30.08.2013 Views

lesbrief - NME-NOP

lesbrief - NME-NOP

lesbrief - NME-NOP

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

i<br />

NHOUDSOPGAVE<br />

Inleiding......................................... 3<br />

Wind en energie............................ 4<br />

Hoe werkt een windmolen........... 5<br />

Vliegers.......................................... 8<br />

Onderdelen van een vlieger......... 9<br />

Van vroeger tot nu........................ 10<br />

Lessuggesties groep 1 en 2.......... 12<br />

Lessuggesties groep 3 en 4.......... 14<br />

Lessuggesties groep 5 en 6.......... 16<br />

Extra lessuggesties....................... 18<br />

Bronnen, websites en boeken...... 19<br />

Kopieerbladen................................ 22


i<br />

NLEIDING<br />

Voor u ligt de <strong>lesbrief</strong> “Vlieger mee op windenergie!”.<br />

<strong>NME</strong> Noordoostpolder heeft deze<br />

<strong>lesbrief</strong> ontwikkeld in het kader van het thema<br />

windenergie.<br />

Duurzame energie is een belangrijk thema.<br />

Windenergie is op dit moment één van de<br />

belangrijkste bronnen van alternatieve energie<br />

in Nederland. Vooral in de Flevopolder en de<br />

Noordoostpolder wordt veel gebruik gemaakt<br />

van windenergie. <strong>NME</strong> Noordoostpolder vindt<br />

het belangrijk dat het thema windenergie concreet<br />

wordt gemaakt voor kinderen. Vliegeren is<br />

een onderwerp dat zich daar prima voor leent!<br />

De <strong>lesbrief</strong> “Vlieger mee op windenergie!” biedt<br />

leerkrachten van groep 1 tot en met 8 van de<br />

basisscholen een handreiking om in de klas aandacht<br />

te besteden aan windenergie en vliegeren.<br />

Doelen<br />

• De leerlingen begrijpen het verband tussen wind en energie.<br />

• De leerlingen kunnen tenminste twee andere soorten alternatieve energie noemen.<br />

• De leerlingen zijn zich bewust van het belang van energie.<br />

• De leerlingen kennen de mogelijkheden die ze zelf toe kunnen passen om energie te besparen.<br />

• De leerlingen weten hoe een vlieger werkt en hoe deze gebouwd wordt.<br />

Afhankelijk van het niveau van de leerlingen zal er meer of minder accent op bepaalde onderwerpen komen<br />

te liggen.<br />

Inhoud <strong>lesbrief</strong><br />

De <strong>lesbrief</strong> bestaat uit een docentenhandleiding met achtergrondinformatie en activiteiten. De volgende<br />

thema’s komen aan bod:<br />

• wind en energie<br />

• vliegers<br />

• lessuggesties, onderverdeeld in:<br />

− lessuggesties voor groep 1 en 2<br />

− lessuggesties voor groep 3 en 4<br />

− lessuggesties voor groep 5 en 6<br />

− lessuggesties voor groep 7 en 8<br />

− extra Lessuggesties voor groep 3 tot en met 8<br />

• boeken, websites en bronnen<br />

Tijdsbesteding<br />

In de klas wordt er in 2 lessen van minimaal 50 minuten aandacht besteed aan het onderwerp windenergie<br />

en vliegeren. Door middel van een praktische opdracht over windenergie en een praktische opdracht over<br />

vliegeren wordt de informatie uit de docentenhandleiding op een actieve manier verwerkt.<br />

De leerkracht bepaalt zelf welke onderdelen van een opdracht worden uitgevoerd.<br />

3


W<br />

IND EN ENERGIE<br />

Wind, daar hebben we in Nederland een heleboel van! Dat komt omdat we geen bergen hebben die de wind<br />

tegenhouden. Vooral aan het water en in de polders staat er vaak veel wind.<br />

In Nederland staan ook veel molens. Eigenlijk is dat logisch want molens hebben wind nodig om te draaien.<br />

De wind heeft genoeg kracht of energie om de wieken van een molen te laten draaien. Wind en energie hebben<br />

dus iets met elkaar te maken. Wat precies, dat lees je in dit hoofdstuk.<br />

Wind<br />

Wind ontstaat door het verschil in luchtdruk in de atmosfeer. De lucht stroomt van gebieden met hoge<br />

luchtdruk naar gebieden met lage luchtdruk. Dit verschijnsel nemen we waar als wind. Kortom: wind is<br />

bewegende lucht. Afhankelijk van waar hoge en lage luchtdrukgebieden zich bevinden, verandert de windrichting.<br />

De windkracht wordt bepaald door het verschil in luchtdruk en de afstand tussen een hoog en laag<br />

drukgebied. De sterkte van de windkracht wordt weergegeven op een schaal van 0 tot 12 en uitgedrukt in<br />

Beaufort. De windkracht wordt altijd 10 meter boven land gemeten.<br />

Schaal van Beaufort: Beaufort baseerde de windkracht op de<br />

hoeveelheid zeil die een groot schip kon voeren bij een zwakke<br />

bries, storm of orkaan.<br />

De winddruk werd uitgedrukt in kilogram per vierkante meter<br />

zeil. De schaal geldt dus voor de druk van de wind tegen een<br />

oppervlak.<br />

Windenergie<br />

Bij alles wat we doen, hebben we energie nodig. Door te eten krijgt ons lichaam energie om bijvoorbeeld te<br />

fietsen, te lezen, te zwemmen of te denken. Fabrieken, scholen, kantoren en huizen hebben ook energie nodig.<br />

Bijvoorbeeld elektriciteit om machines te laten werken en de verlichting aan te doen. Er zijn veel verschillende<br />

manieren om energie op te wekken.<br />

Wat is windenergie eigenlijk? Windenergie is de vorm van energie die wordt gewonnen door bewegings-<br />

energie van lucht om te zetten in bijvoorbeeld elektriciteit. Dit gebeurt door middel van windmolens.<br />

Duurzame energie<br />

Windenergie is een voorbeeld van duurzame energie. Duurzame energie is energie die niet op kan en waar het<br />

milieu niet of bijna niet door wordt beschadigd, dit in tegenstelling tot fossiele brandstoffen als olie en gas.<br />

Een ander woord voor duurzame energie is ook wel groene energie. Elektriciteit waar duurzame energie voor<br />

is gebruikt om het te maken, wordt daarom ook wel groene stroom genoemd.<br />

De belangrijkste bronnen van duurzame energie naast windenergie zijn:<br />

• Waterenergie: door de beweging van water kan elektriciteit worden opgewekt met behulp van<br />

watermolens (turbines).<br />

• Zonne-energie: door het gebruik van zonnepanelen kan de warmte van de zon worden omgezet<br />

in elektriciteit.<br />

• Biomassa energie: biomassa is biologisch afvalmateriaal van dieren en planten. Meestal bestaat<br />

het uit dood plantenmateriaal, maar ook dierlijk (mest) of zelfs menselijk materiaal (rioolslijk) kan<br />

worden omgezet in bruikbaar biogas. Door de verbranding van biogas komt warmte vrij.<br />

