Handleiding thema 5 en 6 - Noordhoff Uitgevers
Handleiding thema 5 en 6 - Noordhoff Uitgevers
Handleiding thema 5 en 6 - Noordhoff Uitgevers
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Werk<strong>en</strong> met de atlas<br />
Achtergrondinformatie<br />
Deze les vormt de overgang naar het schaal-<br />
niveau van heel Nederland. Voor het eerst komt<br />
e<strong>en</strong> gebied groter dan de regio aan bod. Les 1<br />
begint met de verdeling van Nederland in twaalf<br />
provincies. Daarnaast komt de atlas voor het eerst<br />
uitgebreid aan bod: wat is e<strong>en</strong> atlas? En hoe werkt<br />
e<strong>en</strong> atlas?<br />
In les 2 staat Amsterdam c<strong>en</strong>traal. Aan de hand<br />
van deze stad word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong><br />
van de opbouw van e<strong>en</strong> stad herhaald <strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
nieuwe stedelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geleerd.<br />
Het <strong>thema</strong> van les 3 is vervoer. Allerlei soort<strong>en</strong><br />
infrastructuur, variër<strong>en</strong>d van de HSL tot internet,<br />
kom<strong>en</strong> voorbij.<br />
1 De kaart van Nederland<br />
Atlas<br />
E<strong>en</strong> atlas is e<strong>en</strong> boek met geografische kaart<strong>en</strong>.<br />
Het woord stamt uit de Griekse mythologie. In de<br />
leg<strong>en</strong>de verliest Atlas de strijd met de oppergod<br />
Zeus. Zeus straft Atlas door hem aan het einde van<br />
de wereld het hemelgewelf te lat<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>. Het<br />
‘einde’ van de wereld lag volg<strong>en</strong>s de oude griek<strong>en</strong><br />
waar nu het Atlasgebergte (in Marokko) ligt. Atlas<br />
betek<strong>en</strong>t in het Grieks ‘drager’.<br />
Op het Paleis op de Dam in Amsterdam staat e<strong>en</strong><br />
beeld van Atlas die e<strong>en</strong> wereldbol draagt.<br />
2 Amsterdam<br />
Hoofdstad, ge<strong>en</strong> regeringsstad<br />
De hoofdstad van e<strong>en</strong> land is de stad waar de regering<br />
<strong>en</strong> het staatshoofd van e<strong>en</strong> land gevestigd<br />
zijn. Nederland vormt hierop e<strong>en</strong> uitzondering.<br />
D<strong>en</strong> Haag is vanaf 1584 de zetel van de regering<br />
geweest, met uitzondering van 1808 tot 1810<br />
(Amsterdam) <strong>en</strong> van 1940 tot 1945 (Lond<strong>en</strong>).<br />
Alle<strong>en</strong> in de Franse tijd, to<strong>en</strong> de Republiek der<br />
Nederland<strong>en</strong> e<strong>en</strong> koninkrijk werd, werd Amsterdam<br />
het regeringsc<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> de hoofdstad. De<br />
to<strong>en</strong>malige vorst Lodewijk Napoleon vestigde zich<br />
in Amsterdam. To<strong>en</strong> de Frans<strong>en</strong> in 1813 vertrokk<strong>en</strong><br />
5<br />
<strong>en</strong> Koning Willem I in 1815 aantrad, bleef Amsterdam<br />
de hoofdstad. De regering ging terug naar<br />
D<strong>en</strong> Haag. In de periode van het Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk<br />
der Nederland<strong>en</strong> was naast Amsterdam, ook<br />
Brussel hoofdstad.<br />
Stad op pal<strong>en</strong><br />
Amsterdam die grote stad is gebouwd op pal<strong>en</strong>,<br />
als die stad e<strong>en</strong>s ommeviel, wie zal dat dan<br />
betal<strong>en</strong>? Dit oude kinderrijmpje verwijst naar het<br />
feit dat er in de laaggeleg<strong>en</strong> del<strong>en</strong> van Nederland<br />
geheid moet word<strong>en</strong>. Hei<strong>en</strong> wil zegg<strong>en</strong> dat pal<strong>en</strong><br />
in de zachte ve<strong>en</strong>- of kleigrond geslag<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
tot ze e<strong>en</strong> stevige zandlaag bereik<strong>en</strong>. De meeste<br />
gebouw<strong>en</strong> in Amsterdam staan op pal<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />
zandlaag op e<strong>en</strong> diepte van 15 tot 28 meter. De<br />
hoogste gebouw<strong>en</strong> staan op e<strong>en</strong> zandlaag op 55<br />
meter onder NAP.<br />
Amsterdammertje<br />
Eeuw<strong>en</strong>lang al gebruikt de geme<strong>en</strong>te Amsterdam<br />
paaltjes om het parker<strong>en</strong> van karr<strong>en</strong> <strong>en</strong> auto’s<br />
teg<strong>en</strong> te gaan <strong>en</strong> om op<strong>en</strong>bare ruimt<strong>en</strong> veiliger te<br />
mak<strong>en</strong>. Sinds 1972 is e<strong>en</strong> paaltje met drie kruiz<strong>en</strong><br />
erop ingevoerd: het Amsterdammertje. Deze invoering<br />
moest het foutparker<strong>en</strong> op stoep<strong>en</strong> <strong>en</strong> trottoirs<br />
teg<strong>en</strong>gaan, omdat het volkom<strong>en</strong> uit de hand liep.<br />
Het Paleis op de Dam<br />
Het Paleis heet officieel: het Koninklijk Paleis<br />
Amsterdam. Het gebouw is 80 meter lang <strong>en</strong> 56<br />
meter breed <strong>en</strong> het staat op 13.659 pal<strong>en</strong>.<br />
Het Paleis werd van 1648 tot 1667 gebouwd als<br />
stadhuis. In 1808 nam Lodewijk Napoleon, de<br />
broer van de Franse keizer Napoleon <strong>en</strong> Koning<br />
van Holland, het gebouw in gebruik als paleis.<br />
Teg<strong>en</strong>woordig wordt het onder meer gebruikt<br />
tijd<strong>en</strong>s staatsbezoek<strong>en</strong>, voor de jaarlijkse uit-<br />
reiking<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de prijz<strong>en</strong>, zoals de<br />
Erasmusprijs, voor de Nieuwjaarsrecepties van de<br />
koningin <strong>en</strong> voor andere officiële ontvangst<strong>en</strong>.<br />
29
30<br />
3 Van hier naar daar<br />
Woon-werkverkeer<br />
Gemiddeld reiz<strong>en</strong> elke werkdag ruim vijf miljo<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> naar het werk. Zes van de ti<strong>en</strong> nem<strong>en</strong><br />
daarbij de auto. Bijna 10% reist met het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer, 25% fietst naar het werk <strong>en</strong> 3% loopt. De<br />
gemiddelde woon-werkafstand nam de afgelop<strong>en</strong><br />
jar<strong>en</strong> verder toe. Nederlanders zijn ook steeds meer<br />
gaan rijd<strong>en</strong> met hun auto. Vanaf 2001 steeg het<br />
gemiddelde aantal kilometers per auto gestaag.<br />
De gemiddelde autorijder rijdt ongeveer 14.000<br />
kilometer per jaar.<br />
HSL-Zuid<br />
De Hoge Snelheids Lijn-Zuid loopt van Amsterdam,<br />
via Schiphol <strong>en</strong> Rotterdam naar België <strong>en</strong><br />
heeft zo verbinding met het Europese hogesnelheidsnetwerk.<br />
Dat ontwikkelt zich vooral vanuit<br />
Frankrijk (TGV) <strong>en</strong> Duitsland (ICE). De trein die<br />
door de Kanaaltunnel rijdt (de Eurostar) verbindt<br />
de sted<strong>en</strong> Lond<strong>en</strong>, Parijs <strong>en</strong> Brussel met elkaar via<br />
Lille. Ook Spanje (AVE) <strong>en</strong> Italië bouw<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />
HSL.<br />
In de toekomst kan de HSL met 300 kilometer per<br />
uur over het spoor rijd<strong>en</strong>. Om ervoor te zorg<strong>en</strong> dat<br />
deze trein<strong>en</strong> veilig door, over <strong>en</strong> onder het dichtbevolkte<br />
west<strong>en</strong> <strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van Nederland kunn<strong>en</strong><br />
rijd<strong>en</strong>, zijn 170 weg- of waterbouwkundige bouwwerk<strong>en</strong>,<br />
zoals viaduct<strong>en</strong>, fly-overs, dive-unders,<br />
brugg<strong>en</strong> <strong>en</strong> tunnels gebouwd. De totale kost<strong>en</strong> van<br />
de HSL-Zuid war<strong>en</strong> dan ook € 6650 miljo<strong>en</strong>.<br />
De hogesnelheidstrein is vooral op de middellange<br />
afstand<strong>en</strong> e<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>t voor de auto <strong>en</strong> het<br />
vliegtuig. De verwachting is dat e<strong>en</strong> deel van de<br />
(zakelijke) reizigers de auto vaker zal lat<strong>en</strong> staan<br />
om de trein te nem<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> hoopt dat dit de<br />
Nederlandse snelweg<strong>en</strong> zal ontlast<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hierdoor<br />
de bereikbaarheid van Nederland, <strong>en</strong> van de<br />
Randstad in het bijzonder, wordt vergroot.
