30.08.2013 Views

8. Joodse Kabbala - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden

8. Joodse Kabbala - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden

8. Joodse Kabbala - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>De</strong> periodes<br />

<strong>8.</strong><br />

<strong>Joodse</strong> <strong>Kabbala</strong><br />

- <strong>De</strong> periodes<br />

- Doctrine<br />

- Maässiët, Salomo<br />

- <strong>Kabbala</strong> Iejoeniët<br />

Het voorwerp van de joodse mystiek of kabbala (qbl) is de verklaring van de waarheid achter<br />

de Tora (leer, wet). <strong>De</strong> Tora behelst de geschreven en de ongeschreven Wet. <strong>De</strong> Tora sje-bichetav<br />

(geschreven wet) is de Wet van Mozes; ze bestaat uit vijf boeken: Bereshit (Genesis),<br />

Shemot (Exodus), Wajikra (Leviticus), Bemidbar (Numeri) en <strong>De</strong>varim (<strong>De</strong>uteronium). Het<br />

gaat om het belangrijkste onderdeel van de Tenach (Hebreeuwse bijbel), ook<br />

T(h)ora/Torah/Touro/Tojre/Tejreh of Pentateuch of Vijf Boeken van Mozes of Choemasj<br />

(chameesj = vijf) geheten.<br />

<strong>De</strong> Wet beschrijft het ontstaan van wereld en mens, en de eerste daarop volgende tijd (o.m. de<br />

zondvloed) – althans volgens de joodse traditie. <strong>De</strong> hele Wet van Mozes wordt elk jaar, sjabat<br />

na sjabat, in de synagoog gelezen. <strong>De</strong> tekst staat op een rol, met de hand geschreven door<br />

gekwalificeerde masoreten (schriftgeleerden) op een perkament van de huid van een koosjer<br />

dier. Volgens archeologen dateert de Tora van de 7 e eeuw VC.<br />

Verder houdt de kabbalist rekening met: de Hagiographa (heilige geschriften, ong. het<br />

overblijvende deel van het Oude Testament), de Talmoed (mondelinge leer, zijnde de Misjna<br />

en de Gemara), de Midrasj (bijbelexegese), de Halacha („de weg‟, nl. de dagelijkse religieuze<br />

praktijk) en de Agada (overgeleverde kennis). <strong>De</strong> Misjna is het geheel van (mondelinge)<br />

overleveringen verzameld door rabbi Juda ha-Massi (135-220 NC); de Gemara zijn<br />

commentaren van rabbijnen op de Misjna. Al deze literatuur vertoont geheime (soms<br />

magische) aspecten, en vooral de Tora.<br />

Men onderscheidt in de kabbala in het algemeen een theoretische (theologische) richting en<br />

een praktische. <strong>De</strong> eerste geeft een beschrijving van het spirituele universum, de tweede geeft<br />

aan hoe men zich hierin kan bewegen. Er zijn eigenlijk twee praktische stromingen: de


speculatieve (Iejoeniët) richt zich op theosofische en wijsgerige beschouwingen, de magische<br />

(Maässiët) op woorden en letters.<br />

<strong>De</strong> periodes. <strong>De</strong> kabbalisten horen het niet graag, maar deze mystiek is ontstaan in de schoot<br />

van de Alexandrijnse gnostiek, behandeld in het zesde hoofdstuk. Tijdens de eerste periode<br />

van ong. duizend jaar (ca. 150-1150 NC) leefden in de joodse mystiek vooral drie tendenzen<br />

naast elkaar: de Merkaba, de Ma’asseh Beresjit en de Hechalot – alle drie met magische en<br />

gnostische aspecten. Men noemt het geheel „de Merkaba-periode‟, naar de oudste van de drie<br />

tradities.<br />

<strong>De</strong> eigenlijke (eerste) Merkaba, de mystiek van het Goddelijk Voertuig, steunt op het<br />

roepingsvizioen van de profeet Ezechiël, in 584 VC. Men bereikt dit „voertuig‟ en zijn „troon‟<br />

doorheen zeven hemelen en via meditatieve technieken (o.a. vasten, herhaling van hymnen)<br />

die uitmonden in een extase.<br />

<strong>De</strong> Ma’asseh Beresjit (leer van het begin) is vooral gekend door het korte en veelgelezen<br />

Sefer Jetsira of Boek van de Schepping, anoniem werk uit de vierde eeuw. Hierin worden de<br />

„32 paden van de wijsheid‟ beschreven, nl. de tien getallen en de 22 letters waarmee de<br />

schepping werd verwezenlijkt (later ook beschouwd als de tien sefirot van de Levensboom en<br />

de 22 paden ertussen). <strong>De</strong> lectuur veronderstelt enige kennis van Tenach en Midrasj.<br />

