30.08.2013 Views

Nectar 2e editie docentenhandleiding 3 vmbo basis - Noordhoff ...

Nectar 2e editie docentenhandleiding 3 vmbo basis - Noordhoff ...

Nectar 2e editie docentenhandleiding 3 vmbo basis - Noordhoff ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave .................................................................................................... 1<br />

Algemeen............................................................................................................ 2<br />

Werken met <strong>Nectar</strong> ........................................................................................... 3<br />

Hoe werkt 3 <strong>vmbo</strong> bovenbouw? ......................................................................... 3<br />

Differentiatie .................................................................................................... 4<br />

Toetsing .......................................................................................................... 5<br />

Planning <strong>vmbo</strong> bovenbouw .................................................................................... 6<br />

De hoofdstukken inhoudelijk .................................................................................. 7<br />

Hoofdstuk 1 Vier Rijken......................................................................................... 8<br />

Hoofdstuk 2 Planten, dieren, mensen .................................................................... 13<br />

Themahoofdstuk A Kweken onder glas .................................................................. 18<br />

Hoofdstuk 3 Voortplanting ................................................................................... 21<br />

Themahoofdstuk B Het consultatiebureau .............................................................. 27<br />

Hoofdstuk 4 Waarnemen ..................................................................................... 30<br />

Hoofdstuk 5 Mens en milieu ................................................................................. 35<br />

Themahoofdstuk C De natuurvoedingswinkel.......................................................... 41<br />

Examenprogramma VMBO Biologie ....................................................................... 44<br />

Toelichting ..................................................................................................... 45<br />

Het examen ................................................................................................... 48<br />

De eindtermen van het kerndeel ....................................................................... 54<br />

De eindtermen van het verrijkingsdeel ............................................................... 61<br />

Adressenlijst...................................................................................................... 63<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 1


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Algemeen<br />

De <strong>docentenhandleiding</strong> van de tweede <strong>editie</strong> van <strong>Nectar</strong> is, net als de leerlingenboeken,<br />

vernieuwd. De handleiding is niet alleen geactualiseerd, maar wordt via de website van<br />

<strong>Nectar</strong> aangeboden. De informatie van de handleiding blijft op deze manier actueel.<br />

Dit document is een uitgeprinte versie van de belangrijkste onderdelen van de digitale<br />

<strong>docentenhandleiding</strong>. Andere onderdelen als werkbladen voor de leerlingen en actuele<br />

informatie (zoals errata) kunt u vinden in de overige rubrieken van de<br />

<strong>docentenhandleiding</strong> op www.nectar.wolters.nl<br />

Methode opbouw<br />

<strong>vmbo</strong><br />

<strong>basis</strong> 1<br />

<strong>vmbo</strong><br />

<strong>basis</strong> 2<br />

<strong>vmbo</strong><br />

<strong>basis</strong> 3<br />

<strong>vmbo</strong><br />

<strong>basis</strong> 4<br />

<strong>vmbo</strong><br />

kgt 1<br />

<strong>vmbo</strong><br />

kgt 2<br />

<strong>vmbo</strong><br />

kgt 3<br />

<strong>vmbo</strong><br />

kgt 4<br />

<strong>vmbo</strong><br />

gt/h/v 1<br />

havo/<br />

vwo 2<br />

havo<br />

deel 1<br />

havo<br />

deel 2<br />

vwo<br />

deel 1<br />

vwo<br />

deel 2<br />

vwo<br />

deel 3<br />

<strong>Nectar</strong> bestaat voor de <strong>vmbo</strong> bovenbouw uit de volgende componenten:<br />

• leerboek<br />

• werkboek met de i-module <strong>Nectar</strong>Net op http://b3.nectar.wolters.nl<br />

• uitwerkingenboek<br />

• toetsenboek (inclusief toetsen op cd-rom)<br />

• (digitale) <strong>docentenhandleiding</strong><br />

Basis en kgt<br />

In <strong>Nectar</strong> tweede <strong>editie</strong> is vanaf klas 3 een scheiding aangebracht tussen <strong>basis</strong> en kgt<br />

leerlingen.<br />

Het <strong>basis</strong>boek heeft een lager niveau van teksten en opdrachten. Er wordt gebruik<br />

gemaakt van eenvoudig taalgebruik. De hoofdstukken in de delen 3 gaan qua<br />

onderwerpen wel gelijk op.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 2


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Werken met <strong>Nectar</strong><br />

Zelfstandig leren<br />

<strong>Nectar</strong> is bij uitstek een methode om zelfstandig aan te werken. Leerlingen kunnen zich<br />

zelf de leerstof eigen maken. Dat betekent het zelfstandig bestuderen van de<br />

hoofdstukken met uitzondering van Onderzoek.<br />

Bij Onderzoek zullen leerlingen een beroep op u doen – of op uw TOA – in uw rol als<br />

begeleider of organisator. Toch zorgen ook hier de doelgerichte opdrachten en duidelijk<br />

omschreven eisen aan het eindresultaat ervoor dat leerlingen veel zelf kunnen doen.<br />

De mate waarin u kiest voor zelfwerkzaamheid, is aan u. U bepaalt in hoeverre de<br />

leerling verantwoordelijkheid draagt voor zijn eigen leren. <strong>Nectar</strong> geeft u in ieder geval<br />

de mogelijkheid die verantwoordelijkheid gaandeweg meer bij de leerling te leggen.<br />

Welke andere werkvormen zijn mogelijk met <strong>Nectar</strong>?<br />

Klassikaal lesgeven, groepswerk, werken in tweetallen<br />

<strong>Nectar</strong> stelt u uiteraard in staat de verschillende onderdelen van de methode ook<br />

klassikaal te behandelen. Soms is het effectiever om vragen en opdrachten in tweetallen<br />

(zelfstandig) te laten maken. Daarnaast kunt u besluiten vragen en opdrachten klassikaal<br />

te bespreken, u kunt dit ook individueel laten doen. Dit kan uitstekend met behulp van<br />

het uitwerkingenboek. Het uitwerkingenboek bevat niet alleen de antwoorden, maar<br />

zonodig ook een toelichting op het antwoord. In de praktijk laten docenten die kiezen<br />

voor zelfstandig werken het gebruik van de boeken vaak vrij. Een leerling leert van de<br />

goede antwoorden en bij ‘misbruik’ benadeelt hij alleen zichzelf. ‘Misbruik’ doet zich in de<br />

praktijk overigens weinig voor. Als het plaatsvindt, is het na een schriftelijke overhoring<br />

of proefwerk vaak afgelopen!<br />

Hoe werkt 3 <strong>vmbo</strong> bovenbouw?<br />

Structuur van het leerboek <strong>basis</strong><br />

Inhoudsopgave<br />

Hoe werk je met <strong>Nectar</strong>?<br />

Hoofdstukken 1 t/m 5<br />

Coach A Toetsen maken Hierin staan tips over het leren en maken van<br />

toetsen.<br />

Coach B Examen Hierin staan tips over de voorbereiding op het<br />

examen. Examenvragen staan per hoofdstuk in<br />

het werkboek.<br />

Thema’s (A, B, C) In de themahoofdstukken wordt de leerstof van<br />

een voorafgaand hoofdstuk gekoppeld aan een<br />

beroep of een instelling in de (beroeps)praktijk.<br />

De leerling leert de opgedane kennis van het<br />

voorgaande hoofdstuk toe te passen binnen deze<br />

(beroeps)context. De onderwerpen van de<br />

themahoofdstukken zijn ontleend aan de<br />

sectoren Landbouw en Zorg en Welzijn.<br />

De inhoud van de leerstof is geen expliciete<br />

examenstof, maar wel een toepassing van de<br />

onderwerpen die in het schoolexamen behandeld<br />

moeten worden.<br />

Checklists vaardigheden De checklists met vaardigheden specifiek voor<br />

biologie staan in het leerboek. De overige<br />

checklists staan op <strong>Nectar</strong>Net.<br />

Begrippenlijst Referentielijst<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 3


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Structuur van een hoofdstuk <strong>basis</strong><br />

Hoofdstukopening Overzicht van de leerdoelen en kennismaking<br />

met iemand die biologie in zijn werk gebruikt<br />

Paragrafen Leerstof met leesteksten en bronnen. Kernvragen<br />

zijn de kapstok van de paragraaf. Voor de<br />

opdrachten wordt verwezen naar het werkboek.<br />

ICT opdrachten (in WB) In het werkboek zijn opdrachten opgenomen<br />

waarmee een controle plaats kan vinden of<br />

leerlingen <strong>Nectar</strong>Net wel of niet gedaan hebben.<br />

Onderzoek Hierin staan opdrachten voor:<br />

• onderzoek doen,<br />

• het doen van proeven,<br />

• werkstuk maken, enz<br />

Beroep in beeld Geeft informatie over beroepen en welke<br />

opleiding daarvoor nodig is. Geeft inzicht in wat<br />

de leerling zelf kan en wil.<br />

Samenvatting Hier komen de kernvragen terug met de<br />

antwoorden erop.<br />

Belangrijke begrippen Uitleg belangrijke begrippen<br />

Test jezelf<br />

(in WB en/of <strong>Nectar</strong>Net)<br />

Leren doe het eens zo<br />

(in WB)<br />

Bij <strong>basis</strong>: Test jezelf per paragraaf!<br />

Als de leerling de test jezelf goed heeft gedaan<br />

kan de verdieping gedaan worden. Als dit niet<br />

het geval is kan Leren doe het eens zo gemaakt<br />

worden.<br />

Extra hulp bij lastige onderdelen van de stof. Het<br />

spoort de leerlingen aan om op een andere<br />

manier met de stof bezig te zijn<br />

Voor examentraining<br />

Examenvragen<br />

(in WB)<br />

Verdieping Hier wordt dieper ingegaan op (een deel van) de<br />

leerstof uit het hoofdstuk.<br />

Differentiatie<br />

Bij <strong>Nectar</strong> kan op verschillende manieren differentiatie tussen leerlingen plaatsvinden die<br />

met hetzelfde deel werken: differentiatie naar tempo, naar interesse en naar leerstijl.<br />

Differentiatie naar tempo<br />

Tempoverschillen tussen (groepen) leerlingen kunt u opvangen met de onderdelen<br />

Onderzoek, Beroep in Beeld en Verdieping. De inhoudelijke kerndoelen staan in de<br />

<strong>basis</strong>stof. De Verdiepingen bevatten uitbreidingen van die stof op een hoger niveau. In<br />

de onderdelen buiten de paragrafen komen alle vaardigheden meermalen aan de orde. U<br />

kunt per hoofdstuk dus een keuze maken, afhankelijk van uw<br />

voorbereidingsmogelijkheden, uw interesse en die van uw leerlingen en het gewenste<br />

tempo.<br />

Differentiatie naar interesse<br />

Uw keuze uit de opdrachten van Onderzoek kunt u afstemmen op uw eigen interesse en<br />

die van uw leerlingen. Hetzelfde geldt voor de beslissing om wel of niet Beroep in Beeld<br />

van een hoofdstuk te doen.<br />

Differentiatie naar leerstijl<br />

Om tegemoet te komen aan de verschillen in leerstijl in een groep bevat <strong>Nectar</strong><br />

verschillende soorten opdrachten en vraagvormen. <strong>Nectar</strong> bevat afwisselend vragen die<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 4


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

leerlingen informatie laten halen uit tekst of uit bronnen, gesloten vragen, open vragen,<br />

zelf onderzoek doen, verschillende werkvormen, zelf samenvatten et cetera. Deze<br />

variatie in vragen en opdrachten wordt ondersteund door een vaste structuur; hierdoor<br />

raken uw leerlingen het overzicht niet kwijt. Het is altijd duidelijk wat er van hen wordt<br />

verwacht.<br />

Toetsing<br />

In het werkboek is aan het eind van elk hoofdstuk een diagnostische toets opgenomen:<br />

de ‘Test Jezelf’. Het is de bedoeling dat de leerlingen de diagnostische toets maken na de<br />

leerstof van het hoofdstuk geleerd te hebben. Naast de ‘Test Jezelf’ in het werkboek is er<br />

ook een diagnostische toets op <strong>Nectar</strong>Net beschikbaar.<br />

In het toetsenboek zijn per hoofdstuk twee eindtoetsen opgenomen. De vragen van deze<br />

A en de B toets zijn verschillend, maar qua niveau zijn de A en B toets grotendeels gelijk.<br />

Niet alleen de <strong>basis</strong>stof wordt getoetst, ook de verdiepingen bij de paragrafen én de<br />

overige leerstof; Onderzoek en Beroep in Beeld komen in de toetsen aan de orde. De<br />

antwoorden kunnen door de leerlingen op de toets zelf genoteerd worden. Voor de<br />

docent is een correctiemodel bijgevoegd. Ter verantwoording is bij ieder hoofdstuk een<br />

toetsmatrijs opgenomen, waarin de verdeling van de vragen over verschillende niveaus<br />

van beheersing van de leerstof is weergegeven.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 5


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Planning <strong>vmbo</strong> bovenbouw<br />

In welke leerjaren biologie gegeven wordt, verschilt sterk per school. Tevens verschilt het<br />

aantal lesuren per week sterk.<br />

Voor de bovenbouw van het <strong>vmbo</strong> heeft <strong>Nectar</strong> twee delen. Deel 3 kan in de derde klas<br />

gebruikt worden en deel 4 in de vierde klas. In beide leerjaren is 2 lesuren per week<br />

voldoende om de stof goed door te werken. Maar het is ook mogelijk om beide delen<br />

anders in te zetten, afhankelijk van het aantal uren biologie in leerjaar 3 en 4.<br />

Hieronder worden voorbeelden gegeven van hoe deel 3 <strong>basis</strong> kan worden ingezet in klas<br />

3 bij 2 lesuren biologie per week. Daarbij is uitgegaan van 35 werkelijke lesweken per<br />

schooljaar (dus 70 lesuren).<br />

3 <strong>basis</strong><br />

Hoe werk je met <strong>Nectar</strong> 1 uur<br />

5 hoofdstukken(3x9 + 2x8= 43 uur) 43 uur<br />

Toetsen 10 uur<br />

Praktische opdrachten 6 uur<br />

Coach/examenvoorbereiding 6 uur<br />

Handelingsdeel 2 uur<br />

Eigen invulling 2 uur<br />

Totaal 70 uur<br />

Per hoofdstuk (5 paragrafen) 9 uur voor:<br />

Hoofdstukopening 0,5 uur<br />

5 paragrafen 5 uur<br />

Overzicht + Test jezelf 1 uur<br />

Leren doe het eens zo / Verdieping 1 uur<br />

Onderzoek / Beroep in beeld 1,5 uur<br />

Totaal 9 uur<br />

De paragrafen per hoofdstuk bevatten de kernstof (alle inhoudelijke eindtermen). Deze<br />

paragrafen moeten dus in ieder geval aan bod komen. Als er minder lesuren beschikbaar<br />

zijn dan in het bovenstaande voorbeeld, dan moet u een keuze maken uit de overige<br />

onderdelen. Om alle vaardigheden uit de eindtermen aan bod te laten komen, zullen de<br />

leerlingen in ieder geval stukken uit Onderzoek moeten doen. U kunt overwegen om de<br />

leerlingen meer leerstof zelfstandig (thuis) te laten doorwerken. Met <strong>Nectar</strong> kan dat<br />

uitstekend. De inzet van het uitwerkingenboek kan lestijd ‘besparen’.<br />

U kunt ook lestijd besparen door de ICT in uw lessen in te zetten als vervanging van<br />

opdrachten in de paragrafen uit het werkboek. Een overzicht hiervan staat per deel op de<br />

digitale <strong>docentenhandleiding</strong> op www.nectar.wolters.nl.<br />

Deze ICT opdrachten bij de paragrafen kunt u gezamenlijk met de leerlingen op school<br />

maken, u kunt de leerlingen ook thuis met de extra lesstof laten oefenen. Leerlingen<br />

hebben zowel thuis als op school toegang tot <strong>Nectar</strong>Net door middel van het adres dat<br />

voorin het boek staat opgenomen (http://b3.nectar.wolters.nl).<br />

De digitale Test Jezelf is dezelfde toets als in het werkboek en kan ook in plaats van de<br />

Test Jezelf in het werkboek gemaakt worden.<br />

Uiteraard staat het u vrij andere keuzes met betrekking tot de boeken en de ICT te<br />

maken.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 6


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

De hoofdstukken inhoudelijk<br />

Bij elk hoofdstuk vindt u de informatie die nodig is om dat hoofdstuk te kunnen starten.<br />

Bij ‘Wat moet de leerling kennen en kunnen?’ zijn de leerdoelen van het betreffende<br />

hoofdstuk beknopt weergeven. Met behulp van deze informatie ziet u in één oogopslag<br />

hoeveel nieuwe informatie elke paragraaf bevat. Ook ziet u welke vaardigheden in<br />

Onderzoek geoefend worden. U kunt vervolgens beslissen welke begrippen, processen<br />

en/of vaardigheden extra aandacht of klassikale uitleg behoeven.<br />

Aansluitend treft u een overzicht van de eindtermen aan die in het hoofdstuk aan de orde<br />

komen. Ook leest u hoe het hoofdstuk samenhangt met de andere hoofdstukken in het<br />

boek en met andere vakken uit de <strong>basis</strong>vorming. De complete tekst van de eindtermen<br />

vindt u op pagina 43 van deze handleiding.<br />

In de rubriek ‘Vooraf regelen’ staat exact beschreven wat er voor de practica nodig is. U<br />

of uw TOA kunt deze lijsten gebruiken om de practica voor te bereiden.<br />

De rubriek ‘Tips en Trucs’ bevat verschillende lessuggesties per hoofdstuk. Het gaat<br />

allereerst om zaken die geen of weinig voorbereidingstijd vragen. Deze zijn bedoeld om<br />

afwisseling in de lessen te brengen en om studievaardigheden, algemene<br />

vakoverstijgende vaardigheden en houdingsdoelen met de leerlingen te oefenen. Ook zijn<br />

er Tips en Trucs die wat meer (les)tijd vragen, bijvoorbeeld voor vakoverstijgende<br />

projecten. Daarnaast zijn hier suggesties vermeld om film, video, software, internet en<br />

dergelijke in uw les in te zetten.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 7


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Hoofdstuk 1 Vier Rijken<br />

Wat moet de leerling kennen en kunnen?<br />

Hoofdstuk 1 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

1.1 Een tuin<br />

De verscheidenheid aan organismen komt aan de orde en hun onderlinge afhankelijk via de<br />

voedselkringloop. De tuin dient hierbij als concreet voorbeeld. De vier rijken worden geïntroduceerd,<br />

en de levenskenmerken van organismen genoemd.<br />

1.2 Het plantenrijk<br />

Behandeld worden de diversiteit aan planten, de bouw en stevigheid van planten, en de structuur van<br />

de plantencel.<br />

1.3 Het dierenrijk<br />

Behandeld worden de diversiteit van dieren, hun bouw en stevigheid, en de structuur van de dierlijke<br />

cel. De verschillende organisatieniveaus binnen het organisme (cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel)<br />

worden genoemd.<br />

1.4 Schimmels en bacteriën<br />

Kenmerken van organismen behorende tot deze twee rijken worden behandeld, inclusief hun celbouw.<br />

Aan de orde komt ook het belang van deze organismen voor de mensheid: zowel de positieve (hun rol<br />

in de voedselkringloop, productie van voedsel en medicijnen) als negatieve aspecten (veroorzaking<br />

van ziekte en voedselbederf) worden belicht.<br />

Alles wat de leerling moet kennen & kunnen staat in het onderstaande overzicht:<br />

paragraaf de leerling is in staat om begrippen vaardigheden/attitudes<br />

1.1 Aan te geven hoe organismen in vier<br />

rijken ingedeeld worden.<br />

De levenskenmerken van organismen<br />

op te noemen.<br />

De stoffen te noemen die planten<br />

opnemen.<br />

De voedselkringloop uit te leggen.<br />

1.2 De verscheidenheid aan planten te<br />

duiden door middel van voorbeelden.<br />

De onderdelen (organen) van een<br />

plant op te noemen en hun taken<br />

(functies) te benoemen.<br />

De onderdelen van een plantencel te<br />

benoemen in een tekening, en hun<br />

functies aan te geven.<br />

Uit te leggen hoe kruidachtige en<br />

houtachtige planten stevigheid<br />

verkrijgen.<br />

1.3 De verscheidenheid aan dieren te<br />

duiden door middel van<br />

voorbeelden.<br />

De opbouw van een dier uit<br />

verschillende<br />

organisatieniveaus: cellen, weefsels,<br />

organen en orgaanstelsels, aan te<br />

geven.<br />

De onderdelen van de dierlijke cel te<br />

benoemen in een tekening.<br />

Aan te geven hoe (zoog)dieren<br />

stevigheid verkrijgen.<br />

1.4 De bouw van schimmels en bacteriën<br />

uit te leggen.<br />

De onderdelen van hun cellen te<br />

benoemen in een tekening.<br />

De verspreiding en voortplanting van<br />

schimmels en bacteriën te<br />

beschrijven.<br />

De rol van schimmels en bacteriën in<br />

de natuur te noemen.<br />

organismen, rijken,<br />

levenskenmerken,<br />

fotosynthese, verbranding,<br />

voedselkringloop,<br />

producenten, consumenten,<br />

afvaleters, reducenten,<br />

mineralen<br />

functie, glucose, de<br />

onderdelen (organen) van de<br />

plant, de onderdelen van de<br />

plantencel zoals<br />

bladgroenkorrels en vacuole,<br />

houtstof<br />

functies van cellen, weefsels,<br />

organen en orgaanstelsels,<br />

onderdelen van een dierlijke<br />

cel, trilharen,<br />

skelet, schild<br />

schimmels, sporen, zwamvlok,<br />

paddestoel, bacteriën, kolonie,<br />

onderdelen van een schimmel-<br />

en bacteriecel, reducenten,<br />

voedselvergiftiging,<br />

conserveren, gist, penicilline,<br />

antibiotica<br />

Vertegenwoordigers van de<br />

vier rijken herkennen.<br />

Een kringloop kunnen tekenen<br />

en de overdracht van stoffen<br />

daarin aangeven.<br />

Kennis opbouwen van<br />

verschillende<br />

organisatieniveaus.<br />

Anatomische tekeningen<br />

verklaren en onderdelen<br />

benoemen.<br />

Rekenen.<br />

Kennis opbouwen van<br />

verschillende<br />

organisatieniveaus.<br />

Anatomische tekeningen<br />

verklaren en onderdelen<br />

benoemen.<br />

Rekenen.<br />

Werken met de microscoop.<br />

Kleuren van een preparaat.<br />

Tekenen volgens de<br />

tekenregels.<br />

Kennis opbouwen van<br />

verschillende<br />

organisatieniveaus.<br />

Anatomische tekeningen<br />

verklaren en onderdelen<br />

benoemen.<br />

Rekenen.<br />

Voedselconserveringsmethoden<br />

toepassen.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 8


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Voorbeelden van het belang van<br />

schimmels en bacteriën voor de mens<br />

te geven: veroorzaking van ziektes en<br />

voedselvergiftiging, hun gebruik bij de<br />

bereiding van voedsel en medicijnen.<br />

Aan te geven hoe de mens<br />

voedselbederf kan tegengaan.<br />

Verdieping Met voorbeelden uit te leggen wat<br />

biotechniek is.<br />

DNA en haar functie te omschrijven.<br />

Moderne biotechnieken zoals<br />

genetische manipulatie en<br />

gentherapie aan de hand van<br />

voorbeelden uit te leggen.<br />

biotechniek, DNA, moderne<br />

biotechniek,<br />

genetische manipulatie,<br />

gentherapie<br />

Onderzoek de leerling is in staat om vaardigheden<br />

A Wangcellen onder de microscoop te<br />

bestuderen en te tekenen.<br />

B Methodes van voedsel-conservering te<br />

onderscheiden met voorbeelden; en<br />

enkele van deze methodes toe te<br />

passen.<br />

Hygiënisch te werken<br />

(voedselvergiftiging!).<br />

Samen te werken bij een<br />

onderzoeksopdracht.<br />

C Door middel van een proef uit te zoeken<br />

wat de optimale temperatuur is voor de<br />

werking van gistcellen.<br />

Samen te werken bij een<br />

onderzoeksopdracht.<br />

D De aanwezigheid van bacteriën aan te<br />

tonen door middel van het opzetten van<br />

een bacteriekweek.<br />

Hygiënisch te werken.<br />

Behandelde Eindtermen<br />

Hoofdstuk 1 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

De optimale temperatuur voor<br />

gistwerking onderzoeken.<br />

Een bacteriekweek opzetten.<br />

Onderzoeksvaardigheden.<br />

Verantwoord omgaan met apparatuur en instructies.<br />

De microscoop gebruiken.<br />

Kleuren van een preparaat.<br />

Een biologische tekening maken.<br />

Onderzoeksvaardigheden: een praktisch onderzoek<br />

uitvoeren.<br />

Samenwerken met medeleerlingen.<br />

Onderzoeksvaardigheden: een experiment uitvoeren.<br />

Verantwoord omgaan met apparatuur en instructies.<br />

Samenwerken met medeleerlingen.<br />

Onderzoeksvaardigheden: een experiment uitvoeren.<br />

Verantwoord omgaan met apparatuur en instructies.<br />

paragraaf/onderzoek eindtermen<br />

1.1 K 3.2, K 3.7, K 4.1, K 5.1, K 6.5<br />

1.2 K 2.5, K 3.2, K 3.4, K 3.7, K 4.3, K 6.3<br />

1.3 K 2.5, K 3.2, K 3.4, K 3.5, K 3.7, K 4.3, K 4.5, K 6.2<br />

1.4 K 2.5, K 3.2, K 3.4, K 3.7, K 4.3, K 5.1, K 5.2<br />

Onderzoek A K 2.1, K 2.3, K 3.6, K 3.7, K 3.8, K 3.9<br />

Onderzoek B K 2.1, K 2.3, K 2.7, K 3.6, K 3.7, K 3.9<br />

Onderzoek C K 2.1, K 2.3, K 2.7, K 3.6, K 3.7, K 3.9<br />

Onderzoek D K 2.1, K 2.3, K 3.6, K 3.9<br />

Samenhang<br />

Hoofdstuk 1 maakt de variatie in levensvormen duidelijk, met aandacht voor de basale kenmerken van<br />

organismen uit de vier hoofdgroeperingen en hun cellen. En zo is hoofdstuk 1 een aanloop naar de<br />

volgende hoofdstukken, waarin meer kennis aangedragen wordt betreffende planten (hoofdstuk 2), de<br />

fysiologie van de mens (hoofdstukken 3 en 4), en mens en milieu (hoofdstuk 5).<br />