1 De kaart van Nederland<br />
Informatieblok<br />
Leskern<br />
In deze les komt voor het eerst de kaart van<br />
Nederland aan bod. De kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zich<br />
bewust van het feit dat e<strong>en</strong> heel land op e<strong>en</strong><br />
kaart kan staan. We prat<strong>en</strong> over de Nederlandse<br />
provincies op de kaart, de hoofdsted<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de provinciegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>.<br />
Lesdoel<strong>en</strong><br />
n De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kaart lez<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
interpreter<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong> leg<strong>en</strong>da.<br />
n Ze wet<strong>en</strong> dat je met behulp van coördinat<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> register snel e<strong>en</strong> bestemming kunt<br />
vind<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> kaart.<br />
n Ze wet<strong>en</strong> dat Nederland is opgedeeld in<br />
twaalf provincies. Ze kunn<strong>en</strong> die provincies<br />
<strong>en</strong> hun hoofdsted<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>.<br />
Activiteit<strong>en</strong><br />
1 Introductie 10 minut<strong>en</strong><br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> 25 minut<strong>en</strong><br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
Materiaal<br />
– leerling<strong>en</strong>boek bladzijde 40-42<br />
– werkboek bladzijde 34-35, 40 <strong>en</strong> 66<br />
– antwoord<strong>en</strong>boek bladzijde 34-35, 40 <strong>en</strong> 66<br />
– kopieerblad Lastige woord<strong>en</strong> 5.1<br />
– Junior Bosatlas<br />
– ev<strong>en</strong>tueel software<br />
– voor introductie: (weg<strong>en</strong>)kaart van Nederland<br />
<strong>en</strong> plattegrond van de eig<strong>en</strong> woonplaats<br />
of de Junior Bosatlas<br />
Aandachtspunt<strong>en</strong><br />
n Neem met de taalzwakke kinder<strong>en</strong> van<br />
tevor<strong>en</strong> de lastige woord<strong>en</strong> door.<br />
n De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de topografie oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
op de computer.<br />
Sleutelbegripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> lastige woord<strong>en</strong><br />
de provincie, de hoofdstad, de atlas, de gr<strong>en</strong>s,<br />
de provinciegr<strong>en</strong>s, het provinciehuis, de landsgr<strong>en</strong>s<br />
Topografie<br />
provincies, provinciehoofdsted<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hoofdstad<br />
van Nederland<br />
Lesbeschrijving<br />
1 Introductie<br />
Laat de kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kaart van Nederland zi<strong>en</strong> (bijvoorbeeld<br />
e<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>kaart) <strong>en</strong> wijs daarop de eig<strong>en</strong><br />
woonplaats aan. Laat vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> plattegrond van<br />
de eig<strong>en</strong> woonplaats zi<strong>en</strong>. Vergelijk de beide kaart<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
bespreek het verschil. Bespreek in ieder geval:<br />
n dat de eig<strong>en</strong> woonplaats op de kaart van Nederland<br />
veel kleiner is afgebeeld dan op de plattegrond;<br />
n dat op de kaart van Nederland meer plaats<strong>en</strong> staan;<br />
n dat op de plattegrond van de eig<strong>en</strong> woonplaats<br />
strat<strong>en</strong>/weg<strong>en</strong>, spoorlijn<strong>en</strong>, belangrijke gebouw<strong>en</strong>,<br />
wijk<strong>en</strong> staan;<br />
n dat op kaart<strong>en</strong> vaak wordt aangegev<strong>en</strong> hoe groot<br />
e<strong>en</strong> afstand in het echt is. Wijs op het schaalstokje.<br />
Dit kan ook door verschill<strong>en</strong>de kaart<strong>en</strong> uit de atlas te<br />
vergelijk<strong>en</strong>.<br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong><br />
Bespreek afbeelding 1 t/m 3 in het leerling<strong>en</strong>boek met<br />
de kinder<strong>en</strong>. Hoe hoger je gaat, des te groter het gebied<br />
is dat je kunt overzi<strong>en</strong>. En hoe hoger je gaat, des te<br />
minder details je kunt zi<strong>en</strong>.<br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
Bespreek <strong>en</strong> maak de opdracht<strong>en</strong> in het werkboek<br />
gezam<strong>en</strong>lijk. Laat de kinder<strong>en</strong> bij opdracht 3 de atlas<br />
bekijk<strong>en</strong>. Wijs hun er bij opdracht 5 op dat elke provincie<br />
op afbeelding 4 e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> kleur heeft. Bij opdracht<br />
6 vraagt u de kinder<strong>en</strong> in welke provincie zij won<strong>en</strong>.<br />
Wat is de hoofdstad van de provincie? Welke kleur heeft<br />
de provincie op afbeelding 4? Als de tijd het toelaat,<br />
mak<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> steropdracht 9 <strong>en</strong>/of 10.<br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong><br />
U kunt sam<strong>en</strong> met de kinder<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> in het register<br />
van de atlas. Laat de eig<strong>en</strong> woonplaats opzoek<strong>en</strong>. Op<br />
welke kaart is hun woonplaats te vind<strong>en</strong>? In welk vak?<br />
Extra activiteit<strong>en</strong><br />
1 Tek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
Verdeel de kinder<strong>en</strong> in groepjes. Geef hun e<strong>en</strong> object<br />
op <strong>en</strong> laat dit vanaf verschill<strong>en</strong>de afstand<strong>en</strong> tek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Bijvoorbeeld: tek<strong>en</strong> je tuin zoals je hem ziet als je uit het<br />
zolderraam kijkt, als je op e<strong>en</strong> flatgebouw staat, als je in<br />
e<strong>en</strong> luchtballon zit.<br />
2 Oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met de atlas<br />
De kinder<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met het register in de atlas <strong>en</strong> met<br />
de kaart Nederland – provincies. Stel vrag<strong>en</strong> zoals:<br />
n In welk vak ligt Oss? (C3)<br />
n Hoeveel plaats<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> er in vak A3? (6)<br />
n Welke kleur heeft de provincie Limburg? (paars)<br />
31
32<br />
2 Amsterdam<br />
Informatieblok<br />
Leskern<br />
De les gaat over Amsterdam, de hoofdstad van<br />
Nederland. De nadruk ligt op de opbouw van<br />
de stad, het c<strong>en</strong>trum, wijk<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de<br />
period<strong>en</strong> <strong>en</strong> de groei van de stad.<br />
Lesdoel<strong>en</strong><br />
n De kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat Amsterdam de hoofdstad<br />
van Nederland is.<br />
n Ze kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van Amsterdam<br />
noem<strong>en</strong>: grote stad, gracht<strong>en</strong>, toerisme,<br />
de Jordaan, de Bijlmermeer.<br />
n Ze wet<strong>en</strong> dat Amsterdam is veranderd.<br />
Activiteit<strong>en</strong><br />
1 Introductie 5 minut<strong>en</strong><br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> 30 minut<strong>en</strong><br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
Materiaal<br />
– leerling<strong>en</strong>boek bladzijde 43-45<br />
– werkboek bladzijde 36-37 <strong>en</strong> 40<br />
– antwoord<strong>en</strong>boek bladzijde 36-37 <strong>en</strong> 40<br />
– kopieerblad Lastige woord<strong>en</strong> 5.2<br />
– Junior Bosatlas<br />
– ev<strong>en</strong>tueel software<br />
– voor extra activiteit 1 <strong>en</strong> 2: schrijfpapier<br />
Aandachtspunt<strong>en</strong><br />
n Neem met de taalzwakke kinder<strong>en</strong> van<br />
tevor<strong>en</strong> de lastige woord<strong>en</strong> door.<br />
n De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de topografie oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
op de computer.<br />
Sleutelbegripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> lastige woord<strong>en</strong><br />
de hoofdstad, het c<strong>en</strong>trum, de woonwijk, het<br />
toerisme, de gracht, de dam, de handel, de<br />
kooplui, de wijk, de flat, de toerist<br />
Lesbeschrijving<br />
1 Introductie<br />
De kinder<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> wat ze wet<strong>en</strong> over Amsterdam.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
n Amsterdam is de hoofdstad van Nederland;<br />
n de voetbalclub Ajax komt er vandaan;<br />
n het is e<strong>en</strong> oude stad;<br />
n er zijn veel bezi<strong>en</strong>swaardighed<strong>en</strong>.<br />
Wie van de kinder<strong>en</strong> is er wel e<strong>en</strong>s in Amsterdam<br />
geweest?<br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong><br />
Bekijk afbeelding 3 in het leerling<strong>en</strong>boek met de kinder<strong>en</strong>.<br />
Bespreek de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> woning<strong>en</strong> van<br />
Amsterdam. En waarvoor de gracht<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig<br />
di<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
U vertelt de kinder<strong>en</strong> dat er veel toerist<strong>en</strong> naar Amsterdam<br />
kom<strong>en</strong>. Kunn<strong>en</strong> zij aan de hand van de foto’s<br />
vertell<strong>en</strong> waarom dat zo is?<br />
Wijs de kinder<strong>en</strong> erop dat ze bij opdracht 3 <strong>en</strong> 5 in het<br />
werkboek de atlas nodig hebb<strong>en</strong>. Ze kunn<strong>en</strong> dit zi<strong>en</strong><br />
aan het wereldbolletje met de loep. Vertel hun ev<strong>en</strong>tueel<br />
welke bladzijd<strong>en</strong> van de atlas ze nodig hebb<strong>en</strong><br />
bij beide opdracht<strong>en</strong>. En hoe ze dit ook zelf kunn<strong>en</strong><br />
opzoek<strong>en</strong> door de titel van de kaart op te zoek<strong>en</strong> in de<br />
inhoudsopgave.<br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
De kinder<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> de opdracht<strong>en</strong> in het werkboek<br />
zelfstandig. Ze do<strong>en</strong> dit individueel of in groepjes.<br />
U kunt de zwakkere kinder<strong>en</strong> in groepjes of individueel<br />
hierbij help<strong>en</strong>. De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hun antwoord<strong>en</strong><br />
nakijk<strong>en</strong> met behulp van het antwoord<strong>en</strong>boek.<br />
Als er voldo<strong>en</strong>de tijd is, mak<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> steropdracht<br />
8 <strong>en</strong>/of 9.<br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong><br />
Bespreek opdracht 3 met de kinder<strong>en</strong>.<br />
Besteed bij opdracht 6 extra aandacht aan de tijd<br />
waarin de huiz<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gebouwd <strong>en</strong> de grootte van<br />
de huiz<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld de grote gracht<strong>en</strong>pand<strong>en</strong> van<br />
kooplui <strong>en</strong> de kleine arbeidershuiz<strong>en</strong> in de Jordaan. Ga<br />
ook in op waarom de grote, hoge flats van de Bijlmer<br />
zijn gebouwd.<br />
Extra activiteit<strong>en</strong><br />
1 Verhaal schrijv<strong>en</strong><br />
De kinder<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaal over hun eig<strong>en</strong><br />
woonplaats, e<strong>en</strong> stad in de buurt waar ze vaak kom<strong>en</strong><br />
of e<strong>en</strong> dorp of stad waar ze in de vakantie zijn geweest.<br />
Ze schrijv<strong>en</strong> over wat ze er hebb<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedaan.<br />
U kunt de verhal<strong>en</strong> na afloop ophang<strong>en</strong> of bundel<strong>en</strong>,<br />
zodat de kinder<strong>en</strong> elkaars verhal<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>.<br />
2 Vergelijk<strong>en</strong><br />
Geef de kinder<strong>en</strong> individueel of in groepjes de opdracht<br />
om e<strong>en</strong> vergelijking te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> woonplaats<br />
<strong>en</strong> Amsterdam. De opdracht hierbij kan zijn:<br />
n Schrijf vijf ding<strong>en</strong> op die voorkom<strong>en</strong> in Amsterdam,<br />
maar niet in jouw woonplaats.<br />
n Schrijf erbij welke ding<strong>en</strong> je wel of niet leuk vindt <strong>en</strong><br />
waarom.
