2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 <strong>havo</strong>/<strong>vwo</strong>, docentenhandleiding 92<br />
Spelling<br />
Hoofdstuk 1<br />
Gebiedende wijs<br />
Bij zinnen met een bevel erin gebruik je de gebiedende wijs. Bij de gebiedende wijs (GW) staat<br />
geen onderwerp.<br />
Zo schrijf je de gebiedende wijs<br />
De gebiedende wijs schrijf je als stam.<br />
Voorbeeld:<br />
- Teken een rechthoekige driehoek ABC (AB=4, AC=3) en bereken de schuine zijde BC.<br />
- Vind tegenwoordig nog maar eens een goede metselaar.<br />
Persoonsvormen in samengestelde zinnen<br />
Er zijn zinnen met één persoonsvorm (enkelvoudige zinnen) en zinnen met meer<br />
persoonsvormen (samengestelde zinnen).<br />
Zo vind je de persoonsvormen in samengestelde zinnen<br />
Probeer alle werkwoorden van tijd te veranderen. De werkwoorden waarbij dat kan, zijn<br />
persoonsvormen, de andere niet.<br />
Voorbeeld (het sterretje (*) betekent ‘kan niet’):<br />
- Nabila kan nauwelijks geloven, dat Gehazi naar Jordanië gaat emigreren.<br />
- Nabila kon nauwelijks *geloofden, dat Gehazi naar Jordanië ging *emigreerden.<br />
De werkwoorden kan en gaat kun je van tijd veranderen en zijn dus persoonsvormen; geloven<br />
en emigreren kun je niet van tijd veranderen en zijn dus geen persoonsvormen.<br />
Let op: Als je van de zin een ja/nee-vraag maakt, vind je maar één persoonsvorm. Er komt<br />
immers maar één van de twee persoonsvormen vooraan de zin te staan:<br />
- Kan Nabila nauwelijks geloven dat Gehazi naar Jordanië gaat emigreren?<br />
Persoonsvorm<br />
Voor de spelling van de persoonsvorm heb je speciale spellingsregels. In de tegenwoordige tijd<br />
schrijf je stam of stam + t.<br />
In de verleden tijd schrijf je bij zwakke werkwoorden stam + te(n) of stam + de(n). Bij sterke<br />
werkwoorden verandert de klank.<br />
Zo spel je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd<br />
• Je schrijft alleen de stam:<br />
- als er ‘ik’ bij hoort: ik luister, luister ik<br />
- als er ‘jij’ achter staat of ‘je’ waar je ‘jij’ van kunt maken: droom je (jij)?<br />
• Je schrijft stam + t:<br />
- in alle andere gevallen in het enkelvoud: jij/hij/zij luistert; luistert die hond goed?<br />
• Je gebruikt het hele werkwoord:<br />
- in het meervoud: wij / jullie / zij / de honden luisteren<br />
Zo spel je de persoonsvorm in de verleden tijd<br />
• Sterke werkwoorden: zo eenvoudig mogelijk (kijken – keek; slapen – sliep)<br />
• Zwakke werkwoorden: ’t (e)x-f(o)k s ch(aa)p<br />
- Als de letter vóór de -en van het hele werkwoord in ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p zit, schrijf je in de<br />
verleden tijd stam + te(n): lachen – lachte(n), merken – merkte(n)<br />
- Als de letter vóór de -en niet in ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p zit, spel je de verleden tijd als stam +<br />
de(n): razen – raasde(n), beloven – beloofde(n)<br />
Hoofdstuk 2<br />
Engelse werkwoorden<br />
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen.<br />
Zo vervoeg je Engelse werkwoorden<br />
© <strong>Noordhoff</strong> <strong>Uitgevers</strong> bv