2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 <strong>havo</strong>/<strong>vwo</strong>, docentenhandleiding 79<br />
Hoofdstuk 4<br />
Bronnen verwerken<br />
Voor veel opdrachten op school, zoals spreekbeurten en werkstukken, verzamel je<br />
informatiebronnen. Bij het verwerken van dat bronnenmateriaal vormen de deelvragen over je<br />
onderwerp het uitgangspunt.<br />
Je print of kopieert je bronnen. Voor iedere deelvraag kies je een kleur. Tijdens het lezen geef je met<br />
een markeerstift het antwoord op een bepaalde deelvraag de bijbehorende kleur. Wanneer je hele<br />
boeken als bronnen hebt, kun je ook gekleurde papiertjes als bladwijzer gebruiken om de plaats van<br />
een antwoord op een deelvraag aan te geven.<br />
Na het markeren zet je de informatie per deelvraag op een apart vel papier.<br />
Noteer de gegevens van een bron zodra je besluit die te gebruiken. Als je later de bronnenlijst gaat<br />
maken, heb je ze nodig. Achteraf de gegevens opzoeken kost vaak onnodig veel tijd.<br />
Zo verwerk je bronnen<br />
• Noteer de gegevens van de bronnen die je gebruikt.<br />
• Kies per deelvraag een kleur.<br />
• Markeer per deelvraag de antwoorden in je gekopieerde of geprinte bronnen.<br />
• Zet op losse vellen papier steeds een van je deelvragen.<br />
• Schrijf de informatie uit de gemarkeerde fragmenten onder de deelvragen.<br />
• Pak bronteksten en aantekeningen erbij als je aan je werkstuk of spreekbeurt werkt.<br />
Hoofdstuk 5<br />
Uit je hoofd leren<br />
Als je iets uit je hoofd leert, is herhaling noodzakelijk. Onderzoekers adviseren te herhalen na tien<br />
minuten (!), na vierentwintig uur, na een week en daarna indien nodig vaker. Om te zorgen dat leren<br />
door al die herhaling niet te saai wordt, kun je het best verschillende leerstrategieën gebruiken.<br />
Wissel lezen, onderstrepen, markeren en aantekeningen of schema’s maken af. Praat over de stof en<br />
overhoor elkaar.<br />
Om iets te onthouden kun je ook beelden of ezelsbruggetjes gebruiken. Iets toepassen of de stof<br />
uitleggen aan anderen blijken de beste manieren om iets te leren.<br />
Als je verschillende zintuigen gebruikt, onthoud je de stof gemakkelijker. Je geheugen werkt namelijk<br />
met beeld, geluid, geur, smaak en aanraking.<br />
Zo leer je iets uit je hoofd<br />
• Herhaal de stof minstens drie keer: na tien minuten, na vierentwintig uur en na een week.<br />
• Wissel leerstrategieën af: lezen, onderstrepen, markeren, aantekeningen of schema’s maken,<br />
praten over de stof en elkaar overhoren.<br />
• Pas toe wat je leert of leg de stof uit aan anderen.<br />
• Gebruik verschillende zintuigen bij het leren.<br />
Hoofdstuk 6<br />
Enquête<br />
Wanneer je van een groep personen informatie nodig hebt, kun je een enquête opstellen. Eerst stel je<br />
vast welke informatie je wilt verzamelen en wie je wilt enquêteren.<br />
Daarna bedenk je vragen. Je kunt verschillende soorten vragen formuleren, zoals meerkeuzevragen<br />
en gesloten vragen (ja/nee/geen mening). Ook kun je werken met beweringen die scoren op een<br />
vierpuntsschaal van ‘helemaal mee eens’ tot ‘helemaal oneens’.<br />
Voor de verwerking turf je het aantal ingevulde formulieren, de antwoorden op de vragen en de scores<br />
op de puntsschalen. Met de resultaten in absolute getallen kun je percentages berekenen. De<br />
uitslag van je enquête kun je op een overzichtelijke manier laten zien door deze percentages weer te<br />
geven in bijvoorbeeld een cirkel- of staafdiagram.<br />
Zo bereid je een enquête voor<br />
• Stel vast van wie je iets wilt weten en waarover je iets wilt weten.<br />
• Bedenk meerkeuzevragen, gesloten vragen en beweringen met een vierpuntsschaal.<br />
© <strong>Noordhoff</strong> <strong>Uitgevers</strong> bv