3 Van hier naar daar<br />
Informatieblok<br />
Leskern<br />
In deze les gaat het over vervoer: met de trein,<br />
met de auto, door de lucht <strong>en</strong> over het water.<br />
Ook wordt er aandacht besteed aan dataverkeer<br />
<strong>en</strong> elektriciteit.<br />
Lesdoel<strong>en</strong><br />
n De kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat vervoer mogelijk is<br />
over het land, het water <strong>en</strong> door de lucht.<br />
n Ze kunn<strong>en</strong> voorbeeld<strong>en</strong> van middel<strong>en</strong> van<br />
vervoer noem<strong>en</strong>.<br />
n Ze wet<strong>en</strong> wat dataverkeer is <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> er<br />
voorbeeld<strong>en</strong> van noem<strong>en</strong>.<br />
Activiteit<strong>en</strong><br />
1 Introductie 10 minut<strong>en</strong><br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> 25 minut<strong>en</strong><br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
Materiaal<br />
– leerling<strong>en</strong>boek bladzijde 46-48<br />
– werkboek bladzijde 38-40<br />
– antwoord<strong>en</strong>boek bladzijde 38-40<br />
– kopieerblad Lastige woord<strong>en</strong> 5.3<br />
– Junior Bosatlas<br />
– ev<strong>en</strong>tueel software<br />
– voor extra activiteit 1: (kopieën van) e<strong>en</strong><br />
fiets- of wandelkaart van de eig<strong>en</strong> omgeving<br />
met bijbehor<strong>en</strong>de leg<strong>en</strong>da<br />
Aandachtspunt<strong>en</strong><br />
n Neem met de taalzwakke kinder<strong>en</strong> van<br />
tevor<strong>en</strong> de lastige woord<strong>en</strong> door.<br />
n De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de topografie oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
op de computer.<br />
Sleutelbegripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> lastige woord<strong>en</strong><br />
de spoorweg, de waterweg, de luchtweg, de<br />
autosnelweg, de file, het knelpunt, het goeder<strong>en</strong>vervoer,<br />
het person<strong>en</strong>vervoer, de Hoge<br />
Snelheids Lijn, de Betuwelijn, Schiphol, de<br />
luchthav<strong>en</strong>, de binn<strong>en</strong>vaart, het dataverkeer,<br />
de helikopter, de stroomc<strong>en</strong>trale, de mast<br />
Lesbeschrijving<br />
1 Introductie<br />
U vraagt de kinder<strong>en</strong> op welke manier<strong>en</strong> ze kunn<strong>en</strong><br />
reiz<strong>en</strong>. Maak e<strong>en</strong> lijst met mogelijkhed<strong>en</strong> op het bord.<br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong><br />
Bekijk sam<strong>en</strong> afbeelding 1 in het leerling<strong>en</strong>boek <strong>en</strong> vul<br />
de lijst met vervoermiddel<strong>en</strong> op het bord ev<strong>en</strong>tueel aan.<br />
Bekijk de kaart<strong>en</strong> op de afbeelding. Vestig de aandacht<br />
op de soort<strong>en</strong> weg<strong>en</strong> die we onderscheid<strong>en</strong>: waterweg<strong>en</strong>,<br />
spoorweg<strong>en</strong>, auto(snel)weg<strong>en</strong> <strong>en</strong> luchtweg<strong>en</strong>.<br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
Maak de opdracht<strong>en</strong> in het werkboek gezam<strong>en</strong>lijk. De<br />
antwoord<strong>en</strong> vindt u op bladzijde 38-40 van het antwoord<strong>en</strong>boek.<br />
Bespreek voorafgaand aan opdracht 4 de (uitgebreide)<br />
leg<strong>en</strong>da bij de kaart Kaart<strong>en</strong> om ons he<strong>en</strong> – C. Weg<strong>en</strong>kaart<br />
in de atlas.<br />
Begrijp<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> bij opdracht 7 wat dataverkeer<br />
is? ‘Data’ betek<strong>en</strong>t: gegev<strong>en</strong>s of informatie. Dataverkeer<br />
is dus de weg die informatie aflegt voor het thuis<br />
op televisie, op de radio of op internet komt.<br />
Als de tijd het toelaat, mak<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> steropdracht<br />
9 <strong>en</strong>/of 10.<br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong><br />
De kaart<strong>en</strong> Nederland – verkeer in de atlas zijn <strong>thema</strong>kaart<strong>en</strong>.<br />
In welk deel van Nederland zijn de weg<strong>en</strong> het<br />
drukst? En de spoorweg<strong>en</strong>? Kunn<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong><br />
waarom dat zo is?<br />
Extra activiteit<strong>en</strong><br />
1 Kaart lez<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> omgeving<br />
Zorg voor e<strong>en</strong> aantal kopieën van e<strong>en</strong> kaart van de<br />
eig<strong>en</strong> omgeving (of e<strong>en</strong> deel daarvan) met e<strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de<br />
leg<strong>en</strong>da. Het kan e<strong>en</strong> fiets- of wandelkaart<br />
zijn. De kinder<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> in groepjes de kaart <strong>en</strong> de<br />
leg<strong>en</strong>da. Geef elk groepje e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijstje over de<br />
kaart. Bijvoorbeeld:<br />
n Wie zal deze kaart gebruik<strong>en</strong>?<br />
n Van welk gebied is de kaart?<br />
n Wat voor routes/weg<strong>en</strong> staan er op de kaart?<br />
n Langs welke belangrijke punt<strong>en</strong> gaan de routes?<br />
Bespreek <strong>en</strong> vergelijk na afloop de antwoord<strong>en</strong>.<br />
2 Soort<strong>en</strong> vervoer: voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong><br />
Stel sam<strong>en</strong> met de kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lijstje op van verschill<strong>en</strong>de<br />
soort<strong>en</strong> vervoer. Bijvoorbeeld: auto, trein, bus,<br />
metro, fiets, bromfiets, veerpont, vliegtuig. De kinder<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong> in groepjes voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> op van het reiz<strong>en</strong><br />
met deze soort<strong>en</strong> vervoer. Aandachtspunt<strong>en</strong>: b<strong>en</strong> je<br />
goed ter be<strong>en</strong>; hoeveel bagage moet er mee; heb je veel<br />
of weinig ruimte nodig; wil je van huis tot huis; zijn de<br />
reistijd<strong>en</strong> belangrijk; met hoeveel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> reis je?<br />
De voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tariseert u op het bord.<br />
Duidelijk zal word<strong>en</strong> dat keuzes persoongebond<strong>en</strong> zijn.<br />
33
34<br />
4 Toets<br />
Informatieblok<br />
Doel<br />
De kinder<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> hun k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> inzicht zi<strong>en</strong><br />
in de leerstof van hoofdstuk 5: Werk<strong>en</strong> met de<br />
atlas.<br />
Activiteit<strong>en</strong><br />
1 Sam<strong>en</strong>vatting lez<strong>en</strong> 10 minut<strong>en</strong><br />
2 Toets mak<strong>en</strong> 2 x 15 minut<strong>en</strong><br />
3 Toets besprek<strong>en</strong> 5-10 minut<strong>en</strong><br />
Materiaal<br />
– kopieerblad Sam<strong>en</strong>vatting 5, blad 1-2<br />
– kopieerblad Toets 5.1, blad 1-2<br />
– kopieerblad Toets 5.2, blad 1-2<br />
– kopieerblad Antwoord<strong>en</strong> toets 5.1, blad 1-2<br />
– kopieerblad Antwoord<strong>en</strong> toets 5.2, blad 1-2<br />
– ev<strong>en</strong>tueel software<br />
Aandachtspunt<strong>en</strong><br />
n Geef de kinder<strong>en</strong> als voorbereiding op<br />
Toets 5.1 één of meer dag<strong>en</strong> van tevor<strong>en</strong> de<br />
sam<strong>en</strong>vatting mee naar huis om te ler<strong>en</strong>.<br />
n U kunt de toets(<strong>en</strong>) ook op e<strong>en</strong> ander<br />
mom<strong>en</strong>t lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> nabesprek<strong>en</strong>.<br />
n Toets 5.1 bestaat uit k<strong>en</strong>nis-, inzicht- <strong>en</strong><br />
vaardigheidsvrag<strong>en</strong> over de basisstof uit de<br />
eerste drie less<strong>en</strong> (de sam<strong>en</strong>vatting) <strong>en</strong> de<br />
verwerkingsopdracht<strong>en</strong> uit het werkboek.<br />
De steropdracht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet getoetst.<br />
n Met Toets 5.2 wordt de k<strong>en</strong>nis van de topografie<br />
gecheckt. Deze toets kan ook op de<br />
computer word<strong>en</strong> gemaakt.<br />
n Bereid ev<strong>en</strong>tueel de verdiepingsopdracht<strong>en</strong><br />