<strong>De</strong> Hechalot (boek over de paleizen) behelst een relaas van diverse schrijvers uit de 5 e en 6 e<br />

eeuw over hun mystieke ervaringen, o.a. de wachtwoorden nodig om te worden toegelaten tot<br />

de zeven hemelse paleizen. Rond het zevende paleis bevindt zich een kosmische sluier met de<br />

afbeelding van al wat bestaat. Bekend is het Boek Henoch waarin wordt verhaald over de<br />

vrome schoenlapper Henoch die door God wordt verheven tot de engel Metatron, vorst van de<br />

wereld.<br />

<strong>De</strong> qbl kende een eerste hoogtepunt in de 12 e -13 e eeuw, en wel ongeveer gelijktijdig in een<br />

Spaanse en een Duitse school: de School van Gerona o.l.v. Asriël en Nahmanides en de<br />

Vroeg-chassidische School o.l.v. Eleazar van Worms. Vooral bekend in deze periode is de<br />

publicatie (in de Languedoc) van de Sefer ha-Bahir, een herinterpretatie van de Sefer Jetsira<br />

in het Hebreeuws en in het Aramees – in de tweede helft van de 12 e eeuw en toegeschreven<br />

aan Izaak de Blinde (1160-1236). Men vindt hier reeds de theorie van de Gilgul (reïncarnatie)<br />

en van de Sjekina (aanwezigheid Gods), evenals een verdere uitbouw van de Sefirot.<br />

<strong>De</strong> qbl heeft dus in 12 e en 13 e eeuw een definitieve basis gekregen in de streek Languedoc-<br />

Catalonië, grofweg tussen Narbonne en Barcelona, en dit dankzij drie prominente figuren:<br />

Izaak de Blinde, zijn leerling Asriël van Gerona en diens leerling Nahmanides. <strong>De</strong> eerste<br />

heette eigenlijk Itzhak Saggi Nahor („vol van licht‟); volgens hem komen de sefirot voort uit<br />

de Ma’shava (goddelijke gedachte), die zelf ontstaat uit de Ain Sof (infra). Asriël van Gerona<br />

(1160-1238) schreef o.m. over de Sefer Jetsira en de mystieke betekenis van offers; de sefirot<br />

komen volgens hem voort uit de goddelijke wil (niet uit de gedachte).<br />

Nahmanides (of Mozes ben Nahman of Ramban of Bonastruc ça Porta, 1194-1270) is vooral<br />

gekend door zijn commentaar op de Tora, Peroesj Ramban al ha-Tora. Hij wijst hierin op de


vier mogelijke interpretatieniveaus: de letterlijke, de allusieve, de allegorische en de<br />

verborgen betekenis van de heilige geschriften. Wie tot deze vier in staat is, is in het Pardes<br />

(paradijs) aangekomen. Hij verdedigde de bijbelse mirakels tegen de rationalisten.<br />

Nahmanides verbleef en onderwees zowel in Spanje als in Zuid-Frankrijk en Israël.<br />

Eveneens in de 12 e en 13 e eeuw ontstond in Duitsland de Hassidei Ashkenaz, het Vroegchassidisme/Duitse<br />

kabbala, overwegend rond de geleerde familie Kalonymidus (van<br />

Italiaanse oorsprong) in de regio‟s Regensburg, Speyer, Worms en Mainz. Het betreft een<br />

beweging van vrome joden, wortelend in de oude Merkaba-mystiek. Grote bekendheid<br />

verwierf het boek Sefer ha-Rokeah (het boek van de apotheker) van Eleazar ben-Judah ben-<br />

Kalonymidus (1176-1238) uit Worms over ethiek. <strong>De</strong> Hassidei hechtten veel belang aan<br />

penitentie, gebed en altruïsme. Ze waren o.a. gericht op de geheime kennis van woorden en<br />

teksten. Hier ontstond de legende van de Golem.<br />

----<br />

<strong>De</strong> derde kabbalistische periode is gekenmerkt door de publicatie van het meest gelezen<br />

kabbalistisch boek en het optreden van Abulafia. <strong>De</strong> Sefer Zohar (Boek van de<br />

Luister/Helderheid/Glans/het Licht) wordt toegeschreven aan Simon Bar-Yochai of aan<br />

Mozes van Leon (1250-1305). <strong>De</strong>ze laatste stelt het nl. voor alsof hij slechts de onthuller is<br />

van een mystieke leer, neergeschreven in de Zohar door Simon bar-Yochai. Het boek bevat<br />

een commentaar op de Tora en de Midrasjim, naast klaagliederen en een studie van de boeken<br />

Hooglied en Ruth.<br />

Enkele voorbeelden uit de Zohar. Het tweede boek handelt over Macroprosopus (groot gelaat,<br />

het oerbegin) en Microprosopus (zijn werking). Het derde boek heet Idra Rabba Kadish (de<br />

grote bijeenkomst) en gaat over de extase die leidt naar de dood. Het zevende, Raza de-Razin,<br />

het geheim der geheimen, beschrijft de band tussen ziel en lichaam evenals de hand- en<br />

gelaatkunde. Het elfde boek of Sitre Tora geeft mystieke verklaringen van delen van de Tora.<br />

Het 15 e , Sitre Othioth, behandelt de mystieke letters van de naam Gods. Het 16 e , Midrasj ha-<br />

