2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 <strong>havo</strong>/<strong>vwo</strong>, docentenhandleiding 85<br />
Grammatica<br />
Hoofdstuk 1<br />
Lijdende en bedrijvende vorm<br />
Zin a en zin b betekenen ongeveer hetzelfde.<br />
a De gitarist (ow) stemt (wg) de gitaar (lv).<br />
b De gitaar (ow) wordt door de gitarist (bwb) gestemd.<br />
In zin a staan een werkwoordelijk gezegde (stemt), een onderwerp (De gitarist) en een lijdend<br />
voorwerp (de gitaar). Zin a staat in de bedrijvende vorm.<br />
Van zo’n zin in de bedrijvende vorm (zin a) kun je een zin in de lijdende vorm maken (zin b).<br />
Zo maak je de lijdende vorm<br />
Om de lijdende vorm te maken verander je drie dingen:<br />
• het lijdend voorwerp wordt onderwerp<br />
• het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die met door begint (door-bepaling)<br />
• het gezegde verandert: je moet er het werkwoord worden of het werkwoord zijn bij<br />
gebruiken. Hoe het gezegde precies verandert, kun je zien in het schema.<br />
In schema:<br />
Bedrijvende vorm Lijdende vorm<br />
(De door-bepaling kan ook op een andere plaats<br />
1a De gitarist stemt de gitaar.<br />
2a De gitarist stemde de gitaren.<br />
3a De gitarist heeft de gitaren gestemd.<br />
4a De gitarist had de gitaar gestemd.<br />
5a De gitarist zal de gitaar stemmen.<br />
6a De gitarist zou de gitaren stemmen.<br />
7a De gitarist zal de gitaren gestemd<br />
hebben.<br />
8a De gitarist zou de gitaar gestemd<br />
hebben.<br />
© <strong>Noordhoff</strong> <strong>Uitgevers</strong> bv<br />
in de zin staan.)<br />
1b De gitaar wordt gestemd door de gitarist.<br />
2b De gitaren werden gestemd door de gitarist.<br />
3b De gitaren zijn gestemd door de gitarist.<br />
4b De gitaar was gestemd door de gitarist.<br />
5b De gitaar zal worden gestemd door de gitarist.<br />
6b De gitaren zouden worden gestemd door de<br />
gitarist.<br />
7b De gitaren zullen door de gitarist gestemd zijn.<br />
8b De gitaar zou door de gitarist gestemd zijn.<br />
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord<br />
Verreweg de meeste werkwoorden hebben een duidelijke, vaste betekenis. Ze heten<br />
zelfstandige werkwoorden (zww). Enkele voorbeelden: spelen, huilen, werken, dromen,<br />
roepen. Een zelfstandig werkwoord kan in zijn eentje het werkwoordelijk gezegde vormen.<br />
Verder zijn er nog hulpwerkwoorden (hww). Ze komen voor in elke zin met meer dan één<br />
werkwoord en ‘helpen’ om het gezegde te maken. Enkele voorbeelden: hebben, zijn, worden,<br />
zullen, kunnen, mogen, moeten.<br />
Zo vind je zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord<br />
In een zin met een werkwoordelijk gezegde staat soms maar één werkwoord: het zelfstandig<br />
werkwoord (zww):<br />
• Bij de lunch eten (zww) veel mensen een stukje fruit.<br />
Als er meer werkwoorden in de zin staan, komt het zelfstandig werkwoord ergens achter in de<br />
zin te staan. De overige werkwoorden, dus ook de persoonsvorm, zijn hulpwerkwoorden (hww):<br />
• Bij de lunch willen (hww) veel mensen een stukje fruit eten (zww).<br />
• Bij de lunch blijken (hww) veel mensen een stukje fruit te willen (hww) eten (zww).<br />
• Bij de lunch hebben (hww) veel mensen een stukje fruit gegeten (zww).<br />
Hoofdstuk 2<br />
Naamwoordelijk gezegde<br />
In de zin ‘Karin / is / vanochtend / getroost / door Gert’ zegt het werkwoordelijk gezegde ‘is<br />
getroost’ wat er met het onderwerp van de zin (Karin) gebeurd is. Er ontstaat echter een