Camino - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden
Camino - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden
Camino - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>De</strong> zoektocht<br />
3.<br />
<strong>Camino</strong><br />
- <strong>De</strong> zoektocht<br />
- Het labyrint<br />
- <strong>De</strong> instrumenten<br />
- Meditatie<br />
Bedevaarders lopen de <strong>Camino</strong> de Santiago omdat ze hopen op een wonder, op een<br />
bijzondere ontmoeting, op inspiratie, op helder inzicht, vergiffenis, een epifanie. Zowel langs<br />
de <strong>Camino</strong> Francès (vanuit Roncevalles) als langs Pamplona, Burgos of Ponteferrada kan Het<br />
zich voordoen. En men kan de tocht verder zetten: het klif Finisterre, zowat 90 km ten westen<br />
van Santiago de Compostela, heet terecht finis terrae = einde van de wereld (= van het<br />
wereldse).<br />
Het thema van de zoektocht naar de waarheid / het Licht komt sterk tot uiting in alle<br />
esoterieën. We hebben gezien dat de inwijdeling vaak doorheen een soort reis wordt geleid,<br />
waarbij is onderverstaan dat het reisdoel de reis zelf is en/of in de reiziger (homo viator) ligt.<br />
<strong>De</strong> zoektocht spreekt als ritueel thema alle mensen sterk aan vanwege het archetypisch<br />
karakter. Elke reis is immers een doorreis, zoals het leven zelf. We zijn tijdens de queeste<br />
steeds onderweg naar andere horizonten en we vinden geen rust zolang het doel niet is<br />
bereikt.<br />
We vinden de zoektocht dan ook in alle culturen terug. Gekend van oudsher zijn Theseus en<br />
de Minotaurus, de Egyptische dodencultus, de omzwervingen van Odusseus, de bijbelse en<br />
andere volksverhuizingen, het epos van Gilgamesj of van Aeneas, de Graal van de<br />
Tempeliers, de kruistochten, de reisweg van Dante in de Divina Commedia, de Tour de<br />
France van de Compagnonnage. Het labyrint (infra) en de afgesloten tuin (hortus conclusus)<br />
zijn perfecte symbolen van de innerlijke reis.<br />
In de Middeleeuwen ging men op bedevaart met staf en pelgrimstas – de tekens van de<br />
pelgrimage – en verder met een grauw overkleed en vilten hoed. Met dit voorkomen was de<br />
pelgrim onschendbaar en geëerbiedigd. <strong>De</strong> grote pelgrimstochten voerden naar Rome,<br />
Compostela, Jeruzalem, Bari, Rocamadour, Danzig. Het waren maandenlange voetreizen<br />
waarvoor gedetailleerde reisgidsen bestonden. Uit Venetië vertrok tweemaal per jaar (Pasen<br />
en Hemelvaart) de „galeye vanden pelgrims‟ naar het Heilig Land.
Het soefi-pad (tariqa) kan bestaan uit 15 mystieke stappen; het eindigt met de Liefde. <strong>De</strong><br />
stam van een roos symboliseert dit pad. Het achtvoudige boeddhistische pad is een pad naar<br />
de verlichting, maar het veroorzaakt de verlichting niet. <strong>De</strong> ‟32 paden der wijsheid‟ van de<br />
Kabbala verwijzen naar de Levensboom, nl. de tien sefirot en de 22 paden die deze verbinden<br />
(hfst. 8). Elk spiritueel pad is een pad van stilte.<br />
Vanaf de 16 e eeuw zagen de adel en de hoogste burgerklassen van onze streken een reis naar<br />
Zuid-Europa als de passende afronding van de opvoeding van hun zonen. Daaruit komt dan in<br />
de 18 e eeuw de klassieke Grand Tour, die de jongelui uit Engeland en Noord-Europa door<br />
Frankrijk en Italië voerde - “an ideal finishing school for a young gentleman of fortune”<br />
volgens Hibbert. <strong>De</strong> rondreis geschiedde vaak met journaal en schetsboek. Een gekende<br />
uitloper van een dergelijke reis incl. zelfkennis is de Italienische Reise (1786-88) van Goethe.<br />
In de Franse Compagnonnage eindigt de tocht in de grot van Ste-Baume, waar Maître Jacques<br />
werd vermoord door de discipelen van Soubise.<br />
<strong>De</strong>foe leverde in Robinson Crusoe (1719) het typebeeld van het eenzame individu dat in<br />