van de volg<strong>en</strong>de les voor.<br />
n Voor verdiepingsopdracht 5.2: ev<strong>en</strong>tueel<br />
e<strong>en</strong> printer.<br />
n Voor verdiepingsopdracht 5.3: e<strong>en</strong> kopieerapparaat.<br />
n Voor verdiepingsopdracht 5.4: e<strong>en</strong> printer<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kopieerapparaat.<br />
Sleutelbegripp<strong>en</strong><br />
alle sleutelbegripp<strong>en</strong> uit les 1, 2 <strong>en</strong> 3<br />
Topografie<br />
alle topografie uit les 1, 2 <strong>en</strong> 3<br />
Lesbeschrijving<br />
1 Sam<strong>en</strong>vatting lez<strong>en</strong><br />
Lees sam<strong>en</strong> met de kinder<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>vatting nog e<strong>en</strong><br />
keer door. Geef hun de geleg<strong>en</strong>heid vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>.<br />
Ev<strong>en</strong>tueel vat u de lesstof nog ev<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>.<br />
2 Toets mak<strong>en</strong><br />
Deel de toets(<strong>en</strong>) uit of laat de kinder<strong>en</strong> de topografietoets<br />
opzoek<strong>en</strong> op de computer. De kinder<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> de<br />
toets(<strong>en</strong>) zelfstandig. U vindt de antwoord<strong>en</strong> op kopieerblad<br />
Antwoord<strong>en</strong> toets 5.1 <strong>en</strong> 5.2, blad 1-2.<br />
Normering toets 5.1:<br />
opdracht per goed antwoord maximaal<br />
1 2,5 punt<strong>en</strong> 4 x 2,5 = 10<br />
2a<br />
2b<br />
4 punt<strong>en</strong><br />
4 punt<strong>en</strong><br />
4 x 4 = 16<br />
1 x 4 = 4<br />
3 2,5 punt<strong>en</strong> 4 x 2,5 = 10<br />
4 2,5 punt<strong>en</strong> 4 x 2,5 = 10<br />
5 4 punt<strong>en</strong> 5 x 4 = 20<br />
6 2,5 punt<strong>en</strong> 8 x 2,5 = 20<br />
7 2,5 punt<strong>en</strong> 4 x 2,5 = 10<br />
totaal 100 punt<strong>en</strong><br />
Normering toets 5.2:<br />
opdracht per goed antwoord maximaal<br />
1a<br />
1b<br />
2 punt<strong>en</strong><br />
4 punt<strong>en</strong><br />
9 x 2 = 18<br />
3 x 4 = 12<br />
2 4 punt<strong>en</strong> 2 x 4 = 8<br />
3 2 punt<strong>en</strong> 12 x 2 = 24<br />
4 5 punt<strong>en</strong> 4 x 5 = 20<br />
5 2 punt<strong>en</strong> 9 x 2 = 18<br />
totaal 100 punt<strong>en</strong><br />
U kunt het volg<strong>en</strong>de als leidraad per toets gebruik<strong>en</strong>:<br />
Aantal punt<strong>en</strong> Beheersing<br />
81-100 goed<br />
60-80 voldo<strong>en</strong>de<br />
minder dan 60 onvoldo<strong>en</strong>de<br />
3 Toets besprek<strong>en</strong><br />
Het besprek<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> doet u op e<strong>en</strong> later<br />
tijdstip, wanneer u de toets<strong>en</strong> hebt nagekek<strong>en</strong>. Besteed<br />
aandacht aan zak<strong>en</strong> die u zijn opgevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> geef aan<br />
hoe u de opdracht<strong>en</strong> hebt gewaardeerd. Ga in op zak<strong>en</strong><br />
waar veel kinder<strong>en</strong> nog problem<strong>en</strong> mee hebb<strong>en</strong>.
5 Kies wijzer<br />
Informatieblok<br />
Doel<strong>en</strong><br />
A Kinder<strong>en</strong> die de toets<strong>en</strong> goed of voldo<strong>en</strong>de<br />
maakt<strong>en</strong>, verdiep<strong>en</strong> hun k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> inzicht<br />
met behulp van e<strong>en</strong> verdiepingsopdracht<br />
(volg de aanwijzing<strong>en</strong> onder 1A).<br />
B Kinder<strong>en</strong> die de toets met betrekking tot de<br />
aardrijkskundige inhoud onvoldo<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong><br />
gemaakt, mak<strong>en</strong> herhalingsopdracht<strong>en</strong><br />
(volg de aanwijzing<strong>en</strong> onder 1B).<br />
C Kinder<strong>en</strong> die de topografietoets onvoldo<strong>en</strong>de<br />
hebb<strong>en</strong> gemaakt, mak<strong>en</strong> herhalingsopdracht<strong>en</strong><br />
(volg de aanwijzing<strong>en</strong> onder 1C).<br />
Activiteit<strong>en</strong><br />
1A Verdiepingsopdracht mak<strong>en</strong> 45 minut<strong>en</strong><br />
1B Herhalingsopdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> 20 minut<strong>en</strong><br />
1C Herhalingsopdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> 25 minut<strong>en</strong><br />
2 Kort nabesprek<strong>en</strong> 10 minut<strong>en</strong><br />
Materiaal<br />
1A werkboek bladzijde 41<br />
1A kopieerblad<strong>en</strong> Verdiepingsopdracht 5.1<br />
t/m 5.4<br />
1A voor verdiepingsopdracht 5.2: ev<strong>en</strong>tueel<br />
e<strong>en</strong> printer<br />
1A voor verdiepingsopdracht 5.3: e<strong>en</strong> kopieerapparaat<br />
1A voor verdiepingsopdracht 5.4: e<strong>en</strong> printer<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kopieerapparaat<br />
1B kopieerblad Herhalingsblad 5.1<br />
1B kopieerblad Antwoord<strong>en</strong> herhalingsblad 5.1<br />
1B leerling<strong>en</strong>boek bladzijde 40-48<br />
1B kopieerblad Sam<strong>en</strong>vatting 5, blad 1-2<br />
1C kopieerblad Herhalingsblad 5.2, blad 1-2<br />
1C kopieerblad Antwoord<strong>en</strong> herhalingsblad<br />
5.2, blad 1-2<br />
Aandachtspunt<br />
Indi<strong>en</strong> nodig kunn<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> de verdiepingsopdracht<br />
op e<strong>en</strong> ander mom<strong>en</strong>t afmak<strong>en</strong>.<br />
Lesbeschrijving<br />
1A Verdiepingsopdracht mak<strong>en</strong><br />
De kinder<strong>en</strong> die de toets<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de of goed hebb<strong>en</strong><br />
gemaakt, nem<strong>en</strong> bladzijde 41 van het werkboek voor<br />
zich. U vertelt kort welke vier verdiepingsopdracht<strong>en</strong> er<br />
zijn (opdracht 3 t/m 6 van de Kies wijzer). De kinder<strong>en</strong><br />
kiez<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> opdracht <strong>en</strong> gaan daarmee zelfstandig<br />
aan de slag. De aanwijzing<strong>en</strong> daarvoor vind<strong>en</strong><br />
ze op de kopieerblad<strong>en</strong> Verdiepingsopdracht 5.1 t/m 5.4.<br />
Daarna hebt u de geleg<strong>en</strong>heid om met de kinder<strong>en</strong> die<br />
de toets<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong> gemaakt de herhalingsopdracht<strong>en</strong><br />
door te nem<strong>en</strong>. U kunt er ook voor<br />
kiez<strong>en</strong> om dit op e<strong>en</strong> ander tijdstip te do<strong>en</strong>.<br />
1B Herhalingsopdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
De kinder<strong>en</strong> die de toets met betrekking tot de aardrijkskundige<br />
inhoud onvoldo<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong> gemaakt,<br />
mak<strong>en</strong> de opdracht<strong>en</strong> op Herhalingsblad 5.1. Ze hebb<strong>en</strong><br />
daarbij het leerling<strong>en</strong>boek nodig. Daarna nem<strong>en</strong> ze<br />
de sam<strong>en</strong>vatting nog e<strong>en</strong> keer door.<br />
1C Herhalingsopdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
De kinder<strong>en</strong> die de topografietoets onvoldo<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong><br />
gemaakt, mak<strong>en</strong> de opdracht<strong>en</strong> op Herhalingsblad<br />
5.2, blad 1-2.<br />
2 Kort nabesprek<strong>en</strong><br />
Tot slot controleert u of de kinder<strong>en</strong> de stof nu wel voldo<strong>en</strong>de<br />
beheers<strong>en</strong>. Stel hun mondeling nog <strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong>.<br />
Laat ook de kinder<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> verdiepingsopdracht<br />
hebb<strong>en</strong> gemaakt aan het woord over de opdracht.<br />
35
36<br />
Overal anders<br />
Achtergrondinformatie<br />
In dit hoofdstuk staat Nederland c<strong>en</strong>traal. Les 1<br />
gaat in op de uiterlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het natuurlijke<br />
landschap zoals de akkerbouwgebied<strong>en</strong>, de<br />
weidegebied<strong>en</strong>, het heuvelland <strong>en</strong> het rivier<strong>en</strong>gebied.<br />
De m<strong>en</strong>selijke bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> die aan het<br />
landschap zijn toegevoegd bij de inrichting ervan,<br />
kom<strong>en</strong> aan bod in les 2. Het mak<strong>en</strong> van keuzes bij<br />
