2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 <strong>havo</strong>/<strong>vwo</strong>, docentenhandleiding 93<br />
Engelse werkwoorden vervoeg je net als Nederlandse zwakke werkwoorden:<br />
- in de tegenwoordige tijd schrijf je stam of stam+t;<br />
- in de verleden tijd gebruik je ’t (e)x - f(o)k s ch(aa)p. Het gaat daarbij om de klank van de<br />
letter voor de uitgang -en:<br />
mixen, ik mix, hij mixt, ik mixte, ik heb gemixt<br />
hockeyen, ik hockey, hij hockeyt, ik hockeyde, ik heb gehockeyd<br />
managen, ik manage, hij managet, ik managede, ik heb gemanaged<br />
Leenwoorden<br />
Woorden die uit andere talen in het Nederlands zijn terechtgekomen, heten leenwoorden. Je<br />
hebt ze op allerlei gebieden:<br />
sport: finish, coureur, sudden death<br />
eten: spaghetti, nasi, lunch, knäckebröd<br />
kleding: garderobe, shirt, colbert, blouse<br />
uiterlijk: lipstick, mascara, parfum, make-up<br />
auto’s: chassis, cruise control, airbag<br />
computers: printer, online, joystick<br />
film: screenplay, inzoomen, script, take<br />
muziek: synthesizer, unplugged, lead vocal<br />
Zo spel je leenwoorden<br />
Voor de spelling van leenwoorden geldt: kijk bij twijfel in het woordenboek.<br />
Hoofdstuk 3<br />
Aan elkaar of los?<br />
Woorden die één begrip vormen, worden aan elkaar geschreven. Zulke woorden hebben één<br />
klemtoon: fietssleutel, scheikundeproefwerk. Maar: een koperen sleutel, een moeilijk proefwerk,<br />
met twee klemtonen.<br />
De volgende woorden schrijf je aan elkaar<br />
• samenstellingen van drie woorden of minder: operatiekamer, breedbeeldtelevisie<br />
• twee delen van een splitsbaar werkwoord die in dezelfde volgorde naast elkaar staan als in<br />
de infinitief: Omdat ze Sara uitlachte, heeft Abraham Hagar weggestuurd.<br />
• woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar plus een voorzetsel als erover, hierdoor,<br />
daarbij, waarom.<br />
• getallen met honderd en duizend: drieëntwintigduizend vijfhonderd<br />
• veel samengestelde werkwoorden: pianospelen, vooruitblikken, theedrinken<br />
• veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden: berouwvol, veelzeggend, koolzuurhoudend<br />
Koppelteken en weglatingsteken<br />
Als koppelteken en als weglatingsteken gebruik je een liggend streepje.<br />
Zo gebruik je het koppelteken<br />
• in woorden die anders onoverzichtelijk worden: huis-aan-huisblad, doe-het-zelver, olie-enazijnstel<br />
• in samenstellingen, tussen klinkers die je ook samen kunt uitspreken: zee-egel, na-apen,<br />
giro-overschrijving, zo-even, mede-inzittende (maar: reclameafdeling, giroafschrift)<br />
• bij letters, cijfers, andere tekens en St of Sint: hbo-student, 20+-kaas, §-teken, VVV-kantoor,<br />
Sint-Bavokathedraal<br />
• bij aardrijkskundige namen, of woorden die daarvan afgeleid zijn: Zuid-Frankrijk, Zeeuws-<br />
Vlaanderen, Noord-Hollander, Nieuw-Zeelander<br />
• in woorden met de voorvoegsels adjunct-, aspirant-, ex-, niet-, non-, oud-: adjunct-directeur,<br />
aspirant-partijleider, ex-man, niet-rokers, non-stop, oud-burgemeester en voor een<br />
hoofdletter ook bij anti-, oer-, on- en pro-: anti-Russisch, oer-Hollands, on-Amerikaans, pro-<br />
Frans<br />
• in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden: minister-president, trainer-coach<br />
© <strong>Noordhoff</strong> <strong>Uitgevers</strong> bv