extreme situaties zichzelf en zijn omgeving weet te beheersen en uiteindelijk als een nieuw<br />
mens uit het avontuur te voorschijn komt. Marcel Proust ging nog een stap verder; hij wenste<br />
naar het universum van andere individuen te reizen: “Le seul véritable voyage, ce serait …<br />
d‟avoir d‟autres yeux, de voir l‟univers avec les yeux d‟un autre, de voir les cent univers que<br />
chacun d‟eux voit, que chacun d‟eux est”.<br />
Volgens de Duitse essayist Ernst Jünger (1895-1998) zijn de gevaren tijdens de zoektocht van<br />
drieërlei aard: het defaitisme (ik kan er toch niets aan veranderen), de domme naïviteit<br />
(iedereen streeft naar het goede) en de utopische droom (die steeds uitmondt in terreur). Men<br />
kan dus gebaat zijn met een goede gids: een zenmeester, een engel, een voorouder, een boek.<br />
Christus zegt: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven” (Joh. 14:6). Dharma heet in het<br />
Boeddhisme het volgen van de weg van Boeddha. <strong>De</strong> inuïtie is onze gids bij uitstek, zie<br />
verder.<br />
Het labyrint.<br />
In de esoterische symboliek vindt men de spirituele reis vaak uitgebeeld als een spiraal of als<br />
een labyrint. Een labyrint is (naar de vorm) een geheel van elkaar kruisende en meanderende<br />
gangen, gebouwd rond een centrum. <strong>De</strong> bedoeling is zowel dit centrum te vinden als de<br />
terugweg. In het symbolische labyrint vindt ieder mens een eigen centrum.<br />
Vrijwel elke kathedraal had oorspronkelijk een labyrint op de hoofdas (de linea sacra). Het<br />
diende voor de thuisblijvers als vervanging van de echte pelgrimstocht. In het midden vindt<br />
men soms de Griekse held Theseus (overwinnaar van de Minotaurus), een herinnering aan het<br />
oorspronkelijk labyrint in het paleis van koning Minos in Knossos (Kreta), ong. 1500 VC.<br />
Er is isomorfisme van beelden als labyrint, grot, mijn, spiraal, ingewanden, riool, (gordiaanse)<br />
knoop, mandala. We kunnen ons niet bevrijden uit het labyrint voordat we beseffen dat we<br />
erin zitten. Niemand anders dan wijzelf zijn de bewakers en de gevangenen.
Vanuit initiatiek standpunt kan men het labyrint best zien als driedimensionaal. En het<br />
centrum als de plek van de initiatieke „dood‟, waarop de alchemistische „omkering‟ perfect<br />
van toepassing is (het rectificando van „Vitriol‟). Hier schijnt het inwendige licht. In „<strong>De</strong><br />
bibliotheek van Babel‟ (1941) van Jorge Luis Borges (1899-1986) kijkt een oude man terug<br />
op zijn leven in de Bibliotheek, een universum waarin hij levenslang heeft rondgezworven,<br />
„op zoek naar een boek‟.<br />
Een populaire uitbeelding is het ganzenbord: de beproevingen zijn er uitgebeeld in vakjes als<br />
bv. de herberg (het zingenot), de gevangenis, de brug. <strong>De</strong> geleidevogel geldt als intuïtie. Aan<br />
het eind van de reis moet men nog het juist aantal punten gooien om in de pot te geraken:<br />
aldus kan een achterblijver, die ten volle van zijn mogelijkheden gebruik heeft gemaakt,<br />
iedere filosoof nog voorbijsteken.<br />
Het labyrint behoort tot de centrumsymboliek. Zoals bv. in de vrijmetselarij: de letter G in het<br />
centrum van de Vlammende Ster, de Broederketen rond een (onzichtbaar) centrum, het Altaar<br />
in het centrum van de loge, de Middenkamer van de Meesters, “verzamelen hetgeen verspreid<br />
ligt”, de vrijmetselaar „tussen Passer en Winkelhaak‟, tijdens elke zitting duidt de rondgang<br />
op een centrum. <strong>De</strong> kandidaat wordt ingewijd op een welbepaalde plek in de tempel, het<br />
exacte centrum waar de resonantielijn de symbolische As van de Wereld (tussen zenith en<br />
nadir) snijdt; daar is de grootste kracht.<br />
Een gekende toepassing van de centrumsymboliek staat in het Boek der 24 Wijsgeren, 12 e<br />
