<br />
Besef dat al wat u gegeven is, u werd gegeven uit de liefde van de Kracht, Die u geschapen<br />
heeft en tracht elke dag weer deze liefde te realiseren. Zij is als een baken, dat u huiswaarts<br />
voert door de donkere nacht van onbegrepen bestaan.<br />
Verwerp niets op deze wereld, want het al is geschapen voor u, zoals gij zijt geschapen voor<br />
het al. Maar zo<strong>ek</strong> steeds het antwoord op die ene vraag: Wat voert mij tot in mijn wezen?<br />
Dien geen goden in kerken of tempels, tenzij zij reeds wonen in uw hart. En erken niet<br />
meer<strong>der</strong>e goden in uzelve, noch geef hen een aangezicht, doch zo<strong>ek</strong> naar het Licht, dat is de<br />
enige God.<br />
Dit is alles, wat ik u te zeggen heb. Het is de waarheid van eeuwen. Het is het Licht des<br />
Va<strong>der</strong>s, het is de grootste rijkdom, die ik u schenken kan met woorden en die wij u allen<br />
zouden willen schenken als Licht, zo u ons deze gave mogelijk maakt.<br />
De tijden zijn nabij, En weer zullen wij treden op een aarde, die wij lang geleden verlaten<br />
hebben. Wij die velen zijn en toch één. Een in de Va<strong>der</strong>, Die ons geschapen heeft. De stem die<br />
ge hoort.is de stem van een en toch van velen. Want ben ik niet zoon des Va<strong>der</strong>s en zijt gij<br />
niet kin<strong>der</strong>en van diezelfde Va<strong>der</strong>?<br />
Onze stemmen zullen zich verenigen, gij zult horen. Indien gij hoort, verwerp niet wat gij<br />
hoort, doch ontsluit uw harten, opdat gij bewust moogt zijn van het Licht.<br />
Dat de vrede des Va<strong>der</strong>s met u zij. Goedenavond.<br />
Vrienden, wij zullen nu een ogenblik moeten on<strong>der</strong>br<strong>ek</strong>en. Wij moeten de toestand even<br />
herstellen en geven dus het medium vrij. Tot zo dadelijk.<br />
o-o-o-o-o<br />
Goedenavond, vrienden.<br />
NABESPREKING<br />
U zult wel begrepen hebben, waarom wij na dat eerste gedeelte meteen hebben afgebroken.<br />
Dat zal wel duidelijk geweest zijn.<br />
Er zijn natuurlijk heel veel prettige dingen als je zo’n gast kunt krijgen dat is erg plezierig, erg<br />
aangenaam. Maar daar staat tegenover dat dan het gewone werk erbij zou blijven liggen. En<br />
dat is natuurlijk weer niet zo prettig. Vandaar dat ik allereerst graag zou willen beginnen met<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
129
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
wat we het gewone curriculum zouden kunnen noemen. U hebt daarnet een versie gehoord<br />
van esoterie en daar kunnen we in de eerste plaats al een paar lessen uit gaan tr<strong>ek</strong>ken. Dat<br />
maakt het ons gemakkelijk, dan hebben we wat min<strong>der</strong> te praten...<br />
De hele kwestie draaide hier klaarblijkelijk om de vraag: Hoe kom ik met alles wat ik weet en<br />
alles wat ik kan weer tot de aanvaarding van mijn eigen ik? En onze meester zou ik haast<br />
willen zeggen, deze hogere, heeft hier ook de zeer eenvoudige oplossing gegevens n.l. durf te<br />
vragen om in jezelf binnen te komen. Dat brengt het bovennatuurlijke en voor sommigen zelfs<br />
het aan bijgeloof grenzend weer sterk in het geding. Maar als we eerlijk zijn, zullen we moeten<br />
toegeven, dat er op een. gegeven ogenblik voor ons de onmogelijkheid bestaat om van dat<br />
eigen “ik” meer te begrijpen. Wij komen eenvoudig niet ver<strong>der</strong>. En het is juist hier, dat de rede<br />
achterblijft. We hebben u er al eens meer over gesproken.<br />
In de tweede plaats wil ik op nog iets wijzen. Dat is misschien iets vreemds voor, u een<br />
enkeling heeft het misschien gezien of gehoord dat is n.l. de bena<strong>der</strong>ingswijze, die deze<br />
spr<strong>ek</strong>er heeft gebruikt. Ik wil niet zeggen, dat het een staaltje was van spre<strong>ek</strong>techni<strong>ek</strong>, want<br />
het gaat nog iets ver<strong>der</strong>. Maar het blijkt dus mogelijk te zijn om zelfs door de materie heen<br />
(wat heel erg moeilijk is.) je eigen gedachten zo sterk tot gelding te laten komen, dat je<br />
daarmee alleen al een effect bereikt. Dat effect was in het begin eventjes zeer sterk. (Een<br />
enkeling heeft het misschien gevoeld als een prikkeling of als een tr<strong>ek</strong>ken van de hoofdhuid,<br />
dat komt ook nog al eens voor.) Daarna echter kregen we een gevoel van stilte. Het vreemde<br />
was dat die stem die stilte niet op de een of an<strong>der</strong>e manier verstoorde, maar er eigenlijk mee<br />
versmolt.<br />
Nu hebben we wel eens meer gesproken over incantaties en zo en ik geloof niet dat er ergens<br />
een juistere en betere methode bestaat dan u te laten horen wat daar eigenlijk mee mogelijk<br />
is. Ik wil helemaal niet zeggen, dat u hetgeen zo’n meester hier doet allemaal na kunt doen.<br />
Maar u hebt hier de zaak aan het werk gezien en u hebt waarschijnlijk kunnen aanvoelen, hoe<br />
juist door deze manier van uiting, van denken en al wat erbij hoort, deze entiteit, deze<br />
persoonlijkheid in staat was een gehele sfeer van een grote ruimte te vullen. Dit was zo sterk<br />
dat een enkeling er misschien zelfs ongedurig on<strong>der</strong> zal zijn geworden. Vooral degenen, die er<br />
eigenlijk helemaal bijhoren, die zullen dat heel vaak als iets ergerlijks, als iets vreemds<br />
on<strong>der</strong>vinden. Ben je er echter volledig mee in harmonie, dan is het eigenaardige weer, dat<br />
woorden, die op zichzelf heel eenvoudig zijn, een buitengewoon diepe bet<strong>ek</strong>enis krijgen en een<br />
diepe inhoud.<br />
Ook wanneer wij niet in staat zijn op deze manier even ons hele wezen a.h.w. eruit te gooien,<br />
is het toch wel de moeite waard erover na te denken hoe. dit is gebeurd. En dan hebben we<br />
hier te maken met het doodgewone stemorgaan van uw medium. Gewoon een menselijk<br />
orgaan, waar niets bij komt. We hebben te maken met een doodnormale uitstraling van<br />
gedachten van een zeer hoog gehalte, maar een uitstraling, zoals u die zelf misschien ook zou<br />
kunnen produceren, indien u die innerlijke rust, die sereniteit zou bezitten, die de spr<strong>ek</strong>er<br />
heeft. Wanneer wij nu weten hoe dat is, dan zult u misschien ook leren deze methode te<br />
gebruiken om an<strong>der</strong>en te bena<strong>der</strong>en. We zijn daarmee dan weer aan de grenzen van de magie<br />
g<strong>ek</strong>omen (van een zeer witte magie overigens), maar ik vond het wel belangrijk u hier even op<br />
te wijzen.<br />
En ten laatste wil ik u dan nog doen opmerken, wat misschien wel het meest vreemde is. Er<br />
zijn ontzettend veel geesten en groepen, die God on<strong>der</strong> allerhande namen gaan aanspr<strong>ek</strong>en.<br />
Zij spr<strong>ek</strong>en over het Goddelijke, het eerste Beginsel, de Kosmos, het Groot Kosmische, enz.<br />
Dat doe ik zelf ook wel eens. Is het u misschien opgevallen, dat juist deze spr<strong>ek</strong>er niet<br />
terugschrikt voor het meest eenvoudige begrip? Voor Va<strong>der</strong> in de eerste plaats en daarnaast<br />
als een enkele afwisseling het woord God,<br />
In die eenvoud ligt ook weer iets. Wij zijn heel vaak bang, om het hogere zo direct te<br />
bena<strong>der</strong>en. Je bent er een beetje huiverig voor en daarom spre<strong>ek</strong> je over die dingen met een<br />
z<strong>ek</strong>ere omkleding. Je gaat het voor jezelf a.h.w, een beetje meer bena<strong>der</strong>baar maken. Maar<br />
wanneer werkelijk puntje bij paaltje komt, dan is het dus klaarblijkelijk verstandig om die<br />
dingen bij hun meest gangbare namen te noemen. En dan heeft het dat is duidelijk gebl<strong>ek</strong>en,<br />
wij hebben dat van onze kant uit mooi kunnen zien in de uitstraling rond ons dan heeft het een<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
130
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
buiten gewone kracht, een zeggingskracht, een lichtende kracht, die veel groter is dan wat je<br />
zelfs met een bezwering had kunnen bereiken. Hieruit blijkt weer, dat de instelling van het<br />
eigen wezen het meest belangrijke is bij alle pogingen om hetzij je eigen innerlijk, hetzij het<br />
Goddelijke te bena<strong>der</strong>en.<br />
Dat waren dan enkele commentaren ik hoop dat niemand ze oneerbiedig zal vinden op de<br />
spr<strong>ek</strong>er, die er voor de pauze was. En nu staan we weer voor het probleem van het erkennen<br />
van het ik. Wij hebben daarbij al gesproken over on<strong>der</strong>bewustzijn, bovenbewustzijn en al wat<br />
erbij hoort. Maar het is toch belangrijk dat we een klein beetje van de psychologie van het<br />
menselijk wezen (dus ook van uw eigen wezen) gaan begrijpen en daarom zou ik vandaag een<br />
enkel woord willen wijden aan de wisselwerking, die er bestaat tussen geest en stof.<br />
Wanneer wij zeggen dat de geest een persoonlijkheid is, is dit volledig waar en juist. Maar zij<br />
mag niet verward warden met de stoffelijke persoonlijkheid. Wanneer wij zeggen dat het<br />
denken veel van de geest in zich bevat, dan is dit juist. Maar wanneer wij zeggen, dat het de<br />
geest volledig weergeeft, is dit onjuist.<br />
Wat betreft het lichaam, dit heeft zijn eigen denken, zijn eigen methode a.h.w. van reageren.<br />
Wanneer je wilt komen tot zelfkennis in de esoterische zin, zul je moeten leren dat lichaam uit<br />
te schakelen. Dat is erg gemakkelijk gezegd en heel erg moeilijk te doen. De factoren n.l. die<br />
samenhangen met het zuiver stoffelijk wezen zijn voor een groot gedeelte bepaald. Je zou<br />
kunnen zeggen dat de doorsneemens door erfelijke kwaliteiten en gewoontevorming (dus<br />
scholing) een bepaald gedragspatroon heeft, waarvan hij niet kan afwijken. Hij kan dit op<br />
verschillende manieren. rationaliseren, hij kan dus in zijn gedachten daaraan een an<strong>der</strong>e<br />
waarde geven, maar hij kan het niet helemaal veran<strong>der</strong>en.<br />
Dit onveran<strong>der</strong>lijk stoffelijk wezen is voor ons als deel van de persoonlijkheid betr<strong>ek</strong>kelijk<br />
onbelangrijk. Belangrijk is voor ons natuurlijk de geest zelf. Maar als je in de stoffelijke wereld<br />
leeft, dus als een mens in een lichaam, dan zijn er nog wat bezwaren aan verbonden, wanneer<br />
je die geest probeert te kennen. .<br />
In de eerste plaats openbaart die geest zich niet duidelijk. Er is wel iets in je dat spre<strong>ek</strong>t, maar<br />
wat is dat nu eigenlijk? Dat is heel erg moeilijk te zeggen.<br />
In de tweede plaats: omdat je in een lichaam leeft, ben je bijna niet in staat de impulsen van<br />
de geest te scheiden van de impulsen, die uit de stof komen maar daarbij niet direct uit het<br />
bewustzijn komen of uit de omgeving. Dus on<strong>der</strong>bewustzijn en geest worden vaak verward. Je<br />
zou die geest ver<strong>der</strong> nog willen kennen in haar kwaliteiten. Maar de kwaliteiten van de geest<br />
worden alleen kenbaar voor de mens, wanneer ze door de stof heen stralen. En dat bet<strong>ek</strong>ent<br />
ook alweer, dat wanneer er voor ons niet direct kenbare of direct logische kwaliteiten door die<br />
stof naar buiten komen, wij geneigd zullen zijn te zeggen: dat is de geest. Om de zelfkennis<br />
dus een beetje op te voeren, moeten wij de relatie tussen stof en geest goed kunnen<br />
begrijpen, goed kunnen verstaan. En dan stellen wij in de eerste plaats dit: Alles wat uit de<br />
geest komt, zal t.o.v. het stoffelijke niet volledig redelijk zijn. Ik hoor al iemand zeggen: Ja,<br />
dan is dus de geest krankzinnig. Neen, helemaal, niet. Maar die geest heeft een re<strong>ek</strong>s van<br />
totaal an<strong>der</strong>e waarden en waar<strong>der</strong>ingen dan de stof. Hieruit vloeit voort, dat de werking van<br />
de geest op de stof steeds is een tegengaan van de streng redelijke argumenten. Het is een<br />
soort verzachtende invloed, die alles wet je aan de hand van de rede en de kennis zou willen<br />
zeggen toch nog net eventjes menselijk maakt. Een verzachtende invloed op het redelijk<br />
argument.<br />
In de tweede plaats zegt men heel vaak: Die geest is dan toch wel grotendeels datgene wat<br />
wij geloven. Ook dit is niet waar. De geest bestaat voor zichzelve, dus ook onafhankelijk van<br />
het. lichaam. Zij heeft vele ervaringen gehad in het verleden, zij zal in de to<strong>ek</strong>omst meer<br />
ervaringen hebben en zij leeft ook wanneer zij in uw lichaam is a.h.w. op het peil van een<br />
bepaalde sfeer. (Daarover hebben wij al eer<strong>der</strong> gesproken.) Wanneer ik nu stel, dat die geest<br />
dus als zijnde een eigen wezen met een eigen inhoud bepaalde voorkeuren heeft, bepaalde<br />
gewoonten zal bezitten ook en daarnaast bepaalde vaste methoden van reactie heeft, geloof ik<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
131
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
niet, dat wij de plank, ver misslaan. Zo goed als, u lichamelijke gewoonten heeft, zal ook de<br />
geest gewoonten hebben.<br />
Nu is haar wereld een an<strong>der</strong>e dan de uwe. U kunt dus niet verwachten, dat zij voor de stof<br />
kenbare gewoonten heeft. Het patroon dat die gewoonten ook weer hebben (net zoals een<br />
mens dus een gedragspatroon heeft), zal voor die geest van an<strong>der</strong>e waarden afhankelijk zijn.<br />
En die waarden zijn (ik noem ze op, ik ga ze niet verklaren vandaag, of u moet er om vragen).<br />
132<br />
1. Het totaal van in het verleden liggende stoffelijke of geestelijke ervaringen.<br />
2. De bewust g<strong>ek</strong>ozen weg, die haar bij het begin van dit stoffelijk leven geïnspireerd<br />
heeft, die haar tot deze keuze heeft gebracht.<br />
3. De droom, die zij kent.<br />
Elke geest heeft voor zichzelf een droom, zogoed als mensen voor zichzelf een droom hebben.<br />
U droomt misschien van een nieuwe auto, van een televisietoestel, van een weerzien van<br />
degenen, die u zijn voorgegaan. Zo heeft die geest ook haar dromen. Haar dromen staan in<br />
verband met een vormloos iets, die wereld van God, waarin alles wat wij vorm noemen niet<br />
meer bestaat. Deze droom nu is evenmin volledig waar als uw dromen. Maar zij beïnvloedt<br />
evengoed die geest, als uw dromen op uw eigen gedrag invloed uitoefenen. Als u droomt van<br />
een nieuwe wagon, kijkt u naar elke nieuwe auto, die voorbij komt. Als u droomt van een<br />
televisietoestel, blijft u voor menige winkel staan, waarin zoiets tentoongesteld is. En zo heb je<br />
nog meer van die voorbeelden, het feit dus dat die geest ook door bepaalde dingen<br />
geconditioneerd is, maakt het ons mogelijk stoffelijk redelijk een gemiddelde aan te geven,<br />
waaraan de doorsnee-geest zal beantwoorden. Is dat duidelijk? Het gemiddelde van die<br />
doorsnee-geest zal dus zijn: Binnen de beperkingen van haar stoffelijk leven een maximum<br />
van voor haar belangrijke ervaringen op te doen. Zij wil haar droom verwerkelijken en,<br />
dientengevolge dwingt zij alles af, wat in de richting van die droom wijst.<br />
In de tweede plaats (want wij moeten het ook hier weer in een paar punten indelen) kunnen<br />
wij met z<strong>ek</strong>erheid zeggen, dat de gewoonte die de geest heeft bepalend is geweest Voor de<br />
toestand, waarin u bij geboorte u bevond. Indien u dus enig inzicht kunt krijgen in de<br />
omstandigheden (huiselijke en an<strong>der</strong>e, maatschappelijk ook), die voor u bepalend waren toen<br />
u geboren werd, die uw milieu uitmaakten, dan kunt u hierin de gemiddelde gewoonte van de<br />
geest zien. Want zelfs de min<strong>der</strong> bewuste geest laat zich bij een incarnatie leiden door haar<br />
gewoonten. Onthoud dit goed.<br />
Op deze manier gaan wij komen tot de volgende redenering. Wanneer ik mijn eigen geest wil<br />
kennen met uitschakeling van de stof, ga ik na wat was de hoofdtendens in het milieu, waarin<br />
ik geboren ben? En dan probeer ik mij daarbij te realiseren, de genegenheid en de vorm,<br />
waarin die genegenheid tot uiting kwam ik probeer mij te realiseren de welstand en de<br />
waar<strong>der</strong>ing, die daarvoor bestond, ik probeer mij ver<strong>der</strong> te realiseren het al of niet streven<br />
naar stoffelijke verbetering, die in dit milieu voorkwam.<br />
Is er sprake van absoluut geen stoffelijk streven, dan tracht ik mij te realiseren waarom dit<br />
niet plaatsvond. Daarmee heb ik een grondwaarde, waarmee ik kan gaan werken. Dan zeg ik:<br />
dat is het gewoonte idee van mijn geest. Nu heb ik ver<strong>der</strong> te maken met veel elementen, die<br />
absoluut onredelijk zijn. Ik kan niet precies zeggen: wat is on<strong>der</strong>bewustzijn en wat.is de geest.<br />
Maar ik kan wel zeggen: in mijn hele leven komt steeds dit of dat element naar voren. Je hebt<br />
mensen wier hele leven a.h.w. geleid wordt door een soort honger naar het mysti<strong>ek</strong>e, naar het<br />
paranormale, naar het occulte. An<strong>der</strong>e mensen worden juist voortdurend gejaagd naar contact<br />
met medemensen. En zo heeft ie<strong>der</strong> zijn eigen tendens. Deze tendens voegen wij hierbij. Wij<br />
zeggen dit is een - zij het gedeeltelijke - weerspiegeling van hetgeen de geest nastreeft. Er is<br />
nog een <strong>der</strong>de waarde, maar die kunnen wij stoffelijk niet bepalen, die kunnen wij niet ver<strong>der</strong><br />
definiëren. Ik laat ze dus buiten beschouwing.<br />
Heb ik deze twee waarden uitgezocht, dan kijk ik naar wat ik ben op dit ogenblik, lichaam en<br />
geest, alles bij elkaar. En dan ga ik zeggen wat ik mij van de wereld voorstel en wat toen was,<br />
heeft een relatie met elkaar. En deze relatie is niet logisch of redelijk, zelfs niet volgens de<br />
beste kennis van de dieptepsychologie. Het onredelijk element daarin is de beïnvloeding van<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
de geest op de stof. En dan kunnen wij natuurlijk gaan proberen dit helemaal uit te zo<strong>ek</strong>en,<br />
maar het is meestal voldoende, wanneer je daar een klein idee van hebt, een heel klein ideetje<br />
maar. Want wanneer je weet wat dus onredelijk is, dan weet je ook wat voor jou bij je zo<strong>ek</strong>en<br />
naar zelfkennis het meest belangrijke is. Voor ons is het niet belangrijk dat we alle vaste<br />
waarden nazo<strong>ek</strong>en. het is voor ons belangrijk dat we de onb<strong>ek</strong>ende elementen, die ons steeds<br />
weer beïnvloeden, weten vast te leggen. Op deze manier alleen kom je tot een grotere<br />
zelfkennis. Commentaar of vragen?<br />
Mijn moe<strong>der</strong> was geen Ne<strong>der</strong>landse. Ikzelf ben met een buitenlandse getrouwd en mijn<br />
kin<strong>der</strong>en ook allen. Die tendens heeft zich dus voortgezet, wat in overeenstemming is met<br />
wat u gezegd hebt.<br />
Natuurlijk. Nu moet u eens heel goed nagaan natuurlijk zit deze tendens erin, maar er moet<br />
dan een gemeenschappelijke oorzaak zijn aan te wijzen. Als u de gemeenschappelijke oorzaak<br />
hebt, dan hebt u een aardige bepaling.<br />
Een gemeenschappelijke oorzaak van wat?<br />
Van het feit, dat uw va<strong>der</strong> met een buitenlandse trouwde en u. Daar moet op de een of an<strong>der</strong>e<br />
manier iets belangrijks bij zitten, an<strong>der</strong>s kan het niet. Dat, is niet alleen toeval. Wanneer u dit<br />
nagaat komt u vanzelf een eindje ver<strong>der</strong>. Probeer dit eerst eens voor uzelf uit te kienen, dan<br />
kunnen wij daar altijd een volgende keer nog over praten.<br />
De psychologen zeggen dat je herhaalt wat om je heen plaatsvindt in je jeugd. Dus is het<br />
een herhaling...<br />
Dat is nu juist het typische. De psychologen spr<strong>ek</strong>en wel van een herhaling, maar er is altijd<br />
maar sprake van een gedeeltelijke herhaling. En waarom wordt nu die herhaling op een<br />
bepaalde manier gevarieerd? Dat is het belangrijke.<br />
Maar alles wat je leert wanneer je jong bent is toch nabootsing? Je bent toch allemaal<br />
aapjes. En dat blijf je eigenlijk een beetje. Je blijft nabootsen.<br />
Daarin hebt u wel een beetje gelijk. Maar u moet een ding niet vergeten, wat je nabootst is<br />
over het algemeen de uiterlijke manier, maar het is niet de wijze van bena<strong>der</strong>ing. Laten we het<br />
zó zeggen, zelfs op het gebied van een huwelijk. Ie<strong>der</strong>een trouwt. Dus, zegt het meisje, al<br />
mijn vriendinnen zijn getrouwd, ik wil ook trouwen. Dan is het mogelijk dat ze dus naar een<br />
huwelijk streeft, wat eigenlijk gesticuleerd wordt door een z<strong>ek</strong>ere drang tot nabootsen, een<br />
poging om niet alleen te blijven staan en min<strong>der</strong>waardig te zijn. Maar het kan ook zijn, dat<br />
zo’n meisje zon<strong>der</strong> meer ineens een contact heeft met iemand, wat alles uitsluit. Ook al zou er<br />
geen huwelijk uitkomen, het zou voor haar, op dat ogenblik niets uitmaken. En dat is juist dat<br />
verborgen element, dat bij heel veel mensen een rol speelt.<br />
Gaan we nu zeggen dat de kwestie van nabootsing alles bepalend is, dan zou er geen sprake<br />
moge zijn van vooruitgang. Maar het vreemde is, dat alle nabootsing slechts gedeeltelijk is.<br />
Dat ver<strong>der</strong> die nabootsing zich over het algemeen meer op de uiterlijkheden richt dan op het<br />
innerlijk. Manieren worden in<strong>der</strong>daad heel sterk overgenomen. Voorstellingen van goed en<br />
kwaad, van belangrijkheid en zo worden in<strong>der</strong>daad ook vaak overgenomen, Typisch is echter<br />
dat b.v, ideeën en idealen zelden worden overgenomen en nagebootst, maar meestal in een<br />
tegen stelling worden geuit. En zo kan ik ver<strong>der</strong>gaan. Er zijn dus ook re<strong>ek</strong>sen van<br />
tegenstellingen. Maar die tegenstelling moet ook verklaarbaar zijn uit het milieu bij de<br />
geboorte. Begrijpt u? Dientengevolge aannemend dat er sprake is van een vrije keuze moet de<br />
afwijking het gevolg zijn van de zuiver stoffelijke loop van gebeurtenissen plus nog iets. En dat<br />
dus is dan ten dele misschien on<strong>der</strong>bewustzijn, maar in 9 van de 10 gevallen gaat het ver<strong>der</strong>.<br />
Vandaar dat ik ook heb gezegd een gemiddelde waarde voor de gemiddelde geest. En dat<br />
beetje, wat dan ver<strong>der</strong>gaat dan. het on<strong>der</strong>bewuste, is dan de uitdrukking van de droom van de<br />
geest a.h.w., die wordt geprojecteerd in de stof. Kunt u het volgen?<br />
Dan gaan we nu over naar het tweede gedeelte van onze les. En dan wil ik het ditmaal met u<br />
hebben over een zeer typische waarde in het leven, die vroeger geheel tot het paranormale<br />
behoorde en die tegenwoordig vaak ger<strong>ek</strong>end wordt tot de normale verschijnselen zon<strong>der</strong> dat<br />
helemaal te zijn. Ik bedoel hier n.l. de suggestie. Suggestie is een zeer belangrijke waarde,<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
133
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
wanneer wij haar bewust kunnen hanteren. Want in een <strong>der</strong>gelijk geval kunnen wij in een<br />
an<strong>der</strong> een gesteldheid w<strong>ek</strong>ken, waardoor hij beantwoordt aan de voor ons ideale eisen.<br />
Suggestie, bet<strong>ek</strong>ent in z<strong>ek</strong>ere zin een vert<strong>ek</strong>enen van de werkelijkheid. Maar elk vert<strong>ek</strong>enen<br />
van de werkelijkheid brengt met zich mee dat het individu, dat in de vert<strong>ek</strong>ende werkelijkheid<br />
gelooft, vanuit zichzelf alles zal doen om deze vert<strong>ek</strong>ende werkelijkheid te realiseren, dus tot<br />
een feitelijke werkelijkheid te maken.<br />
Wanneer ik een patiënt een voldoende suggestie geef dat hij beter zal worden, dan zal hij<br />
vanuit zichzelf in<strong>der</strong>daad alles doen om beter te worden, want hij voelt zich beter en werkt dus<br />
intens om zichzelf in<strong>der</strong>daad beter te maken. Wanneer ik iemand vertel, dat hij op sterven ligt,<br />
dan kan hij zich buitengewoon levendig voelen maar is de suggestie sterk genoeg, dan gaat hij<br />
alle kwalen voelen, die aan op sterven liggen vooraf gaan en zal in zeer korte tijd misschien<br />
zelfs vooral wanneer hij sterk vatbaar is voor suggestie in<strong>der</strong>daad in die toestand verkeren.<br />
Dat mogen wij nooit vergeten. Suggestie is een buitengewoon sterk wapen wanneer het<br />
bewust wordt gehanteerd en met voldoende overtuiging.<br />
Hu behoren er echter elementen bij die niet normaal zijn. U kunt suggestie gebruiken zoveel<br />
als u wilt en u zult maar een gedeeltelijk resultaat kunnen bereiken, zolang in uzelf geen<br />
volledig geloof is, Maar op het ogenblik dat u intens gelooft aan hetgeen u de an<strong>der</strong><br />
suggereert, is de mogelijkheid 99 ten 100 dat hij dit in<strong>der</strong>daad kan aan vaarden en in die<br />
aanvaarding de suggestie volledig werkzaam wordt. Nu ligt juist hier een eigenaardigheid. Ik<br />
moet zelf geloven in hetgeen ik verklaar en suggereer, om voor een an<strong>der</strong> die suggestie<br />
helemaal aanvaardbaar te maken. Ligt dit nu maar alleen in de overtuiging waarmee ik het<br />
zeg? Voor een deel misschien wel. Maar veel meer ligt het in iets an<strong>der</strong>s. Op het ogenblik dat<br />
ik een suggestieve werking ongeacht van welke geaardheid uitoefen op een an<strong>der</strong>, zal mijn<br />
gedachte-invloed op die an<strong>der</strong> sterk geconcentreerd zijn. Elke poging tot beïnvloeding houdt<br />
niet alleen in een stoffelijk maar ook een geestelijk of een gedachtecontact. Op het ogenblik<br />
dat mijn eigen denken met volle overtuiging hetgeen ik uit op stoffelijke wijze op die an<strong>der</strong> af<br />
druk, prepareer ik hem dus geestelijk, ik conditioneer hem geestelijk, om die suggestie<br />
volledig te aanvaarden. Ik zal daarmee vele weerstanden, die in mijn patiënt zijn, a.h.w.<br />
wegdrukken. En dat houdt in, dat ik als suggestor afstand moet doen van mijn eigen rede op<br />
het ogenblik, dat ik een suggestie probeer uit te oefenen. Op het ogenblik dat ik suggestie<br />
gebruik als, een middel om an<strong>der</strong>en te helpen, als een wapen om an<strong>der</strong>en te beïnvloeden, zal<br />
ik mijn eigen redelijke processen moeten uitschakelen. Ik zal eerst mijzelf moeten overtuigen<br />
van de waarheid. van hetgeen ik ga zeggen. Eerst wanneer ik dit volledig bereiken kan, al is<br />
het maar voor een korte tijd, zal ik een maximale invloed op de an<strong>der</strong> kunnen hebben.<br />
Negatief is dit dus ook waar.<br />
Ja, natuurlijk,<br />
Ik bedoel daarmee, als je iets zegt en je ziet in, dat dat niet goed is en je herroept dit, dan<br />
heb je de suggestie al uitgeoefend.<br />
Ja. Maar indien u begrijpt dat die suggestie verkeerd was en u zult het herroepen met dezelfde<br />
overtuiging, dan doet u de hele suggestie teniet. De kwestie is echter: wanneer je eenmaal<br />
iets gezegd hebt en je wilt het terugnemen, dan doe je dat nooit van ganser harte. En daarin<br />
schuilt de fout. En daardoor kan die suggestie dan toch nog enigszins werkzaam blijven, zij het<br />
verzwakt. Nu moet u goed begrijpen dat suggestie en auto suggestie twee zeer machtige<br />
wapenen zijn, die wij kunnen gebruiken om moeilijkheden te overwinnen, zowel van meer<br />
zielkundige aard, van meer stoffelijke aard als ook weerstanden in onszelf tegen de erkenning<br />
van het ik. Hierbij moet u het volgende nu eens goed onthouden.<br />
Wanneer ik mij voortdurend voorhoud, dat ik iets ben en ik heb daarvan een gedefinieerde<br />
voorstelling, zodat ik hierin zelf geloof, zal ik mijzelf vervormen in de richting van hetgeen ik<br />
geloof. Op het ogenblik dat ik mij voorstel een grote macht te hebben, een grote kracht, een<br />
grote potentie, onverschillig wat, zal ik deze aan de. hand van dit voorstellingsvermogen en<br />
het innerlijk geloof in<strong>der</strong>daad kunnen verwerkelijken. Op het ogenblik echter dat ik begin te<br />
geloven dat ik mijzelve voldoende ken, zal ik geneigd zijn alle factoren, die niet met het<br />
erkende ik in overeenstemming zijn, terzijde te stellen en te on<strong>der</strong>drukken. Ik zal zo in<strong>der</strong>daad<br />
134<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
de hoofdtonen van mijn eigen wezen vervormen in de richting van de uitgeoefende auto<br />
suggestie.<br />
Is dat goed?<br />
Dat kan heel goed zijn. Op deze manier oefenen we wat u noemt zelfbedrog uit maar dit<br />
zelfbedrog is geen blijvend zelfbedrog, omdat wij overgaan tot realisatie. Dan kunnen wij ook<br />
zeggen dat het zelfbedrog is, wanneer een vrouw naar een schoonheidsspecialiste gaat en zich<br />
de gelaatshuid laat bijtr<strong>ek</strong>ken, zich van allerhande hulpmiddelen. bedient om er mooier uit te<br />
zien. Maar het vreemde is, wanneer zij het niet doet, heeft zij niet de zelfverz<strong>ek</strong>erdheid van<br />
optreden, die voor haar noodzakelijk is. Dus hier is een relatie tussen. Nu kunnen we zeggen:<br />
ze weet heel goed. dat het niet haar eigen haarkleur is, dat ze oorspronkelijk, een rimpelhuid<br />
had, enz, enz. En dan willen wij niet eens spr<strong>ek</strong>en over de pantsers, die tegenwoordig vaak<br />
met schuimrubber gevuld zijn. Men weet dat het zelfbedrog is, en toch geeft het een<br />
overtuiging en zelfverz<strong>ek</strong>erdheid. Het bevor<strong>der</strong>t dus een juister en beter optreden. Dat zult u<br />
met me eens zijn.<br />
Alsof je een mooiere mantel aanhad. Maar voor de geest, voor het zielenleven lijkt mij dat<br />
toch wel wat an<strong>der</strong>s.<br />
Neen, dat is niet an<strong>der</strong>s. Nu moet u goed luisteren. Als we dit stoffelijk kunnen aanvaarden,<br />
dan moeten we ook heel goed begrijpen, dat de geest.in feite deel heeft aan alle sferen. Dat zij<br />
in al die sferen zich vrijelijk kan bewegen, wanneer zij die sferen kan aanvaarden dat ze de<br />
krachten.van die sferen vrijelijk kan gebruiken, zodra zij het bewustzijn heeft. dat zij zich in<br />
die sfeer bewegen kan en die kracht dus kan projecteren. Op het ogenblik dat wij dus zelfs<br />
door deze auto suggestie, de delen van ons wezen, die voor onszelf onaanvaardbaar zijn en<br />
die een remming zijn voor het aanvaarden van een bepaalde geestelijke sfeer of toestand,<br />
weten te on<strong>der</strong>drukken, zullen wij handelen alsof wij datgene waren wat wij onszelf<br />
suggereren. Hier is in het begin sprake van een zelfbedrog. Maar naarmate wij geestelijk<br />
ver<strong>der</strong> komen, stimuleren wij datgene, wat wij ons geestelijk voorstellen (de suggestie dus)<br />
steeds sterker. Een suggestie, die niet op werkelijkheid gebaseerd is, is in deze zin natuurlijk<br />
noodlottig want je kunt jezelf niet geheel omvormen zon<strong>der</strong> een deel van jezelf daarbij geheel<br />
te vernietigen. Maar baseer je je nu op hetgeen in jezelf aanwezig is en kan je dat ver<strong>der</strong><br />
ontwikkelen, dan zul je de eigenschappen die je begeert, die belangrijk voor je zijn, sterk<br />
ontplooien en de rest is on<strong>der</strong>ontwikkeld. Wat een gezwel was dat storend was wordt een<br />
wratje of zelfs een soort van mouche, dat je haast niet meer ziet. Daardoor heb je het<br />
zelfvertrouwen om geestelijke krachten te hanteren, geestelijke lessen te aanvaarden,<br />
geestelijk contact te zo<strong>ek</strong>en op een terrein, waar je dat oorspronkelijk niet kon. Deze<br />
ontwikkeling bet<strong>ek</strong>ent, dat wanneer de eventueel on<strong>der</strong>drukte delen zich weer ver<strong>der</strong> gaan<br />
ontwikkelen, dit op een harmonischer wijze gebeurt, aangezien er een hoger bewustzijn is. Zo<br />
beantwoordt men dus aan deze suggestie op den duur volledig door zijn gedrag... En nu en<br />
daar draait het nu om is in de stof de werkelijkheid altijd dezelfde. Een mooiere mantel maakt<br />
geen mooiere vrouw. Maar laten we dan eens stellen dat wanneer de idee bepalend is de<br />
mooie mantel wel een mooiere vrouw maakt en dat het eenmaal verkregen bewustzijn van<br />
schoonheid kan blijven voortbestaan, als de mantel is weggevallen. Waar de idee bepalend is<br />
in de wereld van de geest voor de sferen, die je kunt bena<strong>der</strong>en, waar de eigen instelling<br />
bepalend is voor de krachten, die je kunt aanboren, is het wel zeer belangrijk, dat wij deze<br />
autosuggestie voor onszelf gebruiken om toegang te verkrijgen tot gebieden, die in<strong>der</strong>daad<br />
deel van ons wezen zijn, maar die we tot nu toe door een z<strong>ek</strong>ere miskenning van het eigen<br />
wezen niet durfden te betreden. Heb ik het hiermee duidelijk gemaakt?<br />
Dat is dan nog niet een bewust betreden, nietwaar?<br />
Dit houdt een steeds bewuster betreden in. Of u hiervan stoffelijk bewust zult zijn, hangt weer<br />
van uw stoffelijke instelling af. Geestelijk zult u er zich in ie<strong>der</strong> geval van bewust zijn. En dat<br />
geestelijke bewustzijn zal zich on<strong>der</strong>drukt misschien door vele stoffelijke lagen en factoren<br />
toch altijd ook stoffelijk blijven openbaren en werken. Zelfs wanneer je de oorzaak en de reden<br />
daarvan niet volledig erkent.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
135
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
En nu nog even iets an<strong>der</strong>s over de suggestie en dan gaan we weer over tot het <strong>der</strong>de en<br />
laatste deel van onze les.<br />
Wanneer we op een gegeven ogenblik suggestie op een an<strong>der</strong> uitoefenen, dan lijkt dit zo<br />
gemakkelijk. Je denkt: Nu ja, als ik nu maar voldoende suggereer, dan heb ik in ie<strong>der</strong> geval<br />
een werking ten gunste. Maar dit is niet waar. Met elke suggestie is volledig aanvaardbaar<br />
voor degene, op wie we de suggestie richten. Elke suggestie, die op een an<strong>der</strong> wordt gericht,<br />
moet in overeenstemming met diens wezen en zo mogelijk in directs aanleuning aan diens<br />
oorspronkelijke ideeën worden gegeven. Een suggestie, die begint bij de basis van de<br />
denkbeelden van een an<strong>der</strong>, kan zeer veel bereiken. Een suggestie echter, die in strijd is met<br />
hetgeen de an<strong>der</strong> tot nog zich heeft voorgesteld, zal zeer waarschijnlijk schipbreuk lijden of<br />
althans maar zeer korte tijd van kracht zijn. Suggestie bet<strong>ek</strong>ent voor ons een middel om in de<br />
personen, die wij willen helpen of willen beïnvloeden alleen ten goede natuurlijk de delen van<br />
hun persoonlijkheid, van hun persoonlijke krachten, die voor ons belangrijk zijn, sterk te<br />
ontwikkelen en gelijktijdig de nadruk, die lag op voor ons onaanvaardbare of voor de mens<br />
ongunstige facetten, zo zeer te verzwakken, dat hieraan slechts weinig aandacht wordt<br />
gegeven..<br />
Dit schijnt we<strong>der</strong>om een misleidingsproces te zijn maar is het in werkelijkheid niet, omdat wij<br />
immers door het wegnemen van bepaalde belemmeringen en het gelijktijdig stimuleren van de<br />
gunstige factoren in de persoon een veran<strong>der</strong>ing tot stand kunnen brengen. Vergeet niet dat<br />
wij nooit een persoonlijkheid buiten onze eigene kunnen normaliseren. Het is onmogelijk een<br />
persoon precies in overeenstemming te brengen met de norm, die volgens u normaal of<br />
redelijk is. U kunt slechts trachten de persoon zo zeer in de richting van het normale te<br />
brengen, dat hij met zijn eigen persoonlijkheid en afwijkingen aan de uiterlijk gestelde normen<br />
van het normale kan beantwoorden, terwijl hij gelijktijdig binnen dit aanvaardon van het z g.<br />
normale komt tot een zo groot mogelijk innerlijk leven, een zo groot mogelijke daadkracht,<br />
een zo groot mogelijke innerlijke vrede en geluk.<br />
En nu het laatste deel: Het zal u wel eens zijn opgevallen, dat wanneer je spre<strong>ek</strong>t over magie<br />
heel veel mensen huiverig zijn. Het zal u ook wel eens zijn opgevallen, dat an<strong>der</strong>en juist als<br />
uitgehongerde wolven zich werpen op alles, wat maar met magie te maken heeft. Dat heeft<br />
natuurlijk zijn reden. Hen stelt zich n.l. ofwel magie voor als iets dat schadelijk is of uit de aard<br />
<strong>der</strong> zaak met duistere en boze krachten moet werken dan wel men meent daarin een<br />
persoonlijk machtsmiddel te vinden. Laat mij even duidelijk stellen dat alles wat met magie<br />
