30.08.2013 Views

2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers

2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers

2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 <strong>havo</strong>/<strong>vwo</strong>, docentenhandleiding 88<br />

Hoofdstuk 4<br />

Zinsdeelstukken 1<br />

In sommige zinsdelen geven zinsdeelstukken (bepalingen) extra informatie over het<br />

belangrijkste woord van dat zinsdeel, de kern. In de voorbeeldzinnen zijn de bepalingen<br />

onderstreept. De kern is vet gedrukt.<br />

Voorbeeld:<br />

1a De schutting / is / tijdens een storm / kapot / gewaaid. (geen bepalingen bij de drie kernen)<br />

1b De oude schutting rondom mijn tuin / is / tijdens een zware storm / helemaal kapot /<br />

gewaaid.<br />

Bijvoeglijke bepaling<br />

Een bepaling bij een zelfstandig naamwoord heet bijvoeglijke bepaling (bijv.bep). Zo’n<br />

bijvoeglijke bepaling kan vóór of achter het zelfstandig naamwoord staan. Er kunnen ook meer<br />

bepalingen bij één zelfstandig naamwoord horen. Voorbeelden:<br />

2 Eline van hiernaast / staat / ingeschreven / bij drie heel bekende modellenbureaus.<br />

3 Slechts in enkele rijwielzaken in Utrecht / kunt / u / zo’n bijzonder mooie, snelle scooter /<br />

aanschaffen.<br />

Let op:<br />

- lidwoorden (De, een in zin 1b), voornaamwoorden (zo’n in zin 3) noem je geen bijvoeglijke<br />

bepaling. Telwoorden (drie in zin 2 en enkele in zin 3) zijn wel bijvoeglijke bepaling.<br />

- voorzetsels die vóór de kern (en het lidwoord en de bepalingen) staan, zijn geen bepaling,<br />

zoals tijdens in ‘tijdens een zware storm’ (zin 1b), bij in ‘bij drie heel bekende modellenbureaus’<br />

(zin 2) en in in ‘slechts in enkele rijwielzaken’ (zin 3).<br />

Een bijvoeglijke bepaling kan ook in het naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde<br />

zitten.<br />

Voorbeeld:<br />

4 Volgens dit onderzoek / is / de iPod / onder jongeren / [nw.deel de populairste mp3-speler].<br />

Zo vind je de bijvoeglijke bepalingen<br />

1 Noteer eerst alle zinsdelen: ow, wg of ng, lv, mv, bwb’en.<br />

2 Zoek van elk zinsdeel het belangrijkste woord: de kern.<br />

3 Noteer de woorden die extra informatie geven over de kern. Als woorden bij elkaar horen,<br />

vormen ze samen één bepaling.<br />

4 Stel de woordsoort van de kern vast. Alleen bepalingen bij een zelfstandig naamwoord zijn<br />

bijvoeglijke bepaling.<br />

Betrekkelijk voornaamwoord<br />

Sommige bijvoeglijke bepalingen zijn kleine zinnetjes (onderstreept). Ze staan altijd achter de<br />

kern (vet gedrukt).<br />

Voorbeelden:<br />

1 De fiets DIE daar staat, kost meer dan vijfhonderd euro.<br />

2 Heb jij het boek DAT daar ligt, ook gelezen?<br />

3 De mensen met WIE wij op vakantie zijn geweest, zijn vrienden van mijn ouders.<br />

4 Alles WAT ik vandaag leer, ben ik morgen weer vergeten.<br />

Vaak staat in het begin van zo’n zinnetje een betrekkelijk voornaamwoord (betr.vnw): die,<br />

dat, wie of wat. Het woord waar het betrekkelijk voornaamwoord naar terugwijst, heet het<br />

antecedent.<br />

Zo vind je het betrekkelijk voornaamwoord<br />

1 Zoek de bijvoeglijke bepalingen die een zinnetje zijn.<br />

2 Kijk of het zinnetje begint met die, dat, wie of wat. Die woordjes zijn betrekkelijk<br />

voornaamwoord.<br />

3 Controleer of het betrekkelijk voornaamwoord terugwijst naar iets wat eerder genoemd is.<br />

Telwoord<br />

Er zijn vier soorten telwoorden. Ze geven een hoeveelheid of een volgorde aan.<br />

© <strong>Noordhoff</strong> <strong>Uitgevers</strong> bv

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!