De warmte kan worden omgezet in elektriciteit.<br />

Windmolens<br />

Windmolens zijn van alle tijden. Vroeger gebruikten mensen windmolens om graan te malen of om water te<br />

verplaatsen, dit deden ze met de ouderwetse molens waar Nederland beroemd om is. Moderne windmolens<br />

worden gebruikt om elektriciteit mee op te wekken en worden ook wel windturbines genoemd. Net als elke<br />

andere molen heeft een windmolen ook een molenaar. Deze molenaars zijn vaak boeren (agrariërs) die een<br />

of meer windmolen(s) op hun land hebben. Er komen steeds grotere windmolens, met masten van 80 tot 120<br />

meter. 1 windmolen kan elk jaar ongeveer 600 tot 700 huizen van stroom voorzien.<br />

4


H<br />

OE WERKT EEN WINDMOLEN?<br />

De wieken<br />

De bladen van een windmolen worden wieken genoemd. De wieken zien er een beetje uit als een vliegtuigvleugel<br />

en zijn zo gemaakt dat ze snel door de wind in beweging kunnen worden gezet. De wind blaast dus<br />

tegen de wieken van de windmolen aan, waardoor de wieken gaan draaien.<br />

De rotor<br />

De wieken zitten vast aan een rotor. In de rotor zitten de machines die van de draaiende energie stroom<br />

maken. Bijvoorbeeld de generator. Een generator werkt eigenlijk precies zoals een dynamo op een fiets.<br />

Door de beweging van het wiel zorgt je dynamo ervoor dat de lamp van je fiets gaat branden. Zo werkt een<br />

generator in een windmolen dus ook. Die rotor is zo groot dat het lijkt op een kleine woonkamer. Bij een aantal<br />

molens kan het dak van de rotor open zodat je naar buiten kunt kijken. In hoge windmolens zit zelfs een lift<br />

naar de rotor, zodat de molenaar makkelijk naar de rotor kan. Je kunt alleen in de molen als de rotor stilstaat.<br />

Op zoek naar wind<br />

De rotor van de molen kan draaien op zoek naar de wind. Mocht de wind gaan liggen dan blijft de rotor de<br />

laatste wind nog pakken. Je zou denken dat bij windstilte alle molens dezelfde kant op staan, maar dat is niet<br />

zo. Ze hebben nog gezocht naar de laatste wind en zijn daardoor allemaal in een andere richting gestopt.<br />

De meeste wind van het jaar is in de periode januari tot maart. In die periode wordt de meeste stroom<br />

opgewekt.Te veel wind is niet goed voor de windturbine. De wieken draaien dan zo hard dat alle machines in<br />

de rotor op tilt slaan. Daarom schakelt de windturbine automatisch uit, als de wind te hard waait.<br />

Van wind naar stroom<br />

Als de windenergie in stroom is omgezet in de rotor, wordt de stroom in de windmolen opgeslagen en daarna<br />

met hoogspanningskabels naar dorpen en steden gebracht. Hoeveel elektriciteit een windturbine kan maken<br />

of opwekken hangt af van:<br />

• hoe hoog de windmolen is<br />

• hoe lang de wieken zijn<br />

• de plaats waar de windmolen staat<br />

5


Windmolens in de Noordoostpolder<br />

In de Noordoostpolder staan veel windmolens. Door het vlakke land en de ligging aan het IJsselmeer staat er<br />

vaak veel wind in de Noordoostpolder. Op het IJsselmeer zelf waait de wind nog harder. Dat bracht ruim 100,<br />

vooral agrarische, ondernemers uit de Noordoostpolder en energiebedrijf RWE/Essent op een idee. Samen<br />

hebben zij de Koepel Windenergie Noordoostpolder opgericht.<br />

De Koepel Windenergie Noordoostpolder bouwt het grootste Nederlandse windmolenpark langs de dijken van<br />

het IJsselmeer aan de westkant van de Noordoostpolder.<br />

Er komen in totaal 86 windmolens op het land en in het water, die gezamenlijk 1,4 miljard kWh produceren.<br />

Dat is voldoende om dagelijks ruim 400.000 huishoudens van elektriciteit te voorzien. Dat is vergelijkbaar met<br />

het inwonersaantal van de provincies Flevoland, Friesland en een flink deel van Groningen samen.<br />

Een doorsnede van een windmolen<br />

Op dit moment staan er 50 windmolens aan de Westermeerdijk en vijf windmolens op en nabij de Zuidermeerdijk.<br />

Verbetering van de techniek en de gunstige windlocatie zorgen ervoor dat het nieuwe Windpark veel<br />

meer energie kan opwekken.<br />

Eén nieuwe windmolen op het land levert evenveel elektriciteit als 50 van de huidige windmolens. Dit is één<br />

van de redenen om de verouderde windmolens straks weg te halen.<br />

6


Niet duurzame energie<br />

Met windmolens wek je dus duurzame energie op. Wat is niet duurzame energie dan eigenlijk? Niet duurzame<br />

energie is energie waarbij gebruik wordt gemaakt van stoffen die op kunnen raken en die het milieu kunnen<br />

vervuilen. We noemen dit ook wel grijze energie.<br />

Deze energie komt van de verbranding van fossiele brandstoffen<br />

in een elektriciteitscentrale of door de splitsing van uranium in<br />

een kerncentrale.<br />

Voorbeelden van energiebronnen die niet duurzaam zijn:<br />

• steenkool<br />

• aardolie<br />

• aardgas<br />

• kernenergie (splitsing van uranium)<br />

Energieverspilling<br />

Als je energie verspilt, gebruik je energie zonder dat dat eigenlijk nodig is. Dit heeft gevolgen: de fossiele<br />

brandstoffen raken op en het klimaat verandert als gevolg van grote hoeveelheden broeikasgas (CO2).Toch<br />

verspillen veel mensen elke dag energie. Ze laten bijvoorbeeld deTV aanstaan terwijl ze niet kijken, ze laten<br />

lampen branden wanneer ze de kamer uitgaan of ze douchen heel erg lang of vaak. Er wordt dan eigenlijk<br />

meer energie verbruikt dan echt nodig is. Dat noem je energieverspilling.<br />

Energievreters<br />

Energievreters zijn stand-by lampen, deurbellampje, een oplader in het stopcontact zonder dat je mobieltje<br />

eraan zit, enzovoorts. Ze gebruiken (klein beetje) energie maar de hele dag door, dag in dag uit, zonder echt<br />

een functie te hebben.<br />

Energiebesparing<br />

Als je energie bespaart, gebruik je alleen energie wanneer je dat ook echt nodig hebt. Je bent dan dus zuinig<br />

met energie. Ook als je thuis bijvoorbeeld groene stroom hebt, is het nog steeds belangrijk zuinig met energie<br />

te doen. Gelukkig kunnen we makkelijk zelf energie besparen! Door bijvoorbeeld:<br />

