30.08.2013 Views

Jaarverslag Nederlands Jeugdinstituut 2008

Jaarverslag Nederlands Jeugdinstituut 2008

Jaarverslag Nederlands Jeugdinstituut 2008

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

JAARVERsLAG <strong>2008</strong>


Voor u ligt het jaarverslag over <strong>2008</strong> van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />

Het omvat naast de jaarrekening en het bestuursverslag, waarin het<br />

gevoerde beleid wordt verantwoord, negen interviews met klanten en<br />

opdrachtgevers van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. Gezamenlijk geven<br />

deze interviews in woord en beeld een goede indruk van de samenwerking<br />

tussen ons kennisinstituut en de praktijk.<br />

INHOUD<br />

Voorwoord 4<br />

Doelstelling 6<br />

Missie en kernwaarden 6<br />

1 Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in <strong>2008</strong> 8<br />

2 Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in zijn maatschappelijke context 18<br />

3 Kenniscentrum 22<br />

4 Educatie & Opvang 32<br />

5 Jeugdzorg & Opvoedhulp 34<br />

6 Onderwijs & Jeugdzorg 36<br />

7 Programma-implementatie & Training 46<br />

8 Internationaal 48<br />

9 Organisatie-ontwikkeling 49<br />

10 Communicatie 58<br />

11 Personeel en organisatie 60<br />

12 Vooruitblik organisatieontwikkeling 61<br />

13 Omzet, fi nanciële resultaten en balans 62<br />

Jaarrekening 68<br />

Balans per 31 december <strong>2008</strong> 68<br />

Winst- en verliesrekening <strong>2008</strong> 69<br />

Kasstroomoverzicht <strong>2008</strong> 70<br />

Toelichting jaarrekening 71<br />

Algemene toelichting 71<br />

Toelichting balans 72<br />

Toelichting winst- en verliesrekening 76<br />

Overige gegevens 80<br />

Gebeurtenissen na balansdatum 80<br />

Accountantsverklaring 80<br />

Bestemming resultaat 81<br />

Productenoverzicht <strong>2008</strong> 84<br />

Medewerk(st)ers per 31 december <strong>2008</strong> 92


JAARVERsLAG <strong>2008</strong>


4 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Voorwoord<br />

Voorwoord<br />

<strong>2008</strong> is het tweede jaar in het bestaan van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. Het jaar waarin<br />

het inhoudelijk fundament van het instituut is gelegd. Missie, visie, profiel en kernwaarden<br />

van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> zijn in juni <strong>2008</strong> gelijktijdig vastgesteld. De visie op<br />

opvoeden en opgroeien, en op onze rol als kennisinstituut voor de praktijk, is richtinggevend<br />

voor de missie, de positionering en de kernwaarden van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />

De basis voor de visie en missie van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is te vinden in<br />

Het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind, met daarin onder meer het<br />

recht op leven, ontwikkeling, onderwijs, zorg, recreatie en participatie, bescherming tegen<br />

kindermishandeling en uitbuiting en verantwoordelijkheid van de ouders. Of, zoals door<br />

Unicef verwoord in het rapport Child Well-being in Rich Countries (2007):<br />

“De echte status van een natie wordt bepaald door de aandacht die men heeft voor de<br />

kinderen: voor hun gezondheid en veiligheid, hun materiële welzijn, scholing en sociale<br />

aanpassing, hun gevoel van geliefd en gewaardeerd te worden en deel uit te maken van het<br />

gezin of de samenleving waarbinnen ze geboren zijn.”<br />

Wij ondersteunen alle betrokkenen bij het opvoeden<br />

en opgroeien van kinderen door het<br />

ontwikkelen, bundelen, valideren, delen en<br />

verspreiden van kennis voor en met de praktijk.<br />

In <strong>2008</strong> hebben we vele activiteiten uitgevoerd<br />

die op dat doel zijn gericht, zoals u in dit<br />

jaarverslag kunt lezen. Een paar activiteiten<br />

willen we eruit lichten.<br />

In de jeugdzorg wordt het belang van evidence<br />

based-werken, dat wil zeggen op basis van<br />

bewezen effectiviteit van methodisch handelen,<br />

steeds meer onderschreven. In opdracht van het<br />

ministerie voor Jeugd en Gezin is in samenwerking<br />

met ZonMw en Centrum Jeugdgezondheid/<br />

RIVM gewerkt aan de ontwikkeling, het beheer<br />

en de verspreiding van kennis over dit onderwerp.<br />

Het Kenniscentrum van het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> heeft zich ontwikkeld tot<br />

nationale kennisbank op dit terrein (zie: www.<br />

jeugdinterventies.nl). Daarnaast heeft het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> de ontwikkeling van<br />

evidence based-werken en het werken aan<br />

practice based evidence op veel plaatsen in<br />

Nederland ondersteund, onder andere door het<br />

organiseren van het Samenwerkingsverband<br />

Effectieve Jeugdzorg Nederland, waarin we<br />

samenwerken met jeugdzorginstellingen en<br />

onderzoekers.<br />

Het Kenniscentrum is in <strong>2008</strong> begonnen met<br />

de publicatie van digitale themadossiers, waarin<br />

kennis over jeugd- en opvoedingsproblemen en<br />

over ontwikkelingen in de jeugdsector wordt<br />

gebundeld. Zo verschenen over jeugd- en<br />

opvoedingsproblemen onder andere dossiers<br />

over angststoornissen, delinquentie, kindermishandeling,<br />

gedragsproblemen, multiprobleemgezinnen<br />

en opvoedvragen. Enkele voorbeelden van<br />

dossiers over ontwikkelingen in de jeugdsector<br />

zijn de brede school, Centra voor Jeugd en Gezin,<br />

professionalisering in de jeugdzorg en effectiviteit<br />

van jeugdinterventies (zie: www.nji.nl).<br />

Met een groot aantal partijen en partners is<br />

door het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in opdracht<br />

van het ministerie voor Jeugd en Gezin gewerkt<br />

aan de uitvoering van het Actieplan Professionalisering<br />

Jeugdzorg.<br />

In <strong>2008</strong> is in opdracht van het ministerie voor<br />

Jeugd en Gezin een groot driejarig project<br />

gestart, gericht op de aanpak van kindermishandeling<br />

in heel Nederland.<br />

In opdracht van het ministerie van OCW is de<br />

ondersteuning van de ontwikkeling van zorg- en<br />

adviesteams (zat’s) gecontinueerd en van<br />

kwaliteitsteams voor sociale veiligheid in het<br />

onderwijs ter hand genomen.<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> wil niet alleen<br />

het kennisinstituut voor de jeugdzorg zijn, maar<br />

voor allen die bij de ontwikkeling en opvoeding<br />

van de jeugd zijn betrokken, dus ook voor<br />

werkers in de pedagogische basisvoorzieningen.<br />

Daartoe hebben we onder andere in <strong>2008</strong> in<br />

samenwerking met SCO/Kohstamm Instituut en


Sardes het expertisecentrum ontwikkeling,<br />

opvang en onderwijs 0 -12 jaar (EC O3) opgericht<br />

met als doel het bevorderen van kennisontwikkeling,<br />

-bundeling en -verspreiding over de<br />

ontwikkeling en opvoeding van kinderen in<br />

opvangvoorzieningen en het onderwijs. Ook is<br />

ondersteuning gegeven aan de ontwikkeling van<br />

de brede school in gemeenten en de implementatie<br />

van evidence based-methoden als Kaleidoscoop,<br />

Stapprogramma’s en Communities that<br />

care.<br />

In <strong>2008</strong> is het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

betrokken bij tal van landelijke en regionale<br />

initiatieven rond de ontwikkeling van Centra<br />

voor Jeugd en Gezin. In dat kader heeft ook het<br />

programma Triple P (Positive Parenting<br />

Program) dat door het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

in Nederland wordt verspreid, een hoge<br />

vlucht genomen. Triple P is bij uitstek geschikt<br />

voor de ontwikkeling van een doorgaande lijn of<br />

keten voor de aanpak van algemene, lichte en<br />

zware pedagogische problemen in gezinnen. In<br />

verschillende regio’s zijn wij daarmee actief.<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is in <strong>2008</strong> op<br />

verzoek van het ministerie voor Jeugd en Gezin<br />

gestart met het programmeren van activiteiten<br />

onder de noemers Diversiteit in jeugdbeleid (in<br />

samenwerking met ZonMw) en Gezinsbeleid.<br />

De internationale afdeling werkt aan internationale<br />

kennisuitwisseling, maar heeft ook twee<br />

grote subsidieprogramma’s uitgevoerd: Youth in<br />

action en Xplore, waarmee de participatie en<br />

betrokkenheid van jongeren bij de (internatio-<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Voorwoord<br />

nale) samenleving en ontwikkelingssamenwerking<br />

wordt vergroot.<br />

Wij werken er hard aan ons werk nog beter,<br />

effectiever en samenhangender te doen. Onze<br />

interactie en samenwerking met het veld van<br />

professionals en instellingen kan nog beter. We<br />

investeren daarom veel in effectievere communicatie,<br />

zoals in de mogelijkheden van internet.<br />

Een woord van dank is op zijn plaats voor al onze<br />

medewerkers, die in <strong>2008</strong> een wezenlijke<br />

bijdrage leverden aan een sterke omzetgroei en<br />

een hoge productie. Ook zijn wij dank verschuldigd<br />

aan al onze opdrachtgevers, partners en<br />

gebruikers, die ons geholpen hebben onze koers<br />

en resultaten te verbeteren.<br />

Aan het einde van het jaar beginnen de donkere<br />

wolken van de financiële en economische crisis<br />

zich samen te pakken. Hoewel dit ongetwijfeld<br />

effect zal hebben op de ontwikkeling op middellange<br />

termijn van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />

is dat effect in eerste instantie nog niet zichtbaar.<br />

<strong>2008</strong> was een jaar van sterke groei in omzet,<br />

organisatie en werkzaamheden, en vooralsnog<br />

lijkt dat ook in 2009 het geval. Voorspelbaar is<br />

dat deze crisis zal leiden tot meer ‘opvoedingsstress’<br />

in gezinnen en ook voor bepaalde groepen<br />

jongeren hard zal aankomen. Des te belangrijker<br />

is het te blijven investeren in kennis voor de<br />

praktijk van ontwikkeling en opvoeding.<br />

Kees Bakker<br />

Nelleke Groenewegen<br />

Raad van Bestuur <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

5


6 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Doelstelling / Missie en kernwaarden<br />

Doelstelling<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is gevestigd te Utrecht.<br />

De stichting heeft tot doel het bevorderen van:<br />

de optimale ontwikkeling van jeugdigen en van de sociale en pedagogische context waarin zij leven;<br />

effectieve preventie, zorg en behandeling van ontwikkelings- en opvoedingsproblemen;<br />

professionalisering en kwaliteitsverbetering van de jeugd- en opvoedingssector.<br />

Missie en kernwaarden<br />

Wat is het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>?<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is het landelijk<br />

kennisinstituut voor jeugd- en opvoedingsvraagstukken.<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is<br />

gestart op 1 januari 2007. <strong>2008</strong> is dus het tweede<br />

jaar in het bestaan van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />

Wat is onze rol?<br />

Onze bestaansgrond ligt in het streven naar<br />

een gezonde ontwikkeling van jeugdigen, en<br />

verbetering van de sociale en pedagogische<br />

kwaliteit van de omgeving waarin zij leven. Om<br />

dat te kunnen bereiken is kennis nodig. Kennis<br />

waarmee de kwaliteit en effectiviteit van de<br />

jeugd- en opvoedingssector kan verbeteren.<br />

Kennis van de normale ontwikkeling en opvoeding<br />

van jeugdigen, preventie en behandeling<br />

van opvoedings- en opgroeiproblemen, effectieve<br />

werkwijzen en programma’s, professionalisering<br />

en stelsel- en ketenvraagstukken. Het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> ontwikkelt, beheert en<br />

implementeert die kennis.<br />

Voor wie doen we het?<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> werkt voor<br />

beleidsmakers, staffunctionarissen en beroepskrachten<br />

in de sector jeugd en opvoeding. Wij<br />

maken kennis beschikbaar voor de praktijk, maar<br />

genereren ook kennisvragen vanuit de praktijk.<br />

Op die manier wordt een kenniscyclus georganiseerd,<br />

die de jeugdsector helpt het probleemoplossend<br />

vermogen te vergroten en de kwaliteit en<br />

effectiviteit van de dienstverlening te verbeteren.<br />

Hoe werken wij?<br />

Bij de uitvoering van onze werkzaamheden<br />

gaan wij uit van de kernwaarden gezaghebbend<br />

(gebaseerd op kennis en onafhankelijkheid),<br />

praktijkgericht (onze kennis moet toepasbaar<br />

zijn in de praktijk), interactief (we willen<br />

samenwerken, kennis delen en netwerken<br />

ontwikkelen, nationaal èn internationaal) en<br />

innovatief (we beschikken over de nieuwste<br />

inzichten, we werken met vernieuwende<br />

werkwijzen).


<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Doelstelling / Missie en kernwaarden<br />

7


8 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in <strong>2008</strong><br />

1<br />

Het <strong>Nederlands</strong><br />

Jeugd instituut<br />

in <strong>2008</strong><br />

<strong>2008</strong> is voor het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

het jaar waarin het inhoudelijk fundament van<br />

het instituut is gelegd. Missie, visie en kernwaarden<br />

van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

zijn gelijktijdig in juni <strong>2008</strong> vastgesteld. De<br />

visie op opvoeden en opgroeien, en op onze rol<br />

als kennisinstituut voor de praktijk, is richtinggevend<br />

voor de missie, positionering en kernwaarden<br />

van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />

Een belangrijke keuze binnen dat inhoudelijk<br />

fundament is dat het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

zich richt op zowel kennis van de ‘gezonde’<br />

opvoeding en ontwikkeling van kinderen en<br />

jongeren, als ook op kennis van preventie, zorg<br />

en bescherming bij opvoedings- en opgroeiproblemen.<br />

Het eerste speelt zich veelal af binnen<br />

het gezin en binnen pedagogische basisvoorzieningen<br />

als kinderopvang, brede school, jeugdwelzijnswerk,<br />

sport en buurtvoorzieningen. Het<br />

tweede gaat over vraagstukken van effectieve<br />

preventie en zorg in de jeugdzorg, jeugdbescherming<br />

en voorzieningen op het snijvlak van<br />

jeugdzorg en onderwijs of gezondheidszorg.<br />

Beide onderdelen maken deel uit van hetzelfde<br />

continuüm van vraagstukken waarvoor de<br />

jeugd- en opvoedingssector zich gesteld ziet.<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> kiest voor het profi el<br />

van een publieke kennisinstelling in een gemengd<br />

stelsel met zowel publieke als private fi nanciering.<br />

Dit profi el beantwoordt aan een gebleken<br />

behoefte aan een instituut dat ordent, stabiliteit<br />

brengt en bouwt aan een kennisbestand voor de<br />

jeugd- en opvoedingssector in Nederland.<br />

Inzichten uit de praktijk krijgen, evenzeer als de<br />

wetenschap, een plaats binnen het kennisdomein<br />

van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>, dat zich


zowel richt op kennis van bewezen effectieve<br />

interventies (evidence based) als op inzichten die<br />

in de praktijk geworteld zijn (practice based).<br />

De wijze waarop het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

zijn missie en visie uitvoert, is vervat in een viertal<br />

kernwaarden: gezaghebbend, innovatief, praktijkgericht<br />

en interactief. Aan kennis, die altijd up-to-date en<br />

gevalideerd is, ontleent het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

zijn gezag. Evenals aan zijn onafhankelijke<br />

opstelling: het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is<br />

geen belangenorganisatie en heeft geen commercieel<br />

belang. Maar de visie van het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> op het belang van kennis voor een<br />

lerende sector betekent dat die kennis ook<br />

geëxpliciteerd en toepasbaar gemaakt moet<br />

worden voor de praktijk, dat we laagdrempelig<br />

en toegankelijk zijn, gericht op kennisdelen en<br />

netwerkontwikkeling. En natuurlijk beschikken<br />

over de nieuwste inzichten en betrokken zijn bij<br />

vernieuwingen in de praktijk. Op die manier<br />

dragen de kernwaarden van het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in <strong>2008</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> bij aan de opbouw van een goede<br />

kenniscyclus van ontwikkeling, beheer en<br />

implementatie van kennis, waardoor de jeugdsector<br />

het karakter krijgt van collectief lerende<br />

organisaties.<br />

Om vanuit het inhoudelijk fundament van het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> een levendige<br />

verbinding te leggen naar de praktijk, werken de<br />

afdelingen van het instituut in matrixverband<br />

aan drie programmalijnen, die samen de<br />

belangrijkste thema’s in de jeugdsector van<br />

vandaag aangeven: de pedagogische basisinfrastructuur,<br />

(lichtere) hulp in eigen omgeving en<br />

effectieve jeugdzorg.<br />

9


‘ Een belangrijke stap<br />

in de bestrijding van<br />

kindermishandeling’<br />

Alexandra Bordewijk<br />

Adviseur jeugd bij Spectrum CMO Gelderland


Alexandra Bordewijk is adviseur jeugd bij Spectrum<br />

CMO Gelderland, een instelling die gemeenten en organisaties<br />

ondersteunt bij de aanpak van maatschappelijke<br />

vragen, van jeugd tot ouderen. Namens het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> adviseert zij tevens bij de implementatie<br />

van de Regionale Aanpak Kindermishandeling in Gelderland<br />

en Overijssel.<br />

De Regionale Aanpak Kindermishandeling is gemodelleerd naar<br />

die van de Refl ectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling<br />

(RAAK) van Dries van Dantzig en focust vooral op het voorkómen<br />

en tijdig signaleren van kindermishandeling. In april vorig jaar<br />

hebben minister Rouvoet van Jeugd en Gezin, de centrumgemeenten<br />

en provincies met elkaar afgesproken om de Regionale Aanpak<br />

Kindermishandeling in alle 35 regio’s van Nederland voortvarend in<br />

te voeren.<br />

Als implementatieadviseur ondersteun ik de gemeenten en regiocoördinatoren<br />

gedurende de gehele projectperiode, van <strong>2008</strong> tot<br />

2010. De regionale coördinatoren zijn begonnen met het maken van<br />

een startfoto van de situatie. Er wordt in beeld gebracht wat er in<br />

de regio al goed geregeld is rond de preventie en aanpak kindermishandeling<br />

en wat nog niet.<br />

Vervolgens stelt hij of zij een werkplan op waarin staat wat er moet<br />

gebeuren om tot eff ectieve preventie en bestrijding te komen.<br />

scholing en regionale samenwerking krijgen daarbinnen bijzondere<br />

aandacht. Daarna zet de regiocoördinator samen met de betrokken<br />

gemeenten en organisaties de actiepunten in gang.<br />

Voor het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en de implementatieadviseurs<br />

is het vooral belangrijk om alle betrokkenen te laten ervaren dat we<br />

met elkaar in heel Nederland een belangrijke stap voorwaarts zetten<br />

in de bestrijding van kindermishandeling. Vanuit de verontrusting<br />

rond dit onderwerp is de tijd nu rijp om het niet te laten bij woorden,<br />

maar vooral over te gaan tot daden.”<br />

‘In april vorig jaar hebben<br />

minister Rouvoet van Jeugd en<br />

Gezin, de centrumgemeenten en<br />

provincies met elkaar afgesproken<br />

om de Regionale Aanpak<br />

Kindermishandeling in alle 35<br />

regio’s van Nederland voortvarend<br />

in te voeren.’


‘ Vanuit de verontrusting rond dit onderwerp<br />

is de tijd nu rijp om het niet te laten bij<br />

woorden, maar vooral over te gaan tot<br />

daden.’


‘ De relaties van het<br />

kind staan centraal’<br />

Job van Velsen


‘De brede school mag zich verheugen in<br />

een sterk toenemende populariteit.’


“Iedere school is weer anders, iedere wijk<br />

waarin de school functioneert is anders. Het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> onderkent dat<br />

door met praktische oplossingen te komen.”<br />

Job van Velsen is pionier op het gebied van<br />

een geïntegreerde benadering van opgroeiende<br />

kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar.<br />

Hij stond aan de wieg van twee brede scholen<br />

in Almere, ontwikkelde het Etutorium-concept<br />

en ondersteunt vanuit zijn bureau Etuconsult<br />

woningcorporatie Ymere bij de maatschappelijke<br />

versterking van de wijken waarin zij<br />

actief is. Daarnaast is hij als adviseur werkzaam<br />

voor het Netwerkbureau kinderopvang<br />

en als projectleider voor het Steunpunt Brede<br />

Scholen.<br />

“Al dertig jaar woon en werk ik in Almere. Ik ben<br />

vooral actief geweest in het onderwijs en ben betrokken<br />

geweest bij de oprichting van basisschool De<br />

Hasselbraam en Het Meesterwerk. Beide scholen zijn<br />

te typeren als brede school, waarbij Het Meesterwerk<br />

vanuit visie de diepte ingaat als brede school, als<br />

“leerplaats”.<br />

De brede school mag zich verheugen in een sterk<br />

toenemende populariteit. Het idee erachter is meer<br />

dan een combinatie van verschillende functies die<br />

zich op het opgroeiende kind richten. In de vele jaren<br />

dat ik in het onderwijs actief ben geweest heb ik<br />

samen met andere professionals een visie ontwikkeld<br />

op de ideale omstandigheden voor het opgroeiende<br />

kind. Daaruit is een concept voortgekomen dat we<br />

Etutorium hebben genoemd.<br />

Etutorium is gestoeld op het principe van relaties.<br />

Het kind onderhoudt relaties met de wereld om hem<br />

of haar heen. Vanuit die gedachte wil Etutorium het<br />

kind een wereld aan mogelijkheden bieden die varieert<br />

van onderwijs tot creatieve vorming en sportieve<br />

ontwikkeling. Die zienswijze heeft ook consequenties<br />

voor het dagritme. In de traditionele omgeving gaat<br />

een kind eerst naar school en daarna naar de sportvereniging<br />

of de muziekschool. Etutorium streeft een<br />

meer gebalanceerd dagritme na.<br />

Veel elementen van dat concept hebben we in Het<br />

Meesterwerk in Almere gerealiseerd. Op die manier<br />

bieden brede scholen kansen tot inhoudelijke<br />

vernieuwing van het onderwijs. Maak mensen zelf eigenaar.<br />

Dat geldt voor kinderen ten aanzien van hun<br />

toekomst, maar ook voor scholen als het gaat om<br />

vernieuwing. Dan kom je tot duurzame oplossingen.<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> ondersteunt de brede<br />

scholen door het doen van onderzoek en het samenbrengen<br />

van de juiste partijen. Iedere school is weer<br />

anders, iedere wijk waarin de school functioneert is<br />

anders. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> onderkent dat<br />

door met praktische oplossingen te komen. Ymere<br />

investeert daar ook in, omdat het de wijken versterkt.<br />

Er is nog een wereld te winnen, maar je ziet<br />

dat de aanpak werkt en dat inspireert enorm.”


