2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 <strong>havo</strong>/<strong>vwo</strong>, docentenhandleiding 63<br />
© <strong>Noordhoff</strong> <strong>Uitgevers</strong> bv<br />
1 Deel de groepen van drie of vier leerlingen zo willekeurig mogelijk in. Zet de leerlingen<br />
bijvoorbeeld op volgorde van huisnummer en verdeel ze daarna in groepen van drie of vier<br />
leerlingen.<br />
2 (individueel in stilte) Schrijf de spellingregel op die bij jouw werkwoordstijd hoort.<br />
3 (delen) Overleg en kom met elkaar tot de beste formulering van de spellingregel. Noteer de<br />
regel op de jokerkaart. Zet op de voorkant de werkwoordtijd: tegenwoordige tijd / verleden tijd /<br />
voltooide tijd / …<br />
4 (individueel in stilte) Noteer drie zinnen die een andere leerling straks moet kunnen maken.<br />
Jij moet zelf het goede antwoord weten.<br />
5 (delen) Lees je zinnen voor. Kies als groep samen vijf zinnen uit. Schrijf deze zinnen zo<br />
netjes mogelijk op een lijntjespapier.<br />
6 (ruilen) Geef het papier met de zinnen aan een groep die een andere werkwoordstijd heeft.<br />
7 (individueel in stilte) Maak de vijf zinnen.<br />
8 (delen) Lees je antwoorden voor. Als jullie een antwoord echt niet weten, mag je de<br />
jokerkaart met de regel gaan halen.<br />
Kies als groep uit al jullie antwoorden het goede. Schrijf deze antwoorden zo netjes mogelijk<br />
op een nieuw lijntjespapier. Zet je groepsnummer erbij.<br />
9 (ruilen) Geef het vragenblad en het antwoordblad terug aan de groep waarmee je geruild<br />
hebt.<br />
10 (nakijken en tips geven) Kijk de gemaakte zinnen samen na. Iedere leerling doet om de<br />
beurt een zin. Verbeter de fouten en schrijf erbij waarom het antwoord fout was. Geef daarna<br />
het blad terug aan de groep die de antwoorden heeft gemaakt.<br />
ZIE OOK<br />
activerende werkvormen – samenwerkend leren<br />
WOORDENSCHATVERWERVING<br />
WAT IS WOORDENSCHATVERWERVING?<br />
Woordenschatverwerving is de gerichte uitbreiding van de woordenschat van leerlingen. Door<br />
gebruik te maken van verschillende onthoudtechnieken, maken leerlingen zich het gebruik van<br />
een nieuw woord eigen. In de taallessen worden de nieuwe woorden in een zinvolle context<br />
aangeboden, en wordt de juiste betekenis achterhaald. Vervolgens keren nieuwe woorden in<br />
verschillende contexten terug, bij voorkeur zowel receptief (lezen en luisteren), als productief<br />
(schrijven en spreken).<br />
Op de website www.metwoordenindeweer.com van Marianne Verhallen en Dirkje van den<br />
Nulft is meer informatie te vinden over een aanpak voor woordenschatonderwijs.<br />
WAAROM WOORDENSCHATVERWERVING?<br />
Belangrijke argumenten voor woordenschatverwerving zijn:<br />
1 een goede woordenschat is een vereiste voor goede leesvaardigheid<br />
2 bij andere vakken op school komen leerling voortdurend in aanraking met nieuwe woorden<br />
3 nieuwe woorden leren kennen heeft geen zin als deze woorden vervolgens niet duurzaam<br />
worden verankerd in het geheugen van de leerling<br />
4 woordenschatuitbreiding is een apart kerndoel in de onderbouw<br />
NIEUW NEDERLANDS EN WOORDENSCHATVERWERVING<br />
Nieuw Nederlands besteedt bij het onderdeel Taal en woordenschat met ingang van deel 2<br />
aandacht aan verschillende technieken om woordenschat te verwerven en te verankeren,<br />
bijvoorbeeld:<br />
• een woordweb maken<br />
• een kapstok maken<br />
• woordkaarten maken<br />
• beelden bedenken<br />
• ezelsbruggetjes<br />
• ‘stampen’<br />
ZIE OOK