Samenhang met andere vakken<br />

Belangrijk is vooral de samenhang met de andere exacte vakken (wiskunde, scheikunde,<br />

natuurkunde) m.b.t. het opzetten en uitvoeren van onderzoeksopdrachten; voorts met aardrijkskunde<br />

voor wat betreft het milieu, en maatschappijleer: de maatschappelijke gevolgen van biotechnologie.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 9


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Vooraf regelen<br />

Bij de proefjes wordt er in het algemeen van uitgegaan dat de leerlingen in tweetallen werken in een<br />

klas van 30 leerlingen.<br />

Hoofdstuk 1 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Benodigde materialen<br />

Onderzoek A<br />

• 15 microscopen<br />

• 15 objectglazen<br />

• 15 dekglazen<br />

• 15 prepareernaalden<br />

• 15 plastic roerstokjes<br />

• jodium<br />

• tekenpapier<br />

Onderzoek B<br />

Het voedsel dat onderzocht gaat worden, bijvoorbeeld: banaan; groente; een glas melk; een plakje<br />

kaas; een blikje leverpastei of vis; brood of koekjes; verse aardbeien (jam maken!).<br />

Schaaltjes, schoteltjes, zakjes e.d. om de voedselitems in te bewaren.<br />

Benodigdheden voor de verschillende conserveringsmethodes, zoals: koelkast, (vacuüm)verpakking,<br />

azijn, zout of suiker, enzovoort.<br />

Onderzoek C<br />

Leerlingen werken in groepen, afhankelijk van het beschikbare materiaal zoals waterbaden. Dus<br />

bijvoorbeeld:<br />

• 5 waterbaden<br />

• 5 even grote maatcilinders<br />

• 5 thermometers<br />

• 5 roerstaven<br />

• 5 eetlepels<br />

• 5 theelepels<br />

• 5 linialen<br />

• 5 stopwatches of horloges met secondewijzer<br />

• 5 kladblaadjes<br />

• een emmer met water van 80 ˚C<br />

• meel (bloem)<br />

• droge bakkersgist<br />

• suiker<br />

• water<br />

• ijsblokjes<br />

Onderzoek D<br />

• 30 steriele petrischalen met daarin een kweekvoedingsbodem voor bacteriën<br />

(per tweetal leerlingen 2 petrischalen nodig)<br />

• plakband<br />

• viltstift<br />

• kladpapier<br />

Tips en trucs<br />

Hoofdstuk 1 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 10


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

1 U laat de leerlingen in de eerste les een opstel schrijven, waarin zij zo goed mogelijk proberen op<br />

te schrijven wat ze in de onderbouw hebben gedaan aan biologie. Ook schrijven ze iets op over<br />

hun hobby’s, favoriete popband en dergelijke.<br />

Doel: snel een indruk krijgen van de voorkennis van uw leerlingen en een kennismaking waarbij<br />

elke leerling aan bod kan komen. Bovendien heeft u materiaal waar u nog eens in kunt kijken bij<br />

volgende lesvoorbereidingen, bijvoorbeeld wanneer u wilt weten welke leerlingen iets aan sport<br />

doen.<br />

2 U kunt de leerlingen ook een opstel laten schrijven over wat ze verwachten van het vak<br />

gedurende de komende twee jaar, welke onderwerpen aan bod zullen komen volgens hen, wat ze<br />

graag zouden willen leren, waarvoor ze het vak in de toekomst nodig denken te hebben, etc.<br />

Dit opstel kunt u in hun examendossier stoppen.<br />

Doel: leerlingen oriënteren zich op het vak biologie in de bovenbouw.<br />

3 Vanaf de eerste les, voor de duur van hoofdstuk 1, behangt u de wand van het klaslokaal met de<br />

wandplaten die u voorradig hebt over de variatie in levensvormen. Ook zet u bijvoorbeeld plastic<br />

modellen neer van diverse organismen.<br />

Doel: de leerlingen krijgen een indruk van de rijkheid aan levensvormen.<br />

4 U start het hoofdstuk met het doen van een bijpassende opdracht. Te denken valt aan een<br />

opdracht waarbij de leerlingen een keur van levensvormen (levend, geprepareerd, op foto’s etc.)<br />

moeten onderbrengen bij elk van de vier onderscheiden rijken.<br />

Doel: tegemoetkomen aan de favoriete leerstijl van de meeste leerlingen: eerst doen, dan<br />

nadenken over de theorie.<br />

5 U besteedt aandacht aan de indeling van het dierenrijk (en het plantenrijk). U maakt daarvoor een<br />

tentoonstelling in het lokaal met wat er te zien valt in het dieren- en plantenrijk. De leerlingen laat<br />

u met behulp van een aantal opdrachten (met betrekking tot goed waarnemen en eventueel<br />

tekenen) een rondgang maken.<br />

Doel: u laat een onderwerp aan bod komen dat goed waarnemen en indelen in groepen bij<br />

biologie illustreert. De leerlingen oefenen in zorgvuldig waarnemen en tekenen.<br />

6 U kunt uw leerlingen ook opdragen een collage te maken van een ecosysteem (te denken valt aan<br />

het bos, een meer, enz.) met behulp van illustraties uit de bladen.<br />

Doel: leerlingen enthousiast maken en leren zich te presenteren.<br />

7 U laat de leerlingen een natuurgetrouwe en schematische tekening van een door hen bekeken<br />

levensvorm inleveren. Eventueel geeft u een cijfer.<br />

Doel: oefenen met tekenen volgens de tekenregels.<br />

8 U laat de leerlingen een tekening maken van waterpestcellen of een (boom)alg.<br />

Doel: de typische celkenmerken van plantencellen nog eens onder de aandacht te brengen.<br />

9 U laat de leerlingen microscopische preparaten van been, spierweefsel of bloed bekijken.<br />

Doel: de leerlingen zien dat er grote verschillen bestaan tussen dierlijke cellen.<br />

Het is niet aan te raden dit onderzoek uit te breiden met het bekijken van dierlijke weefsels!<br />

10 Laat leerlingen een paddestoel bekijken. De champignon is hiervoor geschikt. Het mycelium is<br />

met behulp van een loep te bestuderen. Verder kan de paddestoel dwars en overlangs<br />

doorgesneden worden. Van een plaatje (lamel) kan een microscopisch preparaat gemaakt<br />

worden, zodat de sporen bestudeerd kunnen worden (daarvoor dient men wel te wachten tot de<br />

onderkant van de champignon zwart is geworden).<br />

Doel: leerlingen oefenen in waarnemen en het vastleggen van waarnemingen.<br />

11 Bij tuincentra maar ook bij bezoekerscentra van natuurbeschermingsorganisaties<br />

(Natuurmonumenten, boswachterijen) zijn soms kweekbakken te koop met kweekaarde voor<br />

champignons of andere eetbare paddestoelen en geënt met de schimmel. Door de aanwijzingen<br />

op de bijbehorende handleiding te volgen is het zeer eenvoudig om paddestoelen te kweken.<br />

12 Laat leerlingen petrischalen met voedingsbodem op verschillende plaatsen in de school een<br />

kwartier open neerzetten en ze daarna afsluiten. De schalen gaan een aantal dagen (tot een<br />

week) in een stoof. Daarna vergelijken de leerlingen de schalen met elkaar en letten op het aantal<br />

kolonies en het soort kolonies. Van te voren bespreken de leerlingen met elkaar op welke plekken<br />

de schalen geplaatst moeten worden en stellen ze hypotheses op over de hoeveelheid bacteriën<br />

op een bepaalde plek.<br />

Doel: leerlingen oefenen met het opstellen van hypotheses en het doen van waarnemingen.<br />

13 U laat de leerlingen zelf yoghurt maken door een theelepel yoghurt aan een liter melk toe te<br />

voegen en de melk na afdekken weg te zetten in de (broed)stoof bij 30-40 “Celsius. Na 24 uur is<br />

het resultaat al waar te nemen. Vervolgens moeten de leerlingen bedenken hoe ze aan kunnen<br />

tonen dat alleen levende bacteriën voor de yoghurtvorming kunnen zorgen en dat de invloed van<br />

de temperatuur op het proces van belang is.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 11


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

14 U oefent aan het einde van het hoofdstuk klassikaal met de leerlingen het maken van de<br />

‘Afsluiting’.<br />

Doel: de leerlingen helpen handig te worden met deze manier van samenvatten.<br />

15 U oefent vlak voor het proefwerk het gebruik van de Checklist Proefwerk Leren (achter in het<br />

leerboek of op internet).<br />

Doel: leerlingen raken vertrouwd met deze manier van proefwerk leren.<br />

16 Samen met wiskunde en/of NaSk meten en grafieken tekenen oefenen in ongeveer dezelfde<br />

periode van het schooljaar.<br />

Doel: leerlingen oefenen veel met één vaardigheid, zodat zij die goed onder de knie krijgen.<br />

17 U benut dit hoofdstuk om de leerlingen naar de mediatheek/schoolbibliotheek te sturen.<br />

U geeft de leerlingen zoekopdrachten mee, bijvoorbeeld zoeken op een trefwoord uit hoofdstuk 1.<br />

De leerlingen doen schriftelijk of mondeling (aan elkaar) verslag.<br />

Doel: de leerlingen maken meteen aan het begin van het schooljaar kennis met de mediatheek/<br />

schoolbibliotheek en hoe daar informatie te vinden.<br />

Suggesties additionele hulpmiddelen<br />

18 Een algemene suggestie t.a.v. video’s: in sommige tv-gidsen en dagbladen treft u per dag een<br />

kolom aan waarin alle programma’s m.b.t. natuur en milieu opgenomen zijn. U neemt<br />

programma’s op waar u in de loop van het jaar gebruik van wilt maken.<br />

19 Een bestellijst voor alle materialen voor practica is te vinden op de website van <strong>Nectar</strong>.<br />

<br />

20 Biobits Bovenbouw (Teleac/NOT, zie Bestellijst)<br />

Blok 13: tekenen<br />

Getoond wordt wat je nodig hebt om een goede (biologische) tekening te maken. Vervolgens<br />

wordt aan de hand van het tekenen van bladeren getoond hoe je een natuurgetrouwe en een<br />

schematische tekening maakt.<br />

Blok 14: microscoop<br />

Behandeld worden de onderdelen van de microscoop, het maken van een preparaat en het<br />

werken met een microscoop.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 12


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Hoofdstuk 2 Planten, dieren, mensen<br />

Wat moet de leerling kennen en kunnen?<br />

Hoofdstuk 2 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

2.1 Namen<br />

Hierin wordt de leerling uitgelegd waar namen van planten en dieren vandaan kunnen<br />

komen en hoe ze de namen kunnen opzoeken met zoekbladen of determineersleutels.<br />

2.2 Plantenorganen<br />

Van de plantenorganen wordt uitgelegd wat de functie is en hoe ze samenwerken.<br />

Vervolgens wordt er gekeken naar de plantenorganen die mensen gebruiken en voor<br />

welke doelen ze gebruikt worden.<br />

2.3 Aanpassingen<br />

Het begrip aanpassing wordt uitgelegd en van een aantal planten en dieren, worden<br />

aanpassingen behandeld. Bij onderzoek B wordt er ook op dit onderwerp ingegaan.<br />

2.4 Samen eten<br />

Er wordt begonnen met te kijken in welke stoffen een plant glucose kan omzetten en<br />

waarvoor een plant deze gebruikt. Daarna worden de begrippen voedselketen,<br />

voedselweb en verbranding uitgebreid behandeld. Ook wordt stilgestaan bij de vraag<br />

waar eten goed voor is.<br />

2.5 Niet zonder elkaar<br />

Hierin wordt duidelijk gemaakt waarom planten, dieren en mensen niet zonder elkaar<br />

kunnen leven. Verder wordt er gekeken waarvoor een organisme zuurstof nodig heeft en<br />

hoe een organisme beïnvloed wordt of andere organismen beïnvloedt.<br />

Alles wat de leerling moet kennen & kunnen staat in het onderstaande overzicht:<br />

pgrf De leerling is in staat om begrippen Vaardigheden/attitudes<br />

2.1 Aan te geven waar de naam<br />

van een organisme mee te<br />

maken heeft.<br />

Met behulp van<br />

determineertabellen of<br />

zoekbladen de naam op te<br />

zoeken van planten- en<br />

diersoorten.<br />

2.2 Delen van zaadplanten te<br />

benoemen in een tekening.<br />

Aan te geven welke functie(s)<br />

de verschillende<br />

plantenorganen hebben.<br />

Aan te geven waarvoor mensen<br />

planten gebruiken.<br />

Aan te geven welke delen van<br />

een plant worden gegeten.<br />

2.3 De omschrijving van het begrip<br />

aanpassing te geven.<br />

Uit te leggen hoe een aantal<br />

planten en dieren zijn<br />

aangepast aan hun omgeving.<br />

2.4 Aan te geven dat een plant uit<br />

koolstofdioxide, water en<br />

mineralen zelf de<br />

voedingsstoffen maakt die hij<br />

nodig heeft.<br />

Aan te geven waarvoor een<br />

plant de verschillende<br />

voedingsstoffen gebruikt.<br />

Uit te leggen wat een<br />

voedselketen en een<br />

voedselweb zijn.<br />

determineren, determineertabel,<br />

flora, zoekblad<br />

bastvaten, bladgroenkorrel,<br />

darmperistaltiek, fotosynthese,<br />

glucose, houtvaten, huidmondjes,<br />

plantenorganen, reservevoedsel,<br />

vaatbundels, voedingsstoffen<br />

aanpassing, huidmondjes,<br />

reservevoedsel, schutkleur<br />

beschermende stoffen,<br />

bouwstoffen, fotosynthese,<br />

glucose, koolhydraten,<br />

voedingsstoffen, voedselketen,<br />

voedselweb<br />

Zoekbladen en<br />

determineertabellen<br />

gebruiken.<br />

Tekeningen benoemen<br />

Relaties leggen tussen<br />

begrippen en contexten van<br />

het dagelijks leven<br />

Uit biologische bronnen<br />

relevante informatie halen.<br />

Relevante informatie uit<br />

schema’s en tekeningen<br />

halen.<br />

Informatie in schema’s<br />

vastleggen.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 13


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Aan te geven dat het eten van<br />

voedsel onder andere energie<br />

levert.<br />

2.5 Aan te geven wat de<br />

samenhang tussen<br />

fotosynthese en verbranding is.<br />

Aan te geven waarvoor een<br />

organisme zuurstof gebruikt.<br />

Aan te geven wat abiotische en<br />

biotische factoren zijn<br />

Verdieping Aan te geven hoe de<br />

koolstofkringloop verloopt.<br />

Aan te geven waarom zeeën en<br />

oerwouden de longen van de<br />

aarde zijn.<br />

abiotische factor, biotische factor,<br />

brandstoffen, fotosynthese,<br />

glucose, huidmondjes, verbranding<br />

broeikaseffect, consumenten,<br />

glucose, koolhydraten, kringloop,<br />

producenten, reducenten,<br />

verbranding, voedselketen<br />

Onderzoek De leerling is in staat om vaardigheden<br />

A Door middel van een proefje<br />

suiker in een uienbol aan te<br />

tonen.<br />

B Een posterpresentatie te maken<br />

van een bepaald organisme en<br />

daarmee duidelijk te maken hoe<br />

dit organisme is aangepast aan<br />

zijn omgeving.<br />

C Een geweekte bruine of witte<br />

boon te bestuderen, de<br />

onderdelen te bekijken en de<br />

resultaten in een tekening weer<br />

te geven.<br />

D De huidmondjes onder een<br />

microscoop te onderzoeken en de<br />

resultaten in een tekening weer<br />

te geven.<br />

Behandelde Eindtermen<br />

Hoofdstuk 2 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Relevante informatie uit<br />

tekeningen en schema’s<br />

halen.<br />

Uit biologische bronnen<br />

relevante informatie halen.<br />

Onderzoeksvaardigheden<br />

Verantwoord omgaan met apparatuur en<br />

instructies.<br />

Experiment uitvoeren op grond van een<br />

werkbeschrijving.<br />

De Nederlandse taal functioneel gebruiken.<br />

Samenwerken, taken verdelen.<br />

Informatie verzamelen, verwerken en<br />

bewerken.<br />

Eigen werk presenteren.<br />

Veilig, zinvol en doelmatig gebruik maken van<br />

organismen.<br />

Loep gebruiken.<br />

Biologische tekening maken.<br />

Verantwoord omgaan met apparatuur en<br />

instructies.<br />

Een preparaat maken.<br />

Met de microscoop werken.<br />

Biologische tekening maken<br />

paragraaf / onderzoek eindtermen<br />

2.1 K 3.7, K 3.8, K 6.1<br />

2.2 K 3.2, K 6.3<br />

2.3 K 3.2, K 6.2<br />

2.4 K 3.2, K 6.5<br />

2.5 K 3.2, K 6.5<br />

Onderzoek A K 2.1, K 2.3, K 3.6, K 3.8, K 3.9<br />

Onderzoek B K 2.1, K 2.4, K 2.6, K 2.7, K 3.1, K 3.2<br />

Onderzoek C K 2.1, K 2.3, K 2.6, K 3.2, K 3.6<br />

Onderzoek D K 2.3, K 3.6, K 3.8, K 3.9<br />

Samenhang<br />

Hoofdstuk 2 hangt samen met alle erop volgend hoofdstukken, omdat er aandacht<br />

besteed wordt aan meten en weergeven van meetgegevens in de biologie. Daarnaast<br />

wordt ingegaan op de kringloop van stoffen (vervolg op hoofdstuk 1), de aanpassingen<br />

van dieren aan hun voedsel (vervolg in hoofdstuk 6 deel 4 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong>), en de invloeden<br />

van abiotische en biotische factoren op organismen (vervolg in hoofdstuk 5).<br />

Samenhang met andere vakken<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 14


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Belangrijk is vooral de samenhang met de andere exacte vakken, maar vooral met<br />

natuurkunde (de energieomzettingen) en scheikunde (de chemische omzettingen).<br />

Vooraf regelen<br />

Hoofdstuk 2 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Benodigde materialen<br />

Paragraaf 2.1<br />

Voor opdracht 6 heeft de leerling het zoekblad van wilde planten I nodig. Deze is te<br />

vinden op de internetsite. Het is handig deze van te voren te downloaden en een aantal<br />

keer te kopiëren.<br />

Onderzoek A<br />

• 15 uien<br />

• 15 mesjes<br />

• 15 bekerglazen met kokend water<br />

• 15 reageerbuizen<br />

• 15 reageerbuisknijpers<br />

• 15 druppelflesjes met Fehling A<br />

• 15 druppelflesjes met Fehling B<br />

Onderzoek B<br />

Het is handig om alvast wat titels van boeken die als naslagwerk gebruikt kunnen worden<br />

bij de hand te hebben. Ook is het handig om alvast op internet naar sites te kijken, waar<br />

de leerlingen wat aan hebben.<br />

Onderzoek C<br />

• 15 geweekte bonen<br />

• 15 pincetten<br />

• 15 loepen<br />

Onderzoek D<br />

• 15 microscopen<br />

• 15 objectglaasjes<br />

• 20 dekglaasjes<br />

• 15 pincetten<br />

• 15 druppelflesjes met water<br />

• 30 vellen absorberend papier<br />

• 15 blaadjes van de krulvaren<br />

Tips en trucs<br />

Hoofdstuk 2 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

1 Laat met behulp van een flora een aantal zelf meegebrachte planten determineren.<br />

Gemakkelijker is het om zelf planten uit gemakkelijk te determineren families mee te<br />

nemen (kruisbloemigen, vlinderbloemigen en composieten). Als u niet te hoge eisen<br />

stelt aan de determinatie zelf (niet tot op de soort determineren) is het een opdracht<br />

die verduidelijkt wat determineren eigenlijk inhoudt.<br />

2 Ga met de leerlingen naar buiten en ga in het veld een aantal planten samen met ze<br />

determineren. Laat de leerlingen vervolgens de bloem met blad drogen en op<br />

internet nog extra informatie over de soort zoeken.<br />

3 Ga niet alleen planten met de leerlingen determineren maar laat ze ook bodem- of<br />

waterdieren determineren.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 15


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

4 Start een paragraaf met het doen van een opdracht uit onderzoek.<br />

paragraaf onderzoek<br />

2.2 A, C, D<br />

2.3 B<br />

Door een paragraaf te starten met deze opdrachten geeft u aan hoe belangrijk het<br />

doen van experimenten is in de biologie. Bovendien leren veel leerlingen door eerst<br />

te doen (experimenteren) en daarna daarover na te denken (theorie). Door te starten<br />

met proefjes komt u aan hun favoriete manier van leren tegemoet.<br />

5 Maak in de klas een inventarisatie van alle dingen die van planten afkomstig zijn en<br />

herhaal met hun begrippen die daar mee te maken hebben: delen van planten,<br />

fotosynthese etc.<br />

6 Laat leerlingen uitzoeken welke delen van planten ze eten als ze iets plantaardigs<br />

eten. Laat ze kiezen uit: wortel, stengel, blad, bloem, vrucht, en zaad. Kom<br />

eventueel zelf eerst met voorbeelden om hen op gang te helpen.<br />

Doel: voorkennis activeren.<br />

7 Demonstreer verbrandingsproefjes of laat ze door de leerlingen zelf uitvoeren.<br />

Bijvoorbeeld kaarsje in een potje, kaarsje in een potje met kalkwater om<br />

koolstofdioxide aan te tonen, uit- en inademingslucht door kalkwater leiden, kaarsje<br />

laten branden in gewone lucht en in uitademingslucht. Laat, want het is een vorm<br />

van herhaling uit de onderbouw, telkens een hypothese formuleren over de uitkomst<br />

van de proef. Doel: Ophalen van kennis en oefenen met het opstellen van<br />

hypotheses.<br />

8 Deel de klas in in groepjes van vier leerlingen. Geef elk groepje een aantal termen uit<br />

dit boek en net zoveel correspondentiekaarten als er termen zijn. Op de achterkant<br />

komt de uitleg of de beschrijving van de term. De leerlingen moeten er over<br />

overleggen. Daarna wordt een stapel van de correspondentiekaarten gemaakt en<br />

mag elke leerling aan een ander vragen wat de term betekent. Als deze leerling het<br />

antwoord niet weet, wordt het antwoord op de achterzijde voorgelezen en eventueel<br />

bijgesteld. Dit gaat zolang door tot alle correspondentiekaarten aan de beurt geweest<br />

zijn.<br />

9 In plaats van de opperhuid van het blad af te halen kun je ook de onderzijde van het<br />

blad insmeren met blanke nagellak. De nagellak kun je gemakkelijk weer van het<br />

blad afhalen en onder de microscoop kun je heel duidelijk de afdrukken van de cellen<br />

en de huidmondjes zien. Ook is te zien of de huidmondjes open of dicht waren.<br />

10 Ga bij dit hoofdstuk oefenen met het gebruik van studiewijzers en planningen. Maak<br />

een studiewijzer voor het hele hoofdstuk, inclusief de extra opdrachten en<br />

onderzoekswerk, en laat de leerling een planning maken om elke week een bepaalde<br />

hoeveelheid van het werk af te krijgen. Doel: Leerlingen leren zelfstandig te werken.<br />

Suggesties additionele hulpmiddelen<br />

11 Cd-rom ‘De Noordzee’ (Natuur en Techniek) geeft informatie over o.a. zeehonden en<br />

is te gebruiken als naslagwerk bij dit hoofdstuk. Plaatjes en foto’s zijn uit te printen<br />

en te gebruiken voor een werkstuk of opstel.<br />

12 Cd-rom ‘De Vleet’(Ecomare) geeft informatie over de Noordzee, het waddengebied en<br />

de kust, en is op dezelfde manier te gebruiken als de cd-rom ‘De Noordzee’<br />

13 Cd-rom ‘Vogels van Europa’, ETI, Natuur en Techniek, Kosmos-Z&K, uitgevers<br />

14 Cd-rom ‘De interactieve Flora van Nederland en Vlaanderen’, Nova Zembla,<br />

verkrijgbaar bij Natuurmonumenten en in de meeste boekhandels.<br />

15 Cd-rom ‘Heukels’ Interactieve Flora van Nederland’, ETI, Natuur en Techniek,<br />

Kosmos-Z&K, uitgevers<br />

16 ‘Nieuwe dierengids’, W. Stichmann, Duitse gids uit 1996 bewerkt voor de<br />

Nederlandse situatie. Uitgeverij Tirion, Baarn 1999<br />

17 Joost Tinbergen, Jan Bakker, Theunis Piersma en Jos van den Broek, De onvrije<br />

natuur, KNNV, Uitgeverij, gebonden, ISBN 90 5011 134 3<br />

18 H. Wilke, Kikkers en Padden, bewerkte vertaling uit het Duits, uitgeverij Tirion, Baarn<br />

19 Michael Balick en Paul Cox, Etnobotani, De rol van planten in de menselijke cultuur,<br />

1998, Natuur en Techniek, Wetenschappelijke Bibliotheek, ISBN 90 73035 64 3<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 16


