Internationale Statistische Classificatie van Ziekten en met ... - Rivm

INTERNATIONALE CLASSIFICATIE VAN ZIEKTEN
6
Aangezicht(s) - zie ook aandoening
- ligging, met invloed op foetus of pasgeborene P01.3
De term Aangezichtsligging, met invloed op foetus of pasgeborene wordt onder P01.7
gecodeerd, maar voor andere aandoeningen van het aangezicht (letsel, verlamming, enz.)
dient de codeur op de betreffende plaats te kijken.
Afkorting NEC
De letters NEC staan voor niet elders classificeerbaar.
Zij worden vermeld achter termen die bij restcategorieën of bij a-specifieke categorieën
worden geclassificeerd of bij termen die op zichzelf slecht gedefinieerd zijn als waarschuwing
dat gespecificeerde vormen van de betreffende aandoeningen anders geclassificeerd
worden. Wanneer het medisch dossier nauwkeuriger informatie bevat, dient de codering
overeenkomstig gewijzigd te worden, bijvoorbeeld:
Anomalie (congenitaal)(niet gespecificeerd type) Q89.9
- aorta(boog) NEC Q25.4
De term Anomalie van de aorta wordt alleen onder Q25.4 geclassificeerd als geen
nauwkeuriger omschrijving in het medisch dossier aanwezig is. Wanneer dit wel het geval
is en bijvoorbeeld gesproken wordt van atresie, dient bij deze term gekeken te worden
naar de passende code.
In de Nederlandse bewerking is de veel voorkomende vaste relatie tussen een begrip en
ditzelfde begrip ‘gespecificeerd NEC’ op één regel weergegeven met .9/.8 voor zover de
gebruikte termen overeenkomen met die in de Systematische lijst.
Speciale tekens
De volgende speciale tekens zal men vinden bij bepaalde codes of indextermen:
†/* Gebruikt om respectievelijk de etiologie- en de manifestatiecode aan te geven, bij
termen waarvoor het systeem van dubbele classificatie geldt. Zie bij Codes op blz. 4.
# / Gebruikt bij bepaalde termen in de lijst van lokalisaties onder Nieuwvorming om de
codeur te verwijzen naar opmerking 2 respectievelijk 3 aan het begin van die lijst.
WHO-FIC CC