samenhangt alleen een feitelijke werking kan bereiken, indien het niet gecentreerd is op de<br />
eigen persoonlijkheid. Volgons de wetten <strong>der</strong> magie is het onmogelijk in en vanuit het “ik”<br />
veran<strong>der</strong>ingen tot stand te brengen alleen voor dat ik. Er zal altijd een ver<strong>der</strong>e persoonlijkheid,<br />
een tussenfase a.h.w. ingeschakeld moeten worden.<br />
Magie is noch duister noch gevaarlijk, indien wij ons realiseren dat wij werken met een re<strong>ek</strong>s<br />
van vaste wetten. Deze vaste wetten mogen dan wel niet behoren tot hetgeen thans<br />
wetenschappelijk als juist is erkend, maar het zijn desalniettemin wetten, die gelden niet<br />
alleen op aarde maar in alle werelden, waarin soortgelijke verhoudingen tussen materie en<br />
meer etherische krachten bestaan. Ik wil u niet al te veel van die magie leren. Ik begin<br />
bovendien weer zo langzamerhand tegen het einde te lopen van mijn betoog, maar ik ga u<br />
weer een paar kleine regels geven en die regels zijn eigenlijk wetjes. In de eerste plaats: Alle<br />
magie, die gebruikt wordt zon<strong>der</strong> eigenbaat, is uit de aard <strong>der</strong> zaak witte magie. Wanneer<br />
witte magie optreedt bet<strong>ek</strong>ent dit dat de werkingen niet door de magiër zelf worden vol bracht,<br />
maar dat hij de aanstoot is tot werkingen, die zich vanuit een lichtere wereld of sfeer<br />
projecteren op de wereld. Vergelijkend de engel waarmee de jonge Tobias worstelt om de<br />
oude van blindheid te genezen. Hier hebt u een typisch voorbeeld van witte magie. In zijn<br />
onzelfzuchtigheid wint hij, zelfs wanneer hij de strijd verliest, en hij heeft zelf daarvan geen<br />
enkele schade. Onthoud: de hoogste en lichtste krachten zullen te allen tijde de harmonie in<br />
de kosmos bevor<strong>der</strong>en. Zij zullen daartoe alles doen wat binnen de Wetten van gelijkblijvende<br />
velden en oorzaak en gevolg mogelijk is. Iemand die vanuit zichzelf een <strong>der</strong>gelijke correctie<br />
instigeert is magiër. Zodra hij er echter zelf bij betrokken wordt, zal hij niet meer het licht<br />
kunnen bereiken. Het enige wat dan reageert is een. duistere kracht.<br />
136<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
In de tweede plaats Alle magie is wetmatig. D.w.z. dat magisch ritueel en alles wat wij daarbij<br />
gebruiken slechts een weerspiegeling is van de innerlijke gesteldheid, die nodig is om bepaalde<br />
krachten te stimuleren en aan het werk te krijgen. Wij kunnen dit dus ook doen zon<strong>der</strong> ritueel.<br />
Wij kunnen dit zelfs doen zon<strong>der</strong> een ver gespecificeerde kennis van alle krachten op zichzelf<br />
de innerlijke afstelling, het innerlijk volledig geloven in God en de mogelijkheid, dat God een<br />
bepaald won<strong>der</strong> verrichten zal, bet<strong>ek</strong>ent reeds dat alle krachten, die hier kunnen ingrijpen<br />
vanuit het licht, zon<strong>der</strong> daarbij tegen de onmiddellijk groot goddelijke wetten in te gaan, zich<br />
aan de verwezenlijking van die taak zullen wijden.<br />
In de <strong>der</strong>de plaats: Men dient bij het gebruikmaken van magische procedures zich altijd te<br />
realiseren, dat men nooit iets kan bereiken of kan stimuleren, wat niet in het eigen ik leeft.<br />
Een zen<strong>der</strong> kan niet uitzenden wat niet eerst als signaal in deze zen<strong>der</strong> is ingebracht. Heel<br />
begrijpelijk dus. Wees voorzichtig met uw eigen inhoud aan gedachten, begeerten en angsten,<br />
wanneer u ooit overgaat tot een handeling, die magisch of semi-magisch is. Slechts degenen,<br />
die eigenlijk geheel onverschillig tegenover het leven zouden staan, zouden in staat zijn<br />
voortdurend de juiste dingen tot stand te brengen. Daar u deze onverschilligheid niet bezit is<br />
het zaak, zelfs voor een gebed of meditatie, die sterk op een an<strong>der</strong> gericht is altijd het eigen<br />
“ik” a.h.w. te zuiveren en te reinigen van alle gedachten, begeerten en angsten, die daarmee<br />
niet in overeenstemming zijn.<br />
Het zijn maar een paar regels, zoals u merkt en ik vind dit voor vandaag dan wel voldoende. Ik<br />
hoop dat u de nodige aandacht aan hetgeen ik gezegd heb zult wijden, maar vooral ook dat u<br />
zult trachten de inhoud te doorgronden van hetgeen onze gastspr<strong>ek</strong>er deze avond heeft<br />
gezegd. Goedenavond.<br />
o-o-o-o-o<br />
DE WACHTERS AAN DE POORT<br />
Het begrip van de wachter aan de poort is tamelijk romantisch.<br />
Hei stamt uit de leer van oude geheimscholen, heeft deel uitgemaakt van de magie en is door<br />
een laten we zeggen occult romancier ook een beetje beter b<strong>ek</strong>end geworden bij de le<strong>ek</strong>.<br />
On<strong>der</strong> een wachter aan de poort verstaan wij echter geen directe en feitelijke persoonlijkheid,<br />
maar een samengestelde persoonlijkheid. Wanneer wij een nieuwe wereld binnentreden, zullen<br />
wij over het algemeen de scheiding bena<strong>der</strong>en die er voor ons uitziet als een spiegel. In die<br />
spiegel worden al onze vrezen voor het onb<strong>ek</strong>ende zichtbaar. Daar door ontstaat een voor ons<br />
werkelijk beeld. Degene die ons de spiegel voorhoudt is eigenlijk de werkelijke wachter van de<br />
poort. Deze wachter kan heel vaak een entiteit zijn, die niet als mens heeft geleefd. Wij<br />
kennen hen in de meer verschrikkelijke vormen, zoiets als de tempelwachters. we kennen hen<br />
in de gedaanten van engelen of zelfs van kin<strong>der</strong>en. Die wachters wisselen steeds, dus niet<br />
ie<strong>der</strong>een ontmoet aan een bepaalde poort dezelfde wachter. Er moet innerlijk een z<strong>ek</strong>er<br />
verband zijn met de entiteit, die u aan de grens van twee werelden opwacht. Noodzakelijk is<br />
daarvoor dat u die wereld bewust betreedt. Wanneer u een wereld onbewust betreedt, dan zult<br />
u ofwel door een an<strong>der</strong> geleid worden (waarbij dus de spiegeling grotendeels wegvalt), dan wel<br />
u zult er zich helemaal niets van herinneren en alle angsten, die u kent en alle<br />
onaangenaamheden, die in u schuilen, zullen vanzelf daarbij ook vergeten worden. Maar dat<br />
spiegelbeeld concentreert zich steeds weer in datgene, wat je in jezelf of voor jezelf vreest.<br />
Het beeld bouwt zich dan meestal als volgt op (dus dit is een schema van wat een wachter aan<br />
de poort kan zijn):<br />
In de eerste plaats al datgene wat je in jezelf haat en veracht. In de tweede plaats al datgene<br />
waarvan je een ingeboren afkeer hebt. In de <strong>der</strong>de plaats: je ziet dan ook nog al die dingen,<br />
waarvoor je om een of an<strong>der</strong>e reden uit ervaring angst kent.<br />
Dus als je nu een afkeer hebt van slangen, dan is je wachter aan de poort zeer waarschijnlijk<br />
een soort Medusa. Als je bang bent laten we zeggen voor vrouwen of mannen, dan kun je<br />
z<strong>ek</strong>er zijn, dat de kent<strong>ek</strong>enen van hetgeen je vreest eveneens in dat beeld liggen. Dat houdt<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
137
138<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
dus in, dat de wachter aan de poort vanuit menselijk standpunt gezien een imaginair wezen is.<br />
Geestelijk gezien is hij een volledig reële kracht.<br />
Hij heeft een onaangename eigenschap. Wanneer je die wachter aan de poort eenmaal<br />
overwonnen hebt, zal hij in alle werelden voor jou kenbaar blijven. Dus wanneer je eenmaal<br />
zo’n sfeer a.h.w., bereikt hebt, dan zal elke keer dat je die sfeer verlaat voor jou datzelfde<br />
beeld bestaan. Het zal je mee kunnen beïnvloeden in je besluiten en beslissingen. Je moet die<br />
angst daartegen niet één keer overwinnen dat kan soms een, twee, drie met de moed <strong>der</strong><br />
wanhoop neen, je zult voortdurend meester moeten blijven daarvan.<br />
De werkelijkheid vanuit de geest gezien bestaat hierin: Degene die u dit spiegelbeeld toont,<br />
die Scheingestalte dus, is een reële entiteit, dus een werkelijke geest. En nu kun je die<br />
mijnentwege een engel of een duvel noemen, maar die geest blijft bij dit beeld. Hij is ervoor<br />
verantwoordelijk, dat u steeds beantwoordt aan dat beeld. Eerst op het ogenblik, dat u<br />
toegeeft aan dat beeld, verdwijnt het voor u, om de doodeenvoudige reden dat de geest, die<br />
net u getoond heeft, dan bij dit gedrag niet in staat is ver<strong>der</strong> in uw nabijheid te blijven. Op het<br />
ogenblik dat u we<strong>der</strong>om op een peil komt, waarbij u dat beeld zou kunnen overwinnen, wordt<br />
het u opnieuw getoond. Want door eenmaal een bepaal de wereld of sfeer binnen te gaan,<br />
verplicht u zich a.h.w. daar steeds terug te keren. Het is nu niet meer een voorrecht zo’n<br />
wereld te betreden, maar het is een plicht te beantwoorden aan de regels van die wereld en<br />
die wereld voortdurend te kennen. Dat is zo’n heel klein beetje het voornaamste van die<br />
wachters aan de poort.<br />
U weet u ook wel dat er heel veel verschillende soorten van poorten zijn. We kennen<br />
indelingen in 3 x 3 we kennen indelingen van 7 we kennen van 6 en 3 (dus 9 in totaal) en zo<br />
bestaan er verschillende. Het aantal poort en dat wij doorgaan wordt bepaald door het aantal<br />
van bewustwordingen of inwijdingen zo u wilt die wij on<strong>der</strong>gaan, waardoor wij in staat worden<br />
een nieuw gebied van eigen geest zowel als van de rond ons bestaande wereld te betreden.<br />
Neem je grote stappen, dan zijn er weinig poort en maar is elke poort bijzon<strong>der</strong> zwaar. Neem<br />
je kleine stapjes, dan zul je meer poorten doorgaan, maar je zult daarentegen per poort<br />
min<strong>der</strong> moeilijke beslissingen te nemen hebben. Gezien het feit dat de doorsneemens een<br />
re<strong>ek</strong>s van eigenschappen met alle mensen gemeen heeft, is met z<strong>ek</strong>erheid te stellen dat<br />
iemand, die vanuit het menselijk bestaan deze poorten doorgaat, ongeveer dezelfde wachters<br />
zal ontmoeten. De volgorde echter, waarin dit zal geschieden, is afhankelijk van de geestelijke<br />
ontwikkeling van die mens. Je kunt links om en rechts om maken en aan allebei de kanten is<br />
een poort. Maar ben je die poort rechts doorgegaan, dan kom je toch weer door die poort links<br />
vandaag of morgen terug en moet je ook daar die wachter passer en. En omg<strong>ek</strong>eerd.<br />
Het is praktisch onmogelijk voor mens of geest om te ontkomen aan deze verschillende<br />
inwijdingen. Zij maken deel van het wezen uit. Alleen door dat eigen ik en alles wat daarmee<br />
samenhangt eenvoudig te ontkennen is het ons mogelijk tijdelijk deze inwijdings- en<br />
bewustwordingsgang stop te zetten. Doen we dit, dan verkeren wij echter in het duister, zoals<br />
dat heet en komen wij terecht in wat menig gelovige de hel noemt. Een hel overigens, die<br />
geboren wordt uit ons eigen wanbegrip, ons eigen misverstand, onze eigen interpretatie van<br />
het duister. En dat zijn de hoofdpunten van dit on<strong>der</strong>werp. Zijn er nog vragen?<br />
Kun je <strong>der</strong>gelijke poorten ook doorgaan, voordat je deze wereld verlaat?<br />
Natuurlijk. U kunt die poorten te allen tijde doorgaan. Het doorgaan van die poort wordt niet<br />
bepaald door de sfeer, waarin je leeft of het voertuig, dat je op dit ogenblik hebt het wordt<br />
alleen bepaald door de geestelijke rijpheid, die je bezit. Voor sommigen misschien<br />
hoopgevend, voor an<strong>der</strong>en wat min<strong>der</strong>, maar daar kan ik niets aan doen. Dat is nu eenmaal de<br />
regel.<br />
o-o-o-o-o<br />
EENHEID<br />
In den beginne was alles één. En deze eenheid was ongeopenbaard en niet geuit. Toen het<br />
Woord zich openbaarde en daardoor de schepping zelf in de scheppingswil tot uiting kwam,<br />
bleef deze eenheid bestaan. God was in alle dingen.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 13 april 1960<br />
Les 8 – Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
Het is onmogelijk dat die eenheid in feite ooit teniet gaat. Want er is niets, wat zon<strong>der</strong> God<br />
kan bestaan, er is niets wat buiten die directe Kracht van het begin uit zich kan handhaven of<br />
zelfs maar kan leven of denken.<br />
In feite bestaat die eenheid dus ook voor ons geest of stof in deze tijd. Hoe meer wij ons van<br />
deze eenheid bewust zijn en hoe sterker wij deze eenheid tot uitdrukking weten te brengen op<br />
een voor ons juiste en aanvaardbare wijze, hoe meer wij een zullen zijn met de grote krachten<br />
die rond ons zijn.<br />
Wij zullen niet in staat zijn, vanuit een klein stoffelijk standpunt of een klein geestelijk<br />
standpunt God te overzien of God te kennen. Maar door het aanvaarden van deze eenheid<br />
schakelen wij veel verschillen uit. Met alleen het verschil tussen ons en an<strong>der</strong>e mensen, tussen<br />
ons en an<strong>der</strong>e geesten, maar ook tussen onze wereld en an<strong>der</strong>e werelden. De grenzen die op<br />
deze manier wegvallen bet<strong>ek</strong>enen dat wij niet zoveel meer te beleven hebben, niet zoveel<br />
meer hebben door te maken. En. hoe min<strong>der</strong> je beleeft en hoe min<strong>der</strong> je doormaakt buiten de<br />
eenheid van het Goddelijke zelf, buiten God zelve, hoe min<strong>der</strong> noodzaak er bestaat je in een<br />
bepaald voertuig of een bepaalde wereld te bewegen.<br />
De hoofdgedachte van eenheid is misschien enigszins dat Nirwana, waarover ons de Boeddha<br />
spre<strong>ek</strong>t, een toestand van zijnde niet zijn, een toestand van bewust toch niet bestaan. Dit<br />
bet<strong>ek</strong>ent dat de persoonlijkheid zelve is opgegaan in de eenheid, maar het bewustzijn zich<br />
toch nog deze eenheid met al het zijnde realiseert. Alles wat wij kunnen doen in onze eigen<br />
wereld en onze eigen sferen om de daadwerkelijke eenheid met an<strong>der</strong>en, geest en stof,<br />
mensen, dieren, planten, al wat er bestaat te bevor<strong>der</strong>en, hoe dichter wij bij onze God zullen<br />
zijn.<br />
God spre<strong>ek</strong>t in alle dingen en Zijn schepping kan worden gezien als een bo<strong>ek</strong>. Elk wezen bevat<br />
een enkele lettergreep of een enkele letter misschien. Maar wie deze letters weet te lezen en<br />
deze lettergrepen tezamen voegt, vindt daarin het groot scheppend Woord. Hij vindt daarin<br />
het beeld van de totale schepping. Hij kent daarin zijn eigen verhouding tot alle an<strong>der</strong>en. Hij<br />
kan zo komen tot de aanvaarding van de allergrootste eenheid, die er is: de vrijwillige negatie<br />
van het persoonlijk zijn, zon<strong>der</strong> daarom het persoonlijk ik prijs te geven of door het te doen<br />
opgaan in de grootse en machtige eenheid, die de werkelijkheid van de schepping is, het<br />
feitelijk bestaan. Al wat in ons is aan denken, aan leven en kracht kunnen wij op deze wijze<br />
delen met alle an<strong>der</strong>e wezens met alle an<strong>der</strong>e delen van de schepping. Hoe intenser wij dit<br />
doen en tot stand brengen, hoe groter de werking is van eenheid.<br />
Doch wij zijn vaak belemmerd in ons zo<strong>ek</strong>en naar eenheid, doordat wij voor onszelven<br />
eenzijdig moeten streven. Want wij kunnen niet streven naar licht en duister tegelijk. Laat ons<br />
dan die eenheid steeds slechts daar zo<strong>ek</strong>en, waar zij in overeenstemming is met het streven,<br />
dat wij krachtens geestelijk bewustzijn en stoffelijke mogelijkheden volgen. Op deze wijze<br />
vinden wij de voltooiing van het ik, want eens de eenheid gevonden hebbende met hetgeen wij<br />
kunnen aanvaarden, zullen wij vandaar uit de eenheid met alle tegenstellingen en tegendelen<br />
vanzelf ervaren.<br />
Met deze overweging zullen wij deze bijeenkomst besluiten. Wij danken u voor uw aandacht en<br />
wij hopen dat u ons ook door uw eigen instelling, uw rust ook voor het begin als het mogelijk<br />
is de mogelijkheid zult bieden om ver<strong>der</strong>e gastspr<strong>ek</strong>ers, die wij in deze dagen misschien tot u<br />
zouden kunnen brengen, aan u voor te stellen en daardoor de feitelijke inhoud van onze<br />
avonden aanmerkelijk te verrijken. Wij wensen u allen ver<strong>der</strong> een goede en gezegende avond.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over esoterie<br />
139
Goedenavond vrienden<br />
140<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
We zullen deze avond weer enigszins an<strong>der</strong>s moeten indelen dan wij gewend zijn. En ik zou<br />
dan raag allereerst de gelegenheid willen geven om opmerkingen of terzake doende vragen<br />
aangaande het de vorige maal gebrachte te bespr<strong>ek</strong>en. Is er iemand, die een opmerking wil<br />
maken op het ogenblik. Geen. Dan kunnen wij overgaan tot het volgend punt van onze agenda<br />
en daarbij wil ik u wijzen op de mysti<strong>ek</strong> en in z<strong>ek</strong>ere zin ook de esoterie van het oosten. Wij<br />
hebben n.l. ook voor vandaag een gastspr<strong>ek</strong>er bereid gevonden zijn standpunt uiteen te<br />
zetten. Hierbij zullen wij trachten elk exotisch element zoveel mogelijk uit te schalcelen. Het<br />
gaat hier n.l. niet op de wijze, waarop het wordt voor gebracht, maar om de inhoud.<br />
In het oosten is de mysti<strong>ek</strong>, de hang naar het verborgene, het beleven van het verborgene,<br />
aanmerkelijk veel groter dan hier in Eurona. Dat weet u allemaal. Ook het zo<strong>ek</strong>en naar het<br />
eigen “ik” heeft daardoor een wat an<strong>der</strong> karakter g<strong>ek</strong>regen. De uitdrukking van het<br />
Boeddhisme en ook van de Hindoe-leer is voor ons hierbij een goede richtsnoer.<br />
In de eerste plaats moeten wij uitgaan van het magisch element, dat zowel in de Hindoe-leer<br />
als in het Boeddhisme tot uiting komt, n.l. de binding van de mens met hetgeen rond hem is.<br />
In de Hindoe-leer zijn alle krachten bezield. De wereld rond je is bezield en slechts door een<br />
juist contact te krijgen met die rond je levende grote krachten kun je erkennen wat je zelf<br />
bent, verwerf je a.h.w. het recht van de tweemaal geborene en zul je door de kennis van de<br />
geslachten (dus van allen, die voor je waren) plus de kennis van de innerlijke verzinking<br />
kunnen komen tot een grotere vrijheid van beleving. Deze grote vrijheid van beleving is dan<br />
gebaseerd op het kennen van het eigen “ik” en het associëren van dit ik met de hoogste<br />
kracht, daarbij alle kleinere krachten uitschakelend.<br />
In het Boeddhisme zien wij i.p.v. de bezielende goden en godinnen oorzaak en gevolg komen.<br />
Oorzaak en gevolg beide blijken hier een keten te zijn, die de mens van de ene gebeurtenis<br />
naar de an<strong>der</strong>e voortleidt. Hij veroorzaakt voortdurend zijn eigen lot, maar is gelijktijdig door<br />
zijn verleden al tot dit veroorzaken bestemd. Van een werkelijke vrijheid van wil is er in het<br />
Boeddhisme in feite nog min<strong>der</strong> sprake dan in het Hindoeïsme en wij moeten hier vooral de<br />
nadruk leggen op het feit, dat alleen de verwerping vrij is. De mens is in de kern van het<br />
Boeddhisme slechts vrij om te verwerpen en dus zichzelf meester te zijn. Bereikt hij echter dit<br />
meesterschap dan verdwijnt voor hem zijn wereld.<br />
Er zijn over deze toestanden vele en soms, wel eens wat langademige verhandelingen<br />
gehouden. De gedachtegang klinkt voor de Westerling vreemd, omdat zij wordt gevat in vele<br />
vreemde woorden, die men bij het overbrengen naar Europa heeft gehandhaafd. Maar laten<br />
wij goed begrijpen, dat de wereldziel dat wereldleven eigenlijk precies hetzelfde is als karma,<br />
dat lotsbeschikking en karma precies overeenkomen, en dat wij dus alles kunnen overzetten in<br />
een zuiver Ne<strong>der</strong>lands, Frans, Engels of Duits. Indien wij de geheimzinnigheid van het oosten<br />
terzijde laten, vinden wij een paar stellingen (ik wil ze niet alle aanstippen, ik laat nog wat<br />
voor mijn gast ook over).<br />
De idee ik ben gebonden door mijn onjuiste waar<strong>der</strong>ingen aan eigen schappen van mijzelve en<br />
de kwaliteiten en eigenschappen van datgene, wat rond mij is. Op het ogenblik dat ik mij<br />
hiervan bevrijd, zal ik echter meester zijn over mijzelve. Het meester zijn over jezelf houdt in<br />
een meesterschap over al hetgeen je omringt.<br />
Er bestaan geen grenzen voor het innerlijk kunnen, er bestaan geen grenzen voor kracht en<br />
vermogen, noch van beleving of van bewustzijn. Echter om deze grenzen te kunnen bereiken<br />
en te overschrijden, zoals de mens ze ziet, moet je dus de werkelijkheid aanvaarden.<br />
Er is zeer veel waan, die in feite niets an<strong>der</strong>s is dan menselijke voorstelling, waardoor ons<br />
grenzen gesteld zijn. Voor ons allen geldt deze grens of wij nu stof of geest zijn in beperkte<br />
mate. De erkenning, dat ze niet reëel is, helpt ons niet eraan te ontkomen.<br />
De oplossing die het Boeddhisme vindt is die van het opgaan in het Niet of zo men ook wel<br />
zegt de grote daadloosheid. Men vergeet daarbij echter, dat dit een uitdrukking is vanuit<br />
menselijk standpunt en dat de daadloosheid gelijktijdig een vol en daadwerkelijk ingrijpen<br />
inhoudt. Het klinkt wat vreemd wanneer je zegt, dat een stukje brood plotseling het vlees kan<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
worden van b.v. Jezus, zoals bij. een sacrament. Toch gelooft men dat het mogelijk is. Het ene<br />
is, blijft uiterlijk zich zelf gelijk, maar krijgt de inhoud van het an<strong>der</strong>e. Het is juist deze<br />
vervanging maar dan op geestelijke basis die wij leren kennen, wanneer wij met het oosten<br />
gaan zo<strong>ek</strong>en naar de grootste bereiking.<br />
Het sterven voor de wereld, het afstand doen van alle dingen, gaat gepaard met een wel<br />
degelijk daadloos zijn vanuit stoffelijk standpunt en inzicht, maar met een beleven, dat veel<br />
ver<strong>der</strong>gaat. In de praktijk zou je dit zo kunnen omschrijven: Hoe meer de mens zich van zijn<br />
eigen krachtloosheid bewust is, hoe groter de kracht, die hij uit de kosmos ontvangen kan.<br />
Hoe meer de mens zich van zijn onvolkomen weten bewust. is, hoe groter de kosmische<br />
wijsheid, waaraan hij deel heeft. Hoe sterker de mens verlangt, hoe min<strong>der</strong> hij zal bereiken.<br />
Hoe sterker de mens echter zichzelf is zon<strong>der</strong> begeren, hoe meer hem het totaal van het zijnde<br />
wordt geschonken.<br />
Het zijn deze grondregels, waarop ik voor vandaag uw aandacht wil vestigen. Het is voor ons<br />
noodzakelijk ook de oosterse denkwijze en de oosterse leer on<strong>der</strong> ogen te zien. Maar wij<br />
mogen wel degelijk trachten om deze leer over te brengen in de eenvoudige en directs termen,<br />
die het westen kan verstaan. Wij hebben niet te schermen met het grote verschil van<br />
mentaliteit, maar achter de gebruiken dezelfde mens schuil gaat in oost en west. Wij behoeven<br />
niet te spr<strong>ek</strong>en over een an<strong>der</strong> geestelijk lot, want wie vandaag leeft in het oosten, leeft<br />
morgen in het westen en omg<strong>ek</strong>eerd. Het is daarom dat ik buitengewoon blij ben u mede<br />
namens de an<strong>der</strong>e broe<strong>der</strong>s van onze <strong>Orde</strong> een spr<strong>ek</strong>er te mogen aankondigen, die zelve deze<br />
bewustwording in oosterse zin heeft mee gemaakt en die bereid is gebl<strong>ek</strong>en om dit op<br />
eenvoudige wijze dus en zon<strong>der</strong> gebruik van vreemde woorden aan u voor te leggen. Ik hoop<br />
dat u de eenvoud niet zult zien voor onbeduidendheid, maar zult beseffen hoeveel leven en<br />
ervaring noodzakelijk is om tot een zo simpele uitdrukking van kosmische problemen te<br />
komen.<br />
Nog een punt: na deze spr<strong>ek</strong>er gaan wij dan weer eerst pauzeren. Wij doen dit om a.h.w. een<br />
scheiding te krijgen tussen hetgeen wijzelven brengen en hetgeen hier door an<strong>der</strong>en wordt<br />
gebracht. Ik wens u veel inzicht en bewustwording en laat nu het medium over aan deze<br />
spr<strong>ek</strong>er.<br />
o-o-o-o-o<br />
Goedenavond, broe<strong>der</strong>s.<br />
GASTSPREKER OVER OOSTERSE MYSTIEK<br />
Spr<strong>ek</strong>en op westerse wijze valt mij zwaar en u zult mij vergeven wanneer ik niet de vlotheid<br />
van tong bezit, die u misschien meent te mogen verwachten. Onvolledig zijn immers alle<br />
dingen en onvolledig voor al is ons eigen begrip en bewustzijn, zodra wij ons moeten<br />
uitdrukken in de beperking van vorm, de beperking van menselijk leven. Dit geldt voor alle<br />
kracht. Wanneer de Allerhoogste zelf afdaalt tot de wereld om met mensen te spr<strong>ek</strong>en, zo zal<br />
Hij mens zijn in menselijke beperking. Want het begrip van de mens kan geen oneindigheid<br />
bevatten. En een oneindigheid, die beperkt wordt, is zichzelve niet.<br />
In het leven zo<strong>ek</strong>t menigeen de paden van gerechtigheid en vrijheid te gaan, die hem<br />
ontrukken aan het totaal menselijke en die hem binnen brengen in de wereld van goddelijk<br />
weten en goddelijke kracht. Maar het zo<strong>ek</strong>en is in zich in al te vele gevallen een gevolg van de<br />
angst die men heeft voor de dood, de angst die men heeft voor het altijd weer kerend bestaan<br />
en de begeerte, die men in zich draagt om meer en beter te zijn dan an<strong>der</strong>en. Het is volledig<br />
menselijk zo te leven en zo te denken en het is recht van ie<strong>der</strong>e mens om zijn eigen weg te<br />
gaan. Mijn eigen ervaringen echter zou ik u toch gaarne hier ten dele willen voorleggen.<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
141
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
Wanneer het “ik” zo<strong>ek</strong>t in alle stellingen en leringen en niet vindt, komt het tot een<br />
ontkenning, een z<strong>ek</strong>ere onverschilligheid, waarbij het zich gaat afvragen: Is dit leven wel het<br />
leven waard? Is dit waanzinnig schimmenspel van vormen en gedaanten, van leringen en<br />
bereikingen die niet ver<strong>der</strong> voeren, voor mij nog belangrijk? En het is uit deze onverschilligheid,<br />
dat althans voor mij de ware overdenking werd geboren. Het is een verwerpen,<br />
een verwerpen van jezelf, een verwerpen van je wereld. Niet omdat ze waardeloos zijn, maar<br />
omdat ze niet kunnen beantwoorden aan de honger naar licht en naar kracht, die in je leeft.<br />
Let wel, niemand kan van mij zeggen, dat ik op aarde ooit een mens voorbij ben gegaan. Ik<br />
heb met de wo<strong>ek</strong>eraar, de handelaar, de boer, de courtisane gesproken zo goed als met de<br />
vorsten. Want alle mensen zijn gelijk. En de uiterlijke vorm van hun leven is niet veel meer<br />
dan het noodlotspel, dat gespeeld wordt door het onbewustzijn dat de mens regeert. Maar<br />
wanneer je eenmaal zover bent, dat niets wat de wereld je bieden kan werkelijk belangrijk is,<br />
dan leer je voor het eerst in jezelf on<strong>der</strong> te gaan. Geen vernietiging maar een verzinking in het<br />
ik, dat is als een diepe bron, waar wereld na wereld wegvalt, tot slechts een leven overblijft.<br />
Dan roept men uit: Ik heb de wereld van niet zijnde zijn gevonden. Ik heb het Nirwana bereikt<br />
en betreden. In feite echter heb je slechts jezelf gevonden. Alle middelen om tot jezelf in te<br />
keren en je eigen wezen te vinden hebben hetzelfde doel: de verzinking in het ik, de<br />
verzinking in de kracht des levens zelve.<br />
Misschien kent ge of voelt ge soms iets van het Licht <strong>der</strong> eeuwigheid. Dit is het gevoel, dat je<br />
gaat beroeren wanneer de wereld niet meer spre<strong>ek</strong>t. Levend en handelend als mens gaan we<br />
als mens on<strong>der</strong> de mensen en is er in je een nieuwe waarde, een nieuwe waar<strong>der</strong>ing een<br />
draaikolk waarin je steeds weer verzinkt, zodat de diepste diepten van je eigen wezen proeft.<br />
En dan komt het ogenblik, dat je dat menselijke en de stoffelijke taak terzijde moet stellen.<br />
Daar is geen wil voor nodig of geen ontkenning, het is tíjd. Het gevolg heeft zijn einde gevonden<br />
en geen nieuwe oorzaak is ontstaan, zodat er angst noch begeerten zijn om het leven<br />
voort te zwepen.<br />
Zo kom je langzaam tot een één zijn met het leven en de levende Kracht. En je ziet hoe zij<br />
bestaat in alle dingen en toch in zich evenwichtig is, vredig en gelijkblijvend. En je meent<br />
misschien: hiermee is het Niet geboren. Maar dan ontd<strong>ek</strong> je dat bepaalde draden van die<br />
Kracht jouw wezen gelijken, hoe je harmonisch bent met delen van de schepping en toch blijf<br />
je in rust en vrede., tot het ogenblik dat een draad bre<strong>ek</strong>t of dreigt te br<strong>ek</strong>en. Op dat ogenblik<br />
neem je je Wezen als een kracht tezamen en je voegt het in, daar waar de gaping dreigt te<br />
ontstaan. Zo word je een contactpunt, dat veel in stand houdt, wat an<strong>der</strong>s teloor zou gaan. Je<br />
wordt tot een schim, die soms tot de aarde keert, tot een gedachte misschien, die mensen<br />
vereren en gelijktijdig tot het leven, nu van een bloem, dan van een engel. Deze kern van<br />
leven bezitten wij allen.<br />
Ik betreur het, dat ik niet de gedachten kan geven i.p.v. de woorden. Maar geloof mij,<br />
vrienden, gij die hier tezamen zijt, omdat in u een begeren is naar een ontvluchting van uw<br />
eigen beperking, gij die hier ook samenzijt misschien, omdat ge vreest voor een duisternis, die<br />
gij aanvoelt als komende na het leven zoals de nacht na de dag? Indien gij niet eist, niet<br />
verlangt, niet vreest, indien gij het leven maakt tot iets wat zichzelve voortbeweegt, iets<br />
waarbij ge toeschouwt, dan zult ge rust kunnen vinden.<br />
Actief leven heeft alleen zin, wanneer je weet wat je met je leven kunt doen. Zolang je dat niet<br />
weet, is het beter toe te zien. Te zien hoe de jeugd plaats maakt voor rijpheid en ou<strong>der</strong>dom, te<br />
zien hoe de begeerten van de stof van heden en van morgen elkaar gelijk blijven en slechts<br />
uiterlijk verschillen.<br />
Het is goed jezelf te zien. Daaruit vind je waarheid. Je moet echter toch leven en daarmee<br />
zo<strong>ek</strong> je een uiterlijk richtsnoer. Soms bouw je de zuilen op van een wereld, waarop de eeuwige<br />
gerechtigheid, de eeuwige evenwichtigheid kan steunen. Soms baan je paden, die achtereen<br />
volgens worden gegaan en je steeds dichter brengen bij de ware verlichting. Maar de vorm<br />
heeft niets te zeggen. Geloof dit van mij. Het is de mens die voor zich niet vraagt, niet begeert<br />
en niet vreest, de mens die eerlijk en oprecht zichzelf aanvaardt en toch voor an<strong>der</strong>en wil<br />
streven en an<strong>der</strong>en deel wil doen hebben aan de rust en de kracht, die in hem wonen, die<br />
waarlijk bereikt.<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
142
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
Er is geen verschil in de grote leerstellingen en de grote inwijdingen. Ze zijn alle gelijk. Zij alle<br />
leren u: zie uzelf als onbelangrijk. Besef dat niets voor u telt buiten de houding die ge<br />
aanneemt tegen hetgeen gij erkent. Laat die houding de juiste zijn. Laat de eenheid van de<br />
kosmos uitgedrukt zijn in uw handelen en daden. Laat zij in Uw denken doorklinken en u rust<br />
geven. Laat de eeuwigheid zelve als een onbeantwoord raadsel voortdrijven buiten de kern van<br />
Uw weten, want ge kunt deze niet bevatten, maar neem het kleine van deze wereld en maak<br />
het tot deel van uzelf. Leef het leven, maar leef het in ware vrijheid, beseffend dat begeren<br />
nooit vervulling kan verwerven en dat angst nooit de dreiging waar maakt. Gij zijt het zelve,<br />
die bepalen zult waarheen gij gaat, wat uw wegen zijn. Gij zijt het die bepalen zult hoelang ge<br />
gebonden blijft aan het rad <strong>der</strong> gebeurtenissen, aan de voortdurende incarnatie. Gij zijt het,<br />
die uitmaakt wat uw geestelijk leven zal zijn, een hemel of een hel. Want deze dingen leven in<br />
u. Niet in de wereld, niet in God. Wees uzelve, zon<strong>der</strong> begeren en zon<strong>der</strong> angsten. Zeg niet: Ik<br />
wil een mens genezen, nu móet ik kracht hebben. Maar zeg: Indien de genezing noodzakelijk<br />
is, zal de kracht er zijn, Ik vraag niet, want dit is een deel van mij. Zeg niet Ik wil de wereld<br />
wijsheid geven. Maar zeg: Indien het nodig is, zal de wijsheid <strong>der</strong> Oneindigheid door mij<br />
spr<strong>ek</strong>en, zal die wijsheid uitgaan vanuit mijn wezen tot an<strong>der</strong>en. Stel niet: Ik moet met<br />
moeite, met een voortdurend strijden alleen, van leven tot leven voortworstelen en elke<br />
hernieuwde poort van begrip en inwijding doorschrijden als een strij<strong>der</strong> naar een overwinning.<br />
Zeg tot uzelve: Zoals mijn wezen gedragen wordt door de stroom des Zijns zelve, zo zal het<br />
gaan. Maar ik in mijzelve wil één zijn met de eeuwige Kracht en ik wil niet door begeerte of<br />
angst tot een wilsuiting komen. Zoveel het mij mogelijk is zal ik deze beperken, opdat God in<br />
mij moge spr<strong>ek</strong>en. Zo zult gij weten wat is: is te verzinken in de draaikolk van Licht, die u<br />
door de sferen van uw wezen voert tot de vrede van het zijnde niet zijn. Zo zult ge kunnen<br />
bereiken, vrienden.<br />
Ik vraag mij af wat ik u wensen moet voor ik van u heenga. Moet ik u vrijheid wensen? Zo<br />
moet gij vrijheid wel verstaan. Het de ongebondenheid van stof of geest naar de volledige<br />
aanvaarding, omdat de zinrijkheid van het scheppend principe in het “ik” b<strong>ek</strong>end is. En vrede<br />
kan ik u niet wensen, tenzij gij beseft dat vrede niet is rust, maar het evenwicht van eeuwige<br />
krachten, waaraan gij deel hebt.<br />
Laat ik het dan zo zeggen: Al hetgeen ge begeert wens ik u. En een ontvluchting aan al<br />
hetgeen gij vreest wens ik u. Maar bovenal wens ik u toe, dat ge u één zult voelen met de<br />
Kracht, waarmee ik een ben. Dat gij waarheid zult vinden boven gedachten en leven boven<br />
leven. Tot de tijd dat wij elkaar in die eenheid kennen. Vaarwel.<br />
o-o-o-o-o<br />
Goedenavond, vrienden.<br />
Zo hebben wij dan het eerste gedeelte achter de rug, en wij hebben daarbij weer eens kennis<br />
kunnen maken met een laten we zeggen hogere spr<strong>ek</strong>er, die niet direct tot onze groep<br />
behoort. U hebt nu twee gelegenheden gehad om die met elkaar te vergelijken, n.l. de vorige<br />
maal en deze maal. Nu zou ik graag een vraag willen stellen, voor ik met mijn eigen werk<br />
begin. Welk verschil hebt u tussen beiden opgemerkt en welke overeenkomst?,<br />
Ik zou zeggen dat de eerste blijmoediger was.<br />
Ik zie geen verschil, ze hebben uiteindelijk hetzelfde bereikt.<br />
Uiteindelijk, ja.<br />
De ene bena<strong>der</strong>de het volkomen vanuit het christelijk standpunt en de an<strong>der</strong> vanuit een<br />
weg, die ons meer vreemd is, maar die z<strong>ek</strong>er even goed is.<br />
Dat antwoord vind ik al aardiger.<br />
Ik heb in de vorige spr<strong>ek</strong>er niet iets exclusief christelijks gevoeld ik heb in beide spr<strong>ek</strong>ers<br />
het Goddelijke gevoeld.<br />
Nu mag ik wel even resumeren, an<strong>der</strong>s gaan we te veel tijd aan deze quiz besteden. En quiz is<br />
een zi<strong>ek</strong>te die nu wel op aarde heerst, maar waaraan wij ons toch niet al te veel schuldig<br />
moeten maken.<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
143
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
Men heeft hier dus het verschil gevoeld in de wijze van bena<strong>der</strong>ing van het Goddelijke en de<br />
overeenkomst in de bereiking van het Goddelijke zou ik zeggen. Is u het daarmee eens? Dan<br />
wil ik u vertellen, waar de verschillen liggen.<br />
In de eerste plaats heeft men gelijk wanneer men zegt, dat de, spr<strong>ek</strong>er van de vorige maal<br />
een zeer christelijke was, ook al was zijn bena<strong>der</strong>ing er z<strong>ek</strong>er niet een, die exclusief aan het<br />
Christendom van heden behoort.<br />
In de tweede plaats de spr<strong>ek</strong>er die u vanavond hebt gehoord is rustiger. Er is een verschil in<br />
bena<strong>der</strong>ing. De eerste bena<strong>der</strong>ing was een positieve, de tweede een passieve en daartussen<br />