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

20 Serie Biobits onderbouw, Teleac/NOT<br />

Blok 15: Stengeldoorsnede, inwendige bouw van een plantenstengel<br />

Blok 22: Determineren, aan de hand van wilde planten, gewassen en planten uit de<br />

Hortus Botanicus wordt uitgelegd wat determineren is en hoe je dat kunt doen.<br />

Bijvoorbeeld door naar de bloemkleur te kijken of de flora van Heinsius te gebruiken.<br />

21 U kunt afleveringen van Discovery Channel op de video opnemen; deze gaan<br />

bijvoorbeeld over dieren in Afrika, Brazilië of in de oceaan. Op deze films is vaak de<br />

aanpassing van dieren aan het ecosysteem goed te volgen. De voedselkeuze van de<br />

dieren komt uitgebreid aan de orde.<br />

22 Bij de educatieve diensten van dierentuinen zijn vaak video’s te huur of te verkrijgen<br />

waarop dieren in hun natuurlijke omgeving gefilmd zijn. Bijv. de vereniging Das en<br />

Boom, Ecomare, Noordzee, Stichting Werkgroep, Otterstation Nederland, en<br />

Otterpark Aqualutra, Reptielen, amfibieën en Vissen Onderzoek Nederland (RAVON),<br />

Roofvogels Nederland, Werkgroep, SOVON Vogelonderzoek Nederland, Stichting<br />

Vogelbescherming Nederland<br />

23 U vraagt informatiemateriaal over ecologisch onderzoek op bij het NIOO, Nederlands<br />

Instituut voor Oecologisch onderzoek.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 17


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Themahoofdstuk A Kweken onder glas<br />

Wat moet de leerling kennen en kunnen?<br />

Themahoofdstuk A – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Het themahoofdstuk ‘Kweken onder glas’ volgt na hoofdstuk 2 Planten, dieren, mensen.<br />

In de themahoofdstukken wordt de leerstof van een voorafgaand hoofdstuk gekoppeld<br />

aan een beroep of een instelling in de (beroeps)praktijk. De leerling leert de opgedane<br />

kennis van het voorgaande hoofdstuk toe te passen binnen deze (beroeps)context. De<br />

onderwerpen van de themahoofdstukken zijn ontleend aan de sectoren Landbouw en<br />

Zorg en Welzijn.<br />

De inhoud van de leerstof is geen expliciete examenstof, maar wel een toepassing van<br />

de onderwerpen die in het schoolexamen behandeld moeten worden.<br />

Dit themahoofdstuk belicht de werkzaamheden van een tomatenteler uit de<br />

glastuinbouw.<br />

KV 1 Hoe verzorg je duizenden planten?<br />

Er wordt toegelicht hoe planten in de glastuinbouw worden verbouwd op steenwol. Een<br />

computer regelt de watertoevoer en de hoeveelheid mineralen. De verzorging van<br />

tomatenplanten komt ook aan bod.<br />

KV 2 Hoe regelt de tuinder het klimaat in de kas?<br />

Er wordt besproken dat de klimaatcomputer het klimaat regelt door de stand van de<br />

ramen, en het branden van de kachels. De regeninstallatie zorgt voor de juiste<br />

luchtvochtigheid. Lampen in de kas kunnen de nachtlengte beïnvloeden en zodoende de<br />

bloeiperiode van de planten in het jaar.<br />

KV 3 Waarom haalt de tuinder beesten in de kas?<br />

Van verschillende dieren wordt beschreven wat zij voor functie hebben bij<br />

plaagbestrijding in de kas en op welke manier ze worden ingezet. Dit is een heldere<br />

toepassing op het begrip ‘natuurlijke vijand’. Daarnaast wordt de rol van hommel als<br />

bestuiver van de tomatenbloemen toegelicht.<br />

KV 4 Wat gebeurt er allemaal bij de oogst?<br />

Hier wordt besproken hoe de tomatenplanten worden geplukt en gesorteerd. Verder<br />

komt aan bod wat er voor andere werkzaamheden zijn in de kas.<br />

Als toepassing op het begrip milieuvriendelijk handelen licht de tomatenteler toe welke<br />

dingen hij daarvoor in de kas doet.<br />

kernvraag de leerling is in staat om begrippen waar een<br />

toepassing op wordt<br />

gegeven<br />

1 Aan te geven hoe planten<br />

die op steenwol worden<br />

gekweekt voeding krijgen.<br />

2 Met voorbeelden uit te<br />

leggen hoe de tuinder het<br />

klimaat in de kas regelt.<br />

3 Te kunnen benoemen en<br />

uit te leggen welke<br />

organismen voor de<br />

plaagbestrijding worden<br />

ingezet.<br />

4 Verschillende<br />

werkzaamheden van een<br />

tomatenteler rond de<br />

oogst toe te lichten en een<br />

paar voorbeelden van<br />

milieuvriendelijk handelen<br />

glastuinbouw,<br />

akkerbouw, tuinbouw,<br />

computer, dieven<br />

ramen, schermen,<br />

verlichting,<br />

regeninstallatie,<br />

klimaatcomputer<br />

natuurlijke vijand,<br />

roofmijt, rups, witte<br />

vlieg, hommels<br />

sorteren, oogsten,<br />

milieuvriendelijk<br />

handelen<br />

vaardigheden/attitudes<br />

Gegevens uit bronnen halen.<br />

Gegevens uit bronnen halen en de<br />

informatie toepassen.<br />

Gegevens ordenen.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 18


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

te noemen.<br />

Behandelde Eindtermen<br />

Themahoofdstuk A – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Kernvraag Eindtermen alles K 1.4, K 2.4 en K 2.6<br />

1.1 K 6.3, K 7.2<br />

1.2 K 7.2<br />

1.3 K 6.3, K 7.2<br />

1.4 K 7.4<br />

Samenhang<br />

Dit themahoofdstuk heeft directe samenhang met hoofdstuk 2 Planten, dieren, mensen.<br />

Daarnaast met bepaalde onderwerpen uit hoofdstuk 3 par. 3.3 en hoofdstuk 5 par. 5.2<br />

en 5.3.<br />

Samenhang met andere vakken<br />

Belangrijk is vooral de samenhang met de beroepsspecifieke vakken in de sector<br />

Landbouw en Zorg en welzijn. Het is leerzaam wanneer er overleg tussen de docenten<br />

over deze samenhang plaatsvindt zodat er rekening mee gehouden kan worden in tijd en<br />

samenvallen van de vakken.<br />

Tips en trucs<br />

Themahoofdstuk A – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

1 U laat de leerlingen een bezoek brengen aan een bedrijf in de glastuinbouw.<br />

Vooraf behandelt u welk gewas daar wordt verbouwd en hoe het bedrijf daar<br />

specifiek op is ingericht. Tijdens het bezoek kunnen de leerlingen vragen stellen.<br />

Ze kunnen ook een aantal vragen meekrijgen die ze ter plekke moeten<br />

beantwoorden.<br />

Doel: de leerlingen zien de glastuinbouw in de praktijk en kunnen zich oriënteren<br />

op het beroep.<br />

2 U zet verschillende soorten groenten en planten in het lokaal neer die alleen door<br />

de glastuinbouw kunnen worden gekweekt. Doel: de leerling raakt vertrouwd met<br />

de soorten die in de glastuinbouw worden verbouwd.<br />

3 Het is enorm leerzaam een plantensoort op te kweken die sterk afhankelijk is van<br />

warmte. Experimenteer dan met twee planten die wel en twee die niet worden<br />

verwarmt door de warmtelamp. Laat gegevens als ontkieming, lengte van steel en<br />

wortel en grootte van de plant opmeten en verwerken in een poster of een<br />

presentatie. Doel: de leerling ziet de invloed van warmte op de ontkieming en<br />

groei van de plant.<br />

4 U laat de leerlingen een interview afnemen met de groenteboer. Er kunnen vragen<br />

gesteld worden over welke groente van de glastuinbouw komen en welke niet.<br />

Doel: de leerling komt zelfstandig aan informatie en oefent in communicatieve<br />

vaardigheden.<br />

5 U laat de leerlingen zelf een poster maken waarop de verschillen tussen<br />

glastuinbouw en akkerbouw duidelijk worden gemaakt en laat ze dat in een<br />

presentatie aan de leerlingen tonen. Onderwerpen zijn dan; bloei en oogst in het<br />

jaar, temperatuur, klimaatbeheersing, plaagbestrijding.<br />

Doel: de leerling verwerkt informatie in een presentatievorm en oefent in<br />

informatieoverdracht op eigen niveau.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 19


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

6 U bedenkt een aantal stellingen over de voor- en nadelen van het milieuvriendelijk<br />

boeren. U laat de leerlingen in groepjes hun mening hierover vormen en<br />

inventariseert per groep de mening.<br />

7 U nodigt een werknemer uit die in de glastuinbouw werkt en laat hem of haar<br />

vertellen over de werkzaamheden in het bedrijf. De leerlingen kunnen zelf ook<br />

vragen stellen.<br />

Doel: de leerlingen kunnen zich oriënteren op het beroep en zelf vragen bedenken<br />

en stellen.<br />

8 U laat de leerlingen een werkstuk maken over de diersoorten in de akkerbouw die<br />

worden ingezet als plaagbestrijding. Van elke plaagorganisme moet de stap van<br />

het ontwikkelingsstadium worden aangegeven waarop de natuurlijke vijand zijn<br />

fatale invloed heeft. U kunt zelf van elk plaagorganisme aangeven welke middelen<br />

de intensieve akkerbouwer inzet tegen plagen.<br />

Doel: de leerlingen verzamelen informatie en verwerken dit in een werkstuk.<br />

9 U laat de leerlingen onderzoek doen op internet naar welke plantensoorten er<br />

worden gekweekt in de glastuinbouw die anders seizoensgebonden zijn. U laat de<br />

zoekpaden die de leerlingen hebben genoteerd duidelijk opschrijven en laat ze<br />

daar een simpele lesbrief van maken die andere leerlingen weer moeten<br />

uitvoeren. De lijst van soorten van elke groep wordt opgehangen en vergeleken<br />

met elkaar.<br />

Doel: De leerlingen raken vertrouwd met opzoeken van informatie en leren de<br />

juiste informatie te selecteren. Daarnaast moeten ze elkaars product uitvoeren.<br />

10 U laat de leerlingen een bloemenwinkel bezoeken en de soorten bloemen<br />

opschrijven. Van elke soort bloemen wordt aangegeven of ze uit de akkerbouw of<br />

glastuinbouw komt. Conclusie moet zijn een lijst van bloemen die door<br />

glastuinbouw het gehele jaar door te leveren zijn en anders seizoensgebonden<br />

zijn.<br />

Doel: zelf informatie verzamelen en aan de hand van de werkelijke situatie<br />

ontdekken welke soorten wel en niet door de glastuinbouw verbouwd moeten<br />

worden.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 20


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Hoofdstuk 3 Voortplanting<br />

Wat moet de leerling kennen en kunnen?<br />

Hoofdstuk 3 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

3.1 Zwanger<br />

Het zwanger worden en zijn staat centraal. Er wordt een verband gelegd tussen de<br />

ontwikkeling van de voortplantingsorganen en het vruchtbaar worden.<br />

Ook de menstruatiecyclus wordt behandeld in relatie tot het zwanger worden.<br />

De ontwikkeling van het ongeboren kind en het belang van een gezonde zwangerschap<br />

komen aan de orde.<br />

3.2 Bevallen en verzorgen<br />

De geboorte van een kind en de geestelijke en lichamelijke veranderingen in de<br />

levensfasen van een mens worden behandeld.<br />

Het werk van een kraamverzorgster komt hierbij aan bod en ook de mogelijkheden om<br />

een ongeboren baby te onderzoeken.<br />

3.3 Seksualiteit<br />

Het voorkomen van een zwangerschap, de verschillende relatievormen en soa’s worden<br />

in deze paragraaf besproken.<br />

3.4 Hormonen<br />

Hormoonklieren en hormonen staan centraal.<br />

Behandeld wordt: hormonen en secundaire geslachtskenmerken, hormonen en<br />

menstruatiecyclus en hormonen en de pil.<br />

3.5 Hoe planten voortplanten<br />

De voortplanting bij planten, geslachtelijk en ongeslachtelijk wordt besproken.<br />

Alles wat de leerling moet kennen & kunnen staat in het onderstaande overzicht:<br />

pgrf de leerling is in staat om begrippen vaardigheden/attitudes<br />

3.1 De namen en functies van<br />

de onderdelen van de<br />

mannelijke en vrouwelijke<br />

voortplantingsorganen te<br />

noemen.<br />

Het begrip ‘vruchtbaar’ te<br />

omschrijven.<br />

Het verloop en de functie<br />

van de menstruatiecyclus<br />

aan te geven, ook in relatie<br />

tot zwangerschap.<br />

Uit te leggen hoe een eicel<br />

bevrucht wordt en hoe een<br />

bevruchte eicel zich in de<br />

baarmoeder ontwikkelt.<br />

3.2 Te omschrijven hoe een<br />

normale geboorte verloopt.<br />

Het verschil tussen een<br />

stuitligging en een<br />

dwarsligging aan te geven.<br />

Het belang van prenataal<br />

onderzoek uit te leggen.<br />

De geestelijke en<br />

lichamelijke veranderingen<br />

in de verschillende<br />

levensfasen te noemen.<br />

3.3 Een aantal<br />

voorbehoedmiddelen voor<br />

vrouw en man te noemen.<br />

vruchtbaar zijn,<br />

mannelijke en<br />

vrouwelijke<br />

voortplantingsorganen,<br />

menstruatiecyclus,<br />

eisprong, bevruchting,<br />

innesteling, zwanger,<br />

embryo, foetus,<br />

navelstreng,<br />

moederkoek<br />

fasen van de bevalling,<br />

prenataal onderzoek,<br />

echo onderzoek,<br />

vlokkentest,<br />

vruchtwaterpunctie,<br />

ontwikkeling pasgeboren<br />

baby, levensfasen,<br />

groeispurt<br />

voorbehoedmiddelen<br />

(pil, condoom,<br />

sterilisatie),<br />

Informatie uit tekeningen en<br />

schema’s halen.<br />

Onderdelen in tekeningen<br />

herkennen en benoemen.<br />

Gegevens uit bronnen halen.<br />

Onderdelen in tekeningen<br />

herkennen en benoemen.<br />

Inzicht krijgen in het beroep van<br />

een kraamverzorgster.<br />

Tabel omzetten in staafdiagram.<br />

Gegevens uit bronnen halen.<br />

Rekening houden met elkaar.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 21


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Verschillende relatievormen<br />

te noemen.<br />

Een aantal soa’s te<br />

beschrijven en aan te geven<br />

hoe soa’s voorkomen<br />

kunnen worden.<br />

3.4 De primaire en secundaire<br />

geslachtskenmerken te<br />

noemen.<br />

Uit te leggen waardoor een<br />

geslacht bepaald wordt.<br />

Hormoonklieren te<br />

benoemen in een tekening.<br />

De werking van het<br />

groeihormoon en de<br />

geslachtshormonen te<br />

beschrijven.<br />

Het gebruik van hormonen<br />

in de pil te verklaren.<br />

De invloed van hormonen<br />

op de menstruatiecyclus uit<br />

te leggen.<br />

3.5 De namen en functies van<br />

de onderdelen van de<br />

mannelijke en vrouwelijke<br />

voortplantingsorganen bij<br />

planten te noemen.<br />

Verdieping De ontwikkeling van een<br />

kippenembryo te<br />

omschrijven.<br />

Aan te geven hoe een<br />

kippenembryo aan voedsel<br />

en zuurstof komt en<br />

koolstofdioxide en andere<br />

afvalstoffen kwijtraakt.<br />

Verdieping Uit te leggen wat<br />

kenmerken zijn en wat een<br />

bouwbeschrijving is.<br />

Uit te leggen waardoor je<br />

voor een deel op je moeder<br />

en voor een deel op je<br />

vader lijkt.<br />

Uit leggen wat het Down<br />

syndroom inhoudt met<br />

betrekking tot<br />

chromosomen en tot de<br />

ontwikkeling van het kind.<br />

relatievormen (homo-<br />

hetero- en biseksuele<br />

relaties), soa’s<br />

hormoonklieren,<br />

hormonen, hypofyse,<br />

groeihormoon,<br />

schildklier, bijnier,<br />

alvleesklier (eilandjes<br />

van Langerhans),<br />

eierstokken, zaadballen,<br />

primaire- en secundaire<br />

geslachtkenmerken,<br />

menstruatiecyclus,<br />

eisprong, pil<br />

mannelijke en<br />

vrouwelijke<br />

voortplantingsorganen<br />

bij planten, bestuiving<br />

en bevruchting,<br />

geslachtelijke<br />

voortplanting,<br />

ongeslachtelijke<br />

voortplanting (klisters,<br />

wortelstokken, stekken,<br />

uitlopers) levenscyclus,<br />

éénjarige en meerjarige<br />

planten<br />

hen, kippenembryo,<br />

dooier, (on)bevruchte<br />

eieren<br />

chromosomen, kern,<br />

bouwbeschrijving,<br />

cellen, Down syndroom<br />

Onderzoek de leerling is in staat om vaardigheden<br />

A Bij watervlooien vast te stellen of ze<br />

zwanger zijn (eieren dragen).<br />

Samen te werken bij een<br />

onderzoeksopdracht.<br />

Nauwkeurig volgens een instructie te<br />

werken.<br />

B Verschillen tussen bloemen te<br />

herkennen en benoemen.<br />

Samen te werken bij een<br />

onderzoeksopdracht.<br />

Nauwkeurig volgens een instructie te<br />

werken.<br />

C Vooroordelen ten aanzien van<br />

seksuele relatievormen te herkennen<br />

Begrip hebben voor elkaar.<br />

Omgaan met verschillen.<br />

Betrouwbare voorbehoedmiddelen<br />

kunnen noemen.<br />

Informatie uit tekeningen en<br />

schema’s halen.<br />

Informatie uit tekeningen en<br />

schema’s halen.<br />

Onderdelen in tekeningen<br />

herkennen en benoemen.<br />

Informatie uit tekeningen halen.<br />

Overeenkomsten en verschillen<br />

tussen de ontwikkeling van een<br />

kippenembryo en een<br />

mensenembryo herkennen.<br />

Respectvol omgaan met verschillen<br />

tussen mensen.<br />

Werken met de loep (stereo microscoop).<br />

Leren door doen en leren door ontdekken.<br />

Nauwkeurig waarnemen.<br />

Verantwoord met organismen omgaan.<br />

Werken met loep en microscoop.<br />

Tekening maken volgens de tekenregels.<br />

Waarnemingen doen.<br />

Preparaat maken.<br />

Relevante waarnemingen doen.<br />

Informatie uit tekeningen en schema’s halen.<br />

Eigen mening verwoorden en luisteren naar andere<br />

meningen.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 22


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

en verwoorden. Discussiëren over meningen ten aanzien van wel of<br />

geen kinderen krijgen, en een eigen standpunt<br />

daarover in te nemen.<br />

D Een informatieve en overzichtelijke<br />

folder te maken over een soa.<br />

Behandelde Eindtermen<br />

Hoofdstuk 3 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Informatie verzamelen en selecteren.<br />

Omgaan met informatie en belangrijke informatie<br />

selecteren.<br />

Een poster maken en presenteren.<br />

paragraaf/onderzoek eindtermen<br />

3.1 K 12.2, K 12.4<br />

3.2 K 12.1, K 12.4<br />

3.3 K 12.3, K 12.5<br />

3.4 K 11.9, K 11.10<br />

3.5 K 12.6, K 12.7<br />

Onderzoek A K 2.3, K 2.7, K 3.6, K 3.7, K 3.8, K 3.9<br />

Onderzoek B K 2.6, K 3.3, K 3.7<br />

Onderzoek C K 2.3, K 2.7, K 3.6, K 3.7, K 3.8, K 3.9<br />

Onderzoek D K 2.3, K 2.7, K 3.7, K 3.8, K 3.9<br />

Samenhang<br />

Voorkennis voor dit hoofdstuk is te vinden in hoofdstuk 4 en 5 van deel 2 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

waar de veranderingen in de puberteit, hormonen, primaire en secundaire<br />

geslachtskenmerken, de voortplantingsorganen, geslachtsgemeenschap en andere zaken<br />

die met de geslachtelijke ontwikkeling samenhangen, aan de orde komen.<br />

Paragraaf 3.5 hangt samen met hoofdstuk 2 in dit deel, omdat in dat hoofdstuk ook<br />

aandacht besteed wordt aan planten.<br />

Samenhang met andere vakken<br />

Er is samenhang met het vak verzorging. Bij verzorging is er aandacht voor het gebruik<br />

van maandverband en tampons, persoonlijke hygiëne, lichaamsgeurtjes, en dergelijke.<br />

Ook kan bij het vak verzorging de geestelijke ontwikkeling en relaties en de verzorging<br />

van baby’s en kinderen aan de orde komen.<br />

Het onderwerp puberteit en seksualiteit komt ook ter sprake bij maatschappijleer en<br />

godsdienst.<br />

Vooraf regelen<br />

Hoofdstuk 3 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Benodigde materialen<br />

Bij de proefjes wordt er in het algemeen van uitgegaan dat de leerlingen in tweetallen<br />

werken in een klas van 30 leerlingen.<br />

Paragraaf 3.3<br />

U overlegt met uw collega’s van de andere exacte vakken hoe zij de leerlingen leren een<br />

staafdiagram te tekenen. U bekijkt of er verschillen en overeenkomsten zijn.<br />

Doel: informatie die de leerlingen bij andere vakken krijgen, benutten voor uw vak.<br />

Verwarring bij de leerling voorkomen.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 23


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Onderzoek A<br />

• 15 loepen/stereomicroscopen,<br />

• aantal fijnmazige netten om watervlooien te vangen of in een aquariumzaak<br />

gekochte watervlooien<br />

• 15 ballonpipetten<br />

• 15 glazen potten<br />

• behangplaksel<br />

• 15 petrischalen<br />

De watervlooien moeten niet te lang onder het lampje van de microscoop liggen, anders<br />

gaan ze dood. soms is het handig om in het preparaat een beetje behangselplak te doen.<br />

De watervlooien bewegen dan minder.<br />

Eventueel watervlooien kopen in een aquariumzaak.<br />

Onderzoek B<br />

• 3 x 15 duidelijk van elkaar verschillende bloemen<br />

• 15 loepen<br />

• 15 microscopen<br />

• tekenpapier<br />

• 45 objectglazen<br />

• 45 dekglazen<br />

• rollen plakband<br />

• checklist 1 Tekenen<br />

Tekenen van bloemonderdelen helpt beter bij het waarnemen dan alleen kijken en<br />

opplakken.<br />

Leerlingen vragen zelf bloemen mee te nemen of zelf zorgen voor grote voorraad. Een<br />

grootbloemige soort (bijvoorbeeld vingerhoedskruid) strekt tot aanbeveling.<br />

Onderzoek C<br />

• pen en papier<br />

Onderzoek D<br />

• lijm<br />

• A4 kladpapier<br />

• stiften<br />

• pen<br />

• informatie over één bepaalde soa<br />

Laat leerlingen zelf informatie verzamelen op internet (www.rng.nl; www.soa.nl), uit<br />

boeken en bij apotheek.<br />

Laat leerlingen een voorbeeldfolder zien. Soa folders zijn bij de GGD verkrijgbaar.<br />

Laat leerlingen actuele cijfers opzoeken over het aantal mensen dat besmet raakt met de<br />

soa en laat leerlingen dit in hun folder verwerken.<br />

Tips en trucs<br />

Hoofdstuk 3 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

1 U kunt het hoofdstuk starten met een passende opdracht op <strong>Nectar</strong>Net<br />

(http://b3.nectar.wolters.nl). Hier zijn opdrachten te vinden die aansluiten op<br />

paragraaf 3.1, 3.2, 3.4 en 3.5.<br />

2 Laat een schrijfronde houden over stellingen die met het onderwerp<br />

voortplanting te maken hebben (homo- en heteroseksualiteit, geboortebeperking,<br />

zwangerschap, culturele verschillen ten aanzien van seksualiteit, seksuele intimidatie,<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 24