de inrichting is daarbij e<strong>en</strong> belangrijk onderwerp.<br />
De onderwerp<strong>en</strong> natuurbeheer, nieuwe natuur <strong>en</strong><br />
natuurbehoud sluit<strong>en</strong> het hoofdstuk af.<br />
1 Hoe ziet het eruit?<br />
Records in het Nederlandse landschap<br />
Wat? Waar? Hoogte?<br />
hoogste punt Vaalserberg 322.7 m<br />
laagste punt Zuidplaspolder -6,76 m<br />
smalste punt<br />
hoogste punt van<br />
het Koninkrijk der<br />
Nederland<strong>en</strong><br />
diepste punt<br />
(kunstmatig)<br />
net t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong><br />
van Suster<strong>en</strong><br />
Mount Sc<strong>en</strong>ery<br />
op Saba<br />
voormalige<br />
Staatsmijn<br />
H<strong>en</strong>drik in<br />
Limburg<br />
5 km<br />
breed<br />
888 m<br />
-1058 m<br />
Zuiderzee <strong>en</strong> Afsluitdijk<br />
De Zuiderzee was de naam van de grote binn<strong>en</strong>zee<br />
die, tot de sluiting van de Afsluitdijk in 1932,<br />
op de plaats lag van waar nu het IJsselmeer, de<br />
Wieringermeer, Oostelijk <strong>en</strong> Zuidelijk Flevoland <strong>en</strong><br />
de Noordoostpolder ligg<strong>en</strong>. De Zuiderzee is op het<br />
eerste gezicht e<strong>en</strong> vreemde naam, want de zee<br />
lag nooit ‘in het zuid<strong>en</strong>’. Ev<strong>en</strong>min als de Noordzee<br />
<strong>en</strong> de Oostzee in het noord<strong>en</strong> <strong>en</strong> het oost<strong>en</strong> lag<strong>en</strong>.<br />
6<br />
De naamgeving heeft alles te mak<strong>en</strong> met het feit<br />
dat kaart<strong>en</strong> vroeger in e<strong>en</strong> andere richting werd<strong>en</strong><br />
getek<strong>en</strong>d. Als de kaart van Nederland e<strong>en</strong> kwartslag<br />
gedraaid wordt, ligg<strong>en</strong> alle zeeën in de juiste<br />
windrichting.<br />
Streektaal<br />
In Nederland zijn de erk<strong>en</strong>de streektal<strong>en</strong>: Fries,<br />
Limburgs <strong>en</strong> Nedersaksisch. E<strong>en</strong> streektaal is e<strong>en</strong><br />
taalvariant die géén dialect is van het Nederlands<br />
én van oudsher in Nederland wordt gesprok<strong>en</strong>.<br />
Dialect<strong>en</strong> als Brabants <strong>en</strong> Betuws zijn dus ge<strong>en</strong><br />
streektal<strong>en</strong>. Nederland telt naast de drie afzonderlijke<br />
streektal<strong>en</strong> ongeveer 25 dialect<strong>en</strong>. In de Randstad<br />
word<strong>en</strong> dialect<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> die erg dicht bij<br />
het Standaard Nederlands ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarom word<strong>en</strong><br />
deze niet als afzonderlijk dialect aangemerkt.<br />
Flevoland is nog te jong om e<strong>en</strong> dialect te hebb<strong>en</strong>.<br />
2 Kiez<strong>en</strong> <strong>en</strong> del<strong>en</strong><br />
Het Westland<br />
Het Westland is het grootste kass<strong>en</strong>gebied van<br />
Nederland. Daaraan dankt het ook haar bijnaam<br />
‘de glaz<strong>en</strong> stad’. Het gebied ligt t<strong>en</strong> zuidwest<strong>en</strong><br />
van D<strong>en</strong> Haag. Het glastuinbouwgebied beslaat<br />
e<strong>en</strong> oppervlak van 3000 ha. Rond 1850 werd<strong>en</strong><br />
hier de eerste kass<strong>en</strong> gebouwd <strong>en</strong> begonn<strong>en</strong> de<br />
tuinbouwers met het kwek<strong>en</strong> van komkommers<br />
<strong>en</strong> druiv<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong>woordig zijn tomat<strong>en</strong>, komkommers<br />
<strong>en</strong> paprika’s de belangrijkste product<strong>en</strong>. De<br />
oppervlakte kass<strong>en</strong> is door de stadsuitbreiding van<br />
D<strong>en</strong> Haag <strong>en</strong> herstructurering afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Veel<br />
tuinders verplaats<strong>en</strong> hun bedrijf. Bijvoorbeeld naar<br />
Bleiswijk <strong>en</strong> omgeving, Noord-Limburg of Noord-<br />
Brabant.<br />
Java-eiland<br />
Java-eiland is e<strong>en</strong> woonwijk op e<strong>en</strong> schiereiland in<br />
het Oostelijk Hav<strong>en</strong>gebied van Amsterdam. Het is<br />
e<strong>en</strong> kunstmatig eiland in het IJ, dat aan het eind<br />
van de 19e eeuw werd aangelegd. Op het hav<strong>en</strong>terrein<br />
dat zo ontstond, vestigde zich onder meer<br />
de Stoomvaart-Maatschappij ‘Nederland’ die lijndi<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />
op Nederlands-Indië onderhield. Na 1949<br />
viel de handel met Nederlands-Indië vrijwel stil als
gevolg van de dekolonisatie van Indonesië. In de<br />
jar<strong>en</strong> tachtig nam<strong>en</strong> krakers <strong>en</strong> kunst<strong>en</strong>aars bezit<br />
van het gebied. In de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig volgde herontwikkeling<br />
tot woonwijk. Bijna alle bebouwing<br />
werd gesloopt. Het eiland werd doorsned<strong>en</strong> door<br />
vier grachtjes <strong>en</strong> er werd<strong>en</strong> moderne gracht<strong>en</strong>pand<strong>en</strong><br />
gebouwd. De straatnam<strong>en</strong> op het eiland<br />
verwijz<strong>en</strong> veelal naar het Indonesische eiland Java.<br />
3 Ruimte voor de natuur<br />
Ecoduct<br />
E<strong>en</strong> ecoduct, wildwissel, natuurbrug of wildviaduct,<br />
is e<strong>en</strong> viaduct dat bedoeld is om dier<strong>en</strong> veilig<br />
de weg te lat<strong>en</strong> overstek<strong>en</strong>. Ecoduct<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
gebouwd als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur,<br />
bedoeld om de afname van de soort<strong>en</strong>rijkdom<br />
in Nederland teg<strong>en</strong> te gaan. (Zie ook<br />
bladzijde 23 van de lesbeschrijving<strong>en</strong>.)<br />
Vaak word<strong>en</strong> ecoduct<strong>en</strong> gecombineerd met tunnels<br />
onder de weg door voor kleinere dier<strong>en</strong> zoals<br />
egels, padd<strong>en</strong>, kikkers, salamanders, dass<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
konijn<strong>en</strong>.<br />
Nationale Park<strong>en</strong><br />
Nederland heeft twintig Nationale Park<strong>en</strong> (2008),<br />
verspreid over het hele land. De oudste twee Nationale<br />
Park<strong>en</strong> stamm<strong>en</strong> uit de jar<strong>en</strong> dertig van de<br />
vorige eeuw: de Hoge Veluwe <strong>en</strong> Veluwezoom. De<br />
andere achtti<strong>en</strong> park<strong>en</strong>, zoals de Weerribb<strong>en</strong>, de<br />
Biesbosch, de Meinweg <strong>en</strong> de Oosterschelde, hebb<strong>en</strong><br />
in de loop van de jar<strong>en</strong> de officiële status Nationaal<br />
Park gekreg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijk k<strong>en</strong>merk van<br />
e<strong>en</strong> Nationaal Park is, dat het e<strong>en</strong> aane<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong><br />
natuurgebied is met t<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> oppervlakte<br />
van 1000 hectare. Ook op de Nederlandse Antill<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> Aruba zijn Nationale Park<strong>en</strong>, zoals Washington<br />
Slagbaai National Park op Bonaire.<br />
De Nationale Park<strong>en</strong> in Nederland zijn grot<strong>en</strong>deels<br />
onderdeel van het Europese netwerk van natuurgebied<strong>en</strong>:<br />
het zog<strong>en</strong>oemde Natura 2000-netwerk.<br />
Bron voor meer informatie: www.nationaalpark.nl<br />
37
38<br />
1 Hoe ziet het eruit?<br />
Informatieblok<br />
Leskern<br />
Het kleine Nederland herbergt e<strong>en</strong> grote variatie<br />
aan landschapp<strong>en</strong>. Daar gaat deze les over.<br />
Lesdoel<strong>en</strong><br />
n De kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat Nederland verschill<strong>en</strong>de<br />
landschapp<strong>en</strong> heeft.<br />
n Ze kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele landschapp<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
beschrijv<strong>en</strong>.<br />
n Ze wet<strong>en</strong> dat in Nederland laag-geleg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
hoger geleg<strong>en</strong> gebied<strong>en</strong> zijn.<br />
Activiteit<strong>en</strong><br />
1 Introductie 10 minut<strong>en</strong><br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> 25 minut<strong>en</strong><br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