eeuw, en ten onrechte toegeschreven aan Hermes Trismegistos: “<strong>De</strong>us est sphaera infinita,<br />
cuius centrum est ubique, circumferentia nusquam” (god is een oneindige bol waarvan het<br />
middelpunt overal en de omtrek nergens is). <strong>De</strong>ze formule werd later overgenomen door<br />
Heinrich Suso, Thomas van Aquino, Marsilio Ficino, Giordano Bruno, Rabelais en<br />
Montaigne. Het is een omschrijving van de goddelijke alomtegenwoordigheid. Men kan de<br />
formule evengoed omdraaien (het middelpunt nergens en de omtrek overal).<br />
Nog labyrintische weetjes:<br />
Het reisdoel van de pelgrim is de terugkeer (naar de bron).<br />
<strong>De</strong> geschikte locatie werd vroeger aangeduid met de wichelroede.<br />
<strong>De</strong> inwijdingskandidaat wordt soms geblinddoekt rondgeleid op een pad dat gelijkt op een<br />
labyrint.<br />
In heel wat heksencovens wordt het labyrint (of de spiraal) gedanst.<br />
Stenen labyrinten vindt men vooral langs de Skandinavische kusten, turflabyrinten in<br />
Engeland.<br />
<strong>De</strong> ev. Wachters spiegelen zich aan degene die nadert.
Het beroemde labyrint van Chartres heeft 11 cirkels, getal van de onmatigheid, met een roos<br />
in het centrum.<br />
Het opzoeken van labyrinten doet men beter in het eigen hart.<br />
<strong>De</strong> labyrintische zoektocht langs inwijding, meditatie, spiritualiteit zou in een eerste fase<br />
moeten uitmonden in een betere zelfkennis. “Ken uzelf” is een uitspraak die Plato in de mond<br />
van Sokrates legde (“Ken uzelf en ge zult het universum en de goden kennen”) en die jaarlijks<br />
ontelbare malen wordt herhaald in esoterische middens. We kunnen volgens deze gnosis de<br />
werkelijkheid (van het universum) leren kennen doorheen onszelf en vervolgens toegang<br />
krijgen tot de godenwereld.<br />
<strong>De</strong> instrumenten: intuïtie, paradox, het subtiele<br />
Men kan tijdens de persoonlijke zoektocht alle mentale instrumenten gebruiken, zoals het<br />
bewustzijn, het geheugen en de ratio. <strong>De</strong> meest geschikte (en de meest aanbevolen) zijn hier<br />
evenwel: de intuïtie, de zin voor paradoxen en voor het subtiele. Maar de esoterische methode<br />
is nog veel rijker. In het eerste hoofdstuk hebben we al gewezen op het belang van de<br />
spiritualiteit en het arcanum en van het gevoel voor traditie en symboliek. Elke esoterie reikt<br />
haar eigen waardevolle instrumenten aan, zoals de ascese i.v.m. de mystiek.<br />
<strong>De</strong> intuïtie kan ons leiden in het labyrint van de innerlijke verwarring. Het is ons kompas, het<br />
zwaard waarmee de gordiaanse knoop wordt doorgehakt. In meditatieve kringen wordt de<br />
spirituele intuïtie beschouwd als gids tijdens de zoektocht in de schemerzone, het land van de<br />
stilte. Volgens de perennialistische stroming (R. Guénon) gaat het om het vermogen de weg<br />
naar de eigen „spirituele kern‟ te vinden.<br />
Ook kunstwerken en wetenschap doen een beroep op de intuïtie. <strong>De</strong>scartes: “Il n‟y a pas<br />
d‟autres voies qui s‟offrent aux hommes, pour arriver à une connaissance certaine de la vérité,<br />
que l‟intuition évidente et la déduction nécessaire” (12 e regel). <strong>De</strong> intuïtie doet zich voor als<br />
ingevingen, een soort direct weten. Ook het aanvoelen dat bepaalde dingen niet kloppen of<br />
juist wel goed samenhoren. Carl G. Jung: “Intuïtie is een gewaarwording via het onbewuste.<br />
Met ons „derde oog‟ kunnen we ons oriënteren in de situaties waarin ons<br />
waarnemingsvermogen, ons intellect en ons gevoel tekort schieten”. Spinoza had het over de<br />
scientia intuitiva, die de rationele kennis overstijgt, omdat ze vertrekt van de totale<br />
werkelijkheid (van God dus); het is het derde en hoogste niveau van weten.<br />