• deTV of computer uit te zetten als je die niet meer gebruikt<br />

• deTV en de computer voor het slapen gaan van de stand-by knop af te zetten<br />

• een paar minuten korter te douchen, dat scheelt water en energie<br />

• de lampen in je kamer uit te doen, wanneer je daar niet meer hoeft te zijn<br />

Maar je kunt nog veel meer doen om energie te besparen!<br />

Behalve dat je kunt opletten dat je geen lampen aan laat staan en apparaten<br />

helemaal uitzet als je ze niet gebruikt, kun je bijvoorbeeld:<br />

• spaarlampen en LED-lampen gebruiken<br />

• wat vaker een warme trui aandoen zodat de verwarming<br />

niet zo hoog hoeft in de winter<br />

• deuren achter je dicht doen zodat er niet teveel warmte ontsnapt<br />

7


V<br />

Iedereen kan vliegeren. Daarom is het voor veel mensen leuk om te doen. Voor kinderen maar ook voor volwassenen.<br />

Veel heb je er niet voor nodig: alleen een vlieger, een beetje wind en vooral veel ruimte! Bijvoorbeeld<br />

een groot grasveld. Voor een vlieger hoef je niet rijk te zijn. Natuurlijk zijn er heel mooie vliegers te koop<br />

in de winkel. Maar een goede vlieger kun je ook gewoon zelf maken! Wist je dat je bij het vliegeren gebruik<br />

maakt van windenergie? Hoe dat zit, lees je in dit hoofdstuk.<br />

Hoe werkt een vlieger?<br />

Een vlieger blijft in de lucht door de kracht van de wind. Zonder de wind zou een vlieger niet kunnen vliegen.<br />

De wind tilt de vlieger als het ware op. Als je een vlieger oplaat is het daarom belangrijk de vlieger omhoog te<br />

houden en een stukje te rennen. Als er genoeg wind onder de vlieger komt, stijgt de vlieger op. Wanneer de<br />

vlieger begint te stijgen gebruik je het touw om de vlieger een beetje schuin trekken. Hierdoor vangt de vlieger<br />

nog meer wind. Door het touw goed strak te houden blijft de vlieger in de lucht “staan”. Zodra het touw slap<br />

wordt of de wind valt weg, stort de vlieger neer. Als de vlieger veel wind vangt en het touw staat strak, is het<br />

behoorlijk zwaar om het touw in te trekken. Daaraan kun je goed merken hoe sterk de wind kan zijn. Zo sterk<br />

dat de wind vliegers kan laten opstijgen, maar ook zeilboten en windmolenwieken kan laten bewegen.<br />

Vliegerenergie<br />

We weten inmiddels dat windmolens elektriciteit maken met behulp van windenergie.<br />

Vliegers kunnen dat ook!<br />

Professor Wubbo Ockels en zijn collega’s van deTechnische Universiteit van Delft bedachten hoe we goed gebruik<br />

kunnen maken van deze kracht: zij ontwikkelden een vlieger die volledig automatisch elektriciteit opwekt<br />

uit de kracht van de wind op grote hoogte. Deze “vliegerenergie” wordt ook wel Kite Power genoemd. Hoe het<br />

precies werkt kun je zien op de website: www.youtube.com/watch?v=vqMY3uCx2WY&feature=related<br />

Hoe werkt het precies?<br />

De vlieger, die wel wat weg heeft van een grote matras, kan stijgen tot wel 900 meter hoogte. Het is belangrijk<br />

dat de vlieger zo hoog kan, omdat hoog in de lucht vaak de sterkste wind staat. De vlieger is door middel van<br />

een kabel verbonden aan een grondstation. Het grondstation zorgt ervoor dat de kabel iedere twee minuten<br />

gevierd en weer ingetrokken wordt. Door het laten vieren en aantrekken wordt een generator aangedreven. De<br />

generator zet de energie om in elektriciteit.<br />

Het Kite Power systeem heeft een aantal voordelen vergeleken bij de windmolen. Het Kite Power systeem is<br />

makkelijk en snel te verplaatsen, goedkoper en valt veel minder op in het landschap.<br />

S<br />

LIEGERS<br />

OORTEN VLIEGERS<br />

De kruisvlieger of ruitvlieger<br />

Kruisvliegers kun je herkennen omdat ze altijd gemaakt zijn van twee gekruiste stokjes.<br />

Die stokjes zijn het ‘geraamte’ van de vlieger. Kruisvliegers zijn altijd plat. En ze zijn er in<br />

een heleboel vormen: rond, vierkant, met 8 hoeken enzovoort.<br />

Er zijn ook kruisvliegers die bijvoorbeeld de vorm van een vliegtuig of een vogel hebben.<br />

Als je wel eens hebt gevliegerd, dan was dat waarschijnlijk met een kruisvlieger.<br />

Want die komen het meeste voor.<br />

De sleevlieger<br />

De sleevlieger is een eenvoudige vlieger die makkelijk zelf te maken is. De sleevlieger<br />

werkt een beetje zoals een parachute. De vlieger heeft aan elke kant een touw die aan<br />

twee aparte handvaten vast zit. Je hebt dus allebei je handen nodig om met deze vlieger<br />

te vliegeren. Voordeel van de sleevlieger is, dat hij heel makkelijk is op te laten en bijna<br />

altijd wil vliegen.<br />

8


O<br />

Ook al zijn er een heleboel verschillende soorten vliegers, ze hebben wel bijna allemaal dezelfde onderdelen.<br />

Om een vlieger te kunnen bouwen is het belangrijk dat je alle onderdelen kent en weet waar ze voor gebruikt<br />

worden. De onderdelen van een vlieger bestaan uit:<br />

• het geraamte<br />

• het doek<br />

• het vliegertouw<br />

• de toom<br />

• de staart<br />

Het geraamte<br />

Het geraamte van de vlieger bestaat uit de stokjes waar het doek op gespannen zit. Die stokjes zijn eigenlijk de<br />

botten van de vlieger. Ze moeten goed aan elkaar vast zitten en sterk zijn. Ze mogen niet breken in de lucht.<br />

Meestal wordt er bamboe gebruikt voor het geraamte. Bamboe is stevig en tegelijk licht. Dat laatste is erg<br />

belangrijk. Een vlieger mag niet te zwaar zijn, anders krijg je hem nooit omhoog!<br />

Behalve bamboe worden er ook houten latjes of plastic staafjes gebruikt voor het geraamte.<br />

