Historische Rozenkruisers - René Pieyns - Esoterie : De hogere ...
Historische Rozenkruisers - René Pieyns - Esoterie : De hogere ...
Historische Rozenkruisers - René Pieyns - Esoterie : De hogere ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Mysterium magnum (1623). Böhme schreef zijn werken in het Duits, ze kregen achteraf een<br />
Latijnse titel. Vertaling in het Frans door Jean Marle en later door Louis-Claude de Saint-<br />
Martin, in het Nederlands door Abraham Willem van Beyerland, in het Engels door John<br />
Ellistone en John Sparrow.<br />
“Want God heeft alle dingen uit het Niets gemaakt, en dat Niets is Hij zelve”. God is voor<br />
Böhme de „Ungrund‟, het bodemloos oneindige dat zich als universum manifesteert in alle<br />
dingen. Uit de Ungrund ontwikkelt zich een Scheppende Wil, die zichzelf tot uitdrukking<br />
brengt. God ziet doorheen Sophia (wijsheid Gods) elke potentie van de werelden die Hij<br />
schept. God is dus nooit in „esse‟, maar altijd in „fieri‟ (in wording). Aldus is de ganse kosmos<br />
het lichaam van God. Es gibt nichts Geistiges ohne Leibliches! <strong>De</strong> wereld is bezield, is een<br />
verschijningsvorm van het geestelijke, de openbaring van het verborgen goddelijke. <strong>De</strong><br />
goddelijke Sophia wordt ook Ogen of Spiegel geheten, een spiegel waarin God zichzelf<br />
herkent en tot zelfbewustzijn komt. God en Sophia zijn volmaakt androgyn.<br />
In zijn cosmologie onderscheidt Böhme drie principes en zeven geesten. <strong>De</strong> drie: God als<br />
vuur van een (eeuwige) geestelijke wereld, de Zoon als het Licht dat voortkomt uit het vorige<br />
principe, de (sterfelijke) natuur. Er is echter slechts één God, het hele Zijn dat behelst: Kwaad<br />
en Goed, Hemel en Hel, Licht en Duister, Eewigheid en Tijd, Begin en Einde. <strong>De</strong> „hel‟ is<br />
tegelijk ook levensenergie. Elke realiteit, ook de goddelijke, ontstaat door het zich ontplooien<br />
vanuit de tegenstellingen.<br />
<strong>De</strong> zeven Quellgeister (brongeesten) structureren alle verbanden (bv. tussen God, mens,<br />
wereld). Het gaat om de aantrekking (scheppende wil), de afstoting (het differentiëren) en de<br />
rotatie (brengt evenwicht tussen beide vorige), de logos (het scheppende woord, dat tot<br />
bewustzijn leidt), de zoetheid (liefde), het zoute (intelligentie), de Sophia als apotheose. <strong>De</strong><br />
zeven treft men aan in de wereld, dus ook in de mens. Door de val van Lucifer ontstond<br />
egoïsme uit het zelfbewustzijn.<br />
Elke mens kan zich van dit alles bewust worden door een innerlijke transformatie. Doorheen<br />
de tegenstellingen zal men opnieuw de weg naar de harmonie en de eenheid ontdekken. Men<br />
zal zich openstellen voor de kern van zijn goddelijke realiteit (in een Zentralschau). Wanneer<br />
de mens zichzelf terugvindt, helpt hij ook bij de ontwikkeling van Gods zelfbewustzijn. “God<br />
moet mens worden, de mens moet God worden”, dit is Böhme‟s visie op de goddelijke<br />
aanwezigheid in al het levende. Het heet kommen in das Ganze door het terugvinden van<br />
göttliche Auge zum Sehen. Dit is mogelijk omdat elke mens een signatuur is van het<br />
goddelijke, „één met Christus‟ in zijn diepste zijn.<br />
<strong>De</strong> ideeën van Böhme hebben in Duitstalig Europa veel generaties beïnvloed, o.m. Gichtel,<br />
Arnold, Von Baader, Oetinger, Zinzendorf, Goethe, Schelling, Novalis, Leibniz, Hesse, Jung,<br />
Mann. Maar ook in de rest van de beschaafde wereld was de uitstraling erg groot; denken we<br />
slechts aan Swedenborg, Saint-Martin, Poiret, Pordage, Milton, Leade, Blake, Fox (van de<br />
Quakers), Berdiaev, Gurdjieff.<br />
Boehme: “Wanneer je de wereld verlaat, kom je in dat waaruit de wereld is gemaakt”.<br />
<strong>De</strong> Kring van Tübingen<br />
Men kan de start van de <strong>Rozenkruisers</strong> situeren in het begin van de 17 e eeuw, nl. in