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

incest, etc; wat u maar kunt bedenken en veilig genoeg is voor leerlingen). U laat<br />

groepen vormen afhankelijk van de klassensituatie gemengde of aparte jongens- en<br />

meisjesgroepen. De stellingen staan op een papier; elke leerling schrijft zijn mening<br />

onder de stelling, vouwt het papier dubbel en geeft het vel door aan zijn of haar<br />

buurleerling, die zijn commentaar daaronder schrijft. Dit gaat door tot ieder lid van de<br />

groep zijn of haar mening heeft gegeven. De meningen worden eerst in de groep en<br />

daarna klassikaal besproken.<br />

3 Start een paragraaf met het doen van een opdracht uit Onderzoekswerk<br />

Paragraaf Onderzoek<br />

3.1 A<br />

3.2 B<br />

3.3 C of D<br />

Door een paragraaf te starten met deze opdrachten geeft u aan hoe belangrijk het<br />

doen van onderzoek is in de biologie. Bovendien leren veel leerlingen door eerst te<br />

doen (onderzoeken) en daarna daarover na te denken (theorie). Door te starten met<br />

proefjes komt u aan hun favoriete manier van leren tegemoet.<br />

4 Laat de leerlingen uitzoeken (of geef de gegevens zelf) hoeveel kinderen er per jaar<br />

geboren worden in India, Afrika en China en laat ze bedenken hoe het komt dat daar<br />

per jaar zoveel kinderen geboren worden en welke maatregelen een overheid kan<br />

nemen om het aantal geboortes per jaar terug te dringen.<br />

5 Geef om te oefenen met de kennis over de geslachtsorganen eens tekeningen van het<br />

geslachtsapparaat van een koe en een stier (of van een andere soort zoogdier). Dit<br />

om de kennis eens in een andere context toe te passen.<br />

6 Laat de leerlingen van alle soorten anticonceptiemiddelen kenmerken opschrijven<br />

(overal verkrijgbaar, alleen op doktersrecept, voor mannen voor vrouwen, elke dag<br />

innemen, alleen gebruiken bij geslachtsgemeenschap, beschermt wel/niet tegen soa’s<br />

etc.) Dit om hen bewust te maken van de mogelijkheden van de<br />

anticonceptiemiddelen in een periode dat ze zelf aan het experimenteren gaan met<br />

seks.<br />

7 Haal eens een flinke hoeveelheid plantaardig materiaal bij de groenteafdeling (prei,<br />

aardappelen, knolselderij, uien, knoflook, winterpeen, bleekselderij etc.) en laat<br />

leerlingen uitzoeken welk deel van de plant ze bij ieder voorbeeld eten. Dit om<br />

biologische kennis in verband te brengen met het dagelijkse leven.<br />

8 Laat leerlingen een poster maken over een plantensoort met de nadruk op bloemen<br />

(bouw bloem, wijze van bestuiving, bloeitijd en andere met de voortplanting<br />

samenhangende kenmerken). Ze kunnen hiervoor gebruik maken van flora’s in<br />

boekvorm of op cd-rom. De leerlingen oefenen zo met informatie verzamelen,<br />

selecteren en presenteren.<br />

9 Laat in de klas bollen en knollen en opslagwortels uitlopen (aardappels, winterpenen,<br />

knoflook, uien, knolselderij, asperges etc.; wat u maar kunt bedenken). Elke week<br />

wordt door de leerlingen genoteerd welk deel uitloopt en op welke wijze dat gebeurt.<br />

Dit als demonstratie van de theorie in paragraaf 5. Deze demonstratie kan eventueel<br />

aangevuld worden met waarnemingen in de eigen tuin of schooltuin. (wortelstokken,<br />

kruipende stengels, uitlopers, bollen, knollen etc.)<br />

10 U besteedt een aantal lessen aan soa’s (bij de GGD en Rutgers Nisso groep (voorheen<br />

Rutgers Stichting) is veel materiaal over dit onderwerp op te vragen). Veel jongeren<br />

vrijen onveilig, blijkt steeds weer uit onderzoek. Dit hoofdstuk leent zich uitstekend<br />

om weer eens op de gevaren van onveilig vrijen in te gaan. Bijvoorbeeld Chlamydia<br />

komt dikwijls voor en is er vaak de oorzaak van dat vrouwen onvruchtbaar worden.<br />

De lespakketten Lang leve de liefde en Ziek van de liefde lenen zich hiervoor<br />

uitstekend. U kunt ook een arts uitnodigen om voorlichting te geven over soa’s.<br />

11 Laat leerlingen in hun omgeving personen uit verschillende leeftijdscategorieën: (20-<br />

35, 36-50, 51 en ouder) interviewen over seksualiteit, kinderen krijgen, vrijen voor<br />

het huwelijk, anticonceptie, ouder worden etc. Het is handig om van tevoren een lijst<br />

op te stellen van vragen, die gesteld moeten worden, omdat het anders heel erg<br />

moeilijk wordt en de interviews te ver uit elkaar gaan lopen. Laat leerlingen een<br />

dossier maken en elk interview van eigen commentaar voorzien. Doel: leerlingen<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 25


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

oefenen zich in mondeling en schriftelijk uit te drukken. Voor het dossier kan een<br />

cijfer behaald worden.<br />

12 Laat de leerlingen discussiëren volgens het Lagerhuis programma principe.<br />

Verzin een aantal stellingen (zoals: ouders bepalen bij tienermoeders over het lot van<br />

het ongeboren kind; moeders zijn belangrijker bij de opvoeding dan vaders; als je<br />

zwanger raakt is dat je eigen schuld; homoseksuele paren zijn betere opvoeders)<br />

Laat één leerling zijn medeleerlingen op een aantal punten beoordelen (b.v naar een<br />

ander luisteren, mening beargumenteren, humor in mening of op een ander<br />

reageren) en stel een tweede leerling aan als discussieleider. De discussieleider<br />

bepaalt wie mag praten. De leerling die beoordeelt neemt geen deel aan de discussie.<br />

Introduceer de stelling en schrijf de stelling op het bord. De discussieleider leest de<br />

stelling voor en vraagt de klas wie er tegen (of voor) de stelling is. Leerlingen die iets<br />

willen zeggen gaan staan en de discussieleider wijst een leerling aan. De andere<br />

leerlingen gaan zitten.<br />

Wanneer de leerling uitgesproken is gaan alle leerlingen die willen reageren staan.<br />

De discussieleider wijst een volgende leerling aan en zo verder.<br />

Laat de leerlingen ongeveer 8 minuten (afhankelijk van hoe de discussie verloopt)<br />

discussiëren en tel dan af: 10, 9, 8….0 om de discussie te laten beëindigen.<br />

Introduceer een volgende stelling.<br />

Aan het eind van de les vertelt de leerling die beoordeelde wie hij het beste vond<br />

discussiëren en waarom. Er kunnen ook verschillende leerlingen beoordelen.<br />

13 Het Aids bekertjes spel.<br />

14 Een soap laten opvoeren (samenhang verzorging) over soa’s.<br />

15 Werking indicatoren (samenhang scheikunde) - zwangerschapstest<br />

Suggesties additionele hulpmiddelen<br />

16 Cd-rom Aboutyou, een gratis lesprogramma (van Procter Gamble) over Puberteit,<br />

Verzorging en Menstruatie.<br />

De informatie is ook op de website www.AboutYou.info te lezen. Het materiaal<br />

(gesorteerd per onderwerp) bestaat uit overheadslides, tekst voor bij de<br />

overheadslides en educatieve informatie voor de leerlingen.<br />

17 Biobits Onderbouw (Teleac/NOT, zie Adressenlijst)<br />

Blok 13: tekening<br />

Getoond wordt wat je nodig hebt om een goede (biologische) tekening te maken.<br />

Vervolgens wordt aan de hand van het tekenen van bladeren getoond hoe je een<br />

natuurgetrouwe en een schematische tekening maakt.<br />

Blok 14: microscoop<br />

Behandeld worden de onderdelen van de microscoop, het maken van een preparaat<br />

en het werken met een microscoop.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 26


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Themahoofdstuk B Het consultatiebureau<br />

Wat moet de leerling kennen en kunnen?<br />

Themahoofdstuk B – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Het themahoofdstuk ‘Het consultatiebureau’ volgt na hoofdstuk 3 Voortplanting.<br />

In de themahoofdstukken wordt de leerstof van een voorafgaand hoofdstuk gekoppeld<br />

aan een beroep of een instelling in de (beroeps)praktijk. De leerling leert de opgedane<br />

kennis van het voorgaande hoofdstuk toe te passen binnen deze (beroeps) context. De<br />

onderwerpen van de themahoofdstukken zijn ontleend aan de sectoren Landbouw en<br />

Zorg en Welzijn.<br />

De inhoud van de leerstof is geen expliciete examenstof, maar wel een toepassing van de<br />

onderwerpen die in het schoolexamen behandeld moeten worden.<br />

Dit themahoofdstuk belicht de werkzaamheden die op het consultatiebureau<br />

plaatsvinden.<br />

KV 1 Wat doet het consultatiebureau?<br />

Hier wordt besproken welke metingen worden verricht bij baby’s en grotere kinderen.<br />

Bij baby’s wordt het hoofdje ook nog speciaal opgemeten.<br />

KV 2 Wat is het groeiboek?<br />

Welke gegevens genoteerd kunnen worden in het groeiboek en wat voor informatie er<br />

nog meer in staat komt hier aan de orde.<br />

KV 3 Waarom toch die prikjes?<br />

Er wordt toegelicht wat inenten is en welke ziekten gevaarlijk zijn. Ook wordt kort belicht<br />

welke inentingen de kinderen krijgen en bij welke leeftijd.<br />

KV 4 Hoe worden oren en ogen getest?<br />

Een kind ondergaat verschillende tests om te onderzoeken of het gehoor, de coördinatie,<br />

scherptezicht en kleurenonderscheiding goed zijn.<br />

kernvraag de leerling is in staat om begrippen waar een<br />

toepassing op wordt<br />

gegeven<br />

1 Op te noemen wat de<br />

soorten metingen zijn die<br />

door het consultatiebureau<br />

worden uitgevoerd.<br />

2 Te herkennen hoe de<br />

groeicurve van het<br />

groeiboek eruit ziet en aan<br />

te geven welke informatie<br />

erin staat en erin<br />

geschreven kan worden.<br />

3 Een aantal voorbeelden<br />

van gevaarlijke ziektes te<br />

noemen en uit te leggen<br />

wat inenten is. Een aantal<br />

soorten inentingen te<br />

noemen.<br />

4 Uitvoering en reden van<br />

soorten tests te noemen<br />

om het functioneren van<br />

ogen en oren te meten.<br />

Behandelde Eindtermen<br />

Themahoofdstuk B – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

consultatiebureau,<br />

groeicurve, meten<br />

vaardigheden/attitudes<br />

Gegevens uit bronnen halen.<br />

groei, ontwikkeling Tabel berekenen.<br />

Tabel omzetten in een lijndiagram.<br />

Keuze oriëntatie op vaardigheden van<br />

het beroep.<br />

Gegevens uit bronnen halen.<br />

inenten, vaccineren Gegevens uit bronnen halen.<br />

doofheid, waarnemen,<br />

coördinatie<br />

Gegevens uit bronnen halen.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 27


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Kernvraag Eindtermen allen K 2.4<br />

1 K 1.4<br />

2 K 1.4, K 2.5, K 2.6 K 3.3<br />

3 K 1.4, K 10.2<br />

4 K 1.4, K 11.4<br />

Samenhang<br />

Dit themahoofdstuk heeft directe samenhang met hoofdstuk 3 Voortplanting, als<br />

toepassing van het onderdeel groei en ontwikkeling.<br />

Samenhang met andere vakken<br />

Belangrijk is vooral de samenhang met de beroepsspecifieke vakken in de sector<br />

Landbouw en Zorg en welzijn. Het is leerzaam wanneer er overleg tussen de docenten<br />

over deze samenhang plaatsvindt zodat er rekening mee gehouden kan worden in tijd en<br />

samenvallen van de vakken.<br />

Tips en trucs<br />

Themahoofdstuk B – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

11 U laat de leerlingen een bezoek brengen aan het consultatiebureau. U geeft de<br />

leerlingen kijk- en maakopdrachten mee en laat de leerlingen een kort verslag<br />

schrijven van over de werkzaamheden van het consultatiebureau.<br />

Doel: De leerlingen zien de toepassing in de praktijk en oefenen in het leren van<br />

hun waarnemingen.<br />

12 U laat de leerlingen hun eigen gegevens natrekken over inenting en groeicurve bij<br />

de ouders of verzorgers. Zo kunnen ze een groeiportret maken van hun eigen<br />

kindertijd. Ze kunnen het met eigen foto’s verfraaien en eventueel presenteren<br />

met het tonen van hun eigen kindervideo.<br />

Doel: de leerlingen maken de leerstof tastbaar en begrijpelijk door bij hun eigen<br />

situatie stil te staan en deze te verwerken tot een portret.<br />

3 U bedenkt een rollenspel waarin leerlingen het werken op het consultatiebureau<br />

nabootsen. Onderwerpen kunnen zijn: groeimetingen, grafiek intekenen,<br />

inentingen, oudergesprekken en adviezen (eerst informatie verzamelen hiervoor),<br />

en gehoor en oogtesten.<br />

Doel: de leerlingen oefenen in de communicatieve vaardigheden en brengen de<br />

handelingen zelf in praktijk.<br />

4 U laat de leerlingen een werkstuk maken over de verschillende kinderziektes.<br />

Onderwerpen die behandeld kunnen worden zijn: soorten kinderziektes,<br />

kenmerken, uitingsvorm, advies voor ouders, medicatie, ziekteverloop, medicatie,<br />

eigen ervaringen.<br />

Doel: de leerlingen leren de informatie verwerven en selecteren en in een<br />

werkstuk samenvoegen.<br />

5 De leerlingen maken een poster van hun eigen ontwikkeling in hun kindertijd en<br />

trekken na bij welke leeftijd ze begonnen te kruipen, praten, staan, lopen,<br />

zindelijk werden, konden fietsen en leerden lezen en schrijven. Ze plakken er<br />

foto’s bij en beoordelen elkaars product.<br />

Doel: de leerlingen staan stil bij de verschillende fasen van ontwikkeling in de<br />

kindertijd en leren de gegevens te presenteren.<br />

6 In groepjes van twee tot vier personen laat u leerlingen een plattegrond<br />

ontwerpen van een consultatiebureau. Onderdelen die verwerkt moeten worden<br />

zijn: wachtruimte ouders, omkleedruimte voor baby’s, meetruimte, spreekkamer<br />

arts, spreekkamer wijkverpleegkundige, speelhoek oudere broertjes of zusjes,<br />

pauzeruimte personeel.<br />

Doel: de leerlingen kunnen creatief bezig zijn met het ontwerpen van een<br />

consultatiebureau en staan stil bij hoe een consultatiebureau is ingedeeld.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 28


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

7 U laat de leerlingen een presentatietafel maken over het juiste speelgoed bij de<br />

juiste leeftijd. Er kunnen voorbeelden neergelegd worden met een toelichting<br />

waarom het speelgoed juist voor die leeftijdgroep aantrekkelijk is.<br />

Doel: de leerling is bewust bezig met de ontwikkelingsfase van kinderen tot 4<br />

jaar.<br />

8 De leerlingen ontwerpen een folder over veiligheid van speelgoed en<br />

omstandigheden in huis. U kunt folders aanvragen bij het consultatiebureau of de<br />

leerlingen zelf met de zoekmachine op internet laten zoeken naar de juiste<br />

informatie. Er ontstaat een lijst van veiligheidsadviezen voor ouders.<br />

Doel: de leerlingen zoeken zelf naar de juiste informatie en ontwerpen een folder.<br />

9 U bedenkt een aantal stellingen over opvoeding. Hoe lang laat je een kind huilen,<br />

het kind moet eten wat de pot schaft, na Sesamstraat naar bed. De leerlingen<br />

bedenken hun mening en overleggen in groepjes hierover.<br />

Doel: de leerlingen vormen een mening over de manier van opvoeden.<br />

10 U laat leerlingen vragen bedenken over de kindertijd en de vragen te formuleren.<br />

De leerlingen houden een enquête onder de leerlingen van de school.<br />

Onderwerpen kunnen zijn: mogen snoepen, televisie kijken, spelen met andere<br />

kinderen, soort speelgoed, dieet, sporten, eerste ervaring herinneren. De<br />

resultaten worden in tabellen of grafieken verwerkt en gepresenteerd.<br />

Doel: de leerlingen leren een enquête afnemen en de resultaten verwerken.<br />

Daarnaast staan ze stil bij variatie in ervaring met leeftijdgenoten.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 29


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Hoofdstuk 4 Waarnemen<br />

Wat moet de leerling kennen en kunnen?<br />

Hoofdstuk 4 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

4.1 Waarnemen<br />

Het waarnemen met de zintuigen wordt behandeld. Aan de orde komen voelen, zien,<br />

horen, proeven en ruiken. De bouw van de zintuigen wordt met tekeningen geïllustreerd.<br />

4.2 Reageren<br />

Centraal in deze paragraaf staat bewustwording. De zenuwen vervoeren impulsen naar<br />

de hersenen, pas dan weet je wat je ziet of hoort. De bouw van het zenuwstelsel wordt<br />

beschreven. Ook komt het begrip reflex aan de orde.<br />

4.3 Bewegen<br />

Eerst wordt de bouw van het skelet behandeld. Vervolgens wordt ingegaan op het<br />

bewegen van het skelet door gewrichten en spieren. De samenwerking van de<br />

armstrekspier en armbuigspier worden beschreven, evenals de functie van de<br />

wervelkolom.<br />

4.4 Blessures<br />

Aan de orde komen blessures. Uitgelegd wordt wat blessures zijn en welke blessures veel<br />

voorkomen. Ook het behandelen en voorkomen van blessures worden beschreven.<br />

4.5 Hersenwerk<br />

De paragraaf begint met verschillende vormen van leren. Vervolgens wordt het lange en<br />

korte geheugen behandeld. Afgesloten wordt met de invloed van alcohol en drugs op de<br />

hersenen.<br />

Alles wat de leerling moet kennen & kunnen staat in het onderstaande overzicht:<br />

pgrf de leerling is in staat om begrippen vaardigheden/attitudes<br />

4.1 Uit te leggen hoe je<br />

waarneemt.<br />

De verschillende zintuigen<br />

te noemen en de werking<br />

ervan te omschrijven.<br />

De zintuigen in de huid te<br />

noemen en te herkennen<br />

in een tekening.<br />

De onderdelen van het<br />

oog in een tekening te<br />

benoemen.<br />

De werking van de lens bij<br />

veraf en dichtbij zien te<br />

beschrijven.<br />

De delen van het oor in<br />

een tekening te<br />

benoemen.<br />

De weg van<br />

geluidstrillingen in de<br />

juiste volgorde op te<br />

noemen.<br />

4.2 Aan te geven dat een<br />

prikkel omgezet wordt in<br />

een impuls die via de<br />

zenuwen naar de hersenen<br />

gaat.<br />

Het proces van<br />

bewustwording te<br />

omschrijven.<br />

De onderdelen van het<br />

zenuwstelsel te<br />

benoemen.<br />

waarnemen, zintuigen,<br />

prikkels, reukzintuig,<br />

smaakzintuig,<br />

gevoelszintuig,<br />

netvlies<br />

impuls, zenuwen,<br />

bewustwording<br />

zenuwstelsel,<br />

gevoelszenuw, grote<br />

hersenen, kleine<br />

hersenen, hersenstam,<br />

ruggenmerg,<br />

coördinatie,<br />

bewegingszenuw,<br />

reactie, reflex<br />

Onderdelen van een anatomische<br />

tekening herkennen en benoemen.<br />

Ervaringen uit het dagelijks leven<br />

koppelen aan de werking van de<br />

zintuigen.<br />

Verbanden leggen tussen de werking<br />

van de hersenen en dagelijkse<br />

bezigheden.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 30


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Uit te leggen welke<br />

soorten zenuwen een rol<br />

spelen bij het doorgeven<br />

van impulsen.<br />

Te omschrijven wat de<br />

functie van de kleine<br />

hersenen is bij beweging.<br />

Uit te leggen wat een<br />

reflex is.<br />

4.3 De onderdelen van het<br />

skelet in een tekening aan<br />

te wijzen.<br />

De vier taken van het<br />

skelet te noemen.<br />

Uit te leggen hoe botten<br />

aan elkaar vast kunnen<br />

zitten.<br />

Uit te leggen waardoor<br />

botten sterk zijn.<br />

Aan te geven welke<br />

gewrichten er zijn.<br />

De bouw en werking van<br />

een gewricht te<br />

omschrijven.<br />

Uit te leggen hoe een spier<br />

reageert op een impuls.<br />

Te omschrijven hoe een<br />

buig- en strekspier samen<br />

werken bij een beweging.<br />

De functie van de<br />

wervelkolom te<br />

beschrijven.<br />

4.4 Te beschrijven wat<br />

blessures zijn en een<br />

aantal categorieën<br />

blessures te herkennen.<br />

Aan te geven hoe je<br />

blessures kunt<br />

voorkomen.<br />

Te beschrijven hoe een<br />

botbreuk behandeld<br />

wordt.<br />

Het verschil tussen<br />

kraakbeen en bot te<br />

beschrijven.<br />

Uit te leggen waarvoor de<br />

warming-up en coolingdown<br />

dienen.<br />

4.5 Vier manieren van leren te<br />

noemen en toe te lichten<br />

met voorbeelden.<br />

Uit te leggen hoe het korte<br />

en lange<br />

(termijn)geheugen werkt.<br />

Uit te leggen hoe het kan<br />

dat allerlei bewegingen<br />

steeds soepeler gaan.<br />

Aan te geven wat de<br />

invloed van alcohol en<br />

drugs is op de hersenen.<br />

Verdieping Toe te lichten hoe<br />

onbewuste bewegingen<br />

ontstaan.<br />

Uit te leggen wat een<br />

dwarslaesie is.<br />

skelet,<br />

naadverbinding,<br />

kraakbeen, gewricht,<br />

scharniergewricht,<br />

rolgewricht,<br />

kogelgewricht,<br />

gewrichtsknobbel,<br />

gewrichtskom,<br />

gewrichtssmeer,<br />

gewrichtskapsel,<br />

armbuigspier,<br />

armstrekspier<br />

blessures, warmingup,<br />

cooling-down<br />

leren, straf en<br />

beloning, oefenen,<br />

nadoen, inzicht, korte<br />

geheugen, lange<br />

geheugen<br />

Onderzoek de leerling is in staat om vaardigheden<br />

A Te onderzoeken hoe de ogen helpen<br />

bij het sturen van bewegingen.<br />

Onderdelen van een anatomische<br />

tekening herkennen en benoemen.<br />

Informatie uit een tekstbron halen.<br />

Grafieken interpreteren.<br />

Informatie uit een staafdiagram halen.<br />

reflex, dwarslaesie Informatie uit een tekstbron halen.<br />

Samenwerken.<br />

Proefopstelling bouwen.<br />

Resultaten vergelijken.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 31


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

B Op internet informatie te vinden over<br />

RSI en het behandelen en<br />

voorkomen ervan.<br />

C Te onderzoeken hoe nauwkeurig de<br />

richting van het geluid te bepalen is.<br />

D In een onderzoek de ligging van de<br />

smaakzintuigjes op de tong te<br />

omschrijven.<br />

Behandelde Eindtermen<br />

Hoofdstuk 4 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

paragraaf/onderzoek eindtermen<br />

4.1 K3.1, K3.3, K11.5, K11.6<br />

4.2 K3.1, K3.3, K11.2, K11.6<br />

4.3 K3.1, K3.3, K8.1,<br />

4.4 K3.1, K3.3, K4.5, K8.2<br />

4.5 K3.1, K3.3, K11.6<br />

Onderzoek A K2.7, K3.7, K3.9<br />

Onderzoek B K2.2, K2.3, K3.1, K3.7<br />

Onderzoek C K2.7, K3.7, K3.9<br />

Onderzoek D K2.7, K3.6, K3.7, K3.9<br />

Informatie zoeken op internet.<br />

Samenwerken.<br />

Proefopstelling bouwen.<br />

Verslag schrijven.<br />

Samenwerken.<br />

Proef uitvoeren.<br />

Samenhang<br />

Hoofdstuk 4 gaat verder in op stof uit hoofdstukken van 1 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong>. Het gaat hierbij<br />

om hoofdstuk 3 Waarnemen: waarnemen, de zintuigen en bewustwording van wat<br />

waargenomen wordt. Verder waar het gaat om beweging en stevigheid is 1<strong>basis</strong><br />

hoofdstuk 2 Bewegen van belang. In paragraaf 5 wordt ingegaan op de verschillende<br />

vormen van leren. Hierbij wordt verder gegaan op 1<strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> Hoofdstuk 4 Gedrag.<br />

Hoofdstuk 4 bereidt voor op het examen.<br />

Samenhang met andere vakken<br />

Dit hoofdstuk hangt samen met verzorging waar het gaat om de invloed van alcohol en<br />

drugs op de hersenen en het gedrag. Verder is er samenhang met lichamelijke oefening<br />

op het gebied van spieren, blessures, warming-up en cooling-down.<br />

Vooraf regelen<br />

Hoofdstuk 4 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Benodigde materialen<br />

Onderzoek A<br />

• 15 spiegels<br />

• 15 potloden<br />

• 15 stukken karton<br />

• 15 stopwatches/horloges met secondewijzer<br />

Onderzoek B<br />

• 15 computers met internetaansluiting<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 32


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Onderzoek C<br />

• 15 stukken tuinslang<br />

• 30 trechters<br />

• 15 viltstiften<br />

Onderzoek D<br />

• 15 blinddoeken<br />

• 15 pipetjes<br />

• 15 oplossingen van: suiker (zoet), keukenzout (zout), azijn (zuur) en kinine<br />