Het doek<br />

Over het geraamte komt het doek van de vlieger. Bij een goede vlieger is dit gemaakt van stevig papier of van<br />

stof. Bij vliegers die je in de speelgoedwinkel koopt, is het meestal gemaakt van plastic. Als je zelf een vlieger<br />

maakt, is het altijd leuk om stof of papier te gebruiken.<br />

Het vliegertouw<br />

Het vliegertouw is de lange lijn waaraan je de vlieger oplaat. Aan het uiteinde dat jij in je handen houdt, zit een<br />

haspel. Dat is een soort handvat waarmee je het vliegertouw kunt oprollen.<br />

De toom<br />

Aan het andere uiteinde van het vliegertouw zit de toom. Dat zijn twee (of soms meer) touwtjes die tussen het<br />

vliegertouw en de vlieger zelf zitten. Door die toom kan een vlieger in de lucht schuin hangen. Op die manier<br />

kan hij beter ‘drijven’ op de wind. Als je goed wilt vliegeren, is het ‘toom-punt’ heel belangrijk. Dat is het punt<br />

waar het vliegertouw aan de toom vastzit.<br />

De staart<br />

De staart hangt onderaan de vlieger en zorgt ervoor dat de vlieger in evenwicht blijft. Niet alle soorten vliegers<br />

hebben een staart. De kruis- of ruitvlieger wel.<br />

V<br />

ONDERDELEN VAN EEN VLIEGER<br />

EILIG VLIEGEREN<br />

Vliegeren is leuk om te doen maar het is wel belangrijk dat je veilig vliegert.<br />

Let daarom op de volgende zaken als je je vlieger oplaat:<br />

− vlieger nooit in de buurt van elektriciteitsmasten<br />

− vlieger niet te dicht bij de weg of bij water<br />

− vlieger nooit tijdens onweer<br />

− geef andere vliegeraars de ruimte<br />

9


V<br />

AN VROEGER TOT NU<br />

De vlieger is uitgevonden in China. De vlieger bestaat waarschijnlijk al sinds<br />

1000 jaar voor Christus.Toch is er pas vanaf ongeveer 200 jaar voor Christus<br />

schriftelijk bewijs voor het gebruik van vliegers. De Chinese generaal Han Hsin<br />

van de Han dynastie vloog met een vlieger boven de muren van een stad die<br />

hij aan het aanvallen was.<br />

Hij gebruikte de vlieger om te weten te komen hoe ver zijn mannen een tunnel<br />

moesten graven om voorbij de verdediging te komen.Toen hij de afstand wist,<br />

konden zijn troepen de binnenkant van de stad bereiken en de vijand verrassen<br />

en de overwinning behalen. Vanaf 960 (na Christus) werden vliegers in China<br />

ook gebruikt voor officiële en godsdienstige ceremonies. Door de uitvinding<br />

van papier werden vliegers al snel ook voor vermaak gebruikt.<br />

Vliegeren is verspreid door handelaren die reisden van China naar Korea, Japan, Indonesië, Polynesië, Maleisië,Thailand,Taiwan<br />

en India. Elk gebied ontwikkelde een eigen vliegerstijl en had andere culturele doelen<br />

om te vliegeren met hun vliegers. In de meeste landen in Oost- en Zuid-Oost Azië is vliegeren nog steeds<br />

populair en worden er regelmatig vliegerfestivals en wedstrijden gehouden.<br />

Korea<br />

In Korea werd de vlieger ook voor militaire doeleinden gebruikt. In het jaar 600 (na Christus) kreeg een generaal<br />

het bevel om een opstand de kop in te drukken. Zijn soldaten hadden een grote vallende ster gezien en<br />

geloofden dat dat een slecht teken was, waardoor ze weigerden te vechten. De slimme generaal gebruikte een<br />

vlieger om een grote “vuurbal” in de lucht te trekken. De soldaten zagen dat de ster weer was teruggekomen,<br />

besloten daardoor toch te vechten en versloegen vervolgens de opstandelingen.<br />

Japan<br />

Vliegers werden naar Japan meegenomen door boeddhistische monniken. Ze werden gebruikt om de kwade<br />

krachten (zoals ziekte en armoede) te verdrijven en goede krachten (zoals de geboorte van een gezond kind of<br />

een goede oogst) aan te trekken. Vliegeren was in deze tijd alleen iets voor mensen uit een hoge klasse.<br />

Het vliegeren werd in Japan pas echt populair tijdens de Edo-periode (1603-1868). Edo was de naam van de<br />

stad die tegenwoordigTokio heet. In deze periode mochten ook mensen uit de lagere klassen vliegers oplaten.<br />

In 1760 is vliegeren een tijd verboden geweest in Japan omdat de mensen liever vliegerden dan werkten.<br />

Tegenwoordig is vliegeren nog steeds erg populair in Japan.<br />

India<br />

Het vroegste bewijs van vliegeren in India is te zien op kleine schilderijtjes van het Mogolrijk zo rond het jaar<br />

1500. Een favoriete legende vertelt het verhaal van een geliefde van een jongeman die in strikte afzondering<br />

van hem en de wereld werd gehouden. Door handig gebruik te maken van een vlieger kreeg de jongeman het<br />

toch voor elkaar om liefdesbrieven naar zijn geliefde te brengen.<br />

Indonesië en Polynesië<br />

Er zijn veel verhalen over hoe de Indonesiërs en Polynesiërs vliegers, gemaakt van bladeren, gebruikten om<br />

aas uit te strooien ver op zee. Het vissen werd hierdoor een stuk makkelijker.<br />

De Polynesiërs vertellen mythes over twee broedergoden die het vliegeren introduceerden bij mensen toen ze<br />

een vliegerduel hadden. De winnende broer vloog met zijn vlieger het hoogst. Nog steeds zijn er wedstrijden<br />

op deze eilanden waar de hoogst vliegende vlieger opgedragen wordt aan de goden. Ook in Indonesië werden<br />

vliegers voor religieuze doeleinden gebruikt.<br />

Europa<br />

Marco Polo nam vliegerverhalen mee uit Azië naar Europa aan het eind van de 13e eeuw.Tekeningen uit die<br />

periode laat drakenvliegers zien op militaire vaandels.<br />

Vliegeren in de 16 en 17e eeuw<br />

In de 16e en 17e eeuw namen matrozen van de VOC ook echt vliegers mee uit Japan en Maleisië. Vliegers<br />

werden eerst gezien als exotische curiositeiten en later als kinderspeelgoed. Vliegers hadden daarom in deze<br />

tijd maar weinig invloed op de Europese cultuur. Dat veranderde in de 18e en 19e eeuw.<br />

10


Vliegeren in de 18e en 19e eeuw<br />

In de 18e en 19e eeuw werden vliegers gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Mensen als Benjamin Franklin<br />

en Alexander Wilson gebruikten hun kennis van het vliegeren om meer te leren over de wind en het weer.<br />

Zo ontdekte Benjamin Franklin elektriciteit door een vlieger op te laten tijdens een onweersstorm. De bliksem<br />

sloeg in de vlieger en Benjamin Franklin overleefde de inslag maar net!<br />

Sir Georg Caley, Samuel Langley, Lawrence Hargrave, Alexander Graham Bell en de gebroeders Wright experimenteerden<br />

allemaal met vliegers en droegen bij tot de ontwikkeling van het vliegtuig.<br />