18 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in zijn maatschappelijke context<br />

2<br />

Het <strong>Nederlands</strong><br />

Jeugd instituut in zijn<br />

maatschappelijke<br />

context<br />

Maatschappelijk gezien is het jeugdbeleid de afgelopen jaren hoger op de agenda komen te<br />

staan. steeds beter wordt ingezien wat het belang is van kinderopvang, opvoedingsondersteuning,<br />

gezinsbeleid en jeugdzorg voor de toekomst van onze jeugd, en daarmee van onze hele<br />

samenleving.<br />

Het belang van gezonde opvoeding en optimale<br />

ontwikkeling van jeugdigen kan nauwelijks<br />

genoeg aandacht krijgen. De samenleving<br />

individualiseert; van oudsher ondersteunende<br />

verbanden als familie, kerk en buurt hebben<br />

minder invloed. Tegelijk verlengt de jeugdfase<br />

doordat jongeren langer naar school gaan en<br />

later aan gezinsvorming beginnen. Opvoeden<br />

wordt daardoor complexer. De gevoeligheid van<br />

het proces voor ‘storingen’ en uitval neemt toe.<br />

Deze maatschappelijke ontwikkelingen vragen om<br />

nieuwe, moderne opvoedingsarrangementen en een<br />

goede pedagogische begeleiding van kinderen en<br />

jongeren om gezonde opvoeding en ontwikkeling te<br />

bevorderen en uitval te voorkomen.<br />

Kinderen groeien in belangrijke mate op in het<br />

gezin, maar bezoeken ook voorzieningen als<br />

kinderopvang, naschoolse opvang, onderwijs,<br />

sportvoorzieningen enzovoort. Daarnaast zien we<br />

in Nederland steeds meer zogenaamde brede<br />

scholen, waarin tal van voorzieningen voor kind<br />

en buurt bijeen zijn gebracht. Deze samenwerkingsvorm<br />

richt de aandacht volop op het belang<br />

van samenhang, uitwisseling en afstemming<br />

tussen binnen- en buitenschoolse voorzieningen.<br />

De steeds belangrijker wordende bijdrage die<br />

vanuit dit hele scala aan voorzieningen wordt<br />

geleverd aan de opvoeding en het opgroeien van<br />

kinderen en jeugdigen roept vele kennisvragen<br />

op. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> heeft die<br />

vragen samengebracht in de programmalijn<br />

pedagogische basisinfrastructuur. Het doel van<br />

deze programmalijn is om kennis en praktijk<br />

samen te laten werken aan een sterke pedagogische<br />

basis.<br />

Preventie van problemen is een belangrijk<br />

instrument om de nog steeds groeiende stroom<br />

aanmeldingen voor de jeugdzorg te laten<br />

afnemen. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> wijst<br />

daar ook in <strong>2008</strong> regelmatig op. Verergering van<br />

problemen kan vaak worden voorkomen door<br />

adequate opvoedingsondersteuning of hulp in de<br />

eigen omgeving. Laagdrempelige voorzieningen<br />

waarin jeugdgezondheidszorg, psychosociale<br />

ondersteuning en goede toeleiding naar andere<br />

voorzieningen samenkomen, kunnen daarin een<br />

wezenlijke rol spelen. Binnen het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> is ook de aandacht voor opvoedingsondersteuning<br />

en hulp in eigen omgeving<br />

samengebracht binnen een programmalijn.<br />

Daarbinnen passen ook de inspanningen gericht<br />

op het tot stand komen van Centra voor Jeugd en<br />

Gezin en zorg- en adviesteams.<br />

In <strong>2008</strong> komen ook de eerste lokale Centra voor<br />

Jeugd en Gezin tot stand.<br />

De centra bieden preventie, advies, ondersteuning,<br />

signalering en lichte hulp. Bij zwaardere<br />

problemen of ingewikkelde hulpvragen coördineren<br />

de centra de benodigde hulp en verwijzen ze


<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in zijn maatschappelijke context<br />

19


20 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in zijn maatschappelijke context<br />

door. De komst van het programmaministerie en<br />

de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin<br />

markeren een ontwikkeling waarbij opvoedingsondersteuning<br />

is uitgegroeid tot een belangrijke<br />

peiler van het rijksbeleid. Het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> juicht deze ontwikkeling toe. Het<br />

sluit ook goed aan op de bovengenoemde<br />

programmalijn, gericht op opvoedingsondersteuning<br />

en hulp in eigen omgeving.<br />

In veel gevallen zijn vroegsignalering, opvoedingsondersteuning<br />

en hulp in de eigen omgeving<br />

effectief in het voorkomen van ernstige<br />

problemen of stoornissen.<br />

Er zijn echter ook situaties in het proces van opgroeien<br />

die zo zwaar uit balans zijn dat hulp in de eigen<br />

omgeving te kort schiet. Zwaardere ingrepen zoals<br />

uithuisplaatsing, tehuisopvoeding of behandeling<br />

van ouders of kinderen zijn dan noodzakelijk.<br />

Jeugdzorg zal daarom noodzakelijk blijven.<br />

In <strong>2008</strong> staat de jeugdzorg volop in de belangstelling,<br />

onder meer door het nog steeds<br />

toenemende beroep erop. Sluitende en effectieve<br />

jeugdzorg is de derde programmalijn van het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />

Die effectiviteit heeft verschillende aspecten. Zo<br />

kan worden vastgesteld welke interventies<br />

volgens onderzoek effectief zijn in het aanpakken<br />

van problemen. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

beheert een databank met effectieve jeugdinterventies,<br />

die informatie bevat over programma’s<br />

voor ondersteuning, preventie, behandeling en<br />

sancties. De interventies zijn op zijn minst<br />

theoretisch goed onderbouwd. Uiteraard is het<br />

van belang dat er in de praktijk ook gewerkt<br />

wordt met goede interventies en programma’s.<br />

De effectiviteit van het professionele handelen is<br />

daarmee een volgend aspect van effectiviteit. Tot<br />

slot zal ook de organisatie van de zorgketen<br />

effectief moeten zijn. Ook keten- en stelselvraagstukken<br />

behoren daarmee tot het werkterrein<br />

van de programmalijn effectieve jeugdzorg.<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> wil rond het<br />

hierboven beschreven kennisdomein, dat niets


Kennisontwikkeling en<br />

-implementatie<br />

Educatie & Opvang<br />

Jeugdzorg & Opvoedhulp<br />

Onderwijs & Jeugdzorg<br />

Programmaimplementatie<br />

en<br />

Training<br />

Internationaal<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in zijn maatschappelijke context<br />

Programmastijlen 1. Werkwijzen,<br />

interventies<br />

Ontwikkeling,<br />

opvoeding algemeen<br />

1. Pedagogische<br />

basisinfrastructuur<br />

Preventie, zorg,<br />

bescherming<br />

2. Centra voor<br />

jeugd en gezin<br />

Preventie, zorg,<br />

bescherming<br />

3. Eff ectieve jeugdzorg<br />

anders is dan een structurering van alle relevante<br />

en actuele thema’s in de sector jeugd en opvoeding,<br />

een sluitende kenniscyclus organiseren.<br />

Daarbij zal, zoals hierboven al gesteld, zowel<br />

gevalideerde kennis (evidence based) van<br />

effectief gebleken interventies naar de praktijk<br />

worden geleid, als in de praktijk gewortelde<br />

kennis (practice based) in de kennisbeheerfunctie<br />

worden ondergebracht.<br />

Het kenniscentrum en de praktijkafdelingen van het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> vormen daarmee twee<br />

gelijkwaardige stromen in het cyclisch kennisproces<br />

van het instituut. In de bovenstaande illustratie<br />

is het kennisdomein van het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> schematisch weergegeven.<br />

De keuze voor het werken met drie programmalijnen<br />

heeft vanzelfsprekend verstrekkende<br />

gevolgen voor de inrichting van de organisatie.<br />

Doordat de programmalijnen als een soort<br />

‘satépen’ door de verschillende onderdelen van<br />

het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> heenlopen, wordt<br />

een doorlopend verkeer georganiseerd tussen het<br />

2. Professionaliseringsvraagstukken<br />

3. Stelsel- en<br />

ketenvraagstukken<br />

Kennisbeheer<br />

Kenniscentrum<br />

i.s.m.<br />

Internationaal<br />

kennisinstituut en de praktijkafdelingen, tussen<br />

evidence based en practice based kennis. In<br />

<strong>2008</strong> is met de vaststelling van drie programmalijnen<br />

de basis gelegd voor een matrixorganisatie.<br />

In 2009 zal de uitwerking daarvan haar<br />

beslag krijgen.<br />

21


22 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Kenniscentrum<br />

3<br />

Kenniscentrum<br />

De hoofdtaak van het kenniscentrum van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is de verzameling,<br />

validering, verrijking en verspreiding van publieke kennis over en voor de sector.<br />

Het kenniscentrum ontwikkelt zich tot de kennisbank voor de <strong>Nederlands</strong>e jeugdsector.<br />

Het vormt een brug tussen praktijk en theorie, door enerzijds bewezen inzichten te<br />

vertalen naar de praktijk en anderzijds impliciete praktijkkennis te systematiseren.<br />

Het uitgangspunt is het belang van kinderen en jongeren en de voorzieningen voor<br />

hen: geen wetenschap omwille van de wetenschap, maar kennis die ertoe doet voor de<br />

beroepspraktijk in de jeugdsector. Opdrachtgever is het ministerie van Jeugd en Gezin.<br />

De activiteiten van het kenniscentrum zijn<br />

georganiseerd langs drie lijnen, te weten<br />

‘instrumenten en interventies’; ‘professionalisering’<br />

en ‘keten- en stelselvraagstukken’. In deze<br />

lijnen zijn de belangrijkste kennisvragen over de<br />

kwaliteit van de sector geclusterd. Daarnaast zijn<br />

er twee algemene onderdelen van het kenniscentrum,<br />

namelijk de internationale kennisuitwisseling<br />

en de informatievoorziening.<br />

Praktijkinformatie over interventies, onderzoek<br />

en instrumenten wordt aangeboden via een<br />

drietal databanken: de Databank Instrumenten,<br />

Richtlijnen en Kwaliteitsstandaarden (DIRK), de<br />

Databank <strong>Nederlands</strong> Onderzoek Jeugd en<br />

Opvoeding (NOJO) en de Databank Effectieve<br />

Jeugdinterventies (DEI). De laatste databank<br />

bevat informatie over programma’s voor<br />

ondersteuning, preventie en behandeling die op<br />

zijn minst theoretisch goed onderbouwd zijn.<br />

Een onafhankelijke commissie beoordeelt deze<br />

interventies op effectiviteit, een logisch gevolg<br />

van het toenemend streven naar meer ‘bewezen<br />

effectief’ werken. De Erkenningscommissie<br />

Jeugdinterventies, geformeerd uit drie panels<br />

van deskundigen (jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg<br />

en jeugdwelzijn), bereikt in <strong>2008</strong> overeenstemming<br />

over één set van criteria voor de<br />

beoordeling van de ‘bewezen effectiviteit’ van<br />

deze interventies.<br />

Voor het kenniscentrum van het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> is <strong>2008</strong> ‘het jaar van de kennisdossiers’.<br />

Stond in het voorafgaande jaar nog de opbouw<br />

van het centrum en zijn databanken centraal, in<br />

<strong>2008</strong> steekt het kenniscentrum veel energie in de<br />

opbouw van dossiers rondom specifieke onderwerpen.<br />

Deze dossiers zijn voor iedereen via de<br />

website van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

toegankelijk. Ze bevatten rond de belangrijkste<br />

kennisthema’s alle beschikbare informatie over<br />

prevalentie, signalering, werkzame principes en<br />

interventies. Vaak geraadpleegd worden de<br />

dossiers over ADHD, Centra voor Jeugd en<br />

Gezin, gedragsstoornissen, kindermishandeling,<br />

effectiviteit van jeugdinterventies en opvoedvragen.<br />

Door de presentatie van deze uitgebreide en<br />

toegankelijke kennisdossiers worden uiteenlopende<br />

kennisvragen uit de samenleving en uit de<br />

beroepspraktijk op een samenhangende manier<br />

beantwoord.<br />

De ontwikkelingen in de jeugdzorg vragen om<br />

duidelijke competenties waarover beroepskrachten<br />

moeten beschikken. Ook moet duidelijk zijn<br />

hoe die competenties verworven kunnen worden<br />

in opleidingen en door bij- en nascholing, hoe ze<br />

gewaarborgd kunnen worden in het dagelijks<br />

werk en versterkt door beroepsverenigingen.<br />

Nu is er nog een uitval van één op de acht<br />

professionals in het eerste werkjaar.<br />

Het ‘Actieplan Professionalisering in de Jeugdzorg’<br />

wil beroepskrachten in de jeugdzorg een<br />

professioneel kader verschaffen waarbinnen zij<br />

hun taken kunnen vervullen. Daarvoor is het<br />

nodig de kwaliteiten van beroepskrachten onder<br />

te brengen in een beroepenstructuur en in<br />

beroepsregisters, verder te ontwikkelen in<br />

opleiding en bijscholing, te waarborgen door<br />

competentieontwikkeling en vanuit versterkte<br />

beroepsverenigingen te voorzien van een<br />

sanctioneerbare beroepscode. In <strong>2008</strong> zijn<br />

vanuit het actieplan vele activiteiten uitgevoerd<br />

door de projectpartners. Zo heeft Movisie in<br />

samenwerking met het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

twee profielen ontwikkeld voor beroepsvarianten<br />

in de jeugdzorg, te weten het profiel voor


<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Kenniscentrum<br />

de jeugdzorgwerker en het profi el voor de<br />

gedragswetenschapper in de jeugdzorg. De<br />

databank na- en bijscholing is in de steigers<br />

gezet. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is verantwoordelijk<br />

voor de programmacoördinatie en<br />

voor de ondersteuning van de stuurgroep van het<br />

actieplan.<br />

In <strong>2008</strong> gaat na de nodige voorbereiding het<br />

Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang en<br />

Onderwijs voor 0 tot 12-jarigen (ECO3) van start.<br />

ECO3 is een initiatief van het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong>, het SCO-Kohnstamm Instituut<br />

en Sardes. Het doel van dit expertisecentrum is<br />

het bevorderen, bundelen en verspreiden van<br />

kennis over de ontwikkeling en opvang van en<br />

onderwijs aan kinderen in de leeftijd van 0 tot 12<br />

jaar.<br />

Kennis uit wetenschappelijk onderzoek wordt vertaald<br />

naar de praktijk, zodat het toegankelijk wordt voor<br />

professionals en managers in de jeugdsector.<br />

ECO3 fungeert ook als verzamelplek voor<br />

praktijkgerichte onderzoeksvragen die in het<br />

werkveld leven en koppelt deze terug naar de<br />

wetenschap. Zo worden wetenschap, praktijk en<br />

beleid verbonden.<br />

De inhoudelijke verzorging van veel communicatiemiddelen<br />

van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

gebeurt door het kenniscentrum. Dat geldt voor<br />

de redactie van het verdiepingstijdschrift Jeugd<br />

en Co Kennis, voor het grootste deel van de<br />

website van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en<br />

ook voor de wekelijkse nieuwsbrief Jeugd, die<br />

inmiddels aan ruim 14.000 lezers wordt gemaild<br />

en daarmee het grootste nieuwsmedium voor de<br />

jeugdsector is in Nederland.<br />

In de programmering van het kenniscentrum is<br />

tot slot een beperkte ruimte gereserveerd om in<br />

te gaan op uiteenlopende vragen die ontstaan bij<br />

veldpartijen in de jeugdsector. In <strong>2008</strong> wordt<br />

bijvoorbeeld een boekje geschreven met als<br />

titel ‘Meer dan de som der delen, voorbeelden<br />

van succesvolle samenwerking tussen jeugdzorg<br />

en Jeugd-GGZ’.<br />

23


‘ Triple P hanteert een<br />

positieve benadering’<br />

Karin de Vries<br />

Hulpverlener Regionaal Ambulant Team<br />

bij jeugdhulpverleningsorganisatie Spirit<br />

in Amsterdam-Noord.


Karin de Vries is hulpverlener Regionaal Ambulant Team bij jeugdhulpverleningsorganisatie<br />

Spirit in Amsterdam-Noord.<br />

“De naam ‘Triple P’ staat voor positief pedago-<br />

gisch programma. Het oorspronkelijk Australische<br />

programma voor opvoedingsondersteuning is<br />

bedoeld voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar.<br />

Triple P is een laagdrempelig, integraal programma<br />

met als doel emotionele en gedragsproblemen bij<br />

kinderen te herkennen en competent ouderschap te<br />

bevorderen door een positieve benadering.<br />

Wat mij zo bevalt aan Triple P is dat het een basisprogramma<br />

is waarmee je meerdere kanten op<br />

kunt. Onze cliënten – ouders – worden in de regel<br />

doorverwezen door Bureau Jeugdzorg. Wij gaan dan<br />

kijken welke begeleiding het beste bij ze past. soms<br />

is een groepsprogramma beter, vaak worden ouders<br />

echter individueel begeleid.<br />

Centraal staat de omgang met het kind: heb je positief<br />

contact, hoe praat je met je kind, dat is de basis.<br />

Die aanpak geeft ouders zekerheid in de omgang<br />

met hun kinderen en dat geeft de kinderen ook weer<br />

houvast. Ouders worden weer voorspelbaar en dat<br />

geeft een veilig gevoel.<br />

Vaak is de situatie thuis geëscaleerd; wordt er niet<br />

‘Triple P is een laagdrempelig,<br />

integraal programma met als doel<br />

emotionele en gedragsproblemen<br />

bij kinderen te herkennen<br />

en competent ouderschap te<br />

bevorderen door een positieve<br />

benadering.’<br />

geluisterd en schreeuwen ouders en kinderen alleen<br />

nog maar naar elkaar. Met Triple P werken we aan<br />

het verbeteren van het onderlinge contact. Een<br />

kind met ADHD blijft ADHD hebben, maar we zien<br />

geregeld dat ouders beter in staat zijn ermee om te<br />

gaan. Dat geeft zekerheid en de positieve reacties<br />

zijn geweldig. We hebben er een aantal genoteerd<br />

in het kader van eff ectmeting: ‘Ik ga met een gerust<br />

hart naar bed en sta vrolijk weer op’, zei iemand. En:<br />

‘het geeft zo veel meer rust als ik niet schreeuw’. Of:<br />

‘de sfeer in huis is vele malen beter’.<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> verzorgt de training<br />

van hulpverleners die met het programma willen<br />

werken. Zelf werk ik er inmiddels een jaar of twee<br />

mee. Ik ben nog getraind door Australiërs, maar dat<br />

is nu dus verleden tijd. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

besteedt ook veel aandacht aan intervisie en<br />

de uitwisseling van ervaringen. Op die manier kan<br />

de methode voortdurend worden verbeterd en op de<br />

<strong>Nederlands</strong>e situatie worden toegespitst. De wisselwerking<br />

tussen het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en<br />

de praktijk is heel sterk, dat werkt prettig.”


‘ De wisselwerking tussen het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> en de praktijk is heel sterk,<br />

dat werkt prettig.’


‘ Het is geweldig om te zien<br />

dat deze aanpak werkt’<br />

Jurgen Hanemaaijer is een van de initiatiefnemers van Battle of the West.


‘ Het is belangrijk dat zij een geluid horen<br />

van hun eigen generatie.’


‘We proberen jongeren uit te dagen om te<br />

durven spreken waar iedereen zwijgt. We<br />

stimuleren zo een sfeer om te zeggen waar<br />

het aan schort en te vechten voor het leven<br />

van vrienden, klasgenoten en familie.’<br />

Jurgen Hanemaaijer is een van de initiatiefnemers<br />

van Battle of the West, een dansen<br />

drugspreventie-project in de regio Leiden<br />

dat jongeren wil mobiliseren om een cool<br />

dance-project neer te zetten.<br />

“Het oorspronkelijke idee is in 2006 ontstaan<br />

vanuit een kerk. Een groep Leidse jongeren wilde laten<br />

zien dat het ook mogelijk is om zonder drank en<br />

drugs te kunnen feesten en plezier te maken. Ik heb<br />

zelf een broertje dat met verslavingsproblemen te<br />

kampen heeft gehad. Dat heeft me enorm geraakt en<br />

aangezet om niet alleen te praten maar ook iets te<br />

doen. Het is belangrijk dat zij een geluid horen van<br />

hun eigen generatie. Het is mijn persoonlijke missie<br />

geworden om jongeren hiervoor te mobiliseren.<br />

De Battle of the West is inmiddels vijf keer hebben<br />

georganiseerd, volledig op vrijwillige basis. Iedereen<br />

die meedoet in de organisatie weet waarvoor we het<br />

doen en wordt uitgedaagd om zijn creatieve en artistieke<br />

talenten in te zetten. We proberen jongeren<br />

uit te dagen om te durven spreken waar iedereen<br />

zwijgt. We stimuleren zo een sfeer om te zeggen<br />

waar het aan schort en te vechten voor het leven van<br />

vrienden, klasgenoten en familie. Concreet doen we<br />

dit door een initiatief aan te bieden waarbij we een<br />

gezonde en coole standaard neerzetten en als het<br />

moet tegen de stroom ingaan. Dat is waar de Battle<br />

of the West om draait.<br />

De Battle of the West is daarom niet alleen een dans<br />

evenement, maar een veelzijdig preventieproject<br />

met activiteiten op school, op straat, in de stad en<br />

als creatief platform voor jongeren om zich te uiten.<br />

In dit initiatief worden we gesteund door verslavingszorginstelling<br />

Winnersway, stichting Voorkom,<br />

het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en Outreach Center<br />

Nederland.<br />

Vanaf 2007 worden we gesteund door Youth in<br />

Action, een subsidieprogramma van de Europese<br />

Commissie dat in Nederland wordt uitgevoerd door<br />

het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. In november <strong>2008</strong><br />

hebben we als project de European Drug Prevention<br />

Prize <strong>2008</strong> in ontvangst mogen nemen tijdens een<br />

Conferentie over het Europese drugsbeleid in de stad<br />

Warschau. Deze stimuleringsprijs werd uitgeloofd<br />

door de Pompidou Group, een afdeling van de Raad<br />

van Europa. Het is geweldig om te zien dat deze<br />

aanpak aanslaat onder jongeren en het stimuleert<br />

enorm om het initiatief op een hoger plan te<br />

brengen.”


