Werkboek blok 1 - Noordhoff Uitgevers
Werkboek blok 1 - Noordhoff Uitgevers
Werkboek blok 1 - Noordhoff Uitgevers
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2<br />
1<br />
2<br />
3<br />
1<br />
Huisdieren<br />
De tekst in het leesboek gaat over een gezin dat zijn poes zoekt.<br />
Verteller<br />
Anouk<br />
Moeder<br />
Anouk<br />
Anouk en Thomas zijn hun poes Jildu kwijt. Ze is niet komen<br />
ontbijten en nu is ze ook niet komen opdagen voor het avondeten.<br />
De tweeling is inmiddels behoorlijk ongerust.<br />
(ongerust): Ze kan wel onder een auto zijn gekomen, of onder<br />
één of andere brommer.<br />
(rustig): Auto’s en brommers rijden gelukkig niet zo hard hier<br />
in de buurt, lieverd. Dáár zou ik me geen zorgen over maken.<br />
(paniekerig): Er hoeft er toch maar één tussen te zitten?<br />
Oefen eerst de onderstreepte woorden. Lees dan de zinnen, zo levendig<br />
mogelijk.<br />
Zet een verdeelstreep voor of achter het basiswoord. Lees dan de rijtjes,<br />
steeds vlotter.<br />
1 ontkennen 2 opvallend 3 eigenlijk<br />
4<br />
onbekend<br />
inbreken<br />
verwarming<br />
uithalen<br />
aantrekken angstig<br />
gemiauw<br />
gekriebel<br />
geheimzinnig<br />
a Van superlollig tot superverdrietig. Lees de tekst zachtjes voor<br />
en laat horen hoe Anouk en Thomas zich voelen.<br />
Thomas<br />
Anouk<br />
Thomas<br />
Anouk<br />
(lacht): Weet je nog hoe superkomisch ze altijd deed<br />
als we met een touwtje voor haar neus zwaaiden?<br />
Dan maakte ze koprollen en haalde ze gekke capriolen uit.<br />
(lacht): En weet je nog als we doperwtjes aten? Dan zat<br />
ze onder de tafel en dan kwam er ineens een pootje tevoorschijn.<br />
En dat pootje ging dan súperonopvallend naar je bord, en hop,<br />
zó een doperwtje weg!<br />
(huilt ineens): Ik ben zo bang dat we haar echt kwijt<br />
zijn… Dat er iets verschrikkelijks met haar is gebeurd…<br />
b Van superbang tot superblij. Lees de tekst zachtjes<br />
voor en laat goed horen hoe de familie zich voelt.<br />
Anouk<br />
Thomas<br />
Vader<br />
Moeder<br />
Thomas<br />
Verteller<br />
Anouk<br />
Verteller<br />
Moeder<br />
(angstig): Thomas? Word wakker! Inbrekers!<br />
(verbijsterd): Inbrekers?!<br />
(geruststellend): Natuurlijk niet!<br />
(ongerust): Kijken kan nooit kwaad!<br />
(stoer): Pap, mijn honkbalknuppel! Hier!<br />
De familie is muisstil. Dan horen ze:<br />
gekriebel en… gemiauw!<br />
(blij): Jildu! Het kwam uit het keukenkastje!<br />
Anouk trekt het keukenkastje open.<br />
(lacht): Dát is pas een verrassing!<br />
gelukkig<br />
verrassing<br />
natuurlijk<br />
gigantisch
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
Welke zinnen horen bij de regieaanwijzingen? Verbind ze met<br />
een lijn. Lees de tekst daarna op de goede toon.<br />
ongerust<br />
teleurgesteld<br />
enthousiast<br />
Moeder<br />
Anouk<br />
Vader<br />
Thomas<br />
Moeder<br />
Thomas<br />
Anouk<br />
Thomas<br />
Vader<br />
Moeder<br />
paniekerig<br />
Lees de woorden van links naar rechts, steeds sneller.<br />
1 onder – eronder – eronderuit<br />
haal – halen – uithalen<br />
zweet – bezweet – bezwete<br />
mopper – mopperen – mopperend<br />
2<br />
verrast<br />
Zet verdeelstrepen tussen de woorden. Maak ze zo lang<br />
mogelijk. Laat geen stukjes over. Lees dan de woorden vlot.<br />
tevoorschijneergisterenvleermuizenverschrikkelijkfamilie<br />