De weerdiensten vlogen met vliegers die ontworpen waren door William Eddy en Lawrence Hargrave om meteorologische<br />

instrumenten en camera’s op te tillen.<br />

Een van de vreemdste manieren om vliegerkracht te gebruiken werd ontwikkeld door onderwijzer George<br />

Pocock. In 1822 gebuikte hij een paar vliegers om een rijtuig te trekken met snelheden tot 30 km per uur. Sommige<br />

van zijn vliegertrips haalden meer dan 160 kilometer. En omdat wegenbelasting gebaseerd was op het<br />

aantal paarden dat een rijtuig gebruikte, was hij vrijgesteld van deze tol.<br />

Vliegeren in de 20e eeuw<br />

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) gebruikten de Britse, Franse, Italiaanse en Russische legers allemaal<br />

vliegers om de vijand te observeren en op te merken. Hier werden grote doosvliegers voor gebruikt.<br />

De introductie van vliegtuigen zorgde ervoor dat deze legeronderdelen niet meer ingezet werden. De Duitse<br />

marine bleef de vliegers wel gebruiken om beter te kunnen zien of er aan de oppervlakte varende onderzeeërs<br />

van de vijand in de buurt waren.<br />

In deTweede Wereldoorlog (1940-1945) vond de marine van de Verenigde Staten verscheidene toepassingen<br />

voor vliegers. Harry Saul’s Barrage Kite voorkwam dat vliegtuigen te laag boven doelen vlogen. Piloten die<br />

waren neergestort in zee, lieten een doosvlieger op, zodat ze gevonden konden worden. Paul Garber’sTarget<br />

vlieger, een grote bestuurbare ruitvlieger werd gebruikt als oefendoel voor het schieten en vliegtuigherkenning<br />

op zee.<br />

Toen er steeds meer gebruik werd gemaakt van vliegtuigen, werd de vlieger steeds minder gebruikt voor<br />

militaire doelen of wetenschappelijk onderzoek en steeds meer voor vrijetijd vliegeren. In de jaren 50 en begin<br />

jaren 60 waren de mensen in Europa druk bezig met de wederopbouw van het land. Kleding, voedsel en huizen<br />

waren het belangrijkst. Voor luxeproducten (zoals vliegers toen gezien werden) was geen geld en vaak ook<br />

geen tijd. Pas aan het eind van de jaren 60 van de 20e eeuw werd vliegeren weer wat populairder. Peter Powell<br />

vond in de jaren 60 de bestuurbare kruis- of ruitvlieger uit, die nu nog steeds vaak gebruikt wordt als kinderspeelgoed.<br />

In 1972 werd het vliegeren pas echt populair door de uitvinding (wederom van Peter Powell) van de<br />

stuntvlieger met twee lijnen. Volwassenen begonnen met de stuntvliegers te vliegeren als sport in wedstrijdverband.Tot<br />

op de dag van vandaag worden er vliegerfestivals en vliegerwedstrijden gehouden.<br />

Vliegeren in de 21e eeuw<br />

In het begin van de 21e eeuw kwam er een nieuwe vliegersport<br />

bij, het kitesurfen. Surfers gebruiken dan in plaats van een zeil<br />

en een mast een grote vlieger die een beetje op een parachute<br />

lijkt (kite in het Engels). De grote vlieger wordt door de surfer<br />

gebruikt om de surfplank voort te trekken door het water.<br />

Bij een kitesurfwedstrijd is het de bedoeling dat je zo mooi<br />

mogelijke en moeilijk mogelijke oefeningen doet met je surfplank<br />

en kite.<br />

Tegenwoordig worden vliegers ook weer als hulpmiddel<br />

gebruikt. Grote oceaanschepen maken soms gebruik van een<br />

grote vlieger, om brandstof te besparen. Een beetje zoals een<br />

zeilboot vroeger.<br />

11


L<br />

In dit hoofdstuk zijn de lessuggesties voor groep 1 t/m 8 te vinden. De lessuggesties zijn in de volgende blokken<br />

ingedeeld:<br />

• lessuggesties voor groep 1 en 2<br />

• lessuggesties voor groep 3 en 4<br />

• lessuggesties voor groep 5 en 6<br />

• lessuggesties voor groep 7 en 8<br />

• extra lessuggesties voor groep 3 t/m 8<br />

Per blok zijn 2 lesopdrachten beschreven: één lesopdracht over windenergie (bouwen van een windmolen) en<br />

één lesopdracht over vliegers maken. Een lesopdracht neemt minimaal 50 minuten in beslag. De leerkracht<br />

bepaalt zelf hoe uitgebreid de opdrachten worden uitgevoerd.<br />

In het blok extra lessuggesties voor groep 3 t/m 8 wordt 1 lesopdracht beschreven over parachutes. Voor groep<br />

6 tot en met 8 is er een apart onderdeel toegevoegd, zodat de opdracht aansluit bij het niveau.<br />

L<br />

ESSUGGESTIES<br />

ESSUGGESTIES GROEP 1 EN 2<br />

Lessuggestie 1: Windenergie<br />

Doelgroep: groep 1 en 2<br />

Doel:<br />

• kinderen kennis laten maken met wind en windenergie<br />

• kinderen leren zelf een werkend windmolentje te maken<br />

Introductie (10 minuten):<br />

Zing met de kinderen een liedje over de wind. Je kunt hiervoor het liedje van pagina 13 gebruiken of zelf een<br />

liedje kiezen.<br />

Zing het liedje 2 of 3 keer en laat de kinderen het liedje uitbeelden. Na het zingen<br />

vraag je de kinderen of zij weten wat de wind is en wat de wind allemaal doet<br />

(blaadjes aan de bomen bewegen, molenwieken draaien rond enz.)<br />

Kern (30 minuten):<br />

De kinderen gaan een windmolen maken die ronddraait als je er tegenaan blaast.<br />

Benodigdheden:<br />

− stevig vierkant papier, gekleurd<br />

− schaar<br />

− lijm<br />

− houten stokje<br />

− punaise<br />

Werkwijze:<br />

- Vouw het vierkant diagonaal en weer terug.<br />

- Doe dit nogmaals met de andere hoeken.<br />

- Knip de diagonaal halverwege het midden in.<br />

- Vouw de diagonale punt iets over het midden.<br />

- Lijm de punt iets over het midden vast.<br />

- Doe dit met al de 4 punten.<br />

- Laat de lijm even drogen.<br />

- Prik de punaise in het midden door het papier.<br />

- Prik het molentje met punaise aan het stokje.<br />

Afsluiting (10 minuten):<br />

Verzamel de kinderen in een kring of in tafelgroepjes. Laat de kinderen allemaal tegelijk tegen het wind-<br />

molentje blazen. Alle molentjes draaien! Als je nog tijd hebt kun je het liedje samen met de kinderen zingen.<br />