32 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Educatie & Opvang<br />

4<br />

Educatie<br />

& Opvang<br />

De afdeling Educatie & Opvang werkt aan<br />

onderzoek, ontwikkeling en ondersteuning op<br />

het gebied van de pedagogische basisinfrastructuur.<br />

Het doel is de toerusting van professionals,<br />

die als medeopvoeders werken aan de<br />

gezonde, normale ontwikkeling en socialisatie<br />

van kinderen en jongeren en aan de condities<br />

die daarvoor nodig zijn. Deze professionals<br />

werken in peuterspeelzalen, (brede) scholen,<br />

de kinderopvang en het jeugdwelzijnswerk.<br />

De activiteiten van de afdeling zijn gericht<br />

op professionals en op stafmedewerkers en<br />

leidinggevenden, opleiders, overheden en organisaties<br />

die het werk van deze professionals<br />

ondersteunen.<br />

Educatie & Opvang richt zich er in <strong>2008</strong> vooral op<br />

om kennis van en voor de ene sector, bijvoorbeeld<br />

peuterspeelzalen, beschikbaar te maken voor andere<br />

sectoren, zoals kinderdagverblijven en de<br />

buitenschoolse opvang. Hiervoor verstrekt het<br />

ministerie van OCW subsidie. De afdeling<br />

ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de<br />

praktijk, op basis van materialen van het<br />

programma Kaleidoscoop twee trainershandleidingen<br />

en dvd’s voor kinderdagverblijven en<br />

buitenschoolse opvang. De speelzaaltraining<br />

Laten spelen is een vak is geschikt gemaakt voor<br />

kindercentra. De uitgave Pedagogische kwaliteit<br />

op orde is toegeschreven naar de peuterspeelzaalpraktijk<br />

en het materiaal van Werken aan<br />

welbevinden is aangevuld met een train-de-trainersmap.<br />

Met dergelijke werkzaamheden draagt<br />

de afdeling bij aan wederzijds begrip, het gebruik<br />

van eenzelfde terminologie en toegang tot<br />

dezelfde methoden. Dit is niet alleen van belang<br />

in het kader van de harmonisatie tussen<br />

kinderopvang en speelzaalwerk, maar versterkt<br />

ook de positie van de sector ten opzichte van<br />

(toekomstige) samenwerkingspartners in<br />

onderwijs en jeugdwelzijn.<br />

Door middel van onderzoek, ontwikkeling en<br />

ondersteuning draagt Educatie & Opvang in<br />

<strong>2008</strong> verder bij aan kwaliteitsontwikkeling op<br />

een aantal terreinen. Voorbeelden van opdrachten<br />

in <strong>2008</strong> wordt hieronder weergegeven.<br />

Eén van die terreinen is de brede school.<br />

Educatie & Opvang treedt in de gemeente Almere<br />

op als ‘keurmeester brede school’ om de<br />

kwaliteitsontwikkeling van brede scholen te<br />

stimuleren en beschrijft met subsidie van het<br />

ministerie van OCW de samenhang tussen<br />

buitenschoolse opvang en onderwijs in de<br />

publicatie School met vijf O’s.<br />

Een ander terrein is kinderopvang. In opdracht<br />

van de oudervereniging Balans ontwikkelt het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> een publicatie en een<br />

training over omgaan met lastig gedrag in de<br />

buitenschoolse opvang. Voor gastouderondernemers<br />

voert Educatie & Opvang een vooronderzoek<br />

uit naar een geschikt kindvolgsysteem<br />

(Thuishuis, Groningen) en ontwikkelt een<br />

lespakket voor franchise-bemiddelingsmedewerkers<br />

en gastouders (Berend Botje, Hoorn).<br />

Educatie & Opvang levert een bijdrage aan het<br />

versterken van de pedagogische kwaliteit van<br />

handelen in de vorm van themabijeenkomsten<br />

voor pedagogisch medewerkers en ouders (SKPC<br />

Culemborg) en een beschrijving van het ontwikkeltraject<br />

Pedagogisch Kookboek (Kinderstad<br />

Tilburg).


Op het terrein van voor- en vroegschoolse<br />

educatie voert Educatie & Opvang in opdracht<br />

van de gemeente Oss een evaluatie uit van opvoedingsprogramma’s.<br />

Samen met bureau Sardes<br />

maakt het instituut een inventarisatie van<br />

programma’s en interventies rond ontwikkelingsstimulering<br />

en opvoedingsondersteuning<br />

voor allochtone kinderen en hun ouders.<br />

Een laatste aandachtsgebied van Educatie & Opvang,<br />

hier genoemd, is het jeugdwelzijnswerk. In dat kader<br />

is een methodiekbeschrijving gemaakt van de<br />

huiskameractiviteiten in de brede school van<br />

welzijnsorganisatie Tandem in Nijmegen. In<br />

opdracht van de gemeente Utrecht, die advies wil<br />

over vergroting van de effectiviteit van het<br />

jongerenwerk en het maatschappelijk rendement<br />

daarvan, werkt het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

mee aan de visitatiecommissie jongerenwerk.<br />

Voorts verzorgt Educatie & Opvang in <strong>2008</strong><br />

inleidingen, workshops en trainingen over onder<br />

andere de buitenschoolse opvang, brede school,<br />

werken met baby’s, Kaleidoscoop, Stap-programma’s,<br />

kindvolginstrumenten en pedagogisch<br />

denken en doen voor gastouders. Ook is een<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Educatie & Opvang<br />

aanbod van training en intervisie gestart voor de<br />

Vervolginspectie Pedagogisch Domein (GGD<br />

Nederland). Op 18 november organiseert<br />

Educatie & Opvang het congres Opgroeien doe je<br />

samen. Het congres gaat in op de samenwerking<br />

tussen alle mensen die betrokken zijn bij de<br />

opvoeding van kinderen. Samenwerking om voor<br />

kinderen zo veel mogelijk kansen te creëren en te<br />

zorgen dat zij hun talenten optimaal kunnen<br />

ontwikkelen.<br />

Tot september <strong>2008</strong> is de ontwikkeling van en<br />

training voor de programma’s Kaleidoscoop en<br />

Stap ondergebracht bij de afdeling Educatie &<br />

Opvang. Daarna is de uitvoering van deze en<br />

andere trainingen overgeheveld naar de afdeling<br />

Programma-implementatie & Training.<br />

De uitvoering van activiteiten van de afdeling<br />

Educatie & Opvang gebeurt in samenhang met<br />

andere activiteiten van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

op het gebied van de pedagogische<br />

basisinfrastructuur zoals de samenstelling van<br />

themadossiers, kenniskringen, nieuwsbrieven en<br />

studiedagen.<br />

33


34 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jeugdzorg & Opvoedhulp<br />

5<br />

Jeugdzorg & Opvoedhulp<br />

De afdeling Jeugdzorg & Opvoedhulp richt zich als afdeling voor onderzoek, ontwikkeling en<br />

ondersteuning van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> op kennisontwikkeling en kennisimplementatie.<br />

Het accent ligt op de ondersteuning van preventieve activiteiten en curatieve hulp door Centra<br />

voor Jeugd en Gezin, de jeugdgezondheidszorg, buurtnetwerken, bureaus jeugdzorg en zorgaanbieders<br />

voor jeugdigen en hun ouders. De afdeling Jeugdzorg & Opvoedhulp helpt met praktijkontwikkeling,<br />

onderzoek, innovatie, ondersteuning, opleiding en training. Daarnaast wordt<br />

vaak hulp gevraagd bij regionale samenwerking en regionale aanpassing van effectief gebleken<br />

methodieken of landelijk beschikbare kennis. Opdrachtgevers zijn onder meer ministeries, onderzoeksinstellingen,<br />

jeugdzorginstellingen, GGD’s, thuiszorgorganisaties en gemeenten.<br />

De ambitie van de afdeling is om in het verlengde<br />

van de missie van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

de spin in het web te zijn tussen praktijk,<br />

opleiding, wetenschap en beleid. In <strong>2008</strong> komt<br />

de realisatie van die ambitie een stap dichterbij.<br />

De medewerkers van de afdeling beschikken over<br />

een grote deskundigheid en hebben een hoog<br />

ambitieniveau. Als gevolg hiervan levert de<br />

afdeling producten met een hoge kwaliteit. In<br />

<strong>2008</strong> wordt een groot aantal opdrachten<br />

binnengehaald, zonder dat het nodig blijkt<br />

daarvoor actief te werven.<br />

In de opdrachtportefeuille van Jeugdzorg &<br />

Opvoedhulp is de verscheidenheid groot. Er<br />

worden veel opdrachten met een beperkte<br />

omvang verstrekt door zorginstellingen en<br />

gemeenten. Dit resulteert in een versnippering<br />

van het takenpakket van medewerkers en een<br />

verhoudingsgewijs grote administratieve druk. In<br />

2009 zal meer aandacht worden gegeven aan<br />

gerichte acquisitie en oriëntatie op de markt.<br />

Enkele opdrachten die illustratief zijn voor het<br />

werkterrein van de afdeling worden hieronder<br />

beschreven.<br />

Eén van de grotere projecten in <strong>2008</strong> is de<br />

ondersteuning door het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

van de landelijke invoering van het actieplan tegen<br />

kindermishandeling volgens de RAAK-aanpak.<br />

De rijksoverheid vraagt 35 centrumgemeenten<br />

om sluitende afspraken te maken tussen lokale<br />

en regionale partners over de aanpak van<br />

kindermishandeling en om professionals actief<br />

een programma van training en scholing aan te<br />

bieden. Het programmaministerie voor Jeugd en<br />

Gezin geeft het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

opdracht om de regio’s te ondersteunen bij de<br />

invoering van de RAAK-aanpak. De kern van<br />

deze aanpak behelst een betere kennis van de<br />

signalen van kindermishandeling, een betere<br />

samenwerking en alerter optreden. Instellingen<br />

die met ouders en kinderen werken, moeten hun<br />

werkwijze zo aanpassen, verbeteren en aanvullen<br />

dat een effectieve aanpak van kindermishandeling<br />

een reële optie wordt. Het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> doet onder meer onderzoek,<br />

ontwikkelt instrumenten, verzorgt trainingen en<br />

scholing en begeleidt de regionale implementatie.<br />

In juni <strong>2008</strong> vindt in Ede het tweede Nationaal<br />

Congres Opvoedingsondersteuning plaats met als<br />

titel ‘Opvoedhulp om de hoek’. Het congres is<br />

gericht op opvoedings- en gezinsondersteuning<br />

op gemeentelijk niveau en trekt zo’n zeshonderd<br />

bezoekers.<br />

De zorgaanbieders in Amsterdam en de stadsregio<br />

vragen het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en<br />

adviesbureau Van Montfoort om een aantal<br />

werksoorten en zorgprogramma’s door te lichten<br />

op effectiviteit. Met een onderzoek naar enkele<br />

laatste programma’s komt in <strong>2008</strong> een einde aan<br />

dit project. Ook andere provincies en zorgaanbieders<br />

verzoeken het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

om ondersteuning bij het verhogen van de<br />

effectiviteit van hun zorgaanbod. Zo voert het


<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> projecten uit op dit<br />

terrein bij zorgaanbieder Yorneo in Drenthe,<br />

XONAR in Zuid-Limburg en FlexusJeugdplein in<br />

Rotterdam. In opdracht van de provincie Utrecht<br />

start het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> een project<br />

om met de zeven zorgaanbieders in de provincie<br />

een deel van het zorgaanbod te beschrijven en<br />

van een theoretische onderbouwing te voorzien.<br />

Er worden 28 modules geselecteerd en in drie<br />

workshops leren gedragswetenschappers hoe de<br />

beschrijving aan te pakken volgens de systematiek<br />

van de Databank Effectieve Jeugdinterventies.<br />

Het beschrijven en onderbouwen van zorgaanbod<br />

levert een flinke kwaliteitsslag op, onder andere door<br />

het zorgaanbod te vergelijken met kennis over<br />

soortgelijke erkende interventies.<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jeugdzorg & Opvoedhulp<br />

Samen met instellingen voor jeugdgezondheidszorg<br />

en de Stichting AIT wordt in <strong>2008</strong> de<br />

methodiek ‘Kortdurende videohometraining’<br />

doorontwikkeld. De implementatie gebeurt in de<br />

vorm van een handleiding ter ondersteuning van<br />

gezinnen met jonge kinderen. Een ander<br />

voorbeeld van methodiek- en interventieontwikkeling<br />

vind plaats op verzoek van de gemeente<br />

Almere. Samen met professionals in die gemeente<br />

wordt de functie zorgcoördinatie beschreven<br />

en toegepast, evenals een uitvoeringshandleiding<br />

en trainingsprogramma ontworpen. Het resultaat<br />

is onder meer de ‘Handleiding coördinatie van<br />

zorg voor de JGZ in Almere’. Deze handleiding<br />

dient nadien ook als input voor een landelijk<br />

traject waarin alle betrokkenen consensus<br />

bereiken over de invulling en positionering van<br />

de functie coördinatie van zorg in het kader van<br />

de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin.<br />

In januari <strong>2008</strong> vind voor de vierde keer het<br />

congres ‘Jeugdzorg in Onderzoek’ plaats. Het<br />

congres wordt voor het eerst georganiseerd door<br />

het programmaministerie voor Jeugd en Gezin<br />

samen met de drie kennisinstituten <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong>, ZonMw en RIVM. Het congres is<br />

ditmaal niet alleen gericht op de jeugdzorg, maar<br />

op alle zorg voor jeugd. Van preventie en<br />

vroegsignalering door de jeugdgezondheidszorg<br />

en het onderwijs, tot en met de behandeling en<br />

nazorg door de jeugdzorg, de jeugd-ggz en de<br />

jeugd-lvg. Nog nooit was de belangstelling zo<br />

groot, wat bewijst dat het onderwerp volop leeft<br />

in de sector.<br />

35


36 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Onderwijs en Jeugdzorg<br />

6<br />

Onderwijs &<br />

Jeugdzorg<br />

De afdeling Onderwijs & Jeugdzorg, één<br />

van de drie afdelingen van het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> voor onderzoek, ontwikkeling<br />

en ondersteuning, stimuleert en ondersteunt<br />

structurele samenwerking tussen Onderwijs &<br />

Jeugdzorg. Deze samenwerking verbetert de<br />

hulpverlening aan leerlingen met psychosociale<br />

problemen en aan hun opvoeders.<br />

Zorg- en adviesteams (ZAT’s) vervullen een<br />

centrale rol in de zorgstructuur van het onderwijs.<br />

ZAT’s zijn interdisciplinaire teams van<br />

professionals uit het onderwijs, de jeugdzorg, de<br />

gezondheidszorg, het maatschappelijk werk, van<br />

politie en leerplichtambtenaren. Het kabinet<br />

streeft naar een landelijke dekking van goed<br />

functionerende ZAT’s zodat vroegtijdige<br />

signalering, preventie en effectieve hulp<br />

gewaarborgd zijn en kinderen en jeugdigen de<br />

zorg krijgen die ze nodig hebben. De afgelopen<br />

jaren is aanzienlijke vooruitgang geboekt op dit<br />

terrein. Zo heeft nu 95% van de scholen in het<br />

voortgezet onderwijs een ZAT. Nut en noodzaak<br />

zijn inmiddels onomstreden.<br />

Goed functionerende ZAT’s leiden tot een betere<br />

probleemtaxatie, goede zorg in en rond de school, en<br />

een snellere en effectievere toeleiding naar<br />

voorzieningen binnen de jeugdzorg of naar<br />

andere schooltypen. Omdat een zorg- en<br />

adviesteam nadrukkelijk kijkt naar kind en gezin<br />

levert het een aandeel in de vergroting van de<br />

betrokkenheid van ouders met het onderwijs.<br />

In <strong>2008</strong> ligt het accent op verbetering van de<br />

kwaliteit. In april verschijnen de resultaten en<br />

conclusies van het programma Intensivering<br />

Kwaliteit Zorg- en adviesteams (IKZ-programma),<br />

uitgevoerd op eenentwintig locaties in het<br />

primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar<br />

beroepsonderwijs. Het belangrijkste doel<br />

van dit programma is het ontwikkelen en<br />

beschrijven van een kwaliteitskader voor de<br />

ZAT’s. Dat kwaliteitskader gaat in op doelen en<br />

prestaties, functies, werkprocessen en voorwaarden.<br />

Hieruit zijn de kwaliteitscriteria afgeleid,<br />

die in samenwerking met de uitvoeringspraktijk<br />

zijn vertaald in referentiemodellen voor de<br />

verschillende onderwijsvormen, elk voorzien van<br />

taakprofielen voor de deelnemers aan een ZAT en<br />

een checklist voor de kwaliteit van het ZAT. Deze


instrumenten bieden houvast voor kwaliteitsverbetering<br />

en kunnen worden benut bij evaluatie,<br />

monitoring en verdere professionalisering.<br />

Met de opzet van een landelijk steunpunt voor<br />

zorg- en adviesteams in september <strong>2008</strong> en met<br />

hulp van het bovengenoemde kwaliteitskader<br />

zet het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> er de komende jaren<br />

op in dat overal in Nederland ZAT’s functioneren en dat<br />

bestaande ZAT’s nog beter functioneren.<br />

Het steunpunt onderhoudt daarom intensieve<br />

contacten met meer dan tweehonderd samenwerkingsverbanden<br />

in het primair onderwijs,<br />

ruim tachtig samenwerkingsverbanden in het<br />

voortgezet onderwijs en de negen kenniskringen<br />

vanuit het middelbaar beroepsonderwijs,<br />

waarvan de zeventig deelnemende onderwijsinstellingen<br />

samen zo’n veertig procent van de<br />

<strong>Nederlands</strong>e beroepsbevolking opleiden. Het<br />

streven naar landelijke dekking staat eveneens in<br />

een brief aan de Tweede Kamer van juni <strong>2008</strong><br />

van de minister voor Jeugd en Gezin en de<br />

staatssecretarissen voor Onderwijs, Cultuur en<br />

Wetenschap.<br />

Goede schoolprestaties van leerlingen vergen<br />

niet alleen aandacht voor individuele problemen,<br />

maar ook voor het scheppen van een veilig<br />

schoolklimaat.<br />

Enkele tragische incidenten op <strong>Nederlands</strong>e scholen<br />

hebben de afgelopen jaren de aandacht voor sociale<br />

veiligheid op school sterk vergroot.<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Onderwijs en Jeugdzorg<br />

Om scholen te ondersteunen in het scheppen van<br />

een veilige leeromgeving starten in de laatste<br />

maanden van <strong>2008</strong> de Kwaliteitsteams Veiligheid.<br />

Deze teams zijn ondergebracht bij het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en bestaan uit<br />

deskundigen die scholen helpen om sociale<br />

veiligheid in beeld te krijgen en te verbeteren.<br />

Deze deskundigen zijn afkomstig van het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>, maar ook van het<br />

Centrum voor Criminaliteitspreventie en<br />

Veiligheid en vanuit Halt. Ruim dertig scholen<br />

hebben in de aanloopfase de teams ingeschakeld.<br />

Een derde aandachtsveld van de afdeling<br />

Onderwijs & Jeugdzorg bestaat uit de reboundvoorzieningen.<br />

Een reboundvoorziening biedt<br />

leerlingen die in het reguliere voortgezet<br />

onderwijs grensoverschrijdend gedrag vertonen<br />

een programma met als doel zo snel mogelijk de<br />

schoolloopbaan binnen het reguliere onderwijs<br />

weer te vervolgen. Het reboundprogramma<br />

wordt veelal op een aparte reboundlocatie tijdens<br />

schooluren aangeboden. Het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> is nauw betrokken bij de start van<br />

reboundvoorzieningen in 2005 en biedt sindsdien<br />

een door het ministerie van OCW gefinancierd<br />

ondersteuningsprogramma. In <strong>2008</strong> wordt<br />

deze ondersteuning onder meer aangeboden<br />

door een helpdesk, door een webbased applicatie<br />

Rebound Online en door de start van kenniskringen<br />

in de vijf regio’s in het voorjaar van <strong>2008</strong>.<br />

37


‘ Zodra je over verbetering begint<br />

te praten, zie je al resultaat’<br />

Aly de Jong<br />

Manager programmakwaliteit bij Yorneo, jeugdzorgaanbieder in de provincie Drenthe.


Aly de Jong is manager programmakwaliteit bij Yorneo,<br />

jeugdzorgaanbieder in de provincie Drenthe.<br />

“Wat Yorneo betekent? De naam op zich eigenlijk niets, het gaat er meer om welke<br />

betekenis wij eraan geven. We zochten een naam waarmee we ons konden onderscheiden<br />

van andere aanbieders op het gebied van de jeugdzorg. De naam inspireert in ieder<br />

geval tot creatieve uitwerkingen. Je kunt het zien als Yor Neo: you’re new. Je hoort er ook<br />

journey in, in de betekenis van een reis. Yorneo biedt hulp aan kinderen, jongeren en hun<br />

ouders of verzorgers bij opvoed- en ontwikkelingsproblemen.<br />

We werken vanuit een aantal gerichtheden. Eén daarvan is onze systemische manier van<br />

werken. Wij beschouwen het kind nooit op zichzelf, maar altijd in de context van ouders,<br />

school, thuis en vrienden.<br />

Jaarlijks bieden wij hulp aan meer dan 1.600 kinderen, jongeren en hun gezin. Er werken<br />

meer dan 400 medewerkers bij Yorneo, waaronder pedagogisch medewerkers, gezinshulpverleners,<br />

trainers, systeemtherapeuten, orthopedagogen en gz-psychologen, maatschappelijk<br />

werkers en een kinder- en jeugdpsychiater. Daarmee werkt Yorneo vraaggericht,<br />

netwerkgericht, oplossingsgericht en resultaatgericht aan oplossingen voor het gezinssysteem,<br />

uitgaande van de specifi eke situatie van het kind.<br />

Wij hebben onze visie samengevat in drie onderling verbonden gedragsregels. Een: als iets<br />

(beter) werkt, doe er méér van. Twee: als iets niet werkt, stop er dan mee en probeer iets<br />

anders, en drie: als iets werkt, leer het aan en van de ander.<br />

Met het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> werken we samen aan continue eff ectiviteitsverbetering.<br />

De jeugdzorg staat niet bekend om haar onderzoekstraditie, maar het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> helpt ons geweldig met de beschrijving en de theoretische onderbouwing<br />

van methodieken. Daarin gaan zij heel pragmatisch te werk; zij kijken zorgvuldig naar wat<br />

er al is en werken vanuit die basis samen met onze teams aan verbetering.<br />

Dat heeft al geleid tot goed beschreven behandelprogramma’s voor Intensieve Orthopedagogische<br />

Gezinsbegeleiding, het Medisch Kinderdagcentrum en programma’s voor<br />

jongeren van verschillende leeft ijdsgroepen. Het prettige is, zodra je met het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> over verbetering begint te praten, merk je al resultaten.”<br />

‘ Wij beschouwen het kind nooit op zichzelf,<br />

maar altijd in de context van ouders, school,<br />

thuis en vrienden.’


‘ De jeugdzorg staat niet bekend om haar onderzoekstraditie, maar het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> helpt ons geweldig met de beschrijving en<br />

de theoretische onderbouwing van methodieken.‘


‘ Een werkbare mix van<br />

theorie en praktijk’<br />

Annemiek van Woudenberg<br />

Zelfstandig adviseur<br />

(betrokken bij de ontwikkeling van enkele Centra voor Jeugd en Gezin)


‘Een convenant van samenwerking in een CJG<br />

tekenen is iets anders dan er professionals laten<br />

samenwerken. Hierin biedt het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> deskundige ondersteuning.’