Veel mensen beschikken over een of meerdere „alter ego‟s‟. <strong>De</strong> dichter Leo Vroman noemt<br />
het „zijn mededier‟: “In Uw vreemde lijf verschijnen / Tuinen van plezier, / Waar een wezen<br />
van warrelende pijnen / In uitgroeit, een mededier”. Bekend zijn de vele heteroniemen van de<br />
Portugese auteur Fernando Pessoa (1888-1935), zoals Alberto Caeiro, Alvaro de Campos,<br />
Ricardo Reis, Bernardo Soares – allen met eigen profiel en eigen tragedie. In navolging van S.<br />
Freud zouden we kunnen stellen dat de spanningen tussen ego, superego en id diverse alter
ego‟s opleveren – met elk een eigen intuïtie. Wij als held of als vedette, maar ook als<br />
gefrustreerd stuk onbenul.<br />
Er zitten ongetwijfeld boosaardige demonen diep in ons verscholen, die bloed ruiken en<br />
wonden likken. Ieder sleept een keten van niet gekoesterde vriendschappen mee. Aldus dolen<br />
wij in de donkere uithoeken met onze maskers en onze schaduwen. Er is altijd wel een rouw<br />
die we niet hebben kunnen afsluiten. En dan duiken de wrakken op. Spiegels bieden een vaak<br />
verwrongen beeld van onszelf tegen een nochtans reële achtergrond; Zoals in de schilderijen<br />
van Francis Bacon.<br />
Marcel Proust wijst erop dat de levens die we elke ochtend opnieuw voor onszelf opbouwen,<br />
altijd worden geleid in de schaduw van andere denkbare levens, die we hadden kunnen leiden<br />
als we onderweg andere keuzes hadden gemaakt. Of wellicht levens waarvan we ons weleens<br />
inbeelden dat we die hadden kunnen leiden. Maar aangezien we slechts één leven hebben,<br />
moeten al die schaduwlevens worden losgelaten als de dag is aangebroken. Toch omhullen ze<br />
ons zachtjes, als een mist die om ons heen zweeft, waar we ook gaan.<br />
<strong>De</strong> meeste mystici voelen zich naar God georiënteerd via hun intuïtie. Willem van Sint-<br />
Thierry schrijft hieromtrent in zijn Gulden Brief: “Wat spontaan in de geest opkomt … wordt<br />
niet door één of andere leer bijgebracht, maar uit eigen intuïtie beseft de rede dat dit begrip<br />
haar van nature eigen is. Van dit begrip is het belangrijkste, datgene wat over God gekend<br />
wordt”. In dezelfde zin schrijft Rudolf Steiner acht eeuwen later: “<strong>De</strong> verbinding met de<br />
geestelijk-goddelijke wereld verloopt via het Christusprincipe, dat ieder mens in zichzelf kan<br />
ontdekken”.<br />
Met de intuïtie worden de geheimen/de mysteriën onthuld, vaak na/tijdens een levenslange<br />
(en unieke) reis. Het is de waarheid van de mens en de kosmos achter de schijn. We<br />
beschikken al over de „sleutel‟, maar nog niet over de deur die erbij past. In elk geval wordt<br />
hier het denken overstegen.<br />
<strong>De</strong> paradox is een toestand of bewering met een ingebouwde onmogelijkheid. Uitspraken<br />
zoals „ik lieg‟, „ik slaap‟, „ik ben dood‟, „deze zin is onwaar / is niet geschreven‟, „wees<br />
spontaan‟, behoren tot de paradoxale categorie contradictio in terminis. Ik verlang dat mijn<br />
verlangen niet voldaan wordt: erop ingaan betekent juist wel voldoen.<br />
<strong>De</strong> mens zelf is een paradoxaal wezen, dat grote gelukservaringen kan hebben in de<br />
ongelukkigste situaties en dat de schoonheid beleeft bij het aanschouwen of beluisteren van<br />
een kunstwerk dat dood en vernieling afschildert. Hetgeen zich binnen handbereik lijkt te<br />
bevinden, wijkt vaak terug zodra we het willen grijpen.<br />
Paradoxen komen weleens tot uitdrukking in een merkwaardig of onbedoeld gevolg. <strong>De</strong> beste<br />
voorbereiding van de meditatie is het opgeven van alle verlangens; wie niets meer verlangt<br />
krijgt het niets dat hij verlangt. <strong>De</strong> paradox van Prigogine: hoe coherenter de verbindingen<br />
van een open structuur, des te meer vatbaar voor transformatie.