geheimzinnigeallemaalschatteboutvanavondgekriebelabsoluut<br />
sinaasappelkistjeknuffelenbuitelenenthousiastbekennnen<br />
Elk woord bestaat uit twee woorden. Zet er een verdeelstreep<br />
tussen. Lees dan de rijtjes, steeds vlotter.<br />
meelevend<br />
Wat gek. Jildu is niet thuisgekomen.<br />
Als er maar niks met haar is gebeurd!<br />
Rustig maar. Dat zal heus wel meevallen.<br />
Daar is ze! Onder die auto! Hoera!<br />
Nee, ze is het niet.<br />
Ik hoop maar dat ze snel weer thuiskomt.<br />
Ik hoor inbrekers!<br />
Inbrekers?!<br />
Nu moet ik zeker gaan kijken? Oké. Ik ga al!<br />
Kijk nou eens!<br />
mopperend<br />
opvallen – opvallend – onopvallend<br />
gigant – gigantisch – gigantische<br />
keuken – keukenkast – keukenkastje<br />
veilig – beveiliging – inbraakbeveiliging<br />
1 kattenmepper 2 stapelbed<br />
3 nachtmerrie<br />
4<br />
krantenjongen<br />
bovenin<br />
inbraakbeveiliging<br />
lantaarnpaal<br />
weggebleven<br />
honkbalknuppel<br />
binnenkomen<br />
doperwtjes<br />
huiskamer<br />
angstig<br />
hoopvol<br />
eronderuit<br />
razendsnel<br />
superdik<br />
verderop<br />
verbijsterd<br />
3
4<br />
1<br />
2<br />
3<br />
2<br />
2<br />
Huisdieren<br />
De tekst in het leesboek gaat over lichaamstaal van honden en katten.<br />
√ ‘Die kat is vals! √ Hij krabde me! √ En ik deed helemaal<br />
niets!’ √ Mensen met katten of honden √ hebben het √ vast wel<br />
eens gehoord. √ Toch zal een kat of hond √ nooit zomaar<br />
uithalen √ naar een mens √ zonder eerst een waarschuwing te<br />
geven. √ Het probleem is alleen √ dat mensen de waarschuwing √<br />
van een huisdier √ niet altijd opmerken. √<br />
Oefen eerst de stukjes tussen de vinkjes vloeiend. Lees dan de hele<br />
tekst zachtjes voor.<br />
a Onderstreep wat hetzelfde is. Lees dan de rijtjes vlot.<br />
1<br />
b Elk woord bestaat uit twee woorden. Zet een verdeelstreep.<br />
Lees dan de rijtjes, steeds vlotter.<br />
1<br />
kattentaal<br />
kattenhater<br />
kattenliefhebber<br />
lichaamstaal<br />
binnenblijven<br />
overkomen<br />
dezelfde<br />
rechtovereind<br />
opmerken<br />
3 4<br />
dierentaal<br />
dierenarts<br />
dierenwereld<br />
2 3<br />
uithalen<br />
andersom<br />
bijvoorbeeld<br />
hooguit<br />
aanvallen<br />
aangeven<br />
a Oefen de stukjes tussen de vinkjes vloeiend.<br />
Lees daarna de tekst zachtjes voor.<br />
√ Lichaamstaal is voor katten √ veel belangrijker √ dan voor ons.<br />
√ Wij gebruiken vooral geluid √ om iets duidelijk te maken. √<br />
Katten doen dat veel minder. √ Ze miauwen en krijsen wel √ maar<br />
met hun lichaam √ zeggen ze veel meer. En katten denken<br />
√ dat wij dat ook doen. √ Zo kan een houding √ die wíj gewoon<br />
vinden √ per ongeluk √ heel vijandig overkomen √ bij een kat. √<br />
b Zet nu zelf vinkjes waar jij even rust. Oefen de stukjes tussen<br />
de vinkjes vloeiend. Lees dan de hele tekst zachtjes voor.<br />
hondenkop<br />
hondenstaart<br />
hondenkenner<br />
Wat doet een kat als jij hem niet aanstaat? Hij geeft dat met zijn<br />
lichaam aan. Katten spreken op zo’n moment allemaal dezelfde<br />
lichaamstaal. Ze maken hun rug krom en strekken hun poten.<br />
Bovendien zetten ze hun haren rechtovereind. Zo maken ze zich<br />
groot en doen ze zich sterker voor dan ze zijn. Met die houding<br />
zeggen ze: ‘Pas maar op, mij pak je niet zomaar.’