‘ De meeste gemeenten<br />

zijn enthousiast over<br />

het idee van de Centra<br />

voor Jeugd en Gezin,<br />

maar inhoudelijk<br />

ontbreekt soms de<br />

kennis om het voor<br />

elkaar te krijgen.’<br />

Annemiek van Woudenberg is als zelfstandig<br />

adviseur betrokken bij de ontwikkeling<br />

van enkele Centra voor Jeugd en Gezin.<br />

“Ik heb lang als jeugdarts bij de GGD gewerkt en<br />

ben vanaf 2002 betrokken geraakt bij de opzet en<br />

ontwikkeling van Ouder- en Kindcentra in Amsterdam.<br />

Ouder- en Kindcentra zijn de voorlopers van de<br />

Centra voor Jeugd en Gezin.<br />

Drie jaar geleden ben ik voor mezelf begonnen. Mijn<br />

inhoudelijke achtergrond stelt me in staat om de totstandkoming<br />

van Centra voor Jeugd en Gezin vanuit<br />

een solide basis te ondersteunen. In alle <strong>Nederlands</strong>e<br />

gemeenten moeten deze CJG’s komen. Momenteel<br />

help ik bij de opzet van de CJG’s in Hilversum en<br />

Haarlemmermeer.<br />

Het CJG is bedoeld voor ouders, kinderen en jongeren<br />

tot 23 jaar en ook voor professionals. Wie vragen<br />

heeft of advies wil over de opvoeding en ontwikkeling<br />

en gezondheid van kinderen en jeugdigen kan<br />

hier terecht. De centra bieden advies, ondersteuning<br />

en hulp op maat. Ook als het om complexere vragen<br />

gaat. Mocht dat nodig zijn, dan verwijzen de centra<br />

je door naar de juiste hulpverlener of instantie.<br />

De meeste gemeenten zijn enthousiast over het idee<br />

van de Centra voor Jeugd en Gezin, maar inhoudelijk<br />

ontbreekt soms de kennis om het voor elkaar te<br />

krijgen. Een convenant van samenwerking in een<br />

CJG tekenen is iets anders dan er professionals laten<br />

samenwerken. Hierin biedt het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

deskundige ondersteuning. Het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> vind ik een integere en professionele<br />

club die juist die verbinding tussen beleid en praktijk<br />

maakt: een werkbare mix van praktische handreikingen<br />

en theoretische onderbouwing.<br />

Ik denk wel dat de CJG’s door het hele land er<br />

komen, ook na deze kabinetsperiode. Het wordt nu<br />

goed neergezet en er is al wetgeving rondom de<br />

Centra. Maar er is nog veel werk te doen. Natuurlijk<br />

zullen er voorlopig kwaliteitsverschillen zijn, maar<br />

zolang daar consequent aandacht voor is, lost zich<br />

dat in de toekomst wel op.”


46 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Programma-implementatie & Training<br />

7<br />

Programma-<br />

implementatie<br />

& Training<br />

Om optimale ondersteuning te kunnen bieden bij de<br />

verspreiding en implementatie van effectief gebleken<br />

programma’s start het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in<br />

<strong>2008</strong> met een aparte afdeling voor deze taak. Eerst onder<br />

de naam Trainingen, Opleidingen en Programma’s, later<br />

wordt de naam veranderd in Programma-implementatie<br />

& Training (PiT). De naamsverandering markeert de overgang<br />

van een ondersteunende afdeling naar een afdeling<br />

die wil bijdragen aan de jeugdsector als een collectief<br />

lerend systeem door het aanreiken van implementatiekennis.<br />

Daarbij voedt PiT de sector enerzijds met goede<br />

interventies en programma’s, en anderzijds stelt zij hen<br />

in staat om als coproducent bij te dragen aan de verdere<br />

ontwikkeling van de sector.<br />

In de afdeling zijn activiteiten samengebracht die<br />

voorheen vanuit verschillende afdelingen werden<br />

verzorgd. Door deze activiteiten onder te<br />

brengen in een afdeling en te organiseren vanuit<br />

een heldere visie geeft het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

uitvoering aan één van de aanbevelingen<br />

uit het NJi-rapport Ontwikkeling en borging<br />

jeugdinterventies uit januari <strong>2008</strong>. Die aanbeveling<br />

is de oprichting van een landelijk steunpunt<br />

om jeugdinterventies van goede kwaliteit zo<br />

breed mogelijk beschikbaar te stellen tegen de<br />

laagst mogelijke kosten. Zo’n steunpunt is één<br />

van de taken van Programma-implementatie &<br />

Training. Op die manier bundelt het NJi de<br />

deskundigheid om kennisoverdracht efficiënt en<br />

professioneel aan te pakken.<br />

PiT zorgt voor de promotie, facilitering en<br />

uitvoering van bestaande trainingen en programma’s<br />

als Kaleidoscoop, Triple P, Stapprogramma’s,<br />

Communities that Care en train-de-trainerprogramma’s<br />

als Werken met baby’s. Voor al<br />

deze producten is behoefte aan vergelijkbare<br />

faciliteiten, zoals het inhuren van trainers, de<br />

productie van ondersteunende middelen, het<br />

uitbrengen van offertes en het regelen van<br />

accommodatie. Daarnaast is het in de markt<br />

zetten en houden van deze programma’s, die<br />

geen subsidie meer krijgen, een belangrijk<br />

aandachtspunt. Er is vaak nauwelijks budget te<br />

vinden voor implementatie, doorontwikkeling,<br />

borging en monitoring, terwijl dat wel nodig is<br />

om zo’n programma up-to-date te houden. PiT<br />

maakt zich hiervoor sterk.<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> ondersteunt in<br />

Nederland de invoering van Triple P (Positief<br />

Pedagogisch Programma). Dit is een Australisch<br />

ondersteuningsprogramma voor ouders met als<br />

doel emotionele en gedragsproblemen bij<br />

kinderen te voorkomen en te verminderen. Triple<br />

P is een veelomvattend programma vanwege de<br />

multimodale en ketenaanpak. In die zin onderscheidt<br />

Triple P zich van programma’s voor<br />

opvoedondersteuning die één enkele interventie<br />

omvatten.<br />

De integrale aanpak maakt Triple P een aantrekkelijk<br />

programma voor gebruik in Centra voor Jeugd en Gezin.<br />

Eind <strong>2008</strong> zijn er 1.840 professionals getraind<br />

en twintig gemeenten en zorginstellingen<br />

werkzaam met Triple P. Daarnaast zijn er tien<br />

gemeenten in oriëntatie of voorbereiding op<br />

implementatie van Triple P.<br />

Kaleidoscoop is een educatieve methode voor<br />

jonge kinderen, een effectief gebleken programma<br />

voor voor- en vroegschoolse educatie. Tot de<br />

hoogtepunten in <strong>2008</strong> behoren onder meer de<br />

uitvoering van een intensief en succesvol<br />

train-de-trainersproject voor Kaleidoscoop op de<br />

<strong>Nederlands</strong>e Antillen, alsmede de eerdergenoemde<br />

ontwikkeling van trainingsmaterialen voor


Kaleidoscoop in kinderdagverblijven en in de<br />

buitenschoolse opvang. Daarnaast is het boek<br />

‘Op het puntje van je stoel’ geschreven over<br />

Kaleidoscoop in groep drie en verder.<br />

Doordat de Stapprogramma’s nu ook uit geld<br />

voor voor- en vroegschoolse educatie mogen<br />

worden gefinancierd, neemt de belangstelling<br />

voor Instapje, Opstapje en Opstap in <strong>2008</strong> toe.<br />

Ook is er in <strong>2008</strong> een zeer succesvolle landelijke<br />

dag voor zo’n 130 contactmedewerksters.<br />

Internationaal zitten de programma’s eveneens<br />

in de lift, zoals blijkt uit de belangstelling voor<br />

Instapje in België en Opstapje in Duitsland,<br />

Zwitserland en Roemenie.<br />

De inhoudelijke ontwikkeling van het thematisch<br />

ouderprogramma TOP voor ouders met peuters<br />

is in <strong>2008</strong> afgerond. Er verschijnen veertien<br />

themaboekjes met activiteiten voor thuis. De<br />

thema’s – zoals huis, herfst en kleding – en<br />

inhoud sluiten aan bij effectieve vve-programma’s<br />

Kaleidoscoop en Piramide. Er is inmiddels<br />

een handleiding voor uitvoerders. Er is veel<br />

belangstelling om TOP uit te voeren. De afdeling<br />

PiT beantwoordt veel vragen en verzorgt<br />

workshops. Een projectplan, onderzoeksaanvraag<br />

en curriculum worden gemaakt om TOP<br />

ook te ontwikkelen voor ouders met kleuters.<br />

De komst van de nieuwe afdeling brengt voor het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> een verschuiving van<br />

werk en medewerkers met zich mee. De afdeling<br />

bestaat eind <strong>2008</strong> uit 16 medewerkers (begin<br />

<strong>2008</strong>: 5 medewerkers). Programma’s en bij de<br />

uitvoering betrokken medewerkers worden<br />

ondergebracht bij of ingehuurd door PiT.<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Programma-implementatie & Training<br />

Vanuit het publieke profiel van het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> werkt PiT weliswaar marktgericht, maar<br />

alleen kostendekkend en zonder winstoogmerk.<br />

PiT vervult ook de steunfunctie voor het<br />

Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg<br />

Nederland (SEJN). Het SEJN heeft als doel het<br />

bevorderen van effectiviteit in de jeugdzorg. PiT<br />

organiseert hiertoe workshops, beheert de<br />

website, vormt het contactadres en verzorgt<br />

uitwisselingsbijeenkomsten.<br />

Na de opzet van de afdeling in <strong>2008</strong>, zal in 2009<br />

op volle kracht gewerkt worden aan de verdere<br />

uitbouw van de afdeling door implementatiekennis<br />

en ondersteuning aan te bieden aan<br />

werkveld en overheden als onderdeel van de<br />

kennis cyclus.<br />

47


48 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Internationaal<br />

8<br />

Internationaal<br />

Kennis en expertise over jeugdbeleid in het buitenland<br />

worden binnen het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> gebundeld in<br />

de afdeling Internationaal. Die bundeling van deskundigheid,<br />

ervaringen en contacten is een voordeel gebleken, nu<br />

het <strong>Nederlands</strong> jeugdbeleid steeds vaker een internationale<br />

oriëntatie krijgt. Zo leidt de oprichting van de Centra voor<br />

Jeugd en Gezin tot veel belangstelling voor vergelijkbare<br />

voorzieningen in andere landen, en de lessen die uit de ervaringen<br />

elders getrokken kunnen worden. Daarnaast ontstaat<br />

in het <strong>Nederlands</strong>e jeugdbeleid steeds meer aandacht voor<br />

de gezonde ontwikkeling van jongeren en de benutting van<br />

aanwezige talenten. Ook deze verbreding doet de behoefte<br />

ontstaan aan kennis over ervaringen en goede voorbeelden<br />

uit het buitenland.<br />

Zo nemen in november <strong>2008</strong> gemeentelijke<br />

bestuurders en beleidsmedewerker deel aan een<br />

training en een daaraan gekoppelde studiereis<br />

naar Brussel over het Europese jeugdbeleid. De<br />

Europese ervaringen met maatschappelijke<br />

ondersteuning, vrijwilligerswerk, participatie en<br />

jeugdbeleid staan centraal. In mei organiseert<br />

het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> op verzoek van<br />

het programmaministerie voor Jeugd en Gezin<br />

een studiebezoek naar Finland over de ervaringen<br />

in dat land met Centra voor Jeugd en Gezin.<br />

Over hetzelfde thema vindt in september een<br />

expertmeeting plaats met professionals uit<br />

Nederland, Engeland, Finland en Duitsland. Een<br />

vergelijkbare kennisuitwisseling is er ook over de<br />

thema’s diversiteit en gezinsbeleid.<br />

Naast deze kennisfunctie biedt de internationale<br />

afdeling van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> de<br />

mogelijkheid om deel te nemen aan internationale<br />

activiteiten. De internationale afdeling<br />

verstrekt daartoe via de Eurodesk informatie<br />

over internationale beleidsontwikkelingen en<br />

(subsidie)mogelijkheden voor jongeren en hun<br />

organisaties. De afdeling Internationaal voert<br />

ook subsidieprogramma’s uit voor internationale<br />

jongerenactiviteiten en kennisuitwisseling. De<br />

betrokkenheid met het programma Youth in<br />

Action brengt het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in<br />

contact met een waardevol netwerk van organisaties<br />

in dertig programmalanden.<br />

Youth in Action is een programma van de<br />

Europese Commissie, dat tot 2013 wordt<br />

uitgevoerd door het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />

Jongeren kunnen in de Europese context eigen<br />

projecten ontwikkelen, meedoen aan een<br />

groepsuitwisseling of voor langere tijd als<br />

vrijwilliger naar het buitenland. Het programma<br />

richt zich tevens op professionals in de jeugdsector<br />

en biedt mogelijkheden voor training en<br />

kennisuitwisseling. Voor Nederland is jaarlijks<br />

drie miljoen euro beschikbaar voor ongeveer<br />

3.500 jongeren. Uit een onderzoek van de<br />

Europese Commissie in <strong>2008</strong> blijkt dat jongeren<br />

betere sociale vaardigheden en meer begrip voor<br />

andere culturen krijgen door deelname aan<br />

Europese jongerenprojecten.<br />

Het vergroot bovendien hun kansen op de arbeidsmarkt<br />

en deelname aan de samenleving en het<br />

vermindert discriminatie.<br />

Xplore is een subsidieprogramma van het<br />

ministerie van Buitenlandse Zaken voor stages<br />

naar en uitwisselingen met ontwikkelingslanden<br />

voor jongeren. Het doel van Xplore is draagvlakversterking<br />

voor ontwikkelingssamenwerking in<br />

Nederland. Evenals Youth in Action richt Xplore<br />

zich op buitenschools leren en competentieontwikkeling<br />

onder jongeren in de leeftijdsgroep van<br />

12 tot 30 jaar. Op basis van een positieve<br />

evaluatie van doelmatigheid en doeltreffendheid<br />

besluit de minister voor Ontwikkelingssamenwerking<br />

eind <strong>2008</strong> het programma Xplore met<br />

ingang van januari 2009 met tien maanden te<br />

verlengen.


9<br />

Organisatie-ontwikkeling<br />

De inpassing van alle medewerkers in de bestaande huisvesting van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

in Utrecht doet in <strong>2008</strong> letterlijk veel stof opwaaien. Aan het einde van het jaar zijn de fysieke<br />

veranderingen voltooid en is het nog vooral wennen aan het flexwerken. Gezien de vele parttimers<br />

en medewerkers die veelvuldig buiten het gebouw werken, is ervoor gekozen zoveel mogelijk werkplekken<br />

door verschillende medewerkers te laten benutten. Daardoor blijft het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />

ondanks de relatief beperkte ruimte in het pand aan de Catharijnesingel, toch op dezelfde<br />

centrale, goed bereikbare plaats gevestigd.<br />

Tot de nasleep van de ontvlechting in 2007 van<br />

het voormalige NIZW in drie kennisinstituten,<br />

waaronder het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />

behoort ook dat een definitief functieboek voor<br />

functie-indeling van de medewerkers moet<br />

worden samengesteld. Deze uitdaging wordt<br />

samen met de twee andere kennisinstituten en<br />

het verzelfstandigde facilitaire bedrijf<br />

opgenomen.<br />

Eind <strong>2008</strong> krijgen alle medewerkers<br />

van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> een plaatsingsbrief<br />

waarin de inpassing in het nieuwe functieboek en de<br />

bijbehorende inschaling worden meegedeeld.<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Organisatie-ontwikkeling<br />

Als eerste stap naar een intensiever scholingsbeleid<br />

worden in <strong>2008</strong> enkele cursussen verzorgd<br />

die bijdragen aan resultaatgericht werken en<br />

verdere professionalisering. De leden van het<br />

managementteam, waarvan de samenstelling in<br />

de loop van <strong>2008</strong> voor ongeveer de helft<br />

verwisselt, nemen deel aan een training resultaatgericht<br />

leidinggeven. Dertig medewerkers<br />

van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> nemen deel<br />

aan een projectleiderscursus.<br />

Op het terrein van ICT bestaat aan het begin van<br />

het jaar nog het idee om alle bedrijfsprocessen<br />

en informatiestromen binnen één bedrijfssoftwarepakket<br />

te bundelen. Deze ambitie blijkt bij<br />

nader inzien te hoog gegrepen. Mede naar aanleiding<br />

van geluiden uit de personeelsvertegenwoordiging<br />

wordt de conclusie getrokken dat de<br />

druk die invoering op de organisatie zou leggen<br />

op dat moment te groot is, en samen met andere<br />

trajecten (zoals de invoering van het flexwerken)<br />

een te zware claim zou leggen op het personeel.<br />

Daarnaast zijn er inhoudelijke vraagtekens.<br />

Besloten wordt om de automatiseringsopgave nu<br />

geleidelijk en gefaseerd door te voeren.<br />

49


‘ De Rebound is geen<br />

veredeld huiswerkklasje’<br />

Jos Derksen<br />

Beleidsmedewerker Samenwerkingsverband VO Midden-Brabant.<br />

Anja Peeters<br />

Coördinator Rebound Midden-Brabant.


Jos Derksen is beleidsmedewerker<br />

Samenwerkingsverband VO Midden-Brabant.<br />

Anja Peeters is coördinator Rebound Midden-Brabant.<br />

“In Midden-Brabant, de regio Tilburg, Goirle, Dongen<br />

en Oisterwijk, is de Rebound ontstaan uit de samenvoeging<br />

van drie verschillende voorzieningen, waaronder een Time<br />

Out, Dagtrainingscentrum en de Ventweg”, zegt Jos Derksen.<br />

“Wij zien de Rebound Midden-Brabant als voorziening voor<br />

jongeren, die door gedrags- en motivatieproblemen buiten<br />

het onderwijs worden opgevangen en begeleid. Zonder onze<br />

opvang was het risico op definitieve schooluitval groot.”<br />

“Het is een tijdelijke voorziening”, vult Anja Peeters aan. “Na<br />

maximaal drie maanden is het doel altijd dat de leerling<br />

weer terug kan naar zijn of haar oorspronkelijke school.<br />

Daarom is het voor ons ook zo belangrijk dat de Rebound<br />

Midden-Brabant in een schoolgebouw is gevestigd. De<br />

leerlingen moeten het contact houden met een schoolse<br />

omgeving.<br />

“Op dit moment hebben we in een schooljaar vier groepen<br />

met in totaal 28 leerlingen. Deze groep volgt het programma<br />

gedurende de gehele dag en zijn een hele week op de<br />

voorziening. 32 leerlingen volgen modulaire trainingen en<br />

24 leerlingen worden binnen hun eigen school ondersteund<br />

met een training op locatie. Wij hebben hier in Tilburg<br />

bewust gekozen voor een combinatie van gedragstraining<br />

en continuering van onderwijs. Zo zijn de gedragstrainers<br />

afkomstig van het Leger des Heils en komen de docenten<br />

van de zorglocatie van het Midden-Brabant College.”<br />

Derksen: “Rebound is geen veredeld huiswerkklasje. De<br />

leerlingen zitten hier in verband met soms ernstige gedragsproblematiek.<br />

Het moet ze wakker schudden. Leerlingen<br />

moeten het besef krijgen dat ze ander gedrag moeten laten<br />

zien. En in de regel werkt dat ook zo. Maar vaak is het noodzakelijk<br />

dat de thuissituatie verandert, dus de ouders worden<br />

nauw bij het programma betrokken.”<br />

“De problematiek is soms ernstig”, aldus Peeters. “Met<br />

schrijnende gevallen van kinderen die thuis zitten omdat<br />

ze niet te handhaven zijn weten instellingen vaak niet goed<br />

raad. De dossiers zijn complex en daarvoor is samenwerking<br />

tussen scholen, instellingen voor zorg en jeugdhulpverlening<br />

en ouders van cruciaal belang.”<br />

“Direct na de Rebound is het effect het grootst”, zegt<br />

Derksen. “Zeventig procent van de leerlingen kan inderdaad<br />

terug naar de eigen school. Voor de rest zoeken we een<br />

passende oplossing in een andere onderwijsinstelling. Het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> was nauw betrokken bij de start<br />

van de reboundvoorzieningen in 2005 en biedt een door<br />

OCW gefinancierd ondersteuningsprogramma aan dat zich<br />

richt op beroepskrachten en andere betrokkenen.”<br />

‘ Met schrijnende gevallen van kinderen die<br />

thuis zitten omdat ze niet te handhaven zijn<br />

weten instellingen vaak niet goed raad.’


‘ Direct na de Rebound is het eff ect<br />

het grootst. Zeventig procent van de<br />

leerlingen kan inderdaad terug naar<br />

de eigen school.’


‘ Effectmeting is een complex<br />

onderwerp; het is nooit af’<br />

Folkert Brouwer<br />

Hoofd Onderzoek & Ontwikkeling bij Stek Jeugdhulp in Rotterdam


‘ Het vaststellen van het effect van wat<br />

we doen, is een vrij gecompliceerde<br />

aangelegenheid.’


‘ Het samenwerkingsverband Eff ectieve<br />

Jeugdzorg Nederland, kortweg sEJN, is een<br />

platform waarin we samenwerken met andere<br />

instellingen aan een zorgvuldige eff ectmeting.’<br />

Folkert Brouwer<br />

is hoofd Onderzoek & Ontwikkeling<br />

bij Stek Jeugdhulp in Rotterdam.<br />

“stek biedt ondersteuning bij opgroeien en<br />

opvoeden door begeleiding en behandeling. We<br />

richten ons daarbij op kinderen, jongeren en hun<br />

ouders. Ons motto is: hulp helpt. Als je die claim wilt<br />

waarmaken, dan moet je het ook kunnen aantonen.<br />

Eff ectmeting is altijd een thema geweest binnen<br />

stek Jeugdhulp en zeker in mijn eigen loopbaan. Het<br />

vaststellen van het eff ect van wat we doen, is een<br />

vrij gecompliceerde aangelegenheid. Waar het in<br />

belangrijke mate om gaat is dat we de eff ectiviteit<br />

vergelijkbaar maken met andere instellingen, zowel<br />

binnen onze regio als daarbuiten. Om dat te bereiken<br />

is het cruciaal dat je die eff ectiviteit op dezelfde<br />

manier meet.<br />

Het samenwerkingsverband Eff ectieve Jeugdzorg<br />

Nederland, kortweg sEJN, is een platform waarin we<br />

samenwerken met andere instellingen aan een zorgvuldige<br />

eff ectmeting. Cliënttevredenheid bijvoorbeeld<br />

meten we door onze cliënten aan het begin van het<br />

begeleidingsprogramma te verzoeken een vragenlijst<br />

in te vullen en achteraf weer. Ook kijken we naar<br />

herhalingsbezoeken; de mate waarin cliënten terugkomen<br />

nadat de begeleiding is afgerond.<br />

De vraag is alleen in hoeverre je dergelijke variabelen<br />

op een betrouwbare manier in eff ectmeting kunt<br />

betrekken. Zo proberen we ook de achterhalen in<br />

welke mate de gestelde doelen van een programma<br />

zijn gerealiseerd. Maar over dergelijke onderwerpen<br />

kun je niet meer dan een globaal oordeel vellen.<br />

Dat het complexe materie is, betekent overigens<br />

niet dat je het niet moet doen. In het kader van<br />

sEJN en deskundig bijgestaan door het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> wisselen wij continu ervaringen met<br />

eff ectmeting uit met instellingen in het hele land.<br />

Het is naar mijn overtuiging belangrijk om open te<br />

communiceren over dit soort kwaliteitsindicatoren.<br />

Het spreekt voor zich dat die indicatoren dan ook<br />

goed moeten zijn, en dat is waar het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> een belangrijke bijdrage levert: het is<br />

een gezaghebbend instituut dat structuren voorstelt<br />

die ook breed worden toegepast. Daarmee is de<br />

onderlinge vergelijkbaarheid direct al gediend.<br />

Op dit moment zijn we nog volop bezig met het<br />

bouwwerk van de eff ectmeting. Als het eenmaal<br />

staat, breekt de onderhoudsfase aan, maar nu al<br />

staat vast dat het model nooit af is. Het is een proces<br />

dat onder invloed van externe en interne factoren<br />

voortdurend verbeterd moet worden.”