12


Lessuggestie 2: Vliegers maken<br />

Doelgroep: groep 1 en 2<br />

Doel:<br />

• kinderen kennis laten maken met vliegers<br />

• kinderen leren zelf een vlieger te vouwen<br />

Introductie (10 minuten):<br />

Vraag aan de kinderen of ze wel eens gevliegerd hebben, of wel eens andere mensen hebben zien vliegeren.<br />

Wat vonden ze daarvan? Hoe zou een vlieger in de lucht kunnen blijven? Heeft dat met de wind te maken?<br />

Wat vliegt er allemaal nog meer?<br />

Kern(30 minuten):<br />

De kinderen gaan aan de slag met het maken van de vlieger.<br />

Benodigdheden:<br />

- uitknipvorm vlieger. Achterin <strong>lesbrief</strong>: Kopieerblad 1<br />

- kopieerapparaat voor het afdrukken van de afbeeldingen op gekleurd papier<br />

- gekleurd A4-papier<br />

- plakfiguurtjes<br />

- touw (bv. wol)<br />

- schaar<br />

- perforator of prikpen<br />

- lijm<br />

Werkwijze:<br />

- Print de afbeelding van de vlieger op verschillende kleuren papier.<br />

- Knip de vlieger uit.<br />

- Knip meerdere strikjes uit.<br />

- Versier de vlieger met plakfiguurtjes.<br />

- Maak onderaan de vlieger een gat met prikpen of perforator.<br />

- Knoop het touw vast aan dit gat.<br />

- Plak steeds twee strikjes op elkaar met het touw ertussen.<br />

- Maak bovenaan de vlieger nog een gat met prikpen of perforator.<br />

Afsluiting (10 minuten):<br />

Knoop een stukje touw vast aan het gat dat je bovenaan de<br />

vlieger hebt geprikt, zodat je je vlieger kunt ophangen.<br />

Je kunt de vliegers ook aan een lang touw rijgen en als een<br />

slinger in de klas laten “vliegen”.<br />

Voorbeeldliedje:<br />

Zo gaat de molen, de molen, de molen<br />

Zo gaat de molen, de mo-ho-len<br />

Zo gaan de wieken, de wieken, de wieken<br />

Zo gaan de wieken, de wie-hie-ken<br />

Zo gaan de handjes, de handjes, de handjes<br />

Zo gaan de handjes, de ha-ha-ndjes<br />

Zo gaan de voetjes, de voetjes, de voetjes<br />

Zo gaan de voetjes, de voe-hoe-tjes<br />

13


L<br />

ESSUGGESTIES GROEP 3 EN 4<br />

Lessuggestie 1: Windenergie<br />

Doelgroep: groep 3 en 4<br />

Doel:<br />

• kinderen leren wat wind en windenergie is<br />

• kinderen leren waar windmolens voor worden gebruikt<br />

• kinderen leren een werkende windmolen te maken<br />

• kinderen leren het verband tussen de wind en beweging<br />

Introductie (10 minuten):<br />

Vraag aan de kinderen of ze kunnen uitleggen wat wind is. De wind kan dingen laten bewegen, vraag aan de<br />

kinderen of ze voorbeelden weten. Waarschijnlijk wordt een molen wel genoemd. Vertel aan de kinderen wat<br />

een windmolen is en waarvoor deze wordt gebruikt.<br />

Kern (30 minuten):<br />

De kinderen gaan aan de slag met het maken van de windmolen.<br />

Benodigdheden:<br />

- stevig karton<br />

- schaar of zaag<br />

- lijm, plakband<br />

- schaar of boor<br />

- spijkertje<br />

- houten stokje<br />

Werkwijze:<br />

- Maak 4 rechthoeken bijv. 10 x 20 cm.<br />

- Maak 2 cirkels met een diameter (doorsnee) van 20 cm.<br />

- Maak in de rechthoek 2 sneden halverwege de rechthoek volgens afbeelding.<br />

- Teken op de cirkel het patroon volgens afbeelding<br />

(eerst een kruis en daarna een lijn van uiteinde tot halverwege lijn).<br />

- Maak 4 sneden in de cirkel over de lijnen die halverwege het kruis staan. Snij deze halverwege in.<br />

- Schuif de 4 rechthoeken met de inkepingen in de inkepingen van beide cirkels.<br />

- 1 cirkel boven de ander onder.<br />

- Maak in de onderste cirkel een gat in het midden waar het stokje door past.<br />

- Maak in de bovenste cirkel een klein gaatje waar een spijkertje door heen past.<br />

- Doe het stokje via het onderste gaatje voor de stok.<br />

- Maak het spijkertje door de bovenste cirkel vast aan het stokje zodat het geheel kan draaien.<br />

Afsluiting (10 minuten):<br />

De kinderen kunnen tegen de windmolen blazen om de molen te laten draaien. Moet je hard blazen om de<br />

windmolen te laten draaien?<br />

Blaas met een föhn tegen de molen. Gaat de molen nu sneller? Hoe zou dat komen? Wat gebeurt er als je<br />

een gewichtje aan een flap vastmaakt? Gaat de molen sneller of langzamer? Hoe zou dat komen?<br />

14


Lessuggestie 2: Vliegers maken<br />

Doelgroep: groep 3 en 4<br />

Doel:<br />

• kinderen leren waarom een vlieger vliegt<br />

• kinderen leren een vlieger te maken<br />

• kinderen leren vliegeren<br />

Introductie (10 minuten):<br />

Vraag welke kinderen er wel eens gevliegerd hebben. Hoe zou een vlieger in de lucht blijven?<br />

Leg uit waarom een vlieger in de lucht blijft en waarop je moet letten bij het vliegeren.<br />

Kern (30 minuten):<br />

De kinderen gaan zelf een vlieger maken.<br />

Benodigdheden:<br />

− plastic zak<br />

− plakband of nietjes<br />

− vliegertouw (3 meter)<br />

− plastic slierten (van een andere plastic zak)<br />

− tape<br />

− perforator<br />

Werkwijze:<br />

− Plak aan de dichte onderkant van de zak op de hoeken stevige tape<br />

en maak er gaatjes in met de perforator.<br />

− Doe het touw van wel drie meter lang door de gaatjes en knoop ze stevig vast.<br />

− Knip uit een andere plastic zak of stevig plastic slierten in de vorm van slingers.<br />

− Versier de vlieger met de slingers aan de open kant.<br />

− Maak de slingers vast met plakband of nietjes.<br />

− Je kunt de vlieger zelf natuurlijk ook verder versieren.<br />

Afsluiting (10 minuten):<br />

De kinderen laten hun vliegers in de klas zien. Neem nog een keer met de kinderen door waar je op moet<br />

letten bij het vliegeren. De kinderen kunnen de vliegers uitproberen op het schoolplein (als daar tijd voor is).<br />

Ze kunnen de vliegers ook mee naar huis nemen waar ze de vlieger uitproberen als een soort huiswerkopdracht.<br />