(bitter)<br />

Tips en trucs<br />

Hoofdstuk 4 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

1 Start de paragraaf die u gaat behandelen met de Onderzoeksopdracht die aan het<br />

begin van die paragraaf genoemd staat. Door proefjes doen gaat het onderwerp voor<br />

de leerlingen meer leven.<br />

2 Breid het zintuigonderzoek uit met proefjes over reuk en smaak. Hierbij kunnen<br />

bijvoorbeeld allerlei voedingsstoffen en kruiden in poedervorm worden aangeboden<br />

(dit om herkenning op grond van gevoel uit te sluiten). Het doel van dit practicum is<br />

uit te vinden dat veel ‘smaak’ reuk is. Zo kunnen verkeerde preconcepten worden<br />

weggenomen.<br />

3 Laat de leerlingen per paragraaf uitzoeken welke beroepen gebruik maken van de<br />

kennis uit dit hoofdstuk. Daarna vergelijken de leerlingen hun lijstjes met elkaar.<br />

Doel: oriëntatie op studie en beroep.<br />

4 Voor mensen zijn ogen en oren zeer belangrijke zintuigen. Laat leerlingen uitzoeken<br />

welke zintuigen voor een bepaald (huis)dier belangrijk zijn. Elke leerling neemt een<br />

dier dat hem of haar interesseert en maakt daar een poster van (dit kan natuurlijk<br />

ook per groep). Later worden de posters tentoongesteld in biologielokaal of<br />

mediatheek. (Hierbij valt te denken aan dieren met interessante zintuiglijke<br />

waarneming, maar het is natuurlijk ook wel leuk om erachter te komen hoe je<br />

goudvis de wereld om zich heen waarneemt.) Een leuk boek met veel informatie over<br />

waarneming is een boek van Natuur en Techniek uit de reeks ‘Wetenschappelijke<br />

Bibliotheek’: het Dierenbrein (zie suggesties).<br />

Doel: informatie verzamelen, het onderwerp van een andere kant benaderen en<br />

belangstelling wekken bij andere leerlingen.<br />

5 Start een project met de sectie LO over spiergebruik bij de verschillende sporten,<br />

training van spieren en het voorkomen van blessures. Doel: integratie van vakken.<br />

6 Op internet zijn sites waar de leerlingen eenvoudige testen kunnen doen over<br />

bijvoorbeeld alcohol en drugs. Bijvoorbeeld de site van het Trimbos Instituut (zie<br />

Suggesties additionele middelen). Tip: maak eerst zelf een test voor u de leerlingen<br />

ermee aan het werk zet en check of de sites nog beschikbaar zijn.<br />

7 Inventariseer met de leerlingen welke blessures ze gehad hebben of welke blessures<br />

in hun naaste familie voorgekomen zijn. Maak een lijst op het bord van de genoemde<br />

blessures en laat uitzoeken (of bespreek dat) wat er precies is beschadigd in het<br />

bewegingsapparaat bij elke genoemde blessure. Zet er ook bij wat de gevolgen van<br />

de blessures zijn of kunnen zijn.<br />

8 Laat leerlingen opzoeken welke ziektes berusten op een defect of aantasting van het<br />

zenuwstelsel. Laat ze dan ook onderzoeken waar dit defect of deze aantasting zich<br />

bevindt (zenuwen, ruggenmerg of hersenen) en wat het gevolg is van dit defect of<br />

deze aantasting. Of geef hun de namen van zulke ziektes en laat ze uitvinden wat er<br />

precies defect of aangetast is en wat het gevolg daarvan is. Doel: theorie in een<br />

context plaatsen en begrip kweken voor mensen met een handicap.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 33


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

9 Laat de leerlingen een interview houden met een sportschoolhouder of een<br />

fitnessdocent. Laat de leerlingen eerst bedenken waarover ze vragen willen stellen<br />

(bijvoorbeeld over blessures, over spieren en botten, trainingsschema’s, de opleiding<br />

die je moet hebben om dit beroep uit te oefenen, enz.). Laat ze vervolgens een<br />

vragenlijst maken en een afspraak maken. De resultaten van het interview kunnen ze<br />

presenteren op een poster of in een Powerpoint-presentatie.<br />

10 Laat de leerlingen een onderzoekje doen naar leren op de <strong>basis</strong>school. Ze kunnen<br />

bijvoorbeeld in de laagste en hoogste groepen gaan kijken welke vormen van leren<br />

gebruikt worden en welke visie de school op het leren heeft. Als verschillende<br />

leerlingen naar verschillende scholen gaan, kunnen de resultaten in de klas<br />

vergeleken worden. De resultaten kunnen in een verslag of presentatie gezet worden.<br />

Suggesties additionele hulpmiddelen<br />

14 Cd-rom Bodyworks, 6.0 NL TLC Domus<br />

Deze cd-rom biedt veel (84) mooie driedimensionale afbeeldingen. Zo kunnen uw<br />

leerlingen met behulp van een ander medium kennismaken met het lichaam. De<br />

Latijnse namen die gebruikt worden, zijn niet geschikt voor <strong>vmbo</strong>-leerlingen.<br />

Skeletstelsel, Spierstelsel, Zenuwstelsel, Zintuiglijke organen en Endocriene systeem<br />

zijn voor dit hoofdstuk van belang. Vanuit deze hoofdgroepen kun je dieper in de<br />

anatomie duiken. De cd-rom is gebruiksvriendelijk. Er is een duidelijke handleiding<br />

(37 pagina’s) bijgevoegd. Minimale systeemeisen voor de PC: 8 MB intern geheugen;<br />

12 MB vrije harde diskruimte; SVGA-kleurenmonitor; Windows 95.<br />

15 Cd-rom De mens 3D glashelder DENDA Multimedia b.v., Oldenzaal<br />

Op deze cd-rom staan afbeeldingen en informatie van het menselijk lichaam. Voor dit<br />

hoofdstuk zijn skelet, spieren en het zenuwstelsel interessant. Het bevat zowel<br />

afbeeldingen, animaties als tekst en bijschriften. Minimale systeemeisen: IBM PC<br />

Pentium, 16Mb RAM, Windows 95/98/NT4.0<br />

16 De ontwikkeling van de hersenen Cahier bio-wetenschappen en maatschappij, 19e<br />

jaargang 1999, nr. 4.<br />

In dit cahier is te zien wat er aan kennis vergaard wordt in laboratorium en kliniek<br />

over de ontwikkeling van de hersenen van de mens: van de primitiefstreep bij het<br />

embryo tot de motorische ontwikkeling bij kleuters.<br />

17 Multiple Sclerose Cahier bio-wetenschappen en maatschappij, 20e jaargang 2000, nr.<br />

1. Dit Cahier toont zowel het belang van neurologie en immunologie voor de ziekte<br />

MS, als het belang van kwaliteit van leven en maatschappelijke solidariteit voor<br />

mensen met MS.<br />

18 Het Dierenbrein, Uit de Wetenschappelijke Bibliotheek van Natuur en Techniek, 2000,<br />

ISBN 90 73035 58 9. In dit boek staat de vraag centraal of dieren intelligent zijn. Het<br />

gaat op zoek naar wat er zich afspeelt in het brein van dieren. Het gaat veel over het<br />

gedrag van dieren; er wordt veel aandacht besteed aan de zintuiglijke waarneming bij<br />

dieren. Goed te gebruiken als achtergrondinformatie.<br />

19 Bio-Bits Onderbouw, SchoolTV, Stichting Teleac/NOT<br />

Blok 55 Het gehoor<br />

Blok 57 Het geraamte<br />

Blok 58 De reuk<br />

Blok 61 Prikkelverwerking<br />

Blok 62 Het centrale zenuwstelsel<br />

Blok 65 De huid<br />

Deze Blokken zijn op video te verkrijgen samen met een handleiding en kopieerbare<br />

werkbladen.<br />

20 Koopvideo´s primair onderwijs, SchoolTV, Stichting Teleac/NOT De mens, vier<br />

programma´s. Onderdeel 1 Geraamte sluit aan bij dit hoofdstuk. Bestaat uit een<br />

video met werkboek, handleiding en wandplaten.<br />

21 De serie Science Bank, Teleac/NOT<br />

Programma 4 Reacties op prikkels, Het oog, Het zenuwstelsel<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 34


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Hoofdstuk 5 Mens en milieu<br />

Wat moet de leerling kennen en kunnen?<br />

Hoofdstuk 5 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

5.1 Je omgeving<br />

Uit je omgeving heb je water, voedsel en zuurstof nodig. Hiervoor moet je omgeving<br />

schoon zijn. Ook komen fotosynthese en verbranding aan de orde. Tot slot worden de<br />

verschillende soorten afval behandeld.<br />

5.2 Voedsel produceren<br />

In deze paragraaf komen verschillende manieren van voedsel produceren in de landbouw<br />

aan de orde. Zowel de intensieve landbouw en de biologische landbouw worden<br />

behandeld. Evenals manieren om de voedselproductie te verhogen en om het welzijn van<br />

dieren te verbeteren.<br />

5.3 Milieuproblemen<br />

Het ontstaan van milieuproblemen wordt behandeld. De aantasting van bodem, lucht en<br />

water komen aan de orde, waaronder vermesting, verzuring en verdroging en het<br />

broeikaseffect.<br />

5.4 Een schoner milieu<br />

Een schoner milieu krijg je onder andere door zuinig te zijn met energie en door<br />

duurzame bronnen te gebruiken. Bedrijven moeten zich aan regels houden om het milieu<br />

te sparen. Wereldwijd worden afspraken gemaakt over vervuiling die niet stopt bij de<br />

grens.<br />

Alles wat de leerling moet kennen & kunnen staat in het onderstaande overzicht:<br />

pgrf de leerling is in staat om begrippen vaardigheden/attitudes<br />

5.1 Aan te geven wat je uit<br />

je omgeving nodig hebt.<br />

Uit te leggen hoe<br />

fotosynthese en<br />

verbranding een<br />

kringloop vormen.<br />

Te beschrijven hoe<br />

giftige stoffen in de<br />

voedselketen<br />

doorgegeven worden.<br />

Uit te leggen hoe water<br />

gezuiverd wordt zodat<br />

het drinkwater wordt.<br />

De verschillende soorten<br />

afval met hun<br />

verwerking te<br />

omschrijven.<br />

5.2 Uit te leggen hoe de<br />

intensieve landbouw is<br />

ontstaan.<br />

Aan te geven op welke<br />

manieren de<br />

voedselproductie<br />

verhoogd kan worden.<br />

Te beschrijven wat de<br />

nadelen van een<br />

monocultuur zijn.<br />

Uit te leggen hoe<br />

veredeling gaat.<br />

Te beschrijven wat er<br />

met mineralen in de<br />

bodem kan gebeuren.<br />

Uit te leggen hoe<br />

fotosynthese, verbranding,<br />

ecosysteem, voedselketen,<br />

waterzuiveringsinstallaties,<br />

groente-, fruit- en<br />

tuinafval (GFT), recyclen,<br />

zwerfvuil, hergebruik,<br />

verbranden, klein<br />

chemisch afval (KCA)<br />

bio-industrie, chemische<br />

bestrijdingsmiddelen,<br />

monocultuur, mest,<br />

veredeling, biologische<br />

landbouw, veeteelt<br />

Schema interpreteren.<br />

Informatie uit een tekst halen.<br />

Rekenen.<br />

Een staafdiagram maken.<br />

Tekening interpreteren en onderdelen<br />

benoemen.<br />

Tekenen.<br />

Staafdiagram aflezen.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 35


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

biologisch voedsel wordt<br />

geproduceerd.<br />

5.3 Uit te leggen wat de<br />

belangrijkste oorzaak<br />

van milieuproblemen is.<br />

Te beschrijven hoe de<br />

bodem wordt aangetast<br />

door vermesting,<br />

verzuring en verdroging.<br />

Aan te geven waardoor<br />

zure regen veroorzaakt<br />

wordt.<br />

Het broeikaseffect toe te<br />

lichten.<br />

Uit te leggen hoe water<br />

vervuild kan worden.<br />

5.4 Uit te leggen hoe<br />

energie milieuvriendelijk<br />

geproduceerd wordt.<br />

Uit te leggen wat<br />

duurzame bronnen zijn.<br />

Te omschrijven hoe je<br />

rekening met het milieu<br />

kunt houden.<br />

Aan te geven hoe<br />

wereldwijd gewerkt<br />

wordt aan een beter<br />

milieu.<br />

Verdieping Uit te leggen hoe DDT in<br />

de voedselketen<br />

ophoopt.<br />

Toe te lichten waarom<br />

mensen nieuwe natuur<br />

nodig vinden.<br />

Aan te geven dat kopen<br />

via internet niet zo<br />

milieuvriendelijk is als<br />

het lijkt.<br />

geluidhinder,<br />

broeikaseffect,<br />

bestrijdingsmiddelen,<br />

vermesting, verzuring,<br />

verdroging, fossiele<br />

brandstoffen, zure regen<br />

duurzame bronnen,<br />

Groene Stroom<br />

Onderzoek de leerling is in staat om vaardigheden<br />

A Te onderzoeken wat voor afval hij<br />

weggooit.<br />

B De pH van regenwater te<br />

onderzoeken.<br />

C Samen met de klas te bepalen of er<br />

een camping of een<br />

kunstmestfabriek komt.<br />

D Te onderzoeken met hoeveel mest<br />

een tuinkersplantje goed groeit.<br />

Behandelde Eindtermen<br />

Hoofdstuk 5 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Samenwerken.<br />

Resultaten vergelijken.<br />

Samenwerken.<br />

Proef uitvoeren.<br />

Een verslag schrijven.<br />

Samenwerken.<br />

Discussiëren.<br />

In overleg een keuze maken.<br />

Samenwerken.<br />

Proef uitvoeren.<br />

Meten.<br />

paragraaf/onderzoek eindtermen<br />

5.1 K2.6, K3.1, K3.2, K3.3, K3.4, K7.1<br />

5.2 K3.1, K3.2, K3.3, K7.2<br />

5.3 K2.6, K3.1, K3.2, K3.3, K5.1, K7.3<br />

5.4 K3.1, K3.2, K3.3, K7.4, K7.5<br />

Onderzoek A K2.7, K3.7, K3.9<br />

Onderzoek B K2.2, K2.3, K3.1, K3.6, K3.7, K3.9<br />

Tekeningen interpreteren.<br />

Informatie uit een tabel halen.<br />

Een staafdiagram maken.<br />

Informatie uit een tekst halen.<br />

Tabellen interpreteren.<br />

Toepassing van biologie in de eigen<br />

omgeving.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 36


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Onderzoek C K2.7, K3.7<br />

Onderzoek D K2.7, K3.6, K3.7, K3.9<br />

Samenhang<br />

Hoofdstuk 5 gaat verder in op stof uit hoofdstuk 6 Levenslang van 2 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong>. Ook<br />

hoofdstuk 6 Planten en 7 Je groene omgeving uit 1 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> vormen voorkennis voor<br />

dit hoofdstuk. Ook hangt hoofdstuk 5 samen met de hoofdstukken 1 en 2 van dit boek<br />

waar het gaat om productie door planten.<br />

Samenhang met andere vakken<br />

Dit hoofdstuk hangt samen met Maatschappijleer, aardrijkskunde en economie. Te<br />

denken valt hierbij aan bio-industrie, milieuvervuiling, broeikaseffect, enzovoort.<br />

Vooraf regelen<br />

Hoofdstuk 5 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Benodigde materialen<br />

Onderzoek A<br />

• 15 afvalzakken<br />

• 15 pennen<br />

• papier<br />

Onderzoek B<br />

• 60 bekerglaasjes<br />

• regenwater, appelsap, sinaasappelsap, kraanwater<br />

• 60 teststrookjes met een kleurenvergelijker<br />

Onderzoek D<br />

• 45 petrischaaltjes<br />

• 45 filtreerpapiertjes<br />

• 15 x 30 tuinkerszaden<br />

• 45 stickers<br />

• 45 bekerglazen<br />

Tips en trucs<br />

Hoofdstuk 5 – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

1 Start de paragraaf die u gaat behandelen met de Onderzoeksopdracht die aan het<br />

begin van die paragraaf genoemd staat. Door proefjes doen gaat het onderwerp voor<br />

de leerlingen meer leven.<br />

2 Ter inleiding van dit hoofdstuk laat de docent de leerlingen door het hoofdstuk<br />

bladeren. Iedere leerling schrijft daarbij één tot drie vragen op, waarvan hij denkt,<br />

dat het antwoord daarop in dit hoofdstuk staat, of woorden waarvan hij denkt, dat ze<br />

uitgelegd worden in dit hoofdstuk. De docent vraagt aan een aantal willekeurige<br />

leerlingen een vraag of woord voor te lezen. De docent geeft geen antwoord, maar<br />

vraagt waarom de leerling deze vraag of dat woord gekozen heeft en wat hij zelf van<br />

het onderwerp (de vraag of het woord) weet.<br />

3 Start een les over meningvorming. Schrijf een aantal oordelen op het bord over<br />

natuur en milieu. Bijvoorbeeld: ‘Een Nederlands bos hoort bij de natuur en een park<br />

in de stad niet’, of ‘De natuur is alles waar de mensen geen invloed op hebben<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 37


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

(gehad)’ of ‘De natuur is mooi en cultuur niet’. Er zijn voorbeelden te over; gebruik<br />

ook eventueel reclameteksten die iets suggereren ten aanzien van natuur en milieu.<br />

Laat de leerlingen daar in een groepje hun meningen (eens of oneens) over<br />

bespreken. Elk groepje probeert tot overeenstemming te komen. Tenslotte worden de<br />

uitspraken nog eens klassikaal besproken en tegen het licht gehouden.<br />

4 Laat leerlingen een EKO-boerderij, of een biologisch-dynamisch landbouwbedrijf<br />

bezoeken en een verslag maken, waarbij de nadruk ligt op: onkruidbestrijding,<br />

plaagbestrijding, bemesting en behandeling van de landbouwdieren. Hierbij oefenen<br />

de leerlingen in schriftelijk presenteren.<br />

5 Laat de leerlingen een kringloopbedrijf bezoeken en daar de medewerkers<br />

interviewen over de wijze waarop de spullen in dit bedrijf gerecycled worden.<br />

6 Laat leerlingen in groepjes van drie of vier een overhoring maken; elk groepje krijgt<br />

de gemaakte overhoring van een ander groepje. De antwoorden worden weer in het<br />

oorspronkelijke groepje nagekeken en van een cijfer voorzien. Daarbij mag het boek<br />

geraadpleegd worden. De docent legt een luisterend oor en bespreekt daarna met de<br />

klas de eventuele problemen. Iedere leerling krijgt het blaadje terug met de<br />

beoordeling van het groepje. Doel: Leerlingen leren hoofd- en bijzaken van elkaar te<br />

onderscheiden.<br />

7 Start op school een project ‘Milieuzorg op school’. Leerlingen gaan bij de diverse<br />

instanties binnen de school allerlei zaken onderzoeken en medewerkers interviewen:<br />

hoe is de verwarming geregeld, wat gebeurt er met GFT-afval, welke maatregelen<br />

zijn er genomen ten aanzien van de beperking van het energieverbruik en<br />

waterverbruik, hoe zit het met de isolatie, etc. Laat leerlingen conclusies trekken,<br />

aanbevelingen doen en posters over het onderwerp maken, die tentoongesteld<br />

kunnen worden. Additief doel: zorgen voor creëren van een groter draagvlak voor<br />

milieuzorg op school.<br />

8 Laat leerlingen in groepjes een bepaalde vorm van milieuverontreiniging bestuderen<br />

en daarvan een werkstuk maken: gat in de ozonlaag, broeikaseffect,<br />

geluidsverontreiniging, verkeer, zure regen etc. en daarvan een werkstuk maken. Dit<br />

werkstuk vormt een dossiertoets.<br />

9 Werk samen met je collega aardrijkskunde aan het thema Ecologische<br />

Hoofdstructuur. De aardrijkskunde collega behandelt met name het gedeelte over de<br />

kaarten en hoe de omgeving is/wordt ingericht. Bij biologie gaat het dan om de flora<br />

en fauna die er in de gebieden te vinden zijn.<br />

10 Laat de leerlingen nagaan hoe afval in hun eigen gemeente wordt verwerkt. Bij<br />

diverse afvalverwerkingsinstallaties is foldermateriaal verkrijgbaar. Dit kan het beste<br />

door één leerling per gemeente worden aangevraagd zodat voorkomen wordt dat de<br />

afdeling Voorlichting wordt plat gebeld met steeds dezelfde vraag. Laat een<br />

powerpointpresentatie of een poster maken. Als er leerlingen uit verschillende<br />

gemeentes zijn, kunnen verschillen in beleid ook vergeleken worden.<br />

11 Breng een bezoek aan een afvalverwerkingsinstallatie, zoals bijvoorbeeld Essent in<br />

Wijster. Geef de leerlingen een opdracht uit te zoeken hoe een bepaalde soort afval<br />

verwerkt wordt, bijvoorbeeld gft-afval of gemengd afval, enz.<br />

Suggesties additionele hulpmiddelen<br />

12 Serie Een rondje DNA; Educatieve omroep in samenwerking met de stichting PWT<br />

(Stichting publieksvoorlichting Wetenschap en Techniek). Elke aflevering duurt<br />

ongeveer 10 minuten.<br />

Deel 1: Schimmelwerende tomaten.<br />

Tomaten zijn heel gevoelig voor schimmels. Dat kan een enorm verlies aan opbrengst<br />

betekenen. Door het overzetten van een gen uit tabaksplanten worden ze minder<br />

gevoelig voor schimmels. Zo hoeft de tuinder niet<br />

zoveel gif te spuiten. Dat is beter voor het milieu. Maar eten mensen zo’n genetisch<br />

gemodificeerde tomaat nog wel?<br />

Deel 2: Nieuwe aardappelen<br />

Aardappelen zijn het meest gegeten voedsel in Nederland. Maar de aardappel wordt<br />

nog voor veel andere doeleinden gebruikt. Het meel dat uit de aardappel gehaald<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 38


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

wordt, dient niet alleen bij de bereiding van koekjes en ander gebak, maar wordt ook<br />

voor cosmetica gebruikt. Het probleem is alleen dat er twee soorten zetmeel zijn.<br />

Amylose dat slecht oplosbaar is en amylopectine dat heel goed te gebruiken is in<br />

waterige oplossingen. Een extra stukje DNA in de aardappelen ingebouwd, schakelt<br />

het gen voor ‘lastig’ zetmeel uit, zodat de aardappelen beter te verwerken zijn. Maar<br />

zijn zulke gemanipuleerde aardappelen dan nog wel te eten?<br />

Deel 3: Maïs vergaat niet<br />

Als maïs groeit op het veld, groeit het onkruid nog veel sneller en verdringt het<br />

onkruid de maïs. Dat onkruid kun je bestrijden met onkruidbestrijdingsmiddel. Dat<br />

bestrijdingsmiddel is zeer slecht voor de bodem. Er zijn ook snel afbrekende<br />

bestrijdingsmiddelen, maar daar kan de maïs weer niet tegen. Bacteriën in de grond<br />

breken het onkruidbestrijdingsmiddel af. Het gen in de bacteriën dat ervoor zorgt dat<br />

het onkruidbestrijdingsmiddel wordt afgebroken, is door genetische modificatie in de<br />

maïs gebracht. Als je dan op een maïsveld het snelafbrekende bestrijdingsmiddel<br />

spuit, verdort het onkruid, maar de maïs niet. Dat lijkt beter voor het milieu, maar<br />

het nadeel is dat je gif blijft gebruiken.<br />

Deel 4: Een koe met gouden uiers<br />

De stier Herman heeft een menselijk gen. Dit gen maakt dat er in de melk van<br />

koeien, dat zijn dus de dochters van Herman, Lactoferrine wordt uitgescheiden. Het<br />

Lactoferrine is een medicijn tegen ontstekingen. Je kunt op deze manier gemakkelijk<br />

aan het medicijn komen door het uit de melk te halen. Maar hoe ver mag je gaan met<br />

dit soort ingrepen in de natuur.<br />

13 De videofilm Neem nou een tomaat, Stichting Pro-Agro; tijdsduur 20 minuten.<br />

Voeding- en gewasbescherming gebeurt tegenwoordig niet alleen door vliegtuigen<br />

met insecticiden. Een jongen moet een werkstuk maken over het produceren van<br />

groente en fruit. Hij gaat zelf aan de slag en komt veel te weten over hedendaagse<br />

teelt- en kweekmethodes. Deze videofilm is gemaakt door de VNCI in samenwerking<br />

met de NVON en is wellicht ook nog te verkrijgen bij de NVON-ledenservice.<br />

14 Spl@sh, water in Gelderland, Som onderwijs- en milieuprojecten<br />

Een project over water in Gelderland. Het project omvat vijf thema’s rondom water.<br />

Per klas kan één thema worden uitgevoerd. Per school kunnen meerdere thema’s<br />

worden uitgevoerd.<br />

Bij dit project is internet heel belangrijk: er is speciaal een internetsite ontwikkeld<br />

voor het verzamelen van informatie en voor het stellen van vragen. Het project is<br />

bedoeld voor de derde klas in het voortgezet onderwijs. Er zijn binnen het<br />

lesmateriaal gestuurde opdrachten voor het <strong>vmbo</strong>.<br />

Spl@sh is opgebouwd volgens het principe van ‘probleemgestuurd’ onderwijs. De<br />

opbouw is: inleiding (inleiding op het probleem, vragen opwerpen, werkgroepjes<br />

vormen en werkplan maken), onderzoek (onderzoek doen en onderzoeksvragen<br />

beantwoorden) en afronding (presentatie voorbereiden, presentatie en evaluatie).<br />