ligt een groot verschil.<br />
U zult waarschijnlijk nog wel meer gastspr<strong>ek</strong>ers horen tenminste als wij onze zin kunnen<br />
krijgen, zult u er nog minstens twee of drie horen, elke maal een en dan zult u wel ontd<strong>ek</strong>ken<br />
dat er nog veel meer verschillen bestaan. Nu heb ik één opmerking niet gehoord en dat is<br />
omtrent de sfeer, die beide spr<strong>ek</strong>ers met zich brachten. Is er iemand, die daar alsnog<br />
commentaar op wil geven of moet ik dat zelf naar doen?<br />
Bij de eerste was er een meer indrukw<strong>ek</strong>kende sfeer en dat miste ik bij deze.<br />
Ja, dat kan ik mij voorstellen.<br />
Maar kan dat niet komen door het passieve? Dat maakt je zo gelaten dat je denkt: Doe ik<br />
nu niet eigenlijk verkeerd? Ik moet eigenlijk helemaal niets doen....<br />
In<strong>der</strong>daad. Kijk eens, het eigenaardige is dit geweest n.l. dat de vorige maal de sfeer meer<br />
sprak dan de woorden, terwijl in dit geval de woorden meer zeggen dan de sfeer. En dat is<br />
heel begrijpelijk. Wij hebben te maken met verschillende principes, waarbij een en dezelfde<br />
grondkracht wordt gezien. De een zegt: Verrijk jezelf en wordt door de voortdurende<br />
uitbreiding van het “ik” op den duur in staat het Goddelijke te bereiken. De an<strong>der</strong> zegt juist:<br />
Isoleer het “ik” en zo<strong>ek</strong> in het “ik” het Goddelijke, dan komt van daaruit alles. Beiden wijzen<br />
op de innerlijke waarden van de mens. Maar waar de een die innerlijke waarde geuit wil zien<br />
als een positieve handeling vanuit eigen leven en beleven, wil de an<strong>der</strong> deze zien uitgedrukt<br />
als een absolute passiviteit. Er is in beide spr<strong>ek</strong>ers en hun weerstellingen een schijnbaar groot<br />
on<strong>der</strong>scheid. En ik ben hier juist mee begonnen, omdat ik daar nog even de nadruk op wil<br />
leggen.<br />
Er is geen zo groot verschil tussen deze twee spr<strong>ek</strong>ers, als u meent aan te voelen. Zij hebben<br />
allebei een z<strong>ek</strong>ere eenvoud. Zij bezitten beiden het geloof in de innerlijke kracht. En waar de<br />
een spre<strong>ek</strong>t over het positief bena<strong>der</strong>en van het Koninkrijk Gods, zo zegt de an<strong>der</strong>: Je moet er<br />
in on<strong>der</strong>gaan. Maar het blijft hetzelfde. Het schijnbare verschil van afstand doen van<br />
begeerten, omdat je op die manier God vindt (in hetgeen heden is gezegd) en het positief alles<br />
terzijde zetten voor God (wat de vorige keer word gebracht) is in feite weer gelijk. Er was geen<br />
verschil in het eigenlijke on<strong>der</strong>werp: er was echter een groot verschil in de bena<strong>der</strong>ing en de<br />
formulering volgens stoffelijk inzicht. Opvallend is daar bij dat beide spr<strong>ek</strong>ers niet in staat<br />
waren volledig hun innerlijk weten tot uitdrukking te brengen binnen menselijke woorden.<br />
Nu moet u niet denken dat wij met deze krachten alleen maar voor de dag komen als een<br />
soort propagandastunt of omdat het nu zo goed staat wanneer je in een kring zo nu en dan<br />
eens hogere bezo<strong>ek</strong>ers krijgt. Wij hebben daar wel degelijk een doel mee en het zal duidelijk<br />
zijn, dat dit doel alleen kan liggen in een zuiver esoterisch vlak.<br />
Er ligt daarnaast een z<strong>ek</strong>er magisch werken ten grondslag aan hetgeen wij op het ogenblik<br />
trachten te bereiken met deze kring. Wij gaan uit van het standpunt, dat de mens harmonisch<br />
kan worden met een kracht, die voor hem het juiste antwoord geeft. Dat zal voor een ie<strong>der</strong><br />
verschillend zijn. Maar aannemende, dat de kern van elk standpunt gelijk is, zal daardoor een<br />
zeer grote harmonie in de kring worden uitgedrukt. Wij kunnen in geen enkel geval aannemen,<br />
dat elke mens met elke waarde kosmisch bestaand of geestelijk bestaand in feite harmonisch<br />
kan zijn. Evenmin kunnen wij aannemen, dat elke mens gelijkelijk in staat zal zijn elke<br />
goddelijke en kosmische wet onmiddellijk zelf te hanteren en in het leven toe te passen.<br />
Je wilt op een gegeven ogenblik die esoterie niet alleen bedrijven vanuit het standpunt: hoe<br />
word ik nu innerlijk beter, heiliger en zalig? Maar ook vanuit het standpunt: hoe kunnen wij<br />
144<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
voor het totaal van de wereld die innerlijke eenheid actief maken? Daarbij behoren zeer z<strong>ek</strong>er<br />
de grondwetten van de magie. Daar behoren ook zeer z<strong>ek</strong>er bij de grondwaarden van je eigen<br />
persoonlijkheid. Zelfkennis is dus ook hier weer een van de meest belangrijke dingen, die er<br />
bestaan. En nu ga ik eens even van leer tr<strong>ek</strong>ken, want ik wil u vandaag weer introduceren in<br />
bepaalde eenvoudige aspecten van de magie en wil u dus enkele wetten noemen. Deze wetten<br />
zijn kleine wetten (of regels) en gelden dus niet in kosmische zin, maar gelden alleen voor<br />
onze persoonlijke bena<strong>der</strong>ing tot al hetgeen magisch bereikbaar is.<br />
1. Ik kan slechts vanuit mijzelve die krachten bena<strong>der</strong>en, hanteren en eventueel dwingen,<br />
die met mijn eigen wezen in z<strong>ek</strong>ere zin harmonisch zijn. Zo ik lichte krachten zo<strong>ek</strong>, zal<br />
ik ze altijd moeten bena<strong>der</strong>en in on<strong>der</strong>danigheid, zo ik duistere krachten zo<strong>ek</strong>, zal ik<br />
altijd de meer<strong>der</strong>heid moeten hebben. Maar in beide gevallen zullen in mij de<br />
grondwaarden aanwezig moeten zijn, die in de lichte of duistere geest leeft, omdat<br />
slechts op deze wijze een voldoende eenheid te bereiken is en een voldoend zuiver<br />
hanteren van de z.g. bovennatuurlijke krachten voor ons mogelijk is.<br />
2. Wanneer wij gebruik maken van incantaties, bezweringen, van reukwerken en offers,<br />
zo kunnen wij nooit aannemen dat deze in zichzelf enige kracht of werking hebben, die<br />
onze eigen wereld te buiten gaat. Bij elke bena<strong>der</strong>ing van de magie moet men uitgaan<br />
van eigen wereld, eigen beleven en eigen standpunt. Ze er belangrijk daarbij is eigen<br />
geloofsinhoud. Alle stoffelijke middelen die worden gebruikt zijn in de eerste plaats<br />
dienstig om stoffelijke condities te wijzigen en stoffelijke beïnvloedingen te scheppen.<br />
Wanneer bepaalde gebieden met deze stoffelijke gebieden harmonisch zijn en daardoor<br />
die invloed on<strong>der</strong>gaan, bet<strong>ek</strong>ent dat nog niet, dat de directe werking van het stoffelijk<br />
gebruikte in die sfeer onmiddellijk werkzaam was. Voorbeeld: u brandt hier wierook.<br />
Met een bepaald soort wierook kunt u gemakkelijk contact krijgen met een bepaalde<br />
geest. Dan bent u geneigd te zeggen: met die wierook roep ik die geest. Maar dat is<br />
niet waar. Want door die wierook te branden schept u in uzelf en in uw omgeving een<br />
bepaalde tendens, die harmonisch is met een geest die zich op een an<strong>der</strong> vlak beweegt,<br />
van de wierook zelf niets merkt, maar de ontstane harmonie aanvoelt en daardoor een<br />
gemakkelijker contactmogelijkheid krijgt.<br />
3. Onthoud steeds dat ware magie gebaseerd is op eenvoud. Hoe eenvoudiger middelen<br />
wij gebruiken, hoe z<strong>ek</strong>er<strong>der</strong> onze bereiking. Hoe meer wij echter zo<strong>ek</strong>en naar het<br />
ingewikkelde en het ceremoniële, hoe meer wij onszelven zullen beïnvloeden en daarbij<br />
vervreemden van eigen werkelijkheid, zodat geen mogelijkheid meer bestaat het totaal<br />
te overzien. Eenvoud, is ook in de magie een wet.<br />
4. Wij zullen voor elke taak, die wij magisch trachten te bereiken die geest moeten zo<strong>ek</strong>en<br />
of aanroepen, die harmonisch is met die taak én ons wezen. Het is onmogelijk enigerlei<br />
vermogen of geestelijk geweld te gebruiken, indien niet een directe overeenstemming<br />
bestaat tussen de gestelde taak en die kracht of geest.<br />
5. Als vijfde punt mogen wij daarom stellen: In elke bereiking <strong>der</strong> magie moeten wij<br />
uitgaan van persoonlijke concentratie, maar gelijktijdig een redelijke zelfkennis en een<br />
redelijke kennis van hetgeen wij trachten te bereiken. In de magie is kennis<br />
noodzakelijk, niet omdat door de kennis de kracht ontstaat of geleid wordt, maar omdat<br />
het ons slechts door deze kennis mogelijk wordt uit de vele krachten, die ons ten<br />
dienste staan, de juiste te vinden en op de juiste wijze te gebruiken.<br />
Het zijn heel eenvoudige regels, naar als u ooit met magie wilt werken, stamp ze in uw hoofd.<br />
U hebt ze nodig. U zult n.l. heel vaak geneigd zijn om af te gaan, niet op de kracht die u nodig<br />
hebt, maar op de kracht die u sympathi<strong>ek</strong> is. U zult geneigd zijn een wijsheid te zo<strong>ek</strong>en, die<br />
niet de wijsheid is die de toestand op het ogenblik vereist, maar een wijsheid die uw eigen<br />
inzichten bevestigt. U zult geneigd zijn om de werkelijkheid van heden eenvoudig te vergeten,<br />
wanneer een an<strong>der</strong>e droomvoorstelling, een dagdroom, u fraaier lijkt en u zult trachten vanuit<br />
die dagdroom te werken - wat onmogelijk is -. Voor esotorie en magie is realisme, stoffelijk<br />
realisme noodzakelijk. Dit realisme moet echter beperkt blijven tot die gebieden, die stoffelijk<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
145
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
kenbaar en beheersbaar zijn. Daarnaast mag de gevoelswereld, de sentimentswereld intreden<br />
voor al hetgeen ligt bóven het stoffelijk onmiddellijk controleerbare, het stoffelijk onmiddellijk<br />
hanteerbare.<br />
En nu gaan wij een paar kleine grapjes vertellen, oefeningetjes eigenlijk zo’n beetje, die u al of<br />
niet kunt opnemen. (U kunt er rustig af stand van doen als u zegt ik vind het onbelangrijk.)<br />
Een van de gemakkelijkste oefeningetjes wanneer je ze eenmaal beheerst, maar tevens een<br />
van degene die een groot geduld vraagt om resultaten te bereiken is deze.<br />
Probeer uw eigen denken volkomen te concentreren op één punt. Wanneer u dit concentreren<br />
op een punt hebt bereikt, tracht hetgeen u in dat middelpunt van uw belangstelling hebt<br />
geplaatst steeds meer in licht te zien (alsof een wolk voor de zon wegtr<strong>ek</strong>t) tot de intensiteit<br />
van licht zo groot wordt dat het voorwerp op het punt van overweging vervaagt. Op het<br />
ogenblik dat dit geschiedt, projecteer het doel van uw meditatie, uw overdenking in ditzelfde<br />
licht. U zult ontd<strong>ek</strong>ken, dat u plotseling een reactie in uzelve krijgt. Uw on<strong>der</strong>bewust zijn gaat<br />
aan het werk en het verschaft u plotseling een hele re<strong>ek</strong>s van gegevens, waaraan u in geen<br />
jaren had gedacht, of waarvan u meende, dat u ze niet eens bezat. Gelijktijdig zult u<br />
ontd<strong>ek</strong>ken dat het hele lichaam gaat reageren. Heel vaak overigens eigenaardig, doordat u een<br />
ogenblik een dood gevoel krijgt, meestal in de extremiteiten (dus de handen en voeten) maar<br />
soms ook in de oren en de neus. Dat is een ogenblik een dood gevoel, gevolgd door een zacht<br />
dus niet pijnlijk tintelen, dat daarna verdwijnt. Hebt u ook deze reactie bereikt, dan kunt u van<br />
daaruit rustig ver<strong>der</strong>gaan, zon<strong>der</strong> u nog te b<strong>ek</strong>ommeren over hetgeen u wilde bereiken. U hebt<br />
alle krachten in het werk gesteld, die daarvoor harmonisch zijn, u hebt zon<strong>der</strong> bepaling,<br />
zon<strong>der</strong> enige formulier die kracht actief geinaakt. Begrepen?<br />
Het tweede oefeningetje is iets, waarmee wij even voorzichtig moeten zijn, omdat het n.l. zo<br />
gemakkelijk succes schijnt te hebben, maar in feite wel eens tot zelfmisleiding kan voeren. Dat<br />
is n.l. dit: Wanneer u een bepaalde vraag uzelf stelt met voldoende intensiteit, zult u in de<br />
vorm van een meester, in de vorm van een stem, in de vorm van een plotselinge gedachte<br />
daarop antwoorden verkrijgen. Denk niet dat deze antwoorden uit de geest stammen, zij<br />
stammen uit uzelf. Waar u mee begint is een tweespraak met uzelf. Dit geldt altijd en te allen<br />
tijde voor elke poging een <strong>der</strong>gelijk contact te bereiken. Ook voor degenen, die getraind zijn in<br />
het bereiken van contact met de geest, met meesters etc., mag worden gezegd, dat de<br />
overgangsperiode (dus van instelling, eerste vraag en antwoord tot het werkelijk contact) een<br />
tijdelijke weerspiegeling geeft van eigen inhoud en eigen waarde. Dit blijft altijd zo. Houd dit<br />
goed in de gaten en doe dan de volgende oefening: Zo<strong>ek</strong> een probleem op, dat een antwoord<br />
verdraagt in uw eigen omgeving, maar waar van de oplossing voorzover u b<strong>ek</strong>end uw eigen<br />
vermogens te boven gaat. Stel u in op dit probleem. (U kunt daarvoor ook de on<strong>der</strong> 1<br />
beschreven methode gebruiken. U kunt het ook doen door het alleen voor uzelf zeer<br />
nauwkeurig en zo uitvoerig mogelijk te om schrijven.) Wacht daarna met een zoveel mogelijk<br />
beperken van eigen denken tot er een antwoord komt. Laat het hier echter niet bij. Wacht wat<br />
er ver<strong>der</strong> komt. U zult zien dat ver<strong>der</strong>e gedachten rijzen, dat ver<strong>der</strong>e stemmen of ideeën uit u<br />
blijven voortkomen, die schijnbaar niet samenhangen met het on<strong>der</strong>werp. Wanneer dit een<br />
tijdje aan de gang is, herhaal voor uzelf uw vraag en wacht af, welk antwoord u dan krijgt.<br />
Beide antwoorden mogen nooit met elkaar strijdig zijn in dit geval is de proef niet van kracht<br />
of geldig. Indien echter blijkt, dat antwoord 2 een variant is van antwoord 1, daarbij<br />
uitgebrei<strong>der</strong> zijnde en daarbij nieuwe gegevens verschaffend, kan worden aangenomen, dat<br />
het tweede antwoord mede het gevolg is van een contact met een hoger bewustzijn.<br />
Begrijpelijk?<br />
Het <strong>der</strong>de punt is nog aardiger en is speciaal geschikt voor diegenen, die reeds in meer<strong>der</strong>e of<br />
min<strong>der</strong>e mate over sensitiviteit (bij voorkeur hel<strong>der</strong>ziendheid) beschikken. Concentreer u op<br />
een bepaalde tijdsperiode Probeer in die periode iets te beleven, iets te zien. Bouw u desnoods<br />
een voorstelling. U moogt dus fantaseren, mits deze fantasie niet bewust wordt opgebouwd en<br />
toch een enigszins gesloten beeld ontstaat. Stel u b.v. voor, dat u aanwezig bent bij het<br />
huwelijk van Jacoba van Beieren, de intocht van Philips in Brussel, de opstand van de<br />
beenhouwers in Brugge, het vallen van Den Briel enz. enz.. U neemt dus een will<strong>ek</strong>eurige<br />
historische voorstelling. Probeer dit zo ver op te bouwen, dat u bepaalde personen a.h.w.<br />
daarin ziet alsof ze leven, Voor iemand die sensitief genoeg is of hel<strong>der</strong>ziend is, is dit<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
146
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
in<strong>der</strong>daad mogelijk. Op het ogenblik dat u die voorstelling voldoende hebt, probeer dan u voor<br />
te stellen hoe deze zielen op het ogenblik zouden zijn. Probeer dus over te schakelen op de<br />
essence van de wezens, die u in die voorstelling hebt gevonden en tracht hen a.h.w. in een<br />
nieuwe incarnatie of nieuwe sfeer te vinden. U zult tot de conclusie komen, dat wanneer u<br />
hiervan uitgaat het u eenvoudig mogelijk wordt op den duur aan de hand van het beschouwen<br />
van een mens en het vormen van een voorstelling daarvan diens vroegere incarnaties u voor<br />
ogen te brengen, terwijl omg<strong>ek</strong>eerd elke voorstelling van een vroeger gebeuren u de<br />
mogelijkheid geeft bepaalde belangrijke incarnaties naar het heden toe te volgen, Hierbij vind<br />
je bovendien dat is heel aardig en interessant vaak een verklaring voor schijnbaar irrationeel<br />
gedrag van personen, van politi<strong>ek</strong>e grootheden enz., waar je nu aan de hand van het vorig<br />
bestaan kunt vaststellen welke invloeden in het heden buiten de redelijke nog meer van kracht<br />
zijn.<br />
Deze proefjes wil ik u aanraden, omdat ze voor u een voorscholing kunnen vormen tot het<br />
magisch hanteren. Wanneer ik n.l. op een gegeven ogenblik van een bepaalde mens de vorige<br />
incarnaties weet (ik weet dus de krachten, die hem bestemmen), wanneer ik ver<strong>der</strong> weet, hoe<br />
die mens op het ogenblik is en ik voor mezelf harmonisch kan zijn met een deel van zijn<br />
werken en streven (er moet altijd ook hier sprake zijn van een harmonie), kan ik via een<br />
harmonie, die ik met soortgelijke krachten in de geest w<strong>ek</strong>, bepaalde dingen helpen wijzigen of<br />
verbeteren. Het is mogelijk op deze wijze een witte magie te plegen, die zon<strong>der</strong> de wilsvrijheid<br />
van individuen, daarbij betrokken, onmiddellijk aan te tasten toch een wijziging of een<br />
vergroting van inzicht mogelijk maakt. Ik zou zeggen, het is een puntje dat interessant genoeg<br />
is en dat als aanvulling van hetgeen wij al hebben gezegd over het verwerven van sfeer en<br />
kracht ongetwijfeld bruikbaar is. Heeft iemand hierover commentaar?<br />
Kun je dit ook doen t.o.v. jezelf?<br />
Neen. In het “ik” is n.l. de wensdroom zo zeer belangrijk, dat zij over het algemeen de ware<br />
ervaringen overschaduwt, dus een vals beeld geeft van een verleden, een vals beeld ook van<br />
ogenblikkelijke mogelijkheden. De weg naar zelfkennis is een zuiver esoterische en kan niet<br />
langs magische of pseudo-magische weg bereikt worden. Voldoende? Geen vragen meer? Dan<br />
gaan we over tot het volgende on<strong>der</strong>werp.<br />
Wij weten allemaal dat in ons de goddelijke kracht is, etc. U hebt dat al vele malen gehoord en<br />
ik ga dit voor u niet herhalen. Wel zou ik u nog op het volgende willen wijzen.<br />
Esoterie mag nooit en te nimmer gebaseerd zijn op stoffelijke basis of waar<strong>der</strong>ing. Esoterie is<br />
een on<strong>der</strong>zo<strong>ek</strong> van het innerlijk, waar bij juist de stoffelijke belevingen en gebeurtenissen zo<br />
veel mogelijk terzijde moeten worden gelaten. Alles wat behoort tot een wereld van schijn of<br />
een onvolledige wereld (zoals hetgeen rond u is) is immers een belemmering in het erkennen<br />
van het volledige en het oneindige? Datgene, wat wij zien als de kern van ons wezen, is<br />
oneindig. D.w.z. het is voor ons niet bevattelijk, het is niet overzichtelijk. Wij weten niet hoe<br />
het oneindige is. En wij kunnen ons ook niet voorstellen op welke wijze deze oneindigheid tot<br />
uitdrukking komt. Op het ogenblik dat wij vanuit een beperkte en daardoor voor ons redelijke<br />
wereld gaan trachten de hoogste krachten in onszelf te bena<strong>der</strong>en, zullen wij onze erkenning<br />
daarvan aanmerkelijk limiteren en zo niet ons doel bereiken..<br />
Wanneer wij willen komen tot inzicht in stoffelijke eigenschappen, is het natuurlijk steeds goed<br />
de wereld rond ons te observeren. Zelfkennis kan op deze wijze ongetwijfeld worden<br />
verworven. Maar meer dan deze zelfkennis is voor ons de innerlijke gevoelsafstemming<br />
noodzakelijk. Bij de esoterie komt n.l. een groot gedeelte van het z.g. niet redelijk menselijk<br />
denken tot activiteit en in werking. Juist de schijnbare onredelijkheid van de factoren, die<br />
werkzaam zijn, maken het moeilijk een direct contact met uw eigen wereld te handhaven. U<br />
zult gaan dromen. Deze dromen moeten volledig gescheiden worden gehouden van<br />
lichamelijke handelingen, van stoffelijke gewoonten, manirismen e.d. Wij moeten daar bij<br />
echter trachten juist in die gevoelswereld bepaalde omschrijfbare, kenmerkende tendensen te<br />
ontd<strong>ek</strong>ken. Ik zal een voorbeeld geven, dan is het duidelijker.<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
147
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
Wanneer ik bij mijzelf ontd<strong>ek</strong>, dat wanneer ik alle ervaringen uitschakel en alleen mijn eigen<br />
sentimenten tracht te on<strong>der</strong>gaan in een soort beslotenheid ik toch een z<strong>ek</strong>ere melancholie<br />
voortdurend zie, dan weet ik hierdoor, dat in mijzelf een strijdigheid aanwezig is. Melancholie<br />
is n.l. het gevolg van het zien van een bereiking, die men echter voor zichzelf onmogelijk acht.<br />
Er moet dus een strijdigheid zijn in factoren. Deze erkenning maakt het ons mogelijk die<br />
melancholie voor een deel te overwinnen, voor een an<strong>der</strong> deel actief te maken. Wij zullen n.l.<br />
alleen melancholisch zijn t.o.v. bepaalde gebeurtenissen rond ons. Wij zullen daar een z<strong>ek</strong>ere<br />
dulding, een z<strong>ek</strong>ere overgave gaan gebruiken, terwijl wij innerlijk daarentegen de pósitieve<br />
overgave gaan gebruiken. Wij kunnen door een deel van deze melancholie af te reageren naar<br />
buiten toe voor ons innerlijk een z<strong>ek</strong>ere zuivering bewerkstelligen, waarbij de bewuste en<br />
positieve overgave aan hogere kracht en hoger Licht het bewust zo<strong>ek</strong>en naar de in ons levende<br />
grootste geestelijke krachten mogelijk maakt.<br />
Dan hebben wij voor de esoterie nog een laatste puntje. Wanneer u esoterisch streeft, moet u<br />
heel goed beseffen, dat het lezen van esoterische bo<strong>ek</strong>en voor u een voortdurend an<strong>der</strong>e<br />
bena<strong>der</strong>ing tot stand zou kunnen brengen. Zij die zich n.l. houden aan filosofen, aan denkers,<br />
zelfs aan ingewijden met hun geschriften en niet aan hun eigen wezen, zullen niet de eigen<br />
weg maar de weg van de an<strong>der</strong>en gaan. Dit is mogelijk in de algemene weg naar de kosmos<br />
en God. Daar kunnen wij bepaalde paden volgen, die voor ons geschikt zijn en door an<strong>der</strong>en<br />
worden omschreven. In onszelf echter kan da niet. Ongeacht de grote hoeveelheid<br />
gemeenschappelijke waarden, die alle mensen bezitten, zijn de verschillen van persoonlijkheid<br />
te groot om ooit de innerlijke weg te bewandelen aan de hand van vastgelegde voorschriften,<br />
die een an<strong>der</strong> u geeft. Beschouw dus alle lectuur, alle stellingen ook de onze, niet als een<br />
richtlijn zon<strong>der</strong> meer, maar als een stimulans voor eigen experiment en eigen overweging om<br />
te komen tot de persoonlijk juiste bena<strong>der</strong>ing van kosmische en grote krachten.<br />
Dat waren zo een paar punten, vrienden. U ziet, ik heb het u aan de ene kant gemakkelijk<br />
gemaakt zij zijn eenvoudig aan de an<strong>der</strong>e kant moeilijk. Want om ze helemaal te verwerken en<br />
je helemaal eigen te maken vragen ze toch heus nog wel wat denkwerk. Nu kunnen wij de rest<br />
van deze avond gaan besteden aan de punten, die uzelf belangrijk vindt. En aangezien er na<br />
mij zo dadelijk nog een spr<strong>ek</strong>er komt, zou ik de eigen keus voor mij persoonlijk graag iets<br />
willen beperken. Ik zou willen voorstellen dat u aan mij een klein on<strong>der</strong>werp opgeeft, dat<br />
echter specifi<strong>ek</strong> betr<strong>ek</strong>king heeft op magie, op de menselijke mentaliteit (psychologie dus<br />
ook), dan wel op al datgene wat met magie of psychologie kan samenhangen. (Dus niet op<br />
zuiver esoterie.)<br />
Eventuele magische beïnvloeding op een patiënt tijdens psychoanalyse.<br />
Er wordt hier gesteld patiënt d.w.z. een verhouding tussen de psychoanalist in dit geval en zijn<br />
sujet. Daarbij moet worden gesteld dat de analist enerzijds een overwicht moet hebben,<br />
an<strong>der</strong>zijds een z<strong>ek</strong>ere vriendschappelijkheid, waardoor een voldoende ontspanning van de<br />
patiënt wordt bereikt. Hebben wij dit echter gesteld, dan stellen wij tevens voor de analist de<br />
mogelijkheid om actief deel te nemen, want hij heeft het overwicht.<br />
Wij moet en nu allereerst het probleem bena<strong>der</strong>en. De bena<strong>der</strong>ing van dit probleem is niet<br />
noodzakelijk vanuit feitelijk standpunt. Dit houdt in, dat wij bij een betr<strong>ek</strong>kelijk moeilijke<br />
analyse voorbij kunnen gaan aan de vele verborgen oorzaken van verschijnselen, van<br />
optredende zi<strong>ek</strong>ten en afwijkingen. Wij moeten echter wel de kwaal als zodanig in het oog<br />
weten te houden. Wij moeten onszelf zelfs zoveel mogelijk voorbereiden op die patiënt, zodat<br />
wij voor onszelf het probleem vooral het gedragsprobleem duidelijk zien.<br />
Het is natuurlijk heel erg moeilijk, want je zou zeggen. Hoe moet b.v. een psychoanalist, die<br />
met iemand met niet normale neigingen te maken heeft, zich dit nu precies voorstellen? Zo<br />
zijn er meer van die moeilijkheden te denken. Toch is het wel mogelijk je in de voorkomende<br />
problemen in te denken. Heb je dit voldoende sterk gedaan, mits je tegenover je patiënt zo<br />
dadelijk het overwicht weet te gewinnen en daarnaast een niet al te vijandige verhouding<br />
on<strong>der</strong>ling weet te hand haven (onbewust is n.l. meestal enige vijandigheid aanwezig), zo<br />
mogen wij stellen dat een harmonie optreedt. Hij deze harmonie nu is het mogelijk eigen<br />
impulsen en gedachten in sterke mate op de patiënt over te dragen. Zij dienen daartoe echter<br />
scherp geformuleerd te zijn. Wij krijgen nu dus een overdracht van ons denken als bij een<br />
148<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
hypnose maar niet uitgedrukt op het directe bewustzijn of zelfs on<strong>der</strong>bewustzijn van de<br />
patiënt, maar op diens wezen, waarbij hoofdzakelijk diens gevoelsleven naast een deel van de<br />
on<strong>der</strong>bewuste factoren onmiddellijk beïnvloed raakt,<br />
In sommige gevallen zal ons blijken dat wij weerstanden vinden, die wij niet kunnen definiëren<br />
als zuiver stoffelijk. Er bestaan patiënten, waarbij zeer kennelijk geestelijke (althans niet<br />
stoffelijk normale) invloeden optreden. Wij vinden het zelfs moeilijk, wanneer wij die gewoon<br />
psychologisch willen gaan terugvinden, want ze ontsnappen ons. Eerst bij de bena<strong>der</strong>ing van<br />
de diepte psychologie komen wij soms tot enige indicaties, maar zelfs deze indicaties zijn niet<br />
voldoende om een zuivere diagnose te stellen en een zuivere therapie aan te geven.<br />
Wanneer ik te maken heb met de kern van eigen wezen en de kern van het wezen van een<br />
an<strong>der</strong>, kan ik naast de wet van harmonie nog van iets an<strong>der</strong>s gebruikmaken. Elke mens die<br />
innerlijk vlucht voor deze wereld en die dit dus vanuit de ziel a.h.w. doet, zal in deze vlucht<br />
een bepaald niveau bereiken. Dit niveau wordt normalerwijze door ons uitgedrukt als sfeer.<br />
Kort gezegd: menigeen die a-normaal is, die g<strong>ek</strong>weld wordt door zorgen, problemen enz., is<br />
dus in contact met een wereld, an<strong>der</strong>s dan zijn eigene en zal vanuit die wereld invloeden<br />
on<strong>der</strong>gaan, die voor zijn stoffelijk wezen maar ook voor zijn denken vaak belemmerend zijn.<br />
Hebben wij dit gesteld, dan moeten wij goed onthouden, dat het eigen wezen in staat is alle<br />
sferen te ontvangen, in alle sferen binnen te treden. En hier is dan de volgende magische<br />
werking mogelijk geworden.<br />
Vaststelling van de sfeer door precies het gevoelscontact, dat wij vinden met het binnenste<br />
van de patiënt (dus achter alles verborgen, zelfs achter diens gevoelens), voor onszelf zo<br />
duidelijk mogelijk te fixeren, als ons bewustzijn dit toelaat. Wij fixeren de sfeer, die wij in onze<br />
patiënt hebben aangetroffen.<br />
Wij wachten nu tot het contact tussen ons en de patiënt is verbroken. Het blijkt dus dat hier de<br />
behandeling tijdens de analyse praktisch onmogelijk wordt. Wij moeten ons n.l. te zeer<br />
concentreren en zouden dus niet aan onze patiënt voldoende aandacht kunnen geven. Dit door<br />
de patiënt ten dele geconstateerd zou dan aanleiding kunnen zijn tot ressentimenten, die de<br />
werking verstoren enz. Wij moeten in dit geval allereerst die sfeer oproepen, wij moeten<br />
proberen ons zoveel mogelijk deze sfeer eigen te maken. Zodra wij het gevoel hebben nu ben<br />
ik eigenlijk precies zoals die patiënt, gaan we ons die patiënt voorstellen. Wij hebben dan twee<br />
contactpunten gevonden in de eerste plaats de afstelling van onze innerlijke vermogens op de<br />
sfeer, waarmee deze patiënt het sterkst in contact staat, in de tweede plaats door de<br />
concentratie op de patiënt, met de patiënt zelve.<br />
In elke sfeer, die wij aanvoelen, zijn factoren meer of min<strong>der</strong> gunstig voor genezing van die<br />
patiënt. Er zijn bepaalde waarden vanuit ons standpunt volkomen negatief, er zijn an<strong>der</strong>e, die<br />
meer positief zijn. Ons eerste pogen zal nu zijn, om deze patiënt via onze gedachten te<br />
overladen, te oververzadigen met elke positieve factor, die in een <strong>der</strong>gelijke gevoelssfeer (in<br />
die an<strong>der</strong>e wereld dus) aanwezig is. Wanneer wij dit intens genoeg doen door onze wil tot<br />
genezing tevens op deze patiënt te richten, zullen wij ontd<strong>ek</strong>ken dat de patiënt daardoor<br />
vooral wanneer hij in rust is (dus nachtrust bij voorkeur) een gevoel van even spanning en<br />
daarna een grote ontspanning zal on<strong>der</strong>gaan. Bij patiënten, die aan slapeloosheid lijden, is het<br />
b.v. typisch dat bij dit soort behandelingen vaak een diepe en betr<strong>ek</strong>kelijk langdurige slaap<br />
ontstaat. Bij het ontwaken blijkt de stemming iets veran<strong>der</strong>d te zijn, er is een grotere<br />
veerkracht. Eventuele lichamelijke zi<strong>ek</strong>teverschijnselen worden min<strong>der</strong> au sérieux genomen en<br />
geven daardoor veel min<strong>der</strong> ergernis. Dat is het verschijnsel, dat eruit voortkomt.<br />
Kunnen wij nadat wij eenmaal door het eerste resultaat gezien hebben, dat wij onze patiënt<br />
in<strong>der</strong>daad bereikt hebben nu onszelf in stellen op een hogere sfeer, de hoogste die voor ons<br />
aanvoelbaar is (wij moeten voor onszelf het gevoel hebben dat wij baden in sid<strong>der</strong>ende kracht)<br />
om vandaar uit een contact te maken met die sfeer, dan kunnen wij onze patiënt een zodanige<br />
geestelijke schok toedienen, dat een zeer groot gedeelte van de zielkundige afwijkingen (dus<br />
van de in de diepste diepten van zijn wezen verborgen afwijkingen) gecorrigeerd of tijdelijk<br />
kortgesloten zijn. Dit betel ent dat wij het on<strong>der</strong>bewustzijn van de patiënt in een normalere<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
149
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
toestand vinden, het houdt ver<strong>der</strong> in, dat wij door de tijdelijke uitschakeling van deze<br />
tendensen het gedragspatroon gemakkelijker naar normaal kunnen brengen een ontspanning<br />
van zenuwen e.d. eenvoudiger tot stand brengen en zo tegen de terugkeer van deze innerlijke<br />
waarde een voldoende kracht hebben opgebouwd om met eenvoudig zenden van een enkele<br />
maal kracht onze patiënt normaal te houden, tot hij zichzelf heeft genezen. U ziet, dat wij met<br />
deze aspecten dus van magie en psychologie tezamen veel kunnen doen.<br />
Een patiënt zal soms in beslag genomen worden door een duistere sfeer.<br />
Dat maakt geen verschil uit.<br />
Moet de analyticus dan trachten daarmee in contact te komen?<br />
In<strong>der</strong>daad. De analist moet dan ook in die duistere sfeer contact zo<strong>ek</strong>en, want ook in elke<br />
duistere sfeer is er een verschil tussen duister en min<strong>der</strong> duister. De concentratie is dan<br />
min<strong>der</strong> duister. U moet goed begrijpen dat het zelfs voor de doorsnee magiër met goede<br />
scholing (de grootmeesters even button beschouwing gelaten) niet mogelijk zal zijn. om een<br />
patiënt plotseling van de ene sfeer, die betr<strong>ek</strong>kelijk duister is naar de an<strong>der</strong>e, die geheel licht<br />
is over te plaatsen, zon<strong>der</strong> gelijktijdig onoverzienbare schade aan diens gevoelsleven en zelfs<br />
aan diens bewustzijn toe te brengen. Dit kan zover gaan dat totale amnesie daaruit voortkomt<br />
of een absolute gevoelsblindheid, die dan heel vaak op den duur tot een soort amoraliteit leidt,<br />
die wij niet kunnen aanvaarden. Wij mogen dus onze lichte kracht niet te sterk doseren en niet<br />
van te grote hoogte. Wij moeten steeds werken via de sfeer, waarin de patiënt vertoeft.<br />
Nu moeten wij er ver<strong>der</strong> r<strong>ek</strong>ening mee houden, dat wij zijn uitgegaan van de idee van de<br />
psychoanalyse en dat ik daarbij de nadruk heb gelegd op het zi<strong>ek</strong>elijke geval. Maar wij kunnen<br />
ook een geval ontmoeten, waarbij de analyse uit een geheel an<strong>der</strong> oogmerk geschiedt, b.v. om<br />
een geschiktheid vast te stellen voor een zeer moeilijke taak, die zeer bepaalde eigenschappen<br />
vergt. Wij hebben dan niet te maken met een zi<strong>ek</strong>te van onze patiënt. En wat hier dus is<br />
gezegd over het zo<strong>ek</strong>en van duistere sferen e.d., het oplossen van verborgen problemen, komt<br />
dan wat op de achtergrond. Natuurlijk heeft elke mens zijn problemen. Een mens die normaal<br />
zou zijn volgens de opvattingen van normaal, is zo abnormaal dat hij praktisch niet voorkomt.<br />
Maar deze problemen zijn in verhouding zo gering, dat ze voor ons niet belangrijk zijn.<br />
Laten we dan ver<strong>der</strong> dit onthouden wanneer wij een bepaalde analyse maken bij een gezonde<br />
persoon, die wij echter moeten voorbereiden b.v. voor een bepaalde taak (zoals dat op het<br />
ogenblik gebeurt bij de training van ruimtepiloten, om eens wat te noemen, waar dus ook veel<br />
psychoanalyse en psychologische foefjes bij te pas komen), dan zou het mogelijk zijn uit te<br />
zo<strong>ek</strong>en, wat de overwegende gevoelssfeer van de mens is, wat de werkelijke sfeer is, die wij<br />
bij hem aanvoelen. Wij houden er dan ver<strong>der</strong> r<strong>ek</strong>ening mee, dat wij agressiviteit t.a.t. moeten<br />
beperken. Agressiviteit die innerlijk aanwezig is zal n.l. het redelijk element te vaak als<br />
sentiment overspoelen om een absolute betrouwbaarheid te veroorzaken. Als gevolg<br />
agressiviteit zullen wij te allen tijde afdempen. Wij zo<strong>ek</strong>en echter de eigenschap, die voor ons<br />
het belangrijkste is in deze mens en gaan deze versterken. Daarbij gebruiken wij we<strong>der</strong>om de<br />
persoonlijke instelling. De magiër analyticus gaat hier uit van een waanvoorstelling. Hij stelt<br />
zich n.l. deze mens voor, zoals hij in perfectie zou moeten zijn, ter vervulling van zijn taak. Op<br />
deze wijze wordt een soort astrale. mal gemaakt, dus een schil, die volledig beantwoordt aan<br />
hetgeen wij in die mens wensen. Hebben wij dit gedaan, dan gaan wij deze schil met zoveel<br />
mogelijk kracht verzadigen. Wij stuwen onze eigen kracht daarheen. (Bedenk wel, ongeacht<br />
het feit, dat dit een magische handeling is, mag dit niet gebeuren door spanning, want het<br />
uitzenden van kracht is een concentratie bij absolute ontspanning.) Heb ik dit gedaan, dan heb<br />
ik dus de ideale figuur zover gevormd en met kracht geladen, dat het voldoende is tussen deze<br />
schijngestalte en mijn patiënt een verbinding te maken in mijn gedachten. Ik kan dit b.v. doen<br />
door met die patiënt te gaan spr<strong>ek</strong>en over een van de meest belangrijke punten, die ik in de<br />
scheingestalt heb geprojecteerd. Dan krijg ik een verbinding tussen beide, die langzaan maar<br />
z<strong>ek</strong>er de kracht maar in de verhouding van de geprojecteerde eigenschappen overdraagt in<br />
mijn sujet. Ik krijg dus een ongelijkmatige versterking van innerlijke factoren, waardoor de<br />
bruikbaarheid van het sujet aanmerkelijk verhoogd kan worden, gezien het aparte doel, dat wij<br />
ons stelden.<br />
150<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
Vrienden, ik ga u nu verlaten en geef het woord over aan mijn opvolger voor het laatste<br />
on<strong>der</strong>werp en tevens sluiting van deze avond. Goedenavond.<br />