4<br />
5<br />
6<br />
Onderstreep wat erbij is gekomen. Lees de woorden van links naar<br />
rechts, steeds sneller.<br />
Leestekens helpen je om de tekst goed te lezen. Verbind de zinnen<br />
met de juiste uitleg. Lees de zinnen op de goede manier.<br />
–<br />
‘’<br />
!<br />
vriend – vriendelijk<br />
gezel – gezelschap<br />
luister – luisteren<br />
boodschap – boodschappen<br />
blij – blijdschap<br />
1 2<br />
nieuw – nieuwtje – nieuwtjes<br />
Door dit teken, weet je dat<br />
er een stukje van het<br />
woord is weggelaten.<br />
Wat hiertussen staat,<br />
wordt door iemand<br />
gezegd.<br />
De zin wordt harder en<br />
met nadruk uitgesproken.<br />
1 ‘Pas maar op, mij<br />
pak je niet zomaar.’<br />
2 Dat is érg belangrijk!<br />
3 Die kat is vals!<br />
Hij krabde me!<br />
4 De ‘lagere’ hond moet<br />
naar de hogere luisteren.<br />
5 Honden- en kattentaal is<br />
anders dan mensentaal.<br />
Lichaamstaal hoort bij wat je zegt. Probeer het maar eens verkeerd<br />
te doen. Doe zoals het plaatje en zeg het zoals het tussen haakjes<br />
staat. Merk je hoe lastig dit is?<br />
(geschrokken): Pas op!<br />
Er komt een auto aan!<br />
(verliefd): Wat ben jij stoer<br />
en knáp…<br />
beeld – voorbeeld – bijvoorbeeld<br />
dacht – gedacht – gedachten<br />
belang – belangrijk – belangrijker<br />
twijfel – twijfelen – twijfelend<br />
(gemeen): Hé hé hé hé!<br />
Ik ga dat goud stelen…<br />
‘ ’<br />
Als dit op een letter staat,<br />
krijgt de letter of het<br />
woor(deel) extra nadruk.<br />
Dit betekent zogenaamd.<br />
Het is niet echt zo, maar de<br />
honden vinden dat.<br />
(boos): Hou op! Ga weg!<br />
(teleurgesteld): Waarom<br />
krijg ík nou geen drop?<br />
5
6<br />
1<br />
2<br />
3<br />
3<br />
Huisdieren<br />
De tekst in het leesboek gaat over stamboekkoeien.<br />
1 Het stamboek was vroeger een echt boek voor koeien en<br />
stieren van hetzelfde ras.<br />
2 Tegenwoordig bestaat het stamboek nog steeds, alleen is<br />
het geen boek meer maar een computer.<br />
3 De regels zijn inmiddels behoorlijk veranderd: als bijvoorbeeld<br />
vroeger de horens scheef stonden werd een koe<br />
onmiddellijk afgekeurd.<br />
4 De vacht is dus helemaal niet belangrijk, want de koe geeft<br />
niet meer melk als er tussen haar ogen een wit hartje zit<br />
in plaats van een hele bles!<br />
Lees de zin. Zet een vinkje waar je rust. Lees dan de hele zin hardop.<br />
Onderstreep bekende woorden. Lees daarna de lange woorden vlot.<br />
rapportcijfer<br />
zesentachtig<br />
ligboxenstal<br />
a Een gedicht heeft vaak een ritme. Hier zie je zo’n gedicht.<br />
Als je het leest, kun je de maat slaan. De strepen geven de<br />
klemtoon aan. Zet nu zelf de strepen in de regels waar ze<br />
nog niet staan.<br />
Met koeienletters<br />
Als het kalf verdronken is<br />
en men dempt de put<br />
met ouwe koeien uit de sloot,<br />
zet men zichzelf voor schut.<br />
De koe bij de horens vatten<br />
lijkt beter op z’n plaats,<br />
maar niet als een dolle stier,<br />
zo vangt een koe geen haas.<br />
Met plannen goed herkauwen,<br />
voorkom je menig boe,<br />
't duurt even, maar dan heb je ook<br />
een waarheid als een koe.<br />
stamboekkoe<br />
koeienrassen<br />
éénmeterveertig<br />
1 2 3<br />
b Lees het gedicht in dit ritme of rap het gedicht hardop.<br />
stamboekinspecteur<br />
melkveestamboek<br />
bokkensprongen
4<br />
5<br />
6<br />
Lees de tekst en zet vinkjes waar je even rust. Oefen die stukjes<br />
fluisterend. Lees dan de hele tekst hardop, goed op toon.<br />
‘Nou, √een lekkere vaars hoor, beslist een goeie koe. Zie je die uier?<br />
Mooi rood van kleur en hij zit goed vast aan de buik. Het moet<br />
natuurlijk geen frietenzak zijn die daar tussen die benen bungelt.<br />
En je kan, een, twee, drie lange ribben tellen. Prima heupen ook,<br />
van daaraf gaat het schuin naar beneden, dan kan het kalf er<br />
gemakkelijk uit. Dit exemplaar krijgt zesentachtig punten en dat is<br />
een mooie score.’<br />
Zet een verdeelstreep na elk lang woord. Lees de woorden vlot.<br />