Nielam, geeft een bijbelverklaring aan de hand van de getallenleer. <strong>De</strong> Zohar nam veel over<br />

van de Sefer Jetsira en de Bahir. <strong>De</strong> tekst richt zich volgens II:99 tot de „uitverkorenen‟, nl. zij<br />

die in staat zijn door te dringen tot het mysterie achter de woorden.<br />

<strong>De</strong> visionair Abraham Abulafia (1240-92) wenste de oude letter- en getallenmystiek in eer te<br />

herstellen. Hij werd de stichter van de Extatische/Profetische <strong>Kabbala</strong>. I.t.t. de rabbijnen<br />

leerde hij zijn volgelingen de directe ervaring („als een krachtige beving‟) van het goddelijke.<br />

Een middel daartoe zag hij in het associëren/combineren van letters en getallen, terwijl<br />

hierover wordt gemediteerd.<br />

Op basis van de Zohar kon de qbl zich ontwikkelen als mystieke onderstroom van het<br />

judaïsme. <strong>De</strong> joden werden weliswaar in 1492 verbannen uit Spanje (en vijf jaar later uit<br />

Portugal), maar de <strong>Kabbala</strong> stond nu sterk genoeg om deze drama‟s te overleven. <strong>De</strong> vierde<br />

periode zou die van Luria en van Safed worden.


Itschak Luria (1533-72), bijgenaamd <strong>De</strong> Ari of Goddelijke Itschak of Leeuw van Safed, werd<br />

in Jeruzalem geboren. Men kent hem vooral vanwege de leer van de tsimstoem, en de stelling<br />

van de sjevira (het breken der vaten) gevolgd door de tikkoen (het herstel) – cf. infra. Luria<br />

stelde: God regenereert de Schepping op elk moment. En: de mysteriën van de tora zijn „een<br />

kabbala‟, dus „iets dat wordt ontvangen‟. Al zijn boeken werden postuum uitgegeven door<br />

zijn leerling Chaim Vital Calabrese (1563-1620) en diens leerlingen, o.a. „<strong>De</strong> boom des<br />

levens‟ en „<strong>De</strong> acht poorten‟. Men beschouwt Luria als de grondlegger van de moderne qbl,<br />

omdat hij opriep tot massale bestudering. Dat maakt de Luriaanse <strong>Kabbala</strong> eigenlijk minder<br />

geschikt voor esoterie en <strong>hogere</strong> <strong>graden</strong>.<br />

In de 16 e eeuw werd Safed (Tsefiya, Tsfat), een stadje in het noorden van Palestina, het<br />

centrum van de kabbalastudie. Naast Luria treffen we hier diverse gekende kabbalisten aan,<br />

zoals Mozes Cordovero en Yossef Karo. Cordovero (1522-70) maakte een systematische<br />

samenvatting van het kabbalistische gedachtegoed, die nog steeds bestudeerd wordt. Van hem<br />

is ook het handboek „Pardes Rimonim‟ (het hof der granaatappelen) over taalmystiek.<br />

Het jodendom kent een lange reeks van (volgens meerderheidsopvatting) pseudo-messiassen,<br />

zoals Bar Kosiva, Jezus van Nazareth, Abulafia (supra), David Reubeni, Sjabtai Zwi, Jacob<br />

Frank, onlangs nog Menachem Schneersohn. Met de ware Gezalfde zal het „messiaanse<br />

tijdperk‟ beginnen, een vreedzame samenleving die de joodse god als enige ware erkent.<br />

Berucht is het geval van Sjabtai Zwi (1626-76), die overging naar de islam in 1666. Het<br />

sabbatianisme, dat veel succes kende bij de Oost-europese joden en in het Midden-Oosten,<br />

verving het Luriaanse geloof door het messiaanse. Alleen messias Sjabtai, incarnatie van God<br />

en bijgestaan door zijn profeet Nathan van Gaza, kon het Kwaad verslaan en zijn volk naar<br />

Israël leiden. <strong>De</strong> hoop op een messias gaf velen de kracht om de vervolgingen en het leven in<br />

de getto‟s te doorstaan. Voor de estoterist echter kan de „messiaanse‟ vrede alleen via de<br />

innerlijke vrede worden bereikt.<br />

Messianisme en chassidisme richten zich tot alle joden en zijn dus geen echt onderdeel van de<br />

<strong>Kabbala</strong>. <strong>De</strong> Chassidim zeggen over de kabbalisten: “Veel geleerdheid gaat samen met weinig<br />

vroomheid”. Het chassidisme is van Pools-Lithouwse origine en kende in de 18 e eeuw een<br />

sterke groei door het charisma van Ba‟al Chem Tov („Besjt‟, 1700-60), een mysticus en<br />

pseudo-messias. Een van zijn vele boodschappen luidt: “God is alles en alles is God”. Men<br />

kent de Chassidim van hun voorkomen (krullen, zwarte kubus, zwarte hoed en jas) en van de<br />

yiddisj liederschat. Vrouwen scheren hun hoofdhaar; ze hebben geen schoonheid meer nodig<br />

nadat ze gehuwd zijn. Nadruk ligt op het emotionele gebed (<strong>De</strong>vekuth), terwijl men zich ook<br />

door het lied verheft tot de <strong>hogere</strong> wereld. Hier wordt de doctrine vervangen door de<br />

persoonlijkheid van de tsaddik (spirituele leider). <strong>De</strong> Chassidim bidden staande en bewegend<br />