58 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Communicatie<br />

10<br />

Communicatie<br />

Voor een kennisinstituut als het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is communicatie van levensbelang.<br />

De wisselwerking van kennis en praktijk zorgt ervoor dat bijna altijd communicatiemiddelen<br />

worden ingezet om de opdrachten van het NJi te kunnen uitvoeren. Daarbij is het evenzeer van<br />

belang dat kennis helder en begrijpelijk wordt gepresenteerd, als dat de afzender, het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong>, wordt herkend en gekend op zijn kernwaarden.<br />

In 2007, het eerste jaar van het verzelfstandigde<br />

NJi, ligt het accent nog op de opbouw van een<br />

communicatie-infrastructuur waarmee deze<br />

doelen bereikt kunnen worden: publicaties,<br />

congressen, internet enzovoorts. In <strong>2008</strong> heeft<br />

communicatie een beleidsmatige samenhang<br />

gekregen. Dat resulteert in de vaststelling van<br />

een Communicatiebeleidsplan voor de jaren<br />

2009 – 2011, in de ontwikkeling van een<br />

evenwichtige afdeling, geëquipeerd om alle taken<br />

goed te vervullen, en in een nieuwe, monolithische<br />

merkstrategie, waarin alle activiteiten van het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> onder één noemer worden<br />

gepresenteerd.<br />

Om een goed beeld te krijgen van de bekendheid<br />

en het imago van het NJi in de sector jeugd en<br />

opvoeding wordt in <strong>2008</strong> door onderzoeksbureau<br />

SGBO een imago-onderzoek gehouden. Aan<br />

het onderzoek wordt deelgenomen door 777<br />

respondenten uit de basisjeugdvoorziening,<br />

preventieve jeugdzorg, curatieve jeugdzorg,<br />

Onderwijs & Jeugdzorg en overheid en politiek.<br />

De bekendheid van het NJi onder professionals<br />

blijkt 38%. Daarmee is het NJi op afstand de<br />

bekendste organisatie binnen de jeugdsector. Er<br />

is ook ruimte voor verbetering: van de naamsbekendheid,<br />

maar ook van de kernwaarden die<br />

typerend zijn voor alle activiteiten en producten<br />

van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. Op het<br />

gebied van merkstrategie, interne communicatie<br />

en internetstrategie zijn in <strong>2008</strong> belangrijke<br />

stappen gezet om uitvoering te geven aan de<br />

aanbevelingen uit het imago-onderzoek.<br />

Geloofwaardige communicatie begint altijd<br />

intern. In <strong>2008</strong> wordt daartoe een internecommunicatiestructuur<br />

ontwikkeld, waarbij aanvullend<br />

op de lijncommunicatie middelen worden<br />

ingezet als intranet en een medewerkersmaga-


zine. Tijdens interne evenementen als de Week<br />

van de Verandering en de Week van de Reflectie<br />

wordt met workshops en personeelsbijeenkomsten<br />

gewerkt aan meer begrip voor en betrokkenheid<br />

bij strategie en ontwikkeling van het NJi.<br />

De manier waarop de buitenwereld met het<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in contact wil treden<br />

is steeds vaker digitaal. Veel beroepskrachten<br />

kennen het NJi van de digitale nieuwsbrief. De<br />

website www.nji.nl trekt in <strong>2008</strong> zo’n 330.000<br />

unieke bezoekers. De webstrategie blijft om die<br />

reden een belangrijk aandachtspunt voor<br />

communicatie. In <strong>2008</strong> is de vormgeving sterk<br />

verbeterd en de inhoud fors uitgebreid.<br />

Dossiers over onderwerpen als ADHD,<br />

opvoedingsondersteuning of gedragsproblemen<br />

brengen alle kennis voor professionals bijeen<br />

en vormen inmiddels het hart van de website.<br />

Naast de snelle ontwikkeling van het digitale<br />

kanaal, blijven ook boeken en publicaties voor<br />

onder meer onderwijsdoeleinden en cursuson-<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Communicatie<br />

dersteuning van groot belang. In <strong>2008</strong> verkoopt<br />

het NJi zo’n 17.000 boeken en publicaties over<br />

een scala van onderwerpen op het gebied van<br />

jeugd en opvoeding. Grote belangstelling is er<br />

bijvoorbeeld voor de uitgaven ‘Kindermishandeling:<br />

signaleren en handelen’, ‘Raad en daad’<br />

(over de bureaus jeugdzorg) en ‘Peuter in zicht’<br />

(cursuspakket). Vier maal per jaar verschijnt bij<br />

het tijdschrift Jeugd en Co (oplage 4.300<br />

exemplaren) het verdiepingstijdschrift Jeugd en<br />

Co Kennis. De redactie daarvan wordt gevoerd<br />

door het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />

Terwijl publicaties en (vooral) de website van<br />

groot belang zijn om snel en efficiënt met<br />

professionals te kunnen communiceren, blijft de<br />

persoonlijke ontmoeting onovertroffen als<br />

communicatiemiddel met de meeste impact. Die<br />

ontmoetingen vinden plaats tijdens de vele<br />

trainingen en cursussen in het land, maar ook<br />

tijdens landelijke symposia en congressen.<br />

59


60 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Personeel en organisatie<br />

11<br />

Personeel en<br />

organisatie<br />

In <strong>2008</strong> is een nieuw functieboek voor het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> ontwikkeld. In elf verschillende functiefamilies<br />

zijn nu 51 generieke functieomschrijvingen<br />

ingedeeld. Bij dit proces hebben de ondernemingsraad<br />

en klankbordgroepen uitgebreid medezeggenschap<br />

gehad. In januari 2009 wordt het functieboek<br />

in gebruik genomen en zijn alle medewerkers herplaatst<br />

in een van de nieuwe functies.<br />

In het voorjaar van <strong>2008</strong> neemt het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> zijn nieuwe fl exwerkomgeving in<br />

gebruik. Samen met Gardien – een organisatie<br />

voor bedrijfsfysiotherapie – wordt voorlichting<br />

gegeven over fl exwerken en arbonormen. Tachtig<br />

medewerkers krijgen individuele werkplekvoorlichting.<br />

In het opleidingsbeleid legt het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> in <strong>2008</strong> prioriteit bij versterking<br />

van het management. Naast een managementdevelopmenttraject<br />

is driemaal de incompanytraining<br />

‘projectmatig werken voor projectleiders’<br />

met in totaal 29 deelnemers uitgevoerd. Hiertoe<br />

is samengewerkt met Schouten & Nelissen.<br />

De personele omvang van het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> groeit in <strong>2008</strong> van 118 (95,8 ft e) naar<br />

137 medewerkers (112,8 ft e), een stijging met 16,1%.<br />

Daarnaast zijn er twaalf detacheringskrachten,<br />

trainees en stagiaires werkzaam. Eind <strong>2008</strong> is de<br />

verhouding tussen tijdelijk en vast personeel<br />

23% tijdelijk en 77% vast personeel. De verhouding<br />

tussen mannen en vrouwen is 21% : 79%. De<br />

leeftijdsopbouw is als volgt: tot en met 25 jaar:<br />

7%, van 26 – 35 jaar: 16%, van 36 – 45 jaar: 22%,<br />

van 46 – 55 jaar: 39% en ouder dan 55 jaar: 16%.<br />

In de loop van het jaar worden 33 vacatures<br />

opengesteld. Daarop stromen 31 nieuwe<br />

medewerkers in. De uitstroom bedraagt negentien<br />

medewerkers. Het ziekteverzuim komt in<br />

<strong>2008</strong> op gemiddeld 4,65% (2007: 3,5%),<br />

waaronder een aantal medewerkers met<br />

langdurige, niet-werkgerelateerde klachten. De<br />

meldingsfrequentie bedraagt 1,85. De ziekmeldingen<br />

worden begeleid door arbodienst De<br />

Witte Raaf. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> biedt<br />

ook gelegenheid het open spreekuur van de<br />

bedrijfsarts op kantoor te bezoeken. Hiervan<br />

wordt in <strong>2008</strong> door zeventien medewerkers<br />

gebruik gemaakt.


12<br />

Vooruitblik<br />

organisatie-ontwikkeling<br />

In 2009 zal het eerder geschetste inhoudelijke fundament van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> verder<br />

worden geconcretiseerd in de organisatiestructuur, werkwijze en competenties van het instituut en<br />

zijn medewerkers. Al eind <strong>2008</strong> is zichtbaar dat de orderportefeuille in 2009 flink toeneemt, waaruit<br />

de conclusie kan worden getrokken dat het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> met de gemaakte keuzes de<br />

juiste weg is ingeslagen. De gekozen programmalijnen, afgeleid van de uitdagingen waarvoor de<br />

jeugdsector in deze tijd wordt gesteld, zullen organisatorisch vorm krijgen in een matrixstructuur<br />

van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. Haaks op de afdelingen, die ingedeeld zijn naar werkvelden en<br />

opdrachtgevers, zullen de programmalijnen een context bieden waarin ieder bijdraagt aan een sterke<br />

pedagogische basis, hulp in eigen omgeving en een sluitende jeugdzorg.<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> zal nadrukkelijker<br />

aan zijn stakeholders duidelijk maken<br />

waarvoor het instituut staat en hoe het bijdraagt<br />

aan kwaliteitsverbetering van de jeugdsector. De<br />

externe profilering zal worden versterkt, de<br />

naamsbekendheid moet omhoog en de beeldvorming<br />

moet een scherpere afspiegeling zijn van de<br />

identiteit van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />

Daartoe zal onder meer, via de media en<br />

anderszins, een actievere rol worden gespeeld in<br />

het maatschappelijk debat. Internet zal nog<br />

actiever worden ingezet als communicatiekanaal<br />

met beroepskrachten en beleidsmakers, waarbij<br />

méér ruimte wordt gecreëerd om via internet<br />

gebruikersfeedback te organiseren.<br />

De gekozen kernwaarden worden samen met de<br />

afdeling HRM vertaald naar kerncompetenties ten<br />

behoeve van de functionerings- en beoordelingscyclus,<br />

zodat medewerkers in hun optreden intern en<br />

naar buiten concreet kunnen bijdragen aan de<br />

herkenbaarheid van een gezaghebbend, praktijkgericht,<br />

interactief en innovatief kennisinstituut.<br />

Ook aanvullende scholing zal vaker en intensie-<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Vooruitblik organisatieontwikkeling<br />

ver worden ingezet om deze competenties tot<br />

ontwikkeling te brengen en om hiaten, die<br />

tijdens het proces van functiebeschrijving en<br />

–plaatsing in <strong>2008</strong> naar voren zijn gekomen, in<br />

te vullen.<br />

De aandacht voor scholing en competentiemanagement<br />

laat zien dat binnen het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> medewerkers een sleutelrol<br />

spelen in het realiseren van de missie van het<br />

instituut. Door middel van een medewerkersenquête<br />

wordt onderzocht hoe medewerkers<br />

oordelen over zaken als arbeidsomstandigheden,<br />

management, loopbaanperspectieven en interne<br />

communicatie. De resultaten van dit medewerkersonderzoek<br />

worden vertaald naar aanvullende<br />

maatregelen om de medewerkerstevredenheid te<br />

vergroten. Bijzondere aandacht bestaat daarbij<br />

voor de huisvestingssituatie, aangezien de<br />

voorziene groei van de organisatie zal betekenen<br />

dat de beschikbare, beperkte ruimte binnen het<br />

kantoor nog verder onder druk zal komen te<br />

staan.<br />

61


62 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Omzet, financiële resultaten en balans<br />

13<br />

Omzet, financiële<br />

resultaten en balans<br />

De omzet van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> bedraagt<br />

in <strong>2008</strong> € 15,6 miljoen. Dat is € 3,2 miljoen ofwel 21%<br />

méér dan begroot. Er zijn drie hoofdredenen voor<br />

deze toename. In de eerste plaats is er in <strong>2008</strong><br />

een tijdelijke uitbreiding van de instellingssubsidie<br />

met ongeveer 1 miljoen euro voor de<br />

uitvoering van het project landelijke aanpak<br />

kindermishandeling. In de tweede plaats zijn de<br />

projectsubsidieopbrengsten in verband met de<br />

toekenning door het ministerie van OCW voor de<br />

projecten ZAT en sociale veiligheid 1 miljoen<br />

euro hoger dan begroot. In de derde plaats zijn er<br />

meer inkomsten dan begroot uit opdrachten van<br />

derden (0,2 miljoen) en overige projectopbrengsten<br />

(0,7 miljoen), vooral inkomsten uit<br />

trainingen. De omzetgroei gaat gepaard met<br />

hogere projectkosten: € 2,8 miljoen méér dan<br />

begroot, maar de organisatiekosten zijn nagenoeg<br />

gelijk gebleven, omdat het effect van de<br />

omzet op de kosten voor bedrijfsvoering pas<br />

merkbaar is in 2009. Daardoor is een positief<br />

resultaat geboekt van € 353.433. Samen met een<br />

financieel resultaat van € 185.231 – een gevolg<br />

van hogere rente-inkomsten – komt het totaal op<br />

een positief resultaat van € 538.664.<br />

Het eigen vermogen van het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> neemt door dit positieve resultaat<br />

toe met € 538.664. Daarmee komt het eigen<br />

vermogen per 31 december <strong>2008</strong> op € 2.159.026.<br />

Hiervan is – in overeenstemming met de<br />

subsidieregeling VWS-subsidies van het<br />

programmaministerie voor Jeugd en Gezin – een<br />

bedrag van € 19.615 opgenomen in het bestemmingsfonds.<br />

Dit fonds is bestemd om verliezen te<br />

compenseren op projecten die met instellingssubsidie<br />

zijn gefinancierd. De algemene reserve<br />

(eigen vermogen exclusief bestemmingsfonds)<br />

van € 2.073.993 heeft per 31 december <strong>2008</strong> een<br />

omvang van 13% van de jaaromzet. Mede gezien<br />

de onzekerheid over continuering van de<br />

instellingssubsidie na 2011 is een reserve<br />

noodzakelijk van zo’n 20 – 25% van de jaaromzet.


‘ Informatie zo effectief mogelijk<br />

naar de juiste mensen’<br />

Aaldrik Pot Zorgcoördinator, beleidsmedewerker leerlingbegeleiding en coördinator Rebound verbonden<br />

aan de Winkler Prins in Veendam


‘ De school als onderwijsinstituut krijgt steeds meer<br />

jongeren binnen met een sociaal-emotionele,<br />

psychische en psychiatrische problematiek.’<br />

De Winkler Prins school uit Veendam<br />

kreeg uit handen van staatssecretaris<br />

Van Bijsterveldt de ZAT-innovatieprijs.


‘ Het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> heeft<br />

vorig jaar een prominente<br />

rol gespeeld in het IKZprogramma,<br />

Intensivering<br />

Kwaliteit Zorg- en adviesteams.<br />

Zowel regionaal<br />

als landelijk ondersteunen<br />

zij de zorg- en adviesteams<br />

met middelen en methodieken.’<br />

Aaldrik Pot is als zorgcoördinator, beleidsmedewerker leerlingbegeleiding<br />

en coördinator Rebound verbonden aan de Winkler Prins<br />

in Veendam, een brede scholengemeenschap voor VMBO, praktijkonderwijs,<br />

HAVO/VWO en met een eigen reboundvoorziening.<br />

“De afgelopen jaren zijn overal in Nederland zorg- en adviesteams ontstaan.<br />

Zorg- en adviesteams (ZAT’s) zijn teams waarin professionals die zorg<br />

en ondersteuning bieden aan jeugdigen en hun ouders, samenwerken met<br />

scholen om problemen van kinderen en jongeren op te lossen. We hebben het<br />

dan over bijvoorbeeld de jeugd(gezondheids-)zorg, het maatschappelijk werk,<br />

de leerplichtambtenaar, de politie, en de zorgcoördinator van het onderwijs.<br />

De ZAT’s komen voort uit de dagelijkse praktijk van het onderwijs. De school als<br />

onderwijsinstituut krijgt steeds meer jongeren binnen met een sociaal-emotionele,<br />

psychische en psychiatrische problematiek.<br />

sinds een aantal jaren is het zorg- en adviesteam hier gekoppeld aan de Winkler<br />

Prins. Dat is niet altijd zo geweest. Oorspronkelijk was het gekoppeld aan<br />

Time Out, de opvangfaciliteit waaruit de Rebound schakelopvang is ontstaan.<br />

Bedoeld voor jongeren voor wie schooluitval dreigt als gevolg van gedragsproblemen<br />

en waarvoor passend werk of een andere oplossing wordt gevonden<br />

door middel van training en begeleiding.<br />

Dat het ZAT nu aan de school zelf is gekoppeld heeft te maken met veranderende<br />

wetgeving. Een ZAT kan alleen goed functioneren als de school zorgt voor<br />

een sterke interne zorgstructuur. De Winkler Prins heeft geïnvesteerd in functies,<br />

mankracht en uren. Wij hanteren een leerhuisstructuur waarin informatie<br />

van de werkvloer indien nodig zo eff ectief mogelijk naar de zorgteams van de<br />

verschillende afdelingen en vervolgens naar het ZAT wordt geleid. Daar worden<br />

leerlingen besproken door vertegenwoordigers van de jeugdzorg, de politie, de<br />

leerplichtambtenaar en de school. Daar ook wordt bepaald op welke manier de<br />

betreff ende leerling het beste kan worden geholpen, in de context van onderwijs,<br />

de thuissituatie en de vrije tijd.<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> heeft vorig jaar een prominente rol gespeeld in<br />

het IKZ-programma, Intensivering Kwaliteit Zorg- en adviesteams. Zowel regionaal<br />

als landelijk ondersteunen zij de zorg- en adviesteams met middelen en<br />

methodieken. Laatst hebben we in het ZAT in tweeënhalf uur tijd 22 leerlingen<br />

besproken. Dat kan alleen als bijvoorbeeld de informatie-uitwisseling die eraan<br />

voorafgaat gestructureerd gebeurt. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> heeft de<br />

werking van de ZAT’s op een positieve manier beïnvloed.”


JAARREKENING


68<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

BALANs PER 31 DECEMBER <strong>2008</strong><br />

(NA REsULTAATVERDELING)<br />

ACTIVA 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />

€ €<br />

Vlottende activa<br />

Vorderingen op korte termijn 3.954.205 5.637.701<br />

Liquide middelen 10.727.865 10.380.151<br />

Totaal 14.682.070 16.017.852<br />

Totaal activa 14.682.070 16.017.852<br />

PASSIVA<br />

Eigen vermogen<br />

Algemene reserve 2.073.993 1.554.944<br />

Bestemmingsfonds 85.033 65.418<br />

Totaal 2.159.026 1.620.362<br />

Voorzieningen 33.000 171.306<br />

Langlopende schulden 134.732 56.849<br />

Kortlopende schulden 12.355.312 14.169.335<br />

Totaal passiva 14.682.070 16.017.852


WINsT- EN VERLIEsREKENING <strong>2008</strong><br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening 69<br />

Realisatie Begroting Realisatie<br />

<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />

€ € €<br />

Opbrengsten<br />

Instellingssubsidie 5.556.046 4.431.900 4.035.415<br />

Projectsubsidies 5.527.323 4.521.800 5.415.665<br />

Opdrachten derden 2.114.057 1.895.800 2.182.268<br />

Overige projectopbrengsten 1.855.163 1.143.400 945.166<br />

Opbrengsten (niet-projectgebonden) 541.361 434.200 583.382<br />

Totale opbrengsten 15.593.950 12.427.100 13.161.896<br />

Kosten<br />

Personele kosten 7.287.809 7.408.900 6.113.523<br />

Materiële projectkosten 5.554.716 2.653.400 4.511.900<br />

Materiële kosten (niet-projectgebonden) 2.397.992 2.374.800 2.203.564<br />

Totale kosten 15.240.517 12.437.100 12.828.987<br />

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 353.433 -10.000 332.909<br />

Financieel resultaat 185.231 10.000 75.180<br />

Bedrijfsresultaat 538.664 0 408.089


70<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

KAssTROOMOVERZICHT <strong>2008</strong><br />

(VOLGENs DE INDIRECTE METHODE)<br />

<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />

€ € €<br />

Resultaat 538.664 408.089<br />

Afname voorzieningen -138.306 -32.646<br />

Mutaties werkkapitaal:<br />

Afname vorderingen korte termijn 1.683.496 8.907.403<br />

Afname kortlopende schulden -1.814.023 533.541<br />

-130.527 9.440.944<br />

Kasstroom uit operationele activiteiten 269.831 9.816.387<br />

Toename langlopende schulden 77.883 56.849<br />

Mutatie liquide middelen 347.714 9.873.236<br />

Stand per 31 december 2007 10.380.151 506.915<br />

Stand per 31 december <strong>2008</strong> 10.727.865 10.380.151<br />

Mutatie liquide middelen 347.714 9.873.236


Toelichting jaarrekening<br />

ALGEMENE TOELICHTING<br />

GRONDsLAGEN<br />

Algemeen<br />

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met<br />

in Nederland algemeen aanvaarde verslaggevingregels.<br />

Het vermogen wordt bepaald op basis van historische<br />

prijzen. De jaarrekening is opgesteld in euro’s.<br />

Activa en passiva worden opgenomen tegen nominale<br />

waarde, tenzij anders is aangegeven.<br />

Vorderingen<br />

Bij de waardering van de vorderingen wordt rekening<br />

gehouden met eventuele oninbaarheid.<br />

Bestemmingsfonds instellingssubsidie<br />

Een gerealiseerd overschot of tekort op het totaal van<br />

projecten gefinancierd met instellingssubsidie, wordt<br />

toegevoegd c.q. onttrokken aan het bestemmingsfonds<br />

instellingssubsidie.<br />

Opbrengsten<br />

Hieronder zijn begrepen de instellingssubsidie en<br />

projectsubsidies, opbrengsten uit opdrachten en<br />

overige opbrengsten. De instellingssubsidie wordt<br />

bepaald op basis van de jaarlijkse toekenning van<br />

het programmaministerie voor Jeugd en Gezin.<br />

De projectsubsidies worden toegerekend aan het<br />

jaar waarop ze betrekking hebben en voor zover<br />

ze daadwerkelijk voor het betreffende jaar kunnen<br />

worden afgerekend. De opbrengsten uit opdrachten en<br />

de overige opbrengsten worden toegerekend indien en<br />

voor zover de werkzaamheden zijn gerealiseerd.<br />

Kosten<br />

De door medewerkers aan de projecten bestede uren<br />

worden tegen integrale kostprijstarieven ten laste van<br />

de projecten gebracht. De kostprijstarieven worden<br />

stelselmatig berekend en dienen ter dekking van alle<br />

kosten en niet-projectgebonden tijd.<br />

De materiële kosten betreffen de direct aan projecten<br />

toe te rekenen kosten.<br />

Pensioenen<br />

Verplichtingen in verband met bijdragen aan<br />

pensioenregelingen op basis van toegezegde bijdragen<br />

worden als last in de winst- en verliesrekening<br />

opgenomen in de periode waarover de bedragen zijn<br />

verschuldigd.<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

71


72 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

Toelichting balans<br />

VLOTTENDE ACTIVA<br />

Vorderingen op korte termijn 31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />

€ €<br />

Debiteuren 1.282.258 914.323<br />

Rekeningen-courant 2.455.838 4.411.021<br />

Overige vorderingen 183.091 281.260<br />

Overlopende activa 33.018 31.097<br />

Totaal vorderingen op korte termijn 3.954.205 5.637.701<br />

Liquide middelen 31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />

€ €<br />

Kas en bankrekeningen 382.292 5.880.151<br />

Deposito’s 10.345.573 4.500.000<br />

Totaal liquide middelen 10.727.865 10.380.151<br />

Totaal vlottende activa 14.682.070 16.017.852<br />

<strong>2008</strong><br />

Debiteuren<br />

Stand per 31 december <strong>2008</strong> 1.370.462<br />

Voorziening dubieuze debiteuren -88.204<br />

Totaal 1.282.258<br />

Het verloop van de voorziening wegens<br />

oninbaarheid is als volgt:<br />

Stand per 1 januari <strong>2008</strong> 149.567<br />

Afgeboekt/ontvangen -109.136<br />

Dotatie ten laste van resultaat 47.773<br />

Stand per 31 december <strong>2008</strong> 88.204<br />

Rekeningen-courant<br />

Dit betreft de rekening-courant met Sekondant.<br />

Overige vorderingen<br />

Te ontvangen baten projecten 82.748<br />

Te ontvangen rente 63.534<br />

Overige 36.809<br />

Totaal 183.091<br />

Overlopende activa<br />

Vooruitbetaald OV/NS-jaarkaarten 32.448<br />

Overige vooruitbetaalde kosten 570<br />

Totaal 33.018<br />

Deposito’s<br />

De deposito’s zijn direct opeisbaar.