o-o-o-o-o<br />
Zo vrienden.<br />
U hebt al gehoord waar het om gaat. Aan mij is in de eerste plaats nog de taak met u te<br />
spr<strong>ek</strong>en over een stukje esoterie, waarbij uzelf ook weer het on<strong>der</strong>werp moogt geven.<br />
DE ZIN VAN HET LEVEN<br />
Dat is esoterisch gezien betr<strong>ek</strong>kelijk eenvoudig. Esoterisch gezien is de zin van het leven het<br />
kennen van het ik, om daardoor de waarheid van het leven te on<strong>der</strong>gaan, te ervaren.<br />
Laten we niet vergeten, dat voor de doorsnee mens op een vraag als de zin van het leven geen<br />
definitief antwoord kan worden gegeven. Wij krijgen schakels. b.v. Wat is de zin van het leven<br />
op aarde? Te leren. Waarvoor? Voor een hoger leven. Wat is het doel van dat hoger leven? Te<br />
leren. Waarvoor? Voor een nog hoger leven. Wat is dan het einddoel? Het opgaan in God.<br />
Waarom het opgaan in God? En dan kom je altijd ergens op een punt, waarop je geen<br />
antwoord meer kunt geven. Onthoud dat wel: de vraagstelling moet dus altijd beperkt blijven<br />
en ze moet enigszins binnen het bereik van redelijke vermogens blijven. Op het ogenblik dat<br />
wij daarboven uitgaan, is het ons onmogelijk nog enige zin in ons betoog enige zin ook in het<br />
leven zelf vast, te stellen.<br />
Nu blijkt, dat je vanuit de esoterie redenerende over het leven het volgende kunt stellen:<br />
Groepen mensen hebben een gezamenlijk bewustzijn, dat gescheiden kan worden geacht van<br />
het bewustzijn van an<strong>der</strong>e groepen. In de meeste gevallen is dit een persoonlijkheid, waaraan<br />
bovendien een geestelijke entiteit dus een niet stoffelijk bestaande entiteit verbonden is. Deze<br />
groepen alle tezamen vormen het mensdom. En het blijkt, dat ook dit mensdom een aparte<br />
beschermer heeft, een hogere geest dus, die voor het totaal <strong>der</strong> mensheid optreedt en die ook<br />
weer zijn eigen uitvoerende organen heeft.<br />
Nu blijkt daarnaast, dat alle an<strong>der</strong>e levensgroepen ook op een <strong>der</strong>gelijke wijze in min of<br />
meer<strong>der</strong>e mate verdeeld zijn en ook weer on<strong>der</strong> een grote regerende geest kunnen worden<br />
samengevat. Al die regerende geesten tezamen komen weer samen on<strong>der</strong>: Het Leven, dat ook<br />
weer zijn eigen entiteit heeft. Er is dus laten we dat goed begrijpen esoterisch gezien een<br />
voortdurende vertakking naar beneden toe, die gelijktijdig specialisatie bet<strong>ek</strong>ent. De top van<br />
hetgeen we nog kennen, is energie. En zelfs ruimte is volgens deze opvatting energie, zij het<br />
energie uitgedrukt in een dimensionale verhouding, die dus niet meer voor ons kenbaar is en<br />
daardoor het effect ruimte geeft.<br />
Wanneer wij nu vragen naar de zin van het leven, moeten wij van beneden af beginnen. En<br />
wat is altijd belangrijk voor ons? Het harmonisch zijn met an<strong>der</strong>en. Zolang wij alleen staan<br />
binnen onze groep, zullen de tendensen, die van de leiding van die groep uitgaan, tegengericht<br />
zijn aan ons eigen streven en denken. Wij on<strong>der</strong>vinden daarvan veel weerstand en wij zullen<br />
niet in staat zijn op de juiste wijze profijt te tr<strong>ek</strong>ken van de lessen, die het leven geeft. Zo is<br />
de eerste zin van het levens harmonie te bereiken met de groep, waartoe je behoort. Maar<br />
onmiddellijk daarnaast de tweede om harmonisch blijvende met de groep, waartoe je behoort<br />
zover dit mogelijk is harmonisch te worden met het totaal <strong>der</strong> mensheid.<br />
Dit wordt voortgezet op geestelijk vlak, waar de aangehaalde verdelingen niet slechts<br />
verdelingen van vorm zijn, maar vooral van bewustzijn en ontwikkeling en als zodanig in<br />
an<strong>der</strong>e sferen voortbestaan. Dit streven kan dus worden voortgezet in de sferen. Maar<br />
naarmate wij harmonischer zijn met een groter deel van de schepping, zullen wij een groter<br />
bewustzijn omtrent die schepping verwerven. Het is duidelijk, dat elke groei van het<br />
bewustzijn in deze richting, voor ons tevens een erkennen van hogere krachten en machten<br />
inhoudt. Het erkennen daarvan bet<strong>ek</strong>ent weer het ons daarmee vereenzelvigen, harmonisch<br />
maken.<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
151
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
Overal, waar harmonie bestaat, kan kracht ontnomen worden. Zo kunnen wij dan de kracht,<br />
die wij harmonisch zijnde met de mensheid bereiken, weer in de harmonie van onze eigen<br />
groep uitstorten. Vanuit menselijk en laag geestelijk standpunt gezien zou ik daarom het leven<br />
als volgt willen definiëren, althans de zin van het leven:<br />
De vergroting van eigen bewustzijn, het bereiken van harmonie met hogere krachten en het<br />
uitdrukken van deze harmonie in de kleinere groep, waartoe wij oorspronkelijk behoren.<br />
Daarnaast een stap ver<strong>der</strong>gaande kom je natuurlijk ook tot het onstoffelijk leven. En nu blijkt<br />
dat wij b.v. onze functie kunnen veran<strong>der</strong>en t.o.v. zo’n groepsgeest. Ben ik oorspronkelijk een<br />
sujet van de groepsgeest, een door hem mede beperkt en gemanipuleerd deel, dat in zijn<br />
eigen wilsvrijheid zich dus toch moet houden aan deze impulsen die voortdurend neerstralen,<br />
zo kan ik op een gegeven ogenblik een zodanig bewustzijn bereiken, dat ik mijn groepsgeest<br />
erken in zijn eigenschappen en kwaliteiten. Op dat ogenblik zal ik waarschijnlijk bewust met<br />
die groepsgeest gaan medewerken. Ik ga dus deel uitmaken van de onmiddellijke actie van de<br />
groepsgeest, de groepslei<strong>der</strong>. Gelijktijdig grijp ik uit naar een hoger bewustzijn. Zo kan ik ook<br />
weer van trap tot trap geestelijk hoger komen. En voor zover wij dit kunnen nagaan, komen<br />
wij dus langzaam maar z<strong>ek</strong>er bij de uitvoerende macht van de kosmos zelve te land. Wij zullen<br />
in staat zijn mede te helpen het direct kosmisch principe tot uiting te brengen. Dit kunnen wij<br />
dan stellen als een uiteindelijk levensdoel.<br />
Daarbij hebben wij natuurlijk een persoonlijke taak, dat is duidelijk. Wij zijn een deeltje van<br />
die schepping en wij kunnen niet het geheel doen. Maar als deel kunnen wij met het<br />
bewustzijn van het geheel het binnen dat deel noodzakelijke vervullen. Zover gaat ons weten<br />
omtrent het levensdoel. Het is misschien goed om het daarbij nog wat meer stoffelijk te<br />
omschrijven.<br />
De esotericus zal in zijn leven voortdurend trachten met behoud van zijn eigen bewustzijn van<br />
recht en billijkheid, zijn eigen besef van plicht en verplichting, zoveel mogelijk an<strong>der</strong>en te<br />
helpen, ongeacht in welke zin. Hij zal daarbij die an<strong>der</strong>en niet oordelen, wetende dat elk van<br />
hen een eigen w g gaat. Maar hij zal hen beletten wat hij kent als onrecht te uiten tegenover<br />
<strong>der</strong>den. Zolang zijzelven daarbij betrokken zijn, zal hij zich echter verre houden van elke<br />
beïnvloeding of ingrijpen, tenzij via het bewustzijn.<br />
Ver<strong>der</strong> zal die esotericus voor zichzelf trachten lessen te tr<strong>ek</strong>ken uit al, wat hij rond zich ziet,<br />
maar hij zal tevens beseffen, dat die lessen voor an<strong>der</strong>en wel waardeloos of onbelangrijk<br />
kunnen zijn. Zo zal hij trachten hetgeen hij innerlijk als kennis heeft bereikt met an<strong>der</strong>en uit te<br />
wisselen, doch slechts dan, wanneer hij gevoelt en weet dat zij in staat zijn hen te begrijpen<br />
en te volgen en dat zij belangstelling hebben voor hetgeen in hem leeft. Zo zal hij zich dus<br />
beperkingen opleggen in het contact met an<strong>der</strong>en op directe wijze.<br />
De esotericus zal zich over het algemeen onthouden van oordeel over zuiver stoffelijke<br />
handelingen, tenzij alweer <strong>der</strong>den daarin betrokken worden op een wijze, die voor <strong>der</strong>den niet<br />
aanvaardbaar is. Recht en billijkheid regeren. Maar gelijktijdig zal deze esotericus in zichzelf<br />
moeten zo<strong>ek</strong>en naar steeds meer licht. En licht wil zeggen: wijsheid en kracht.<br />
Op den duur is buiten het bereik van eigen bewustzijn een contact mogelijk met een kosmisch<br />
bewustzijn. Er staan steeds grotere bronnen van weten voor u open en kunnen gebruikt<br />
worden ten bate van degenen op uw eigen wereld. Gezien wat wij al over het levensdoel van<br />
de esotericus hebben gezegd bij de zin van het leven, zo zal het u duidelijk zijn, dat voor ons<br />
de zin van het leven groter wordt, naarmate wij beschikken over grotere kennis, groter inzicht<br />
en groter macht en vermogen, mits wij tenminste ons weten te beperken en deze dingen,<br />
slechts in harmonie met het rond ons zijnde tot uiting brengen. Vereenvoudig dit alles nu,<br />
breng het terug tot zijn eenvoudigste, zijn simpelste waarde en zeg dan nogmaals: Wat is de<br />
zin van het leven? Ik zou zeggen: De zin van het leven is gelukkig te zijn. Niet in een roes<br />
maar door het kennen van al het goede wat rond je is. Dus: genieten van al het goede wat op<br />
je weg komt, maar in overeenstemming met je eigen wezen, met je eigen bewustzijn. Dat is<br />
de eerste zin van het leven voor ons. Want juist in dit geluk ontstaat de harmonie, die ons<br />
ver<strong>der</strong> brengt.<br />
152<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
Ik hoop dat ik daarmee dit on<strong>der</strong>werpje voldoende duidelijk heb behandeld en dat u daarmede<br />
dus tevreden kunt zijn.<br />
VERNIEUWING VAN DE WEG<br />
Wanneer wij bezig zijn met ons leven, dan blijkt ons steeds, dat wij een doel hebben, dat wij<br />
onszelf een weg hebben gevormd van ideeën, van maatregelen en gedachten, waardoor wij<br />
menen het einddoel te kunnen bereiken. Maar naarmate wij duidelijker beseffen waar eigenlijk<br />
ons doel ligt, wat voor ons de inhoud van het leven en het bestaan is, zullen wij ook genoopt<br />
zijn die weg te herzien.<br />
Natuurlijk is er een kosmische weg en deze wordt nimmer en nooit veran<strong>der</strong>d. Wij noemen dit<br />
de weg <strong>der</strong> liefde (de weg van de kosmische liefde wel te verstaan), waarin het directe contact<br />
tussen Schepper en geschapenen als een volledige eenheid en in een volledige overgave te<br />
allen tijde bestaat. Deze liefde te vinden maakt het niet meer nodig nog ver<strong>der</strong> een weg te<br />
zo<strong>ek</strong>en of een weg te, vernieuwen. Maar wanneer wij beperkt zijn in ons denken en handelen,<br />
dan zullen wij ons doel vaak niet zien in die liefde alleen. Wij zullen menen dat er iets<br />
positievers moet zijn, iets wat meer in overeenstemming is met ons wezen, ons denken en ons<br />
redeneren. Dan gaan wij ver<strong>der</strong> zo<strong>ek</strong>en en blijken steeds, weer ons doel niet geheel te kunnen<br />
verwerkelijken. Wij ontd<strong>ek</strong>ken steeds weer dat datgene, dat wij meenden te kunnen<br />
verlangen, onbereikbaar wordt. En dan wordt het tijd dat wij de bakens verzetten. Dan wordt<br />
het tijd dat wij gaan zien, waar een fout schuilt in, ons eigen denken en ons eigen gedrag.<br />
Bedenk wel, de mens heeft een vrije wil. Hij is vrij het doel na te streven, dat hijzelf<br />
aanvaardbaar vindt. Hij is vrij elke weg te volgen, die z.i. tot het doel voert. Maar naarmate hij<br />
hogere krachten nastreeft, naarmate hij zich meer bewust wordt van eeuwige waarden en<br />
eeuwigheid, zal hij uiteindelijk terecht proberen te komen op die ene grote weg, die van uit het<br />
innerlijk van elk levend wezen voert direct tot de Scheppers de overgave aan de goddelijke<br />
Liefde vanuit het menselijk standpunt, de volledige liefdesuiting van de Eeuwigheid in het<br />
beperkte vanuit het goddelijk standpunt.<br />
Wanneer ik moet spr<strong>ek</strong>en over een vernieuwing van de weg, kan ik dus alleen zeggen: Een<br />
mens die onvoldoende besef heeft van de eeuwigheid, een mens die nog niet in zich<br />
vertrouwen kan op een eeuwige liefde die alles ten goede leidt, een mens die in zich nog<br />
steeds zo<strong>ek</strong>t naar een bevestiging, zal ontd<strong>ek</strong>ken dat de weg, die hij thans volgt, nog niet<br />
volledig is. Delen daarvan blijven aanvaardbaar, an<strong>der</strong>e delen moeten veran<strong>der</strong>d worden,<br />
vernieuwd. Maar al deze vernieuwing in het “ik” bet<strong>ek</strong>ent slechts het zo<strong>ek</strong>en van de oude<br />
heirbaan, van de onbaatzuchtige zelfverloochenende naastenliefde, de eeuwige gebondenheid<br />
tussen God en schepsel.<br />
Je kunt vele wegen gaan, Je kunt de vreemdste paden bewandelen. Maar nooit kun je<br />
veran<strong>der</strong>en de ene weg <strong>der</strong> werkelijkheid gebondenheid uit schepping, liefde kracht die van<br />
God tot mens en van mens tot God geleidt. Veel kun je veran<strong>der</strong>en in je zo<strong>ek</strong>en en denken,<br />
maar je kunt je slechts richten op het ene Licht.<br />
Besef dit en durf je wegen gaan zoals je bent, zoals je leeft, maar terwijl je streeft steeds<br />
zo<strong>ek</strong>end naar het licht en het edelste, dat er in je bestaat. En beantwoordt je weg van leven<br />
daar niet aan, veran<strong>der</strong> dan die weg, opdat je eenmaal het juiste pad moogt gaan, dat leidt tot<br />
oneindigheid, die zelfs in het heden reeds wordt uitgedrukt.<br />
Ik geloof daarmee duidelijk en zuiver genoeg gezegd te hebben wat ik versta on<strong>der</strong> een<br />
vernieuwing van weg. Dit geldt voor allen. Of het nu wetenschap is of geloof, politi<strong>ek</strong> of iets<br />
an<strong>der</strong>s, zodra men gaat streven in de richting van de goddelijke harmonie, uitdrukking van<br />
goddelijke Liefde, zal men veel moeten veran<strong>der</strong>en. Maar wanneer het doel hetzelfde blijft, is<br />
de veran<strong>der</strong>ing onbelangrijk en het resultaat z<strong>ek</strong>er.<br />
Misschien houden jullie mij zo nu en dan voor een halve g<strong>ek</strong>, maar een ding kan ik jullie wel<br />
zeggen: Als je kunt en durft leven uit de goddelijke Liefde, dan mag je nog zo de nar spelen of<br />
de wijsgeer uit hangen, dan mag je onbenullig praten of zeer geleerd, maar dan is er toch in<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
153
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 10 mei 1960<br />
Les 9 – De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten<br />
jou iets, waardoor je an<strong>der</strong>en kunt helpen, waardoor je zelf een steeds groter begrip krijgt van<br />
de eeuwigheid, maar ook van alle delen, waaruit ze is opgebouwd. Die de weg van de<br />
goddelijke Liefde leert gaan wordt een met al het geschapene, maar tevens met het Grote, dat<br />
wij eeuwig noemen, omdat het tijdloos is en dat in zich de Volmaaktheid Zelve is.<br />
De beste wens die ik jullie geven kan is: Zo<strong>ek</strong> die weg, waarover wij het hebben gehad beleef<br />
die Kracht, waarover wij spraken in jezelf wees zo gelukkig als je kunt zijn en wordt steeds<br />
wijzer zon<strong>der</strong> eigenwijs te worden.<br />
154<br />
De mysti<strong>ek</strong> van het Oosten
Goedenavond vrienden,<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
We zullen ook deze avond een gastspr<strong>ek</strong>er voor u hebben. En dat bet<strong>ek</strong>ent dat ik allereerst<br />
gaarne even zou willen weten, of u vragen hebt te stellen aan de hand van hetgeen wij in de<br />
vorige les hebben behandeld.<br />
In het gedeelte over esoterie hebt u een voorbeeld genoemd van melancholia. Wilt u op dat<br />
stuk een toelichting geven? Het onduidelijke gedeelte hierin is het actief maken van de<br />
melancholie.<br />
De onduidelijkheid voor u ligt in de definitie van melancholie zelf. Wanneer een mens<br />
melancholi<strong>ek</strong> is, dan moeten we dat niet alleen maar zien als een toestand zon<strong>der</strong> meer (een<br />
sentimentskwestie), maar wij moeten begrijpen dat er meer bepaalde, laat ik zeggen, meer<br />
redelijke elementen achter schuilen. Nu is een mens in zijn leven in te delen in twee<br />
afzon<strong>der</strong>lijke parten, tenminste voor dit beeld dan er zijn er natuurlijk meer. In de eerste<br />
plaats kunnen wij stellen, dat een mens voor zich een droom heeft. Deze droom is de<br />
werkelijkheid, zoals hij haar zou willen beleven, zoals hij haar zou willen zien. In de tweede<br />
plaats kent hij een werkelijkheid, die weliswaar een interpretatie is (dus het is niet een<br />
feitelijke werkelijkheid, maar het is zijn manier van beleven en reageren), maar die op zichzelf<br />
toch ook een grote invloed heeft. Indien ik daar nu ver<strong>der</strong> op doordenk, dan moet ik tot de<br />
conclusie komen, dat op een gegeven ogenblik het een mens onmogelijk zal zijn zijn droom te<br />
verwerkelijken (dat is logisch), maar dat hij hiermee geen genoegen neemt, omdat hij het niet<br />
beantwoorden aan de droom ziet als een t<strong>ek</strong>ortschieten in eigen persoonlijkheid, waardoor hij<br />
en meestal ook al enigszins bepaald door temperament komt tot een zich laten gaan zon<strong>der</strong><br />
meer. Echter zal er dan nog niet van een feitelijke melancholie kunnen worden gesproken<br />
(uitgezon<strong>der</strong>d bij de zuiver stoffelijke temperamentskwestie), tenzij de persoon in zich een<br />
verzet heeft tegen datgene, wat hij meent te zijn.<br />
Wat bedoelt u met wat hij meent te zijn?<br />
De kwestie ligt zo. U weet, dat u iets zou kunnen zijn. Die voorstelling draagt u in u, of deze<br />
reëel is of niet. Je hebt b.v. burgermensen, die menen dat ze dame kunnen zijn. Dat is<br />
helemaal niet erg. Maar nu krijgen zij h.i. de middelen om dame te worden en dan blijkt, dat<br />
ze toch niet als zodanig geaccepteerd worden. Wat is het gevolg? Ofwel een buitengewoon fel<br />
verzet als een soort furie tegen de wereld, danwel een groot zelfverwijt, een gevoel van<br />
voortdurend t<strong>ek</strong>ortschieten, dat kan ontaarden in een melancholie, een voortdurend droevig<br />
waas, dat men om alle dingen weeft, totdat de interesse in het leven zelve geheel verble<strong>ek</strong>t is.<br />
Dat moet u toch begrijpen? Nu stel ik echter dat dit alleen kan gebeuren, wanneer aan twee<br />
voorwaarden is voldaan..<br />
a. dat de persoon in kwestie de voorstelling leeft van zichzelf als dame, en<br />
b. dat ze in staat is haar t<strong>ek</strong>orten te overzien en zich deze, de verwijten. (Ontbre<strong>ek</strong>t een dezer<br />
punten, dan hebben we nog niet, ik moet stellen dat beide punten aanwezig zijn, an<strong>der</strong>s klopt<br />
mijn verhaal niet.) Zijn beide voorwaarden aanwezig, dan is er sprake van een strijdigheid.<br />
In de normale temperamenten van de mens kunnen wij er verschillende on<strong>der</strong>scheiden. Een<br />
melancholisch temperament bestaat ook d.w.z. een temperament, dat op zichzelf al wat<br />
bezinnelijk, wat droevig is eigenlijk. Maar dat is stoffelijk. Wanneer daar geen geestelijke<br />
impulsen bijkomen, zegt dat allemaal niets. Dan kan deze melancholie wel degelijk het<br />
karakter voor de stof enigszins bepalen, maar het kan niet over heersen. En het is juist de<br />
overheersing vanuit de geest, die in het voornoemde geval buitengewoon scherpe aanvallen<br />
van melancholie kan veroorzaken, die uiteindelijk zelfs in een levensverachting enz. over gaan,<br />
soms met heel onaangename gevolgen. Die melancholie is dus normalerwijze te zien als een<br />
strijdigheid in de persoonlijkheid, wanneer zij niet.slechts uit zuiver stoffelijke, maar mede uit<br />
geestelijke oorzaken voortkomt. Akkoord?<br />
Neen. Want het gaat juist om dat, wat u daar nu zegt. In hoeverre komt die geest in<br />
verzet?<br />
Dat zou afzon<strong>der</strong>lijk voor elk geval moeten worden bepaald.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
155
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
Maar waarom?<br />
Waarom die geest in verzet komt? Om de doodeenvoudige reden, dat die geest gebonden aan<br />
het stoffelijk voorstellingsvermogen en zich vereenzelvigend met het stoffelijk wezen zich niet<br />
kan neerleggen bij een t<strong>ek</strong>ort aan bereiking van dat stoffelijk wezen. Dat ligt toch opgesloten<br />
in de problemen?<br />
Jawel, maar ik dacht, dat een geest daar eigenlijk bovenuit was.<br />
Als een geest daar bovenuit zou zijn, zou zij niet in de stof behoeven te leven, nietwaar?<br />
Nu moeten wij trachten die melancholie vóór ons te laten werken en niet tegen ons. Het is<br />
begrijpelijk dat er in het leven alle hand factoren zijn, waarvan wij zeggen: daar kunnen wij<br />
toch niet helemaal tegenop. Dan is die melancholie een soort zoethou<strong>der</strong>tje. Ze maakt het ons<br />
mogelijk iets te on<strong>der</strong>gaan in een z<strong>ek</strong>ere droefheid, maar zon<strong>der</strong> dat wij daardoor tot<br />
verkeerde daden worden aangezet, dat wij in een verzet komen, dat buiten het redelijke ligt.<br />
In sommige gevallen kan dus een <strong>der</strong>gelijk temperament, een <strong>der</strong>gelijke wijze van leven, een<br />
beperking van het aantal onjuiste daden bet<strong>ek</strong>enen. Als ik nu weet waar ik onmachtig ben, zal<br />
ik daar, desnoods deze melancholie.toelaten, ik zal haar zelfs als een stemming in mij laten<br />
opwellen, wetende dat ik zo een soort verweer heb tegen de factoren in de wereld, die ik niet<br />
aan kan. Het beschermt mij een beetje en daardoor houd ik dan energie over voor die punten,<br />
waar ik wel actief kan handelen. Maar de activiteit van mijn handelen plus mijn bereiken zal<br />
over het algemeen de melancholie aanmerkelijk b<strong>ek</strong>orten, danwel geheel vermin<strong>der</strong>en of doen<br />
verdwijnen. Want in het bereiken valt het melancholi<strong>ek</strong>e dan weg. Typisch is, dat in een<br />
<strong>der</strong>gelijk geval zelfs het stoffelijk melancholisch temperament voor een groot gedeelte kan<br />
worden overwonnen. Dus dat een gewaardeerd slagen en vooral een gewaardeerd eenzijdig<br />
slagen vaak in staat is de laat ik zeggen aan het stoffelijk wezen inherente melancholie zeer te<br />
beperken of zelfs tijdelijk te verdrijven.<br />
Dus de neerslachtigheid weg te nemen?<br />
Ja, zo moogt u dat ook zeggen.<br />
De gastspr<strong>ek</strong>er van de vorige maal zei: Let wel, niemand kan van mij zeggen, dat ik op<br />
aarde ooit een mens voorbij ben gegaan. Ik heb met de bedelaar, de courtisane, de<br />
wo<strong>ek</strong>eraar gesproken zo goed als met de vorsten, want alle mensen zijn gelijk en de<br />
uiterlijke vorm van hun leven is niet meer dan het noodlotsspel dat gespeeld wordt door<br />
het onbewustzijn, dat de mens regeert. Kan net onbewustzijn een mens regeren of een<br />
actieve daad stellen? Of moet dit soms zijn het onbewuste zijn?<br />
Onbewustzijn. Mag ik een an<strong>der</strong>e vraag daartegenover stellen? Hoeveel mensen worden in hun<br />
leven niet geregeerd door een paar stommiteiten, die ze hebben uitgehaald? Dat is<br />
onbewustzijn, an<strong>der</strong>s haal je die stommiteit niet uit. D.w.z. dat het onbewustzijn van de geest<br />
aansprakelijk kan zijn voor een min<strong>der</strong> geslaagde incarnatie. D.w.z. dat een onvolledig<br />
bewustzijn van eigen leven en levensdoel kan leiden tot een re<strong>ek</strong>s van stoffelijk verkeerde<br />
handelingen, geestelijk verkeerde gedachten, die een zeer grote en sterke invloed uitoefenen<br />
op het totaal van het lichamelijk en geestelijk gebeuren. Als er geen ver<strong>der</strong>e vragen meer zijn,<br />
dan nog even een klein lesje.<br />
Opvallend is, dat ook in de esoterie de mens zo vaak in het gewichtige en ingewikkelde vlucht.<br />
Over het algemeen zo<strong>ek</strong>t men de waarheid ver<strong>der</strong>, dan zij in feite te vinden is. Wanneer men<br />
een grein waarheid heeft gevonden, is men geneigd het zozeer te omringen net op zich zelf<br />
onjuiste of onbelangrijke gegevens, dat het onmogelijk is dit kleine deel van waarheid uit te<br />
breiden. De grondnorm van de esoterie moet eenvoud zijn. Een terugkeren tot eenvoud is<br />
noodzakelijk. Wanneer wij komen te staan voor een probleem, dat wij niet begrijpen, dan<br />
moeten wij allereerst proberen alle componenten daarvan tot de meest eenvoudige en voor<br />
ons meest begrijpelijke beelden te herleiden. Werkende met deze allereenvoudigste beelden<br />
zullen wij ongetwijfeld in staat zijn voor ons zelven een zeer snelle en bevredigende uitleg te<br />
vinden, die getoetst aan het totaal van onze ervaring althans voor ons juist mag heten en in<br />
ons leven als een volledige waarheid mag worden gehanteerd, tot ons bewustzijn ons na<strong>der</strong><br />
inzicht mogelijk maakt.<br />
Er is nu contact en ik neem dus afscheid van u. Dit was maar een klein lesje, maar ik hoop vel,<br />
dat u daar toch even aandacht aan geeft. Het woord is nu aan onze gast voor vandaag.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
156
Goedenavond, vrienden.<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
Wij zijn dan overeeng<strong>ek</strong>omen dat ook ik een kort ogenblik met u over bepaalde krachten en<br />
waarden i.v.m. de esoterie zal spr<strong>ek</strong>en. Het is moeilijk om een juiste keuze te maken uit het<br />
vele, dat wij weten en kennen, maar ik hoop, dat het door mij g<strong>ek</strong>ozene voor u niet te veel<br />
b<strong>ek</strong>ende materie zal zijn en dat het gelijktijdig voor u voldoende waarde vol zal mogen heten.<br />
Ik wil hierbij uitgaan van:<br />
DE RUIMTE ZELF<br />
Wanneer wij spr<strong>ek</strong>en over ruimte, gebruiken wij een concept, dat niet definieerbaar is. Ruimte<br />
wordt voor ons pas definieerbaar, wanneer wij haar begrenzen kunnen. Uit al wat wij rond ons<br />
zien blijkt echter, dat ruimte oneindig is. Wij kunnen die oneindigheid misschien begrensd<br />
denken, maar niet definiëren. Ver<strong>der</strong> ontd<strong>ek</strong>ken wij, dat in deze ruimte de verhoudingen<br />
verschillen, naarmate er sprake is van massa en van beweging. Massa en beweging kunnen<br />
beide herleid worden tot bepaalde vormen van energie. Hieruit vloeit voort, dat wij indien wij<br />
voldoende afstand zouden kunnen nemen van een stoffelijk of zelfs kosmisch zijn, dat een<br />
ruimtelijke uitdrukking in een tijdsbeleving vergt mogen stellen, dat ruimte, tijd en materie<br />
on<strong>der</strong>ling verwisselbare waarden zijn.<br />
Dit lijkt misschien voor esoterie zeer technisch, maar het is de kern van een re<strong>ek</strong>s van<br />
beschouwingen. Indien n l. deze waarden on<strong>der</strong>ling verwisselbaar zijn, dan zal de eindtoestand<br />
van elk wezen door elk <strong>der</strong> drie factoren afzon<strong>der</strong>lijk maar ook door elke will<strong>ek</strong>eurige<br />
samenstelling van deze drie factoren beheerst kunnen worden, zon<strong>der</strong> dat het wezen zelf zijn<br />
geaardheid en vermogen in wezen veran<strong>der</strong>t.<br />
De esotericus zo<strong>ek</strong>t zichzelf te kennen. Bij deze zelfkennis echter gaat hij voortdurend uit van<br />
beperkte verhoudingen, beperkte voorstellingen en definities. Hij zal zelfs daarbij voor zich<br />
maatstaven aanleggen, die zijn voortg<strong>ek</strong>omen uit zijn ogenblikkelijke wereld en niet uit zijn<br />
eigen wezen. Het gevolg is, dat de esotericus daarbij slechts een deel van het “ik” zal kunnen<br />
erkennen, omdat hij niet gewend of geneigd is verschillen in tijdsbeleving, verschillen van<br />
massa, van geestelijke en stoffelijke beweging, mee te zien als maatstaven, aan de hand<br />
waarvan de regels en wetten, die op dat ogenblik gelden, volledig kunnen worden vastgelegd.<br />
Er is sprake van een voortdurend wisselend geheel in onszelf, waarbij alleen het wezen (of de<br />
ziel) gelijk blijft. Evenzeer is er sprake van een steeds wisselende re<strong>ek</strong>s van voorwaarden of<br />
wetten, waaraan wij moeten voldoen. Het procédé van inwijding is dan ook in feite niet slechts<br />
een erkennen van bepaalde waarheden, maar het vinden van een innerlijke evenwichtigheid,<br />
waardoor een voortdurend harmonische aanpassing en elke wijziging van omstandigheden kan<br />
worden bereikt.<br />
Dit alles is betr<strong>ek</strong>kelijk abstract, voorzover het de mens betreft. Ik heb getracht om mij<br />
we<strong>der</strong>om in te denken in het menselijk bestaan en aan de hand daarvan een situatiet<strong>ek</strong>ening<br />
te geven, die voor een mens bruikbaar en hanteerbaar zou zijn. Dan stel ik allereerst dit: Elke<br />
mens, die teveel met verleden en to<strong>ek</strong>omst r<strong>ek</strong>ent, r<strong>ek</strong>ent met waarden, die buiten zijn<br />
ogenblikkelijk wezen gelegen zijn. Want de bet<strong>ek</strong>enis van het verleden zowel als van de<br />
to<strong>ek</strong>omst wijzigt voortdurend, naarmate de mens als energie of massa gezien zich verplaatst<br />
in de ruimte. Zij wijzigt zich ver<strong>der</strong> naarmate de persoonlijke tijdsbeleving veran<strong>der</strong>t en zij zal<br />
nu eens een heel groot deel van het Al, dan weer slechts een zeer klein deel van eigen<br />
gedachtevorm geheel omkleden. In het stoffelijk leven zou dus een re<strong>ek</strong>s hulpregeltjes of<br />
ezelsbruggetjes gebruikt moeten worden om vandaaruit althans tot een bena<strong>der</strong>ing van dat<br />
kosmisch evenwicht en een beeld van dat kosmisch evenwicht te komen. Allereerst moeten wij<br />
beginnen met te stellen:<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
157
158<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
a. Slechts het heden met zijn bet<strong>ek</strong>enis is reëel, alle to<strong>ek</strong>omst en alle verleden<br />
onbelangrijk.<br />
b. Het heden is - ook al kan ik het niet als zodanig aanvaarden of ervaren - een volledige<br />
persoonlijkheidsuitdrukking voor mij.<br />
c. Waar er voor mij geen definitieve maatstaven bestaan van goed en kwaad, wijs of<br />
dwaas, licht of duister, zal steeds dit ogenblik met de nu in mij bestaande maatstaven<br />
moeten worden gebruikt om aan de hand daarvan mijn eigen daad te zien en te<br />
dirigeren.<br />
Misschien klinken deze regeltjes u toch nog abstract. Maar stel u voor, dat u op een bepaald<br />
moment een besluit moet nemen. Dit besluit kan de to<strong>ek</strong>omst betreffen, dat is z<strong>ek</strong>er maar de<br />
to<strong>ek</strong>omstige werking ervan is niet geheel te overzien. Het verleden is mede bevat in dit<br />
besluit, daaraan is niet te ontkomen, maar de ervaringen van het verleden zijn alleen nog<br />
geldend, voor zover zij deel van mijn wezen uitmaken en dus niet aan de hand van<br />
herinnering, maar onmiddellijk tot mijn beschikking staan. Wanneer ik nu tot iets besluit<br />
vanuit het heden, voorkom ik, dat ik b.v. door herinnering en schuldbewustzijn (foutieve<br />
maatstaven, die niet volledig in mijn wezen ingewo<strong>ek</strong>erd zijn) word geleid. Ik bereik dus een<br />
grotere vrijheid van besluiten en een grotere besluitvaardigheid. Daar de to<strong>ek</strong>omst mij op het<br />
ogenblik wat koud laat, omdat ik besef haar niet geheel te kunnen overzien, zal mijn besluit op<br />
de nu geldende normen en waarden gebaseerd zijn. Het zal voor mij juist zijn. Elke<br />
to<strong>ek</strong>omstige ontwikkeling zal ik kunnen corrigeren aan de hand van eenzelfde proces.<br />
Zo leef je dus in de eerste plaats bewuster, sneller en vollediger.<br />
En ver<strong>der</strong> zul je door de volledigheid, waarmee het “ik” in elke daad en elk besluit geuit wordt,<br />
ook dit ik gemakkelijker leren kennen. De gebeurtenissen, die van buitenaf komen, worden<br />
dan niet beschouwd als een straf voor het “ik” of zelfs maar als een correctie van het “ik” zij<br />
worden gezien als een aanvulling van het feitenmateriaal, waaruit wij kunnen putten.<br />
Alleen die gebeurtenissen, die ons werkelijk beroeren en raken, hebben zin. De volkswijsheid<br />
pleegt te zeggen, dat een schip op het strand een baken in zee is. Maar dit kan alleen maar<br />
waar zijn, als dit schip op het strand voor ons een zodanige vrees heeft bet<strong>ek</strong>end, dat wij aan<br />
de hand daarvan besluiten voorzichtiger te zijn. Dit komt in een mensenleven betr<strong>ek</strong>kelijk<br />
weinig voor. Tracht u dus niet teveel bezig te houden met voorbeelden, die u a.h.w.<br />
kunstmatig schept maar ga wel in voor zover het u mogelijk is op al datgene, wat u emotioneel<br />
beroeren kan. Het is daardoor, dat u een zo groot mogelijke ervaring krijgt. Het is daardoor,<br />
dat de buitenwereld voor u bet<strong>ek</strong>enis krijgt als een factor, die u steeds weer op het voor u<br />
juiste deel richt.<br />
Ik weet, dat menig mens in de esoterie ver<strong>der</strong> ook zo<strong>ek</strong>t naar de directe uiting van geestelijke<br />
waarden en krachten. Ook deze zijn voor een normaal en doorsneemens niet te controleren.<br />
Want wat u geest. pleegt te noemen, kan evengoed worden uitgedrukt als het eigen wezen,<br />
gelijktijdig met het erkende bestaan ook levende in een an<strong>der</strong>e verhouding van massa, tijd en<br />
ruimte. Dientengevolge zal het on<strong>der</strong>hevig zijn aan an<strong>der</strong>e wetten, zullen er an<strong>der</strong>e normen<br />
(indien u het zo wilt noemen een an<strong>der</strong>e moraal) gelden voor die geest dan voor uw stof. Deze<br />
beide zijn niet in een volledige overeenstemming met elkaar te brengen. Wel is een voor beide<br />
factoren aanvaardbaar gemiddelde te vinden. Bij het zo<strong>ek</strong>en naar de geest zullen wij dus<br />
indien wij dit in de stof willen verwerkelijken r<strong>ek</strong>ening moeten houden met het feit, dat tijdelijk<br />
stoffelijke regels van mogelijkheid, van aanvaardbaarheid, van doelmatigheid terzijde dienen<br />
te worden gesteld. Alleen dan kunnen wij de krachten van de geestelijke factor, waarmee wij<br />
werken, sterker kenbaar maken.<br />
Het ezelsbruggetje voor de mens hierbij is eenvoudig: Elke ware geestelijke bereiking<br />
openbaart zich tweeledig allereerst in een innerlijk bewustzijn, in de tweede plaats in een<br />
uiterlijke waarneming. Geestelijke bereikingen, die falen een van beide t<strong>ek</strong>enen te tonen, zijn<br />
voor de mens niet voldoende volmaakt en belangrijk, om daar aan dacht aan te besteden. Het<br />
is beter ofwel daaraan voorbij te gaan, danwel door oefening te trachten alsnog de tweeledige<br />
uiting te bereiken.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
Alle werkingen, die wij van an<strong>der</strong>e geest verwachten, mag slechts worden gezien als een<br />
hoeveelheid van kracht of energie, die ons eigen wezen ter beschikking komt. Deze kracht of<br />
energie kan beperkt zijn in bepaalde richtingen, zodat haar geaardheid in z<strong>ek</strong>ere zin bepaald<br />
is. Alle gebruik van de voor ons beschikbare geestelijke krachten wordt echter via eigen<br />
bewustzijn tot stand gebracht.<br />
Het is belangrijk te beseffen, dat de mens zelf te allen tijde de dirigerende kracht is, ook voor<br />
geestelijke krachten, die hij oproept of waarmee hij werkt. Slechts indien de mens zichzelve<br />
zou vergeten en dus totaal het eigen bewustzijn zou uitschakelen, is het mogelijk dat een<br />
geestelijke kracht werkzaam wordt. Maar dan geldt weer: Op het ogenblik, dat geestelijke<br />
krachten an<strong>der</strong>s dan de eigene optreden in de mens, zullen alle waarden en maatstaven, die<br />
voor die mens normaal gelden, terzijde zijn gezet. Hoe intenser sprake is van een<br />
overheersing of inbezitneming, hoe juister en duidelijker tot uiting zal komen, dat het totale<br />
wezen een veran<strong>der</strong>ing on<strong>der</strong>gaat, die niet slechts stil blijft staan bij denkwijze en mores,<br />
maar die doorgrijpt tot zelfs in de stoffelijke processen toe.<br />
Hiermee probeer ik u we<strong>der</strong>om iets duidelijk te maken. Het is voor de mens belangrijk, dat hij<br />
leert in de komende tijden bepaalde paranormale gaven te ontwikkelen. Het is z<strong>ek</strong>er evenzeer<br />
belangrijk voor de mens, dat hij leert in zich de eigen geestelijke kracht of de van an<strong>der</strong>en<br />