Het project is gericht op de eigen omgeving; dit om de betrokkenheid van de<br />

leerlingen te vergroten. Bovendien ondersteunt het NME-centrum in de buurt het<br />

project met regiogericht bronnenmateriaal en interviewadressen.<br />

Het project sluit ook aan bij de algemene vaardigheden van de <strong>basis</strong>vorming en het is<br />

bij uitstek geschikt voor een vakoverstijgende aanpak. Bij dit project moeten de<br />

leerlingen met elkaar samenwerken, ze moeten plannen, onderzoek uitvoeren,<br />

informatie verzamelen, communiceren en reflecteren.<br />

De tijd die nodig is voor de uitvoer van het project is, als het project aaneensluitend<br />

wordt uitgevoerd, drie dagdelen (9 uur). Het is ook mogelijk dit project uit te voeren<br />

in de reguliere lessen; dan zijn er elf lessen nodig, inclusief de tijd voor een interview<br />

buiten de school. Het onderzoeksgedeelte omvat zes lessen. Dit onderdeel kan bekort<br />

worden als het moeilijk is om voor het project elf lessen in te plannen. In dat geval<br />

moeten de leerlingen meer thuis doen.<br />

15 Mest, Cahier bio-wetenschappen en maatschappij, 10e jaargang no. 3. Van tekort<br />

naar overschot. Mestoverschotten dreigen ons te overspoelen en daarbij lucht, bodem<br />

en water verregaand te verontreinigen.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 39


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

16 Biomaatschappij, Cahier bio-wetenschappen en maatschappij, 11e jaargang no. 4.<br />

Manipuleren is menselijk. Manipuleren is mensen eigen. Eeuwenlang proberen boeren<br />

bijvoorbeeld de beste gewassen en huisdieren te kweken. De mogelijkheden tot<br />

manipuleren met het leven zijn de laatste jaren echter zo uitgebreid, dat we ons<br />

serieus moeten afvragen of we alles wat we kunnen doen ook inderdaad moeten<br />

doen.<br />

17 Lucht, Cahier bio-wetenschappen en maatschappij, 1<strong>2e</strong> jaargang no. 2. Veel<br />

milieuproblemen worden veroorzaakt door stoffen in de lucht die daar niet<br />

thuishoren. Bossen gaan dood, boven de zuidpool vallen gaten in de ozonlaag, maar<br />

ook binnenshuis slaat luchtverontreiniging op de longen.<br />

18 Melk, Cahier bio-wetenschappen en maatschappij, 13e jaargang no. 3. De<br />

ontwikkeling van de Nederlandse melkveehouderij en zuivelindustrie laat zien hoe<br />

men biotechnologische kennis toepast voor het fokken en veredelen van koeien, voor<br />

de productie, de verbetering en de samenstelling van melk en voor de bereiding van<br />

producten uit melk.<br />

19 Het milieu wat doen wij er mee?, Cahier bio-wetenschappen en maatschappij, 15e<br />

jaargang no. 3, 1992. Over de mogelijkheid om in Nederland nieuwe grote<br />

natuurgebieden te ontwikkelen. Natuur, die voortbestaat zonder al te veel menselijk<br />

ingrijpen.<br />

20 Zoet water, Cahier bio-wetenschappen en maatschappij, 16e jaargang no. 1, 1993.<br />

Planten, dieren en mensen zijn afhankelijk van goed en veilig (drink)water. Zoet<br />

water is in veel landen een schaars goed.<br />

21 Het milieu van de natuur, Stichting Natuur en Milieu 1992, ISBN 90 70211 50 5<br />

Dit boek is enerzijds een natuurgids voor milieubeschermers en anderzijds een<br />

milieugids voor natuurbeschermers. Hoe weet je hoe het er met de natuur in de<br />

omgeving voor staat en wat vertellen de aanwezige organismen? Wat is de kwaliteit<br />

van het landschap. In logische stappen, door te kijken naar de kenmerkende soorten<br />

en vervuilingsindicatoren, nemen de auteurs u mee door de Nederlands natuur. De<br />

sluipende milieuvervuilers verzuring, vermesting en verdroging staan centraal. Om<br />

die uit elkaar te houden is de ecologische wetenschap een eind op streek. De<br />

resultaten van vele publicaties staan in dit boek op rij. Te gebruiken als<br />

achtergrondliteratuur bij het onderwerp Mens en milieu. In 2000 is het boek opnieuw<br />

uitgegeven.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 40


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Themahoofdstuk C De natuurvoedingswinkel<br />

Wat moet de leerling kennen en kunnen?<br />

Themahoofdstuk C – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

Het themahoofdstuk ‘de natuurvoedingswinkel’ volgt na hoofdstuk 5 Mens en milieu.<br />

In de themahoofdstukken wordt de leerstof van een voorafgaand hoofdstuk gekoppeld<br />

aan een beroep of een instelling in de (beroeps)praktijk. De leerling leert de opgedane<br />

kennis van het voorgaande hoofdstuk toe te passen binnen deze (beroeps)context. De<br />

onderwerpen van de themahoofdstukken zijn ontleend aan de sectoren Landbouw en<br />

Zorg en Welzijn.<br />

De inhoud van de leerstof is geen expliciete examenstof, maar wel een toepassing van de<br />

onderwerpen die in het schoolexamen behandeld moeten worden.<br />

Dit themahoofdstuk belicht welke producten in de natuurvoedingswinkel te koop zijn en<br />

besteedt aandacht aan het gedrag van de biologische consument.<br />

KV 1 Wat is een natuurvoedingswinkel?<br />

De kenmerken van producten uit een natuurvoedingswinkel worden besproken.<br />

KV 2 Waar komen de producten vandaan?<br />

Behandeld wordt dat producten uit de natuurvoedingswinkel o.a. door de biologische<br />

landbouw wordt geproduceerd. De kenmerken van de veeteelt en akkerbouw worden<br />

beschreven.<br />

KV 3 Waarom zijn deze producten zo natuurlijk?<br />

Van honing en melk wordt de natuurlijke productiewijze toegelicht.<br />

KV 4 Wat is een biologische consument?<br />

Het koopgedrag van de biologische consument en de voor- en nadelen die zij hierin<br />

ondervinden, komen aan de orde.<br />

kernvraag de leerling is in staat om begrippen waar een<br />

toepassing op wordt<br />

gegeven<br />

1 Te noemen wat de<br />

kenmerken zijn van<br />

biologische producten.<br />

2 De kenmerken van<br />

biologische akkerbouw en<br />

veeteelt te noemen.<br />

3 Van honing en melk aan<br />

te geven waarom deze op<br />

een natuurlijke wijze<br />

geproduceerd worden.<br />

4 Een voordeel en een<br />

nadeel te noemen van het<br />

kopen van biologische<br />

producten.<br />

Behandelde Eindtermen<br />

Themahoofdstuk C – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

natuurvoedingswinkel,<br />

conserveringsmiddelen,<br />

milieuvriendelijk<br />

biologische landbouw,<br />

diervriendelijk<br />

honingbijen, honing,<br />

imker, biologische melk<br />

Kernvraag Eindtermen allen K 1.4<br />

1 K 5.2<br />

2 K 7.2<br />

vaardigheden/attitudes<br />

Gegevens aflezen uit een tabel en in<br />

een cirkeldiagram verwerken en<br />

afkunnen lezen.<br />

Informatie ordenen.<br />

biologische consument Eigen mening vormen over stellingen.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 41


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

3 K 2.6, K 6.3<br />

4 K 2.7<br />

Samenhang<br />

Dit hoofdstuk hangt nauw samen met de verschillende paragrafen van hoofdstuk 5 t.a.v.<br />

biologische landbouw.<br />

Samenhang met andere vakken<br />

Belangrijk is vooral de samenhang met de beroepsspecifieke vakken in de sector<br />

Landbouw en Zorg en welzijn. Het is leerzaam wanneer er overleg tussen de docenten<br />

over deze samenhang plaatsvindt zodat er rekening mee gehouden kan worden in tijd en<br />

samenvallen van de vakken.<br />

Tips en trucs<br />

Themahoofdstuk C – 3 <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong><br />

13 U laat de leerlingen een bezoek brengen aan een natuurvoedingswinkel. Zij<br />

maken een lijst van producten en kijken op de etiketten welke informatie erop<br />

staat. Verschillende merken worden genoteerd.<br />

Doel: de theoretische situatie wordt in de praktijk gebracht.<br />

14 De leerlingen houden een enquête in de klas naar welke biologische producten de<br />

leerlingen nuttigen of gebruiken. Het onderwerp kan met diervriendelijke<br />

middelen worden uitgebreid t.a.v. cosmeticaproducten.<br />

Doel: De leerlingen kijken bewust naar hun eigen koopgedrag.<br />

15 U brengt een bezoek aan een biologisch boerenbedrijf. De leerlingen verspreiden<br />

zich in groepjes en krijgen elk een eigen onderzoeksonderwerp mee.<br />

Onderwerpen kunnen zijn: de voeding, mestbeleid, stallen, dierverzorging,<br />

maaibeleid. Na het bezoek presenteren de groepjes hun bevindingen aan elkaar.<br />

Doel: het gericht verzamelen van informatie en leren presenteren.<br />

16 U laat de leerlingen bij drie verschillende winkels de prijs van tien producten<br />

opzoeken. Zij kijken dan naar biologische en niet-biologische producten en<br />

berekenen een gemiddelde. De gegevens worden omgezet in een staafdiagram.<br />

Doel: bewust kijken naar verschillen in kosten tussen biologische en niet<br />

biologische producten en oefenen in rekenvaardigheden.<br />

17 De leerlingen bedenken een reclamespotje voor een biologisch product van een<br />

bestaand of een zelf gekozen product. Er moet ook een reclameposter worden<br />

ontwikkeld. De kenmerken van de biologische producten moeten er duidelijk in<br />

naar voren komen. De leerlingen presenteren aan elkaar en beoordelen op<br />

originaliteit en mate van aantrekkelijkheid van de biologische waarde.<br />

Doel: de leerlingen zijn bewust bezig met reclame en passen de kenmerken van<br />

biologische landbouw toe.<br />

18 De leerlingen maken een werkstuk over een bedrijf van de biologische landbouw.<br />

Ze verzamelen informatie op internet.<br />

Doel: zelfstandig onderzoeksvraag formuleren, informatie verwerven en<br />

formuleren voor het werkstuk.<br />

19 De leerlingen bedenken een campagne voor het gebruik van biologische<br />

producten. Er wordt een doelgroep vastgesteld waarvoor reclameborden, folders<br />

en informatie voor de media worden ontwikkeld.<br />

Doel: de leerlingen zijn creatief bezig met hoe een gedragsverandering te<br />

stimuleren bij andere mensen.<br />

20 De leerlingen doen onderzoek naar biologische cosmeticaproducten, die dus op<br />

een diervriendelijke proefdiervrije wijze zijn ontwikkeld. Merknaam,<br />

productiewijze en wijze van proefneming behoren tot de onderwerpen.<br />

Doel: de leerling verwerft zelfstandig informatie en krijgt een reëel beeld van het<br />

biologische cosmetica-aanbod.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 42


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

21 U laat de leerlingen geblinddoekt proeven of er verschil is tussen biologische en<br />

niet-biologische producten. Ze kunnen daarna zelf op zicht, zonder verpakking het<br />

product nogmaals proberen te herkennen.<br />

Doel: zelf laten beoordelen of biologische producten daadwerkelijk beter smaken<br />

of er anders uitzien.<br />

22 U laat de leerlingen de site www.biologischheellogisch.nl bezoeken en een<br />

onderwerp voor een spreekbeurt uitzoeken. In hun verhaal moet duidelijk naar<br />

voren komen met welke motivatie de keuze voor het onderwerp is gemaakt.<br />

Doel: de leerlingen moeten een eigen keus maken en keus verantwoorden.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 43


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Examenprogramma VMBO Biologie<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 44


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Toelichting<br />

De examenprogramma's <strong>vmbo</strong> beschrijven de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en<br />

vaardigheden, waarop elke kandidaat in een periode van examinering wordt beoordeeld. De<br />

exameneisen sluiten aan bij de drie hoofdkenmerken van het totale voortgezet onderwijs<br />

− het bieden van een brede persoonlijke en maatschappelijke vorming aan elke leerling<br />

− het centraal stellen van een actieve, zo zelfstandig mogelijk lerende leerling<br />

− het recht doen aan en benutten van verschillen tussen leerlingen.<br />

Voor de leerwegen <strong>vmbo</strong> is dit op schoolniveau en op het niveau van vakken en sectoren<br />

vertaald in een aantal algemene onderwijsdoelen en in exameneisen per vak en sector. Daarbij<br />

wordt voortgebouwd op de kerndoelen <strong>basis</strong>vorming, en tegelijk voorbereid op de<br />

kwalificatiestructuur van het BVE-veld.<br />

1.1 Preambule<br />

De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het <strong>vmbo</strong> gelden, zijn:<br />

1 Werken aan vakoverstijgende thema's<br />

De leerling leert, in het kader van een brede en evenwichtige oriëntatie op mens en<br />

samenleving, enig zicht te krijgen op relaties met de persoonlijke en maatschappelijke<br />

omgeving.<br />

Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan:<br />

1.1 het kennen van en omgaan met eigen en andermans normen en waarden;<br />

1.2 het onderkennen van en omgaan met de verschillen tussen de seksen;<br />

1.3 de relatie tussen de mens en de natuur en het concept van duurzame ontwikkeling;<br />

1.4 het functioneren als democratisch burger in een multiculturele samenleving, ook in<br />

internationaal verband;<br />

1.5 het op een voor henzelf en anderen veilige manier functioneren in de beroepspraktijk en<br />

in eigen omgeving;<br />

1.6 de maatschappelijke betekenis van technologische ontwikkeling, waaronder met name<br />

moderne informatie- en communicatietechnologie;<br />

1.7 de maatschappelijke betekenis van betaalde en onbetaalde arbeid;<br />

1.8 de verworvenheden en mogelijkheden van kunst en cultuur, waaronder ook de media.<br />

2 Leren uitvoeren<br />

De leerling leert in zoveel mogelijk herkenbare situaties, mede met gebruikmaking van ICT,<br />

een aantal schoolse vaardigheden verder te ontwikkelen.<br />

Het gaat daarbij om:<br />

2.1 Nederlandse en Engelse teksten lezen en beluisteren;<br />

2.2 schriftelijke en mondelinge teksten produceren in correct Nederlands;<br />

2.3 informatie in verschillende gegevensbestanden opzoeken, selecteren, verzamelen en<br />

ordenen;<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 45


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

2.4 de rekenvaardigheden hoofdrekenen, rekenregels gebruiken, meten en schatten<br />

toepassen;<br />

2.5 voldoen aan eisen van milieu, hygiëne, gezondheid en ergonomie;<br />

2.6 doelmatig en veilig omgaan met materialen, gereedschappen en apparatuur;<br />

2.7 computervaardigheden.<br />

3 Leren leren<br />

De leerling leert, mede met gebruikmaking van ICT, zoveel mogelijk eigen kennis en<br />

vaardigheden op te bouwen. Daartoe leert hij onder andere een aantal strategieën die het leer-<br />

en werkproces kunnen verbeteren.<br />

Het gaat daarbij om:<br />

3.1 informatie beoordelen op betrouwbaarheid, representativiteit en bruikbaarheid,<br />

informatie verwerken en benutten;<br />

3.2 strategieën gebruiken voor het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden zoals<br />

memoriseren, aantekeningen maken, schematiseren, verbanden leggen met aanwezige<br />

kennis;<br />

3.3 strategieën gebruiken voor het begrijpen van mondelinge en schriftelijke informatie;<br />

3.4 op een doordachte wijze keuzeproblemen oplossen;<br />

3.5 een eenvoudig bedrijfsmatig, natuurwetenschappelijk of maatschappelijk vraagstuk<br />

planmatig onderzoeken;<br />

3.6 persoonlijke ervaringen en opdrachten van anderen verwerken in woord, klank, beeld en<br />

beweging;<br />

3.7 op <strong>basis</strong> van argumenten tot een eigen standpunt komen.<br />

4 Leren communiceren<br />

De leerling leert, mede via een proces van interactief leren, een aantal sociale en<br />

communicatieve vaardigheden verder te ontwikkelen.<br />

Het gaat daarbij om:<br />

4.1 elementaire sociale conventies in acht nemen;<br />

4.2 overleggen en samenwerken in teamverband;<br />

4.3 passende gesprekstechnieken hanteren;<br />

4.4 verschillen in meningen en opvattingen benoemen en hanteren;<br />

4.5 culturele en seksegebonden verschillen tussen mensen benoemen en hanteren;<br />

4.6 omgaan met formele en informele afspraken, regels en procedures;<br />

4.7 zichzelf en eigen werk presenteren.<br />

5 Leren reflecteren op het leer- en werkproces<br />

De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht<br />

te krijgen op en sturing te geven aan het eigen leer- en werkproces.<br />

Het gaat daarbij om:<br />

5.1 een leer- en/of werkplanning maken;<br />

5.2 het leer- en/of werkproces bewaken;<br />

5.3 een eenvoudige product- en procesevaluatie maken en hieruit conclusies trekken.<br />

6 Leren reflecteren op de toekomst<br />

De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht<br />

te krijgen op de eigen toekomstmogelijkheden en interesses. Daarbij wordt expliciet aandacht<br />

besteed aan:<br />

6.1 het inventariseren van de eigen mogelijkheden en interesses;<br />

6.2 het onderzoeken van de mogelijkheden voor verdere studie;<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 46


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

6.3 het zicht krijgen op beroepen, de beroepspraktijk en actuele ontwikkelingen daarbinnen;<br />

6.4 de rol en het belang van op school geleerde kennis, inzicht en vaardigheden voor het<br />

maatschappelijk leven, dagelijks leven, vrije tijd, vrijwilligerswerk;<br />

6.5 de kenmerken van de arbeidsmarkt op dit moment en in de nabije toekomst;<br />

6.6 de organisatie van branches en bedrijven;<br />

6.7 het beoordelen van de eigen mogelijkheden en interesses in het licht van vervolgstudie,<br />

beroepen en maatschappelijk functioneren;<br />

6.8 het kunnen maken van een verantwoorde keuze voor een vervolgopleiding.<br />

1.2 Positie van het vak Biologie<br />

Deze algemene onderwijsdoelen zijn hierna uitgewerkt in de examenprogramma's per vak.<br />

Alle vakken leveren een bijdrage aan het bereiken van bovenstaande doelen.<br />

Biologie<br />

In het <strong>vmbo</strong> is het vak biologie verplicht in de sector Zorg en Welzijn. In de sector Landbouw<br />

kan het vak gekozen worden in het sectordeel. Daarnaast kan het vak in de gemengde en<br />

theoretische leerweg gekozen worden in het vrije deel.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 47


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Het examen<br />

2.1 Het examenprogramma<br />

Het examenprogramma bestaat uit een kerndeel en voor de gemengde en theoretische leerweg<br />

ook uit een verrijkingsdeel. De eindtermen die in hoofdstuk 3 en 4 worden beschreven, zijn in<br />

exameneenheden gegroepeerd.<br />

Het examenprogramma bestaat uit de volgende exameneenheden.<br />

Code Exameneenheid Leerweg<br />

Kerndeel<br />

B K G T<br />

BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken X X X X<br />

BIO/K/2 Basisvaardigheden X X X X<br />

BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie X X X X<br />

BIO/K/4 Cellen staan aan de <strong>basis</strong> X X X X<br />

BIO/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms<br />

schadelijk<br />

BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de<br />

eigen omgeving verkend<br />

X X X X<br />

X X X X<br />

BIO/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving X X X X<br />

BIO/K/8 Houding, beweging en conditie X X X X<br />

BIO/K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en<br />

genotmiddelen, energie, transport en<br />

uitscheiding<br />

X X X X<br />

BIO/K/10 Bescherming X X X X<br />

BIO/K/11 Reageren op waarnemingen X X X X<br />

BIO/K12 Van generatie op generatie X X X X<br />

BIO/K/13 Erfelijkheid en evolutie X X X<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 48


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Code Exameneenheid Leerweg<br />

Verrijkingsdeel<br />

B K G T<br />

BIO/V/1 Bescherming en antistoffen X X<br />

BIO/V/2 Gedrag bij mens en dier X X<br />

BIO/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van<br />

informatie<br />

X X<br />

BIO/V/4 Vaardigheden in samenhang X X<br />

Legenda<br />

B = Basisberoepsgerichte leerweg<br />

K = Kaderberoepsgerichte leerweg<br />

G = Gemengde leerweg<br />

T = Theoretische leerweg<br />

2.2 Algemene examenbeschrijving<br />

Deze examenbeschrijving geldt voor alle vakken en programma’s in alle leerwegen: de<br />

<strong>basis</strong>beroepsgerichte leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg, de gemengde leerweg en de<br />

theoretische leerweg. Specifieke zaken zijn vermeld in de examenbeschrijving per vak of<br />

programma.<br />

Het examen<br />

Het examen bestaat per vak of programma uit<br />

een schoolexamen en een centraal examen<br />

of uitsluitend uit<br />

een schoolexamen<br />

De volgende vakken uit het gemeenschappelijk deel kennen uitsluitend een schoolexamen:<br />

maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en de kunstvakken.<br />

Voor de vakken Nederlands en Engels uit het gemeenschappelijk deel, de vakken uit het<br />

sectordeel en de vakken of programma’s uit het vrije deel die tot het eindexamen <strong>vmbo</strong><br />

kunnen behoren, is er zowel een schoolexamen als een centraal examen.<br />

Als het examen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen is de richtlijn dat het<br />

schoolexamen betrekking heeft op ongeveer 2/3 deel van het examenprogramma en het<br />

centraal examen op ongeveer 1/3 deel. Het schoolexamen omvat ten minste die<br />

exameneenheden die niet in het centraal examen worden getoetst.<br />

In de specifieke examenbeschrijvingen per vak of programma is aangegeven welke<br />

exameneenheden in het schoolexamen en welke exameneenheden in het centraal examen<br />

worden of kunnen worden getoetst.<br />

Examenprogramma per leerweg<br />

Voor de <strong>basis</strong>beroepsgerichte leerweg bestaat het examenprogramma uit de eindtermen van<br />

het kerndeel, voor zover deze niet gecursiveerd zijn.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 49


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Voor de kaderberoepsgerichte leerweg bestaat het examenprogramma uit het kerndeel en voor<br />

de beroepsgerichte programma’s bovendien uit het verrijkingsdeel dat voor deze leerweg is<br />

vastgesteld.<br />

Voor de gemengde leerweg en voor de theoretische leerweg bestaat het examenprogramma uit<br />

het kerndeel en het verrijkingsdeel van de algemene vakken. Voor de beroepsgerichte<br />

programma’s in de gemengde leerweg gelden de exameneenheden van het kerndeel.<br />

Schematisch<br />

Algemene<br />

vakken<br />

Beroepsgerichte<br />

programma’s<br />

Basisberoepsgerichte<br />

leerweg<br />

kerndeel (niet: de<br />

cursiveringen)<br />

kerndeel (niet: de<br />

cursiveringen)<br />

Het centraal examen<br />

Het centraal examen kan bestaan uit:<br />

− een centraal schriftelijk examen<br />

− een centraal praktisch examen<br />

− een centrale integratieve eindtoets.<br />

Kaderberoeps- Gemengde<br />

gerichte leerweg leerweg<br />

kerndeel kerndeel en<br />

verrijkingsdeel<br />

kerndeel en kerndeel<br />

verrijkingsdeel gemengd<br />

Theoretische<br />

leerweg<br />

kerndeel en<br />

verrijkingsdeel<br />

n.v.t.<br />

− een centraal schriftelijk examen<br />

Het gaat om een toets waarbij kandidaten vragen en opdrachten, eventueel met behulp van<br />

informatie- en communicatietechnologie, schriftelijk beantwoorden. De beoordeling vindt<br />

plaats aan de hand van een bindend correctievoorschrift of beoordelingsmodel. Een tweede<br />

correctie door een gecommitteerde behoort tot de mogelijkheden.<br />

− een centraal praktisch examen<br />

Het gaat om het uitvoeren van een centraal vastgestelde opdracht waarbij zowel het proces<br />

van uitvoering als het product wordt beoordeeld. De beoordeling vindt plaats door de<br />

examinator aan de hand van bindende beoordelingscriteria. Er is sprake van<br />

medebeoordeling door een gecommitteerde.<br />

− een centrale integratieve eindtoets<br />

Het gaat om een centraal vastgestelde opdracht over het verrijkingsdeel waarbij<br />

exameneenheden uit het kerndeel betrokken kunnen worden. De beoordeling vindt plaats<br />

door de examinator aan de hand van bindende beoordelingscriteria. Er is sprake van<br />

medebeoordeling door een door de directeur aan te wijzen tweede examinator.<br />