Materiaal<br />
– leerling<strong>en</strong>boek bladzijde 49-51<br />
– werkboek bladzijde 42-43, 48 <strong>en</strong> 67<br />
– antwoord<strong>en</strong>boek bladzijde 42-43, 48 <strong>en</strong> 67<br />
– kopieerblad Lastige woord<strong>en</strong> 6.1<br />
– Junior Bosatlas<br />
– ev<strong>en</strong>tueel software<br />
– ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong> kaart van Nederland<br />
– voor extra activiteit 1: ev<strong>en</strong>tueel tek<strong>en</strong>gerei<br />
– voor extra activiteit 2: postcode van huisadres<br />
kinder<strong>en</strong><br />
Aandachtspunt<strong>en</strong><br />
n Neem met de taalzwakke kinder<strong>en</strong> van tevor<strong>en</strong><br />
de lastige woord<strong>en</strong> door.<br />
n De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de topografie oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
op de computer.<br />
Sleutelbegripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> lastige woord<strong>en</strong><br />
de kust, het eiland, het duin, de dijk, de heide,<br />
het bos, de heuvel/het heuvelland, de rivier,<br />
de buit<strong>en</strong>wijk, de veerboot<br />
Topografie<br />
Grote plaats<strong>en</strong> in Nederland: Vlissing<strong>en</strong>,<br />
Terneuz<strong>en</strong>, Rotterdam, Leid<strong>en</strong>, Dordrecht,<br />
Enkhuiz<strong>en</strong>, Alkmaar, Hilversum, Heer<strong>en</strong>ve<strong>en</strong>,<br />
Delfzijl, Emm<strong>en</strong>, Enschede, Dev<strong>en</strong>ter, Almere,<br />
Amersfoort, Apeldoorn, Nijmeg<strong>en</strong>, Breda,<br />
Tilburg, Eindhov<strong>en</strong>, Heerl<strong>en</strong>, Roermond<br />
Lesbeschrijving<br />
1 Introductie<br />
Vraag aan de kinder<strong>en</strong> of Nederland er overal hetzelfde<br />
uitziet. (Hoe ziet de omgeving eruit bij oma <strong>en</strong> opa? En<br />
to<strong>en</strong> je op vakantie was in …?) Laat de kinder<strong>en</strong> voorbeeld<strong>en</strong><br />
noem<strong>en</strong>. Leg vervolg<strong>en</strong>s uit wat e<strong>en</strong> landschap<br />
is <strong>en</strong> noem voorbeeld<strong>en</strong>. Welke landschapp<strong>en</strong> zijn er in<br />
de directe omgeving?<br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong><br />
Bekijk sam<strong>en</strong> met de kinder<strong>en</strong> afbeelding 2 t/m 4 in het<br />
leerling<strong>en</strong>boek. Bespreek de leg<strong>en</strong>da’s. Merk vervolg<strong>en</strong>s<br />
op dat er in Fryslân niet overal grasland is <strong>en</strong> in Gelderland<br />
niet overal heide.<br />
Vraag daarna of de kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> waar het hoogste<br />
punt van Nederland ligt <strong>en</strong> hoe dit heet (de Vaalserberg<br />
in Limburg op 322,7 meter). Of vertel wat hoogterecords<br />
van Nederland (zie bladzijde 36: Achtergrond informatie).<br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
Bespreek <strong>en</strong> maak de opdracht<strong>en</strong> in het werkboek<br />
gezam<strong>en</strong>lijk.<br />
Bespreek <strong>en</strong> vergelijk met behulp van afbeelding 2 t/m<br />
4 in het leerling<strong>en</strong>boek de landschapp<strong>en</strong> per provincie.<br />
Besteed ook aandacht aan de eig<strong>en</strong> provincie. Geef<br />
ev<strong>en</strong>tueel op de kaart van Nederland aan waar de in het<br />
leerling<strong>en</strong>boek g<strong>en</strong>oemde provincies/gebied<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>.<br />
Als er nog tijd is, kunn<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> ook steropdracht<br />
9 <strong>en</strong>/of 10 mak<strong>en</strong>.<br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong><br />
Vraag of de kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> waar ze de verschill<strong>en</strong>de<br />
landschapp<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong> provincie hebb<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>.<br />
Naar welk landschap gaat hun voorkeur uit <strong>en</strong> waarom?<br />
Extra activiteit<strong>en</strong><br />
1 Landschapp<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong><br />
Schrijf e<strong>en</strong> aantal typ<strong>en</strong> landschapp<strong>en</strong> op het bord.<br />
Verdeel de kinder<strong>en</strong> in groepjes <strong>en</strong> laat elk groepje e<strong>en</strong><br />
landschap beschrijv<strong>en</strong> of tek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Aandachtspunt<strong>en</strong>:<br />
n Hoe ziet het landschap eruit?<br />
n Waar komt het in Nederland voor?<br />
n Welke dier<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of plant<strong>en</strong> zie je er?<br />
n Won<strong>en</strong> er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>?<br />
Elk groepje geeft achteraf e<strong>en</strong> toelichting op het landschap.<br />
U kunt de tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> ophang<strong>en</strong> in de klas.<br />
2 De hoogte van e<strong>en</strong> plek uitzoek<strong>en</strong><br />
Op de site www.ahn.nl/hoogtetool/postcodehoogte.php<br />
van Rijkswaterstaat kunn<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> voor elke plek in<br />
Nederland de hoogte vind<strong>en</strong>. Ze do<strong>en</strong> dit door het intikk<strong>en</strong><br />
van hun postcode.<br />
Laat alle kinder<strong>en</strong> de hoogte van hun huis opzoek<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>. Is er veel hoogteverschil binn<strong>en</strong> één<br />
woonplaats?
2 Kiez<strong>en</strong> <strong>en</strong> del<strong>en</strong><br />
Informatieblok<br />
Leskern<br />
In Nederland is ruimte e<strong>en</strong> schaars goed. Er<br />
moet dan ook verstandig mee word<strong>en</strong> omgegaan.<br />
Lesdoel<strong>en</strong><br />
n De kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat er ruimtegebrek is in<br />
Nederland om aan de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van iedere<strong>en</strong><br />
te voldo<strong>en</strong>.<br />
n Ze ton<strong>en</strong> inzicht in het functionele gebruik<br />
van de ruimte.<br />
n Ze wet<strong>en</strong> dat er bij het inricht<strong>en</strong> van de<br />
ruimte keuzes moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt.<br />
Activiteit<strong>en</strong><br />
1 Introductie 5 minut<strong>en</strong><br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> 30 minut<strong>en</strong><br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
Materiaal<br />
– leerling<strong>en</strong>boek bladzijde 52-54<br />
– werkboek bladzijde 44-45 <strong>en</strong> 48<br />
– antwoord<strong>en</strong>boek bladzijde 44-45 <strong>en</strong> 48<br />
– kopieerblad Lastige woord<strong>en</strong> 6.2<br />
– Junior Bosatlas<br />
– ev<strong>en</strong>tueel software<br />
Aandachtspunt<strong>en</strong><br />
n Neem met de taalzwakke kinder<strong>en</strong> van tevor<strong>en</strong><br />
de lastige woord<strong>en</strong> door.<br />
n De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de topografie oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
op de computer.<br />
Sleutelbegripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> lastige woord<strong>en</strong><br />
de kas, het pakhuis, de grondstof, de nieuwbouwwijk,<br />
het zeeschip, de spoorweg<strong>en</strong><br />
Lesbeschrijving<br />
1 Introductie<br />
Bespreek met de kinder<strong>en</strong> de verdeling van woonruimte,<br />
speelruimte <strong>en</strong> natuur in de eig<strong>en</strong> woonwijk. Wat is<br />
er het meest? En wat het minst?<br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong><br />
Bespreek bij opdracht 7 kort hoe de kinder<strong>en</strong> de kaart<br />
Verandering<strong>en</strong> in kaart – Amsterdam <strong>en</strong> omgeving –<br />
C. Amsterdam: Java-eiland in de atlas kunn<strong>en</strong> opzoek<strong>en</strong>.<br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
De kinder<strong>en</strong> die dit aankunn<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong> de opdracht<strong>en</strong><br />
in het werkboek zelfstandig. Ze do<strong>en</strong> dit individueel of<br />
in groepjes. U kunt de zwakkere kinder<strong>en</strong> in groepjes<br />
of individueel hierbij help<strong>en</strong>. De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hun<br />