Er ontstaat een semantische paradox, wanneer de betekenis van een of meer woorden binnen<br />
een zin verandert. Zoals vaak in taoïstische teksten: “<strong>De</strong> Tao is eeuwig niet doende, toch is er<br />
niets dat het niet doet‟ – waar „niet doen‟ eerst als „niet gehecht aan het resultaat‟ wordt<br />
beschouwd, en daarna als een efficiënte methode. “Ceci n‟est pas une pipe” (Magritte): het<br />
gaat inderdaad om een geschilderde (en geen echte) pijp. <strong>De</strong> eersten zullen de laatsten zijn.<br />
<strong>De</strong> cirkelparadox. <strong>De</strong> oeroboeros is de slang die in de eigen staart bijt. Zichzelf aan de haren<br />
optrekken. <strong>De</strong> opmerking van Groucho Marx dat hij nooit lid zou willen worden van een<br />
vereniging waar ze hem als lid zouden accepteren. <strong>De</strong> verzameling van alle verzamelingen<br />
kan niet bestaan. Men kan „neen‟ niet verslaan door er „neen‟ tegen te zeggen. Kan God een<br />
steen maken die zou zwaar is dat Hij hem niet kan optillen? Shankara: “Bestudering van de<br />
heilige boeken is vruchteloos zolang Brahman niet is ervaren. En wanneer Brahman is<br />
ervaren, is het nutteloos de heilige boeken te lezen”.<br />
<strong>De</strong> koan van het zenboeddhisme wil de logica opzettelijk doorbreken. Waar ligt de derde<br />
oever van de rivier? Dicht bij de koan liggen de beeldparadoxen (zoals in de tekeningen van<br />
Escher), die ev. een spirituele verwezenlijking tonen: de rivier die tegelijk naar de bron en<br />
naar de monding vloeit, de symbolische zon die tegelijk licht uitstraalt en opslorpt.<br />
<strong>De</strong> paradoxen berusten op zelfverwijzing. Ze kunnen vaak worden opgelost door een<br />
contextverruiming. <strong>De</strong> paradox van de traditie is, dat ze alleen door vernieuwing levend kan<br />
blijven.<br />
Het subtiele, het immateriële, het ongrijpbare behoort prioritair tot de esoterische realiteit.<br />
Paracelsus en zijn Spiritus Vitae (levensadem), de christelijke kabbalisten met hun engelen en<br />
hun sefirot, het magnetisme van Mesmer (en de magische uitstraling in het algemeen), de zes<br />
subtiele lichamen van Blavatsky (van etherisch tot atomisch), de Ziel of het Zelf in talloze<br />
initiatieke en religieuze organisaties, Nefesh-Roeach-Neshamah in de joodse Kabbala, de<br />
chakra‟s van het boeddhisme, de heksen en hun krachtkegel, de aura en het astraallichaam bij<br />
New Age-auteurs.<br />
Het subtiele is niet onzichtbaar, het vraagt wel om het geoefend oog van de ingewijde. <strong>De</strong><br />
Meester ervaart de relatie tussen de dingen, hun interactie, de analogie, hun sympathie, de<br />
cyclussen en metamorfosen. Solve et coagula (los op en klit weer samen) zeiden de<br />
alchemisten.<br />
Men vindt tal van esoterische kunstwerken (of werken die esoteristen op een subtiele wijze<br />
aanspreken), o.m. omdat ze spiritualiteit uitstralen, zoals oude labyrinten, heilige boeken,<br />
schilderijen van Jeroen Bosch of William Blake of Mondriaan, kastelen en hun fresco‟s,<br />
tempels en kloosters en kapellen en kathedralen, Stonehenge, het Goetheanum van Steiner,<br />
liederen van Hildegard von Bingen en van J.S. Bach, de opera <strong>De</strong> Toverfluit van Mozart,<br />
pianowerken van Gurdjieff, fuga‟s van Michael Maier en (alweer) van J.S. Bach, de grot van