(om in extase te komen). Vandaag liggen de centra in de USA en Israël.<br />

<strong>De</strong> joodse wereld werd diep verscheurd door het optreden van Besjt. Mede door het grote<br />

succes van de joodse wetenschappers (164 nobelprijswinnaars) ging de qbl een tijd<br />

ondergronds. Sjalom Misrahi Sjarabi (onb. – 1777) stichtte in het midden van de 18 e eeuw de<br />

Luriaanse Bet-Elschool in Jeruzalem, die de traditie voortzette. Er kwam na de Tweede<br />

Wereldoorlog een krachtige heropbloei dankzij het oeuvre van de Duitser Gersjom (Gerhard)


Scholem (1897-1981); zijn „Major Trends in Jewish Mysticism‟ (1961) is hét standaardwerk<br />

ter zake. Achter de schermen bevordert o.m. de discrete organisatie B’nai B’rith (Zonen van<br />

het Verbond) de joodse belangen wereldwijd sinds 1843.<br />

Doctrine<br />

Tijdens de opeenvolgende qbl-periodes werd een volledige cosmogonie uitgewerkt waarvan<br />

we slechts de grote lijnen kunnen weergeven. Er bestaan alweer talloze varianten.<br />

Voorafgaand aan de Schepping was er alleen het goddelijke, ook de Geest Gods genaamd,<br />

soms voorgesteld als drie-eenheid: En (of Ein of Ain, absolute potentie, leegte), En-Sof<br />

(zonder einde), En-Sof Aur (onbegrensd licht). <strong>De</strong>ze drie-eenheid wordt „omgeven‟ door drie<br />

negatieve sluiers (of: sluiers van negatief bestaan), negatief in de zin van „virtueel‟; ze<br />

verhullen de niet gemanifesteerde aspecten van de sefirot. Het goddelijke wordt ook Sjem ha-<br />

Meforasj (Gods naam) of Tetragram (JHWH) of „Ik ben die Ik ben‟ (Eheieh Asjer Eheieh)<br />

geheten. Dit alles is rationeel moeilijk te doorgronden; vooral door meditatie zal het zich<br />

verhelderen.<br />

Volgens <strong>De</strong> Ari (Luria) trok En-Sof zich in den beginne in zichzelf terug (= de tsimtsoem) en<br />

vormde in deze ruimte (de tehira) – die Hijzelf was – de wereld. Dit geschiedde door sefirotemanaties<br />

vanuit één lichtpunt (En-Sof Aur) doorheen de eerste mens, Adam Kadmon. Alle<br />

sefirot waren omringd met schalen/vaten bestaande uit verschillende lichtmengsels. Dit<br />

geschiedde probleemloos met de eerste drie sefirot (Kether, Chokma, Bina), maar vanaf de<br />

vierde bleek het licht te sterk voor de schalen, zodat ze braken. Luria denkt dat er ook<br />

onvoldoende harmonie was tussen de mannelijke en de vrouwelijke bestanddelen van de<br />

sefirot. Vandaar het „breken der schalen‟ (sjvirat kelim) en het ontstaan van demonische<br />

machten.<br />

Uit het voorhoofd van Adam Kadmon straalde dan een nieuw licht en er kwam een<br />

herordening, nl. de realiteit zoals wij ze kennen. Nu kan het herstel (de tikkoen) beginnen en<br />

kunnen de demonen in het Rijk der Klippoth (de „schorsen‟ of „omhulsels‟) worden verslagen.<br />

Dit is de opdracht van de mensheid, volgelingen van JHWH voorop. Men zal er hierbij naar<br />

streven om te worden opgenomen in de „<strong>hogere</strong> ziel‟ (nesjama) van de oorspronkelijke Adam.<br />

<strong>De</strong> tien sefirot zal men dus zien als het resultaat van Gods lichtuitstraling. „Sefirot‟ is het<br />

meervoud van „sefira‟. Ze zijn verdeeld over de Vier Werelden die het universum uitmaken:<br />

-Olam Atsiloeth (wereld van de uitstraling): behelst het hoger vermelde (sturende) drietal<br />

Kether – Chokma – Bina (Kroon – Wijsheid – Begrip). Chokma wordt ook Abba (vader)<br />

geheten en Bina ook Imma (moeder). Hier kan een verbinding ontstaan tussen mens en En-<br />

Sof.<br />

-Beria (wereld van de schepping): behelst de sefirot Chesed (genade), Gevoera (kracht) en<br />

Tiferet (schoonheid). Dit is de wereld van de Merkaba, van de aartsengelen, van de creatieve<br />

essentie.