antwoord<strong>en</strong> nakijk<strong>en</strong> met behulp van het antwoord<strong>en</strong>boek.<br />
Kinder<strong>en</strong> die snel klaar zijn, kunn<strong>en</strong> de steropdracht<strong>en</strong><br />
9 <strong>en</strong>/of 10 mak<strong>en</strong>.<br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong><br />
Bespreek in ieder geval opdracht 5 <strong>en</strong> 6. Hier zijn meerdere<br />
antwoord<strong>en</strong> mogelijk.<br />
Naar aanleiding van opdracht 7 kunt u sam<strong>en</strong> met de<br />
kinder<strong>en</strong> de foto’s in de atlas bekijk<strong>en</strong>. Laat h<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong><br />
hoe ze aan hun antwoord zijn gekom<strong>en</strong>.<br />
Extra activiteit<strong>en</strong><br />
1 Roll<strong>en</strong>spel<br />
U verdeelt de kinder<strong>en</strong> in groep<strong>en</strong>. Alle groep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
iets te mak<strong>en</strong> met/te zegg<strong>en</strong> over de keuze voor<br />
e<strong>en</strong> locatie van e<strong>en</strong> fabriek. Er zijn:<br />
n bewoners van de wijk/omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong>;<br />
n e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>tebestuur met de burgemeester als voorzitter;<br />
n de directie van de fabriek;<br />
n natuurbeschermers;<br />
n m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder werk.<br />
Elke groep (behalve het geme<strong>en</strong>tebestuur) krijgt de<br />
opdracht om te kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> locatie. De groep<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong> hun argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de keuze van de locatie<br />
op. De groep<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> hun keuze aan het geme<strong>en</strong>tebestuur<br />
<strong>en</strong> discussiër<strong>en</strong> met elkaar over hun keuze. Het<br />
geme<strong>en</strong>tebestuur stelt op basis van de verschill<strong>en</strong>de<br />
argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de definitieve locatie vast. Om de discussie<br />
in goede ban<strong>en</strong> te leid<strong>en</strong>, is het raadzaam dat u de<br />
rol van burgemeester op zich neemt.<br />
2 Inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong><br />
De kinder<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in groepjes welke plek in hun<br />
omgeving e<strong>en</strong> goede locatie is voor e<strong>en</strong> speeltuin. Geef<br />
de kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal aandachtspunt<strong>en</strong>, bijvoorbeeld:<br />
n Is er g<strong>en</strong>oeg ruimte?<br />
n Kunn<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> veilig overstek<strong>en</strong>?<br />
n Is het in de buurt van e<strong>en</strong> woonwijk?<br />
Na afloop inv<strong>en</strong>tariseert u de geschikte plekk<strong>en</strong> op<br />
het bord. Laat de groepjes hun plek aanprijz<strong>en</strong>. Stem,<br />
door handopsteking, wat de geschikte plek is voor e<strong>en</strong><br />
nieuwe speeltuin.<br />
39
40<br />
3 Ruimte voor de natuur<br />
Informatieblok<br />
Leskern<br />
In de loop van de tijd is door bebouwing in<br />
Nederland steeds meer natuur verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. De<br />
natuur die er nu nog is, wordt behoud<strong>en</strong>. Maar<br />
dat vind<strong>en</strong> we niet meer g<strong>en</strong>oeg. We mak<strong>en</strong><br />
steeds meer nieuwe natuur <strong>en</strong> we verbind<strong>en</strong><br />
de natuurgebied<strong>en</strong> met elkaar.<br />
Lesdoel<strong>en</strong><br />
n De kinder<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat door de bebouwing<br />
<strong>en</strong> infrastructuur de natuur in Nederland<br />
steeds meer is verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
n Ze wet<strong>en</strong> dat de aanwezige natuur door<br />
natuurbeheer wordt behoud<strong>en</strong>.<br />
n Ze kunn<strong>en</strong> aan de hand van voorbeeld<strong>en</strong><br />
uitlegg<strong>en</strong> wat nieuwe natuur is.<br />
Activiteit<strong>en</strong><br />
1 Introductie 10 minut<strong>en</strong><br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> 25 minut<strong>en</strong><br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong><br />
Materiaal<br />
– leerling<strong>en</strong>boek bladzijde 55-57<br />
– werkboek bladzijde 46-48<br />
– antwoord<strong>en</strong>boek bladzijde 46-48<br />
– kopieerblad Lastige woord<strong>en</strong> 6.3<br />
– Junior Bosatlas<br />
– ev<strong>en</strong>tueel software<br />
– voor extra activiteit 1: schrijfpapier<br />
– voor extra activiteit 2: kaart van de eig<strong>en</strong><br />
provincie of Junior Bosatlas<br />
Aandachtspunt<strong>en</strong><br />
n Neem met de taalzwakke kinder<strong>en</strong> van tevor<strong>en</strong><br />
de lastige woord<strong>en</strong> door.<br />
n De kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de topografie oef<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
op de computer.<br />
Sleutelbegripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> lastige woord<strong>en</strong><br />
het natuurgebied, de nieuwe natuur, het<br />
ecoduct, de boswachter, de runder<strong>en</strong>, het wild<br />
zwijn, de natuurbeschermer<br />
Lesbeschrijving<br />
1 Introductie<br />
Vraag de kinder<strong>en</strong> naar natuurgebied<strong>en</strong> in de<br />
omgeving van hun woonplaats. Bespreek waarom die<br />
natuurgebied<strong>en</strong> zo belangrijk zijn. Wat kun je er do<strong>en</strong>?<br />
Wie lev<strong>en</strong> er?<br />
2 Opdracht<strong>en</strong> voorbesprek<strong>en</strong><br />
Vergelijk de afbeelding<strong>en</strong> 5 <strong>en</strong> 6 uit het leerling<strong>en</strong>boek<br />
met elkaar. Gaat het om hetzelfde gebied? Wat is er<br />
anders?<br />
3 Opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
Maak de opdracht<strong>en</strong> in het werkboek gezam<strong>en</strong>lijk. U<br />
kunt de kinder<strong>en</strong> die dit aankunn<strong>en</strong> ook zelfstandig de<br />
opdracht<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. De antwoord<strong>en</strong> staan op bladzijde<br />
46-48 van het antwoord<strong>en</strong>boek. U kunt dan aandacht<br />
bested<strong>en</strong> aan de zwakkere kinder<strong>en</strong> (individueel<br />
of in groepjes). Lees in ieder geval de tekst ‘Nieuwe<br />
natuur’ sam<strong>en</strong> met de (zwakkere) kinder<strong>en</strong>.<br />
Besteed aandacht aan de opdracht<strong>en</strong> waarbij meerdere<br />
antwoord<strong>en</strong> mogelijk zijn (opdracht 3, 4 <strong>en</strong> 7).<br />
Kijk bij opdracht 6 naar afbeelding 4 in het leerlingboek<br />
<strong>en</strong> vraag of de kinder<strong>en</strong> ecoduct<strong>en</strong> belangrijk vind<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
waarom.<br />
Als de tijd het toelaat, mak<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> steropdracht<br />
10 <strong>en</strong>/of 11.<br />
4 Kort nabesprek<strong>en</strong><br />
Laat de kinder<strong>en</strong> aan het woord over de opdracht<strong>en</strong>.<br />
Wat vond<strong>en</strong> ze lastig? Welke opdracht<strong>en</strong> war<strong>en</strong> gemakkelijk?<br />
Extra activiteit<strong>en</strong><br />
1 Verhaal: G<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van de natuur<br />
De kinder<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaal over e<strong>en</strong> natuurgebied<br />
in hun omgeving. Het verhaal moet als doel hebb<strong>en</strong>:<br />
als je dit leest, wil je mete<strong>en</strong> naar dat gebied toe<br />
om er te g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van de natuur.<br />
2 Natuurgebied<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong> provincie<br />
Bekijk met de kinder<strong>en</strong> de provinciekaart van de provincie<br />
waar ze won<strong>en</strong> (in de atlas). Laat h<strong>en</strong> de natuurgebied<strong>en</strong><br />
opzoek<strong>en</strong>. Ze legg<strong>en</strong> uit of ze vind<strong>en</strong> dat er<br />
g<strong>en</strong>oeg natuurgebied<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> waarom. Wat moet er<br />
gebeur<strong>en</strong> om extra natuurgebied<strong>en</strong> in de provincie te<br />
mak<strong>en</strong>?