Lascau (en vele soortgelijke rotstekeningen), de Villa dei Misteri in Pompeï, gouden<br />
amuletten en andere kleinodiën, edelsmeedwerk, etcetera.<br />
Visvanatha zegt: <strong>De</strong> schoonheidservaring is pure zelfopenbaring, de echte tegenhanger van de<br />
mystieke ervaring. Ze wordt door hen genoten die er de geschiktheid voor bezitten. Evenals<br />
de poëzie en de muziek brengen ze ons vanzelf op het pad van het subtiele.<br />
<strong>De</strong> meeste meditaties verlopen langs subtiele wegen. <strong>De</strong> kabbalist die het En-soph probeert te<br />
bereiken oriënteert zich op een niet-richting zonder afstand, probeert het niet-kenbare te<br />
kennen, het onverklaarbare te verklaren, vanuit zijn povere ik dat er niet meer is, verdwijnt in<br />
de ervaring zelf, gedragen door de Ungrund. Er wordt ervaren, het ego verdwijnt.<br />
Meditatie<br />
In de meeste esoterieën wordt de meditatie beschouwd als de belangrijkste methode om de<br />
sacrale kennis te verwerven. Om bv. te kunnen overgaan van de basis<strong>graden</strong> naar de <strong>hogere</strong><br />
<strong>graden</strong>. En om het eventuele streefdoel van deze laatste te bereiken/benaderen, bv. vanuit het<br />
eigen spiritueel centrum op te stijgen naar het universele / onsterfelijke / goddelijke / absolute.<br />
<strong>De</strong> oosterse meditatietechnieken werden in Europa tijdens de 19 e eeuw vooral ingevoerd door<br />
Helena Blavatsky en het Theosofisch Genootschap. <strong>De</strong> meditatie staat in het boeddhisme<br />
centraal bij de ontwikkeling van de eigen geschiedenis en bij het afwerpen van de sluier van<br />
maya (de illusie). Er bestaat een oeverloze literatuur in dit verband.<br />
Meestal verloopt het meditatieve proces in drie fasen: zelfkennis, onthechting van het ego,<br />
doorbraak van een hoger bewustzijn. <strong>De</strong> gids tijdens de reis is onze eigen (spirituele) intuïtie,<br />
hier verwijzend naar een halfbewust weten van de universele eenheid der dingen.<br />
<strong>De</strong> meditatie veronderstelt een „goede intentie‟, nl. een geschikte basishouding, receptief en<br />
gericht. Twang-tseu geeft als raad: “Luister niet met de oren, maar met het hart. Daarna zult<br />
ge niet langer luisteren met het hart, maar met de adem … <strong>De</strong> wijze verbindt zich met de<br />
tienduizend wezens en dingen, zich versmeltend met hun continuïteit … <strong>De</strong> volmaakte blijft<br />
afwezig uit zichzelf … Wees de leegte!”. Martin Buber zegt ons waarom: “Wie vervuld is van<br />
zichzelf, in hem vindt God geen ruimte”.<br />
Het eigenlijke proces wordt op gang gebracht door een „ontsluiter‟, die het bewustzijn<br />
bevrijdt. Naargelang van de eigen aanleg zal men kiezen voor hetzij een extreme concentratie,<br />
hetzij het leeglopen van de geest – ook resp. „objectgericht‟ en „objectvrij‟ geheten. Zowel het<br />
een als het ander leidt tot „stilte‟, de afwezigheid van denken en beelden. Men kan zich<br />
concentreren op bv. een paradox, een haiku, een heilige tekst, een mandala, een kaarsvlam,<br />
een cultusbeeld, het eigen bewustzijn, meestal beginnend met de eigen ademhaling.<br />
Bij de diffuse technieken probeert men integendeel de aandacht maximaal te verruimen, om<br />
aldus een soort alerte passiviteit te bereiken.