verkregen geestelijke kracht juist te richten. Hij kan dit alleen doen, wanneer hij beseft, dat<br />
stoffelijke en geestelijke krachten verschillende soorten belemmeringen kennen, dat een<br />
samenwerking van stof en geest nooit volledig kan zijn, omdat er een verschil van maatstaven<br />
bestaat en wanneer hij ver<strong>der</strong> beseft dat zijn eigen innerlijk beleven van zeer groot belang is<br />
voor het richten van geestelijke kracht.<br />
Ik vraag mij af wat ik uit het vele, dat ter beschikking staat, in de korte tijd mij toegewezen u<br />
nog moet voorleggen. Misschien mag ik u nog even herinneren aan de kwestie van de z.g.<br />
verschillende dimensies.<br />
Wanneer er een verschil is van verhouding in massa, ruimte en tijd, dan zal er bij een<br />
gelijkblijvend bewustzijn een an<strong>der</strong>e uitingsmogelijkheid ontstaan. Die an<strong>der</strong>e<br />
uitingsmogelijkheid kan voor de mens reëel worden geacht voor al die delen van zijn wezen,<br />
die niet onmiddellijk tot het stoffelijk en drie dimensionaal stelsel behoren, waarin hij meent<br />
geheel te bestaan. Elke mens wordt dus geregeerd door krachten, die alle volgens<br />
verschillende maatstaven handelen. Deze maatstaven zullen echter gezien een gedeeld<br />
ervaren tussen al deze voertuigen aanleiding zijn tot vele, schijnbaar strijdige impulsen.<br />
Natuurlijk weten wij, dat de stof mens een bepaald aantal impulsen heeft, die wij dierlijk of<br />
pseudo-mechanisch zouden kunnen noemen. Daarnaast echter ontd<strong>ek</strong>ken wij, dat elke mens<br />
een aantal gedachteprocessen kent, waarbij sommige de stoffelijke factoren aanmerkelijk<br />
versterken, an<strong>der</strong>e daarentegen deze remmen en bijna machteloos maken. Dit kan aanleiding<br />
zijn tot zi<strong>ek</strong>te processen het kan aanleiding zijn tot een gedrag, dat afwijkt van de norm het<br />
kan ook aanleiding zijn tot een buitengewoon succes bij de medemens. Dat ligt maar aan de<br />
wijze, waarop deze afwijking tot stand is g<strong>ek</strong>omen.<br />
Wanneer wij nu naar zelfkennis zo<strong>ek</strong>en, zullen wij altijd proberen de maatstaven van onze<br />
eigen wereld te laten gelden. Maar wanneer wij de maatstaf van eigen wereld onbeperkt<br />
aanleggen, zullen wij daarmee de geestelijke inwerkingen verwerpen, voor zover het ons<br />
bewustzijn betreft. Wij maken ze dus tot onbewuste en ook weer semi-automatische of<br />
pseudo-automatische processen. Dit is niet begeerlijk. Een mens kan niet totaal meester zijn<br />
over al zijn voertuigen en de stof in volkomen gelijke mate. Een volledige beheersing van de<br />
stof bet<strong>ek</strong>ent b.v. nog niet het oplossen van verschillen in de geest. Hoe meer wij echter<br />
beseffen wat er in ons werkzaam is en hoe zich dit uit, hoe eenvoudiger het voor ons zal zijn<br />
juist door de erkende verschillen, bestaande tussen geestelijke voertuigen en het stoffelijk<br />
voertuig tot een rationeel handelen te komen, waarbij wij aan beide factoren een z<strong>ek</strong>ere<br />
voldoening niet misgunnen.<br />
Geloof mij, voor een mens die esoterisch streeft zijn sommige bewustzijnsfasen haast dodelijk.<br />
Ik wil er enkele van noemen.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
159
160<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
a. Schuldbewustzijn. Schuldbewustzijn verbre<strong>ek</strong>t elke relatie met an<strong>der</strong>e verhoudingen,<br />
werpt zich met uitsluiting van de rede op gebeurtenissen, die niet herstelbaar zijn bindt<br />
zich daaraan volledig wordt beheerst door condities, die zelfs niet geheel reëel<br />
geconstateerd worden. Gevolg: verwringing van persoonlijkheid.<br />
b. Rechtsgevoel. Hierbij bedoel ik niet het normale gevoel voor wat men on<strong>der</strong> mensen<br />
voor recht pleegt uit te maken, maar het gevoel rechten te bezitten, het recht te<br />
hebben tot oordelen. Op het ogenblik n.l. dat wij menen rechten te hebben, die uitgaan<br />
buiten onze eigen persoonlijkheid, zijn wij geneigd de eigen persoonlijkheid, te<br />
verwaarlozen om deze rechten in versterkte mate tot uitdrukking te brengen. Het<br />
resultaat is we<strong>der</strong>om, dat ons leven geconcentreerd is op vele dingen, die ons absoluut<br />
niet aangaan, dat wij een vert<strong>ek</strong>ening van stoffelijke omstandigheden zien, maar<br />
gelijktijdig onze geestelijke impulsen niet zo volledig kunnen uiten als wel gewenst zou<br />
zijn, waar wij immers niet in onszelf maar in an<strong>der</strong>en proberen deze te verwerkelijken.<br />
Het gevolg is verwarring.<br />
c. Besef wel, dat egoïsme een van de meest dodelijke euvelen is, die de mens kunnen<br />
bedreigen, waar zij hem afsluiten van het beleven van zijn wereld en door een te<br />
voortdurende zelfbeschouwing elke handeling en elk oordeel onjuist maken t.o.v. het<br />
geheel. Aan een egocentrisch denken, waarnemen en beleven echter is niet te<br />
ontkomen. Degene, die tracht dit te doen, zou ofwel moeten gaan tot de hoogste vorm<br />
van wezen, die zelfs in zuivere energie nog onvolledig is uitgedrukt, danwel hij zou<br />
moeten leven in alles rond hem met een volledig besef daarvan. Beide fasen zijn voor<br />
de doorsneemens onbereikbaar. Ga uit van uw eigen wezen, uw eigen leven. Leef in de<br />
wereld, zoals u die kent en leef daarin zo eerlijk als u kunt. Tracht niet te ver uit te<br />
gaan boven het voor u kenbare. Wanneer u zich bezighoudt met abstracte werelden,<br />
doe dit dan alleen voor zover uw eigen wezen die voorstellingen verwerken kan. Op<br />
deze wijze komt u ongetwijfeld geestelijk ver<strong>der</strong>.<br />
En dan wil ik u ten laatste nog wijzen op iets an<strong>der</strong>s. De verhoudingen, die u kent en als vast<br />
ziet op deze wereld, wijzigen zich in feite voortdurend. Er is nooit sprake van een stabiele<br />
toestand of zelfs maar van een stabiele vorm. De stabiliserende factor is n.l. niet zoals u zou<br />
denken de materie of de materiele verhouding, maar het menselijk bewustzijn, dat elke<br />
wijziging die te plotseling komt verwerpt en door deze orthodoxie schijnbaar een langzame<br />
veran<strong>der</strong>ing doet optreden, ook waar zij acuut en direct was. Deze orthodoxie is moeilijk te<br />
bestrijden, maar wij dienen ons wel te scholen om ook het voor ons schijnbaar onredelijke en<br />
onlogische na<strong>der</strong> te beschouwen. Wij moeten trachten voor onszelf open te staan voor alle<br />
waarden, die zich ook maar enigszins in beroering net voorstellingsleven, gevoelsleven en<br />
redelijk denken aan ons tonen kunnen. Zelfs de onbegrepen factoren van de geest zullen wij<br />
moeten trachten te zien, ook wanneer ze zich plotseling wijzigen.<br />
Heel vaak treden in het mensenleven wijzigingen op, die schijnbaar van dag tot dag<br />
veran<strong>der</strong>ing van stemming geven, terwijl deze stemmingen symptomatisch zijn voor een<br />
feitelijke veran<strong>der</strong>ing, die zich dan b.v. over 12 tot 14 maanden uitspreidt. In feite was de<br />
stemmingsveran<strong>der</strong>ing identi<strong>ek</strong> met de toestandsveran<strong>der</strong>ing. De mens, die dit niet realiseerde<br />
en daardoor nog een lange tijd volgens oude en niet meer juiste normen handelde, liet<br />
daardoor voor zichzelf menige mogelijkheid tot bereiking en beleving voorbijgaan. Zijn<br />
orthodoxie, zijn onvermogen om zich aan een plotselinge wijziging aan te passen, heeft menig<br />
mens vele jaren en eeuwen van bewustwording g<strong>ek</strong>ost. Ook hier zou ik u willen toeroepen:<br />
Leef zoveel ge kunt in het heden. Leef zoveel ge kunt in overeenstemming met de condities<br />
van dit ogenblik. Wees daarbij zo eerlijk mogelijk, ook wanneer de wijzigingen voor u niet<br />
vleiend of niet aangenaam schijnen te zijn. Reageer daar onmiddellijk op. Besef dat an<strong>der</strong>en<br />
traag zijn en dit niet zien. Maar u, die dit wel hebt geleerd te zien en aan te voelen, kunt<br />
daarop reeds nu reageren. Het geeft u grote voordelen in bewustzijn en daarnaast ongetwijfeld<br />
ook in de materie, waar u op fouten kunt wijzen en duiden, die an<strong>der</strong>en pas veel later zien.<br />
Hierdoor kunt u ook voor an<strong>der</strong>en belangrijk zijn en hen in vele dingen helpen.<br />
Ik hoop, vrienden, dat u mijn kleine bloemlezing niet geheel wilt verwerpen. Indien mogelijk<br />
zou ik zelfs gaarne de laatste zitting van uw groep nog opluisteren vergeef mij deze enigszins<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
naar zelfroem klinkende woorden door nog een aantal an<strong>der</strong>e factoren met u te bespr<strong>ek</strong>en<br />
tendele ook nog in verband staande met de kwestie tijd, ruimte en massa, daarnaast echter<br />
ook met de ziel, die op zichzelf belangrijk genoeg is naar ik meen om daaraan een<br />
afzon<strong>der</strong>lijke beschouwing te wijden. Ik dank onze vrienden van de <strong>Orde</strong> voor hun gastvrijheid<br />
en dank u allen voor uw aandacht.<br />
o-o-o-o-o<br />
Zo, vrienden,<br />
NABESPREKING<br />
dit was een lesje van iemand die heel wat hoger staat, dan u misschien zo alleen uit zijn<br />
woordkeus zou opmaken. Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt, wanneer ik tracht om een<br />
paar dingen die hij gezegd heeft te verduidelijken. Het is n.l. wel prettig wanneer dat gebeurt.<br />
Wanneer hij spre<strong>ek</strong>t over die on<strong>der</strong>linge verwisselbaarheid van tijd, ruimte en massa, dan wil<br />
hij daarmee eigenlijk alleen dit zeggen: Het zijn drie uitingen van dezelfde kracht. En wanneer<br />
op een gegeven ogenblik snelheid in ruimte toeneemt, wordt massa oneindig, maar wordt<br />
gelijktijdig tijd voor die massa ing<strong>ek</strong>rompen tot een minimum. En zo zijn er veel van die<br />
verhoudingen aan te geven in de techni<strong>ek</strong> en el<strong>der</strong>s.<br />
Wanneer wij nu een mens zien, zijn wij niet geneigd te denken, dat hij daar ook bij hoort.<br />
Maar je zou kunnen zeggen, dat de mens eigenlijk met verschillende snelheden tegelijk leeft.<br />
(Het klinkt een beetje g<strong>ek</strong>. Het ene heeft meer massa, het an<strong>der</strong>e meer tijdsbeleven, nog iets<br />
an<strong>der</strong>s heeft meer kracht en weer iets an<strong>der</strong>s heeft meer ruimte.) Nu zal het sommigen van u<br />
wel eens zijn opgevallen, dat bij uittreding b.v. het eigen “ik” plotseling veel groter lijkt. Je<br />
hebt het idee, dat je als een enorme mens over een soort vlooientheater toneeltje heen staat,<br />
waarop zich dan de aanschouwde scène afspeelt. Hier hebt u dus het effect van een gewijzigde<br />
ruimtelijke verhouding voor het bewustzijn.<br />
Deze dingen spelen een heel grote rol. En ze zijn dan ook betr<strong>ek</strong>kelijk belangrijk. Het is voor u<br />
praktisch onmogelijk om alle wetten die dit regeren, onmiddellijk te begrijpen en het heeft<br />
weinig zin u hier de formules te geven, die ermee in verband staan. Maar u weet nu in ie<strong>der</strong><br />
geval dus waaraan het kan liggen, dat je plotseling het idee hebt, dat je enorm groot bent of<br />
enorm klein. Hoe het kan zijn dat het ene ogenblik de gedachten binnen een minuut een half<br />
mensenleven doormaken, terwijl ze soms in een uur slechts een ogenblik kennen. Dat staat<br />
allemaal hiermee in verband. Maar nu wordt tevens gesteld, dat bepaalde lagen, van uw<br />
persoonlijkheid (de voertuigen) af gesteld zijn op een z<strong>ek</strong>ere verhouding van massa, ruimte,<br />
en tijd. Waarmee dus de grondslag van het betoog van onze vriend naar ik hoop u wat<br />
duidelijker is geworden.<br />
Dan heeft hij ver<strong>der</strong> nog veel naar voren gebracht, dat m.i. al thans geen directe uitleg<br />
behoeft, voorzover het praktisch is. Maar hij heeft ook u getracht te vertellen en dat kon ik<br />
veel beter aanvoelen dan u, omdat de gedachten hierbij ook een rol spelen dat eigenlijk het<br />
hele leven zo eenvoudig is, wanneer je je maar beperkt tot het heden en wanneer je alles wat<br />
in het heden optreedt tot zijn eenvoudigste normen terugbrengt. Ook in je handelingen, ook in<br />
je werken. Hoe complexer de mens zijn eigen persoonlijkheid maakt, door daaraan steeds<br />
meer dimensies toe te voegen, hoe onstabieler die persoonlijkheid wordt, De esoterie heeft het<br />
gevaar menige mens min<strong>der</strong> stabiel te maken, wanneer hij niet redelijk blijft denken. Je raakt<br />
dan zoals het heet met je voeten van de grond, je gaat zweven. Maar in feite ga je reageren<br />
volgens waarden, die helemaal niet werkelijk zijn voor jou.<br />
Toch zijn er bepaalde geestelijke krachten, die voor ons wel werkelijk zijn. En hier wijk ik dan<br />
af van hetgeen onze goede vriend, de gastspr<strong>ek</strong>er, heeft gezegd.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
161
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
Wij weten heel goed dat er in ons krachten zijn. Magnetische kracht b.v. ís er, maar ze is er<br />
niet altijd. Wij weten dat suggestieve kracht soms een enorm overwicht kan scheppen en dat<br />
je het volgend ogenblik daarbij volledig faalt. Dit moet allemaal zin en bet<strong>ek</strong>enis hebben. Dit<br />
moet worden bezien in het geheel van de kosmos. En dan mogen wij daarvoor dít stellen.<br />
Op het ogenblik dat ik een bepaalde geestelijke kracht w<strong>ek</strong>, moet ik met die geestelijke<br />
afmetingen, snelheden en tijdsverdelingen zoals onze vriend ze zou noemen in<br />
overeenstemming zijn. Ik moet in mijzelf grijpen naar dat vlak, waarop de voor mij<br />
hanteerbare en begeerde kracht aanwezig is. Vervolgens moet ik die kracht omzetten in iets<br />
stoffelijks. Dat kan bij het magnetiseren een gebaar zijn, dat op zichzelf overbodig zal blijken,<br />
maar dat in vele gevallen juist door zijn daad de verbinding kan bet<strong>ek</strong>enen tussen het<br />
bovennatuurlijke en het natuurlijke. Wij vinden ditzelfde bij de suggestie. Wanneer wij het<br />
beeld hebben gevonden, dat noodzakelijk is en wij kunnen daar zelf intens in geloven, dan is<br />
ons geloof op dat ogenblik voldoende om de volledige suggestie met woord, gebaar ja, zelfs in<br />
een stilzwijgen (alleen door houding, door uitdrukking en uitgestraalde gedachten) aan<br />
an<strong>der</strong>en over te brengen.<br />
Zo moet het ongetwijfeld ook zijn, wanneer het gaat om bewustzijnswaarden. Wanneer wij een<br />
z<strong>ek</strong>ere bewustzijnswaarde hebben opgevangen ergens in een kosmisch niveau. en wij willen<br />
die waarde voor onszelf volledig verteren en ververken, dan kunnen wij haar nooit overzien op<br />
ons eigen vlak, tenzij ook daar een uiting is gegeven. Esoterie vraagt daarom naast de<br />
normale overpeinzingen en overwegingen heel vaak bepaalde oefeningen. Ik denk hierbij b.v.<br />
aan yoga. Ik denk aan rituelen, die overal beleefd worden. Ik denk hierbij zelfs aan een<br />
gebedsuiting of aan de behoefte een medemens eens even iets goeds te doen, alleen maar<br />
voor die beleving. Het vreemde is, dat door die handeling, die daad, plus de intentie ermee<br />
verbonden, het mogelijk is binnen de mens hoger bewustzijn, dat normaal niet stoffelijk<br />
verwerkelijkbaar is, om te zetten in een voor de stof bevattelijke vorm en zo ten dele maar<br />
voor het gedeelte, dat wordt opgenomen, volledig vast te leggen in het bewustzijn. Op die<br />
wijze is het voor ons mogelijk een steeds groter en groeiend begrip te krijgen voor de vaste<br />
verhoudingen van onze, eigen, wereld, die in feite vaste wijzigingen zijn (dus vast optredende<br />
wijzigingen), terwijl wij daarnaast een besef krijgen voor de compenserende functies, die alle<br />
an<strong>der</strong>e werelden, die op het ogenblik niet tot ons bewustzijn behoren, daar tegenover<br />
uitvoeren. Een begrip voor de verschuiving van de werking van de sferen on<strong>der</strong>ling en<br />
daarmee ook een voortdurend veran<strong>der</strong>en van de wisselwerking tussen menselijke voertuigen<br />
en menselijke stof geeft over het algemeen de sleutel tot het eigen werkelijke wezen en<br />
daarmee tot de totale en volkomen esoterische bereiking.<br />
Vrienden, dat is niet veel misschien voor vandaag, maar ik vind het genoeg. Denk erover na en<br />
hebt u er vragen over, de spr<strong>ek</strong>er ha de pauze zal u ongetwijfeld te woord willen staan. Ik<br />
hoop, dat u er niet alleen mooie gedachten in vindt, maar ook iets dat je praktisch kunt<br />
hanteren, waarin je als mens je ook vast kunt bijten.<br />
Tweede gedeelte<br />
EEN UITEENZETTING VAN DE BEDOELINGEN VAN DE ESOTERISCHE KRING VOOR HET<br />
VOLGEND JAAR<br />
U hebt gemerkt dat wij het af gelopen jaar met die esoterie langzaam maar z<strong>ek</strong>er — ook al via<br />
vele herhalingen — getracht hebben te komen op een vlak, waarin esoterie en magie zo’n<br />
beetje samengaan. Daarnaast. hebben wij getracht om zo hier en daar ook een beetje de<br />
gevoelswaarde te beroeren. Alles bij elkaar hebben we dus een opbouw gepleegd, waaruit<br />
eventueel later een ver<strong>der</strong>e kring kan voortkomen. Nu is het duidelijk, dat gezien de<br />
omstandigheden op deze wereld we ook een beetje meer aan de praktijk moeten gaan<br />
beginnen. Wij zouden dus het volgend jaar de esoterie op een zo mogelijk praktischer basis<br />
162<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
willen schoeien dan tot nog toe, wie er allemaal bij kan komen, zoals dat heet, dat merkt u<br />
vanzelf wel, dat staat in het programma.<br />
Wat wij u in deze tijd te bieden hebben? In de eerste plaats vele praktische raadgevingen op<br />
esoterisch terrein, daarnaast ook aanwijzingen op magisch terrein op psychologisch terrein. Al<br />
deze dingen. tezamen zouden er toe moeten bijdragen, dat we aan het eind van het volgende<br />
verenigingsjaar weer zouden moeten kunnen beginnen met een geestelijke scholingsgroep,<br />
waarmee wij dan weer wat ver<strong>der</strong> gaan. Wij hopen dat dit experiment dan vruchtbaar<strong>der</strong> zal<br />
zijn dan in het verleden. Wat moet ik eigenlijk precies ver<strong>der</strong> vertellen van hetgeen wij gaan<br />
doen? Een esoterische groep is nu eenmaal niet gemakkelijk vast te leggen. Voor een groot<br />
gedeelte hangt hetgeen wij kunnen en zullen brengen ook af van de mensen zelf, de sfeer die<br />
zij scheppen, hun belangstelling, hun reactie in gevoel en in rede. Natuurlijk zullen wij,<br />
wanneer het even mogelijk is, ook het komende jaar gebruik gaan maken van gastspr<strong>ek</strong>ers.<br />
Dat zal waarschijnlijk niet direct met de eerste les kunnen gebeuren, want je moet eerst<br />
zorgen dat je een bepaalde eenheid bereikt hebt, voordat je daarmede kunt doorgaan. Wat die<br />
gastspr<strong>ek</strong>ers ongeveer zijn en wat ze te zeggen hebben, dat hebt u ook van avond weer<br />
kunnen vaststellen en u hebt het al verschillende malen meegemaakt. U krijgt op deze wijze<br />
een inzicht in verschillende ziens- en denkwijzen, samenhangende met de esoterie en u kunt<br />
door uw vraagstelling en het opgeven van on<strong>der</strong>werpen ook wel degelijk daar ver<strong>der</strong>e<br />
toelichtingen op krijgen. In de praktijk zal echter wel dit gelden: wij zullen bij deze esoterie<br />
trachten om de vragen dus te beperken. Vragen, die gesteld worden, omdat iets onduidelijk is,<br />
zijn natuurlijk volkomen juist en die zullen ook beantwoord worden. Zodra wij echter zouden<br />
komen tot het stellen van vragen, die met de eigenlijke esoterie weinig of slechts zeer<br />
zijdelings samenhangen of vragen, die heel weinig te maken hebben met de on<strong>der</strong>werpen, die<br />
wij zelf hebben aangesneden, zullen wij die in de to<strong>ek</strong>omst toch wel een klein beetje gaan<br />
verwerpen.<br />
Nu is er nog wel een punt bijv. In het komende jaar zullen wij de beantwoording van vragen<br />
op zuiver esoterisch, op semi-magisch terrein, op psychologisch terrein een beetje beter<br />
trachten aan te passen aan de personen in kwestie. Dus wij gaan niet meer de vraag, in het<br />
algemeen beantwoorden, maar wij zullen ons daarbij dus meer speciaal trachten te richten op<br />
de bedoelingen, intenties en problemen van de vraagsteller/ ster, Wij doen dat op het ogenblik<br />
natuurlijk ook al, maar het is altijd prettig wanneer dat weer eens een keer extra kan<br />
gebeuren, waardoor het mogelijk is, dat sommigen misschien een meer bijzon<strong>der</strong>e leiding<br />
krijgen. Ver<strong>der</strong> ligt het in de bedoeling in het komende jaar, wanneer daarvoor belangstelling<br />
is en mogelijkheid, eens een paar extra bijeenkomsten speciaal eigenlijk een soort<br />
vraagavonden te beleggen (drie of vier hoogstens in het hele jaar), waaraan dan leden van de<br />
vroegere G.G.S. en inwijdingsschool, maar ook leden van de esoterische kring, die zich daar<br />
rijp voor achten, kunnen deelnemen. De bedoeling is op die avonden in te gaan op problemen,<br />
die laten we zeggen op wat hoger niveau liggen, die wat meer te maken hebben met de<br />
praktijk van magie, kortom, alles wat zo’n beetje met die <strong>cursus</strong>sen kan samen hangen. Dan<br />
hebt u zo ongeveer een beeld. Ik geloof dat dit voldoende is. Ik hoop niet, dat u zich hierdoor<br />
hebt laten afschrikken, of dat ik het zo aantr<strong>ek</strong>kelijk heb gemaakt door deze opsomming, dat u<br />
zegt: Ik moet er met alle geweld bij zijn want ik voel wel niet voor de esoterie, maar wat daar<br />
gebracht wordt, daarvoor voel ik wel. Want u zult zelf ook moeten werken, an<strong>der</strong>s komen wij<br />
niet tot resultaten. Zijn er nog an<strong>der</strong>e vragen?<br />
Het karakter van de mens is eigenlijk het resultaat van zijn mens zijn. Er zijn alle mogelijke<br />
karaktereigenschappen, die in een z<strong>ek</strong>ere persoon in een z<strong>ek</strong>ere aaneenrijging<br />
samengevoegd zijn. Wat heeft dat nu als zodanig te maken met het werkelijke wezen van<br />
de mens?<br />
Wat wij het menselijk karakter noemen is van heel wat factoren afhankelijk. Zoals u weet<br />
spelen daar bepaalde genetische eigenschappen een rol dus bij de voortplanting wordt al een<br />
deel van het karakter bepaald. Dan weten wij ver<strong>der</strong> dat het karakterwijzigingen kan<br />
on<strong>der</strong>gaan door het functioneren van bepaalde organen goed of niet goed, overvloedig of niet<br />
overvloedig, het ontstaan van wijzigingen in interne secreties, kortom er zijn duizend en één<br />
redenen op te noemen, waardoor een karakter zou kunnen veran<strong>der</strong>en. Dit alles is natuurlijk<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
163
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
stoffelijk. Maar wij mogen een ding niet vergeten dat bij dat karakter de snelle reacties ook die<br />
schijnbaar automatische reacties en instellingen alle plaatsvinden via de hersenen. Er zijn<br />
maar betr<strong>ek</strong>kelijk weinig karaktereigenschappen, die vrij tot de grote zenuwknooppunten<br />
kunnen verrijzen als een direct automatisme. En juist die hersenen zijn voor de geest<br />
betr<strong>ek</strong>kelijk gemakkelijk bereikbaar. Het gevolg is, dat een geest die sterk is b.v. een<br />
afscheiding van interne secreties kan wijzigen. Zij kan on<strong>der</strong> omstandigheden zelfs een<br />
bepaalde kwaal in het lichaam veroorzaken, dan wel een aanwezige kwaal wijzigen of genezen.<br />
Dat bet<strong>ek</strong>ent dus dat de geest een groot gedeelte wijzigen kan van het oorspronkelijk<br />
karakter, waarmee zij werkt. Voor een mens zou ik dan ook willen zeggen: de persoonlijkheid,<br />
waarmee je als mens te maken hebt, bestaat uit het stoffelijk karakter plus de geestelijke<br />
impulsen, die daarin een bepaalde wijziging brengen.<br />
Zou je het vanuit de geest willen bezien, dan ga je stellen: Ach, al die stoffelijke<br />
eigenschappen zijn van weinig of geen belang. Wat belangrijk is voor de persoonlijkheid, is in<br />
hoofdzaak het totaal van bewustzijn, dat de geest bezit, de eigenschappen en richtlijnen, die<br />
zij daaruit naar voren weet te brengen en de bena<strong>der</strong>ing van die geest als geheel van de<br />
kosmos als geheel. Dat drukt voor ons eigenlijk geestelijk de persoonlijkheid uit. En hierin zien<br />
wij dan ook weer optreden gedachtebeelden, ook soms obsessies wij zien een geestelijk<br />
trauma in zijn invloeden optreden, dat is dus niet alleen maar stoffelijk in de hersenen, dat kan<br />
ook ver<strong>der</strong> gaan, het kan een soort verwonding zijn voor de geest. En al die dingen tezamen<br />
maken die persoonlijkheid uit. Maar voor een stofmens zou ik zeggen: r<strong>ek</strong>en nu maar heel<br />
eenvoudig, dat de persoonlijkheid, waarmede wij te maken hebben, de mens is met zijn<br />
stoffelijk bepaald karakter, zijn stoffelijke en genetisch bepaalde eigenschappen, plus de<br />
stoffelijk ontstane wijzigingen daarin echter beheerst door of slechts zeer ten dele beheerst<br />
door, de geest, die met haar eigen werkingen en invloeden die persoonlijkheid wijzigt en stuwt<br />
in de richting van het door haar gewenste beleven. Is dit voldoende?<br />
Daar zou ik dan nog één ding aan willen toevoegen, n.l. dit: Als je tot z<strong>ek</strong>ere inzichten<br />
komt, die a.h.w. zoals we hier zeggen uit het onbewuste komen, is dat een impuls van de<br />
geest of is dat zuiver uit het onbewuste of zijn dat werkingen van die twee samen?<br />
Wij kunnen natuurlijk stellen, dat die impulsen altijd via het on<strong>der</strong>bewuste komen. In het<br />
bewustzijn zelf (dus het directe waakbewustzijn) is n.l. een zodanige activiteit, dat geestelijke<br />
impulsen daarin worden overspoeld door de directe bewustzijnsimpulsen. Het on<strong>der</strong>bewustzijn<br />
(dus het min<strong>der</strong> actieve gedeelte) is meer vatbaar voor de beïnvloeding van de geest en daarin<br />
zien wij in de eerste plaats de invloed van de geest ontstaan. Wat dus naar voren komt, zal<br />
over het algemeen een mengsel zijn van eigen on<strong>der</strong>bewustzijn (verdrongen denkwijzen zelfs)<br />
met daarnaast ook geestelijke ervaring, geestelijke bewustzijn, geestelijk willen en eventueel<br />
ook geestelijke waan. Want al die factoren zijn in het on<strong>der</strong>bewustzijn afgedrukt en kunnen<br />
dus via het on<strong>der</strong>bewustzijn worden door gegeven aan het bewustzijn. Is het duidelijk?<br />
Kunt u behandelen de eigenschap moed contra vrees ? Moed is toch het overwinnen van de<br />
vrees. Is dit een zuivere geestelijke eigenschap?<br />
Neemt u mij niet kwalijk, wat de wereld moed noemt is over het algemeen een gebr<strong>ek</strong> aan<br />
intellect. M.a.w. wij spr<strong>ek</strong>en nu wel over moed, maar werkelijke moed bestaat eigenlijk niet.<br />
Wat men moed noemt is een onvolledig inzien van bepaalde consequenties en daardoor een<br />
handelen, dat vaak door instincten bepaald wordt (soms door training) i.p.v. door bewust en<br />
verstandelijk denken. Vrees daarentegen is iets wat volledig eigen is aan de mens. Het is n.l.<br />
het erkennen van eigen t<strong>ek</strong>ortkomingen en wordt versterkt en dat is voor mens en geest gelijk<br />
met de vrees voor de vorm, die deze t<strong>ek</strong>ortkoming kan aannemen bij een ver<strong>der</strong>e<br />
ontwikkeling. Wanneer wij die vrees overwinnen, dan is het eigenaardig genoeg geen moed<br />
het is alleen dat wij iets an<strong>der</strong>s min<strong>der</strong> vrezen dan de vrees, die wij onmiddellijk kennen en zo<br />
overwinnen.<br />
Dat klinkt natuurlijk erg ingewikkeld, maar het is eigenlijk heel eenvoudig. U moet b.v. een<br />
inwijding on<strong>der</strong>gaan. Daarvoor moet u de doodsbeleving doormaken. Dan bent u natuurlijk<br />
bang voor die dood, maar u bent nog veel banger dat u dat geestelijk peil, dat geestelijk<br />
plafond, niet bereiken zult. Daardoor wordt de eerste vrees door de tweede vrees verdrongen.<br />
Het resultaat is, dat de mens zegt dat u moedig bent want hij ziet wel de vrees voor de dood,<br />
maar hij ziet niet de achterliggende vrees. En als wij daarover gaan praten, kunnen wij zelfs<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
164
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
vaststellen, dat veel van de betoonde moed bij het redden van drenkelingen zowel als op het<br />
slagveld in feite is een z<strong>ek</strong>ere angst. Een soldaat blijft alleen doorschieten, terwijl ie<strong>der</strong>een zich<br />
heeft teruggetrokken. Dan kan het heel goed zijn, dat dit de enige reactie, is op een angst, die<br />
het hem onmogelijk maakte terug te gaan, totdat het te laat was. Iemand springt in het water<br />
om een an<strong>der</strong> te redden, omdat hij bang is dat hij het zich an<strong>der</strong>s zijn hele leven zal verwijten,<br />
dat hij die mens heeft laten on<strong>der</strong>gaan. Die processen kunnen vaak on<strong>der</strong> bewust zijn. Dus<br />
laten we a.u.b. niet teveel over, moed spr<strong>ek</strong>en in esoterisch opzicht, want dan moet en wij<br />
haar ontrafelen en dan blijft er maar een ontluisterde dwaasheid over.<br />
Dus uiteindelijk is het zuiver egoïsme..<br />
Zuiver egoïsme zou ik het niet noemen. Want juist de hoogste moed, zoals men het wel eens<br />
noemt op esoterisch terrein (dus de hoogste vrees), komt voort uit een vrees om te falen<br />
tegenover God en daarmee het contact met de kosmos en de verantwoordelijkheid, die men<br />
heeft voor die kosmos, te verliezen.<br />
Dus een zelfbehoud.<br />
Er is altijd een zelfbehoud aan g<strong>ek</strong>oppeld.<br />
Maar dan bestaat het hele begrip moed dus niet. Want als je b.v. van iemand<br />
verschrikkelijk veel houdt en je vergeet daardoor het gevaar en je wil zo iemand helpen of<br />
redden of beschermen en je vergeet daardoor het werkelijke gevaar, dan vrees je het<br />
verlies meer dan het gevaar. Met het verlies, maar dat die an<strong>der</strong> lijdt.<br />
Bij voorbeeld, wat dus ook een soort verlies inhoudt. Misschien kunt u het zo niet<br />
interpreteren? Ik laat u graag uw eigen wijze van formulering.<br />
Het is toch jammer, dat dit begrip zo ontluisterd wordt, want we hechten er zo veel waarde<br />
aan, als mens zijnde.<br />
Jammer genoeg wel. De opmerking, die ik hier maak, moet u beschouwen als behorende in het<br />
ka<strong>der</strong> van esoterie, dus het streven naar zelfkennis. Dat wil ik er even bij zeggen. Maar<br />
wanneer de mensheid min<strong>der</strong> een beroep had gedaan op moed en min<strong>der</strong> die moed tot een<br />
soort dwangcomplex in de mensen had gemaakt, dan zouden er min<strong>der</strong> mensen de behoefte<br />
hebben om helden te worden ten koste van an<strong>der</strong>en. Dan zouden er min<strong>der</strong> mensenlevens<br />
verloren gaan. Dan zou er min<strong>der</strong> gebeuren, wat negatief is. Want het vreemde is: de zg.<br />
moed op de wereld, die het meest wordt geroemd, is over het algemeen de moed <strong>der</strong><br />
dwaasheid, die voor an<strong>der</strong>en mede on<strong>der</strong>gang kan bet<strong>ek</strong>enen,<br />
Maar het kan daarentegen ook de redding van een an<strong>der</strong> bet<strong>ek</strong>enen. In dat geval is het<br />
geen moed. Het is een besef van omstandigheden, waarbij men voor een an<strong>der</strong> iets meer<br />
vreest, dan nu ja, laten we maar weer een voorbeeld nemen. We kunnen zeggen, dat er<br />
voor Pasteur een grote moed nodig was om zijn serum voor hondsdolheid te vervaardigen.<br />
Dat is in<strong>der</strong>daad waar vanuit menselijk standpunt. Maar in feite had hij er kin<strong>der</strong>en aan zien<br />
sterven. Hij wist dus daardoor wat de on<strong>der</strong>gang bet<strong>ek</strong>ende. Hij kon dit lijden niet verdragen<br />
en was bereid elk risico te lopen om dit lijden niet meer te on<strong>der</strong>gaan.<br />
Dat is dus naastenliefde.<br />
In<strong>der</strong>daad. Of wat we dan esoterisch beter kunnen zeggen een eenheidsgevoel, waarbij het ik<br />
zich uitbreidt over an<strong>der</strong>en.<br />
Dat noemen we toch liefde?<br />
Uitst<strong>ek</strong>end, noemt u het liefde. We zullen hier niet over een woord gaan vallen of vechten,<br />
want dat heeft weinig zin. U kunt iets liefde noemen en een an<strong>der</strong> ziet in liefde weer iets heel<br />
an<strong>der</strong>s. Begrippen van liefde lopen van neem me niet kwalijk de slaapkamer tot de hele<br />
wereld. En ie<strong>der</strong> heeft er zijn eigen interpretatie van. Dat is niet belangrijk. Ik geef u alleen de<br />
formulering zo juist mogelijk vanuit mijn standpunt. Daarnaast kunt u de eigene gebruiken.<br />
Hebben we nog meer vragen? Of een on<strong>der</strong>werp?<br />
Misleiding in de vorm van een woord. De begrippen, die wij hebben, die bepaalde waarden,<br />
dat is dus eigenlijk een misleiding, omdat we het ophangen aan een woord.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
165
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
Ja, dat is het begrip Babel. Een begrip van de misleiding kan worden g<strong>ek</strong>oppeld aan het bijbels<br />
verhaal van de toren van Babel. Toen het bouwwerk, dat de mens wilde oprichten om de<br />
hemel te raken, te ver was gevor<strong>der</strong>d en de mens te trots was op hetgeen hij bet<strong>ek</strong>ende,<br />
verwarde God zijn taal, zijn spraak en men verstond elkaar niet meer. Zo ongeveer staat het<br />
geschreven. Maar datzelfde zien wij overal. Wanneer een mens op een gegeven ogenblik iets<br />
bereikt - of dat nu is een wereldvrede of een atoombom - dan gaat hij zichzelf en an<strong>der</strong>en<br />
misleiden, omdat hij niet meer dezelfde taal spre<strong>ek</strong>t als een an<strong>der</strong>. Een wetenschapsmens, die<br />
over een raket praat en een militair, die over een raket praat, gebruiken beiden dezelfde<br />
termen, dezelfde technische definities en omschrijvingen. Maar ergens is er een niet meer<br />
begrijpen, een niet meer verstaan. De militair wordt vaak misleid door de potentie, die de<br />
wetenschapsmens aan die raketten to<strong>ek</strong>ent. Omg<strong>ek</strong>eerd wordt de wetenschapsmens misleid<br />
door de eisen, die de militair stelt. Zij begrijpen elkaar maar zeer ten dele.<br />
An<strong>der</strong>e voorbeelden zijn er te over. Neem b.v. een van de meest b<strong>ek</strong>ende vormen van<br />
misleiding, de zg, advertentie. Wanneer ik in een advertentie een laxeermiddel aankondig, dan<br />
zijn er velen, die zich daarvoor een beetje generen. De attractie is niet groot. Zou ik een zelfde<br />
middel echter als een afslankingsmiddel aankondigen, dan zijn er velen, die slank willen<br />
worden en die dan de laxerende werking als iets weldoends zullen ervaren. Wat is nu hier de<br />
vraag? Wie misleidt?, De adverteer<strong>der</strong> misleidt bewust zijn cliënten, want hij weet dat zijn<br />
middel á priori een eigenschap heeft, waarover hij niet of zo weinig mogelijk spre<strong>ek</strong>t. Het<br />
an<strong>der</strong>e is ten hoogste een mogelijk en secundair effect. Maar ook de koper van net product<br />
misleidt zichzelf. Want hij voelt heel goed aan wat.hij koopt maar hij koopt een illusie. Hij<br />
koopt een illusie, omdat hij zoveel bereikt heeft, dat hij meer wil zijn. Vroeger was er een<br />
regel: De mens die zich b<strong>ek</strong>ommert om zijn eigen schoonheid, is een mens, die zich niet<br />
voldoende te b<strong>ek</strong>ommeren heeft om zijn levenson<strong>der</strong>houd. En in de meeste gevallen blijkt dit<br />
in<strong>der</strong>daad waar te zijn. Hij is een soort weeldeproduct. Hoe meer de mens dus heeft, hoe meer<br />
hij zijn begeren in een an<strong>der</strong>e richting gaat stellen. Maar w.at alle mensen hebben is niet<br />
gelijk. Zij gaan dit dus formuleren. In die formule kunnen zij met an<strong>der</strong>en er over spr<strong>ek</strong>en.<br />
Men spre<strong>ek</strong>t over schoonheid. Maar is er iets zo relatief als schoonheid? Men spre<strong>ek</strong>t over<br />
va<strong>der</strong>landsliefde. Is er iets zo relatief als va<strong>der</strong>landsliefde? Men spre<strong>ek</strong>t over eer. Is er iets zo<br />
wreed en zo zon<strong>der</strong>ling als wat de mens eer pleegt te noemen? Of wilt u het an<strong>der</strong>s hebben?<br />