natuurlijkgemakkelijkkostbareschoonheideigenschapbelangrijkmerkwaardigonmiddellijkgrondig<br />
a Lees de zin. Zet vinkjes waar je rust. Lees nog een keer.<br />
Een koe is een merkwaardig beest wat er ook in haar geest<br />
moge zijn haar laatste woord is altijd boe.<br />
b Deze zin is eigenlijk een gedicht. Lees het gedicht en rust aan het<br />
eind van elke regel. Lees dan nog een keer vloeiend en rust waar<br />
jij dat het beste vindt.<br />
De koe<br />
Een koe<br />
is een merkwaardig beest<br />
wat er ook in haar geest<br />
moge zijn<br />
haar laatste woord<br />
is altijd<br />
boe.<br />
7
8<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
Huisdieren<br />
De tekst in het leesboek gaat over een jongen die gek is op<br />
insecten.<br />
Ik heet Adam Krikkelstein, een rare naam natuurlijk, maar zij<br />
noemen me soms Adam Aardappelluis, Krekelman of<br />
gewoon Buzz. Niet omdat mijn haar hetzelfde zit als dat van<br />
Buzz Lightyear, maar omdat ik een insectenfreak ben. Bzzz,<br />
bzzz, bzzz. Vandaar.<br />
Een paar van de insecten in de kooien heb ik zelfs zelf<br />
gevangen zoals de alfalfarups, de twaalfstips<br />
komkommerkever en de zilverkleurige paarlemoervlinder.<br />
Om eerlijk te zijn ben ik liever op insectenjacht of bezig met<br />
een proefje dan dat ik in het zwembad lig. Alhoewel ik het<br />
zwembad ook nooit zo erg vond, want dat was een goede plek<br />
voor waterjuffers en muskietenlarven.<br />
Lees de tekst. Onderstreep de woorden die je moet oefenen en lees<br />
ze drie keer hardop. Lees dan nog eens fluisterend en rust bij .<br />
De lange woorden vliegen je om de oren! Zet een verdeelstreep in<br />
de woorden. Lees de woorden vlot.<br />
slijmsporen<br />
stofzuigerslang<br />
buitenaardse<br />
akkerdistel<br />
superpestkop<br />
baseballkaarten<br />
insectensoort<br />
bladspringer<br />
zuiveringszout<br />
elandachtige<br />
1 2 3<br />
Lees de zinvolle eenheden drie keer, steeds vlotter.<br />
• spuugballen van kauwgom<br />
• voortdurend op zakenreis<br />
• sommige exemplaren<br />
• meer chloor in het zwembad<br />
• reuzeleuk en reuzeslim<br />
• een paar zomers geleden<br />
• een meisjeskever in de buurt<br />
kamperfoeliestruiken<br />
kroontjeskruid<br />
groengeelachtig<br />
museumcollectie<br />
lieveheersbeestjes<br />
• de slijmsporen op onze veranda<br />
• mijn meest favoriete plek op de wereld<br />
• op de voorraadplank in de kelder<br />
• een oude, verwilderde bloementuin<br />
• tussen alle kruimels en stofnesten<br />
• de soorten die bijten of steken<br />
• met een lepel door de snackbar
4<br />
5<br />
6<br />
De bijen zijn ontsnapt. Kun je nog lezen wat er staat? Schrijf het<br />
woord achter de zin. Lees de tekst vlot.<br />
Met de honingbijen heb ik een ander experiment<br />
gedaan.<br />
Ze zijn een beetje gevaarlijk om mee te werken<br />
dus heb ik eerst een geheime drank gemaakt om<br />
ze in slaap te laten vallen.<br />
(Ik kan echt niet verklappen wat er allemaal in die<br />
drank zat, maar het is te vinden in de keukenkast<br />
en op de voorraadplank in de kelder.)<br />
Toen de bijen eenmaal buiten westen waren, heb<br />
ik ze geopereerd en hun angel weggehaald.<br />
Een paar van die grote werden toch nog wakker<br />
tijdens de operatie en hebben me gestoken.<br />
Gelukkig had ik een bord pap met zuiveringszout<br />
bij de hand voor spoedgevallen.<br />
ander<br />
Lees eerst de woorden. Trek dan steeds een lijn en maak een lang<br />
woord. Lees de lange woorden twee keer vlot.<br />
snack<br />
voorraad<br />
baby<br />
spoed<br />
akker<br />
gevallen<br />
plank<br />
slakje<br />
bar<br />
distel<br />
brand<br />
voel<br />
zaken<br />
aardbeien<br />
dieren<br />
1 2 3 4<br />
Insecten in een lange rij! Zet een verdeelstreep tussen de dertien<br />
diertjes. Lees de woorden drie keer fluisterend.<br />
veldkrekelpissebedhoningbijalfalfarupssprinkhaankomkommerkever<br />
reis<br />
tuinen<br />
netel<br />
hoorntjes<br />
ijsje<br />
waterjufferbladspringerlieveheersbeestjewandluismuskietenlarfpaarlemoervlinderoorworm<br />
9