-Jetsira (wereld van de vormgeving: de sefirot Netsach (overwinning), Hod (luister) en Jesod<br />

(grondslag). Hier huizen gevoelens en engelen. Wordt soms ervaren als „het astrale‟.<br />

-Assia (wereld van de vormgeving): de tiende en laatste sefira, nl. Malkoet (koninkrijk).<br />

Onderaan deze wereld vindt men het fysieke bestaan en bovenaan het intellect.<br />

Abba en Imma behoren volgens Luria tot de Parzufim, specifieke namen en functies<br />

toegeschreven aan de sefirot. Ook de onderstaande Sjekina behoort daartoe. <strong>De</strong> sefirot worden<br />

soms uitgebeeld op drie zuilen, nl. Mededogen (vrouwelijk principe), Evenwicht (bewustzijn)<br />

en Gerechtigheid (mannelijk principe). <strong>De</strong> middenzuil brengt mannelijk en vrouwelijk aspect<br />

in harmonie, hetgeen het best wordt weergegeven door Tiferet.<br />

<strong>De</strong> tien sefirot worden vaak voorgesteld als de Levensboom (Otz Chiim), die een enorme<br />

invloed heeft uitgeoefend op de westerse esoterie. In de kabbalistische symboliek stelt men de<br />

tien ook voor als het Vlammend Zwaard, dat verscheen uit de Negatieve Sluiers. <strong>De</strong> lagere<br />

sefirot worden soms Microprosopus (klein gezicht) geheten en de hoogste drie<br />

Macroprosopus (groot gezicht), hetgeen duidt op de overgang van het materiële naar het<br />

spirituele.<br />

Hoe hoger de wereld, hoe abstracter de tijd; hij wordt ervaren als een mogelijkheid van<br />

verandering, of de essentie hiervan. <strong>De</strong> dimensies van de menselijke ruimte heten „paleizen‟<br />

in de spirituele wereld. <strong>De</strong> zeven hallen van de vierde wereld worden bestuurd door demonen<br />

o.l.v. Samael; zijn vrouw heet Harlot, maar ze worden samen gezien als Het Beest.<br />

Er is sprake van „een sefira die geen sefira is‟, nl. Da’at, staande voor de Afgrond (waar men<br />

zijn individualiteit verliest) of „de sleutel tot de zes emoties‟ (volgens Zohar-3) of „de brug<br />

tussen Chokma en Bina‟. Men onderscheidt een „<strong>hogere</strong> Da‟at‟ (Da’at Elyon, verbindend<br />

element tussen Chokma-Bina en Kether) en een „lagere Da‟at‟ (Da’at Tachton, die intellect en<br />

emoties verbindt). <strong>De</strong> aarde groeit uit Da‟at. Dus een waar mysterie.<br />

<strong>De</strong> aanwezigheid van God in Zijn Schepping heet Sjekina. Men ziet haar als de immanente<br />

god tegenover de transcendente En-Sof, als de „bruid‟ van de eerste negen sefirot, als het<br />

Licht van God, als Sluier-over-het-onbekende. Vaak voorgesteld in de vorm van een roos.<br />

Gershom Scholem stelt dat de vereniging van de Sjekina met God (dus de Eenheid) het ware<br />

doel is van de Tora. Volgens Maimonides verscheen God doorheen de Sjekina aan de<br />

profeten. Ze was ook zichtbaar als vuurzuil tijdens de Exodus, als een gloed over de Ark des<br />

Verbonds. Men heet Malkoet soms „de Sjekina van beneden‟ (tegenover Bina als de Sjekina<br />

van boven). <strong>De</strong> Sjekina wordt gezien als in ballingschap aan de Klaagmuur sinds de<br />

vernieling van de tempel van Salomo. Iedere vrouw vertegenwoordigt de Sjekina.<br />

<strong>De</strong> tien sefirot worden (in de uitbeelding als Levensboom) verbonden door 22 paden<br />

(cinerot), soms vergeleken met de 22 letters van het hebreeuwse alfabet en met de Grote<br />

Arcana van de Tarot. Samen met de sefirot vormen ze de 32 Paden der Wijsheid (infra). Van<br />

onder naar boven is dit de Weg van het Licht; in Tiferet geschiedt de Verlichting. Om toegang<br />

te krijgen tot een goddelijk aspect, zal men eerst Kether aanroepen, zodat de goddelijke<br />

energie kan neerdalen op het bewuste aspect. <strong>De</strong> Levensboom groeit trouwens van boven naar


onder. <strong>De</strong> kabbalist zegt: “Kether is de Malkoet van het niet-gemanifesteerde”. Chokma is de<br />

toegang tot de Grote Mysteriën.<br />

God wordt in elke sefira op een andere wijze aangesproken – van Kether tot Malkoet: Eheieh<br />

(Ik ben die Ik ben), Yah (de Ene), Jehova Elohim (Heer God), El (God, Schepper), Elohim<br />

Gebor (Heer der veldslagen), Jehova Adonai (Opperste God), Jehova Tsabaot (Heer der<br />

heerscharen), Elohim Tsabaot (God der heerscharen), Sjaddai (Almachtige), Adonai (Heer).<br />