Vijf verschillende staatslieden in een verga<strong>der</strong>ing gebruiken het woord democratie. Het woord<br />
is hetzelfde, zij menen elkaar te begrijpen, maar in feite hebben ze allen iets an<strong>der</strong>s gezegd.<br />
De gedachtewereld van de mens, liggend achter het woord, kan geheel different zijn aan die<br />
van de an<strong>der</strong>e gebruikers. En. dit is de verwarring van Babel... Het zou nog niet zo erg zijn, als<br />
de misleiding daarbij stil bleef staan. Maar de doorsneemens wil zelfs voor zichzelve niet eerlijk<br />
zijn. Hij verlangt voor zichzelve niet precies te weten wie hij is en wat hij is en doet. Hij wil<br />
graag beantwoorden aan een voorstelling. Hij gaat dus zichzelve a.h.w. maskeren. Hij misleidt<br />
zichzelve. En nu gaat hij een taal gebruiken, die een dubbele waarde heeft. Want hij gebruikt<br />
een woord, dat waar is volgens zijn wezen maar hij zet het in een context, die het schijnbaar<br />
de bet<strong>ek</strong>enis geeft van zijn illusoire ik. Hierdoor vert<strong>ek</strong>ent hij dus niet alleen zijn eigen beeld,<br />
maar gaat hij ook door deze double talk, dit tweemaal gebruiken van een woord a.h.w. in<br />
verschillende zinnen, an<strong>der</strong>en verwarren. Hij meent volkomen eerlijk te zijn, terwijl hij in feite<br />
liegt. Hij meent vaak te liegen, terwijl hij in feite volkomen eerlijk is. Zo verraadt de mens<br />
vaak zelfs zichzelve, doordat het woord, dat hij gebruikt, niet de juiste bet<strong>ek</strong>enis heeft, niet de<br />
juiste inhoud krijgt.<br />
In de esoterie is het dan ook gevaarlijk om ons alleen aan woorden vast te houden. En dan<br />
denk ik hier aan een woord, dat wij zo buitengewoon vaak gebruiken, n.l. het woord<br />
bewustwording. Maar ie<strong>der</strong> stelt zich die bewustwording op een eigen wijze voor. Voor de een<br />
is bewustwording geestelijk groot en lichtend gloeien, totdat je als een soort engel door<br />
hoogste sferen kunt gaan. Voor een an<strong>der</strong> is het een uit breiding van weten. Voor weer een<br />
an<strong>der</strong> is het een aanvoelen van de wereld. Zo heeft ie<strong>der</strong> zijn eigen bet<strong>ek</strong>enis ervoor. Het is<br />
dan ook een gevaarlijk woord in vele opzichten. Maar het is in ie<strong>der</strong> geval beter dan menig<br />
surrogaat woord, dat daarvoor vaak wordt gebruikt. We spr<strong>ek</strong>en over eeuwigheid. En voor de<br />
een is de eeuwigheid, die, rots, waar een vogeltje eens in de duizend jaar op komt zitten. Voor<br />
een an<strong>der</strong> is oneindigheid een mathematisch symbool. Voor een <strong>der</strong>de is het iets, wat je<br />
166<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
gebruikt, als je geen groter woord meer weet te vinden. Het is alleen een vorm van<br />
overdrijving, waarbij je het zon<strong>der</strong> beperking zijn toch buiten beschouwing laat. We spr<strong>ek</strong>en<br />
over al die dingen en weten eigenlijk niet goed, wat we bedoelen. Misschien is het goed om die<br />
misleiding hier en daar een beetje de kop in te drukken door te proberen althans eens een<br />
enkele definitie te geven van wat een woord voor mij kan bet<strong>ek</strong>enen indien het u interesseert<br />
tenminste. (Ja, graag.)<br />
Dan wil ik in de eerste plaats stellen het begrip, dat men hier vaak liefde noemt, het werd zoeven<br />
ook genoemd.<br />
On<strong>der</strong> liefde verstaan wij (dus an<strong>der</strong>s dan u) een uitbreiding van het ik, waardoor het<br />
gehele bewustzijn met een an<strong>der</strong>e persoonlijkheid en diens beleven zozeer verknoopt is, dat<br />
deze als deel van het “ik” wordt ervaren. Meer niet en min<strong>der</strong> niet. Dit kan worden tot<br />
naastenliefde, waarbij dus de klasse <strong>der</strong> mensheid wordt gezien als deel van het eigen<br />
wezen en daardoor wordt behandeld als volkomen gelijkwaardig aan het ik, met dezelfde<br />
voorrechten en dezelfde plichten als dat ik.<br />
Je kunt ver<strong>der</strong> gaan en je kunt dan spr<strong>ek</strong>en over b.v. Bewustwording.<br />
On<strong>der</strong> bewustwording verstaan wij een gelijktijdige vergroting van weten (dus kennis), een<br />
vergroting van aanvoelen en een vergroting van beheersing waardoor wij dus een groter<br />
gebied van de schepping zullen kennen, kunnen omschrijven, zullen kunnen begrijpen<br />
(aanvoelen) en zullen kunnen hanteren (beheersen).<br />
Dat is bewustwording voor ons. Er wordt zo vaak gesproken over de ziel van een mens. Dan<br />
zeggen we: Ja, dat is een deel van God. Maar laat ik het dan zo zeggen: Wanneer wij spr<strong>ek</strong>en<br />
over de ziel van een mens, dan is het die eigenaardige extensie van het ik, die schijnbaar<br />
eindeloos doorgaat en waarvan wijzelf de afmetingen of beperkingen niet kunnen erkennen in<br />
onze huidige toestand. En zo kun je voortgaan.<br />
U spre<strong>ek</strong>t van wij. Bedoelt u dit nu als mens of als geest?<br />
Als geest. Maar wat voor ons geesten in deze zin geldt, zal ongetwijfeld voor u, mensen, waar<br />
zijn.<br />
Maar het omg<strong>ek</strong>eerde is nog niet waar.<br />
Ik zal daar maar ver<strong>der</strong> niet op ingaan, want dan komen we weer in een zeer ingewikkelde<br />
beschouwing, waarbij mag gelden dat alles, wat zichzelve nog als geest kent, zijn ziel nog niet<br />
volledig beseft, waar bij het erkennen van de zielswaarde het zich één gevoelt met God en als<br />
zodanig zich niet meer als geest beschouwt. Hebben we nog meer belangrijke dingen om te<br />
definiëren? Ja, laten we niet vergeten ook haar te definiëren. Haat is over het algemeen een<br />
zozeer erkennen van het “ik” of van eigenschappen van het “ik” in een an<strong>der</strong>, dat men de<br />
drang tot zelfvernietiging op een an<strong>der</strong> probeert uit te leven. Dat klinkt allemaal een beet je<br />
dwaas, dat weet ik wel. Maar er zit een grote grond van waarheid in.<br />
We spr<strong>ek</strong>en over geestelijke sferen. En dan denkt ie<strong>der</strong>een aan een hele re<strong>ek</strong>s mooi op elkaar<br />
getaste wereldjes, waar je zo nu en dan het ene poortje in en het an<strong>der</strong>e poortje uit naar<br />
beneden kunt gaan ofwel naar boven. In feite editor moet worden beseft, dat sfeer niets<br />
an<strong>der</strong>s bet<strong>ek</strong>ent dan een bewustzijnsbereik, dat met zovele an<strong>der</strong>en gedeeld kan worden, dat<br />
daarin een beleven, een uitwisseling van gedachten en een werkzaam zijn mogelijk is. Wat dat<br />
betreft dus heel eenvoudig en vergelijkend gesproken: Het idiotenschooltje is t.o.v. de mens<br />
een lagere sfeer. Maar indien de mens een goed mens is, zal hij dat wereldje van die idioten<br />
toch kunnen begrijpen. Hij zal veel van hetgeen er zich afspeelt volledig kunnen verwerken. Hij<br />
is alleen verstandelijk gezien dan een sfeer hoger.<br />
Stel dit nu niet meer op een verstandelijke basis maar op de basis van bewustzijn, zoals<br />
zojuist omschreven, dan kunt u dus beseffen, dat wij spr<strong>ek</strong>en van een wisseling van sfeer,<br />
zodra het bewustzijn te groot is geworden voor de gemeenschap, waarmee men in contact<br />
stond en daar uit een contact met een nieuwe gemeenschap groeide. Alle gemeenschappen,<br />
bestaan dan (als we over een ruimte moeten spr<strong>ek</strong>en) in eenzelfde ruimte (desnoods midden<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
167
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
tussen elkaar), maar voor elkaar niet bena<strong>der</strong>baar, omdat gedachte de persoonlijkheidsuitdrukking<br />
wordt en een niet bevatte gedachte niet wordt gezien.<br />
Zo zijn er duizend en één begrippen. En wanneer u die begrippen niet juist gebruikt, wanneer<br />
we ze te voorzichtig gebruiken, dan komen we tot misleiding. Dat is een van de redenen, dat<br />
veel van onze betogen betr<strong>ek</strong>kelijk ingewikkeld zijn. We proberen alles zo juist en zo goed<br />
mogelijk te zeggen en daardoor zeggen we eigenlijk meer dan noodzakelijk lijkt. Maar u moet<br />
een ding niet vergeten: juist om duidelijk te kunnen zijn moeten wij in aanmerking nemen,<br />
wat voor verschillende interpretaties er mogelijk zijn van bepaalde zinnen. Door ze zoveel<br />
mogelijk te om schrijven, aan te vullen en uit te breiden proberen we dus met u een contact te<br />
krijgen, waaruit we voor elk van u toch nog een redelijk juiste, persoonlijke en dan eenvoudige<br />
interpretatie kunnen verwachten.<br />
Dan wil ik ver<strong>der</strong> nog opmerken, dat een van de grootste misleidingen, die er bestaan kan,<br />
vaagheid is. Vaagheid die intentioneel is wel te verstaan. Er zijn voor ons bepaalde grenzen,<br />
waarbuiten we niet meer kunnen spr<strong>ek</strong>en. En wanneer we proberen iets te omschrijven, wat<br />
eigenlijk buiten de taal ligt, dan zal een vaagheid daaruit resulteren. Deze is in z<strong>ek</strong>ere zin<br />
misleiding, maar min<strong>der</strong> misleiding dan een meer concrete en onjuiste uitdrukking. Maar<br />
wanneer ik vaag ben over iets, wat voor ie<strong>der</strong>een begrijpelijk zou zijn, dan is dit misleiding.<br />
Voorbeeld. Een staatsman zou kunnen zeggen: We zijn in ons pogen tot een contact en een<br />
verdrag te komen totaal niet gevor<strong>der</strong>d. Wanneer hij nu stelt: Uit de we<strong>der</strong>zijdse bespr<strong>ek</strong>ingen<br />
ble<strong>ek</strong> een principe de overeenstemming, ofschoon nog geen ver<strong>der</strong>e resultaten werden<br />
bereikt, dan is hier sprake van een misleiding. Het is dus voor de mens belangrijk wil hij<br />
misleiding en ook zelfmisleiding zoveel mogelijk voorkomen dat hij alles probeert terug te<br />
brengen tot een voor hemzelf aanvaardbare, zo eenvoudig mogelijke waarde en waar<strong>der</strong>ing.<br />
Dan is die waarheid in ie<strong>der</strong> geval voor hem zelf redelijk. Vandaar ook dat ie<strong>der</strong>e mens zelf<br />
moet denken. Het gesproken woord zal nooit in staat zijn u alles weer te geven. Wat eigenlijk<br />
behoort bij bewustwording. Wij kunnen met woorden veel doen. Maar wij kunnen b.v. u niet<br />
alle sensaties laten on<strong>der</strong>gaan, die aan een bepaald begrip verbonden zijn. Wij kunnen u niet<br />
de lichamelijke en geestelijke verlorenheid laten voelen, die met sommige ontwikkelingen<br />
samengaan. Wij zijn gebonden aan het woord. Dit bet<strong>ek</strong>ent, dat wij onvolledig zijn. Wanneer<br />
deze onvolledigheid zou leiden tot een misleiden, d.w.z. een schijnbaar te gemakkelijk en<br />
eenvoudig voorstellen van datgene, wat alleen door de beleving volkomen werkelijk kan<br />
worden, dan zouden we ook hier van misleiding moeten spr<strong>ek</strong>en.<br />
Het zal niet te voorkomen zijn, dat mens tegenover mens en ook geest tegenover mens zodra<br />
het woord in het geding komt een enigszins misleidend gedrag of woord inschuift. Wij kunnen<br />
niet aan de onjuistheid ontkomen. Het is ons onmogelijk om spr<strong>ek</strong>ende tegen meer dan een<br />
persoon volledig in te gaan op diens begrip van een woord en de bet<strong>ek</strong>enis ervan, de<br />
interpretatie ervan. Dit kan soms leiden tot betr<strong>ek</strong>kelijk nutteloze schermutselingen. U heeft<br />
zo-even gemerkt, dat ik tegen onze goede vriend hier zeide: Ja, laten we daarover maar niet<br />
ver<strong>der</strong> praten, interpreteer dat m.i. maar zoals u zelf wilt. Daarmee bedoelde ik niet te<br />
zeggen: man, klets niet, maar ik wilde alleen maar zeggen: Ja, u heeft daar uw eigen<br />
voorstelling van, gebruik die nu maar rustig, dat is uw eigen taal als u maar begrijpt wat ik<br />
bedoel, mijn intentie, want daar gaat het om. En ik geloof, dat wat dit betreft heel goed altijd<br />
zullen moeten begrijpen, dat ons eigen denken, onze eigen waar<strong>der</strong>ing voor verschillende<br />
begrippen en woorden, bepalend zal zijn voor datgene, wat we bij an<strong>der</strong>en verstaan. Dit is de<br />
reden van de stelling, die zo vaak wordt geopperd: In de wereld is alles waan. Slechts het “ik”<br />
kan als werkelijkheid ervaren worden, en slechts in het ik kan de werkelijkheid gevonden<br />
worden. Ons contact met die buitenwereld is helaas te gebr<strong>ek</strong>kig. Kunt u dit als voldoende<br />
beschouwen, of wilt u er meer over horen? Wilt u nog een tweede on<strong>der</strong>werp hebben?<br />
Zou u iets willen zeggen over laatdunkendheid?<br />
Laatdunkendheid is eigenlijk met een paar woorden gezegd. Laatdunkendheid is een zo hoge<br />
mening hebben van jezelf, dat je an<strong>der</strong>en zon<strong>der</strong> meer terzijde schuift. Elke handeling die<br />
daaruit voortkomt, elke reactie die daaruit voortkomt, is laatdunkend. Wanneer een mens<br />
begint om zichzelf en zijn eigen begrippen en waar<strong>der</strong>ingen als norm te stellen voor de<br />
gemeenschap of voor an<strong>der</strong>en, dan zal hij onwill<strong>ek</strong>eurig laatdunkend zijn, waar hij zijn eigen<br />
maatstaven, zijn eigen begrippen, zijn eigen preferenties aan geheel de wereld zou willen<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
168
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
opleggen en elk divergeren daarvan beschouwt als iets min<strong>der</strong> belangrijks, min<strong>der</strong> goeds,<br />
min<strong>der</strong> interessants. En dat is eigenlijk alles, wat er over te zeggen valt.<br />
Als de taal niet bestond, zou je elkaar dan beter en jezelf slechter begrijpen? Ik bedoel dit:<br />
dat door het vinden van woorden en uitdrukkingen je ook voelt, waar je met jezelf nog niet<br />
in het reine bent. Maar soms is het gemakkelijker om een an<strong>der</strong> te begrijpen misschien als<br />
je geen taal bezigt. Of begrijpt u mij nu ook niet?<br />
Ja, ik begrijp u heel goed, maar ik moet er even over nadenken. Want dit is n.l. een heel<br />
eigenaardige vraag. Wanneer een mens geen taal zou hebben, absoluut geen taal, dan zou hij<br />
volkomen geïsoleerd zijn. Hij zou geen begrip voor an<strong>der</strong>en kunnen vinden, zou slechts<br />
handelen aan de hand van zijn eigen ervaringen, zou niet in staat zijn voor zichzelf die<br />
ervaringen te formuleren en zou als gevolg daarvan waarschijnlijk lager staan dan de aap, die<br />
een bescheiden taal heeft en aan de hand van deze zeer bescheidentaal (dus begrippenre<strong>ek</strong>s)<br />
toch reeds in staat is tot een bewuste (dus uit. overleg voortkomende) manipulatie. Indien u<br />
echter wilt zeggen: Woorden zijn onvolledig. Zou het beter zijn om b.v. telepathisch te<br />
reageren? dan zeg ik: ja.<br />
Echter wil ik er op wijzen, dat voor de mens, zoals hij heden bestaat, een telepathisch contact<br />
met an<strong>der</strong>en we<strong>der</strong>zijds een zeer grote schok zou bet<strong>ek</strong>enen. In de eerste plaats zou zijn idee<br />
omtrent zijn ik geheel worden aangetast en vernietigd. Hij zou ontd<strong>ek</strong>ken, dat de mensen heel<br />
an<strong>der</strong>s reageren op hem en denken over hem (of haar), dan hij dat eigenlijk had verwacht. Hij<br />
zou ver<strong>der</strong> tot zijn verbazing ontd<strong>ek</strong>ken, dat heel veel dingen, die hij met moeite verbergt,<br />
eigenlijk een gunstige reactie aan an<strong>der</strong>en zouden ontlokken terwijl heel veel dingen, die hij<br />
trots tentoonstelt als een verdienste, eigenlijk beter achterwege zouden kunnen blijven. En ik<br />
vraag me af, of er veel mensen zouden zijn, die een <strong>der</strong>gelijke openbaring, die plotseling<br />
komt, geheel zouden kunnen verdragen. Me dunkt, dat de krankzinnigen gestichten<br />
onmiddellijk vol zouden zijn.<br />
Daarnaast echter zou wanneer de mens eenmaal daaraan gewend is hij genoopt zijn om eerlijk<br />
te zijn tegenover zichzelf. Want hij zou precies aan de gedachten van an<strong>der</strong>en kunnen<br />
begrijpen wat hij in feite voor hen is of bet<strong>ek</strong>ent. Hij kent daarnaast zijn eigen gedachten, zijn<br />
eigen intenties. Een zelfbedrog daaromtrent wordt dan zeer moeilijk. Hij zal zichzelf beter leren<br />
kennen. Maar omdat hij de eerlijke reactie van an<strong>der</strong>en op zijn persoonlijkheid waarneemt,<br />
zou hij ook die an<strong>der</strong>en beter leren begrijpen en kennen dan zon<strong>der</strong> dat mogelijk zou zijn. Ik<br />
meen dus te mogen stellen, dat of schoon bij een onbewust telepathisch contact b.v. woorden<br />
op den duur overbodig kunnen worden (het aanvoelen door mensen, die jarenlang getrouwd<br />
zijn b.v. of mensen, die geestelijk zeer dicht aan elkaar verwant zijn en daardoor elkaar zeer<br />
goed begrijpen) het woord toch wel een noodzaak is.<br />
Het nadeel van het Woord is, dat het zich zo goed leent voor manipulaties. Ik kan u heel<br />
gemakkelijk bewijzen, dat zwart eigenlijk wit en wit eigenlijk zwart is. En dat doe ik dan nog<br />
op een redelijke manier ook, alleen met het woord. Omdat ik n.l. dan een begrip neem, dat u<br />
heeft gesteld en ik ga het omdraaien. Ik zeg: U noemt wit iets wat alle licht weerkaatst. Maar<br />
dat kan toch nooit wit zijn, dat moet juist zwart zijn.<br />
Want het weerkaatst alles, behalve wat het zelf is. Omg<strong>ek</strong>eerd: Zwart absorbeert alles, de<br />
totale scala dus van het zichtbare licht. Dien tengevolge moet de stof in feite wit zijn. Een<br />
spitsvondigheidje, meer niet. Maar het bewijst, wat je met woorden al zo kunt doen.<br />
Wanneer je die woorden nu bewust of onbewust gaat gebruiken om de waarheid aan te passen<br />
aan je eigen wensen, wanneer je ver<strong>der</strong> gaat en je gaat abstracties overwegen en je probeert<br />
die aan te passen aan een vooropgezet levenspatroon of idee of beeld omtrent de kosmos, dan<br />
is het duidelijk, dat je juist door die woorden in de war zult raken en dat je je vaak van de<br />
waarheid verwij<strong>der</strong>t. Dat is in<strong>der</strong>daad waar. Maar daar staat weer zeer belangrijk en ten<br />
laatste tegenover Wanneer het woord niet zou bestaan, zou de we<strong>der</strong>zijdse beïnvloeding van<br />
mensen min<strong>der</strong> zijn. Het woord geeft de mensen op het ogenblik waar zij geen telepathisch<br />
contact bezitten a.h.w. de mogelijkheid elkaar met ideeën te bevruchten en zo in elk een eigen<br />
ontwikkeling voortdurend te laten plaatsvinden, die dan misschien niet 100 % waar is, maar<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
169
170<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
die in ie<strong>der</strong> geval een uitbreiding van begrip, van gevoel en van verlangen zelfs inhoudt. Het<br />
feit, dat dit door het woord kan gebeuren, is dus m.i. toch wel een zeer ten gunste spr<strong>ek</strong>ende<br />
factor ervoor.<br />
Is in uw wereld verkeerd begrijpen ook mogelijk?<br />
Het is wel mogelijk, hoofdzakelijk wanneer we met mensen te doen hebben. Omdat een mens<br />
n.l. een dubbele soms zelfs een driedubbele standaard van denken er op na houdt. In lagere<br />
sferen bestaat hetzelfde en ook daar vraagt het dus wel heel veel concentratie en<br />
voorzichtigheid om een verkeerd begrip te voorkomen. Hoe hoger u echter in de sferen komt,<br />
hoe gemakkelijker een we<strong>der</strong>zijds begrip wordt, mits de kennis, voor dit begrip noodzakelijk,<br />
in beide personen aanwezig is. Dat is een voorwaarde. Vandaar dat ik een hogere geest wel<br />
kan begrijpen maar ik kan hem niet begrijpen, zoals hij in zijn eigen sfeer leeft, maar slechts<br />
volgens de maatstaven en begrijpen, die bij mij heersen. Zou die geest mij dus meer willen<br />
vertellen, dan wordt dat ofwel blank, ofwel er wordt door mijn eigen wezen een soort<br />
fantasiebeeld tussendoor gespeeld, wat een vert<strong>ek</strong>ening zou inhouden. Realiseer u echter wel,<br />
dat op die manier toch een voldoende compensatie mogelijk is van wanbegrippen om daaruit<br />
een langzaam naar het begrip toegroeien mogelijk te maken en zo een van sfeer tot sfeer<br />
ver<strong>der</strong>gaan. Is dat voldoende?<br />
Wordt het woord ook niet dikwijls gebruikt door verschillende mensen om hun eigen<br />
gedachten voor zichzelf duidelijker te maken door zich togen an<strong>der</strong>en te uiten?<br />
Ja, daar heeft u gelijk in, omdat de mens, die een gedachte uit spre<strong>ek</strong>t, daarbij gedwongen is<br />
niet slechts zijn idee te on<strong>der</strong>gaan maar ook te formuleren en het dus voor hemzelf in directe<br />
bewustzijnswaarden uit te drukken. Dus het formuleren op zichzelf dat hoeft niet alleen<br />
spr<strong>ek</strong>en te zijn, het kan neerschrijven ook zijn bet<strong>ek</strong>ent, dat je de zaak duidelijker maakt voor<br />
jezelf. Wanneer u n.l. hier luistert, dan on<strong>der</strong>gaat u niet zoals u misschien denkt: woorden. U<br />
on<strong>der</strong>gaat gehele zinnen, ideeën, complexen en daarnaast intonaties en in z<strong>ek</strong>ere zin ook<br />
persoonlijkheid. D.w.z. dat u van dat geheel een voorstelling meeneemt maar die voorstelling<br />
is allesbehalve volledig en allesbehalve juist. Wanneer u echter uitgeschreven hebt wat ik hier<br />
heb gezegd, dan heeft u dit woord na woord moeten volgen. U heeft het woord na woord<br />
moeten formuleren. Wanneer u dat nu nog tegen een an<strong>der</strong> gaat zeggen en u zo dwingt om<br />
weer te geven wat u geleerd hebt, dan kunt u ervan verz<strong>ek</strong>erd zijn, dat de ideeëngang juist in<br />
uw rede verankerd is en dus niet meer behoort tot de on<strong>der</strong>bewuste maar tot de direct<br />
hanteerbare waarden. Maar dit geldt alleen voor onszelf, omdat, wijzelf zelf, indien wij spr<strong>ek</strong>en<br />
op verschillende niveaus toch altijd een voldoende begrip hebben van de ideeën, die we<br />
gebruiken en z<strong>ek</strong>er wanneer het erom gaat de stelling van een an<strong>der</strong> weer te geven. Als het<br />
onze eigen stellingen zijn, dan wordt het al gevaarlijker. Ik hoop dat het voldoende is. Mag ik<br />
aannemen, dat wij daarmee aan het einde zijn g<strong>ek</strong>omen van mijn bijdrage aan deze avond,<br />
vrienden? In dat geval geef ik het woord over aan de laatste spr<strong>ek</strong>er, die de avond voor u zal<br />
besluiten met een meditatieve vorm van het Schone Woord.<br />
o-o-o-o-o<br />
Trillingen<br />
Alles wat rond je is, is eigenlijk een trilling. Wanneer ik met deze mond een geluid vorm, dan is<br />
het een trilling, die naar u toesnelt, die het gehoor beroert, wordt omgezet in een nieuwe<br />
trilling, wordt tot een el<strong>ek</strong>trische trilling en zo een bewustzijn w<strong>ek</strong>t. Wanneer ik kijk naar het<br />
licht rond mij en ik zie, hoe het zich ontleedt, dan weet ik het zijn trillingen van verschillende<br />
frequenties. Alles wat je rond je ziet en wat je kent is een trilling. Het atoom is een trilling, een<br />
werveling, voortdurend rondgaand, en het is de frequentie van beweging en de verhouding van<br />
beweging, die de geaardheid bepaalt. Wanneer je denkt aan een geest, die je niet kunt zien,<br />
dan denk je aan die geest als een soort trilling. Want wat voor wezen hij ook is, wanneer hij<br />
zich openbaart in je wereld, dan is het als een sid<strong>der</strong>ing, waardoor hij kenbaar wordt. En zelfs<br />
wanneer je denkt aan God, dan is het a.h.w. een trilling in jezelf, die je dan misschien<br />
omschrijft als Licht, maar in feite toch een sid<strong>der</strong>ing, een bewogen zijn.<br />
Het is vanuit technisch standpunt niet juist om te stellen, dat het Al gebouwd is uit trillingen.<br />
Maar wanneer wij moeten afgaan op ons eigen wezen en ons eigen reageren, is het wel juist.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
Want regeert in je leven niet het pulseren van de polsslag, het geluid, het licht, de klank, ja,<br />
zelfs de sensatie van het gevoel, die alle berusten op het als met ijlboden en golvingen<br />
voortgaan van prikkels van punt naar punt? En wanneer je ver<strong>der</strong>gaat en je denkt aan een<br />
kring als deze en je ziet hoe er een band gevlochten kan worden, die hen allen tot een maakt,<br />
moet je dan eigenlijk ook niet denken aan een trilling? Je probeert om de mensen stil te<br />
maken, je probeert een z<strong>ek</strong>ere rust te geven. Dan neem je een woord en je werpt het erin als<br />
een steen. En je ziet hoe de sensatie, hoe de beroering zich langzaam ontwikkelt en als<br />
kalvend water een golving brengt. Je probeert. om de magie van het woord te hanteren, Je<br />
laat uit een ijle of een zachte klank na langzaam zwellen een sterkte ontstaan, je probeert je<br />
hele wezen, je hele ziel te leggen in een woord en je merkt hoe de reactie is.<br />
Nu ja, mogelijk is niet de hele wereld trilling en wanneer we spr<strong>ek</strong>en over God als een trilling,<br />
dan is dat ongetwijfeld vermetel. Maar we weten wel degelijk, dat de verschijnselen rond ons<br />
ook de verschijnselen van de geest mogen worden gezien als trilling. Het is de wijze, waarop<br />
wij ze ervaren. En wanneer we spr<strong>ek</strong>en over trillingen, moeten we dan niet denken aan een<br />
snaar, die wordt aangeslagen en trilt en zo haar golvingen verspreidt en misschien wordt tot<br />
een parelende pianomelodie of een haast klagend zo<strong>ek</strong>en naar een hoog akkoord van een<br />
viool?<br />
De mens is in velerlei zin een snaar, die trilt en beroerd wordt. Ergens in het Al gebeurt iets.<br />
We weten er niets van. Maar ons wezen daarmee in harmonie zijnde komt in beroering.<br />
Dromen stijgen op, er komt een sensatie, de handen worden misschien klam of je grijpt naar<br />
het hoofd en zegt: Mijn God, wat gebeurt er. Zo is het.<br />
Soms weet je niets van de geest of van de kracht van de geest af. Dan ergens gebeurt er iets.<br />
En dan lijkt het plotseling of de haren je te berge rijzen, of je geladen bent met statische<br />
el<strong>ek</strong>triciteit, of er vonken uit je springen. Je weet niet zo gauw waarheen, je kunt het niet zo<br />
gauw ontladen. Je reageert. Een trilling heeft je beroerd. Je eigen wezen is uit zijn normale<br />
harmonische geheel weggedrukt voor een korte wijle.<br />
Reageert niet heel de mensheid en ook de geest op het verschijnsel, dat we trilling noemen? Is<br />
niet het hele Al een voortdurende fluctuatie, een voortdurend komen en gaan van krachten,<br />
die we op zichzelf niet beseffen, maar die in hun frequentie van komen voor ons toch een<br />
beeld doen ontstaan?<br />
Ik wil niet spr<strong>ek</strong>en over kosmische trillingen, ik wil niet spr<strong>ek</strong>en over de grote sleutels <strong>der</strong><br />
magie, de grote sleutels van het esoterisch ervaren. Maar dit kan ik u wel zeggen Soms wordt<br />
de menselijke stem, tot een instrument, dat krachten bezweert, die ver liggen buiten het<br />
menselijk terrein. Die ver liggen buiten alles, wat je je voorstelt van geest of demon. Soms<br />
kan een melodie doordringen door vele verschillende werelden en hoog en laag<br />
samenkoppelen, aaneengesmeed voor een korte wijle door trilling.<br />
Wat geeft het wat voor naam wij aan een <strong>der</strong>gelijk verschijnsel to<strong>ek</strong>ennen? Laat ons spr<strong>ek</strong>en<br />
over trillingen, ook wanneer de theorie misschien verou<strong>der</strong>d is. Laat ons spr<strong>ek</strong>en over dat, wat<br />
ons beroert, het verschijnsel, dat steeds terugkeert. Het verschijnsel, dat een kracht is in<br />
onszelven. En laat ons erkennen: Al deze trillingen (het totaal van het zijnde) is alleen<br />
mogelijk, omdat er ergens de middenstof is, waarin de trilling kan optreden. Al het beleven, al<br />
het ervaren, elk verschijnsel dankt zijn bestaan aan het feit, dat God zich openbaart in<br />
tegendelen.<br />
En wij met ons beleven, zijn wij niet als een trilling, gaande vanuit het ene leven naar het<br />
an<strong>der</strong>e en terugkerend, altijd weer, tot het ogenblik, dat wij vereend met Het Grote in eeuwig<br />
ritme ver<strong>der</strong> pulseren niet meer zo<strong>ek</strong>end onze eigen onmachtige baan naast de allerhoogste<br />
Kracht? Laat ons dan stellen GOD IS. En God is de Kracht. Hij is het Wezen. Al wat wij van<br />
Hem ervaren is als een trilling, die ons beroert. En Zijn Kracht wordt in ons tot een trilling, die<br />
wij uit ons doen voort gaan, niet beseffende wie of wat zij is, maar wetende dat die Kracht als<br />
een Licht kan worden uitgeworpen. Wetende dat leven en stof, dat geest en bestaan<br />
gezamenlijk zich daarin kunnen manifesteren en zo het beeld vormen, dat Hij Zich voor ogen<br />
stelde, toen Hij sprak “ER ZIJ LICHT” Een eerste trilling.<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
171
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 14 juni 1960<br />
Les 10 – Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf<br />
Ik hoop, dat ik daarmee voldaan heb aan uw behoefte voor een slotwoord. En ik zou u alleen<br />
nog de raad willen geven om ook in de esoterie te denken aan de trilling. Wanneer iets u<br />
beroert en beweegt, wanneer iets u het hart sneller doet kloppen, wanneer iets uw denken een<br />
ogenblik opzweept, totdat het zichzelf vergeet en een gedachteloze re<strong>ek</strong>s schijnt te worden,<br />
waaruit toch beelden ontstaan, dan heeft u iets gevonden van een waarheid, die verborgen ligt<br />
achter de rede een waarheid misschien, die verborgen ligt achter de stof. Hoe meer u daarvan<br />
weet, hoe moer u daarin doordringt, hoe meer u zult beseffen, dat de Schepper zich openbaart<br />
in Zijn verschijnselen en daaruit toch voor ons op den duur geheel kenbaar is, indien wij ze<br />
durven on<strong>der</strong>gaan.<br />
172<br />
Gastspr<strong>ek</strong>er over: De ruimte zelf
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
Bij het besluiten van dit jaar is het eigenlijk wel goed even terug te zien en tevens ook weer<br />
even vooruit te zien. In de eerste plaats is het o.i. ons redelijk gelukt om uw aandacht geboeid<br />
te houden en wij menen u ook in deze kring menigmaal aanwijzingen te hebben gegeven, die<br />
voor een esoterische bewustwording van meer praktisch belang zijn. Ofschoon misschien niet<br />
alle avonden een gelijk hoog peil hebben bereikt, kunnen wij toch met een z<strong>ek</strong>ere trots<br />
terugzien op enkele gastspr<strong>ek</strong>ers. Ik geloof, dat niet allen van de aanwezigen in staat zijn<br />
geweest om de gebrachte materie geheel te verwerken. We betreuren dat enerzijds, wij hopen<br />
an<strong>der</strong>zijds dat men toch nog zal trachten door te dringen in datgene, wat raadselachtig is<br />
gebleven.<br />
Wat betreft het volgende jaar willen wij trachten deze kring nog ver<strong>der</strong> op te voeren. Er is een<br />
tijd geweest dat wij een soort inwijdingsschool hadden, later de G.G.S. genoemd. De poging<br />
daarin aangewend heeft geen volledig resultaat mogen afwerpen, maar bracht toch<br />
ongetwijfeld voor enkelingen ver<strong>der</strong>e mogelijkheden met zich. Wanneer het mogelijk blijkt dus<br />
na afloop van een volgend jaar esoterie zouden wij uit de esoterische kring misschien weer een<br />
inwijdingsschool kunnen samenstellen. Dit houdt in dat een groot gedeelte van de stof, die in<br />
het volgend jaar wordt gebracht, beschouwd kan worden als een voorbereiding tot een ver<strong>der</strong>e<br />
leergang, terwijl daarnaast natuurlijk een herhaling zal plaatsvinden van enkele elementen,<br />
ook in dit jaar besproken, die wij belangrijk achten.<br />
Ik weet niet hoe u zelf over al deze avonden denkt. Of beter gezegd ik weet het wel, maar het<br />
is mij niet gezegd. Ik hoop dan ook, dat u aan het einde van dit verenigingsjaar tevreden zult<br />
zijn over hetgeen u geboden werd en dat u voor uzelf zult besluiten dat er enig nut heeft<br />
gelegen in de re<strong>ek</strong>sen aanwijzingen, die wij u mochten ver schaffen. En daarmede, vrienden, is<br />
dan dit gedeelte voorbij en wordt het tijd om terzake te komen.<br />
Op deze laatste bijeenkomst hadden wij gehoopt u een gastspr<strong>ek</strong>er te brengen. Dit ble<strong>ek</strong> door<br />
omstandigheden niet mogelijk. U zult dus genoegen moeten nemen met onszelf, de normale<br />
spr<strong>ek</strong>ers van deze groep. Wij willen echter tegemoetkomen aan uw behoefte, indien u een<br />
bepaald punt na<strong>der</strong> wilt zien belicht of wilt zien uitgewerkt wij verzo<strong>ek</strong>en u dan deze punten<br />
bijeen te brengen voor een tweede gedeelte. In dit eerste gedeelte zou ik graag nog eens de<br />
stof uitwerken, die wij behandeld hebben en daarnaast nog enkele aspecten van het menselijk<br />
wezen aansnijden. Allereerst dan terug naar de esoterie.<br />
Het esoterisch ofwel innerlijk leven kan niet beantwoorden aan dezelfde wetten of regelen, die<br />
voor een exoterisch leven bestaan. Het innerlijk van de mens is gezien zijn vele facetten<br />
praktisch uni<strong>ek</strong> vergel<strong>ek</strong>en bij het innerlijk van an<strong>der</strong>en. Het gevolg is, dat ofschoon wel<br />
gemeenschappelijke lijnen en richtlijnen kunnen worden gevonden in de praktijk toch een<br />
ie<strong>der</strong> zijn eigen weg moet vinden, omdat nooit een volkomen gelijke ontwikkeling van elk<br />
individu mogelijk kan worden geacht.<br />
Deze ontwikkeling moet worden gebaseerd (en dit zijn dus algemene richtlijnen) op twee<br />
punten, die somwijlen met elkaar in strijd lijken te zijn.<br />
Enerzijds moet de mens verstandelijk en materieel streven en leven. Hij moet trachten in dit<br />
leven een z<strong>ek</strong>ere tevredenheid althans innerlijke vrede te gewinnen. Hij is verplicht om redelijk<br />
na te denken. Hij moet bij deze redelijkheid zo objectief mogelijk zijn, daarbij tevens zichzelf<br />
beschouwende i.v.m. de wereld.<br />
Daarnaast zien wij de ontplooiing van de innerlijke wereld. Waar deze sterk verschilt van de<br />
uiterlijke wereld, zullen daarin elementen optreden, die wij niet naar de uiterlijke wereld<br />
zon<strong>der</strong> meer kunnen over brengen. Het is ons onmogelijk het geheel van een esoterische<br />
ontwikkeling om te zetten in een exoterisch leven, een exoterisch bestaan.<br />
Het grote verschil tussen het innerlijke leven en het uiterlijke leven is wel de vrijheid die de<br />
gedachte ons schenkt. Het gevolg is, dat bij het innerlijke leven droombeelden, fantasieën en<br />
on<strong>der</strong>bewuste waarden een zeer veel grotere rol kunnen en zullen spelen dan in een normaal<br />
dagelijks leven tot uiting komt. Wij moeten deze basis echter voor lief nemen. Wij kunnen niet<br />
betrouwen op de beelden, die wij innerlijk ontvangen. Wij moeton daarbij eer<strong>der</strong> afgaan op<br />
Terug en vooruit kijken<br />
173
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
onze sentimenten. Nu is het sentiment, voorzover het een esoterische ontwikkeling betreft,<br />
over het algemeen g<strong>ek</strong>oppeld aan het begrip van hoogheid, van kracht, van licht en van<br />
vermogen. Al datgene, wat in ons een ervaring van kracht, licht, en vermogen brengt, zullen<br />
wij dus accepteren als goed en zullen wij nastreven.<br />
Wij dienen echter hierbij wel r<strong>ek</strong>ening te houden met het feit, dat al hetgeen wij voor ons<br />
wezen praktisch menen te gevoelen en te on<strong>der</strong>gaan in een esoterisch beschouwen, exoterisch<br />
tot uitdrukking kan worden gebracht. Bij een kosmisch concept kan dit niet. Een concept van<br />
de kosmos, dat innerlijk in ons groeit, kan niet in overeenstemming worden gebracht met<br />
hetgeen wij materieel kunnen weten. Maar wel de kracht, die wij ontnemen. Wanneer ik door<br />
een geloof mijzelf gevuld voel met kracht, zal ik deze kracht ook praktisch en voor mijzelf<br />
kenbaar in de wereld moeten kunnen openbaren. Is daarvan geen sprake, dan kunnen wij<br />
deze kracht niet als waar aannemen en moeten wij in ons innerlijk zo<strong>ek</strong>en naar een nieuwe,<br />
meer daadwerkelijk bewijsbare kracht of factor van licht.<br />
Het is belangrijk deze punten regelmatig uzelf voor ogen te stellen. Bij een esoterisch streven<br />
gaat de mens er al te snel toe over een schijnrealiteit te scheppen, waarin hij ongetwijfeld vele<br />
krachten kan aantreffen die voor hen nuttig zijn, een wereld die voor hemzelf een z<strong>ek</strong>ere vrede<br />