In elke initiatieke organisatie ontstaat een meditatieve sfeer dankzij de ritus; de symbolen<br />
wijzen de weg. Volgens Gautama, de Boeddha, leiden 84.000 meditatieve wegen naar de<br />
Verlichting.<br />
<strong>De</strong> toestand tijdens de stilte wordt ook „trance‟ geheten. <strong>De</strong> trance is vooral bekend geraakt<br />
door het spiritisme (trancemediums) en de latere channeling, maar ook door de écriture<br />
automatique en veel andere paranormale activiteiten. Tijdens deze eerste fase worden<br />
regressiefenomenen ervaren, men groeit terug naar de begintoestand van zijn ontwikkeling.<br />
Onderweg ontmoeten we demonen en sirenen, mislukkingen en successen. Uit het onbewuste<br />
moeten de krachten worden gehaald om te kunnen opstijgen naar het bovenbewuste.<br />
We zullen vooral onze contradicties niet vermijden. We hebben immers ook het demonische<br />
nodig om onszelf te worden. Rilke zei slechts die tegenstellingen te vrezen die tot verzoening<br />
geneigd zijn; zij leiden tot een versmalling van het leven. <strong>De</strong> uitdaging, niet om de<br />
tegenstrijdigheden van ons leven op te lossen, maar ermee te leven, vormt een bron van<br />
geestelijke kracht.<br />
Christus zegt dan ook in de Bergrede: “Wederstaat den Boze niet!”; er wordt hier aangeraden<br />
het kwaad niet te bestrijden. Men komt niet tot het ware menszijn door steeds het goede te<br />
willen; men zal eerder het kwade in zich opnemen. Zoeken naar het echte eerder dan het<br />
„goede‟. <strong>De</strong> apostelen zijn niet compleet zonder Judas. Het probleem van Eva was niet dat ze<br />
in „de appel‟ beet, maar dat ze aandacht schonk aan de duivel. <strong>De</strong> woestijnvaders wezen al op<br />
de dwaasheid, de demonen met eigen wapens te willen bestrijden; beter is het volgens hen<br />
vertrouwen te hebben in de Gezalfde. Het streven naar volledige ontplooiing overstijgt het<br />
inwendige morele conflict. <strong>De</strong> kruisgang gaat dwars door de tegenstellingen heen.<br />
<strong>De</strong> tweede fase is een eerste doorbraak, de eerste wedergeboorte. <strong>De</strong> black box van de realiteit<br />
gaat open. Gigantische energieën lijken los te barsten in de hersenen. Het heet soms een<br />
„verlichting‟, de ervaring van het intensieve witte licht van de leegte. Paulus ervoer het als een<br />
bliksem op de weg naar Damascus, Ruusbroec als het „inscinen der gracien Gods‟.<br />
Mohammed viel bewusteloos bij het ervaren van zo‟n licht, Johannes van het Kruis werd<br />
herhaaldelijk door het licht overvallen. Robert Fludd: “In Uw licht zullen wij het licht<br />
aanschouwen”. In de chakrameditatie gaat het om de voorhoofdchakra, de zesde. Het is dit<br />
licht dat „in de diepste duisternis‟ schijnt.<br />
Bekend is de uitspraak van Jezus: “Ik ben het licht van de wereld. Wij mij volgt, dwaalt niet<br />
rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten” (Joh. 8:12). In de bijbel is er<br />
aldus sprake van het spirituele licht op tientallen plaatsen. Allah is volgens de koran „het licht<br />
van de hemelen en van de aarde‟. <strong>De</strong>ze dualiteit licht-duister geeft derhalve een ongelijke<br />
verhouding weer: het duister is een afwezigheid van licht, maar licht is niet de afwezigheid<br />
van duister, het is hier alleen een contrast.<br />
<strong>De</strong>rde en laatste fase is de spirituele bevrijding, een staat van niet-zijn, de definitieve<br />
wedergeboorte. Hier heest de zuivere stilte, onbegrensd, zonder inhoud. Men spreekt van<br />
„diepe trance‟. Het empyreum van Dante. Men ervaart de nabijheid van het Mysterie. In deze<br />
staat van gelukzalige leegte is niets nog onderscheidbaar. Angelus Silesius: “Ein Fünklein
ausser‟m Feu‟r, ein Tropfen ausser‟m Meer, Was bist du doch, o Mensch, ohn deine<br />
Wiederkehr?”. Gedaan met het ronddolen in het labyrint van tijd en ruimte.<br />
“Tat svam asi” zegt de Chandogya Upanishad, “dat (atman) zijt gij”. In het vinden van de<br />
stilte bereikt men een toestand waarin alles in het universum tot een eenheid is verweven.<br />
Patanjali onderscheidt twee soorten samadhi; bij savikalpa samadhi ervaart de yogi nog een<br />
onderscheid tussen onderwerp en subject (bv. hemzelf en God), bij nirvikalpa samadhi bestaat<br />
geen onderscheid meer. Dit laatste stadium is de bevrijding, er wordt geen karma meer<br />
aangemaakt. Boeddha: “Het nirvana van de Nieuwe Mens is daar waar niets anders meer is<br />
dan wat door de geest van zichzelf wordt ervaren”.