<strong>De</strong> „heerscharen‟ duiden op het engelenleger.<br />

Er bestaan tal van religieuze en esoterische correspondenties met elke sefira, o.a. op gebied<br />

van magisch beeld, tarotkaart, aartsengelen, element, hemels koor, astrologie, microkosmos,<br />

chakra, dier, plant, edelsteen, deugd, reukwerk, metaal, zenceremonie, enzovoort.<br />

Elke sefira van de Levensboom heeft een negatieve tegenhanger (samengesteld uit de<br />

Klippot), waar men ooit mee te maken krijgt. <strong>De</strong> „zwarte sefirot‟ vormen samen de Boom van<br />

de Dood. Zwarte magiërs zoeken hiermee contact via Da‟at. Kabbalisten raden deze<br />

praktijken ten stelligste af.<br />

Maässiëth, Salomo<br />

<strong>De</strong> magische qbl (<strong>Kabbala</strong> Maässiëth/Maäsit) behoort tot het domein van de wiskundige en<br />

grammaticale combinaties. Men spreekt ook van „het berekenen van letters‟ of van „de<br />

hebreeuwse numerologie‟. Er bestaan volgens de Zohar drie methodes om het mysterie achter<br />

de heilige teksten te ontdekken: a- Temura (herordening): door elke letter van het alfabet van<br />

plaats te verwisselen; b- Gematria: een getalwaarde toekennen aan elke letter, waardoor men<br />

lettercombinaties kan vergelijken met andere combinaties; c- Notarikon: een zin herleiden tot<br />

de beginletters.<br />

Al deze methodes hebben uiteraard het hebreeuwse alfabet als basis. Gematria begint met<br />

Alef (waarde 1 of 1000), beginletter van Elohim. <strong>De</strong> numerieke waarde van een woord kan<br />

ons iets zeggen over het wezen van het begrip dat ermee wordt aangeduid. Twee woorden<br />

waarvan de som der letters dezelfde numerieke waarde hebben, worden als equivalent<br />

beschouwd; bv. „lichaam‟ en „uitdoven‟ in het hebreeuws. „Mannelijk‟ heeft dezelfde<br />

getalwaarde (227) als „gelijk het licht‟. Een dergelijke werkwijze bestond reeds bij de<br />

Assyriërs en de Babyloniërs. In bijbels verband is de gematria een der 32 methodes van<br />

interpretatie van de Tora.<br />

<strong>De</strong> kabbalist Abulafia raadde aan de letters met elkaar te verbinden op een bewust onlogische<br />

wijze, teneinde elke reductieve redenering uit te schakelen. Men kan ook een willekeurige<br />

woordenreeks aan elkaar rijgen. Wie ver genoeg gaat in deze methode, ontdoet zich<br />

uiteindelijk van de woorden en stelt zich open voor de intuïtie.<br />

Sommige getallen hebben een bijzondere betekenis, zoals 7 (God, volmaaktheid), 8 (de<br />

Messias), 13 (eenheid, volwassenheid), 22 (het lijden), 50 (H. Geest, Tora), 666 (getal van<br />

Salomo, nagebootst door de duivel). <strong>De</strong> gematria is tot vandaag blijven voortleven in de


joodse gebruiken; n.a.v. een huwelijk zal men bv. toespelingen maken op de getalwaarde van<br />

de voornamen van het koppel.<br />

<strong>De</strong> praktische qbl behelst bovendien magische en theürgische praktijken, o.a. met amuletten,<br />

aanroepingen, talismannen, toverformules, astrologie, gelaatkunde, handlezen. Vermoedelijk<br />

zijn de oude joodse profeten voortgekomen uit het sjamanisme, want in het Eerste Boek<br />

Samuel (9:9) lezen we: “Vroeger zei men in Israel als men God ging raadplegen: Kom laten<br />

we naar de ziener gaan; de profeet van tegenwoordig werd vroeger namelijk ziener genoemd”.<br />

<strong>De</strong> speculatieven halen meestel hun neus op voor de Maässiët; een minderheid combineert<br />

beide stromingen.<br />

<strong>De</strong> grootste onder de joodse magiërs was ongetwijfeld Koning Salomo, die de eerste tempel<br />

van Jahwe te Jeruzalem bouwde. Hij regeerde van ca. 970 tot 932 VC, als opvolger van zijn<br />

vader David. Het was volgens joodse bronnen de gouden eeuw van het oude Israël. Salomo‟s<br />

rijk zou zich hebben uitgestrekt van de Eufraat tot Egypte.<br />

Sinds drieduizend jaar bestaat een sterk vermoeden dat Salomo zich begaf aan magische<br />

praktijken. In de 38e soera van de koran lezen we dat de duivel op Salomo‟s troon werd<br />

geworpen, en in de 21 e en 34 e soera dat de satans en de djins (boze en goede geesten) hem<br />

ondergeschikt waren. In de volkstraditie zijn er dan ook veel legendes rond de figuur van<br />

Salomo geweven, o.m. rond zijn zegelring (met de davidsster).<br />

In elk geval kwam Salomo op het eind van zijn leven onder slechte invloeden, zodat Jahwe<br />

hem wel moest straffen. Aldus sprak God (door de mond van profeet Achia): “Want hij heeft<br />

