2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 <strong>havo</strong>/<strong>vwo</strong>, docentenhandleiding 90<br />
Zo vind je een onbepaald voornaamwoord<br />
Een onbepaald voornaamwoord (onbep.vnw) wijst iemand of iets aan, maar zegt niet precies<br />
over wie of wat het gaat. Hier volgen drie lastige gevallen:<br />
1 Het woord ‘je’ is onbepaald voornaamwoord als het ‘men’ betekent:<br />
- Vroeger werkte je wel tien uur per dag.<br />
2 Het woordje ‘wat’ is onbepaald voornaamwoord als het ‘iets’ betekent:<br />
- Jullie hebben vast wel wat gekocht bij IKEA.<br />
3 Het woordje ‘het’ is een onbepaald voornaamwoord als het nergens naar verwijst, maar tijd,<br />
weer of sfeer aangeeft. Bijvoorbeeld:<br />
- Het is vijf uur, het begint te sneeuwen en het is hier erg gezellig.<br />
Bijwoord<br />
Elke bijwoordelijke bepaling die uit één woord bestaat, is als woordsoort een bijwoord (bijw).<br />
Voorbeeld:<br />
- Zo’n moeilijk boek / kun / je / niet (bwb) / snel (bwb) / uitlezen.<br />
Ook ondergeschikte bijwoordelijke bepalingen worden tot de bijwoorden gerekend. Ze geven<br />
vaak (maar niet altijd!) een ‘graad’, een ‘sterkte’ aan: nogal, tamelijk, enigszins, erg, zeer,<br />
bijzonder, vreselijk, ontzettend, uiterst, te.<br />
Zo vind je een bijwoord<br />
1 Ontleed de zin in zinsdelen. Zoek de bijwoordelijke bepalingen die uit één woord bestaan (of<br />
uit één woord plus een obwb). Die woorden zijn als woordsoort bijwoord.<br />
2 Zoek de ondergeschikte bijwoordelijke bepalingen. Ook die woorden zijn als woordsoort<br />
bijwoord.<br />
- Zo’n bijzonder (obwb) moeilijk boek / kun / je / absoluut (obwb) niet (bwb) / lekker (obwb) snel<br />
(bwb) / uitlezen.<br />
Hoofdstuk 6<br />
Enkelvoudige en samengestelde zinnen<br />
Er zijn enkelvoudige zinnen (met één persoonsvorm) en samengestelde (met meer<br />
persoonsvormen).<br />
Zo herken je enkelvoudige en samengestelde zinnen<br />
1 Zoek alle persoonsvormen van de zin door de zin van tijd te veranderen.<br />
2 Heeft de zin één persoonsvorm, dan is het een enkelvoudige zin; heeft de zin meer<br />
persoonsvormen, dan is het een samengestelde zin.<br />
Hoofdzinnen en bijzinnen<br />
Er zijn hoofdzinnen en bijzinnen. In een hoofdzin staan persoonsvorm en onderwerp naast<br />
elkaar. De persoonsvorm staat voorin de zin: op de eerste of de tweede plaats.<br />
Voorbeeld:<br />
1a De warme bakker (ow) verkoopt heerlijke krentenbollen. (hoofdzin)<br />
1b Verkoopt de warme bakker (ow) heerlijke krentenbollen? (hoofdzin)<br />
1c * De warme bakker (ow) altijd verkoopt heerlijke krentenbollen. (geen correcte zin)<br />
Een bijzin is een gedeelte van een hoofdzin. In een bijzin kúnnen tussen persoonsvorm en<br />
onderwerp nog andere zinsdelen staan. De persoonsvorm van de bijzin staat meestal achterin<br />
de zin. Voorbeeld:<br />
2 {hoofdzin Je weet (bijzin dat de warme bakker (ow) heerlijke krentenbollen (lv) verkoopt).}<br />
Als een zin twee persoonsvormen heeft, zijn er twee mogelijkheden:<br />
- Mogelijkheid 1: De zin bestaat uit twee hoofdzinnen: {hz} + {hz}<br />
3a {hoofdzin We (ow) kunnen naar de bieb gaan}, maar {hoofdzin dan moeten we (ow) nu weg.}<br />
3b {hoofdzin Willen jullie (ow) niet over die bok springen} of {hoofdzin durven jullie (ow) niet?}<br />
- Mogelijkheid 2: De zin bestaat uit een hoofdzin met een bijzin erin. De bijzin kan achteraan<br />
© <strong>Noordhoff</strong> <strong>Uitgevers</strong> bv