30.08.2013 Views

2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers

2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers

2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 <strong>havo</strong>/<strong>vwo</strong>, docentenhandleiding 89<br />

Zo vind je de vier soorten telwoorden<br />

Een hoofdtelwoord (vier, vijfendertig) noemt een aantal of hoeveelheid, een rangtelwoord<br />

(vierde, vijfendertigste) noemt een plaats in een rij.<br />

Beide soorten kun je onderverdelen. Een bepaald telwoord geeft een precies aantal aan of een<br />

precieze plaats in een rij; een onbepaald telwoord geeft een onduidelijk aantal aan of een<br />

onduidelijke plaats in een rij. Bepaalde hoofdtelwoorden zijn vervangbaar door cijfers, de andere<br />

soorten niet. In schema:<br />

hoofdtelwoord <br />

rangtelwoord<br />

Hoofdstuk 5<br />

© <strong>Noordhoff</strong> <strong>Uitgevers</strong> bv<br />

bepaald onbepaald<br />

zes, vijftien,<br />

drievijfde<br />

eerste,<br />

zesde,<br />

vijftiende<br />

veel, enkele, sommige,<br />

verscheidene, weinig,<br />

alle, wat (= een beetje)<br />

laatste, middelste,<br />

zoveelste, hoeveelste<br />

Zinsdeelstukken 2<br />

Zinsdeelstukken (bepalingen) die bij een zelfstandig naamwoord horen, heten bijvoeglijke<br />

bepalingen. Er is nog een ander zinsdeelstuk: de ondergeschikte bijwoordelijke bepaling.<br />

Ondergeschikte bijwoordelijke bepaling<br />

Een bepaling die niet bij een zelfstandig naamwoord hoort, heet ondergeschikte<br />

bijwoordelijke bepaling (obwb). Zo’n obwb hoort vaak bij een bijvoeglijk naamwoord of een<br />

bijwoord. Vaak (maar niet altijd) geeft een obwb een ‘graad’ aan: heel erg, nogal moe,<br />

ontzettend spannend. In de voorbeeldzinnen zijn de obwb’en onderstreept. De kern is vet<br />

gedrukt.<br />

Een obwb kan voorkomen:<br />

- in het naamwoordelijke deel van het gezegde:<br />

1 Dat jeugdboek / was / volgens mijn klasgenoten / [nw.deel nogal saai].<br />

- in een bijwoordelijke bepaling:<br />

2 De schaatsers / kwamen / totaal uitgeput (bwb) / in Leeuwarden / aan.<br />

- in een bijvoeglijke bepaling:<br />

3 Bij de Lidl / kun / je / bijzonder lekkere (bijv.bep), kruidige pepernoten / kopen.<br />

In het lijdend voorwerp van zin 3 zijn bijzonder lekkere en kruidige twee bijvoeglijke bepalingen<br />

bij de kern pepernoten. Binnen de bijvoeglijke bepaling bijzonder lekkere is bijzonder een obwb<br />

bij de kern lekkere:<br />

bijvb = bijzonder lekkere → pepernoten<br />

obwb = bijzonder → lekkere<br />

Zo vind je de ondergeschikte bijwoordelijke bepalingen<br />

1 Noteer eerst alle zinsdelen: ow, wg of ng, lv, mv, bwb’en.<br />

2 Zoek van elk zinsdeel het belangrijkste woord, de kern.<br />

3 Noteer de woorden die extra informatie geven over de kern. Als woorden bij elkaar horen,<br />

vormen ze samen één bepaling.<br />

4 Stel de woordsoort van de kern vast. Als een bepaling niet bij een zelfstandig naamwoord<br />

hoort, is het een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling.<br />

5 Zoek ten slotte binnen de bijvoeglijke bepalingen.<br />

Onbepaald voornaamwoord<br />

Hieronder staan de onbepaalde voornaamwoorden in schema.<br />

onbepaald<br />

voornaamwoord<br />

iemand, niemand, iedereen, men, menigeen, het, iets, niets, alles,<br />

ieder(e), elk(e), menig(e), wat, (een) zekere, een of ander(e)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!