Mij de rug toegekeerd en zich neergebogen voor Astoret, de godin van de Sidoniërs, en voor<br />

Kemos, de god van Moab, en voor Milkom, de god van de Ammonieten.” Daarna viel het rijk<br />

uit elkaar. <strong>De</strong>sondanks zal in Europa nog lange tijd magie worden bedreven in naam van<br />

Salomo en met rituelen die aan hem worden/werden toegeschreven/opgedragen.<br />

Het magisch-religieuze geloof in profeten en profetieën is eigen aan de meeste godsdiensten.<br />

Een profeet geeft de boodschappen van de godheid door aan de mensen. Reeds in het oude<br />

Mesopotamië (cf. kleitabletten) was er sprake van extatici/antwoordgevers, die naast de<br />

priesters werkten. Alle joodse profeten waren mannen (Daniël, Nathan, Elia, Jesaja, etc.), op<br />

<strong>De</strong>bora na. Volgens de islam is Mohammed de laatste profeet (van 25, waaronder Jezus – Isha<br />

van Nazareth).<br />

Uit de bijbel kunnen we afleiden dat magie en toverkunsten nog druk werden beoefend in de<br />

tijd van Salomo en erna. <strong>De</strong>uteronium 18 (10-12) geeft een opsomming: “Het mag bij u niet<br />

voorkomen dat iemand zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan, zich afgeeft met<br />

waarzeggerij, met mantiek of toverij, zich met bezweringen inlaat, geesten en orakels<br />

ondervraagt of de doden oproept. Want van iedereen die dergelijke dingen doet heeft Jahwe<br />

uw God een afschuw”. Volgens de officiële joodse leer was de magie strijdig met de almacht<br />

van Jahwe, en derhalve des duivels.<br />

<strong>De</strong> Tempel van Salomo behoort als ritueel thema tot de maçonnieke <strong>hogere</strong> <strong>graden</strong> (deel IV).


<strong>Kabbala</strong> Iejoeniët<br />

Het doel van de contemplatieve qbl, zoals van elke esoterie en alle mystiek, is dat men<br />

spirituele waarden ervaart terwijl men nog van deze wereld is. Men beleeft de volle omvang<br />

van het heelal, men komt in het tijdloze terecht, men kan alle werelden tegelijk leven. Op deze<br />

manier vloeit men samen met de Schepper en En-Sof. <strong>De</strong> meditatie voorkomt dat men zou<br />

verzanden in een geleerde onwetendheid.<br />

<strong>De</strong> kabbala word alleen geopenbaard aan degene die haar bevatten kan. <strong>De</strong> kabbalist zal zo<br />

ver geraken als zijn kavana het hem toelaat, nl. zijn intentie om het geheime deel van de Tora<br />

te leren kennen en aldus op te klimmen tot de <strong>De</strong>vekoet, de verlichting. <strong>De</strong> geestelijke honger<br />

ontstaat uit ons besef van gebrek aan volmaaktheid. We zullen de volmaaktheid pas voelen,<br />

wanneer als onze „vaten‟ hersteld zijn. Het streven begint vanuit „het zwart punt in het hart‟.<br />

Het verlangen moet worden gereinigd met de Tora en de Mitsvot.<br />

<strong>De</strong> <strong>Kabbala</strong> Iejoeniët maakt gebruik van meditatieve technieken waarvan we hieronder enkele<br />

voorbeelden geven. <strong>De</strong> vroege (Merkaba-) methodes uit de eerste eeuwen zijn verloren<br />

gegaan; ze werden afgekeurd door de middeleeuwse scholen, o.a. die van <strong>De</strong> Ari. Mediteren<br />

veronderstelt dat men al vertrouwd is met enkele sod, kabbalistische mysteries.<br />

Elke meditatie en elke rituele handeling kan beginnen en eindigen met het Kabbalistische<br />

Kruis: middelvinger op voorhoofd + Ateh (Gij zijt) zeggen; vinger naar zonnevlecht +<br />

Malkoet (koninkrijk) zeggen (hier stelt men zich het Licht voor van hoofd tot voeten). Dan<br />

naar rechter schouder + Gevoera (kracht), en lichtspoor doortrekken naar linker schouder +<br />

Gedoela (glorie). Dus: Gij zijt in dit Koninkrijk de kracht en de glorie. Ten slotte de handen<br />

vouwen + Le Olam Amen (zo zij het). Het KK kan op veel manieren worden uitgebreid;<br />

gekend (o.a. in de heksenwereld) is het Klein Pentagramritueel, met het trekken van<br />

pentagrammen bij de eerste bewegingen.<br />

Dichtbij de magische qbl staat de meditatie op de hebreeuwse letterpermutaties, waarbij de<br />

letters worden gezien als kosmische energieën. Met de Levensboom voor ogen kan men<br />

mediteren op de interactie van de sefirot en het erbij horende verloop van goddelijk licht<br />

stromend van de <strong>hogere</strong> naar de lagere sefirot. Men kan mediteren op de middelste zuil<br />