EIGEN VERMOGEN<br />

Algemene reserve 31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />

€ €<br />

Stand per 1 januari 1.554.944 1.074.578<br />

Dotatie:<br />

- resultaat boekjaar 538.664 408.089<br />

- dotatie bestemmingsfonds instellingssubsidie -19.615 72.277<br />

Stand per 31 december 2.073.993 1.554.944<br />

Bestemmingsfonds instellingssubsidie 31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />

€ €<br />

Stand per 1 januari 65.418 137.695<br />

Dotatie huidig boekjaar (zie toelichting) 19.615 -72.277<br />

Stand per 31 december 85.033 65.418<br />

Totaal eigen vermogen 2.159.026 1.620.362<br />

Het bestemmingsfonds instellingssubsidie (egalisatiereserve)<br />

dient ter dekking van verliezen op met instellingssubsidie<br />

gefi nancierde projecten. In overeenstemming met de<br />

subsidieregeling VWS-subsidies artikel 30, lid 3 wordt een<br />

gerealiseerd overschot of tekort op de projecten gefi nancierd<br />

met instellingssubsidie toegevoegd danwel onttrokken aan het<br />

bestemmingsfonds instellingssubsidie, waarbij het overschot/<br />

tekort wordt toegerekend naar rato van de instellingssubsidie en<br />

de begrote overige baten (in <strong>2008</strong> 96,59% – 3,41%).<br />

Berekening <strong>2008</strong><br />

Resultaat projecten gefi nancierd met instellingssubsidie 20.308<br />

Waarvan aandeel instellingssubsidie 96,59% 19.615<br />

VOORZIENINGEN<br />

31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />

€ €<br />

Stand per 1 januari 171.306 203.952<br />

Vrijval ten gunste van het resultaat -102.000 -155.760<br />

Uitgaven ten laste van voorziening -36.306 0<br />

Reclassifi catie 0 -48.192<br />

Toevoegingen ten laste van het resultaat 0 171.306<br />

Stand per 31 december 33.000 171.306<br />

De voorzieningen ultimo <strong>2008</strong> zijn als volgt samengesteld:<br />

Voorziening transitie 33.000<br />

Totaal voorzieningen per 31 december 33.000<br />

Voorziening transitie<br />

De voorziening transitie is bestemd voor het afdekken van risico’s<br />

die voortvloeien uit de opbouw van het instituut.<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

73


74 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

LANGLOPENDE sCHULDEN<br />

31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />

€ €<br />

Stand per 1 januari 56.849 0<br />

Reclassifi catie 86.806 0<br />

Mutatie -8.923 56.849<br />

Stand per 31 december 134.732 56.849<br />

De langlopende schulden hebben betrekking op betalingsverplichtingen<br />

aan medewerkers waarmee een regeling is getroffen in het kader<br />

van de reorganisatie. De maximale looptijd bedraagt 4 jaar.<br />

KORTLOPENDE sCHULDEN<br />

31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />

€ €<br />

Vooruitontvangen (project-)subsidies 714.576 668.010<br />

Vooruitontvangen opdrachten derden 273.740 717.309<br />

Vooruitontvangen gelden Youth in Action 3.559.914 2.630.719<br />

Vooruitontvangen gelden Xplore 3.092.199 7.180.171<br />

Crediteuren 1.670.161 1.193.805<br />

Contractuele projectverplichtingen 1.155.006 960.615<br />

Belastingen en sociale verzekeringen 475.177 275.918<br />

Overige schulden en overlopende passiva 1.414.539 542.788<br />

Totaal kortlopende schulden 12.355.312 14.169.335<br />

Vooruitontvangen (project-)subsidies en opdrachten derden<br />

De vooruitontvangen (project-)subsidies en vooruitontvangen opdrachten<br />

derden betreffen bedragen die in <strong>2008</strong> of eerder zijn ontvangen,<br />

maar bestemd zijn voor 2009. In de vooruitontvangen (project-) subsidies<br />

ad € 714.576 is begrepen een bedrag van € 331.629 aan nog te ontvangen<br />

projectsubsidies<br />

Vooruitontvangen gelden Youth in Action<br />

De vooruitontvangen gelden Youth in Action hebben betrekking op de<br />

subsidiegelden die het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in het kader van het<br />

internationale subsidieprogramma Youth in Action heeft ontvangen<br />

van de Europese Commissie, maar die in <strong>2008</strong> (nog) niet zijn betaald<br />

aan projecten. In het kader van dit programma heeft het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> in <strong>2008</strong> € 3.567.795 ontvangen en € 2.511.625 doorbetaald<br />

aan projecten. Bovendien dient de Europese Commissie het<br />

niet-bestede subsidiegeld van voorgaande jaren nog terug te vorderen.<br />

In <strong>2008</strong> is er een bedrag van € 2.756.419 toegekend ten behoeve van<br />

uitwisselingsprojecten (vastgesteld € 1.653.504).<br />

Vooruitontvangen gelden Xplore<br />

De vooruitontvangen gelden Xplore hebben betrekking op de subsidiegelden<br />

die het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in het kader van het internationale<br />

subsidieprogramma Xplore heeft ontvangen van het ministerie<br />

van Buitenlandse Zaken, maar die in <strong>2008</strong> (nog) niet zijn doorbetaald<br />

aan projecten.


Contractuele projectverplichtingen<br />

De contractuele projectverplichtingen zijn de verplichtingen die<br />

in <strong>2008</strong> of eerder voor de lopende projecten zijn aangegaan. De<br />

afwikkeling van deze verplichtingen vindt in 2009 plaats.<br />

Belastingen en sociale verzekeringen <strong>2008</strong><br />

Afdracht Belastingdienst loonheffi ng 292.485<br />

Afdracht Pensioenfonds PGGM 131.864<br />

Afdracht BTW 50.828<br />

Totaal 475.177<br />

Overige schulden en overlopende passiva<br />

Opgebouwde vakantietoeslag 255.972<br />

Opgebouwde vakantiedagen, sabbatical en jubileumuitkeringen 161.901<br />

Te betalen diensten derden 167.194<br />

Af te dragen rente 224.073<br />

Overige te betalen kosten 271.456<br />

Vooruitontvangen baten 333.943<br />

Totaal 1.414.539<br />

NIET UIT DE BALANs BLIJKENDE VERPLICHTINGEN<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is meerjarige fi nanciële verplichtingen<br />

aangegaan ter zake van inhuur van diensten van derden<br />

voor een bedrag van € 488.556. Het gehele bedrag heeft betrekking<br />

op aangegane verplichtingen ten behoeve van de uitvoering<br />

van projecten met een looptijd gelijk aan of korter dan een jaar.<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

75


76 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

Toelichting winst- en verliesrekening<br />

OPBRENGsTEN<br />

• Instellingssubsidie<br />

De instellingsubsidie wordt jaarlijks door het<br />

programmaministerie voor Jeugd en Gezin<br />

toegekend ten behoeve van de uitvoering van de<br />

projecten binnen het Kenniscentrum Jeugd.<br />

De subsidie <strong>2008</strong> is als volgt samengesteld: Realisatie Begroting Realisatie<br />

Toekenning <strong>2008</strong> 4.431.894<br />

Tijdelijke uitbreidingen 979.850<br />

Loonbijstelling (OVA) 144.302<br />

<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />

€ € €<br />

Totaal 5.556.046 4.431.900 4.035.415<br />

De tijdelijke uitbreidingen zijn bestemd voor de<br />

uitvoering van het project Raamwerk Landelijke<br />

Aanpak Kindermishandeling en voor een inventarisatie<br />

van beschikbare databanken m.b.t.<br />

gezinsbeleid.<br />

• Projectsubsidies<br />

De projectsubsidies ad € 5,5 miljoen hebben<br />

betrekking op niet-structurele, specifi ek voor<br />

bepaalde projecten toegekende subsidiegelden.<br />

De subsidie-opbrengsten zijn € 1,0 miljoen<br />

hoger dan begroot; vooral de projectsubsidies<br />

afkomstig van het ministerie van OC&W zijn<br />

aanzienlijk hoger dan begroot.<br />

• Opdrachten derden<br />

Deze post betreft de opbrengsten met betrekking<br />

tot projecten die in opdracht van nietsubsidiegevers<br />

zijn uitgevoerd. De opbrengsten<br />

zijn nagenoeg gelijk aan die van 2007. T.o.v. de<br />

begroting <strong>2008</strong> zijn ze met 2 ton toegenomen.<br />

• Overige projectopbrengsten<br />

De overige projectopbrengsten zijn als volgt te<br />

specifi ceren: Realisatie Begroting Realisatie<br />

<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />

€ € €<br />

Opbrengst producten 1.235.812 839.100 561.619<br />

Overige opbrengsten 619.351 304.300 383.547<br />

Totaal 1.855.163 1.143.400 945.166


Opbrengst producten<br />

De productopbrengsten bestaan uit de opbrengsten<br />

voor publicaties, trainingen en congressen.<br />

De opbrengsten uit trainingen zijn, zowel ten<br />

opzichte van de begroting als ten opzichte van het<br />

voorgaande jaar, aanzienlijk toegenomen.<br />

Overige opbrengsten<br />

De overige opbrengsten bestaan uit opbrengsten<br />

voor lezingen, vacatiegelden en bijdragen in projectkosten.<br />

• Opbrengsten (niet- projectgebonden)<br />

Realisatie Begroting Realisatie<br />

<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />

€ € €<br />

Opbrengsten Vilans en MOVISIE 240.019 249.400 255.183<br />

Overige opbrengsten 301.342 184.800 328.199<br />

Totaal 541.361 434.200 583.382<br />

Opbrengsten Vilans en MOVISIE<br />

De opbrengsten hebben voornamelijk betrekking<br />

op de gelden die in rekening worden gebracht aan<br />

Vilans en MOVISIE voor de kosten voor de gemeenschappelijke<br />

kosten voor redactie, productrealisatie,<br />

juridische advisering en archief.<br />

Overige opbrengsten<br />

In de overige opbrengsten zijn incidentele baten<br />

opgenomen ten bedrage van € 156.174. Dit betreft<br />

voor een bedrag van € 102.000 de gedeeltelijke<br />

vrijval van de voorziening transitie.<br />

KOsTEN<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

• Personele kosten<br />

Realisatie Begroting Realisatie<br />

<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />

€ € €<br />

Medewerkers in vaste dienst 5.926.016 6.553.500 5.038.329<br />

Medewerkers in tijdelijke dienst 985.187 540.410 851.665<br />

Detacheringen en uitzendkrachten 280.715 109.090 57.642<br />

Opleidingskosten 86.506 141.900 135.611<br />

Werving- en selectiekosten 57.525 0 23.955<br />

Overige personele kosten 79.902 94.000 31.869<br />

Opbrengst (personeelsgebonden) -128.042 -30.000 -25.548<br />

Totaal 7.287.809 7.409.000 6.113.523<br />

77


78 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

Medewerkers in vaste/tijdelijke<br />

dienst en detacheringen<br />

De salariskosten van de medewerkers in vaste<br />

en tijdelijke dienst, samen met de kosten voor<br />

detacheringen en uitzendkrachten, zijn in lijn<br />

met de begroting. Enerzijds is er een toename<br />

van de salariskosten in verband met een stijging<br />

van het gemiddeld aantal fte’s ten opzichte van<br />

de begroting (4 fte). Hier staat tegenover dat de<br />

reguliere kostenstijgingen (cao-verplichtingen,<br />

sociale lasten en periodieke verhogingen) lager<br />

uitvallen dan voorzien.<br />

De salariskosten van de tijdelijk medewerkers<br />

zijn toegenomen en van de vaste medewerkers<br />

afgenomen. De verhouding vaste en tijdelijk<br />

medewerkers is 77/23 per 31 december <strong>2008</strong><br />

(2007 82/18).<br />

Ten opzichte van 2007 zijn de kosten met 1,2<br />

miljoen toegenomen tengevolge van reguliere<br />

kostenstijgingen, maar vooral tengevolge van de<br />

groei van het instituut in 2007 en <strong>2008</strong>.<br />

De bezoldiging van de leden van de Raad van<br />

Bestuur bedraagt in totaal € 244.872.<br />

Overige personele kosten<br />

De overige personele kosten hebben betrekking<br />

op kosten arbodienst, personeelsevenementen<br />

etc.<br />

• Materiële projectkosten<br />

Realisatie Begroting Realisatie<br />

<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />

€ € €<br />

Algemene kosten 925.732 992.200 561.077<br />

Diensten derden 4.082.342 1.049.500 3.626.034<br />

Producten 546.642 611.700 324.789<br />

Totaal 5.554.716 2.653.400 4.511.900<br />

Algemene kosten<br />

De algemene kosten omvatten de<br />

projectgebonden reis- en verblijfkosten, kosten<br />

voor huur catering, aanschaf literatuur, repro- en<br />

portokosten, materiaalkosten etc.<br />

Diensten derden<br />

De diensten derden hebben betrekking op<br />

zowel de inhuur van specifi eke expertise als<br />

op de vergoedingen aan pilotorganisaties en<br />

samenwerkingspartners.<br />

Ten opzichte van de begroting is er € 3 miljoen<br />

meer besteed, wat direct samenhangt met de


hogere omzet. Ook relatief zijn er meer derden<br />

ingehuurd om de projecten te kunnen uitvoeren.<br />

De kosten voor de inzet van expertiseteams bij<br />

enkele grotere trajecten (Zorg- en adviesteams,<br />

Raamwerk Kindermishandeling en Veiligheid op<br />

scholen) vormen een substantieel onderdeel van<br />

deze post.<br />

Producten<br />

De productkosten bestaan uit de materiële<br />

kosten voor publicaties, congressen en<br />

cursussen.<br />

• Materiële kosten (niet- projectgebonden)<br />

Realisatie Begroting Realisatie<br />

<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />

€ € €<br />

Basisdiensten Sekondant 1.601.026 1.741.200 1.582.004<br />

Diensten derden 215.158 353.500 118.194<br />

Afschrijvingen en onderhoud 1.075 114.200 0<br />

Public relations en marketing 116.116 47.500 12.553<br />

Bureaukosten 51.916 34.900 62.073<br />

Overige materiële kosten 412.701 83.500 428.740<br />

Totaal 2.397.992 2.374.800 2.203.564<br />

Basisdiensten Sekondant<br />

Deze post betreft de diensten die Sekondant<br />

levert aan het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> (ICT,<br />

administratie en facilitaire zaken).<br />

Afschrijvingen en onderhoud<br />

De kosten voor afschrijvingen en onderhoud<br />

zijn nagenoeg niet gerealiseerd; de voor <strong>2008</strong><br />

geplande investeringen hebben nog niet<br />

plaatsgevonden.<br />

Bureaukosten<br />

De bureaukosten bestaan uit kosten voor repro,<br />

porti, telefoon en kantoormiddelen.<br />

Overige materiële kosten<br />

In de overige materiële kosten zijn incidentele<br />

lasten opgenomen ten bedrage van € 320.506.<br />

Hiervan heeft een bedrag van € 235.764<br />

betrekking op het aandeel van het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> in nagekomen transitiekosten<br />

voor de drie kennisinstituten MOVISIE,<br />

Vilans en het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. Deze<br />

kosten hebben met name betrekking op een<br />

onverhuurbaar pand van één van de oude<br />

organisaties.<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

79


80 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

Overige gegevens<br />

GEBEURTENIssEN NA BALANsDATUM<br />

Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum te vermelden.<br />

ACCOUNTANTsVERKLARING<br />

Afgegeven ten behoeve van het ministerie voor Jeugd en Gezin<br />

Verklaring betreffende de jaarrekening<br />

Wij hebben de in dit rapport op pagina 68 tot en met pagina 79 opgenomen<br />

jaarrekening <strong>2008</strong> van Stichting <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> te Utrecht bestaande uit<br />

de balans per 31 december <strong>2008</strong> en de winst- en verliesrekening over <strong>2008</strong> met de<br />

toelichting gecontroleerd.<br />

Verantwoordelijkheid van het bestuur<br />

Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de<br />

jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede<br />

voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2<br />

BW en de Subsidieregeling VWS-Subsidies. Tevens is het bestuur van de stichting<br />

verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening<br />

verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in<br />

overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet en regelgeving opgenomen<br />

bepalingen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren<br />

en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van<br />

en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze<br />

geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het<br />

kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en<br />

het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.<br />

Verantwoordelijkheid van de accountant<br />

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis<br />

van onze controle als bedoeld in Titel 9 Boek 2 BW en artikel 43 van de<br />

Subsidieregeling VWS-subsidies. Wij hebben onze controle verricht in<br />

overeenstemming met <strong>Nederlands</strong> recht, waaronder het als bijlage 6 in de<br />

Subsidieregeling VWS-subsidies opgenomen Controleprotocol Instellingssubsidie.<br />

Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende<br />

gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te<br />

voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen<br />

afwijkingen van materieel belang bevat.<br />

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie<br />

over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de<br />

uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van<br />

de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen<br />

van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de<br />

accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de<br />

jaarrekening van vermogen en resultaat, alsmede het voor de naleving van de<br />

betreffende wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een<br />

verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de<br />

gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te<br />

geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens<br />

omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de


toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van<br />

schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie<br />

van het algehele beeld van de jaarrekening, alsmede een evaluatie van de<br />

aanvaardbaarheid van het gehanteerde referentiekader voor financiële<br />

rechtmatigheid.<br />

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en<br />

geschikt is als basis voor ons oordeel.<br />

Oordeel<br />

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de<br />

samenstelling van het vermogen van Stichting <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> per 31<br />

december <strong>2008</strong> en van het resultaat over <strong>2008</strong> in overeenstemming met Titel 9<br />

Boek 2 BW en de Subsidieregeling VWS-subsidies. Voorts zijn wij van oordeel dat<br />

de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over <strong>2008</strong><br />

voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in<br />

overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen<br />

bepalingen, zoals die in het Controleprotocol Instellingssubsidie zijn opgenomen,<br />

en met de nadere gestelde subsidieverplichtingen.<br />

Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van<br />

regelgevende instanties<br />

Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW<br />

melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar<br />

is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.<br />

Amstelveen, 30 maart 2009<br />

KPMG ACCOUNTANTS N.V.<br />

D.W. Voetelink RA<br />

BEsTEMMING REsULTAAT<br />

Het resultaat wordt aan het eigen vermogen toegevoegd nadat het deel dat<br />

samenhangt met de instellingssubsidie is toegerekend aan het bestemmingsfonds<br />

instellingssubsidie conform de subsidieregeling VWS-subsidies artikel 30, lid 3.<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />

81


82 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>


PRODUCTENOVERZICHT<br />

MEDEWERK(sT)ERs


84<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht<br />

14<br />

Productenoverzicht <strong>2008</strong><br />

(belangrijkste producten)<br />

Artikelen<br />

• Methodisch werken verbetert AMK-beslissing;<br />

Bartelink, C.; Jeugd en Co Kennis; jrg. 2, nr. 1,<br />

p. 40-51<br />

• Opvoedingsinternaat of jeugdgevangenis;<br />

Beijerse, J. uit & L. Boendermaker ; Proces;<br />

jrg. 87, nr. 5, p. 142-153<br />

• De justitiële jeugdinrichtingen;<br />

Boendermaker, L; Justitiële Interventies voor<br />

jeugdige daders en risicojongeren; p. 57-80<br />

• De professional als uitvoerder van effectieve<br />

interventies; Boendermaker, L;<br />

Werken met risicojongeren, handboek voor<br />

sociale professionals.; p. 41-52<br />

• Jeugdzorgplus, drang en dwang in de<br />

jeugdzorg; Boendermaker, L. ; Jeugd en Co<br />

Kennis; jrg. 2, nr. 1, p. 8-20<br />

• Wat werkt bij het voorkomen en verminderen<br />

van delinquent gedrag; Boendermaker, L. & D.<br />

Ince; Jeugd en Co Kennis; jrg. 2, nr. 4, p. 26-38<br />

• Gedragsproblemen bij kinderen voorkomen en<br />

verminderen; Boendermaker, L. & T. van Yperen;<br />

Justitiële Verkenningen; jrg. 34, nr. 8, p. 60-76<br />

• Leerlingzorg en zorg- en adviesteams;<br />

Bosdriesz, M.; Plein Primair; jrg. 10, nr. 2, p. 7<br />

• Samenwerken met ouders in zorgtrajecten;<br />

Bosdriesz, M.; Plein Primair; jrg. 10, nr. 7, p. 23<br />

• Zorg- en adviesteams en passend onderwijs;<br />

Bosdriesz, M.; Plein Primair; jrg. 10, nr. 8, p. 24<br />

• Zorgadviesteams veroveren jeugdhulp;<br />

Bosdriesz, M.; Zorg + Welzijn; jrg. 14, nr. 7/8,<br />

p. 38, 39, 41<br />

• Zorg- en adviesteams in het onderwijs in<br />

opmars; Bosdriesz, M. (medewerking);<br />

Jeugd en Co; juni <strong>2008</strong><br />

• ZAT’s in het V.O.; Deen, C.; Toon Speziaal;<br />

jrg. 3, nr. 2, p. 28-29<br />

• Centrum voor Jeugd en Gezin: de lessen uit vier<br />

Europese landen; Dijk, M. van, A. Kalsbeek,<br />

B. Prinsen, P. Nota en D. van Veen; Jeugd en<br />

Co Kennis; jrg. 2, nr. 4. p. 39-47<br />

• Engelse lessen voor Centra voor Jeugd en Gezin;<br />

Gelauff-Hanzon, C.W.; Jeugd en Co Kennis;<br />

jrg. 2, nr. 1, p. 29-39<br />

• Als je je kinderen niet slaat, krijg je later spijt;<br />

Geurts, E.; Tijdschrift Kindermishandeling;<br />

jrg. 1, nr. 1, p. 14-17<br />

• Eindelijk eens gewoon over de scheiding praten;<br />

Geurts, E.; Tijdschrift Kindermishandeling;<br />

jrg. 1, nr. 3, p. 30-33<br />

• Europa in?; Hilverdink, P.; Bij de Les;<br />

november <strong>2008</strong><br />

• Smaakt Europa naar meer maatschappelijk<br />

actieve jongeren?; Hilverdink, P.;<br />

Europese Gemeente; december <strong>2008</strong><br />

• Rapport professionaliteit of persoonlijke<br />

aandacht?; Hoex, J.; BBMP: Beleid, Bestuur,<br />

Management & Pedagogiek in de Kinderopvang;<br />

maart <strong>2008</strong><br />

• Kinderopvang met sociale functie;<br />

Hoex, J.; BBMP: Beleid, Bestuur, Management &<br />

Pedagogiek in de Kinderopvang; oktober <strong>2008</strong><br />

• Feeling fat rather than being fat may be<br />

associated with psychological well-being in<br />

young Dutch adolescents; Jansen W,<br />

van de Looij-Jansen PM, de Wilde EJ, Brug J.;<br />

Journal of Adolescent Health; <strong>2008</strong> Feb, 42(2),<br />

p. 128-136<br />

• Prevention; Jonkman, H., T. van Yperen en<br />

B. Prinsen; Tomorrow’s Criminals.<br />

The Development of Child Delinquency and<br />

Effective Interventions; p. 179-196<br />

• De ontwikkeling van de JGZ-richtlijn<br />

kindermishandeling: waarom duurt dat zo<br />

lang?; Kampshuis, M., Fleuren,<br />

M.A.H., Kooijman, K., Vergeer, M.,<br />

Heerdink-Obenhuijsen, N., & Wagenaar-Fischer,<br />

M.; Tijdschrift JGZ; jrg. 40, nr. 6<br />

• VoorZorg: opvoedingsondersteuning van<br />

zwangerschap tot peutertijd; Kooijman,<br />

K., Struijff, E., Coeverden, S. van, Crijnen, A. &<br />

Leerdam, F. van; Tijdschrift JGZ; jrg. 40, nr. 3,<br />

p. 60-62<br />

• Deliberate self-harm within an international<br />

community sample of young people:<br />

comparative findings from the Child &<br />

Adolescent Self-harm in Europe (CASE) Study;<br />

Madge N, Hewitt A, Hawton K, Wilde EJ,<br />

Corcoran P, Fekete S, Heeringen KV, Leo DD,<br />

Ystgaard M.; European Journal of Child and<br />

Adolescent Psychiatry; <strong>2008</strong> March 10<br />

• Jeugd in actie; Meijer, E. en P. Barendse;<br />

Maatschappij & Politiek; oktober <strong>2008</strong>


• Deliberate self-harm in young people:<br />

differences in prevalence and risk factors<br />

between The Netherlands and Belgium; Portzky<br />

G, E.J. de Wilde, K. van Heeringen; European<br />

Journal of Child and Adolescent Psychiatry;<br />

<strong>2008</strong> April, 17(3), p. 179-186<br />

• Coördinatie van zorg: nodig voor de veiligheid<br />

van kinderen in multiproblemgezinnen;<br />

Prinsen, B.; Tijdschrift Artsen<br />

Jeugdgezondheidszorg; nr. 14, p. 40155<br />

• Signalering en dan … een interventie;<br />

Prinsen, B.; TSG; jrg. 86, nr. 2, p. 16<br />

• Die Entwicklung integrierter Familienunterstützender<br />

Dienstleistungszentren;<br />

Prinsen, B. en M. Oudhof; Deutsche<br />

Jugendinstitut; <strong>2008</strong>, p. 81-95<br />

• De vergeten groep, 12-plussers in de Centra<br />

voor Jeugd en Gezin; Prinsen, B. en<br />

A. Woolthuis; Jeugd en Co; jrg. 2, nr. 4, p. 30-31<br />

• Opvoedhulp om de hoek: wat werkt?;<br />

Prinsen, B. en Graaf, M. de ; JGZ, Tijdschrift<br />

voor jeugdgezondheidszorg, themanummer<br />

Opvoedingsondersteuning; jrg. <strong>2008</strong>, 40,<br />

p. 48-49<br />

• Hulpverleningsdoelen categoriseren met de<br />

Doelenboom. Ontwikkeling en categorieënsysteem<br />

voor hulpverleningsdoelen in een<br />

jeugdzorginstelling; Reith, W., Hofman, R.,<br />

Stams, G.J.J.M., & Yperen, T.A. van; Kind en<br />

Adolescent; jrg. 29, p. 221-234<br />

• Verschoolsing van de bso is niet de bedoeling;<br />

Schreuder, L.; BBMP: Beleid, Bestuur,<br />

Management & Pedagogiek in de Kinderopvang;<br />

jrg. 1, nr. 4, p. 20-23<br />

• Met vier jaar al de hele dag naar school;<br />

Schreuder, L.; Tijdschrift WJK: Wereld van het<br />

jonge kind; jrg, 35, nr. 9, p. 286-289<br />

• Boekbespreking, De brede school in één hand -<br />

boek; Schreuder, L.; Tijdschrift MK: Management<br />

Kinderopvang; februari <strong>2008</strong>, p. 10-11<br />

• Boekbespreking, Meertaligheid; Schreuder, L.;<br />

Tijdschrift MK: Management Kinderopvang;<br />

maart <strong>2008</strong>, p. 20-21<br />

• Boekbespreking, Veilige hechting is van<br />

levensbelang; Schreuder, L.; Tijdschrift MK:<br />

Management Kinderopvang; mei <strong>2008</strong>, p. 20-21<br />

• Boekbespreking, Educatie, reflectie en een<br />

onderzoekende houding; Schreuder, L.;<br />

Tijdschrift MK: Management Kinderopvang;<br />

juni/juli <strong>2008</strong>, p. 20-21<br />

• Verbinding van leren binnen en buiten de<br />

school; Valkestijn, M.; Zicht op de brede school,<br />

M. van der Grinten e.a. (red) SWP; jrg. <strong>2008</strong>,<br />

p. 191-197<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht 85<br />

• Comparison of Web-Based versus Paper-and-<br />

Pencil Self-Administered Questionnaire: Effects<br />

on Health Indicators in Dutch Adolescents;<br />

Van de Looij, P.M. en E.J. de Wilde ;<br />

Health Services Research; 43(5), p. 1708-1721<br />

• Wat is praktijkgestuurd onderzoek?;<br />

Veerman, J.W., Yperen T.A. van; Zicht op<br />

effectiviteit. Handboek voor praktijkgestuurd<br />

effectonderzoek in de jeugdzorg; p. 17-34<br />

• Praktijkgestuurd effectonderzoek maakt<br />

hulpverlening beter; Veerman, J.W.,<br />

Yperen T.A., Bijl, B., Ooms, H. & Roosma, D.;<br />

Jeugd en Co Kennis; jrg. 2, nr. 4, p. 8-18<br />

• Het monitoren van probleemgedrag;<br />

Wilde, E.J. de; Justitiële Verkenningen;<br />

jrg. 34, nr. 8, p. 49-60<br />

• Onbewust beslissen; Yperen, T.A. van;<br />

Kind en Adolescent; jrg. 29, nr. 1, p. 52-54<br />

• Interventions; Yperen, T.A. van,<br />

Boendermaker, L; Tomorrow’s criminals.<br />

The development of child delinquency and<br />

effective interventions; p. 197-214<br />

• Prevention; Yperen, T.A. van, Jonkman,<br />

H., Prinsen, B.; Tomorrow’s criminals.<br />

The development of child delinquency and<br />

effective interventions; p. 179-196<br />

Boeken<br />

• Knap lastig!; Balledux, M. e.a.; 176 p.;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en Sardes<br />

• Werken aan welbevinden; Balledux, M. en<br />

J. Hoex; 112 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Ontwikkelingsstimulering en opvoedingsondersteuning<br />

voor allochtone kinderen en hun<br />

ouders; Beekhoven, S., D. Ince en H. Kalthoff;<br />

80 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en Sardes<br />

• Wegwijzer voor de intern begeleider;<br />

Bosdriesz, M. en Messing, C.T.H.M.; 149 p.;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Kaleidoscoop in kinderdagverblijven;<br />

Brandenbarg, N.; 225 p.;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Coördinatie en professionalisering van zorg in<br />

het MBO; Brinkman, B., T. Boonman en<br />

L. Talsma; 76 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Handboek Doorbraak in de jeugdzorg;<br />

Deur, H. van & Odenhoven, R. van ; 123 p.;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Handleiding Kortdurende Video Home Training<br />

in gezinnen met jonge kinderen; Eliëns, M. &<br />

Prinsen, B.; 304 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Tis knap lastig; Hoex, J. en Floortje Kunseler;<br />

175 p.; SWP Uitgeverij


86<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht<br />

• Het menu; Hoex, J. en Jeanne Buitenhuis; 96 p.;<br />

Tilburg, Kinderstad bv<br />

• Pedagogische kwaliteit op orde (4e druk);<br />

Hoex, J. en S. Kwok; 95 p.;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Actief leren met baby’s, dreumesen en peuters;<br />

Julien, M. en J. Schonewille (eindredactie);<br />

116 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Thematisch OuderProgramma ; Kalthoff, H.;<br />

360 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Laten spelen is een vak; Kwok, S. en H. Meij;<br />

270 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Kortgesloten?; Prinsen, B. (red.), Bartelink, C.,<br />

Kalthoff, H., Ligtermoet, I., Kooijman, K.,<br />

Blokland, G., Dries, H. & Bosdriesz, M.; 284 p.;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Actief spelen in de vrije tijd; Schonewille, J.;<br />

48 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Kaleidoscoop in de buitenschoolse opvang;<br />

Schonewille, J. en J. Vegter; 102 p.;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• De Kinderhuiskamer in de brede school;<br />

Schreuder, L., G. Hartman, J. Janssen<br />

Duyghuysen, R. Mous en A. Schiks; 30 p.;<br />

Tandem Welzijnsorganisatie Nijmegen<br />

• School met vijf O’s; Schreuder, L., M. Valkestijn,<br />

S. Mewissen; 173 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>/<br />

SWP Uitgeverij<br />

• NJi-monitor 2007 Reboundvoorzieningen<br />

voortgezet onderwijs; Steenhoven,<br />

P. van der & A.F.D. van Veen; 60 p.;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Kwaliteitskader en handreikingen voor Zorgen<br />

adviesteams; Veen, A.F.D van e.a.; 211 p.;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Wat heb je gedaan vandaag?; Veen, van A.,<br />

M. Boogaard, R. Fukkink, M. Valkestijn; 82 p.;<br />

SCO-Kohnstamm Instituut (UvA)<br />

• Op het puntje van je stoel; Vegter-Rozendal,<br />

J.M en J. Schonewille; 61 p.;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Zicht op effectiviteit; Yperen, T.A. van,<br />

Veenman, J.W.; 368 p.; Eburon, Delft<br />

• Jeugdzorg in kaart; Zwikker, N en H. Hens;<br />

82 p.; SWP/<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

DVD’s<br />

• Spelen, onderzoeken & ontdekken; Hoyng, F.;<br />

DVD, 22 min.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Zelf kiezen is het leukste; Rekel Producties;<br />

DVD, 22 min.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Laten spelen is een vak; Veenstra & Van Berkel;<br />

DVD, 90 min.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

• Laten spelen is een vak; Veenstra & Van Berkel ;<br />

DVD, 75 min.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

Rapporten<br />

• Checklist implementatiediagnose JGZ-Richtlijn<br />

secundaire preventie kindermishandeling;<br />

Anthonijsz, I. & Kooijman, K.<br />

• Moeders Informeren Moeders; Anthonijsz, I.<br />

& Prinsen, B.<br />

• Evaluatie van het scholingstraject en de<br />

invoering van ORBA en LIRIK bij het AMK<br />

Noord-Holland; Baat, M. de & Berge, I.J. ten<br />

• In beeld blijven; Bakker, P.P.<br />

• Ik heb een topjaar gehad!; Bakker, P.P.<br />

• keurmerkrapporten Brede scholen Almere<br />

(Stedenwijk., Wierwinde, @rchipel,<br />

Meesterwerk); Bakker, P.P.<br />

• Top Zes Bij- en nascholing; Beek, M. van en<br />

Berger, M.<br />

• Ontwikkelingsstimulering en opvoedingsondersteuning<br />

voor allochtone kinderen en hun<br />

ouders; Beekhoven, S., Ince, D., Kalthoff, H.,<br />

van der Vegt, A.<br />

• Instrumenten voor risicotaxatie in situaties van<br />

(vermoedelijke) kindermishandeling;<br />

Berge, I.J. ten<br />

• Veiligheidsbeleid en risicomanagment in Bureau<br />

Jeugdzorg; Berge, I.J. ten & Montfoort, A. van<br />

• Actieplan Professionalisering in de Jeugdzorg;<br />

Berger, M. (redactie) & N. Zwikker<br />

• Onderwijsopvangvoorzieningen in Rotterdam;<br />

D. van Veen<br />

• International Expert meeting on Centres for<br />

Youth and Families; Dijk, M. van<br />

• Interbeoordelaarbetrouwbaarheid Standaard<br />

Taxatie Ernst Problematiek (STEP);<br />

Eijgenraam, K., Pijll, M., Lekkerkerker, L.,<br />

Yperen, T.A. van<br />

• Kinderen in de keten <strong>2008</strong>; Geurts, E & Groen, B.<br />

• De aanpak RAAK en de landelijke model aanpak<br />

van huiselijk geweld; Groen, B. & Geurts, E.<br />

• Zorg in en rond het onderwijs in de lokale<br />

educatieve agenda; Heijden, S.J.M. van der, M.<br />

Bosdriesz, G. Bouma & A.F.D. van Veen<br />

• Helpen bij het ogroeien en opvoeden in<br />

Amsterdam; J. Hermanns & D. van Veen<br />

• Opvoedprogramma’s en voor- en vroegschoolse<br />

educatie in Oss; Kalthoff, H. en T. Pennings<br />

• Opvoedprogramma’s en voor- en vroegschoolse<br />

educatie in Oss; Kalthoff, Hl, Pennings, T.<br />

• Checklist Startfoto Regionale aanpak van<br />

kindermishandeling met instructie;<br />

Kooijman, K. & Schouten R.


• Voortgangsrapport Proefimplementatie<br />

JGZ-Richtlijn secundaire preventie van<br />

kindermishandeling; Kooijman, K., Broerse, A.<br />

& Kamphuis, M.<br />

• Een literatuurstudie naar programma’s<br />

voor gedragsbeinvloeding van leerlingen<br />

binnen de schoolcontext en in het bijzonder de<br />

reboundvoorziening;<br />

Kraag, G. C. en A.F.D. van Veen<br />

• Op weg naar een kindvolgsysteem in de<br />

gastouderopvang; Kwok, S.<br />

• Nulmeting prestatie-indicatoren;<br />

Lekkerkerker, L. & Dronkers, F.<br />

• Samenwerking rond vreedzame school en<br />

zorgkinderen; Mewissen, S.<br />

• Seksualisering: reden tot zorg;<br />

Nikken, P., Hanneke de Graaf, Hanneke Felten,<br />

Kristin Janssens, Willy van Berlo<br />

• Kortdurende Interventie Methode (KIM);<br />

Oudhof, M. & Steege, M. van der<br />

• Nadere doelgroepanalyse Beter met Thuis;<br />

Oudhof, M. & Steege, M. van der<br />

• Eerder en beter; Prinsen, B. & Bartelink, C.<br />

• Opvoeden doet er toe; Prinsen, B. & Dijk, M. van<br />

• Opvoeden doet er toe; Prinsen, B. &<br />

Eijgenraam, K.<br />

• ’t Klimrek Hengelo: opgroeien in de wijk;<br />

Prinsen, B. & Ligtermoet, I.<br />

• Coördinatie van zorg: door de keten van zorg<br />

voor kinderen en jongeren in Almere;<br />

Prinsen, B. & Ligtermoet, I.<br />

• Coördinatie van zorg als functie van opvoeden<br />

opgroeiondersteuning;<br />

Prinsen, B. & Ligtermoet, I.<br />

• Kortgesloten; Prinsen, B., H. Kalthoff e.a.<br />

• Kinderen met meervoudige ontwikkelingsproblematiek,<br />

een verkennend onderzoek;<br />

Prinsen, B., Oudhof, M. & Bruinsma, W.<br />

• Meldplicht kindermishandeling: een<br />

toegevoegde waarde?;<br />

Rossum, J. van, & Wolzak, A.<br />

• Competenties in relatie tot de aanpak van<br />

kindermishandeling;<br />

Rossum, J. van, Berge, I.J. ten & Anthonijsz, I.<br />

• Ontwikkeling van en onderzoek naar<br />

het instrument Beoordeling Sociaal<br />

Aanpassingsvermogen;<br />

Schouten, R., Lekkerkerker, L.& Konijn, C.<br />

• Een schooldag op Bikube is één geheel;<br />

Schreuder, L.<br />

• Samen spelen, zorgen delen; Schreuder, L.<br />

• School- en opvangtijden aangepast aan<br />

biologisch ritme; Schreuder, L.<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht 87<br />

• Pedagogisch Beleidsplan van kinderdagverbijf<br />

Dikkie Dik; Schreuder, L. en S. Kwok<br />

• Effectieve enduurzame implementatie in de<br />

jeugdzorg; Stals, K. Yperen, T.A. van, reith, W.,<br />

Stams, G.J.<br />

• Raamwerk prestatie-indicator doelrealisatie;<br />

Steege, M. van der & Yperen, T. van<br />

• De middelen van de RAT’s herzien;<br />

Steege, M. van der, Addink, A. & Bruinsma, W.<br />

• De hulpverleningsvariant van pleegzorg<br />

doorgelicht;<br />

Steege, M. van der, Addink, A. & Bruinsma, W.<br />

• NJi-Monitor 2007: Reboundvoorzieningen<br />

voortgezet onderwijs;<br />

Steenhoven, P. van der & A.F.D. van Veen<br />

• Verlengde leertijd en educatieve samenhang;<br />

Valkestijn, M.<br />

• Samenwerken aan betekenisvol leren in en met<br />

de buurt; Valkestijn, M.<br />

• Kwaliteitskader en handreikingen voor Zorg- en<br />

adviesteams; Veen, A.F.D. van e.a.<br />

• Factsheet LCOJ-monitor 2007; Veen, A.F.D. van,<br />

P. v.d. Steenhoven, M. Bosdriesz en B. Brinkman<br />

• LCOJ-onderzoek; Veen, A.F.D. van, R. v.d. Krol,<br />

P. Huizenga, D. Wienke en P. v.d. Bogaart<br />

• Registratiegegevens programma VoorZorg tot<br />

en met november 2007;<br />

Versendaal, O. & Kooijman, K.<br />

• Op weg naar volwassenheid;<br />

Vink, R. & Geurts, E.<br />

• Ontwikkeling en borging jeugdinterventies;<br />

Yperen, T.A. van, K. Bakker<br />

• Meer zicht op effectiviteit van jeugdzorg;<br />

Yperen, T.A. van, Steege, M. van der<br />

• De betekenis van cijfers over doelrealisatie;<br />

Yperen, T.A. van, Steege, M. van der<br />

Congressen (deelnemers)<br />

• Connecting Europe; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

en Nationale Jeugdraad;<br />

Stadhuis, Rotterdam; 7 november <strong>2008</strong> (100)<br />

• Jong zijn in Nederland kent vele gezichten;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en Movisie; Rasa,<br />

Utrecht; 6 november <strong>2008</strong> (200)<br />

• Expert meeting Public health strategy for<br />

parenting support; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />

ZonMw en ministerie voor Jeugd en Gezin;<br />

5 juni <strong>2008</strong> (25)<br />

• Expertmeeting Opgroeien en meedoen;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> i.s.m. Verdiwel en<br />

Mogroep; Amsterdam; 18 november <strong>2008</strong> (60)<br />

• Intensivering Kwaliteit Zorg- en adviesteams;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en AT-Consult;<br />

Den Haag; 29 mei <strong>2008</strong> (250)


88<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht<br />

• International Expert meeting on Centres for<br />

Youth and Families; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>;<br />

Utrecht; 19 september <strong>2008</strong> (60)<br />

• Internationale expert meeting Centra voor<br />

Jeugd en Gezin; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />

Fontys Hogeschool, ministerie voor Jeugd en<br />

Gezin; Utrecht, Hoog Brabant;<br />

19 september <strong>2008</strong><br />

• Jeugdzorg in Onderzoek; Programmaministerie<br />

voor Jeugd en Gezin, <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />

ZonMw, RIVM/Centrum jeugdgezondheid;<br />

28 januari <strong>2008</strong><br />

• Jeugdzorgdag: internationale uitwisseling;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>; Arnhem;<br />

20 november <strong>2008</strong> (80)<br />

• Kinderwerkersdag Spelen met talent;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en Jantje Beton;<br />

Ede; 27 oktober <strong>2008</strong> (250)<br />

• Landelijke dag contactmedewerksters<br />

Stapprogramm’s; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>;<br />

Zeist; 3 november <strong>2008</strong> (120)<br />

• Landelijke prijsuitreiking Richard Krajicek<br />

Foundation Award; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />

Richard Krajicek Foundation Award en <strong>Nederlands</strong><br />

Instituut Sport en Bewegen; Rotterdam;<br />

20 februari <strong>2008</strong> (200)<br />

• Leren signaleren; structurele aandacht<br />

voor geweldsproblematiek; <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> en Movisie; Hilversum;<br />

8 oktober <strong>2008</strong> (150)<br />

• Oogsten en Zaaien; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

en ISM; Nieuwegein; 10 november <strong>2008</strong> (275)<br />

• Opgroeien doe je samen; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>;<br />

Amsterdam; 18 november <strong>2008</strong> (300)<br />

• Opvoedhulp om de hoek; ZonMw, RIVM<br />

Centrum Jeugdgezondheid, ActiZ, GGD<br />

Nederland, Pharos, Trimbos-instituut, Medisch<br />

Centrum van de Vrije Universiteit Amsterdam,<br />

E-Quality, NIGZ en LOOPP; De Reehorst,<br />

Ede; 6 juni <strong>2008</strong> (615)<br />

• Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg<br />

Nederland (SEJN); <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>;<br />

Utrecht; 5 november 2009 (80)<br />

• Startconferentie Erkenningscommissie Jeugdinterventies;<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>;<br />