Voor de algemene vakken wordt in alle leerwegen alleen een centraal schriftelijk examen<br />

afgenomen. Een uitzondering hierop vormen de beeldende vakken, die zowel een centraal<br />

schriftelijk als een centraal praktisch examen kennen.<br />

In het volgende schema is per beroepsgericht programma gespecificeerd welke onderdelen<br />

van toepassing zijn.<br />

Beroepsgerichte programma’s<br />

Basisberoepsgerichte<br />

Centraal schriftelijk<br />

examen<br />

Centraal praktisch<br />

examen<br />

Centrale integratieve<br />

eindtoets<br />

leerweg<br />

Kaderberoepsgerichte<br />

leerweg<br />

Gemengde leerweg<br />

X X X<br />

X<br />

X<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 50


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Een zitting van het centraal schriftelijk examen bij de <strong>basis</strong>beroepsgerichte leerweg duurt 90<br />

minuten.<br />

Een zitting bij het centraal schriftelijk examen voor de overige leerwegen duurt 120 minuten.<br />

Het schoolexamen<br />

Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende onderdelen<br />

− schriftelijke en mondelinge toetsen<br />

Het werk wordt beoordeeld aan de hand van een correctievoorschrift waarin mogelijke<br />

antwoorden en een puntenverdeling zijn opgenomen.<br />

− praktische opdrachten<br />

Bij alle vakken en programma’s komen praktische opdrachten voor, waarbij zowel het<br />

proces als het product wordt beoordeeld. Beoordeling vindt plaats aan de hand van vooraf<br />

aan de kandidaat bekend gemaakte criteria. De kandidaat kan de praktische opdracht de<br />

vorm geven van een product of werkstuk of een presentatie. Elke kandidaat dient ten<br />

minste twee praktische opdrachten van ten minste 10 uur te hebben uitgevoerd.<br />

− een handelingsdeel<br />

In het handelingsdeel gaat het om opdrachten waarvan per kandidaat door de examinator<br />

moet worden vastgesteld of deze naar behoren zijn uitgevoerd.<br />

De uitvoering van een opdracht die tot het handelingsdeel behoort, blijkt uit een notitie van<br />

de kandidaat waarin aandacht besteed is aan de ervaring met de opdracht. Deze notitie<br />

maakt deel uit van het handelingsdeel.<br />

Per leerling bestaat het handelingsdeel uit de verschillende vakspecifieke delen en uit een<br />

vakoverstijgend deel. Het vakoverstijgende deel per leerling bevat ten minste een opdracht<br />

in het kader van oriëntatie op leren en werken.<br />

− een sectorwerkstuk voor de kandidaten van de gemengde en de theoretische leerweg.<br />

Bij het sectorwerkstuk gaat het om een vakoverstijgende thematiek die past binnen de<br />

sector. De kandidaat dient aan het sectorwerkstuk ten minste 20 uur te besteden.<br />

Bij het sectorwerkstuk wordt zowel het proces als het product beoordeeld. De beoordeling<br />

vindt plaats door minimaal twee docenten aan de hand van criteria die vooraf aan de<br />

kandidaat bekend zijn gemaakt. Het sectorwerkstuk moet met een voldoende resultaat<br />

worden afgesloten en wordt apart op de cijferlijst vermeld.<br />

In plaats van de waardering voldoende kan ook de waardering goed worden toegekend. Het<br />

sectorwerkstuk weegt niet mee in het cijfer voor het schoolexamen van afzonderlijke<br />

vakken.<br />

In het kader van het sectorwerkstuk verzamelt de kandidaat schriftelijke documentatie.<br />

Deze informatie of het sectorwerkstuk is het uitgangspunt voor de opdracht<br />

‘gedocumenteerd schrijven’ in het centraal examen Nederlands.<br />

De toetsen en opdrachten die deel uitmaken van het schoolexamen, dienen aantoonbaar<br />

representatief te zijn voor de desbetreffende eindtermen uit het examenprogramma. De<br />

vakspecifieke vaardigheden dienen een substantieel onderdeel te zijn van de toetsing in het<br />

schoolexamen. De <strong>basis</strong>vaardigheden zoals genoemd in de exameneenheden K/2 van de<br />

algemene vakken, dienen gespreid over de vakken in het schoolexamen te worden<br />

opgenomen.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 51


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Het schoolexamen heeft de vorm van een examendossier.<br />

Het examendossier bevat:<br />

− een overzicht van de afgelegde toetsen en uitgevoerde opdrachten<br />

− een overzicht van de behaalde resultaten en vorderingen<br />

− informatie over het handelingsdeel.<br />

Het examendossier kan gespreid over het derde en vierde leerjaar worden opgebouwd. Voor<br />

de theoretische en de gemengde leerweg begint de opbouw van het dossier in ieder geval in<br />

het derde leerjaar omdat het dossier ook de afsluiting van de verplichte extra vakken van het<br />

derde leerjaar omvat waarin geen eindexamen wordt afgelegd. Ook wanneer vakken die alleen<br />

een schoolexamen kennen - de vakken maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en de<br />

kunstvakken uit het gemeenschappelijk deel - in het derde leerjaar worden afgesloten, begint<br />

de opbouw van het dossier in het derde leerjaar.<br />

Informatie- en communicatietechnologie (ICT)<br />

ICT maakt onderdeel uit van de beroepsgerichte programma’s. ICT is ook onderdeel van de<br />

exameneenheid Basisvaardigheden van de algemene vakken. Als zodanig maakt ICT verplicht<br />

onderdeel uit van het schoolexamen. Indien bij het centraal examen gebruik gemaakt wordt<br />

van ICT-toepassingen maakt de CEVO dit drie jaar voor de afname van het examen bekend.<br />

Het eindcijfer<br />

Het eindcijfer voor het examen komt als volgt tot stand:<br />

Per vak of programma wordt het cijfer voor het schoolexamen gecombineerd met het cijfer<br />

voor het centraal examen. Voor de <strong>basis</strong>beroepsgerichte leerweg geldt dat het cijfer voor het<br />

schoolexamen voor 2/3 en het cijfer voor het centraal examen voor 1/3 het eindcijfer bepaalt.<br />

Voor de overige leerwegen bepalen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het<br />

centraal examen elk de helft<br />

Het cijfer voor het schoolexamen is samengesteld uit de cijfers en beoordelingen voor de<br />

toetsen en praktische opdrachten, zodanig dat er aantoonbaar sprake is van een evenwichtige<br />

bijdrage van de verschillende onderdelen.<br />

In het Programma van Toetsing en Afsluiting legt de school de weging van de verschillende<br />

onderdelen van het examendossier vast.<br />

2.3 Vakspecifieke examenbeschrijving<br />

2.3.1 Het centraal examen<br />

De examinering van het kerndeel<br />

Het centraal schriftelijk examen heeft betrekking op de exameneenheden<br />

BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie<br />

BIO/K/4 Cellen staan aan de <strong>basis</strong><br />

BIO/K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en<br />

uitscheiding en twee van de volgende exameneenheden<br />

BIO/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk<br />

BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend<br />

BIO/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving<br />

BIO/K/8 Houding, beweging en conditie<br />

BIO/K/10 Bescherming<br />

BIO/K/11 Reageren op waarnemingen<br />

BIO/K/12 Van generatie op generatie<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 52


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Bij de kaderberoepsgerichte, de gemengde en de theoretische leerweg kan het centraal<br />

schriftelijk examen ook betrekking hebben op de exameneenheid<br />

BIO/K/13 Erfelijkheid en evolutie.<br />

De CEVO maakt de exameneenheden die centraal worden geëxamineerd, drie jaar voor<br />

afname van het examen bekend.<br />

De examinering van het verrijkingsdeel<br />

Het centraal schriftelijk examen heeft voor de gemengde en de theoretische leerweg ook<br />

betrekking op de exameneenheden<br />

BIO/V/1 Bescherming en antistoffen<br />

BIO/V/2 Gedrag bij mens en dier<br />

BIO/V/4 Vaardigheden in samenhang.<br />

2.3.2 Het schoolexamen<br />

De examinering van het kerndeel<br />

Het schoolexamen heeft ten minste betrekking op de exameneenheden<br />

BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken<br />

BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie en op de exameneenheden die niet in het<br />

centraal examen worden geëxamineerd.<br />

Het schoolexamen voor het vak biologie levert een bijdrage aan de examinering van<br />

BIO/K/2 Basisvaardigheden<br />

De examinering van het verrijkingsdeel<br />

Het schoolexamen heeft ten minste ook betrekking op de exameneenheid<br />

BIO/V/4 Vaardigheden en samenhang<br />

Het sectorwerkstuk<br />

Voor kandidaten van de gemengde en theoretische leerweg kan het sectorwerkstuk mede<br />

vanuit het vak biologie worden ingevuld. Door het sectorwerkstuk vindt toetsing plaats van de<br />

exameneenheid<br />

BIO/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 53


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

De eindtermen van het kerndeel<br />

De tekstdelen die niet zijn gecursiveerd, gelden voor alle leerwegen.<br />

De gecursiveerde tekstdelen gelden alleen voor de theoretische, de gemengde en de<br />

kaderberoepsgerichte leerweg.<br />

BIO/K/1 Oriëntatie op leren en werken<br />

De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan.<br />

De kandidaat kan<br />

1 zich bewust worden van de eigen achtergrond, interesses, motivatie, sterke en zwakke<br />

punten door terug te kijken op eigen ervaringen en deze schriftelijk, mondeling en/of<br />

beeldend weer te geven<br />

2 de eigen mogelijkheden en interesses in biologie verwoorden in het licht van<br />

vervolgstudie, beroepen en maatschappelijk functioneren<br />

3 de rol en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in discussie over<br />

maatschappelijke vraagstukken<br />

4 de rol en het belang aangeven van biologische kennis en vaardigheden in verschillende<br />

arbeidsgebieden en werksoorten<br />

5 de eigen interesse en affiniteit verwoorden met bepaalde arbeidsgebieden, werksoorten,<br />

functies en opleidingen<br />

6 onderzoeksvaardigheden, keuzevaardigheden, reflectievaardigheden en sociaalcommunicatieve<br />

vaardigheden inzetten ten behoeve van het eigen keuzeproces<br />

7 eigen waarden en normen verwoorden ten aanzien van betaalde en onbetaalde arbeid en<br />

zorgtaken<br />

8 de betekenis verwoorden van een mogelijke arbeidsrol voor zichzelf en anderen.<br />

BIO/K/2 Basisvaardigheden<br />

De kandidaat beheerst een aantal <strong>basis</strong>vaardigheden.<br />

De kandidaat kan<br />

1 zelfstandig leren en werken<br />

- een aanpak kiezen voor het uitvoeren van een opdracht<br />

- een planning maken<br />

- het eigen werk organiseren en op methodische wijze uitvoeren<br />

- de voortgang van het eigen werk bewaken<br />

- een eenvoudige product- en procesevaluatie maken<br />

2 werken met informatie- en communicatietechnologie<br />

- teksten maken en bewerken<br />

- gegevens opslaan<br />

- berekeningen uitvoeren<br />

- zoeksystemen gebruiken<br />

- communiceren via e-mail<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 54


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

3 verantwoord omgaan met apparatuur en instrumenten<br />

- gereedschapapparatuur en instrumenten goed gebruiken<br />

. gereed maken/aansluiten<br />

. bedienen<br />

. opruimen<br />

- veiligheid in acht nemen<br />

- belasting van het milieu in acht nemen<br />

- ergonomie in acht nemen<br />

4 de Nederlandse taal functioneel gebruiken<br />

- teksten begrijpend lezen en beluisteren<br />

- eenvoudige schriftelijke teksten produceren in correct Nederlands<br />

- in gesprekken passende verbale en non-verbale middelen kiezen<br />

- zich in uiteenlopende taalsituaties gepast presenteren<br />

5 elementaire rekenvaardigheden toepassen<br />

- standaardberekeningen correct en efficiënt uitvoeren<br />

- de zakrekenmachine doelmatig gebruiken<br />

6 vaardig omgaan met verbale en cijfermatige informatie<br />

- bronnen gebruiken<br />

. vraaggesprekken<br />

. boeken en ander schriftelijk materiaal<br />

. audiovisuele bronnen<br />

. geautomatiseerde gegevensbestanden<br />

- informatie op waarde schatten, kiezen en ordenen<br />

- informatie bewerken<br />

. samenvatten<br />

. tabel opstellen<br />

. grafiek tekenen<br />

7 in het leer- en werkproces adequaat omgaan met zichzelf en anderen<br />

- sociale conventies in acht nemen<br />

- overleggen en onderhandelen met anderen<br />

- taken verdelen<br />

- zich aan afspraken houden<br />

- rekening houden met anderen<br />

- kritiek geven en incasseren<br />

- een eigen standpunt innemen en verdedigen<br />

- samen met anderen werk uitvoeren en presenteren.<br />

BIO/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie<br />

De kandidaat beheerst een aantal strategische vaardigheden die bijdragen tot de ontwikkeling<br />

van het eigen leervermogen.<br />

De kandidaat kan<br />

1 biologisch bronnenmateriaal begrijpend lezen en hierbij feiten en meningen<br />

onderscheiden in<br />

- foldermateriaal<br />

- studieboeken<br />

- naslagwerken<br />

- Cd-rom/Internet<br />

- bijsluiters<br />

2 informatie uit biologisch bronnenmateriaal verwerven, selecteren, verwerken en<br />

bewerken<br />

- tabellenboek, gegevensbank, gebruiksaanwijzing<br />

- tekeningen, schema's, diagrammen, tabellen<br />

3 eigen gedachten mondeling en schriftelijk formuleren over biologische onderwerpen<br />

- vaktaal functioneel gebruiken<br />

- relaties leggen tussen vakinhoudelijke begrippen en contexten waarin deze begrippen functioneel zijn<br />

4 <strong>basis</strong>rekenvaardigheden binnen biologie toepassen<br />

- schatten en afronden<br />

- efficiënt rekenen<br />

- rekenregels gebruiken<br />

. decimale getallen<br />

. verhoudingstabellen<br />

. eenvoudige breuken en percentages<br />

5 rekenen met grootheden en eenheden<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 55


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

- eenheid bij gemeten of berekende grootheid aangeven<br />

6 veilig, zinvol en doelmatig gebruik maken van stoffen, materialen,<br />

organismen,(meet)instrumenten, apparaten en software zonder schade te berokkenen<br />

aan mensen, dieren en milieu<br />

7 biologische begripskennis opbouwen, uitgaande van aanwezige denkbeelden<br />

- onjuiste denkbeelden bijstellen of vervangen<br />

- verbanden leggen tussen begrippen<br />

- leren door te doen<br />

- leren door te ontdekken<br />

- multi-causale verbanden herkennen<br />

- verschillende organisatieniveaus<br />

. cel<br />

. orgaan<br />

. organisme<br />

. ecosysteem<br />

- een eenvoudige product- en procesevaluatie maken en hieruit conclusies trekken<br />

8 specifieke hulpmiddelen gebruiken zoals loep, microscoop en determineertabel<br />

9 eenvoudige opdrachten en eenvoudig onderzoek waarin de actieve en praktische<br />

zelfwerkzaamheid op de voorgrond staat, voorbereiden, uitvoeren en de resultaten<br />

vastleggen en evalueren<br />

− bij een biologisch schoolpracticum en/of veldpracticum<br />

− een biologische probleemstelling herkennen en specificeren<br />

− een biologisch probleem herleiden tot een onderzoeksvraag<br />

− verwachtingen formuleren<br />

− relevante waarnemingen verrichten en gegevens verzamelen<br />

− conclusies trekken op grond van verzamelde gegevens<br />

− oplossing, onderzoek en conclusies evalueren<br />

10 gegevens verwerken in een verslaggeving naar aanleiding van een bezoek aan een<br />

instelling waar levensprocessen een belangrijke rol spelen<br />

11 een studie van een zelf gekozen biologisch onderwerp uitvoeren en in een verslaggeving<br />

verwerken.<br />

BIO/K/4 Cellen staan aan de <strong>basis</strong><br />

De kandidaat kan<br />

1 levenskenmerken noemen en toelichten<br />

2 delen waaruit een cel is opgebouwd en delen waardoor een cel kan zijn omgeven,<br />

benoemen en in afbeeldingen of in modellen aanwijzen en van deze delen de functie(s)<br />

beschrijven<br />

3 kenmerkende eigenschappen van cellen van dieren, planten, schimmels en bacteriën<br />

noemen<br />

4 beschrijven wat de stofwisselingsprocessen, verbranding en fotosynthese voor betekenis<br />

hebben voor de instandhouding van een organisme en wat de correlatie ervan is met de<br />

gassen die een organisme in en uit gaan<br />

5 delen waaruit een weefsel of orgaan is opgebouwd benoemen en in afbeeldingen of<br />

modellen aanwijzen en functie(s) van deze delen beschrijven<br />

6 toelichten dat een organisme als een geheel beschouwd kan worden waarbij voor<br />

instandhouding en gezondheid van het organisme processen in onderlinge samenhang<br />

plaatsvinden.<br />

BIO/K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk<br />

De kandidaat kan<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 56


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

1 beschrijven dat schimmels en bacteriën reducent en/of ziekteverwekker kunnen zijn,<br />

hoe ze verspreid kunnen worden, hoe ze voorkomen en bestreden kunnen worden en<br />

welke rol schimmels en bacteriën kunnen spelen bij biotechnologie<br />

2 toelichten hoe voedselbederf onder invloed van schimmels en bacteriën kan worden<br />

tegengegaan door de mens<br />

3 voorbeelden van klassieke en moderne vormen van biotechnologie beschrijven,<br />

waarmee voedingsstoffen en medicijnen worden verkregen en bewerkt.<br />

BIO/K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend<br />

De kandidaat kan<br />

1 met behulp van determineertabellen de Nederlandse naam opzoeken van planten- en<br />

diersoorten die veel in Nederland voorkomen en verwoorden dat aan het onderling<br />

verschillen van soorten erfelijke factoren ten grondslag liggen<br />

2 informatie verzamelen met betrekking tot verbanden tussen vorm, bouw en leefwijze<br />

van organismen en de omgeving waarin deze organismen leven, en in een presentatie<br />

samenvatten en uitleggen hoe planten en dieren zijn aangepast aan hun leefwijze en<br />

leefomgeving<br />

3 delen waaruit zaadplanten zijn opgebouwd benoemen, hun functie(s) beschrijven en<br />

aangeven welke delen van planten voedingsmiddelen en/of grondstoffen leveren voor de<br />

mens<br />

4 enkele typen weefsel(s) van planten met functie(s) en bouw beschrijven<br />

5 uitleggen wat een ecosysteem is en uitleggen / noemen welke relaties er zijn tussen<br />

organismen bij de energiestromen in een ecosysteem<br />

6 in een beschreven ecosysteem biotische en abiotische milieufactoren noemen en<br />

toelichten dat individuen en populaties in een ecosysteem afhankelijk zijn van biotische<br />

en abiotische factoren en onder invloed van deze factoren kunnen veranderen.<br />

BIO/K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving<br />

De kandidaat kan<br />

1 toelichten dat de mens voor voedsel, water, zuurstof, grondstoffen, energie en recreatie<br />

van ecosystemen afhankelijk is<br />

2 de relatie toelichten tussen een grotere voedselproductie en bodembewerking, voeding,<br />

gewasbescherming en veredeling waaronder genetische modificatie<br />

3 de belangrijkste oorzaken en effecten noemen van de aantasting van natuur en milieu<br />

door overbevolking, door bepaalde soorten afval, door het gebruik van<br />

bestrijdingsmiddelen, door verkeer en door energiegebruik, mede met gebruikmaking<br />

van scheikundige benamingen<br />

4 voor een concrete situatie informatie verzamelen voor mogelijkheden tot maatregelen<br />

met als doel het waarborgen van een duurzame relatie tussen mens en milieu en in een<br />

presentatie de geïnventariseerde maatregelen samenvatten en de effecten ervan<br />

toelichten<br />

5 het belang beschrijven van een nationale en mondiale aanpak van bescherming van het<br />

milieu.<br />

BIO/K/8 Houding, beweging en conditie<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 57


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

De kandidaat kan<br />

1 delen die van belang zijn voor stevigheid en beweging noemen, in afbeeldingen<br />

aanwijzen en in situaties waarin dit relevant is functie(s) en werking beschrijven,<br />

inclusief een aantal microscopische en macroscopische details<br />

2 beschrijven wat er gebeurt bij bepaalde vormen van overbelasting van het<br />

bewegingsapparaat tijdens het werk en bij sport en hoe deze overbelasting zoveel<br />

mogelijk vermeden kan worden.<br />

BIO/K9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport<br />

en uitscheiding<br />

De kandidaat kan<br />

1 de functie van het verteringsstelsel beschrijven<br />

2 de delen van het verteringsstelsel en de delen die met dit stelsel samenwerken, noemen,<br />

in afbeeldingen aanwijzen en in situaties waarin dit relevant is, functie(s) en werking<br />

ervan beschrijven, met inbegrip van enzymwerking en spierwerking<br />

3 voedingsstoffen en hun functie(s) voor het lichaam noemen en de relatie ervan met<br />

voedingsadviezen toelichten inclusief evenwicht tussen opname en gebruik, verbruik en<br />

verlies van stoffen bij een constante lichaamsmassa<br />

4 uitleggen wat er kan gebeuren bij ondervoeding, bij overmatig gebruik van voedsel,<br />

alcohol en medicijnen, en bij gebruik van tabak en drugs en hierbij abstracte relaties<br />

leggen<br />

5 lymfevaten, bloedvaten en onderdelen van het hart noemen, in afbeeldingen aanwijzen<br />

en in situaties waarin dit relevant is, functie(s) en werking beschrijven, met inbegrip van<br />

enkele macroscopische details en problemen met de bloedsomloop<br />

6 van bloed, lymfe en weefselvloeistof van de mens de samenstellende delen noemen en in<br />

situaties waarin dit relevant is, de functie van de delen beschrijven<br />

7 delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en in situaties<br />

waarin dit relevant is, functie(s) en werking beschrijven<br />

8 lever en nieren met urineleiders, urineblaas en urinebuis noemen, in afbeeldingen<br />

aanwijzen en de functie ervan noemen, de bouw en werking van de nier beschrijven en<br />

beschrijven dat omzetting van afvalstoffen en niet-bruikbare stoffen in de lever<br />

plaatsvindt en dat deze daarna uitgescheiden worden.<br />

BIO/K10 Bescherming<br />

De kandidaat kan<br />

1 de rol beschrijven van de hoornlaag bij de bescherming tegen infecties, uitdroging en<br />

beschadigingen en de rol van pigment bij de bescherming tegen ultraviolette straling<br />

2 het belang beschrijven van inenting en toediening antibiotica<br />

3 voorbeelden van bloedziekten en infectieziekten die via bloed verspreid worden,<br />

noemen, de gevolgen van de ziekten voor het lichaam beschrijven en uitleggen hoe<br />

besmetting te voorkomen is met name bij aids, leukemie, hepatitis en tuberculose<br />

4 de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoeningen en hun<br />

verschijningsvormen noemen en toelichten hoe de overdracht van deze aandoeningen is<br />

te voorkomen, met name voor aids, syfilis, chlamydia, gonorroe en candida.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 58


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

BIO/K/11 Reageren op waarnemingen<br />

De kandidaat kan<br />

1 toelichten dat gedrag bij dieren uit een reeks samenhangende handelingen bestaat, en<br />

kan aan de hand van concrete voorbeelden uitleggen dat gedrag afhankelijk is van<br />

prikkels en motiverende factoren<br />

2 delen van het zenuwstelsel die van belang zijn noemen, in afbeeldingen aanwijzen, en in<br />

situaties waarin dit relevant, is functie(s) en werking beschrijven; soorten zenuwcellen<br />

benoemen en onderverdelen<br />

3 reflexen noemen en beschrijven en de functie(s) toelichten<br />

4 ervaringen/waarnemingen van zintuig-practicumproeven in biologische termen<br />

weergeven<br />

5 delen van de gehoororganen, van de ogen en zintuigelementen in huid, neus en tong in<br />

afbeeldingen aanwijzen en in situaties waarin dit relevant is, functie en werking ervan<br />

beschrijven<br />

6 op abstracte wijze uitleggen dat prikkels uit de omgeving door zintuigen omgezet<br />

worden in impulsen die naar het centrale zenuwstelsel geleid worden, waardoor<br />

waarneming kan plaats vinden<br />

7 beschrijven dat bewust gedrag vanuit de hersenen gestuurd wordt en dat bij gedrag van<br />

de mens normen en waarden een rol spelen<br />

8 de samenstellende delen van de huid en het onderhuids bindweefsel noemen, in<br />

afbeeldingen aanwijzen en in situaties waarin dit relevant is, functie(s) beschrijven<br />

9 het principe van de werking van hormonen beschrijven<br />

10 hormoonklieren noemen, in afbeeldingen aanwijzen en in situaties waarin dit relevant<br />

is, functies en werking met de nodige detaillering beschrijven.<br />

BIO/K12 Van generatie op generatie<br />

De kandidaat kan<br />

1 fasen in de lichamelijke en geestelijke groei en ontwikkeling van mensen noemen<br />

2 delen van de voortplantingsstelsels noemen, in afbeeldingen aanwijzen en in situaties<br />

waarin dit relevant, is functie(s) en werking beschrijven<br />

3 functies van seksualiteit verwoorden en verschillen in opvattingen, normen en waarden<br />

daarover formuleren<br />

4 beschrijven hoe de voortplanting van mensen verloopt, met inbegrip van de rol van<br />

geslachtschromosomen<br />

5 de werking van voorbehoedmiddelen beschrijven<br />

6 stadia in de levenscyclus van zaadplanten met geslachtelijke voortplanting noemen,<br />

inclusief aspecten van het overwinteren van een plant<br />

7 aan de hand van voorbeelden geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij<br />

zaadplanten herkennen en toelichten.<br />

BIO/K/13 Erfelijkheid en evolutie<br />

De kandidaat kan<br />

1 enkele situaties noemen, waarin het relevant is enige kennis te hebben van de<br />

erfelijkheidsleer en situaties noemen, waarin het relevant is om genetisch advies in te<br />

winnen en in dit verband vormen van prenataal onderzoek beschrijven<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 59


