2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers

2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers 2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers

noordhoffuitgevers.nl
from noordhoffuitgevers.nl More from this publisher
30.08.2013 Views

Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 havo/vwo, docentenhandleiding 72 Overtuigen doe je met behulp van argumenten. Een argument voor je mening over gezond eten in de schoolkantine is bijvoorbeeld dat je door te veel vet en/of zoet eten ernstige gezondheidsproblemen kunt krijgen. Niet alle onderwerpen zijn geschikt voor een betogende spreekbeurt: je kiest een onderwerp waarover mensen van mening verschillen. Een betogende spreekbeurt bestaat uit de volgende onderdelen: • De inleiding In de inleiding trek je de aandacht van je publiek. De aandacht kun je trekken met een leuk verhaaltje (een anekdote), een actuele gebeurtenis of een interessant weetje. Ook moet je aan het eind van de inleiding je standpunt over het onderwerp duidelijk maken. • Het middenstuk In het middenstuk geef je je argumenten voor je standpunt. Je legt uit waarom je voor of tegen bent. Je argumenten licht je toe met bijvoorbeeld cijfers en voorbeelden. • Het slot In het slot herhaal je je standpunt. Sluit af met een pakkende uitspraak, een uitsmijter. Vaak wordt aan het einde van een spreekbeurt gelegenheid gegeven voor vragen. Zo bereid je een betogende spreekbeurt voor • Kies een onderwerp dat je aanspreekt en waarover mensen van mening verschillen. • Zoek informatie in de bibliotheek of op internet. • Bepaal je standpunt over het onderwerp. • Bedenk argumenten bij je standpunt. • Maak een indeling in inleiding-middenstuk-slot. • Maak een spiekbriefje. • Oefen je spreekbeurt. Zo houd je een betogende spreekbeurt • Praat luid, duidelijk en rustig, maar ook enthousiast en overtuigend. • Kijk je publiek aan. • Gebruik je spiekbriefje als geheugensteun. Hoofdstuk 4 Onderhandelingsgesprek Soms ben je het met iemand niet eens, bijvoorbeeld over hoe laat je thuis moet zijn of over de manier waarop je een groepsopdracht gaat uitvoeren. Je moet dan onderhandelen om tot overeenstemming te komen. Je probeert in een onderhandeling je eigen doel te bereiken. Soms lukt dat niet en moet je wat toegeven. Een onderhandeling is geslaagd als alle partijen tevreden zijn met het resultaat. Dat resultaat kan soms een compromis zijn, een overeenstemming. Zo bereid je een onderhandelingsgesprek voor Vraag je van tevoren af: • Wat wil jezelf het liefst bereiken? • Met welk resultaat ben je nog net tevreden? • Wat wil de ander waarschijnlijk bereiken? Zo voer je een onderhandelingsgesprek • Begin je gesprek met een verkenning: probeer erachter te komen wat de ander wil. • Vertel niet meteen met welk resultaat jij ook nog genoegen neemt. • Geef argumenten voor je standpunt en luister goed naar de argumenten van de ander. • Weeg elkaars argumenten af en kom tot een oplossing. • Onderhandel tot beide partijen tevreden zijn. • Herhaal aan het eind van het gesprek de gemaakte afspraken. Hoofdstuk 5 © Noordhoff Uitgevers bv

Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 havo/vwo, docentenhandleiding 73 Vergaderen In een vergadering wordt onder leiding van een voorzitter overlegd en gediscussieerd aan de hand van een agenda: een lijst met van tevoren afgesproken onderwerpen. Van een vergadering maakt een notulist een verslag: de notulen. Boven deze notulen staan de datum en de namen van wie er aanwezig waren. Verder bevatten de notulen per agendapunt een kort verslag van de discussie, de genomen besluiten en de gemaakte afspraken. Een agenda heeft altijd een vaste volgorde: 1. Opening 2. Notulen van de vorige vergadering. De deelnemers controleren of alles klopt wat in de notulen van de vorige vergadering staat. 3. Verschillende agendapunten. De onderwerpen waarvoor de vergadering bijeengeroepen is, worden hier behandeld. 4. Rondvraag. Aan het eind van de vergadering krijgt iedereen nog de kans een korte vraag te stellen over een onderwerp dat niet aan de orde is geweest. 5. Sluiting Zo houd je een vergadering De voorzitter leidt de vergadering en heeft de volgende taken: • Hij houdt de tijd in de gaten. • Hij zorgt ervoor dat alle agendapunten aan bod komen. • Hij vat af en toe samen wat de deelnemers gezegd hebben. De deelnemers aan de vergadering hebben de volgende taken: • Ze nemen actief deel aan de discussie. • Ze luisteren goed naar elkaar. • Ze laten elkaar uitpraten. • Ze reageren op een goede manier op elkaar. Hoofdstuk 6 Presenteren Als je een onderzoekje hebt gedaan, een werkstuk hebt gemaakt of een boek hebt gelezen, moet je daarover vaak een presentatie houden voor je klasgenoten. Je presenteert nooit je hele werkstuk of onderzoek, maar je selecteert de belangrijkste informatie. Die informatie presenteer je met een powerpointpresentatie, poster of sheets. De tekst en plaatjes moeten je verhaal ondersteunen. De tekst moet dus kort en krachtig zijn. Gebruik daarom losse woorden of hele korte zinnen. Plaats de woorden en zinnen puntsgewijs onder elkaar en druk de tekst zo groot (20-puntsletter) af dat iedereen het kan lezen. Zo bereid je een presentatie voor • Maak een indeling van je presentatie: inleiding, middenstuk en slot. Bedenk vervolgens wanneer je welke informatie vertelt. • Maak je powerpointpresentatie, poster of sheets. • Maak een spiekbriefje. • Oefen je presentatie thuis voor je ouders. • Check of alle hulpmiddelen goed werken. Zo houd je een presentatie • Praat rustig en duidelijk. • Spreek met een klein beetje overdrijving; dan komt je verhaal beter aan bij je publiek. • Let goed op je houding tijdens je presentatie: - sta rechtop met twee voeten op de grond - stop je handen niet in je zakken - maak contact met je publiek door zoveel mogelijk de klas in te kijken • Geef tijdens de presentatie geen foto’s door de klas, maar laat ze voor de klas zien. • Zorg ervoor dat ook leerlingen achter in de klas je plaatjes en foto’s kunnen zien. © Noordhoff Uitgevers bv

Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 <strong>havo</strong>/<strong>vwo</strong>, docentenhandleiding 72<br />

Overtuigen doe je met behulp van argumenten. Een argument voor je mening over gezond<br />

eten in de schoolkantine is bijvoorbeeld dat je door te veel vet en/of zoet eten ernstige<br />

gezondheidsproblemen kunt krijgen.<br />

Niet alle onderwerpen zijn geschikt voor een betogende spreekbeurt: je kiest een onderwerp<br />

waarover mensen van mening verschillen.<br />

Een betogende spreekbeurt bestaat uit de volgende onderdelen:<br />

• De inleiding<br />

In de inleiding trek je de aandacht van je publiek. De aandacht kun je trekken met een leuk<br />

verhaaltje (een anekdote), een actuele gebeurtenis of een interessant weetje. Ook moet je<br />

aan het eind van de inleiding je standpunt over het onderwerp duidelijk maken.<br />

• Het middenstuk<br />

In het middenstuk geef je je argumenten voor je standpunt. Je legt uit waarom je voor of<br />

tegen bent. Je argumenten licht je toe met bijvoorbeeld cijfers en voorbeelden.<br />

• Het slot<br />

In het slot herhaal je je standpunt. Sluit af met een pakkende uitspraak, een uitsmijter. Vaak<br />

wordt aan het einde van een spreekbeurt gelegenheid gegeven voor vragen.<br />

Zo bereid je een betogende spreekbeurt voor<br />

• Kies een onderwerp dat je aanspreekt en waarover mensen van mening verschillen.<br />

• Zoek informatie in de bibliotheek of op internet.<br />

• Bepaal je standpunt over het onderwerp.<br />

• Bedenk argumenten bij je standpunt.<br />

• Maak een indeling in inleiding-middenstuk-slot.<br />

• Maak een spiekbriefje.<br />

• Oefen je spreekbeurt.<br />

Zo houd je een betogende spreekbeurt<br />

• Praat luid, duidelijk en rustig, maar ook enthousiast en overtuigend.<br />

• Kijk je publiek aan.<br />

• Gebruik je spiekbriefje als geheugensteun.<br />

Hoofdstuk 4<br />

Onderhandelingsgesprek<br />

Soms ben je het met iemand niet eens, bijvoorbeeld over hoe laat je thuis moet zijn of over de<br />

manier waarop je een groepsopdracht gaat uitvoeren. Je moet dan onderhandelen om tot<br />

overeenstemming te komen. Je probeert in een onderhandeling je eigen doel te bereiken. Soms<br />

lukt dat niet en moet je wat toegeven.<br />

Een onderhandeling is geslaagd als alle partijen tevreden zijn met het resultaat. Dat resultaat<br />

kan soms een compromis zijn, een overeenstemming.<br />

Zo bereid je een onderhandelingsgesprek voor<br />

Vraag je van tevoren af:<br />

• Wat wil jezelf het liefst bereiken?<br />

• Met welk resultaat ben je nog net tevreden?<br />

• Wat wil de ander waarschijnlijk bereiken?<br />

Zo voer je een onderhandelingsgesprek<br />

• Begin je gesprek met een verkenning: probeer erachter te komen wat de ander wil.<br />

• Vertel niet meteen met welk resultaat jij ook nog genoegen neemt.<br />

• Geef argumenten voor je standpunt en luister goed naar de argumenten van de ander.<br />

• Weeg elkaars argumenten af en kom tot een oplossing.<br />

• Onderhandel tot beide partijen tevreden zijn.<br />

• Herhaal aan het eind van het gesprek de gemaakte afspraken.<br />

Hoofdstuk 5<br />

© <strong>Noordhoff</strong> <strong>Uitgevers</strong> bv

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!