Utrecht; 5 juni 2009 (168)<br />

• VO + zorg, beleidsontwikkeling in dynamische<br />

context; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>, VO-Raad,<br />

Platform SWV VO; Wageningen;<br />

25-26 september <strong>2008</strong> (90)<br />

Cursussen en trainingen<br />

totaal aantal deelnemers: 4.558<br />

waarvan:<br />

• Triple P: 1.220<br />

• Implementatie JGZ-Richtlijn secundaire<br />

preventie van kindermishandeling: 520<br />

• Onderzoek, Risicotaxatie en Besluitvorming<br />

AMK’s: 360<br />

Lezingen:<br />

158<br />

waarvan in het buitenland: 16<br />

Lidmaatschap (advies)orgaan<br />

• Bakker, C.J.; Lid adviesraad centrum<br />

jeugdgezondheid/ RIVM<br />

• Bakker, C.J.; Lid bestuur Expertisecentrum<br />

Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs 0-12 jaar<br />

• Bakker, C.J.; lid curatorium leerstoel Onderzoek<br />

en ontwikkeling effectieve jeugdzorg, faculteit<br />

sociale wetenshappen Universiteit Utrecht<br />

• Bakker, C.J ; lid werkveldcommissie<br />

pedagogiek, faculteit sociale wetenschappen<br />

Utrecht<br />

• Berge, I.J. ten; Advisering hoofdkantoor Raad<br />

voor de Kinderbescherming over herzien van de<br />

onderzoeksmethodiek<br />

• Berger, M.A.; Lid Curriculumcommissie VIB<br />

project, MOgroep Jeugdzorg<br />

• Berger, M.A.; Redactie Jeugd & Co Kennis<br />

• Berger, M.A.; Voorzitter projectgroep actieplan<br />

professionalisering jeugdzorg<br />

• Berger, M.A.; Secretaris stuurgroep actieplan<br />

professionalisering jeugdzorg<br />

• Berger, M.A.; Voorzitter projectgroep databank<br />

na- en bijscholing<br />

• Boendermaker, L.; Lid van werkgroep van<br />

Hogescholen opleiding voor personeel justitiële<br />

jeugdinrichtingen<br />

• Boendermaker, L.; Voorzitter<br />

begeleidingscommissie onderzoek STOP reactie<br />

(WODC)<br />

• Boendermaker, L.; Lid begeleidingscommissie<br />

onderzoek FFT door PI research<br />

• Boendermaker, L.; Lid klankbordgroep<br />

‘besloten groep’ Horizon Jeugdzorg Rotterdam<br />

• Boendermaker, L.; Lid referentiegroep<br />

‘Doen wat werkt’ (nieuw zorgaanbod drie<br />

noordelijke provincies)<br />

• Boendermaker, L.; Lid Erkenningscommissie<br />

Gedragsinterventies Justitie<br />

• Boendermaker, L.; Lid congrescommissie<br />

jubileumcongres EFCAP-EU<br />

(oktober <strong>2008</strong> te A’dam)


• Boendermaker, L.;<br />

Redacteur Jeugd en Co Kennis<br />

• Gelauff,C; Lid begeleidingscommissie onderzoek<br />

Verwey-Jonker Instituut :<br />

Frontlinie en Interculturele Meetladder<br />

• Gelauff, C.; Lid coördinatieteam EC O3<br />

• Gelauff, C.; Lid uitvoeringsoverleg RIVM/<br />

Centrum Jeugdgezondheid, ZonMw, NJi<br />

voor het Kennisprogramma Jeugd<br />

• Geurts, E.; Redactielid Tijdschrift<br />

Kindermishandeling<br />

• Geurts, E.; Lid advieskring Stichting Zijweg<br />

• Graaf, M. de; Lid Commissie Autisme Spectrum<br />

Stoornissen, adviescommissie Gezondheidsraad<br />

• Graaf, M. de; Adviseur ontwikkeling Meetladder<br />

Diversiteit Interventies<br />

• Hoex, J.; Lid Klankbordgroep Versterking<br />

kwaliteit toezicht en handhaving kinderopvang<br />

(VNG/GGD-Nederland)<br />

• Hoex, J.; Lid werkgroep Kinderopvang van<br />

Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling<br />

Zorgsector/HKZ<br />

• Hoex, J.; Lid jury Leidsterteam van het jaarverkiezing<br />

EDG Utrecht<br />

• Kooijman, K.; Bestuurslid stichting Voorkoming<br />

van Kindermishandeling<br />

• Lierop, R.; Redacteur Jeugd en Co Kennis<br />

• Meij, H.; Lid Platform Ruimte voor de Jeugd /<br />

Nationale Speelraad<br />

• Meij, H.; Lid Raad van Advies Expertisecentrum<br />

Kinderopvang, Hogeschool Amsterdam /<br />

Universiteit van Amsterdam<br />

• Meij, H.; Lid Klankbordgroep project Groen<br />

is gras, bevordering van natuurbeleving in de<br />

kinderopvang van 0 tot 4-jarigen,<br />

Stichting Veldwerk, Apeldoorn<br />

• Meij, H.; Lid Adviescommissie<br />

onderzoeksproject Signaleren psychosociale<br />

problemen 0-4 jarigen, TNO, Leiden<br />

• Messing, C.T.H.M.; Redactie Jeugd & Co Kennis<br />

• Nikken, P; Lid NPS Programmaraad Hilversum<br />

• Nikken, P; Voorzitter jury jeugdprogramma’s<br />

Academy Awards 2007/<strong>2008</strong> Hilversum<br />

• Nikken, P; Lid jury Gouden Apestaart<br />

MijnKindOnline Amsterdam<br />

• Nikken, P.; Lid Wetenschapscommissie NICAM/<br />

Kijkwijzer Hilversum<br />

• Nikken, P.; Lid adviescommissie peuter TV<br />

TeleacNOT Hilversum<br />

• Nikken, P.; Lid organisatie Canon van de<br />

<strong>Nederlands</strong>e kindertelevisie Publieke Omroep<br />

Hilversum<br />

• Nikken, P.; Lid visitatiecommissie<br />

Communicatie en ICT opleiding Saxion<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht 89<br />

Hogeschool Enschede<br />

• Ooms, H; Partner Samenwerkingsverband<br />

Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN)<br />

• Ooms, H; Adviseur TripiO,<br />

opvoedingsondersteuning online<br />

• Ooms, H; Adviseur Vereniging Ambulante<br />

Spoedhulp<br />

• Ooms, H; Adviseur PMTO<br />

• Prinsen, B.; Platform voor MIM-coördinatoren<br />

• Prinsen, B.; Samenwerkingsverband MIM<br />

• Prinsen, B.; Lidmaatschap Commissie<br />

InhoudJeugdgezondheidszorg bij ActiZ<br />

(tot juli <strong>2008</strong>)<br />

• Prinsen, B.; Lidmaatschap Professionale Raad<br />

van de NVPG<br />

• Prinsen, B.; Lidmaatschap<br />

Beroepsgroepenoverleg Jeugdgezondheidszorg<br />

• Prinsen, B.; Medewerker Tijdschrift<br />

Jeugdgezondheidszorg<br />

• Prinsen, B.; Adviseur Stuurgroep<br />

Samenwerkingsverband Home Start Nederland<br />

• Prinsen, B.; Adviseur Academische Werkplaats<br />

Jeugdgezondheidszorg van VU Medisch<br />

Centrum<br />

• Prinsen, B.; Secretaris Samenwerkingsverband<br />

MIM<br />

• Prinsen, B.; Correspondent Tijdschrift G<br />

(tot januari <strong>2008</strong>)<br />

• Prinsen, B.; Referent Zorg Onderzoek Nederland<br />

• Schreuder, E.T.; Lid van het Landelijk<br />

Pedagogenplatform Kinderopvang<br />

• Schreuder, E.T.; Lid van de adviesraad van het<br />

Bureau kwaliteitsimpuls kinderopvang /BKK<br />

• Schreuder, E.T.; Lid van de landelijke<br />

werkgroep diversiteit en kinderopvang<br />

(<strong>Nederlands</strong>e afdeling DECET)<br />

• Schreuder, E.T.; Lid van de redactieraad Wereld<br />

van het Jonge Kind<br />

• Schreuder, E.T.; Recensent bij het tijdschrift<br />

Management Kinderopvang<br />

• Schreuder, E.T.; Lid van de adviescommissie<br />

van NICAM<br />

• Valkestijn, M.A.C.; Lid Raad van Advies<br />

lectoraat Integraal jeugdbeleid, de<br />

vensterschool als portaal; Hanzehogeschool<br />

Groningen<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid Landelijk Platform<br />

Onderwijs en Jeugdzorg (LPOJ)<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid van de redactie tijdschrift<br />

Zorgbreed<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid van de redactieraad<br />

tijdschrift Education, Citizenship and Social<br />

Justice<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid van de redactieraad


90 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht<br />

tijdschrift Teachers and Teaching<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid redactie Integraal<br />

Jeugdbeleid Kluwer<br />

• Veen, A.F.D. van; Voorzitter onderzoeksdivisie<br />

Urban Education and Children and Youth<br />

at Risk de European Educational Research<br />

Association<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid commissie<br />

Beleidsonderzoek Primair Onderwijs (BOPO)<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid bestuur International<br />

Council on Education for Teaching<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid adviesgroep Passend<br />

Onderwijs en Jeugdzorg provincie Groningen<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid bestuurlijke werkgroep<br />

VNO-NCW kinderopvang - onderwijs<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid begeleidingscommissie<br />

Wijkscholen Rotterdam<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid auditgroep Utrechtse<br />

Jeugd Centraal Provincie Utrecht<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid stuurgroep Internationaal<br />

Forum Onderwijs (IFO)<br />

• Veen, A.F.D. van; Lid expertgroep gezonde<br />

School (RIVM)<br />

• Veen, A.F.D. van; Adviseur van de WEC-raad<br />

• Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie Ieder<br />

Kind Wint, Rotterdam<br />

• Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie<br />

Seksualisering in Nederland<br />

(NJi/RNG/Movisie)<br />

• Wilde, E.J. de; Lid platform depressiepreventie<br />

(landelijk)<br />

• Wilde, E.J. de; Voorzitter begeleidingscommissie<br />

verdeelmodel provinciale jeugdzorg (SCP)<br />

• Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie<br />

“Laat je horen” (UU/RNG)<br />

• Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie<br />

“Zippy’s Friends” (GGD R’dam/GGD Den Haag)<br />

• Wilde, E.J. de; Co-promotor “Self-report in<br />

Dutch Youth Health Care”, P. vd Looij<br />

• Wilde, E.J. de; Voorzitter conferentie Utrechtse<br />

Jeugdmonitor (GGD Utrecht)<br />

• Wilde, E.J. de; Lid panel Verbetering kwaliteit<br />

OGZ-indicatoren (IGZ)<br />

• Yperen, T.A. van; Lid van Raad van Advies van<br />

de Stichting Risico’s in Ontwikkeling (RIO) VU/<br />

UU/RU/NSCR<br />

• Yperen, T.A. van; Lid van de<br />

begeleidingsgroep”Jeugdzorg in Onderzoek”en<br />

“Jeugd in onderzoek”<br />

• Yperen, T.A. van; Lid van de landelijke<br />

werkgroep “Prestatie-indicaotoren in de<br />

jeugdzorg”<br />

• Yperen, T.A. van; Voorzitter<br />

begeleidingscommissie evaluatieonderzoek<br />

“Communities that Care” Zuid-Holland/<br />

Hoogvliet<br />

• Yperen, T.A. van; Voorzitter<br />

begeleidingscommissie Evaluatie pilotprojecten<br />

Onwillige jongeren<br />

• Yperen, T.A. van; Lid begeleidingscommissie<br />

onderzoek Ontwikkeling Participatiory<br />

Psychosocial Inventory i.o.v. War Child<br />

• Yperen, T.A. van; Lid Comitee van Aanbeveling<br />

OK Kids Begeleidng van kinderen bij scheiding<br />

en omgang<br />

• Yperen, T.A. van; Lid Advies onderzoek tracking<br />

Adolescents Individual Lives Survey (TRAILS)<br />

• Yperen, T.A. van; Promotor onderzoek<br />

“Effectiviteit implementatie methodiek<br />

Jeugdformaat”van Karlijn Stals<br />

• Yperen, T.A. van; Promotor onderzoek<br />

“Effectiviteit creatieve therapie - een RCT” van<br />

Huub Notermans<br />

• Yperen, T.A. van; Lid van de Commissie<br />

Financiering Jeugdzorg (CFJ)<br />

• Yperen, T.A. van; Lid van redactie tijdschrift<br />

Kind & Adolescent, uitgeverij Bohn Stafleu Van<br />

Loghum<br />

• Yperen, T.A. van; Hoofdredacteur Jeugd en Co<br />

Kennis<br />

Nieuwsbrieven (redacteur)<br />

• Actieplan Professionalisering Jeugdzorg van<br />

start gegaan; Berger, M. en F. Dronkers<br />

• E-Eurodesk Subsidiesignaal; Gaal, Th. Van<br />

• Facsheet Zorg- en adviesteams Noord-Brabant;<br />

Heijden, S. van der<br />

• LCOJ-Monitor 2007 Leerlingenzorg en Zorgen<br />

adviesteams in het onderwijs;<br />

Steenhoven, P. van der<br />

• Nieuwsbrief Databank <strong>Nederlands</strong> onderzoek<br />

jeugd en opvoeding; Berg, G. van den<br />

• Nieuwsbrief EC O3; Kwok, S.<br />

• Nieuwsbrief Jeugd (versch. 45 x); Lierop, R. van<br />

• Nieuwsbrief Kaleidoscoop; Schonewille, J.<br />

• Nieuwsbrief Onderwijs & Jeugdzorg<br />

(versch. 4 x); Clarijs, P.<br />

• Nieuwsbrief Youth in Action (versch. 13 x);<br />

Golsteijn, M.<br />

• Stapprogramma’s (versch. 5 x); Kalthoff, H.<br />

Websites<br />

www.nederlandsjeugdinstituut.nl:<br />

328.824 unieke bezoekers<br />

In <strong>2008</strong> gerealiseerde onderdelen<br />

• Dossier ADHD<br />

www.nji.nl/adhd


• Dossier Angststoornissen<br />

www.nji.nl/angsstoornissen<br />

• Dossier Delinquentie<br />

www.nji.nl/delinquentie<br />

• Dossier Gedragsstoornissen<br />

www.nji.nl/gedragsstoornissen<br />

• Dossier Professionalisering in de jeugdzorg<br />

www.nji.nl/professionaliseringjeugdzorg<br />

• Dossier Kindermishandeling<br />

www.nji.nl/kindermishandeling<br />

• Dossier Effectiviteit van jeugdinterventies<br />

www.nji.nl/jeugdinterventies<br />

• Dossier Gedragsproblemen<br />

www.nji.nl/gedragsproblemen<br />

• Dossier Multiprobleemgezinnen<br />

www.nji.nl/multiprobleemgezinnen<br />

• Dossier Onderwijsachterstanden<br />

www.nji.nl/onderwijsachterstanden<br />

• Dossier Opvoedvragen<br />

www.nji.nl/opvoedvragen<br />

• Dossier Voortijdig schoolverlaten<br />

www.nji.nl/voortijdigschoolverlaten<br />

• Databank Instrumenten Richtlijnen<br />

en Kwaliteitsstandaarden<br />

www.nji.nl/dirk<br />

• Jeugdthesaurus<br />

www.nji.nl/thesaurus<br />

Voorts zijn in de Databank Effectieve<br />

Jeugdinterventies in <strong>2008</strong> 20 programma’s<br />

toegevoegd<br />

Daarnaast ontwikkelt en beheert het <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Jeugdinstituut</strong> veertien product- en themawebsites<br />

voor onder andere zorg- en adviesteams (3.049<br />

unieke bezoekers), kindermishandeling (81.606),<br />

Triple P (16.040) en Youth in Action (23.110)<br />

Infolijn<br />

De medewerkers van de Infolijn beantwoorden<br />

vragen direct of verwijzen door naar inhoudelijk<br />

deskundigen van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> of<br />

andere organisaties<br />

Totaal binnengekomen vragen: 1.675<br />

Vraagstellers:<br />

Uitvoerend werker: 559<br />

Onbekend: 390<br />

Studenten: 272<br />

Publiek: 211<br />

Managers: 126<br />

Anderen: 117<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht<br />

Voornaamste aandachtsgebieden:<br />

Algemeen: 504<br />

Jeugdzorg: 312<br />

Kindermishandeling: 212<br />

Triple P: 206<br />

Opvoedingsondersteuning: 140<br />

Perscontacten<br />

24 persberichten verstuurd<br />

798 artikelen in de media<br />

91


92 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Medewerkers<br />

Medewerk(st)ers<br />

per 31 december <strong>2008</strong><br />

Raad van toezicht<br />

Mr. Ella Kalsbeek, voorzitter<br />

Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Altra<br />

Amsterdam<br />

Drs. Edo Arnoldussen, penningmeester<br />

Directeur Gemeenschappelijk ontwikkelingsbedrijf<br />

van het Rijk<br />

Prof.dr. Josee van Eijndhoven<br />

Hoogleraar Sustainability Management Erasmus<br />

Universiteit Rotterdam<br />

Mr. Leonard Geluk<br />

Wethouder Jeugd, Gezin & Onderwijs Rotterdam<br />

Drs. Bianca Maasdamme<br />

PROGRES Advies<br />

Prof.dr. Paul Verweel<br />

Hoogleraar Universiteit Utrecht, Utrechtse School<br />

voor Bestuurs- en Organisatiewetenschappen<br />

Mr. Jan van Zanen<br />

Burgemeester Amstelveen<br />

Raad van bestuur<br />

drs. Kees Bakker<br />

Nelleke Groenewegen-Boer<br />

Kenniscentrum<br />

hoofd: drs. Carolien Gelauff-Hanzon en<br />

prof. dr. Tom van Yperen<br />

Cora Bartelink MSc<br />

Hugo Benne<br />

drs. Gert van den Berg<br />

drs. Marianne Berger<br />

dr. Leonieke Boendermaker<br />

Bram Boer<br />

Henk Dries<br />

Elly Euverman<br />

Mathil Gelens MSc<br />

dr. Marian de Graaf<br />

Nienke Holter MSc<br />

Anne van Hootegem<br />

drs. Annemieke Kalsbeek<br />

Karina de Kort<br />

drs. Deniz Ince<br />

Rian van Lierop<br />

dr. Hans Meij<br />

drs. Karen Mutsaers<br />

dr. Peter Nikken<br />

drs. Toon Pennings<br />

drs. Machteld van der Pijll<br />

drs. Lenette Rietveld<br />

Marjan Roskes<br />

drs. Magna van Soest<br />

Christa Stigter<br />

Monica van der Waal-Meijering<br />

drs. Elizabeth Wattimena<br />

dr. Erik Jan de Wilde<br />

Adrie Wolzak<br />

drs. Machteld Zwikker<br />

drs. Niels Zwikker<br />

Internationaal<br />

hoofd: drs. Ellen Meijer<br />

Sonja Blokzijl-Bon<br />

Letty Darwish<br />

Anneke Davis - van As<br />

Githa Dekker<br />

Thomas van Gaal<br />

Pink Hilverdink<br />

drs. Lorance Janssen<br />

drs. Janneke van Klei<br />

Marrie Kortenbosch<br />

Peter Pieters<br />

drs. Maartje Puts<br />

Mark Snijder<br />

Mireille Unger<br />

drs. Caroline Vink<br />

Christien Vree Egberts<br />

Educatie & Opvang<br />

hoofd: drs. Marja Valkestijn<br />

drs. Pieter Paul Bakker<br />

drs. Marielle Balledux<br />

Désirée Brandhorst<br />

Josette Hoex<br />

drs. Su’en Kwok<br />

drs. Liesbeth Schreuder<br />

Jeugdzorg & Opvoedhulp<br />

hoofd: drs. Marjolein Knaap<br />

drs. Anne Addink<br />

drs. Inge Anthonijsz


dr. Ingrid ten Berge<br />

Cécile Chênevert MSc<br />

drs. Moniek van Dijk<br />

drs. Karin Eijgenraam<br />

drs. Edith Geurts<br />

Gea Koedam<br />

drs. Klaas Kooijman<br />

drs. Marjan de Lange<br />

Lianne Lekkerkerker MSc<br />

drs. Ingrid Ligtermoet<br />

Marjolein Oudhof MSc<br />

drs. Bert Prinsen<br />

drs. Jessica van Rossum<br />

Ria Schouten<br />

drs. Andrea Smits<br />

drs. Mariska van der Steege<br />

drs. Dorrit van Tessel<br />

Mieke Vergeer<br />

Onderwijs & Jeugdzorg<br />

hoofd: drs. Paul Nota en<br />

prof. drs. Dolf van Veen<br />

drs. Peter van den Bogaart<br />

Gerard Bouma<br />

Ben Brinkman<br />

Patrice Clarijs<br />

Claudia Cuypers MA<br />

drs. Chaja Deen<br />

Pauline Huizenga<br />

dr. Gerda Kraag<br />

drs. Corian Messing<br />

drs. Marina Moerkens<br />

Sacha Ravestein<br />

drs. Paolo van der Steenhoven<br />

Lida Vastenburg<br />

Programma-implementatie & Training (PiT)<br />

hoofd: Herma Ooms MCM<br />

Maureen van Benthem-Mailuhu<br />

drs. Geraldien Blokland<br />

Marion van Bommel MSc<br />

Anke Boon - van Duyn<br />

Nelleke Brandenbarg<br />

Ellen van Eersel<br />

drs. Rieke Evegroen<br />

Stan van Haaren<br />

drs. Hilde Kalthoff<br />

Jaqueline van Rijn MSm<br />

drs. Japke Schonewille<br />

Mirjam Sicking<br />

drs. Berendineke Steenbergen<br />

drs. Jetty Vegter<br />

Marleen Wilschut MSc<br />

Liesbeth Zaaijer-Duijvelshoff<br />

Communicatie<br />

hoofd: Twan Timmermans<br />

Jessica van Brakel<br />

drs. Marijke Golsteijn - van den Berg<br />

Ria de Hek-Huijbers<br />

drs. Mies Kroon<br />

drs. Suzanne Krutwagen<br />

Stefanie la Lau<br />

Paula Modderman<br />

drs. Nienke Nuyens<br />

drs. Joanka Prakken<br />

Ruud Stuivenberg<br />

Marcel Verhallen<br />

Lucien Voeten<br />

stafbureau<br />

Wietske van den Beld<br />

Wil den Hartogh<br />

Marion Hoek<br />

Silvana Mangani<br />

Maria Pannebakker<br />

Sylvia Verwaal<br />

Joy Zantkuijl-van Dijk<br />

mr. Jaap Zwier<br />

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Medewerkers<br />

93


94 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>


Redactie: afdeling Communicatie <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Interviews: Ebbinge tekst & concept / Fotografie: Marsel Loermans / Ontwerp: Volta_ontwerpers / Drukwerk: Tuijtel<br />

Colofon


<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />

Postbus 19221<br />

3501 DE Utrecht<br />

Bezoekadres:<br />

Catharijnesingel 47<br />

Utrecht<br />

T (030) 230 63 44<br />

F (030) 230 63 12<br />

www.nji.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!