Deden alle vliegers het?<br />

15


L<br />

ESSUGGESTIES GROEP 5 EN 6<br />

Lessuggestie 1: Windenergie<br />

Doelgroep: groep 5 en 6<br />

Doel:<br />

• kinderen leren het verband te leggen tussen windenergie en windmolens<br />

• kinderen weten hoe een windmolen werkt<br />

• kinderen leren waar windmolens voor worden gebruikt<br />

• kinderen leren een werkende windmolen te maken<br />

Introductie (10 minuten):<br />

Vraag de kinderen of ze een windmolen in de buurt kennen. Zijn er kinderen die weten waar zo’n windmolen<br />

voor wordt gebruikt? Waardoor draaien de wieken van een windmolen eigenlijk?<br />

Leg de kinderen in het kort uit hoe een windmolen werkt.<br />

Kern (30 minuten):<br />

De kinderen gaan zelf een windmolen maken.<br />

Benodigdheden:<br />

- plastic frisdrankfles<br />

- schaar of mesje<br />

- boortje 3 of 4 mm<br />

- spijkertje<br />

- stokje<br />

Werkwijze:<br />

- Maak voor gebruik de plastic fles goed schoon.<br />

- Zet de fles op zijn kop, dop onder.<br />

- Maak een inkeping in de fles van 1 cm breed, snij daarna 15 tot 20 cm naar beneden<br />

en daarna weer 1 cm in de breedte.<br />

- Maak 4 inkepingen of flappen in totaal, verdeeld over de fles.<br />

- Buig de inkepingen of flappen naar buiten.<br />

- Maak met de 3 of 4 mm boortje een gaatje in het midden van de flessenbodem.<br />

- Haal de dop eraf en doe het stokje door de opening tot de bodem.<br />

- Sla de spijker door de bodem aan het stokje.<br />

Tip: Als je op 1 vleugel een gekleurd plakbandje plakt dan kun je het aantal wentelingen beter tellen.<br />

Afsluiting (10 minuten):<br />

Laat de kinderen tegen de windmolen blazen en het aantal wentelingen per minuut tellen. Kost het veel moeite<br />

om met je eigen adem de molen te laten draaien? De kinderen nemen de windmolen mee naar buiten (wanneer<br />

er redelijk wat wind staat). Doet de molen het? De kinderen tellen het aantal wentelingen per minuut.<br />

Wanneer je een ventilator of föhn hebt kun je deze opdracht ook in de klas uitvoeren. Je kunt dan ook met de<br />

verschillende standen van de ventilator of föhn werken.<br />

De kinderen gaan een aantal proefjes doen:<br />

De kinderen maken 1 flap zwaarder en schrijven op wat er gebeurt.<br />

De kinderen maken 2 flappen zwaarder en schrijven op wat er gebeurt.<br />

Kunnen ze verklaren hoe het komt dat de molen anders werkt?<br />

16


Lessuggestie 2: Vliegers maken<br />

Doelgroep: groep 5 en 6<br />

Doel:<br />

• kinderen leren een sleevlieger te maken<br />

• kinderen weten waarom een vlieger kan vliegen<br />

Introductie (10 minuten):<br />

Welke kinderen hebben wel eens gevliegerd? Hoe doe je dat? Vraag welke kinderen weten hoe een vlieger kan<br />

vliegen. Leg dit zelf ook kort uit.<br />

Kern (30-45 minuten):<br />

De kinderen gaan een vlieger maken. Gebruik hiervoor de bouwtekening op kopieerblad 2 achterin de <strong>lesbrief</strong>.<br />

Benodigdheden:<br />

- plastic boodschappen tas / vuilniszak<br />

- 2 stokjes Lengte 80 – 100 cm<br />

- stevig plakband, tape<br />

- touw van ongeveer 100 cm<br />

- gaatjestang of naald<br />

- touw op een houtje/klosje<br />

- uitknipvorm achterin <strong>lesbrief</strong>: kopieerblad 2<br />

Werkwijze:<br />

Voordat je aan de slag gaat:<br />

Pak de uitknipvorm van de sleevlieger erbij.<br />

Knip de plastic tas/zak aan 1 zijkant en onderkant open, vouw deze daarna open.<br />

Leg de uitknipvorm op de plastic tas/zak en trek de vorm over. Knip nu de plastic tas/zak in de vorm.<br />

- Leg de 2 stokjes recht op het plastic bovenaan bij de punten.<br />

- Plak de stokjes met tape vast op de aangegeven plaatsen.<br />

Op de hoekpunten plak je de tape naar achteren vast.<br />

- Knip een stuk vliegertouw af van ongeveer een meter.<br />

- Leg de twee punten op elkaar. Prik met een gaatjestang of naald door de tape.<br />

- Knoop een uiteinde van het touwtje vast aan een zijde van de vlieger. Doe dit ook aan de andere zijde.<br />

- Leg de punten weer op elkaar, trek het touwtje strak en leg daar een lusje om de vliegerlijn<br />

aan vast te knopen.<br />

- Knoop de vliegerlijn aan het lusje en je sleevlieger is klaar!<br />

Opmerking: er worden 2 gaten in het plastic geknipt van 14cm. Deze zijn er voor de stabiliteit van de vlieger.<br />

afbeelding 1:<br />

hier komen de stokken<br />

en het tape<br />

afbeelding 2:<br />

na de stokken maak je<br />

het touw vast<br />

Afsluiting (10 minuten):<br />

Vraag wat de kinderen van het maken van de vlieger vonden. Was het moeilijk of juist makkelijk? Laat de kinderen<br />

de vliegers mee naar huis nemen om ze uit te proberen. De volgende dag kunnen ze kort vertellen hoe<br />

het ging.<br />

17


E<br />

XTRA LESSUGGESTIES GROEP 3 T/M 8<br />

Lessuggestie Parachute bouwen<br />

Doelgroep: groep 3 t/m 8<br />

Doel:<br />

• kinderen kennen het verband tussen windenergie en vliegers/parachutes<br />

• kinderen weten dat de wind gewicht kan dragen en daardoor iets kan laten zweven<br />

• kinderen leren een parachute te maken en hoe een parachute werkt<br />

Introductie (10 minuten):<br />

Wat heeft windenergie met vliegeren te maken en hoe zou je dit kunnen laten zien met een parachute? Een<br />

parachute is een soort grote vlieger. Waarom zou een parachute kunnen zweven? Kan dat ook zonder wind? Er<br />

zijn mensen die met een parachute uit een vliegtuig springen. De parachute zorgt ervoor dat ze heel beneden<br />

komen. Hoe zou dat kunnen?<br />

Kern (30-45 minuten):<br />

De kinderen gaan een parachute bouwen en doen daar vervolgens proefjes mee.<br />

Benodigdheden:<br />

− dun plastic<br />

− draad of garen<br />

− wasknijpers<br />

− schaar<br />

− rietjes<br />

− föhn<br />

Werkwijze:<br />

− Knip een vierkant stuk plastic. Knoop draadjes aan de hoeken.<br />

− Knoop de draadjes onderaan tegelijk vast.<br />

− Klem er een wasknijper aan de draadjes.<br />

− Ga voorzichtig op een stoel of trap staan.<br />

− Laat de parachute voorzichtig los om te testen of alles werkt.<br />

Je gaat nu een paar proefjes doen met je parachute:<br />

Vergelijk jouw parachute met die van een klasgenootje en beantwoord de volgende vraag:<br />