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

2 toelichten dat individuen informatie over erfelijke eigenschappen overdragen aan hun<br />

nakomelingen en welke rol chromosomen en geslachtscellen hierbij spelen<br />

3 het proces en de betekenis van de gewone celdeling en de reductiedeling beschrijven<br />

4 conclusies trekken uit gegevens bij monohybride kruisingen over het genotype en fenotype<br />

van ouders en/of hun directe nakomelingen<br />

5 toelichten dat in de loop van de tijd nieuwe rassen en soorten zijn ontstaan, mede onder<br />

invloed van mutatie en selectie<br />

6 toelichten dat onder andere bepaalde stoffen en straling invloed kunnen hebben op de<br />

frequentie waarmee mutaties plaatsvinden.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 60


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

De eindtermen van het verrijkingsdeel<br />

De exameneenheden van het verrijkingsdeel gelden alleen voor de gemengde en theoretische<br />

leerweg.<br />

BIO/V/1 Bescherming en antistoffen<br />

De kandidaat kan<br />

1 antigenen onderscheiden die de vorming van antistoffen tot gevolg hebben<br />

- virussen<br />

- bacteriën<br />

- lichaamsvreemde cellen en stoffen<br />

2 de aanwezigheid van antistoffen in verband brengen met een besmetting van mens of<br />

(landbouwhuis)dier<br />

3 antistoffen als diagnostisch middel toepassen bij een op schrift aangeboden biologische<br />

probleemstelling en hierbij relevante gegevens verwerken en presenteren<br />

- bloedgroepbepaling<br />

- verwantschapsstudies<br />

- identificatie en karakterisering van onbekende antigenen<br />

4 aangeven hoe de bescherming van het lichaam kunstmatig kan worden verhoogd<br />

- actieve en passieve immunisatie<br />

- toepassing van vaccins en sera bij mensen en (landbouwhuis)dieren<br />

- gebruik van antibiotica<br />

5 binnen de context van bescherming en antistoffen uitleg geven bij (xeno)transplantaties<br />

en auto-immuunziekten.<br />

BIO/V/2 Gedrag bij mens en dier<br />

De kandidaat kan<br />

1 aangeboden problemen oplossen binnen de context van gedrag, gebruikmakend van<br />

biologische begrippen<br />

begrippen Contexten<br />

- uitwendige prikkel<br />

zoals temperatuur, licht geluid<br />

- inwendige prikkel<br />

zoals hormonen, honger, dorst<br />

- sleutelprikkel<br />

- respons<br />

- consumentengedrag<br />

- (verantwoorde) behuizing voor<br />

(landbouw)huisdieren<br />

2 ethogrammen van gedrag van dieren of mensen maken en/of interpreteren, gebruik<br />

makend van<br />

- veldwaarnemingen<br />

- practicum<br />

- visueel materiaal<br />

3 aan de hand van concrete voorbeelden verschillende vormen van sociaal gedrag en<br />

communicatie noemen en de functie(s) daarvan aangeven<br />

4 in concrete (beschreven) situaties de rol beoordelen van sociaal gedrag en communicatie<br />

bij mensen en dieren bij taakverdeling en coördinatie, in het bijzonder bij<br />

- taakverdeling binnen groepen<br />

- balts, paringsgedrag, broedzorg<br />

- territoriumgedrag<br />

- rolpatronen, normen en waarden<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 61


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

5 een standpunt over de vergelijking van het gedrag van mensen en dieren bediscussiëren<br />

en beargumenteren.<br />

BIO/V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie<br />

De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader<br />

van het sectorwerkstuk.<br />

- In de voorbereidingsfase<br />

. onderwerp, doel en publiek van het sectorwerkstuk bepalen<br />

. relevante vragen formuleren, die hij/zij met het sectorwerkstuk wil beantwoorden<br />

- In de uitvoeringsfase<br />

. informatie verwerven uit schriftelijke, mondelinge en audiovisuele bronnen, mede met behulp van informatie- en<br />

communicatietechnologie<br />

. uit deze informatiebronnen relevante inhoudselementen kiezen en deze passend ordenen en verwoorden<br />

. strategieën hanteren, die op het bereiken van de benodigde lees-, schrijf- en luister-/ kijkdoelen zijn afgestemd<br />

- In de afsluitingsfase<br />

. de bewerkte informatie presenteren op een doel- en publiekgerichte wijze<br />

- In de evaluatiefase<br />

. reflecteren op het proces van het werken aan het sectorwerkstuk en het product: het sectorwerkstuk<br />

. het belang aangeven van het gemaakte sectorwerkstuk voor vervolgstudie, toekomstige beroepspraktijk of algemene vorming.<br />

BIO/V/4 Vaardigheden in samenhang<br />

De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 62


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Adressenlijst<br />

In deze adressenlijst vindt u de NAW-gegevens van instanties en organisaties die van<br />

belang kunnen zijn voor informatie over de verschillenden onderwerpen. Er zijn waar<br />

mogelijk ook email- en internetadressen van deze organisaties opgenomen. Bij deze<br />

instanties kunt u informatie opvragen over literatuur, videobanden en cd-rom’s. In de<br />

adressenlijst zijn onder andere de gegevens geplaatst van leveranciers van het<br />

onderwijsmateriaal.<br />

In de hoofdstukbeschrijvingen van de <strong>docentenhandleiding</strong>en zijn eveneens binnen- en<br />

buitenlandse internetadressen opgenomen, namelijk onder Additioneel materiaal en<br />

Didactische tips. Deze gegevens staan niet in onderstaande adressenlijst, omdat dit enkel<br />

internetadressen betreft.<br />

Wij streven ernaar de adressenlijst zo actueel mogelijk te houden. Daarom stellen wij het<br />

zeer op prijs wanneer u via www.nectar.wolters.nl eventuele suggesties geeft voor het<br />

gebruik van andere (internet)adressen die u van belang acht.<br />

Adressenlijst<br />

AIDS-SOA informatielijn van de Stichting Aidsfonds<br />

tel. 0900-2042040 (0,10 eurocent per min.)<br />

e-mail infolijn@aidsfonds.nl<br />

www.aidsfonds.nl<br />

Algemene medische informatie<br />

www.ziekenhuis.nl<br />

Anonieme Overeters<br />

postbus 61025<br />

1005 HA Amsterdam<br />

tel. 020-6274820<br />

e-mail info@anomieme-overeters.nl<br />

www.anonieme-overeters.nl<br />

Apenheul<br />

J.C. Wilslaan 21-31<br />

postbus 97<br />

7300 AB Apeldoorn<br />

tel. 055-3575757<br />

e-mail office@apenheul.nl<br />

www.apenheul.nl<br />

Aqua Zoo Friesland<br />

De Groene Ster 2<br />

8926 XE Leeuwarden<br />

tel. 0511-431214<br />

e-mail frieslandzoo@zodiaczoos.nl<br />

www.frieslandzoo.nl<br />

Artis Zoo<br />

Plantage Kerklaan 38-40<br />

1018 CZ Amsterdam<br />

tel. 020-5233400<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 63


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

e-mail info@artis.nl<br />

www.artis.nl<br />

Astado educatieve media<br />

postbus 11<br />

6500 AA Nijmegen<br />

tel. 024-3881338<br />

www.astado.nl<br />

AVVN (Algemeen Verbond van Volkstuinverenigingen in Nederland)<br />

www.avvn.nl<br />

Bijenhuis<br />

postbus 90<br />

6720 AR Bennekom<br />

email: bijenhuis@tip.nl<br />

http://web.inter.nl.net/hcc/beenet/nlindex.htm<br />

BioDebat (onderdeel van de Digitale School)<br />

info@biodebat.nl<br />

www.biodebat.nl<br />

Burgers Zoo<br />

Schelmseweg 85<br />

6816 SH Arnhem<br />

tel. 026-4424534/4450373<br />

e-mail info@burgersZoo.nl<br />

www.burgerszoo.nl<br />

CIWF Nederland<br />

Postbus 1305<br />

6501 BH Nijmegen<br />

tel. 024-3555552<br />

e-mail ciwf@ciwf.nl<br />

www.ciwf.nl<br />

CMA (voor vragen over IP-Coach)<br />

Kruislaan 404<br />

1098 SM Amsterdam<br />

tel: 020-5255869<br />

e-mail cma@science.uva.nl<br />

www.cma.science.uva.nl<br />

De Kleine Aarde<br />

postbus 151<br />

5280 AD Boxtel<br />

tel. 0411-684921<br />

e-mail info@dekleineaarde.nl<br />

www.dekleineaarde.nl<br />

Denda Multimedia<br />

Postbus 429<br />

7570 AK Oldenzaal<br />

tel. 0541-570270<br />

www.denda.nl<br />

Diabetesvereniging Nederland<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 64


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Postbus 470<br />

3830 AM Leusden<br />

tel. 033-4630566<br />

e-mail rel.admin@diabeteshuis.nl<br />

www.diabetesvereniging.nl<br />

Dierenpark Amersfoort<br />

Barchman Wuytierslaan 224<br />

3819 AC Amersfoort<br />

tel. 033-4227100<br />

e-mail pr@amersfoort-zoo.nl<br />

www.amersfoort-zoo.nl<br />

Dierenpark Reptielenhuis ‘De Oliemeulen’<br />

Reitse Hoevenstraat 30a-b<br />

5042 EH Tilburg<br />

tel. 013-4630026<br />

www.oliemeulen.nl<br />

Dierenpark Wissel<br />

Woesterbergweg 2b<br />

8162 RD Epe<br />

tel. 0578-613106<br />

e-mail wisselzoo@zodiaczoos.nl<br />

www.wisselzoo.nl<br />

Diergaarde Blijdorp<br />

Abraham van Stolkweg<br />

Rotterdam<br />

tel. 010-4431495<br />

www.rotterdamzoo.nl<br />

Dolfinarium<br />

postbus 9114<br />

3840 GC Harderwijk<br />

tel. 0341-467467<br />

e-mail info@dolfinarium.nl<br />

www.dolfinarium.nl<br />

DOOR (Digitale Onderwijs Ontwerp Ruimte)<br />

www.ontwerpruimte.nl/Home/home.htm<br />

info@ontwerpruimte.nl<br />

DSM-Gist<br />

www.dsm.com/nl_NL/html/dgs/homepage.htm<br />

EcoMare, centrum voor Wadden en Noordzee<br />

Ruijslaan 92<br />

1796 AZ De Koog (Texel)<br />

tel. 0222-317741<br />

e-mail infobalie@ecomare.nl<br />

www.ecomare.nl<br />

Educatieve omroep RVU<br />

Sumatralaan 55<br />

1217GP Hilversum<br />

tel. 035-6771400<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 65


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

www.rvu.nl<br />

Fries Natuurmuseum<br />

Schoenmakersperk 2<br />

8911 EM Leeuwarden<br />

tel 058-2129085<br />

www.natuurmuseumfryslan.nl<br />

Gezondheidsdienst voor Dieren b.v.<br />

e-mail info@gdvdieren.nl<br />

www.gd-dieren.nl<br />

Gezondheidsplein<br />

www.gezondheidsplein.nl<br />

GGz Groningen (oa RIAGG Groningen)<br />

Postbus 128<br />

9470 AC Zuidlaren<br />

www.ggzgroningen.nl<br />

Groninger Natuurmuseum<br />

Postbus 1145<br />

9701 BC Groningen<br />

Tel: 050-3676170<br />

www.natuurmuseum.org<br />

Het Kleine Loo (tijdschrift over land- en tuinbouw voor het onderwijs)<br />

www.hetkleineloo.nl<br />

Instituut voor Leerplanontwikkeling (SLO)<br />

Postbus 2041<br />

7500 CA Utrecht<br />

tel: 053-4840840<br />

info@slo.nl<br />

www.SLO.nl<br />

Kodde, Adri: over gedrag en fotosynthese<br />

E-mail:akodde@home.nl<br />

http://members.home.nl/akodde/index.htm<br />

Koningin Wilhelmina Fonds (‘Kankerbestrijding’)<br />

www.kwf.nl<br />

Milieudefensie<br />

Postbus 19199<br />

1000 GD Amsterdam<br />

tel. 020 6262 620<br />

www.milieudefensie.nl<br />

www.milieudefensie.nl/servscho.htm (informatie voor scholieren)<br />

Mindscape Northern Europe<br />

Postbus 9076<br />

1180 MB Amstelveen<br />

tel. 020-4953030<br />

e-mail info-nl@mindscape.com<br />

www.mindscape.com<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 66


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij<br />

postbus 20401<br />

2500 EK Den Haag<br />

tel. 070-3784062<br />

www.minlnv.nl<br />

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />

Parnassusplein 5<br />

2511 VX Den Haag<br />

tel. 070-340 79 11<br />

www.minvws.nl<br />

www.biotechnologie.minvws.nl (informatie over biotechnologie)<br />

Museon<br />

Stadhouderslaan 37<br />

Den Haag<br />

tel. 070-3381338<br />

e-mail info@museon.nl<br />

www.museon.nl<br />

Natuurhistorisch Museum Maastricht<br />

postbus 882<br />

6200 AW Maastricht<br />

tel. 043 3505490<br />

e mail mail@nhmmaastricht.nl<br />

www.nhmmaastricht.nl<br />

Natuurmuseum Nijmegen<br />

Gerard Noodtstraat 121<br />

6511 ST Nijmegen<br />

tel. 024-3297070<br />

e-mail info@natuurmuseum.nl<br />

www.natuurmuseum.nl<br />

Natuurwetenschap & Techniek<br />

Adres van de redactie:<br />

Redactie Natuurwetenschap & Techniek<br />

Postbus 256<br />

1110 AG DIEMEN<br />

e-mail redactie@natutech.nl<br />

www.natutech.nl<br />

NeCeDo (Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken)<br />

Postbus 5014<br />

2900 EA Capelle<br />

a/d IJssel<br />

tel. 010-2010250<br />

e-mail info@necedo.nl<br />

www.necedo.nl<br />

Nederlands Astmafonds<br />

Postbus 5<br />

3830 AA Leusden<br />

tel. 033-4341212<br />

www.astmafonds.nl<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 67


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Nederlandse Brandwonden Stichting<br />

Postbus 1015<br />

1940 EA Beverwijk<br />

tel. 0251-275555<br />

e-mail info@brandwonden.nl<br />

www.brandwonden.nl<br />

Nederlandse Hartstichting<br />

Postbus 300<br />

2501 CH Den Haag<br />

tel. 070 - 315 55 55<br />

Informatielijn: 0900 - 3000 300 (lokaal tarief)<br />

e-mail info@hartstichting.nl<br />

www.hartstichting.nl<br />

Nederlands Instituut voor de Biologie (NIBI)<br />

postbus 8616<br />

3503 RP Utrecht<br />

tel. 030-2369244<br />

e-mail nibi@nibi.nl<br />

www.nibi.nl<br />

Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek (NIOO)<br />

Postbus 1299<br />

3600 BG Maarssen<br />

tel. 0294-239312<br />

www.nioo.knaw.nl<br />

Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie<br />

tel. 035-6559848<br />

e-mail info@njn.nl<br />

www.njn.nl<br />

Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (Dierenbescherming)<br />

Postbus 85980<br />

2508 CR Den Haag<br />

tel. 070-3142700<br />

www.dierenbescherming.nl<br />

Nemo<br />

postbus 421<br />

1000 AK Amsterdam<br />

tel. 0900-9191100<br />

fax 020-5313535<br />

www.e-nemo.nl<br />

Netdokter.nl<br />

Adres: KNMG<br />

Postbus 20051<br />

3502 LB Utrecht<br />

tel. 030 - 2823 786<br />

e-mail netdokter@fed.knmg.nl<br />

www.netdokter.nl<br />

NICL, Nationaal Informatiecentrum Leermiddelen<br />

postbus 2041<br />

7500 CA Enschede<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 68


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

tel. 053-4840840<br />

fax 053-4307692<br />

e-mail info@slo.nl<br />

www.slo.nl<br />

NIGZ<br />

De Bleek 13<br />

Postbus 500<br />

3440 AM Woerden<br />

tel. 0348 43 76 00<br />

e-mail nigz@nigz.nl<br />

www.nigz.nl<br />

NIGZ-Donorvoorlichting<br />

De Bleek 13<br />

Postbus 500<br />

3440 AM Woerden<br />

tel. 0900-8212166 (€ 0,10 per minuut)<br />

e-mail info@donorvoorlichting.nl<br />

www.donorvoorlichting.nl<br />

Noorder Dierenpark<br />

postbus 1010<br />

7801 BA Emmen<br />

tel. 0591-618800<br />

fax 0591-850851<br />

e-mail info@noorderdierenpark.nl<br />

www.zoo-emmen.nl<br />

NVON-ledenservice<br />

Molenstraat 31<br />

4841 CA PRINSENBEEK<br />

e-mail ledenservice@nvon.nl<br />

www.nvon.nl<br />

Organon-Nederland<br />

Molenstraat 110<br />

5342 CC Oss<br />

tel. 0412 661222<br />

www.organon.nl<br />

Ouwehands Dierenpark<br />

postbus 9<br />

3910 AA Rhenen<br />

tel. 0317-650200<br />

fax 0317-613727<br />

e-mail info@ouwehand.nl<br />

www.ouwehand.nl<br />

Patiëntenverenigingen (overzicht)<br />

http://patientenvereniging.pagina.nl/<br />

PgSim (Productgroep Simulaties van het Van Hall Instituut)<br />

Postbus 1754<br />

8901 CB Leeuwarden<br />

tel. 058-2846160<br />

e-mail info@pgsim.nl<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 69


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

www.pgsim.nl<br />

PCI-distributieservice<br />

Postbus 74<br />

3980 CB Bunnik<br />

tel. 030-6570072<br />

PCMedia<br />

Hoofdstraat 108<br />

3972 LD Driebergen<br />

tel. 0343-533332<br />

e-mail info@pcmedia.nl<br />

www.pcmedia.nl<br />

Procter Gamble<br />

www.AboutYou.info<br />

Projectgroep biotechnologie (van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij)<br />

www.agro.nl<br />

RAVON (Reptielen-, Amfibieën- en VissenOnderzoek Nederland)<br />

Postbus 1413<br />

6501 BK Nijmegen<br />

tel. 024-3653270<br />

e-mail kantoor@ravon.nl<br />

www.ravon.nl<br />

Reptielen Zoo Serpo<br />

Stationsplein 8<br />

2611 BV Delft<br />

tel. 015-2122184<br />

e-mail serpo@serpo.nl<br />

http://serpo.nl/<br />

Reumafonds<br />

Postbus 59091<br />

1040 KB Amsterdam<br />

tel. 020-5896464<br />

e-mail info@reumafonds.nl<br />

www.reumafonds.nl<br />

Rutgers Nisso Groep (voorheen Rutgers Stichting)<br />

Oudenoord 176-178<br />

3513 EV Utrecht<br />

tel. 030-2313431<br />

www.rng.nl<br />

Safaripark Beekse Bergen<br />

Beekse Bergen 1<br />

5081 NJ Hilvarenbeek<br />

tel. 013-5491100<br />

e-mail beeksebergen@libema.nl<br />

www.beeksebergen.nl<br />

SchoolTV<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 70


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Postbus 1070<br />

1200 BB Hilversum<br />

Tel. 035-6293456<br />

www.schooltv.nl<br />

Science Productions - Vink, Jan<br />

Kanaalweg 89<br />

3533 HG Utrecht<br />

Tel. 030-2930750<br />

http://scienceproductions.nl<br />

Shell Film Archief<br />

Karel van Bilandtlaan 30<br />

2501 AN Den Haag<br />

tel 070-3776070<br />

SOA Aids Nederland<br />

e-mail info@soaaids.nl<br />

www.soa.nl<br />

SOM onderwijs en milieuprojecten<br />

Postbus 1575<br />

6501 Nijmegen<br />

tel. 024-3789206<br />

e-mail som@somnet.nl<br />

www.somnet.nl<br />

Spore / stichting ECO consult<br />

Gargouille 1<br />

4007 RE Tiel<br />

tel 0344 630580<br />

e-mail spore@antenna.nl<br />

www.antenna.nl/spore<br />

Stichting Anorexia Nervosa en Boulimia Nervosa<br />

postbus 67<br />

6880 AB Velp<br />

tel. 0900-8212433<br />

www.sabn.nl<br />

Stichting SOVON Vogelonderzoek Nederland<br />

Rijksstraatweg 178<br />

6573 DG Beek-Ubbergen<br />

tel. 024-6848111<br />

e-mail info@sovon.nl<br />

www.sovon.nl<br />

Stichting Veldwerk Nederland<br />

www.veldwerknederland.nl<br />

Lokatie Veldstudiecentrum Orvelte<br />

Zuideresweg 10<br />

9441 TZ Orvelte<br />

tel. 0593-322263<br />

e-mail orvelte@veldwerknederland.nl<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 71


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Lokatie ’t Wolthuis<br />

7325 WN Apeldoorn<br />

tel. 055-3667199<br />

e-mail woldhuis@veldwerknederland.nl<br />

Lokatie Kamphuis ’t Veerse Gat<br />

Landschuurweg 5<br />

4351 RR Veere<br />

e-mail veere@veldwerknederland.nl<br />

Stichting Volksgezondheid en Roken<br />

Postbus 16070<br />

2500 BB Den Haag<br />

tel. 0900-9390 (€ 0,10 per minuut)<br />

tel. 0900-5002025 (€ 0,10 per minuut, jongereninfolijn: materiaal voor werkstukken<br />

etc.)<br />

e-mail site@stivoro.nl<br />

www.stivoro.nl<br />

Teleac/NOT - Educatieve omroep<br />

postbus 1070<br />

1200 BB Hilversum<br />

tel. 035-6293456<br />

fax 035-6293123<br />

email teleacnot@omroep.nl<br />

www.teleacnot.nl<br />

TLC Domus (nieuwe naam Mindscpae)<br />

www.mindscape.nl<br />

Trimbos-instituut<br />

Postbus 725<br />

3500 AS Utrecht<br />

tel. 030-2971100<br />

e-mail info@trimbos.nl<br />

www.trimbos.nl<br />

Uitgeverij Zorn b.v.<br />

Postbus 434<br />

2300 AK Leiden<br />

tel. 071-5149141<br />

www.zorn.nl<br />

Universiteitsmuseum Utrecht (met een jeugdlab)<br />

Lange Nieuwstraat 106<br />

3512 PN Utrecht<br />

tel: 030-2538008<br />

www.uu.nl/uupublish/4192main.html<br />

Vereniging Das en Boom<br />

Rijksstraatweg 174<br />

6573 DG Beek-Ubbergen<br />

tel. 024-6842294<br />

e-mail dasenboom@dasenboom.nl<br />

www.dasenboom.nl<br />

Vereniging Eetstoornis Net<br />

OrchideeStraat 19<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 72


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

3551 GH Utrecht<br />

Tel: 030-2621764<br />

e-mail redactie@eetstoornis.net<br />

www.eetstoornis.net<br />

Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties (VSOP)<br />

Vredehofstraat 31<br />

3761 HA Soestdijk<br />

tel. 035-6034040<br />

e-mail vsop@vsop.nl<br />

www.vsop.nl en www.erfelijkheid.nl<br />

Visible Human Female browser<br />

www.uchsc.edu/sm/chs/browse/browse_f.html<br />

Visible Human Male browser<br />

www.uchsc.edu/sm/chs/browse/browse_m.html<br />

Voedingscentrum<br />

postbus 85700<br />

2508 CK Den Haag<br />

tel. 070-3068888<br />

www.voedingscentrum.org<br />

Vogelbescherming Nederland<br />

Postbus 925<br />

3700 AX Zeist<br />

tel. 030-6937700<br />

e-mail info@vogelbescherming.nl<br />

www.vogelbescherming.nl<br />

Vogelpark Avifauna<br />

Hoorn 65<br />

2400 AA Alphen a/d Rijn<br />

tel. 0172-487575<br />

e-mail algemeen@avifauna.nl<br />

www.avifauna.nl<br />

Voorlichting Margarine, Vetten en Olieën<br />

Postbus 3186<br />

2280 GD Rijswijk<br />

0800-0998810<br />

www.voorlichtingmvo.nl<br />

Voorlichtingsbureau Vlees<br />

postbus 878<br />

2700 AW Zoetermeer<br />

tel. 079-3634949<br />

www.vlees.nl<br />

Wereld Natuur Fonds Nederland<br />

Postbus 7<br />

3700 AA Zeist<br />

tel. 0900-1962 (€ 0,20/min)<br />

e-mail info@wnf.nl<br />

www.wnf.nl<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 73


Docentenhandleiding <strong>vmbo</strong> <strong>basis</strong> deel 3<br />

Zeehondencrèche Pieterburen<br />

Hoofdstraat 94a<br />

9968 AG Pieterburen<br />

tel. 0595-526526<br />

fax 0595-528389<br />

e-mail pieterburen_seals@wxs.nl<br />

www.zeehondencreche.nl<br />

<strong>Nectar</strong> <strong>vmbo</strong> 3 <strong>basis</strong> 74

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!