2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
2 havo/vwo - Noordhoff Uitgevers
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nieuw Nederlands 4 e editie, 2 <strong>havo</strong>/<strong>vwo</strong>, docentenhandleiding 46<br />
© <strong>Noordhoff</strong> <strong>Uitgevers</strong> bv<br />
Leerkracht: “Dat leg ik je na de les wel uit”<br />
Of:<br />
Leerkracht: “Hoe komt het dat je niet aan het werk bent?”<br />
Leerling: “Weet ik niet.”<br />
Leerkracht: “Dan kom ik zo tijdens Zelfstandig Werken even met je praten.”<br />
Goochelen met plaats<br />
Leerling: “Waarom heb ik een onvoldoende?”<br />
Leerkracht: “Als je op je plaats gaat zitten, kom ik je dat zo uitleggen.”<br />
Of:<br />
Leerkracht: “Ga er maar uit.”<br />
Leerling: “Waarom?”<br />
Leerkracht: “Dat zal ik je zo op de gang vertellen.”<br />
Leerling: “Ik wil het nú weten.”<br />
Leerkracht: “Dat is goed, loop maar even met me naar de gang, dan zal ik je het vertellen.”<br />
3 GOOCHELEN VAN INHOUD NAAR BETREKKING<br />
Bij goochelen van inhoud naar betrekking wordt de aandacht verplaatst van het onderwerp<br />
van het gesprek naar de relatie tussen de docent en de leerling.<br />
Van een gesprek op inhoudsniveau … … naar een gesprek op betrekkingsniveau<br />
Leerkracht: “Vandaag hebben jullie een toets.”<br />
Leerling: “Nee hoor, die heeft u voor volgende<br />
week opgegeven.”<br />
Leerkracht: “Nee, ik weet zeker voor vandaag.”<br />
Leerling: “Echt niet.”<br />
Leerkracht: “Echt wel.”<br />
Leerkracht: “Blijf na de les maar even wachten, je<br />
zit te snoepen.”<br />
Leerling: “Ik snoep helemaal niet.”<br />
Leerkracht: “Ik zie toch dat je zit te snoepen.”<br />
Leerling: “Echt niet, ik heb niks in mijn mond.”<br />
Leerkracht: “Ik zag je toch duidelijk kauwen.”<br />
Leerling: “Echt niet.”<br />
Leerkracht: “Echt wel.”<br />
ZIE OOK<br />
conflicthantering – uitgestelde aandacht – veilig leren<br />
POSITIEVE FEEDBACK<br />
Leerkracht: “Vandaag hebben jullie een toets.”<br />
Leerling: “Nee hoor, die heeft u voor volgende<br />
week opgegeven.”<br />
Leerkracht: “Nee, ik weet zeker voor vandaag.”<br />
Leerling: “Echt niet.”<br />
Leerkracht: “Dat is vervelend. Kijken hoe we dat<br />
kunnen oplossen.”<br />
Leerkracht: “Blijf na de les maar even wachten, je<br />
zit te snoepen.”<br />
Leerling: “Ik snoep helemaal niet.”<br />
Leerkracht: “Ik zie toch dat je zit te snoepen.”<br />
Leerling: “Echt niet, ik heb niks in mijn mond.”<br />
Leerkracht: “Volgens mij heb je wat in je mond<br />
maar jij zegt van niet. Ik merk dat ik dat heel<br />
vervelend vind, tijdens Zelfstandig Werken wil ik<br />
het daar even met je over hebben.”<br />
WAT IS POSITIEVE FEEDBACK?<br />
Uitgangspunt van positieve feedback is dat leerlingen beter leren als goed gedrag positief<br />
bevestigd wordt dan wanneer fout gedrag wordt afgekeurd.<br />
Ook kan positieve feedback worden gegeven als een leerling iets niet goed heeft gedaan. In<br />
dat geval wordt positieve feedback gegeven door de nadruk te leggen op de oplossing, en niet<br />
op het probleem. De feedback is in dat geval constructief; de leerling wordt een kans geboden<br />
om het goed te doen.<br />
POSITIEVE FEEDBACK IN VIER STAPPEN