Welke deed er het langst over om te landen?<br />

Maak een grotere parachute. Bewaar je eerdere parachute! Laat je eerste parachute en de grotere parachute<br />

tegelijk los. Welke parachute doet er het langst over om te landen?<br />

Hoe zou dat komen denk je?<br />

Hou je parachute aan de bovenkant vast. Laat een klasgenootje met een föhn tegen de onderkant van je<br />

parachute aanblazen. Laat de parachute nu los. Wat gebeurt er met de parachute?<br />

Knip een gat in je parachute. Laat de parachute weer vallen. Wat gebeurt er als je de parachute loslaat?<br />

Hoe zou dat komen denk je?<br />

Lesstofverrijking voor groep 6 t/m 8:<br />

Maak een ‘glider’ van een parachute verstevigd met rietjes.<br />

Kun je een parachute een bepaalde richting op laten zweven door het knippen van één of meer gaten? Kun je<br />

de parachute ook laten draaien?<br />

Vertel bij je antwoord steeds hoe je dat hebt gedaan.<br />

Afsluiting (10 minuten):<br />

De kinderen hebben kunnen zien dan door het gebruik van een parachute, de wind kan worden gebruikt om<br />

objecten op te tillen en te laten zweven. Een parachute is een soort vlieger. Een vlieger heeft dus de kracht van<br />

de wind nodig om te kunnen zweven en gewicht te kunnen dragen.<br />

18


B<br />

Bronnen:<br />

• Lesbrief Windenergie <strong>NME</strong> Drachten.<br />

• Lesbrief Duurzame energie IVN Consulentschap Flevoland in opdracht van Gemeente Zeewolde.<br />

• www.knmi.nl<br />

• www.vliegerwereld.nl<br />

• www.vliegerteam.nl<br />

• www.fryskedraeken.nl<br />

• www.wikiwijs.nl<br />

• www.encyclopedoe.nl<br />

• www.vliegerconcurrent.nl<br />

• www.windkoepelnop.nl<br />

• www.voorbeginners.net/werkstuk-over-vliegeren<br />

• www.ontdekplek.nl<br />

Websites:<br />

RONNEN, WEBSITES EN BOEKEN<br />

• www.windkoepelnop.nl<br />

• www.essent.nl<br />

• www.windunie.nl<br />

• www.windenergie.nl<br />

• www.leerkracht.nl/show?id=163083<br />

• www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20030701_elektriciteit02<br />

• www.techwijs.nl<br />

• www.proefjes.nl<br />

• www.encyclopedoe.nl<br />

• www.hetklokhuis.nl/onderwerp/vliegers<br />

• www.vliegerconcurrent.nl<br />

• www.knutselopdrachten.nl<br />

• www.ontdekplek.nl<br />

• www.drachen.org/<br />

• www.vliegerwereld.nl/<br />

• www.hollandkiteteam.nl<br />

• www.fryskedraeken.nl/<br />

• http://breedland.deds.nl<br />

• www.hetvliegerteam.com<br />

• www.curacaokites.com<br />

19


B<br />

RONNEN, WEBSITES EN BOEKEN<br />

Titel: Hoor de wind eens waaien<br />

Uitgever: Van Waarden<br />

Jaar: 2000<br />

Leeftijd: Vanaf 4 jaar<br />

Titel: Wind<br />

Auteur: Cassie Mayer<br />

Uitgever: Ars Scribendi<br />

Jaar: 2011<br />

Leeftijd: Vanaf 6 jaar<br />

Titel: Wind<br />

Auteur: Elizabeth Miles<br />

Uitgever: Ars Scribendi<br />

Jaar: 2010<br />

Leeftijd: Vanaf 8 jaar<br />

Titel: Waarom waait de wind?<br />

Auteur: Particia Murphy<br />

Uitgever: Ars Scribendi<br />

Jaar: 2009<br />

Leeftijd: Vanaf 10 jaar<br />

Titel: Dossier energie: Wind<br />

Auteur: Steve Parker<br />

Uitgever: Biblion Uitgeverij<br />

Jaar: 2003<br />

Leeftijd: Vanaf 11 jaar<br />

Titel: Windenergie<br />

Auteur: Neil Morris<br />

Uitgever: Ars Scribendi<br />

Jaar: 2008<br />

Leeftijd: Vanaf 11 jaar<br />

20


B<br />

RONNEN, WEBSITES EN BOEKEN<br />

Titel: Nijntje gaat vliegeren<br />

Auteur: Dick Bruna<br />

Uitgever: Mercis Publishing<br />

Jaar: 2003<br />

Leeftijd: Vanaf 4 jaar<br />

Titel: Dora en de vlieger<br />

Auteur: Christine Ricci<br />

Uitgever: Memphis Belle<br />

Jaar: 2009<br />

Leeftijd: Vanaf 4 jaar<br />

Titel: Vliegeren (Junior informatie 105)<br />

Auteur: Marion de Graaff<br />

Uitgever: Wolters-Noordhoff<br />

Jaar: 2003<br />

Leeftijd: Vanaf 8 jaar<br />

Titel: Alles over vliegers<br />

Auteur: Sarah Kent<br />

Uitgever: Zuid Boekproducties<br />

Jaar: 1997 (in bibliotheek en via bol.com)<br />

Leeftijd: Vanaf 10 jaar<br />

Titel: De vlieger- en kitegids<br />

Auteur: Rosanne Cobb<br />

Uitgever: Veltman Uitgevers B.V.<br />

Jaar: 2007<br />

Leeftijd: Vanaf 11 jaar<br />

21


K<br />

OPIEERBLAD 1<br />

Uitknipvorm vlieger voor kleuters<br />

Deze uitknipvorm kan indien gewenst door de leerkracht vergroot of verkleind worden met behulp van<br />

een kopieerapparaat.<br />

22


K<br />

OPIEERBLAD 2<br />

Uitknipvorm sleevlieger<br />

Deze uitknipvorm kan indien gewenst door de leerkracht vergroot of verkleind worden met behulp van<br />

een kopieerapparaat.<br />

23


COLOFON<br />

Dit lesmateriaal is een uitgave van:<br />

<strong>NME</strong> Noordoostpolder<br />

Postbus 433<br />

8300 AK Emmeloord<br />

info@nme-nop.nl<br />

www.nme-nop.nl<br />

Met nanciële steun van:<br />

Gemeente Noordoostpolder<br />

Ontwerp:<br />

Oppepper.com<br />

© <strong>NME</strong> Noordoostpolder<br />

juli 2012<br />

De informatie uit deze <strong>lesbrief</strong> mag vrij worden<br />

gebruikt op voorwaarde dat de bron wordt vermeld.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!