4 Toets<br />
Informatieblok<br />
Doel<br />
De kinder<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> hun k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> inzicht zi<strong>en</strong> in<br />
de leerstof van hoofdstuk 6: Overal anders.<br />
Activiteit<strong>en</strong><br />
1 Sam<strong>en</strong>vatting lez<strong>en</strong> 10 minut<strong>en</strong><br />
2 Toets mak<strong>en</strong> 2 x 15 minut<strong>en</strong><br />
3 Toets besprek<strong>en</strong> 5-10 minut<strong>en</strong><br />
Materiaal<br />
– kopieerblad Sam<strong>en</strong>vatting 6, blad 1-2<br />
– kopieerblad Toets 6.1, blad 1-2<br />
– kopieerblad Toets 6.2, blad 1-2<br />
– kopieerblad Antwoord<strong>en</strong> toets 6.1, blad 1-2<br />
– kopieerblad Antwoord<strong>en</strong> toets 6.2, blad 1-2<br />
– ev<strong>en</strong>tueel software<br />
Aandachtspunt<strong>en</strong><br />
n Geef de kinder<strong>en</strong> als voorbereiding op<br />
Toets 6.1 één of meer dag<strong>en</strong> van tevor<strong>en</strong> de<br />
sam<strong>en</strong>vatting mee naar huis om te ler<strong>en</strong>.<br />
n U kunt de toets(<strong>en</strong>) ook op e<strong>en</strong> ander mom<strong>en</strong>t<br />
lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> nabesprek<strong>en</strong>.<br />
n Toets 6.1 bestaat uit k<strong>en</strong>nis-, inzicht- <strong>en</strong><br />
vaardigheidsvrag<strong>en</strong> over de basisstof uit de<br />
eerste drie less<strong>en</strong> (de sam<strong>en</strong>vatting) <strong>en</strong> de<br />
verwerkingsopdracht<strong>en</strong> uit het werkboek. De<br />
steropdracht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet getoetst.<br />
n Met Toets 6.2 wordt de k<strong>en</strong>nis van de topografie<br />
gecheckt. Deze toets kan ook op de<br />
computer word<strong>en</strong> gemaakt.<br />
n Bereid ev<strong>en</strong>tueel de verdiepingsopdracht<strong>en</strong><br />
van de volg<strong>en</strong>de les voor.<br />
n Voor verdiepingsopdracht 6.2: memoblaadjes.<br />
n Voor verdiepingsopdracht 6.3: oude tijdschrift<strong>en</strong>.<br />
Sleutelbegripp<strong>en</strong><br />
alle sleutelbegripp<strong>en</strong> uit les 1, 2 <strong>en</strong> 3<br />
Topografie<br />
alle topografie uit les 1, 2 <strong>en</strong> 3<br />
Lesbeschrijving<br />
1 Sam<strong>en</strong>vatting lez<strong>en</strong><br />
Lees sam<strong>en</strong> met de kinder<strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>vatting nog e<strong>en</strong><br />
keer door. Geef hun de geleg<strong>en</strong>heid vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong>.<br />
Ev<strong>en</strong>tueel vat u de lesstof nog ev<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>.<br />
2 Toets mak<strong>en</strong><br />
Deel de toets(<strong>en</strong>) uit of laat de kinder<strong>en</strong> de topografietoets<br />
opzoek<strong>en</strong> op de computer. De kinder<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> de<br />
toets(<strong>en</strong>) zelfstandig. U vindt de antwoord<strong>en</strong> op kopieerblad<br />
Antwoord<strong>en</strong> toets 6.1 <strong>en</strong> 6.2, blad 1-2.<br />
Normering toets 6.1:<br />
opdracht per goed antwoord maximaal<br />
1 4 punt<strong>en</strong> 4 x 4 = 16<br />
2a<br />
2b<br />
2 punt<strong>en</strong><br />
5 punt<strong>en</strong><br />
5 x 2 = 10<br />
2 x 5 = 10<br />
3 3 punt<strong>en</strong> 4 x 3 = 12<br />
4 3 punt<strong>en</strong> 4 x 3 = 12<br />
5 3 punt<strong>en</strong> 5 x 3 = 15<br />
6 2,5 punt<strong>en</strong> 4 x 2,5 = 10<br />
7 3 punt<strong>en</strong> 5 x 3 = 15<br />
totaal 100 punt<strong>en</strong><br />
Normering toets 6.2:<br />
opdracht per goed antwoord maximaal<br />
1a<br />
1b<br />
2 punt<strong>en</strong><br />
2 punt<strong>en</strong><br />
15 x 2 = 30<br />
15 x 2 = 30<br />
2 2 punt<strong>en</strong> 8 x 2 = 16<br />
3 2 punt<strong>en</strong> 12 x 2 = 24<br />
totaal 100 punt<strong>en</strong><br />
U kunt het volg<strong>en</strong>de als leidraad per toets gebruik<strong>en</strong>:<br />
Aantal punt<strong>en</strong> Beheersing<br />
81-100 goed<br />
60-80 voldo<strong>en</strong>de<br />
minder dan 60 onvoldo<strong>en</strong>de<br />
3 Toets besprek<strong>en</strong><br />
Het besprek<strong>en</strong> van de toets<strong>en</strong> doet u op e<strong>en</strong> later<br />
tijdstip, wanneer u de toets<strong>en</strong> hebt nagekek<strong>en</strong>. Besteed<br />
aandacht aan zak<strong>en</strong> die u zijn opgevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> geef aan<br />
hoe u de opdracht<strong>en</strong> hebt gewaardeerd. Ga in op zak<strong>en</strong><br />
waar veel kinder<strong>en</strong> nog problem<strong>en</strong> mee hebb<strong>en</strong>. Laat<br />
h<strong>en</strong> ook aan het woord over de opdracht<strong>en</strong>. Wat vond<strong>en</strong><br />
ze lastig? Welke opdracht<strong>en</strong> war<strong>en</strong> gemakkelijk? Hoe<br />
hebb<strong>en</strong> ze gered<strong>en</strong>eerd? Waar zijn ze het niet mee<br />
e<strong>en</strong>s?<br />
41
42<br />
5 Kies wijzer<br />
Informatieblok<br />
Doel<strong>en</strong><br />
A Kinder<strong>en</strong> die de toets<strong>en</strong> goed of voldo<strong>en</strong>de<br />
maakt<strong>en</strong>, verdiep<strong>en</strong> hun k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> inzicht<br />
met behulp van e<strong>en</strong> verdiepingsopdracht<br />
(volg de aanwijzing<strong>en</strong> onder 1A).<br />
B Kinder<strong>en</strong> die de toets met betrekking tot de<br />
aardrijkskundige inhoud onvoldo<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong><br />
gemaakt, mak<strong>en</strong> herhalingsopdracht<strong>en</strong><br />
(volg de aanwijzing<strong>en</strong> onder 1B).<br />
C Kinder<strong>en</strong> die de topografietoets onvoldo<strong>en</strong>de<br />
hebb<strong>en</strong> gemaakt, mak<strong>en</strong> herhalingsopdracht<strong>en</strong><br />
(volg de aanwijzing<strong>en</strong> onder 1C).<br />
Activiteit<strong>en</strong><br />
1A Verdiepingsopdracht mak<strong>en</strong> 45 minut<strong>en</strong><br />
1B Herhalingsopdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> 20 minut<strong>en</strong><br />
1C Herhalingsopdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> 25 minut<strong>en</strong><br />
2 Kort nabesprek<strong>en</strong> 10 minut<strong>en</strong><br />
Materiaal<br />
1A werkboek bladzijde 49<br />
1A kopieerblad<strong>en</strong> Verdiepingsopdracht 6.1<br />
t/m 6.4<br />
1A voor verdiepingsopdracht 6.2: memoblaadjes<br />
1A voor verdiepingsopdracht 6.3: oude tijdschrift<strong>en</strong><br />
1B kopieerblad Herhalingsblad 6.1<br />
1B kopieerblad Antwoord<strong>en</strong> herhalingsblad 6.1<br />
1B leerling<strong>en</strong>boek bladzijde 49-57<br />
1B kopieerblad Sam<strong>en</strong>vatting 6, blad 1-2<br />
1C kopieerblad Herhalingsblad 6.2, blad 1-2<br />
1C kopieerblad Antwoord<strong>en</strong> herhalingsblad<br />
6.2, blad 1-2<br />
1C Junior Bosatlas<br />
Aandachtspunt<br />
Indi<strong>en</strong> nodig kunn<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> de verdiepingsopdracht<br />
op e<strong>en</strong> ander mom<strong>en</strong>t afmak<strong>en</strong>.<br />
Lesbeschrijving<br />
1A Verdiepingsopdracht mak<strong>en</strong><br />
De kinder<strong>en</strong> die de toets<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de of goed hebb<strong>en</strong><br />
gemaakt, nem<strong>en</strong> bladzijde 49 van het werkboek voor<br />
zich. U vertelt kort welke vier verdiepingsopdracht<strong>en</strong> er<br />
zijn (opdracht 3 t/m 6 van de Kies wijzer). De kinder<strong>en</strong><br />
kiez<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> opdracht <strong>en</strong> gaan daarmee zelfstandig<br />
aan de slag. De aanwijzing<strong>en</strong> daarvoor vind<strong>en</strong><br />
ze op de kopieerblad<strong>en</strong> Verdiepingsopdracht 6.1 t/m 6.4.<br />
Daarna hebt u de geleg<strong>en</strong>heid om met de kinder<strong>en</strong> die<br />
de toets<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong> gemaakt de herhalingsopdracht<strong>en</strong><br />
door te nem<strong>en</strong>. U kunt er ook voor<br />
kiez<strong>en</strong> om dit op e<strong>en</strong> ander tijdstip te do<strong>en</strong>.<br />
1B Herhalingsopdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
De kinder<strong>en</strong> die de toets met betrekking tot de aardrijkskundige<br />
inhoud onvoldo<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong> gemaakt,<br />
mak<strong>en</strong> de opdracht<strong>en</strong> op Herhalingsblad 6.1. Ze hebb<strong>en</strong><br />
daarbij het leerling<strong>en</strong>boek nodig. Daarna nem<strong>en</strong> ze<br />
de sam<strong>en</strong>vatting nog e<strong>en</strong> keer door.<br />
1C Herhalingsopdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
De kinder<strong>en</strong> die de topografietoets onvoldo<strong>en</strong>de hebb<strong>en</strong><br />
gemaakt, mak<strong>en</strong> de opdracht<strong>en</strong> op Herhalingsblad<br />
6.2, blad 1.2.<br />
2 Kort nabesprek<strong>en</strong><br />
Tot slot controleert u of de kinder<strong>en</strong> de stof nu wel voldo<strong>en</strong>de<br />
beheers<strong>en</strong>. Stel hun mondeling nog <strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong>.<br />
Laat ook de kinder<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> verdiepingsopdracht<br />
hebb<strong>en</strong> gemaakt aan het woord over de opdracht.