meebrengt, maar gelijktijdig te veel conflicten schept met de wereld.<br />
Gezien vanuit het kosmisch standpunt behoren wij allen tot dezelfde kracht. Er is een levende<br />
kracht en die levende kracht openbaart zich gelijkelijk in alle geest, in alle stof. Wij zijn dus<br />
in<strong>der</strong>daad met elkaar verwant door deze kracht en spr<strong>ek</strong>ende in deze zin is de uitdrukking<br />
broe<strong>der</strong>s en zusters z<strong>ek</strong>er niet overdreven. Het feit, dat deze kracht ons verbindt, maakt het<br />
voor ons noodzakelijk, dat elke stoffelijke uiting in overeenstemming blijft met de wereld,<br />
waarin wij leven en het welzijn van degenen, die in die wereld bestaan. Uw consequenties kunt<br />
u hieruit ver<strong>der</strong> zelf tr<strong>ek</strong>ken.<br />
In elk innerlijk zo<strong>ek</strong>en en elk innerlijk beleven hebben wij ver<strong>der</strong> te maken met de strijd<br />
tussen wijsheid, sentiment en weten. Wanneer u leeft als mens, zult u ook een esoterische<br />
bewustwording willen uit drukken in gedachten. Gedachten, d.w.z. een uitdrukking in woorden<br />
dan wel beelden, die overeenstemmen met uw stoffelijke ervaring en wereld en daaruit<br />
geboren zijn. Het is duidelijk dat niet een totaal weergeven van het esoterisch ervaren op deze<br />
wijze mogelijk is. Toch zullen wij ernaar moeten streven. En in dit streven ontd<strong>ek</strong>ken wij dan,<br />
dat de wetenschap ons alleen in zoverre helpt, als wij geneigd zijn haar te zien als een<br />
verschijnsel en een vaststelling van verschijnselen. Zodra wij haar zien als een absolute<br />
waarheid (ons weten dus dogmatisch maken), belemmert zij ons in een geestelijk vooruitgaan.<br />
Zien wij de wijsheid, dan blijkt ons, dat zij ons wel inzicht geeft. Dit inzicht kan betr<strong>ek</strong>kelijk ver<br />
gaan, maar blijft gebaseerd op de materie. Het is de wijze onmogelijk kosmische verhoudingen<br />
weer te geven. Hij kan slechts zijn stoffelijke inzichten en aan de hand daarvan een<br />
vermoeden omtrent kosmische verhoudingen vastleggen, uitspr<strong>ek</strong>en of voor zichzelf in<strong>der</strong>daad<br />
bewijzen. Wijsheid is dus wel een middel om voor onszelf tot een zuiver<strong>der</strong>, intenser en beter<br />
leven te komen, maar niet zon<strong>der</strong> meer een instrument dat de kosmische bewustwording<br />
mogelijk maakt. Wel kan worden gezegd, dat een innerlijke bewustwording (dus een<br />
esoterische ervaring uiteindelijk) kan worden uitgedrukt in een verhoging van de graad van<br />
wijsheid, die men bezit. Maar het omg<strong>ek</strong>eerde is z<strong>ek</strong>er niet het geval.<br />
Wat het sentiment betreft zullen wij voortdurend geslingerd worden tussen het stoffelijk<br />
sentiment, gebaseerd op angst en begeren, en het geestelijk sentiment, dat heel vaak bij de<br />
mens in sterke mate een behoefte aan eenheid uitdrukt. Wanneer wij ons gevoel gebruiken in<br />
de esoterie, dan mag dit alleen zijn om het verschil tussen licht en duister vast te stellen,<br />
volgons eigen beste weten en aanvoelen. Dat hierbij dan ook in het gevoel bepaalde stoffelijke<br />
waarden verwerkt zijn doet niet ver<strong>der</strong> terzake, waar al hetgeen voor ons duister is, voor<br />
onszelf een strijdigheid inhoudt, die een ver<strong>der</strong>e bewustwording belemmert.<br />
U zult ongetwijfeld al deze punten voor uzelf reeds hebben over dacht, maar toch is het<br />
noodzakelijk, dat u deze punten steeds weer blijft herdenken. De praktijk van de esoterie is<br />
niet zo gemakkelijk als menigeen schijnt te veron<strong>der</strong>stellen. Esoterische waarheid kunnen wij<br />
niet zon<strong>der</strong> meer vinden in bo<strong>ek</strong>en. Wij kunnen ze ook niet vinden in lezingen of lessen. Het is<br />
174<br />
Terug en vooruit kijken
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
onze persoonlijke reactie daarop, de snaar die in onszelf wordt aangeslagen, de trilling die wij<br />
innerlijk ervaren, die uitmaakt in hoeverre er sprake zal zijn van esoterische werking. Het is<br />
dus dwaas te veel te zo<strong>ek</strong>en naar een kennis van b.v. esoterische of filosofische stellingen.<br />
Slechts in zoverre ons eigen wezen daarvoor belangstelling heeft kunnen ze ons nuttig zijn.<br />
Typische verschijnselen vooral bij degen, die esoterisch nog niet voldoende geschoold zijn zou<br />
ik u ook graag vanavond nog even willen opsommen. In de eerste plaats: Menig mens komt<br />
plotseling te staan voor een ervaring, die hij niet ver<strong>der</strong> kan verklaren. Ook wanneer wij alle<br />
waarden van on<strong>der</strong>bewustzijn en bovenbewustzijn nagaan, blijkt ons toch dat er ergens een<br />
residu overblijft. Er slaat iets neer uit onze uitlegging, dat een nieuwe uitleg zou vergen en<br />
deze bezitten wij materieel niet. Het is deze waarde, die dus esoterisch genoemd kan worden,<br />
waar zij het totaal van het wezen met al zijn voertuigen onmiddellijk betreft en raakt. Deze<br />
ervaringen zijn in het zeer eenvoudige de plotselinge ontroering, die in sommige gevallen<br />
schijnbaar redeloos is, in an<strong>der</strong>e gevallen wel eens de schijn van hysterie heeft, maar<br />
daarnaast in tegenstelling tot het normaal hysterisch verschijnsel een beheersing van de<br />
persoon nog steeds mogelijk maakt, ook zon<strong>der</strong> ingrijpen van buiten. Het is dus geen<br />
automatisch proces. Hebben wij dit verschijnsel gezien, dan blijkt ons, dat uit deze toestanden<br />
van verrukking als ik het zo mag noemen van gehoordheid, over het algemeen een denkbeeld<br />
overblijft, dat althans in de eerstkomende jaren, op de handelingen van de mens een sterke<br />
stempel drukt. Tegen deze ervaringen rijst vaak een innerlijk verzet, omdat de mens ze ziet<br />
als een zwakte of als iets, waarvoor hij vrezen moet. Zou u tot <strong>der</strong>gelijke ervaringen komen,<br />
herinner u dan wel, dat ze niet gevreesd behoeven te worden en dat u ze ook helemaal niet<br />
moet zien als iets, waarvoor u bang bent of iets, wat een zwakheid aanduidt. Integendeel: het<br />
kan een bewijs zijn van een innerlijke kracht, van een beroering op hoger niveau.<br />
Een an<strong>der</strong> verschijnsel, dat in de esoterie heel vaak voorkomt bij iemand, die althans zich<br />
enigszins daarmede bezighoudt en dus enigszins geschoold is, is een harmonisch verschijnsel.<br />
Wanneer wij op een gegeven ogenblik iets ontd<strong>ek</strong>ken, dat over het algemeen veel intenser dan<br />
wij het zelf bereikt hebben onze innerlijke waarden en verlangens weerspiegelt, voelen wij ons<br />
door deze kracht overweldigd. Dit kan liggen in een contact met personen, maar het kan<br />
evenzeer worden uitgedrukt in muzi<strong>ek</strong>, in literatuur, in natuurverschijnselen etc. Op deze<br />
ogenblikken zijn wij eigenlijk verlegen. Wij voelen iets in onszelf, wat wij niet kunnen<br />
verklaren. Het gevolg ervan is meestal een innerlijk oproer, dat pas langzaam overwonnen<br />
wordt. Het resultaat is in de meeste gevallen een z<strong>ek</strong>er begeren om in een z<strong>ek</strong>ere richting te<br />
bereiken. Dit wordt zowel stoffelijk als geestelijk uitgedrukt.<br />
Deze belevingen zijn over het algemeen de voorboden van hogere en ver<strong>der</strong>gaande<br />
belevingen. Wij zien dan het uit zuivere meditatie of overweging voortg<strong>ek</strong>omen punt van<br />
innerlijk erkennen. Hier verliest de mens voor het ogenblik zijn wereld, beweegt zich a.h.w. in<br />
een voor hem totaal vreemde wereld, on<strong>der</strong>gaat daarin dingen die zijn gevoelens ten sterkste<br />
beroeren, maar is niet in staat deze redelijk weer te geven. Deze toestanden van verrukking<br />
kunnen leiden tot ten beweging kiesheid, een soort verstarring. Opvallend is, dat in deze<br />
toestand het tijdselement praktisch uitgeschakeld is. Men weet niet hoelang men in een<br />
bepaalde houding heeft gestaan, hoe lang men bezig is geweest met een bepaalde<br />
overweging, hoe lang een <strong>der</strong>gelijk beleven in ons heeft plaatsgevonden. Van deze beleving<br />
kan worden gezegd, dat zij de sleutel is tot veel ver<strong>der</strong> innerlijk beseffen. Want op het ogenblik,<br />
dat wij vanuit onszelven de beleving van het hogere kunnen op w<strong>ek</strong>ken, krijgen wij een<br />
vergelijkingsmateriaal ter beschikking. Het meer van buitenaf komende en door ons niet<br />
beheersbare factoren brengen ons tot deze innerlijke waarde maar juist hetgeen wijzelven<br />
bewust verrichten brengt ons in contact met het hogere. Het gevolg is, dat wij ons leven in<br />
deze fase zeer sterk gaan richten op het innerlijk contact.<br />
In vele gevallen geeft dit ten tijdelijke verwaarlozing van het materiele te zien. De mens<br />
echter, die in deze fase de materie durft verwerpen, zal over het algemeen b<strong>ek</strong>ocht uitkomen.<br />
Het blijkt dan, dat hij in zijn poging hoger te zijn zich vervreemd heeft van de wereld en<br />
daarmee ook van de innerlijke bevrediging, die hij zo<strong>ek</strong>t. Daarvoor in de plaats komen zeer<br />
wisselvallige droombeelden, die soms het beloofde geluk schijnen te verwerkelijken, maar<br />
Terug en vooruit kijken<br />
175
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
gelijktijdig een afgronddiepe wanhoop kunnen scheppen. Iemand, die deze ervaring opdoet,<br />
doet er beter aan esoterie te laten varen en zich voorlopig meer materieel in te stellen. Een<br />
voortgaan op deze weg brengt de mens tot krankzinnigheid vanuit stoffelijk standpunt en kan<br />
hem daarnaast brengen tot een absolute geestelijke stilstand, het gevangen zijn in een<br />
droombeeld. Overwint men echter al dit falen en deze feilen, dan komt men vanzelf bij die<br />
periode, waarin de verrukkingstoestand zo intens ervaren wordt, dat zij onmiddellijk het<br />
stoffelijke beïnvloedt. Verrukkingstoestanden kunnen dan o.a. (wanneer zij spectaculair zijn)<br />
manifestaties als levitatie met zich brengen, het verspreiden van licht, het geven van een<br />
geurillusie e.d..<br />
De beïnvloeding van de omgeving is in deze periode zeer sterk. In deze verrukking wordt de<br />
kracht Gods onmiddellijk gevoeld en ervaren men weet zich opgenomen in het licht. Daaruit<br />
terugkerende bezit men deze kracht en indien men werkelijk esoterisch ver<strong>der</strong> streeft men zal<br />
deze kracht ver<strong>der</strong> moeten dragen. Het is niet voldoende die kracht in uzelf te kennen, gij zult<br />
haar als manifestatie of als verschijnsel aan an<strong>der</strong>en moeten overdragen. Het heeft geen zin te<br />
trachten dit met woorden te doen, daartoe reikt de kracht niet.<br />
De laatste fase, die ons nog steeds met de esoterie in contact brengt, heet: de ontmoeting<br />
met het ik. Wanneer wij onszelven ontmoeten, bet<strong>ek</strong>ent dit dat wij voor het eerst onszelf ziwn<br />
op de juiste wijze met een volkomen erkenning van onze bet<strong>ek</strong>enis in de wereld en de relatie<br />
waarin wij tot elk deel van die wereld afzon<strong>der</strong>lijk staan. Heeft deze erkenning plaats<br />
gevonden, dan kan aan de hand daarvan correctie van het “ik” optreden, zij het op zeer<br />
beperkte wijze. Dit erkennen van het “ik” maakt tevens een kosmische taakaanvaarding<br />
mogelijk, waarbij voor het eerst stoffelijk streven en innerlijke geestelijke processen volkomen<br />
parallel lopen en voortdurend elkaar on<strong>der</strong>steunen en aanvullen. Ver<strong>der</strong> dan dit wil ik niet<br />
gaan. De omschrijving van deze fase echter zal het u misschien mogelijk maken enkele<br />
verschijnselen, die uzelf on<strong>der</strong>gaat, te erkennen.<br />
Wat betreft de beheersing en de kracht, die wij aan de hand van het innerlijk streven en<br />
zo<strong>ek</strong>en kunnen gewinnen, zijn ook nog wel enkele opmerkingen te maken. In de eerste plaats:<br />
Geen enkel wezen en geen enkele mens zal onmiddellijk een groot won<strong>der</strong> tot stand kunnen<br />
brengen. Er is voor de ontwikkeling van krachten, die men op aarde manifesteert, evenzeer<br />
training nodig als voor het leren lopen, fietsen e.d. Dientengevolge behoort aan elk gebruik<br />
van z.g. paranormale krachten, door innerlijke beschouwing gewonnen, een trainingsperiode<br />
vooraf te gaan. Eerst dan heeft men het recht om deze onmiddellijk voor an<strong>der</strong>en te<br />
gebruiken. Zelfverz<strong>ek</strong>erdheid, zelfvertrouwen, geloof in een hogere kracht zijn evenzeer<br />
noodzakelijk. De mens die twijfelt aan zichzelf en aan zijn kunnen zal alleen daardoor z<strong>ek</strong>er<br />
wanneer het geestelijk werk betreft een mislukking voor zichzelf nabij roepen. In vele gevallen<br />
blijkt dan die mislukkin ook niet meer te vermijden. Indien u niet z<strong>ek</strong>er bent van uzelve is het<br />
beter ietwat min<strong>der</strong> hooi op de vork te nemen en ietwat voorzichtiger ver<strong>der</strong> te gaan.<br />
Voor iemand, die de werkelijk esoterische wet kent, blijkt dat licht en duister, goed en kwaad<br />
zeer relatieve waarden zijn, omschrijvingen a.h.w, van het gebied, waarbinnen wij ons<br />
bewegen. De esotericus zal dus in zijn waar<strong>der</strong>ing van handeling en daad zowel als van<br />
gedachte enigszins an<strong>der</strong>s tegenover de wereld komen te staan dan een normaal mens. (Dit<br />
wil nog niet zeggen, dat de esotericus abnormaal is.) Maar vrienden, wanneer wij dus staan<br />
buiten het volkomen normale leven en dat gebeurt al heel snel mogen wij niet vergeten, dat<br />
wij aan het normale leven gebonden zijn. Het is dwaasheid de wereld waarin men met an<strong>der</strong>en<br />
contact heeft geheel te verloochenen, tenzij het niet an<strong>der</strong>s kan om een erkende taak op deze<br />
wereld te volvoeren.<br />
Alle krachten, die u nodig hebt, worden u gegeven via uw eigen voertuigen. De wijze, waarop<br />
ze van voertuig tot voertuig kunnen worden overgegeven, dan wel uit een van de hoogste<br />
voertuigen onmiddellijk in de stof worden weergegeven, is u in<strong>der</strong>tijd uitvoerig uiteengezet.<br />
Onthoud dus dat, wanneer u krachten wilt verwerven, het het verstandigst is om in uzelf te<br />
keren, u zo intern mogelijk te concentreren op het hoogst voorstelbare en dan vanuit deze<br />
concentratie als een normaal verschijnsel Uw kracht te aanvaarden. Leg niet de nadruk op de<br />
behoefte aan kracht. Doet u dit, dan zult u onwill<strong>ek</strong>eurig bepaalde, meer egocentrische en<br />
egoïstische elementen in uw overweging brengen, waardoor het bereikte voertuig lager en dus<br />
176<br />
Terug en vooruit kijken
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
de beschikbare kracht eveneens van min<strong>der</strong>e kwaliteit wordt. Al s u zich ook dit gerealiseerd<br />
hebt, dan wordt het tijd dat wij ook nog even nadenken over de magie.<br />
Normalerwijze is de mens, die geestelijk streeft, huiverig voor de magie. Maar de magie op<br />
zichzelf is slechts het erkennen van wetten die buiten het redelijke staan en het hanteren<br />
daarvan, evenals het werken met krachten die materieel niet onmiddellijk kenbaar zijn, echter<br />
op een zodanige wijze, dat de resultaten van deze werking materieel kenbaar zullen worden.<br />
De magie is een verschijnsel, waaraan elke mens bewust of onbewust deelneemt. Het<br />
eenvoudig bidden met een bepaald doel is een magische handeling. Het gebruiken van een<br />
bepaald symbool is in wezen een magische handeling. Het to<strong>ek</strong>ennen van bepaalde krachten al<br />
is het maar uit sentimentsoverwegingen aan b.v. een broche van grootmoe<strong>der</strong> of een oud<br />
horloge, aan een geluksbrengertje e.d. is in feite magie. Magie maakt een deel uit van het<br />
dagelijkse leven, alleen men noemt het daar niet zo. Men heeft gerationaliseerd, totdat het<br />
bovennatuurlijke element en het geloofselement praktisch verdwenen zijn. En men heeft de<br />
mens zover gebracht, dat hij zich schaamt te erkennen dat hij bepaalde niet redelijke<br />
eigenschappen to<strong>ek</strong>ent aan voorwerpen, personen of toestanden. De esotericus echter, die<br />
binnendringt in een geestelijke wereld, zal de wetten zowel als de krachten van die wereld zelf<br />
moeten leren hanteren. Hij kan er dus ook niet omheen dan in z<strong>ek</strong>ere zin magiër te zijn.<br />
In de magie zijn meer<strong>der</strong>e richtingen, o.m. de rituele en de gevoelsmagie. Daarnaast kunnen<br />
van bepaalde primitieve vormen van Goena-magie en de meer ingewikkelde vormen van<br />
sfeermagie. Datgene, wat voor de esotericus in aanmerking komt, is alleen de zuiverste witte<br />
magie, die gebaseerd is op sfeer. Ik weet dat hierover niet voldoende is gesproken en gezegd,<br />
maar het is ons niet mogelijk in een esoterische kring deze on<strong>der</strong>werpen volledig te<br />
behandelen. In verband met hetgeen wij echter in een komend jaar hopen te doen, moet ik<br />
hieraan toch enige aandacht besteden.<br />
U moet een ding goed begrijpen: Uw fantasie en uw denken hebben. een scheppend<br />
vermogen, dat in de eerste plaats natuurlijk in astrale werelden werkzaam is, maar daarnaast<br />
uw eigen wezen en uw eigen denkwereld zeer sterk beïnvloedt. Wanneer die denkwereld op<br />
een bepaalde wijze hetzij synoniem of harmonisch is met de denkwerelden van an<strong>der</strong>en, dan<br />
zal het mogelijk zijn via deze eenheid van gedachten elk beeld, dat u in uw gedachten hebt<br />
geschapen te projecteren in de gedachten van an<strong>der</strong>en. Op dat ogenblik wordt die gedachte<br />
tot realiteit. Noodzakelijk is echter een verbindende factor tussen beide personen of tussen de<br />
magiër en de groep, die hij wil beïnvloeden. Men heeft dus niet onbeperkte invloed. De<br />
geldende wet laat enige afwijking wel toe. Het is dus niet noodzakelijk, dat men volkomen<br />
harmonisch is met een an<strong>der</strong>, maar er moet een z<strong>ek</strong>ere binding bestaan.<br />
In de magie gelden geen redelijke wetten. Hier is ook geen volledige verstandelijke ontleding<br />
mogelijk. Een groot gedeelte van de regels <strong>der</strong> magie zijn zeer eenvoudig, b.v. afleidingen van<br />
causaliteit, afleidingen van harmonische verschijnselen of gebaseerd op vele werkingen en wat<br />
wij zouden kunnen noemen magnetische verschijnselen. Deze wetten zelf zijn aanleiding tot<br />
zeer veel verschijnselen, die wij als ecotericus zullen trachten te vermijden. Aan de an<strong>der</strong>e<br />
kant bezitten wij juist dank zij deze magie vaak eigenschappen als b.v, hoge suggestieve<br />
waarde. Hoge suggestieve waarde, vrienden, is van buitengewoon belang, want een goed<br />
suggestor is vaak in staat een mens inzicht te geven in zijn eigen leven, alleen reeds door via<br />
deze suggestie de mens te brengen tot zelfonthullingen en zijn rationalisatie van de toestand<br />
tijdelijk te verdrijven, om daarvoor de werkelijkheid in de plaats te stellen.<br />
Vergeet dus niet dat suggestie niet alleen maar een grapje is, maar dat zij zeer belangrijk kan<br />
zijn bij de bena<strong>der</strong>ing van medemensen, van patiënten en dat zij ook in de esoterie zelve een<br />
rol speelt. Alle toestanden van overprestatie zijn n.l. gebaseerd op suggestie en zelf suggestie.<br />
Het is alleen hierdoor, dat bepaalde delen van het voertuig kunnen worden uitgeschakeld. Alle<br />
bereikingen in de geest worden alleen aanvaardbaar, wanneer zij een z<strong>ek</strong>ere suggestieve<br />
waarde hebben, zon<strong>der</strong> dit zouden zij door de koude rede worden verworpen. Suggestie in de<br />
magie is dus zeer belangrijk.<br />
Terug en vooruit kijken<br />
177
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
Naast deze suggestie kan in de magie gebruik worden gemaakt van alle oude beelden die<br />
bestaan. Wanneer er een oud geloof is geweest, die een bepaalde godheid schiep en wij<br />
kunnen aannemen dat die godheid nu nog bestaat (b.v. als een astraal wezen), dan is het<br />
mogelijk deze godheid te stimuleren en tot actie te brengen. Wanneer wij weten dat in het<br />
volksgeloof van een bepaalde stre<strong>ek</strong> een z<strong>ek</strong>ere god, demon of bepaalde spoken een rol<br />
spelen, dan zullen wij heel vaak deze gestalten astraal aanwezig vinden, maar nimmer volledig<br />
bezield, D.w.z. dat wij binnen de eigenschappen, die hun worden toeg<strong>ek</strong>end, zelf hun actie<br />
kunnen bepalen en daarbij kunnen beschikken over de zeer grote kracht, die in vele jaren vaak<br />
binnen een <strong>der</strong>gelijke figuur is gelegd. Het is door het gebruik van deze krachten vaak<br />
mogelijk kwaad af te wenden. Het is mogelijk mensen te brengen tot zelfrealisatie. Het is<br />
mogelijk om bepaalde stoffelijke toestanden te wijzigen en te veran<strong>der</strong>en. Wanneer wij - in<br />
een besef van eenheid levende - onze medemens willen helpen, zullen wij dus ook de witte<br />
magie wel degelijk mogen en kunnen gebruiken.<br />
De eenvoudigste vorm wordt overigens al veel gebruikt n.l. de genezende kracht. Daarnaast<br />
wordt het uitzenden van gedachten nu reeds gepraktiseerd.<br />
Een ver<strong>der</strong>e verhandeling van magie zou ons moeten brengen tot de getallensymboli<strong>ek</strong>,<br />
mathemati<strong>ek</strong>, begrippen van vierde dimensie, begrippen van scheingestalten die wij zelf<br />
kunnen opbouwen, hoe wij een gezamenlijke gestalte kunnen opbouwen met an<strong>der</strong>en en<br />
daarin een beslissende invloed kunnen krijgen en wat dies meer zij. Het is duidelijk, dat<br />
<strong>der</strong>gelijke verhandelingen alleen voor een zeer select gezelschap kunnen worden gegeven en<br />
alleen op een verantwoorde wijze kunnen worden gegeven, indien men zelf een groot gedeelte<br />
van het werk doet. Recepten geven is in de magie altijd uit den boze evenals in de inwijding<br />
waarbij deze magie mij dus brengt tot aspecten van inwijding.<br />
Ofschoon de esotericus een inwijding uiteindelijk zelve verovert en slechts in zich de absolute<br />
bewustwording kan on<strong>der</strong>gaan aan de hand van eigen beleven, zullen wij toch uiterlijk de<br />
mogelijkheid kunnen scheppen om de juiste toestand sneller te bereiken. Wij noemen de<br />
materiele processen en zelfs bepaalde laag geestelijke processen, die hiermede gepaard gaan,<br />
over het algemeen materiele inwijdingen. Een inwijding bet<strong>ek</strong>ent echter in de meeste gevallen<br />
een tijdelijk af stand doen van eigen wil, een bestuurd worden door an<strong>der</strong>en. Wanneer dit het<br />
geval is, zal de esotericus zich voortdurend afvragen of de wil van de an<strong>der</strong> en dit is het<br />
gevoel, dat spre<strong>ek</strong>t en niet slechts de rede aanvaardbaar is. Slechts indien dit ten voile<br />
aanvaardbaar blijkt, kunnen wij een weg van inwijding volgen. Over de verschillende fasen van<br />
inwijding en de wegen van inwijding is op verschillende bijeenkomsten voldoende gezegd.<br />
Dan wil ik nog wijzen op bepaalde harmoniserende principes. Het is mogelijk door klank, door<br />
muzi<strong>ek</strong>, door wisseling van kleur en, door het scheppen van kleurige en passende<br />
achtergronden bepaalde harmonieën te doen ontstaan. Wij kunnen de gevoelwereld van de<br />
mens vaak zeer sterk stimuleren. Wij kunnen die gevoelswereld aanpassen aan de voor ons<br />
begeerlijke toestand, maar wat wij voor an<strong>der</strong>en kunnen doen, kunnen wij wel degelijk ook<br />
voor onszelf. Het is belangrijk dat wij bij een esoterisch streven, dat b.v. rust en bezinning<br />
vraagt, onze omgeving aanpassen daaraan, voorzover dit mogelijk is. De nadruk leggen op<br />
bepaalde lichamelijke toestanden, houdingen e.d. is dwaas op zichzelf. Maar wanneer voor mij<br />
het contact met het hogere onverbr<strong>ek</strong>elijk vergroeid is met het idee van knielen, dan zal ik<br />
alleen g<strong>ek</strong>nield dit contact kunnen krijgen. Is mijn opvatting een an<strong>der</strong>e, dan zal ik mij ook<br />
daaraan moeten aanpassen.<br />
Harmoniserende principes zijn alle gebaseerd op grondwaarden, die in de eerste plaats<br />
stoffelijk zijn. Een geestelijke kracht kan harmonisch zijn met elk <strong>der</strong> voertuigen en toch de<br />
stof niet voldoende bena<strong>der</strong>en of beroeren. Daarentegen kan elke stoffelijke invloed of<br />
handeling worden omgezet in een zodanige impuls, dat het volledige wezen met alle bewust<br />
functionerende voertuigen geheel in de harmonie wordt opgenomen. Hiervan zijn meer<strong>der</strong>e<br />
demonstraties gegeven ook in dit jaar voor zover dit geluid betreft, het gebruik van incantaties<br />
etc. Begrijp wel, dat deze middelen ook voor uzelf gebruikt moeten worden dat zij er niet<br />
alleen zijn om an<strong>der</strong>en te beïnvloeden, maar dat het soms heel goed is om alleen uzelf te<br />
beïnvloeden.<br />
178<br />
Terug en vooruit kijken
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
Het zo<strong>ek</strong>en naar zelfkennis is voor de esotericus noodzakelijk. Maar een te vergaand zo<strong>ek</strong>en<br />
naar zelfkennis bet<strong>ek</strong>ent vaak een verstoren van innerlijke harmonie en het ontstaan van<br />
waanbeelden omtrent het ik. Wij mogen niet zo<strong>ek</strong>en naar een volledige stoffelijke kennis en<br />
rationalisatie van het ik. Kennis van enige psychologie is zeer z<strong>ek</strong>er aan te bevelen. Begrip van<br />
wat de droomwereld doet, begrip van de bet<strong>ek</strong>enis van het on<strong>der</strong>bewustzijn, van gewoonte en<br />
wat daarbij hoort, is natuurlijk goed. Zij is aanvaardbaar en bruikbaar. Maar een mens, die<br />
zichzelf te ver ontleedt, zal zichzelf te zeer stoffelijk, zien. En onze harmonie mag niet alleen<br />
optreden met de materie zij moet er uiteindelijk zijn met het Groot Goddelijke. Wij streven niet<br />
naar een kennen van de mens, zoals hij stoffelijk bestaat, wij streven in de esoterie naar het<br />
kennen van de mens, zoals hij in het Goddelijke waarlijk en eeuwig bestaat.<br />
Hieruit volgt, vrienden, dat het zo<strong>ek</strong>en van harmonie met het Goddelijke nooit gebaseerd kan<br />
zijn op een zuiver stoffelijke kennis of zelfkennis. Zij kan slechts gebaseerd zijn op een<br />
innerlijk gevoelen en aanvoelen, dat stoffelijk gesteund wordt door een misschien niet al te<br />
diepgaande maar voldoende kennis om het “ik” althans enigszins predicabel te maken. Wij<br />
moeten kunnen komen tot een z<strong>ek</strong>ere prognose omtrent onze reacties. Wij moeten weten hoe<br />
wij met angst en begeren in de wereld staan. Wij behoeven echter niet te verklaren, waar die<br />
angsten en begeerten vandaan komen. Wanneer wij het kunnen doen is er geen bezwaar<br />
tegen maar het is voor ons belangrijker dat wij weten wat voor beweegredenen ons kunnen<br />
drijven, dan dat wij weten waar zij vandaan komen of waar zij ontstaan zijn. Slechts indien ze<br />
uitermate hin<strong>der</strong>lijk zijn en wij ze willen veran<strong>der</strong>en, zal het noodzakelijk blijken door te<br />
dringen tot de kern van de zaak. En in een <strong>der</strong>gelijk geval is het heel vaak verstandig om dat<br />
niet alleen te doen. Zelfmisleiding komt dan toch nog te sterk voor.<br />
De harmonie met het totale wezen kunnen wij ver<strong>der</strong> het beste verkrijgen, wanneer wij onze<br />
opvattingen omtrent geestelijk bestaan aanpassen aan ons stoffelijk bestaan. Het scheppen<br />
b.v. van een beeld omtrent een hoogste en vormloze sfeer heeft weinig zin. Een<br />
Zomerlandsfeer, die voorstelbaar is als een land van schoonheid, is beter. Begrip voor de<br />
voortdurende veran<strong>der</strong>lijkheid van een <strong>der</strong>gelijke sfeer is goed. Kennis althans een<br />
omschrijvende kennis van de toestanden van an<strong>der</strong>e sferen is vaak zeer belangrijk, omdat<br />
deze kennis wanneer wij met die toestanden in contact komen het ons eenvoudiger maakt ze<br />
te aanvaarden. Maar wat wij niet mogen doen (on<strong>der</strong> geen enkel voorbehoud dus) is ons<br />
richten op een sfeer die wij niet kennen. Houd je bij je voorstellingen voor zover je kunt aan<br />
datgene, wat ook nog in gedachten te verwerken is.<br />
Controleer de voorstellingen niet aan de hand van verklaringen van an<strong>der</strong>en. U heeft een eigen<br />
wereld, een eigen reactie. Een volledige waarheid beseft u niet, ook niet al gaat het om een<br />
zomerland. Controleer echter wel of datgene, wat vanuit die wereld voor u kenbaar wordt als<br />
behorende tot de eigen wereld, klopt. Houd daarbij r<strong>ek</strong>ening met een groot percentage aan<br />
vergissingen en besef, dat alleen een volledige harmonie met een <strong>der</strong>gelijke sfeer die<br />
vergissingen zo goed als uitsluit. En dan blijft nog het element misvatting of vergissing door<br />
het verschil in waar<strong>der</strong>ing, dat in beide sferen bestaat.<br />
Ver<strong>der</strong>: Harmonie kan ook heel vaak worden uitgedrukt door stoffelijke handelingen. Wanneer<br />
deze harmonie op een voor het “ik” aanvaardbare wijze geuit kan worden, geeft zij heel vaak<br />
een versterking van sfeer. Deze sfeer kan door de esotericus gebruikt worden om een groter<br />
wereld besef voor zichzelf te realiseren. Dat kan net zo goed het beleefde gebaar zijn als het<br />
bloemetje voor de buurvrouw dat kan een vriendelijkheid zijn of een onmiddellijk ingrijpen in<br />
het leven van een an<strong>der</strong>. Al deze dingen hebben zin en bet<strong>ek</strong>enis, mits zij worden gebaseerd<br />
op het begrip van harmonie. Over harmoniserende factoren is ook in de af gelopen lessen<br />
reeds enigszins gesproken wij zullen daar ongetwijfeld.in het komende jaar nog sterker de<br />
nadruk op moeten leggen.<br />
En dan blijft ons alleen nog over de kwestie van: De doolhof, die mens heet. Wanneer ik nu<br />
zeg alleen nog, dan lijkt het alsof ik die kwestie onbelangrijk vind, maar dat is toch niet waar.<br />
De mens weet over het algemeen niet wat hij precies zelf is, wat hij wil en wat.hij kan. On<strong>der</strong><br />
pressie blijkt, dat hij meer kan en dat zijn wil sterker is, dan hij vermoedt. De gemiddelde<br />
prestatie van de mens in denken, in lichamelijke prestatie, in wilskracht ligt op 6/10 van het<br />
Terug en vooruit kijken<br />
179
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
totaal. Dat houdt in dat een mens, die alleen probeert om zijn eigen wilskracht, daadkracht en<br />
denkkracht ver<strong>der</strong> te ontwikkelen, daarmede reeds een grote voorsprong kan winnen. Echter<br />
zal de mens vele redenen vinden om juist dit niet te doen. Het is voor hem tenslotte de<br />
gemakzucht al dan niet erkend die hem vasthoudt in zijn huidige vorm van leven.<br />
Wanneer de mens denkt progressief te zijn, dan is hij zelfs in zijn progressiviteit te allen tijde<br />
conservatief. Hij kent een betr<strong>ek</strong>kelijk kleine periode van vernieuwing, die hoofdzakelijk zijn<br />
basis vindt in de Sturm und Drangperiode. Daarna blijft hij conservatief. Hij blijft het<br />
bestaande ver<strong>der</strong> ontwikkelen en tracht het tegen elke ver<strong>der</strong>e vernieuwing of invloed te<br />
verdedigen. Veran<strong>der</strong>ingen van fase tot fase in het leven zijn dan ook geen vernieuwing maar<br />
slechts een an<strong>der</strong>e wijze om hetzelfde uit te drukken. Begrijp het wel u bent á priori conservatief.<br />
Een groot gedeelte van uw denken en uw gedachteleven zal dan ook niet gebaseerd zijn<br />
op vooruitgang, zoals u denkt, maar zal juist gebaseerd zijn op het vinden van een redelijke en<br />
aanvaardbare verklaring voor het behouden van het oude. Dit wetende wordt het voor u<br />
verklaarbaar<strong>der</strong> waarom u terugvalt op bepaalde religieuze elementen, waarom u zich<br />
vastgrijpt aan bepaalde wetenschappelijke elementen misschien. Deze behoren b.v. tot uw<br />
jeugdbelangstelling, ook wanneer u er toen niet voldoende tijd voor had. U hebt uw<br />
waar<strong>der</strong>ing daarvoor in een ververleden reeds vastgelegd.<br />
Wanneer je dit begrijpt, dan wordt het gemakkelijker om ver<strong>der</strong> te denken. Nu weet je dus dat<br />
je teruggrijpt naar het verleden en dat je dus alleen iets ontwikkelt. Ik geloof dat de mens het<br />
ontwikkelen van hetgeen hij in de jeugd als impressie heeft opgedaan en laten we dat nu niet<br />
te kort nemen, maar laten we zeggen dat dit voor de doorsnee mens ligt tussen de 12 en 25<br />
jaar als een taak moet zien. De elementen, die in de stof de basis vormen, waaraan elke<br />
ervaring wordt getoetst en volgens welke elke ervaring wordt gewaardeerd, dienen te worden<br />
afgewerkt als een geheel. Wij moeten de strijdigheden die, daarin bestaan zoveel mogelijk<br />
verdrijven, wij moet dus in onszelf een geheel worden en wij moeten gelijktijdig zon<strong>der</strong><br />
an<strong>der</strong>en deze beschouwing of deze idee te willen opleggen die idee toch in de wereld weten uit<br />
te dragen.<br />
Dit is nog materialistisch, dat weet ik wel, maar toch is dit materialistische het begin van onze<br />
tocht door de doolhof. Want slechts de mens die iets begrijpt van zijn eigen denkprocessen, de<br />
mens die een klein beetje idee heeft van de basis van zijn leven en ook van de taak, die hij<br />
daarin voor zichzelf heeft gevonden, kan immers doordringen tot de geestelijke voertuigen<br />
zon<strong>der</strong> voortdurend misleid te worden.<br />
De astrale wereld, in zoverre ze voor u kenbaar is en bestaat en in zoverre ze z<strong>ek</strong>er in u als<br />
voertuig is geuit, sluit onmiddellijk aan bij hetgeen ik hier gezegd heb. Ook zij is dus in een<br />
bepaalde periode gevormd en alle schrikbeelden, angstbeelden, beelden van verrukking en<br />
openbaring die zij kan voortbrengen, evenzeer als de krachton die zij manifesteert, zijn uit<br />
deze periode afkomstig. Het is juist de jonge mens, die op de astrale materie een zeer grote<br />
en vormende invloed heeft. Beelden, die hij - met zichzelve geassocieerd - in die dagen<br />
schept, blijven praktisch het gehele leven bestaan en wijzigen zich in verhouding weinig het<br />
astrale met zijn demonen, zijn geesten, zijn angst en schrikbeelden, gelijktijdig echter ook met<br />
zijn beloften van bereiking en wijsheid, wordt ook nu weer begrijpelijk. Wij hebben immers een<br />
basis, die in de materie kenbaar is. Hierin ligt dan ook de sleutel voor onze overwinning van de<br />
astrale belemmeringen, hierin ligt de sleutel van de poort. De wachter aan de poort is voor de<br />
doorsneemens z<strong>ek</strong>er in zijn huidige fase astraal.<br />
Doordringen tot de lichte wereld in ons bet<strong>ek</strong>ent doordringen tot een wereld van dromen. In<br />
vergelijking tot de Zomerlandsfeer en het voertuig, dat daartoe speciaal behoort, draagt de<br />
mens in zichzelf een deel dat droomt, dat idealiseert. Zoals zomerland een wereld is, waar in<br />
de perfecte opvatting van schoonheid zo harmonisch mogelijk steeds weer door allen wordt<br />
uitgedrukt en in vorm g<strong>ek</strong>end, zo heeft de mens in zich een wereld, waarin hij dus dromen<br />
bouwt, die hem de volmaakte wereld maar ook het volmaakte beeld van zichzelf tonen. Wij<br />
dienen te beseffen dat deze dromen niet alleen maar bedrog zijn, maar dat zij op een bepaald<br />
niveau werkelijkheid zijn. Wij dienen ver<strong>der</strong> te begrijpen dat deze dromen zeer z<strong>ek</strong>er mede<br />
motieven zijn voor onze stoffelijke reactie, dat zij stimulantia bet<strong>ek</strong>enen voor ons in meer<br />
stoffelijke zin. De band, die ook hier bestaat maakt het mogelijk ook deze wereld esoterisch te<br />
180<br />
Terug en vooruit kijken
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
begrijpen en te betreden. Daarmede is het voor de doorsnee esotericus dus mogelijk zon<strong>der</strong><br />
meer het vormcomplex te beseffen.<br />
Een stap ver<strong>der</strong>gaande komt de mens dan tot het begrip van de bezieling van het Al. Dit is niet<br />
een pantheïsme zon<strong>der</strong> meer, maar een monotheïsme, waarbij dus sprake is van één Godheid,<br />
waarbij die Godheid echter alomtegenwoordig wordt gezien. In deze alomtegenwoordigheid<br />