(Kether, Tiferet, Jesod, Malkoet), terwijl men goddelijke namen uitspreekt. <strong>De</strong> liefhebber van<br />

Tarot kan de 22 sefirotische paden koppelen aan de Grote Arcana; ze zullen ervoor zorgen dat<br />

hij/zij niet verdwaalt in het eigen onbewuste.<br />

Elk van de 32 Paden der Wijsheid (de Netivot) leent zich tot meditatie. <strong>De</strong> paden stemmen<br />

overeen met de 32 maal dat Gods naam Elohim verschijnt in het eerste hoofdstuk van de<br />

Genesis. Er bestaat een uitgebreide literatuur over de paden, gaande van de „verborgen<br />

intelligentie‟ (eerste pad) tot de „besturende intelligentie‟ (het laatste). Het eerste pad (tussen<br />

Kether en Chokma) is „verborgen‟, omdat geen mens tot de essentie ervan kan doordringen.<br />

Het 32 e (tussen Jesod en Malkoet) heet „besturend‟, omdat hiermee de loop van de zeven<br />

planeten wordt geregeld. <strong>De</strong> „vestigende intelligentie‟ van het vijftiende pad geeft gestalte aan


het licht der Schepping in de duisternis van de wereld; hier is de Schoonheid. Het zestiende<br />

(het scharnierpad tussen boven en onder) is dat van de verrukking, paradijs der<br />

Rechtvaardigen.<br />

Volgens de Talmoed is „wijs‟ hij die de toekomst ontvangt. Wijsheid overtreft immers de tijd:<br />

hier zijn verleden-heden-toekomst niet meer gescheiden. Voor de diepzinnige kabbalist begint<br />

bij Chokma de Occulte Wijsheid, langs dewelke de reïntegratie met het goddelijke<br />

verwezenlijkt wordt. Van hieruit kan de mysticus zijn leegte vullen met Licht. Aldus draagt<br />

hij bij tot de verlichting van de hele Schepping.<br />

Men kan mediteren op En-Sof en op de 72 namen van God, maar men zal nooit rechtstreeks<br />

een beroep doen op een goddelijk aspect. <strong>De</strong> meditant roept, zoals gezegd, eerst Kether aan,<br />

bv. na het Klein Pentagramritueel. En, niet vergeten: wie zich werkelijk met God verenigt, zal<br />

automatisch ophouden te bestaan in deze wereld. Naast de onuitsprekelijke naam kent de qbl<br />

(en het jodendom in het algemeen) diverse naamsbenaderingen van God. Veel voorkomend is<br />

de naam bestaande uit 72 lettergrepen afgeleid uit drie verzen van Exodus (14:19-21): elk vers<br />

telt 72 letters en wanneer men ze onderling verbindt bekomt men 72 namen – die samen weer<br />

één naam vormen. Het geheel heet Sjem ha-Meforasj, esoterische uitdrukking bij uitstek.<br />

Een van de bekendste meditatie-objecten is de openingszin van de bijbel: Beresjit bara elohim<br />

eth hasjamayin ve’et ha’arets (In het begin schiep God de hemel en de aarde). <strong>De</strong> Genesis<br />

heet daarom „Beresjit‟ in het hebreeuws. Eindeloos werd er al gediscussieerd over het feit dat<br />

er (letterlijk) „goden‟ staat, dus niet „god‟. En waarom begint de Beresjit met een bet (tweede<br />

letter) en niet met de eerste, een alef? Een klassiek antwoord: omdat „baraka‟ (zegening) ook<br />

aldus begint. Men kan mediteren op de medeklinkers waaruit Beresjit bestaat (het geschreven<br />

Hebreeuws gebruikt geen klinkers); men bekomt aldus (vertaald) bv.: “Hij geeft mij een<br />

teken”. Ook numerieke vergelijkingen zijn mogelijk; de getalwaarde van Elohim (86) stemt<br />

overeen met die van de <strong>De</strong> Natuur (Ha-teva).<br />

Kan iemand mediteren op z‟n eigen ziel? Volgens de qbl bestaat de mensenziel uit Nefesh,<br />

Roeach, Nesjama en de bron (Knesset Jisrael), vier bewustzijnsniveaus van laag naar hoog in<br />

die volgorde – van de fysieke wereld tot Sjekina. Roeach is het spirituele basisniveau van de<br />

mens. <strong>De</strong> bron is meer beginsel dan niveau. Nesjama is de goddelijke vonk; op Nesjama<br />

wordt vaak zingend gemediteerd. Volgens de Zohar bestaan alleen de eerste drie, maar<br />

kunnen uitzonderlijke mensen op intuïtieve wijze twee bijkomende (<strong>hogere</strong>) zielsniveaus<br />

ontwikkelen: Chayya/Haya, het bewustzijn van goddelijke kracht, en Jehida of de vereniging<br />

met God (<strong>De</strong>vekoet). Haya wordt o.a. bereikt door het ritmisch lezen van de psalmen. In<br />

Jehida vindt men zijn eigen unieke weg naar God.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!