erkent de mens voortdurend de taal Gods in alle dingen rond zich. Dit voert tot het duiden van<br />
t<strong>ek</strong>enen, het geloof aan voort<strong>ek</strong>enen e.d., en op deze wijze mits men zich hier niet door<br />
stoffelijke ervaringen teveel laat beïnvloeden kan het contact met God worden gevonden, dat<br />
enerzijds innerlijk wordt ervaren, an<strong>der</strong>zijds in de wereld wordt bevestigd.<br />
Niet alle mensen bereiken deze fase. Hier is nog steeds sprake van mengelingen van stof en<br />
geest. Er is geen zuiver geestelijke, innerlijke weg of bena<strong>der</strong>ing tot nu toe. Pas wanneer het<br />
begrip van eenheid met God en daarbij het geloof in de mens tot een sterk en albeheersend<br />
iets is geworden, kunnen de volgende schreden op het zuiver geestelijk pad worden afgelegd.<br />
En hierbij geldt voor de mens weer: Bedenk, dat geloof niet dogmatisch mag zijn, Geloof moet<br />
zijn gebaseerd op de goddelijke realiteit, zoals wij die ervaren en zien. Zij moet zich<br />
voortdurend aan die waarheid kunnen aanpassen. Zij moet echter een volledig vertrouwen en<br />
een volledige innerlijke z<strong>ek</strong>erheid zijn. Met dit geloof kunnen wij doordringen tot de lichten<strong>der</strong><br />
delen van ons wezen, waarin dan volgens onze eigen geaardheid een ver<strong>der</strong>e ontplooiing<br />
mogelijk is. Voor de meesten, die in de stof verkeren, begint deze ontplooiing pas na enige tijd<br />
in de vormkennende wereld van de sferen.<br />
U ziet, hier heb ik ook nog het een en an<strong>der</strong> gezegd, wat wel belangrijk en interessant is. Ik ga<br />
nu zo langzamerhand mijn bijdrage besluiten. Mag ik u echter allen tezamen verzo<strong>ek</strong>en om<br />
altijd, wanneer u spre<strong>ek</strong>t of denkt over esoterie, deze te binden met het begrip God en dit<br />
begrip God niet te sterk te definiëren. Op an<strong>der</strong>e wijze is n.l. een bewustwording voor de mens<br />
niet mogelijk. Ongeacht zijn redelijk staan tegenover een eventuele Godheid is hij in zich<br />
afhankelijk van hogere krachten. Hij is vanaf de oudste tijd en gebonden geweest aan<br />
geestelijke lei<strong>der</strong>s, aan meesters, zich openbarende goden, profeten, stemmen en wat dies<br />
meer zij. Ook de hedendaagse mens kan het niet stellen zon<strong>der</strong> een goddelijke leiding. Deze<br />
leiding á priori te zo<strong>ek</strong>en voert tot zelfmisleiding. Maar esoterie te bedrijven zon<strong>der</strong> daarbij<br />
allereerst steeds weer te erkennen, dat de goddelijke kracht u voert en beroert, bet<strong>ek</strong>ent te<br />
zeer betrouwen op jezelf en daardoor het gevaar voor zelfmisleiding vergroten.<br />
Vrienden, dat was een samenvatting van veel wat reeds gezegd was en een aanvulling op<br />
an<strong>der</strong>e punten. Het is tevens de laatste les van dit verenigingsjaar. Wij hopen dat degenen<br />
on<strong>der</strong> u, die het afgelopen jaar als vruchtbaar hebben ervaren en in staat zijn ook ver<strong>der</strong> de<br />
bijeen komsten bij te wonen, dit zullen doen. Degenen, die menen dat zij te weinig begrepen<br />
hebben, zou ik de raad willen geven: Zo<strong>ek</strong> eerst een eenvoudige <strong>cursus</strong>. Het prestige alleen is<br />
niet voldoende om geestelijk ver<strong>der</strong> te komen. En tenslotte ook onzerzijds dank voor het<br />
gehoor en onverschillig, hoe u ver<strong>der</strong> gaat de beste wensen op uw pad naar innerlijke<br />
waarheid. Goedenavond.<br />
o-o-o-o-o<br />
Tweede gedeelte<br />
KOSMISCHE FILOSOFIE<br />
Elke filosofie, die ver genoeg ontwikkeld wordt om te ontgroeien aan haar oorsprong en aard<br />
kan kosmisch zijn. An<strong>der</strong>s gezegd voor de mens is een kosmische bena<strong>der</strong>ing alleen mogelijk<br />
vanuit zijn eigen geaardheid en zijn eigen methode van denken. De oosterse filosofie is<br />
gebaseerd op de gedachte aan voortdurende wisseling van levens, aan de wetten die daarbij<br />
Terug en vooruit kijken<br />
181
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
regeren en ze heeft symbolisch getracht de hiërarchie van goddelijke wezens die bestaat uit te<br />
drukken. Wanneer je bepaalde kerkva<strong>der</strong>s leest, ik denk aan Augustinus maar ook aan<br />
Ambrosius dan vinden wij daar in z<strong>ek</strong>er zin hetzelfde. Het verschil tussen westerse en oosterse<br />
filosofie ligt dan ook hoofdzakelijk in de nadruk die men legt op de dood en de bet<strong>ek</strong>enis<br />
daarvan. Een kosmische filosofie echter zou een filosofie moeten zijn, die voor alle dingen<br />
gelijkelijk passend is, die in haar denkwijze stellingen ontwikkelt, die voor alles gelijkelijk<br />
geldend zijn. En dat is alleen mogelijk wanneer je ontkomt aan het menselijke.<br />
Om het nu heel eenvoudig te zeggen: een mens kan nooit volledig kosmisch denken, omdat hij<br />
mens zijnde aan de beperkingen van het mens-zijn gebonden blijft. Als je dat b<strong>ek</strong><strong>ek</strong>en hebt,<br />
dan is het begrip heel eenvoudig: Werkelijke kosmische filosofie vinden we alleen daar, waar<br />
het menselijk element zoveel mogelijk buiten beschouwing wordt gelaten en alleen eventueel<br />
gebruikt wordt ter omschrijving van bepaalde ideeën, die op zichzelf dus niet door de mens<br />
begrensd zijn.<br />
Als ik u voorbeelden van kosmische filosofie moet noemen, dan kan ik daarbij teruggrijpen op<br />
een <strong>cursus</strong>, die wij hebben gegeven over het Goddelijke. Daarin vindt u - zij het niet in elk<br />
on<strong>der</strong>werp - evenzeer elementen van kosmische filosofie. Vergis u niet, u zult geneigd zijn te<br />
zeggen: wij moeten kosmisch denken. Maar dat kunt u niet. U bent mens. Denk als mens zo<br />
goed als je als mens kunt denken en probeer in je denken zover te komen, dat je elk verschil<br />
tussen mens en mens uit schakelt. Wanneer je vandaar dan ook nog kunt komen tot een<br />
gelijkwaardige aanvaarding van al het levende ongeacht zijn vorm, gestalte of uiting dan ben<br />
je al een heel eind ver<strong>der</strong>. Maar dit laatste is in de theorie veel gemakkelijker dan in de<br />
praktijk. Zou men dat hebben, dan heeft men daar de basis gevonden, van waaruit een<br />
kosmische filosofie kan worden opgebouwd...<br />
Je bent toch verbonden met alles wat er bestaat, of het nu een muis is of een kakkerlak.<br />
Het is allemaal leven en heeft allemaal zin.<br />
Dat ben ik volkomen met u eens. Maar als u een rat in uw bed vindt, dan denkt u niet aan<br />
hetgeen u verbindt. Dat kunt u nog niet aanvoelen. Pas op het ogenblik dat u die eenheid<br />
uitdrukt, zoals b.v. in sommige legenden door heiligen wordt gedaan, die met draken aan een<br />
halsbandje lopen, wolven b<strong>ek</strong>eren, tegen vissen pr<strong>ek</strong>en enz., die met leeuwen op stap gaan of<br />
die er een paar tamme beren op nahouden, die voor ie<strong>der</strong> an<strong>der</strong> wild zijn, die, hebben daar<br />
althans in symbool aangeduid iets van die kosmische werkelijk uitgedrukt. Een van de beste<br />
voorbeelden is misschien een verhaal van een heilige uit de Hindoe-leer. Deze heilige was<br />
zozeer een met alle dingen, dat hij vlak langs een cobra heenstapte, die gereed was om te<br />
slaan. Hij ging geen millimeter opzij, ging rustig ver<strong>der</strong> en het dier i.p.v. te slaan groette hem<br />
(dus trok wel achteruit maar sloeg niet toe), rolde zich weer rustig op en ging ver<strong>der</strong> met<br />
zonnen. Daar heb je dus het idee van iemand, die absoluut geen angst kent voor an<strong>der</strong> leven,<br />
het begrijpt en daardoor de eenheid ook praktisch tot uiting kan brengen. Maar ja, aangezien<br />
uzelf zover niet komt. Ach, laten we eerlijk zijn: Als u een vlo hebt, zegt u dan: Hier heb ik een<br />
stukje van dat geheimzinnige leven, of grijpt u naar de D.D.T.? En zolang dus deze<br />
uitzon<strong>der</strong>ingstoestand blijft bestaan, waarbij je de eenheid niet voldoende gevoelt om die<br />
volledig tot uitdrukking te brengen, ben je nog niet zover dat je kosmisch kunt denken.<br />
Ongeacht het feit dat je erkent dat het zo is, zul je het ook nog moeten beleven.<br />
In een bo<strong>ek</strong> van Brunton wordt iets <strong>der</strong>gelijks genoemd. Wordt dit daar bereikt door alleen<br />
binnen de invloed van de Haharisji te gaan zitten?<br />
In z<strong>ek</strong>ere zin. Want als je daarbij gaat zitten, dan is het niet de bedoeling dat je alleen maar<br />
zit, maar dat je a.h.w, zijn sfeer en zijn gedachten on<strong>der</strong>gaat en daarin voor jezelf ontwaakt<br />
tot een nieuw bewustzijn. Als je dat krijgt, ja, dan is dat mogelijk. Het gaat hier niet over de<br />
uiterlijke methode, maar over hetgeen je innerlijk doet. U moet niet vergeten dat een van de<br />
meest geliefde methoden van het oosten is het mediteren met een meester waarbij jezelf<br />
mediteert en de meester mediteert, maar de meester je eigen meditatie a.h.w. geestelijk<br />
corrigeert. Het is zoiets als huiswerk maken, maar dan geestelijk.<br />
2e on<strong>der</strong>werp<br />
182<br />
Terug en vooruit kijken
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
SUGGESTIE<br />
Suggestie is gebaseerd op een sterkere persoonlijkheid, die een zwakkere persoonlijkheid<br />
beïnvloedt. Deze sterkte kan in vele verschillende waarden gelegen zijn. Wij zien b.v. de mens,<br />
die door zijn imponerend optreden een an<strong>der</strong> beïnvloedt. Menig oplichter is b.v. een goed<br />
suggestor, want hij suggereert u dat hij eerlijk is, terwijl hij vaak dit zeer kennelijk niet is. Zo<br />
kennen wij in de suggestie ook veel an<strong>der</strong>e factoren als b.v. een optreden dat suggestief is.<br />
Dus het scheppen van een re<strong>ek</strong>s van invloeden, die de mens zodanig on<strong>der</strong> de indruk daarvan<br />
brengen, dat hij zich on<strong>der</strong>werpt.<br />
Geestelijk gezien echter is het wat an<strong>der</strong>s. Wanneer men geestelijk sterker is dan een an<strong>der</strong>,<br />
dan kan men die an<strong>der</strong> al is het maar voor een kort ogenblik dwingen om a.h.w. met uw eigen<br />
ogen te kijken. Men kan dus het standpunt van die an<strong>der</strong> tijdelijk overeenbrengen met het<br />
eigene. Wat suggestie en zelfsuggestie betreft Op het ogenblik dat ik mijzelve zo sterk<br />
voorhoud dat ik slechts geestelijk denk, dat ik hierin volledig geloof, zal ik alleen geestelijk<br />
denken.<br />
Het gebruik van suggestieve waarden is natuurlijk on<strong>der</strong>hevig aan een z<strong>ek</strong>er vakmanschap.<br />
Niet ie<strong>der</strong>een kan evengoed suggereren. Wat dat betreft kunnen wij er vaak heel veel mee<br />
doen. Door de manier van optreden, de manier van werken kunnen wij u iets suggereren,<br />
waardoor u geestelijke invloeden on<strong>der</strong>gaat, die u an<strong>der</strong>s eenvoudig langs uw koude kleren<br />
zou laten aflopen. Ook dat is een vorm van suggestie. Wanneer wij een voorbeeld moeten<br />
geven van iemand, die daar zeer wel in thuis is de entiteit, die u kent als het pastoortje. Deze<br />
is een suggestor par excellence, waar hij uiteindelijk niets bijzon<strong>der</strong>s zegt, maar in u een<br />
stemming doet ontstaan, die gelijk is aan zijn eigen goedwillendheid tegenover de wereld en u<br />
daardoor een gevoel van goedheid geeft, dat u niet alleen ontroert, maar dat u ook in die<br />
goedheid ver<strong>der</strong> doet gaan. Deze doet dit althans enigermate bewust. Een an<strong>der</strong> voorbeeld<br />
hebt u ook hier kunnen meemaken en zelfs ook in een an<strong>der</strong>e kring, n.l. een spr<strong>ek</strong>er, die zelve<br />
geestelijk zo hoog staat, dat zijn eigen persoonlijkheid uw persoonlijk zijn zozeer<br />
overschaduwt, dat u zijn waarden on<strong>der</strong>gaat, onafhankelijk ook weer van het gesproken<br />
woord. Hier hebt u dan twee voorbeelden van het gebruik van suggestie, zoals wij dat kennen,<br />
die onmiddellijk kunnen worden aangehaald.<br />
Ver<strong>der</strong> kan het opbouwen van je eigen persoonlijkheid in de ogen van een an<strong>der</strong> b.v. op<br />
suggestie berusten. Iemand wil zijn hart bij u uitstorten en u merkt dat dit niet helemaal gaat.<br />
Wat begint u te doen? U begint die mens te suggereren, dat het uw volste belangstelling heeft<br />
en dat u meeleeft, ook al interesseert het u eigenlijk geen jota. U gaat die mens ver<strong>der</strong><br />
suggereren dat hij bij u z<strong>ek</strong>erheid, zwijgzaamheid en alles vindt waaraan hij op dat ogenblik<br />
behoefte heeft, zodat hij daardoor in een stemming komt van vertrouwelijkheid, die voor u op<br />
dat ogenblik gewenst is, omdat u an<strong>der</strong>s die mens niet helpen kunt, maar die vanuit uw<br />
persoonlijk standpunt gezien ver<strong>der</strong> weinig zin heeft. Het is alleen een middel om te helpen het<br />
is dus geen feitelijke toestand. Ook weer suggestie. Suggestie die ten goede wordt gebruikt<br />
om een medemens an<strong>der</strong>e schepselen althans in een toestand van beter bewustzijn of grotere<br />
innerlijke rust te brengen dan zij zich bevinden.<br />
De vorige maal zijn de waarden besproken, die in de verschillende sferen t.o.v. snelheid,<br />
tijd en massa enz. bestaan. Zijn die in verband te brengen met de leer van Einstein?<br />
Wanneer de snelheid oneindig wordt, wordt de massa oneindig en daarom neemt men aan dat<br />
men de lichtsnelheid niet kan overschrijden, omdat daarbij de massa zodanig groot is<br />
geworden, dat geen ver<strong>der</strong>e aandrijving te vinden is. Dat is tenminste de conclusie, die vanuit<br />
Einstein wordt getrokken. Er is tussen beide beschouwingen een z<strong>ek</strong>ere congruentie maar ook<br />
een z<strong>ek</strong>er verschil. De leer die u de vorige maal hebt gehoord is gebaseerd op het volgende:<br />
Elk verschijnsel, dat in het heelal bestaat ongeacht waar, in welke sfeer of hoe is in zijn wezen<br />
kracht, dus energie. Die energie uit zich in verschillende vormen. Maar wanneer energie een<br />
bepaalde trilling overschrijdt, zet zij zich om in een an<strong>der</strong>e vorm van energie. Er is dus sprake<br />
Terug en vooruit kijken<br />
183
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
van transformatie en in zoverre van congruentie. Gesteld nu ver<strong>der</strong>, dat het wezen veran<strong>der</strong>d<br />
kan worden, dan bet<strong>ek</strong>ent dat, dat de wetmatigheden, die voor dat wezen gelden, evenzeer<br />
veran<strong>der</strong>en. Het is a.h.w. een formule, waarbij de waarden veran<strong>der</strong>en. Neem een 3 letter<br />
formule a = e : r. Dan kunnen wij dat gaan omzetten en dan zeggen wij: r x a = enz. Wij<br />
kunnen al deze omzettingen maken en daarop berust het geheel. Op het ogenblik dat wij ons<br />
realiseren, dat tijd, beweging en massa in feite drie gelijke waarden zijn, die als verschijnsel<br />
on<strong>der</strong>ling vergelijkbaar en hanteerbaar zijn, dan komen wij vanzelf tot de stellingen, die er dus<br />
gebouwd zijn omtrent de sferen. De bedoeling was hierbij in de eerste plaats om een overzicht<br />
te geven o.a. van het tijdselement, zoals dat optreedt in de sferen, wat voor een mens an<strong>der</strong>s<br />
moeilijk te begrijpen is. In de tweede plaats om duidelijk te maken hoe bevoertuiging dus kan<br />
worden omgesteld in an<strong>der</strong>e waarden. Het heelal bestaat uit twee t.o.v. elkaar bewegende<br />
velden. In de kruising dier velden ontstaat een ontlading van energie. Deze ontlading van<br />
energie geeft beweging. Een te grote snelheid van beweging geeft massa. Massa, die een<br />
beweging heeft binnen een bewegend Al, kent daardoor een verschuiving t.o.v. dit Al, dat de<br />
tijdsfactor bepaalt. Daarop komt het neer.<br />
Einstein heeft dat aangevoeld en heeft het voor het heelal zoals wij dat kennen in<br />
eenvoudige formules vastgelegd. Mijn vraag bedoelde: Is er enige congruentie tussen<br />
hetgeen hij gedaan heeft t.o.v. wat in verschillende sferen geschiedt (wat een feit is) en<br />
wat hij ontd<strong>ek</strong>t heeft hier voor de wereld,<br />
Uit hetgeen ik gezegd heb, waarde vriend, ble<strong>ek</strong> dat er tot op z<strong>ek</strong>ere hoogte van congruentie<br />
sprake is, n.l., waar het gaat om het erkennen van toestanden, die dus materieel uitgedrukt<br />
kunnen worden. Op het ogenblik dat wij gaan spr<strong>ek</strong>en over sferen, blijven diezelfde waarden<br />
wel gelden, maar in een an<strong>der</strong>e verhouding. Dat houdt in dat wat Einstein dus niet kan<br />
ber<strong>ek</strong>enen, door een omzetting van zijn formules ber<strong>ek</strong>enbaar zou worden bij een voldoende<br />
kennen van de toestanden in een an<strong>der</strong>e sfeer.<br />
Wat wordt in de vorige les bedoeld met: Het heden is voor mij een volledige<br />
persoonlijkheidsuiting.<br />
Dat houdt in, dat in: wat ik nu ben kosmisch gezien het totaal van het verleden en het totaal<br />
van de to<strong>ek</strong>omst aanwezig is. Op het ogenblik dat ik dit bevat is dus het heden ongeacht de<br />
vorm, waarin ik mij uit in dit heden voor mij een uiting van de volledige persoonlijkheid, die ik<br />
kosmisch ben.<br />
Maar dat wordt toch zeer gebr<strong>ek</strong>kig en onbeholpen geuit.<br />
Voor een mens is dat misschien wat moeilijker. Laten we het dan heel eenvoudig beredeneren.<br />
U hebt voordat u in dit leven kwam meer<strong>der</strong>e levens achter de rug. In die tussentijd hebt u nu<br />
an<strong>der</strong>e geestelijke fasen doorgemaakt. U hebt in ie<strong>der</strong> geval nog allerhande geestelijke fasen<br />
voor de boeg en misschien ook nog stoffelijke. Nu moet u één ding goed onthouden: U bent<br />
een wezen, dat an sich buiten de tijd staat. U bent. U bent eeuwig. U bent geschapen met alles<br />
wat u ooit zult doormaken of zijn tegelijk in één wezen, een persoonlijkheid. Dat moet u<br />
onthouden. Nu gaat u op dit ogenblik handelen. Dan bent u zich misschien van dat verleden<br />
niet bewust, maar alles, wat in dat verleden belangrijk was, wordt in het heden mee<br />
uitgedrukt. Dat kunt u toch begrijpen, nietwaar? Maar ook alles wat in de to<strong>ek</strong>omst ligt (wat<br />
deel is van uw wezen dus, ongeacht de manier waarop u het later beleven zult, want die kunt<br />
uzelf nog kiezen) wordt nu al bepaald. Er is dus sprake van een z<strong>ek</strong>ere voorbestemming. Niet<br />
in de zin van: je zult dit of dat precies moeten beleven. Maar in de zin van: je zult deze<br />
hoofdfasen doormaken en daar bij tot die eindfase komen. Dat kunt u ook volgen? Zo is dus<br />
het heden in feite een uitdrukking van de hele persoonlijkheid en ook niet onbeholpen. Het is<br />
alleen zo, dat men in het heden slechts moeilijk beseft hoe men het geheel uit. Want elk<br />
moment in de tijd of dat nu menselijk is of an<strong>der</strong>s is een uiting van de gehele en eeuwige<br />
persoonlijkheid, in overeenstemming met dat gehele wezen en krachtens zijn consequenties<br />
een doel van de eeuwige banden, die met alle an<strong>der</strong>e delen van de kosmos bestaan.<br />
Ben je je dit als mens dan enigszins bewust?<br />
Je kunt je als mens daarvan enigszins bewust worden en dat begint met de vaststelling van<br />
het feit. Wanneer een spr<strong>ek</strong>er dus zegt: Ik ben mij in het heden van een volkomen<br />
persoonlijkheidsuiting bewust, dan bedoelt hij daarmee: Ik heb in mijzelf dit verleden erkend,<br />
184<br />
Terug en vooruit kijken
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
ik weet wat mijn weg is, (ik weet dus mijn doel in de to<strong>ek</strong>omst) en ik weet, dat alles wat ik in<br />
het heden doe een uitdrukking is van deze beide waarden, maar ook van het geheel.<br />
Dan is dus elk moment volmaakt?<br />
Dit is vanuit God ofwel vanuit een volledig kosmisch bewustzijn in<strong>der</strong>daad juist. Op zich is elk<br />
moment volmaakt, bezien vanuit de eeuwigheid, omdat het daar volledig past in het eeuwig en<br />
volmaakte scheppingsprincipe. Maar voor degene, die het op zichzelf ervaart, bestaan er<br />
contrasten. Laten we maar een heel eenvoudig voorbeeld nemen. U hebt een heel groot<br />
schil<strong>der</strong>stuk. Er loopt en vlieg overheen. Die vlieg ziet niet de voorstelling. Zij merkt op: nu<br />
loop ik over bruin. Hé, wat is dat een kleverige verf. En nu is het weer glad. En nu loop ik op<br />
blauw. Zij reageert daar misschien met haar gevoelens op. Maar wanneer je eenmaal beseft,<br />
dat de hele weg die de vlieg aflegt het schil<strong>der</strong>ij is, dan zeg je dat elke kleur toch op zijn plaats<br />
staat. Volgens deze vergelijking gesproken moet je dus het geheel van je zijn kunnen beseffen<br />
om in elke fase tevens de volmaaktheid te vinden zo als een kunstkenner in het beschouwen<br />
b.v. van een Rembrandt of een Hals de persoonlijke toets van de schil<strong>der</strong> vindt in een enkele<br />
penseelstre<strong>ek</strong> en vol bewon<strong>der</strong>ing staat voor de deskundige wijze, waarop juist die enkele<br />
penseelstre<strong>ek</strong> is aangebracht, beseffende hoe dit de waarde van het geheel verhoogt. Maar<br />
degene, die de penseelstre<strong>ek</strong> op zichzelf ziet, vindt haar misschien zinloos of zelfs lelijk.<br />
Waarschijnlijk heeft degen, die de penseelstre<strong>ek</strong> zette, niet geweten wat het bet<strong>ek</strong>ende in<br />
het geheel.<br />
Daarmee ben ik het nog niet eens. Hij heeft de penseelstre<strong>ek</strong> als zodanig niet beredeneerd.<br />
Wanneer u dit bedoelt hebt u gelijk. Maar hij heeft haar in zijn gevoel en zijn scheppingsdrang<br />
precies zo gezet, dat zij de volledige uiting was van zijn persoonlijkheid en tevens harmonisch<br />
in het geheel van de voorstelling, die hij schiep.<br />
Is dat ook de oplossing van de strijdvraag, die er bestaat of de schepping zich voortdurend<br />
herhaalt of dat dit in eenmaal gebeurd is?<br />
Er is een volmaaktheid en die volmaaktheid wordt voortdurend geuit. Maar de delen, die zich<br />
van de volmaaktheid niet bewust zijn, kunnen haar voortdurend an<strong>der</strong>s ervaren.<br />
Er is de vorige maal ook gezegd: Elke ware geestelijke bereiking openbaart zich tweeledig<br />
in een innerlijk bewustzijn en in een uiterlijke waarheid. Hebt u van het tweede een<br />
voorbeeld?<br />
U hebt voortdurend door en bepaalde straat gelopen of u hebt voortdurend door een bepaald<br />
park gelopen en dat is heel gewoon. Nu bent u zich geestelijk van iets bewust geworden u<br />
loopt er weer doorheen en wat ziet u plotseling? U ziet dat het an<strong>der</strong>s is geworden. Wat u<br />
eerst normaal le<strong>ek</strong> in die straat is plotseling hier en daar lelijk geworden en het an<strong>der</strong>e heeft<br />
een nieuwe adel g<strong>ek</strong>regen. In dat park hebt u plotseling iets gezien van een schoonheid, die u<br />
nooit vermoed hebt. U ziet de wereld opnieuw. Dat is het meest eenvoudige voorbeeld, dat ik<br />
u kan geven. Daarnaast natuurlijk kan het ook zijn, als je ver<strong>der</strong> komt je gaat hel<strong>der</strong>ziende<br />
waarnemingen doen, je krijgt contact met geestelijke dingen al besef je ze nog niet volledig, je<br />
ziet voortdurend manifestaties. Dat kan bij wijze van spr<strong>ek</strong>en net zo goed een deur zijn, die<br />
ineens dichtklapt of een bloemenvaas, die op je hoofd wordt omg<strong>ek</strong>eerd om het eens heel raar<br />
te zeggen als het vinden van een steen, die je gegeven wordt of iets <strong>der</strong>gelijks. Dat is dus niet<br />
te bepalen, dat ligt aan de persoon zelf. En dat is ook in overeen stemming met de persoon.<br />
Maar in het paranormale krijgen we dus ook fenomenen, die stoffelijk kenbaar zijn.<br />
Hebben ze zin?<br />
Die verschijnselen? Over het algemeen weinig of niet. Ze zijn n.l. een verschijnsel, dat pas zin<br />
krijgt wanneer je het geheel van de werking beseft. Wanneer je van een echo-roep alleen het<br />
laatste deel hoort, dan hebben die woorden geen zin maar weet je welke zin is geroepen, dan<br />
voel je de weerkaatsing daarin. En zo is het met vele paranormale verschijnselen. Zij<br />
weerkaatsen iets, wat in ons ontstaan is of wat van ons uitgaat. Maar omdat we de hele zin<br />
niet meer weten daar wij heel vaak niet eens weten wat er precies in ons gebeurd is lijkt ons<br />
het paranormale gebeuren op zo’n ogenblik zinloos. Het is dat niet, maar het is een staartstuk,<br />
een kleine weerkaatsing van iets, waar wij eigen lijk nog niet eens bewust van zijn.<br />
Terug en vooruit kijken<br />
185
186<br />
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
Zie je het later wel in?<br />
Er komt een ogenblik dat u de zin daarvan u realiseert, maar meest al bent u zich dan ook van<br />
uw innerlijke bewustwording volledig bewust geworden. En dat houdt weer in, dat u een<br />
ver<strong>der</strong>e bewustwording begonnen bent. Op het ogenblik dat een bewustwording bereikt is,<br />
realiseer je je haar meestal niet. Het is net als wanneer je een berg op gaat. Het lijkt of je niet<br />
opschiet, totdat je naar beneden kijkt.<br />
Er is ook gezegd, dat wanneer wij beslissingen nemen on<strong>der</strong> invloed van een herinnering of<br />
door een terugzien, dit fout is en dat wij beslissingen moeten nemen on<strong>der</strong> de condities<br />
van het heden. Maar zolang er zo’n herinnering is, is dan het ervarene niet volledig<br />
verwerkt?<br />
Wat u daar stelt is niet juist. De herinnering van het verleden is een ervaringsbeeld. Haar wat<br />
doen wij nu? Niet alleen dat wij on<strong>der</strong> bewust want dat doen wij altijd het herinneringsbeeld<br />
mee associëren in onze reactie op het heden, maar wij gaan voor onszelf nog steeds een reden<br />
zo<strong>ek</strong>en, om die herinnering daar sterker mee in verband te brengen. Het gevolg is, dat wij<br />
onze eigen reactie gaan verdraaien, gaan vert<strong>ek</strong>enen. En dan komen wij dus tot handelingen,<br />
die voor onszelf niet meer volledig aanvaardbaar zijn, maar die wij omwille van de herinnering<br />
zo stellen met het gevolg dat de consequenties daarvan ons meestal wat koud op het lijf<br />
vallen, omdat wij ons daar heel iets an<strong>der</strong>s van hadden voorgesteld. Dan keren wij dus terug<br />
op het door ons genomen besluit en zitten dan pas goed in wat men de puree pleegt te<br />
noemen.<br />
Wanneer wij een ervaring volkomen verwerkt hebben, zodat die verknoopt is met ons<br />
wezen, dan kunnen wij dus het feit op zichzelf vergeten.<br />
Wij kunnen het doen. Maar wij zullen het over het algemeen niet doen, omdat elk deel van<br />
beleving, dat belangrijk is geweest in de vorming van ons bewustzijn, in ons is vastgelegd en<br />
als zodanig tevens herinnering is, zodat te allen tijde dat in ons leven meetelt (want het is<br />
verknoopt met ons wezen), maar het beeld ook eventueel terug te roepen is. Ook wanneer dat<br />
niet een onmiddellijk toegankelijke herinnering is.<br />
Dat kan dus toch wel?<br />
Dat kan altijd en dat is ook zo.<br />
Maar is het nodig?<br />
Ja, natuurlijk. Om jezelf te kennen moet je weten wat je bent.<br />
Maar ook als de gevolgen van dit feit zodanig in je opgenomen zijn, dat net een<br />
automatisch reageren wordt, dat net niet meer rationeel wordt uitgewerkt?<br />
Dan is er toch voor onszelf de behoefte aan de herinnering. Het klinkt misschien erg vreemd<br />
dat ik dit zeg, maar voor de meesten van ons - ook in de geest - nog zijn bepaalde<br />
herinneringen tevens zelf rechtvaardigingen. Wij rechtvaardigen ons in de herinnering. Wij zijn<br />
dus nog niet tot een zo totale Godsaanvaarding g<strong>ek</strong>omen, dat wij daarvan afstand kunnen<br />
doen. En als zodanig is die herinnering voor ons een behoefte. Zij verklaart de zin van ons<br />
leven.<br />
Maar het kan toch ook als een struikelblok werken?<br />
Het kan een struikelblok zijn. Maar wanneer wij leren de sentimenten, die met de herinnering<br />
gepaard plegen te gaan, terzijde te zetten, dan zijn wij al een heel eind ver<strong>der</strong>. Want dan zal<br />
de herinnering ons niet meer onmiddellijk beïnvloeden. Dan zal ze alleen als ervaringswaarde<br />
mee een rol spelen en dat is geoorloofd.<br />
DE STEEN DER WIJZEN<br />
Ik heb gezocht naar wijsheid, maar bovenal naar dat, wat mij wijsheid geeft zon<strong>der</strong> haar te<br />
zo<strong>ek</strong>en. Steen <strong>der</strong> wijzen, panaceum dat alle kwalen verdrijft, won<strong>der</strong>middel waarin alle kennis<br />
vereend is. En de mens geloofde daarin als een verborgen iets, een middel dat - door vreemde<br />
chemicaliën tezaam te brengen - kon worden geschapen.<br />
Daardoor moest de mens, die geloofde aan de steen <strong>der</strong> wijzen, gaan stu<strong>der</strong>en en gaan<br />
zo<strong>ek</strong>en. Hij moest doordringen in de kennis <strong>der</strong> chemie, in de plantkunde en de astrologie. Hij<br />
moest doordringen in de filosofie en zelfs in de inwijdingsleren van een tijd, die over het<br />
Terug en vooruit kijken
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring jaren: <strong>1959</strong> - 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
algemeen wat afgestompt en versuft was z<strong>ek</strong>er in geestelijk opzicht. En zo kwam de tijd, dat<br />
de werkelijke zo<strong>ek</strong>er naar de steen <strong>der</strong> wijzen in zich de wijsheid verwierf en in zich de kracht<br />
verwierf die geestelijk is,<br />
Want de mens zelve met zijn ziel kan worden vergel<strong>ek</strong>en met een ruwe edelsteen. Hij<br />
on<strong>der</strong>scheidt zich in bijna niets van het keisteentje, dat in zich geen mogelijkheid tot<br />
schittering en glans draagt. En dan komt het on<strong>der</strong>zo<strong>ek</strong>, het polijstend en schurend werk, het<br />
kloven soms waarbij een deel van het “ik” wordt afgestoten, tot uiteindelijk facet na, facet vol<br />
schittering is geschapen en de steen is geworden tot een levend iets, dat alle aspecten van het<br />
leven opvangt in vele facetten en weerkaatst en weergeeft een levende flonkering en een<br />
scheppend principe in zichzelf.<br />
Wij dromen soms van de steen <strong>der</strong> wijzen en beseffen niet dat wij zelven die steen zijn. Maar<br />
de steen <strong>der</strong> wijzen moet ontwikkeld en gevormd worden. In Uw Wezen, mijne vrienden zoals<br />
in het mijne zijn alle bestanddelen, die noodzakelijk zijn. In ons zijn de geheime krachten van<br />
leven. Het rood van agressiviteit in werken. Het goud wit van een aanvaarding, een geloof, een<br />
overgave aan het Goddelijke. In ons zijn de krachten van vuur, de drang naar beleving, naar<br />
volheid en naar vreugde. In ons is het element van aarde, het vormkennen en het vorm<br />
weten, dat in on<strong>der</strong>scheid nog steeds een kennen zo<strong>ek</strong>t in plaats van te on<strong>der</strong>gaan en te<br />
begrijpen. In ons is de ijlheid van de lucht, het stijgen van onze gedachten, die omhoog<br />
torenen, maar weer vervagen eer ze volledig gedacht zijn. In ons is de vloed van levende<br />
kracht als de wateren van de oceaan, aanrollend en ebbend, voortdurend weer. In ons is de<br />
ether zelve, het levende licht, de kracht en de kern van ons wezen. Wij zijn de steen <strong>der</strong><br />
Wijzen en Wij beseffen het niet.<br />
Wij, die zo<strong>ek</strong>en buiten onszelven een <strong>der</strong>gelijke kracht te vinden, een <strong>der</strong>gelijke Wijsheid, wij<br />
moeten falen. Want er bestaat voor ons geen middel om eeuwigheid te vinden of eeuwig<br />
leven, er bestaat voor ons geen middel om alle kwalen te genezen, tenzij door en uit en in ons<br />
zelven. Want in ons ligt de enige kracht van eeuwigheid, die waar is: het deel van een<br />
goddelijk wezen, de goddelijke vonk, die ons voortbeweegt van sfeer tot sfeer en van wereld<br />
tot wereld, totdat de waan van tijd in ons is gestorven en het besef van de werkelijke eenheid<br />
in ons ontstaat.<br />
Zo<strong>ek</strong>en naar de steen <strong>der</strong> wijzen is zo<strong>ek</strong>en naar jezelf, zo<strong>ek</strong>en naar de kennis van het zelf, het<br />
zelf, dat erkent het “ik” en naast dat ik al die factoren, die mensen plegen te omschrijven als<br />
geest, bovenbewustzijn en on<strong>der</strong>bewustzijn en wat dies meer zij. Al deze voorstellingen zijn<br />
eigenlijk verschillend. Maar het zelve, het begrip van het Wezen, dat het ware ego, het Grote<br />
Ego uitmaakt, is iets eeuwigs. Het omvat al wat ge zijt, wat ge zult zijn en meer. Het is alle<br />
kracht en alle leven, voor zover deze voor u ooit bevattelijk zullen zijn. Het is uw wezen,<br />
geplaatst in een eeuwigheid, vast, z<strong>ek</strong>er en zon<strong>der</strong> twijfel.<br />
De steen <strong>der</strong> wijzen is de wijsheid, die gij delft uit uzelf en niets an<strong>der</strong>s. In U is het leven in<br />
uzelf, dat door een aanvaarding van de eeuwigheid de eeuwigheid bereikt, ongeacht in welke<br />
vorm of voertuig gij leeft. En wie de steen <strong>der</strong> wijzen bezit, heeft het vermogen van het<br />
scheppen gevonden, hij heeft het vermogen van alwetendheid gevonden, hij heeft het<br />
vermogen van alomtegenwoordigheid gevonden. Hij heeft dan de eigenschappen, die de. mens<br />
aan God to<strong>ek</strong>ent, voor zichzelf verkregen.<br />
Welaan dan, is de steen <strong>der</strong> wijzen niet de eenwording met God? Achter de oude formules van<br />
de alchemisten, de overleveringen van een bijgelovige tijd, ligt het raadsel van inwijding en<br />
openbaring. Men heeft het verborgen achter vele termen en vele symbolen, maar vooral achter<br />
termen als: de put <strong>der</strong> eeuwigheid of de steen <strong>der</strong> wijzen.<br />
Als mens moet je ontgroeien aan symbolen. Als geest moet je ontgroeien aan een<br />
buitenwereld, die het belangrijkste lijkt. Je moet ontgroeien aan al wat wet lijkt, die gebonden<br />
is aan tijd en veran<strong>der</strong>lijk is en in de plaats daarvan zijn: de uitdrukking van de eeuwige<br />
wetten in al je denken, in al je streven, in je handelen en uiteindelijk in je zijn. Slechts zo kun<br />
je de steen <strong>der</strong> wijzen vinden. Slechts zo kun je opgaan in de werkelijkheid.<br />
Terug en vooruit kijken<br />
187
© <strong>Orde</strong> <strong>der</strong> <strong>Verdraagzamen</strong><br />
Esoterische Kring: <strong>1959</strong> – 1960 - Datum – 12 juli 1960<br />
Les 11 – Terug en vooruit kijken<br />
Er zal veel tijd vergaan voor men deze werkelijkheid beseft. Want het is een moeizaam werk<br />
om de steen <strong>der</strong> wijzen te maken. Maar reeds vóór hij volledig geslepen en gepolijst is, vóór<br />
hij de kennis van eeuwigheid is, zal hij - wanneer slechts een enkel facet ontwikkeld en<br />
lichtend is - reeds voor u zijn een buitengewone macht. Hij zal u reeds in staat stellen om te<br />
leven zolang ge wilt hij zal u in staat stellen won<strong>der</strong>en te doen. En hoe meer facetten gij zult<br />
kunnen slijpen en hoe meer ge kunt openbaren van wat in u ligt, hoe zuiver<strong>der</strong> en hoe sterker<br />
uw macht en vermogen, maar ook tevens hoe groter uw begrip van de eeuwige wet en de<br />
scheppende kracht, en daarom hoe min<strong>der</strong> kenbaar uw werken, leven en ingrijpen.<br />
Ge hebt mij als on<strong>der</strong>werp deze steen <strong>der</strong> wijzen gegeven. Welaan, ik zeg u: zoals gij in u<br />
draagt alle poorten van inwijding, zoals ge in u draagt de eeuwigheid zelf, zoals het goddelijk<br />
licht in u bestaat zoals het overal rond u is, zo zijt ge zelve deze steen <strong>der</strong> wijzen, waarover ge<br />
spre<strong>ek</strong>t. De oplossing van alle raadselen, het antwoord op de laatste vraag: wie en wat ben ik,<br />
wat is God, wat is werkelijk. Want het antwoord op deze vraag is één. Maar het kan niet in<br />
woorden worden gebracht. Het is een beleven, dat in je ligt en dat je aan het einde van de<br />
kringloop ontheft van het leven en zijn in beperking en je brengt tot de openbaring in volle<br />
waarheid zon<strong>der</strong> begrenzing, zon<strong>der</strong> licht en zon<strong>der</strong> duister, maar in perfecte eenheid met de<br />
ene Kracht, die alles heeft voortgebracht.<br />
188<br />
Terug en vooruit kijken