Jaarverslag Nederlands Jeugdinstituut 2008
Jaarverslag Nederlands Jeugdinstituut 2008
Jaarverslag Nederlands Jeugdinstituut 2008
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JAARVERsLAG <strong>2008</strong>
Voor u ligt het jaarverslag over <strong>2008</strong> van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />
Het omvat naast de jaarrekening en het bestuursverslag, waarin het<br />
gevoerde beleid wordt verantwoord, negen interviews met klanten en<br />
opdrachtgevers van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. Gezamenlijk geven<br />
deze interviews in woord en beeld een goede indruk van de samenwerking<br />
tussen ons kennisinstituut en de praktijk.<br />
INHOUD<br />
Voorwoord 4<br />
Doelstelling 6<br />
Missie en kernwaarden 6<br />
1 Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in <strong>2008</strong> 8<br />
2 Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in zijn maatschappelijke context 18<br />
3 Kenniscentrum 22<br />
4 Educatie & Opvang 32<br />
5 Jeugdzorg & Opvoedhulp 34<br />
6 Onderwijs & Jeugdzorg 36<br />
7 Programma-implementatie & Training 46<br />
8 Internationaal 48<br />
9 Organisatie-ontwikkeling 49<br />
10 Communicatie 58<br />
11 Personeel en organisatie 60<br />
12 Vooruitblik organisatieontwikkeling 61<br />
13 Omzet, fi nanciële resultaten en balans 62<br />
Jaarrekening 68<br />
Balans per 31 december <strong>2008</strong> 68<br />
Winst- en verliesrekening <strong>2008</strong> 69<br />
Kasstroomoverzicht <strong>2008</strong> 70<br />
Toelichting jaarrekening 71<br />
Algemene toelichting 71<br />
Toelichting balans 72<br />
Toelichting winst- en verliesrekening 76<br />
Overige gegevens 80<br />
Gebeurtenissen na balansdatum 80<br />
Accountantsverklaring 80<br />
Bestemming resultaat 81<br />
Productenoverzicht <strong>2008</strong> 84<br />
Medewerk(st)ers per 31 december <strong>2008</strong> 92
JAARVERsLAG <strong>2008</strong>
4 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Voorwoord<br />
Voorwoord<br />
<strong>2008</strong> is het tweede jaar in het bestaan van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. Het jaar waarin<br />
het inhoudelijk fundament van het instituut is gelegd. Missie, visie, profiel en kernwaarden<br />
van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> zijn in juni <strong>2008</strong> gelijktijdig vastgesteld. De visie op<br />
opvoeden en opgroeien, en op onze rol als kennisinstituut voor de praktijk, is richtinggevend<br />
voor de missie, de positionering en de kernwaarden van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />
De basis voor de visie en missie van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is te vinden in<br />
Het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind, met daarin onder meer het<br />
recht op leven, ontwikkeling, onderwijs, zorg, recreatie en participatie, bescherming tegen<br />
kindermishandeling en uitbuiting en verantwoordelijkheid van de ouders. Of, zoals door<br />
Unicef verwoord in het rapport Child Well-being in Rich Countries (2007):<br />
“De echte status van een natie wordt bepaald door de aandacht die men heeft voor de<br />
kinderen: voor hun gezondheid en veiligheid, hun materiële welzijn, scholing en sociale<br />
aanpassing, hun gevoel van geliefd en gewaardeerd te worden en deel uit te maken van het<br />
gezin of de samenleving waarbinnen ze geboren zijn.”<br />
Wij ondersteunen alle betrokkenen bij het opvoeden<br />
en opgroeien van kinderen door het<br />
ontwikkelen, bundelen, valideren, delen en<br />
verspreiden van kennis voor en met de praktijk.<br />
In <strong>2008</strong> hebben we vele activiteiten uitgevoerd<br />
die op dat doel zijn gericht, zoals u in dit<br />
jaarverslag kunt lezen. Een paar activiteiten<br />
willen we eruit lichten.<br />
In de jeugdzorg wordt het belang van evidence<br />
based-werken, dat wil zeggen op basis van<br />
bewezen effectiviteit van methodisch handelen,<br />
steeds meer onderschreven. In opdracht van het<br />
ministerie voor Jeugd en Gezin is in samenwerking<br />
met ZonMw en Centrum Jeugdgezondheid/<br />
RIVM gewerkt aan de ontwikkeling, het beheer<br />
en de verspreiding van kennis over dit onderwerp.<br />
Het Kenniscentrum van het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> heeft zich ontwikkeld tot<br />
nationale kennisbank op dit terrein (zie: www.<br />
jeugdinterventies.nl). Daarnaast heeft het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> de ontwikkeling van<br />
evidence based-werken en het werken aan<br />
practice based evidence op veel plaatsen in<br />
Nederland ondersteund, onder andere door het<br />
organiseren van het Samenwerkingsverband<br />
Effectieve Jeugdzorg Nederland, waarin we<br />
samenwerken met jeugdzorginstellingen en<br />
onderzoekers.<br />
Het Kenniscentrum is in <strong>2008</strong> begonnen met<br />
de publicatie van digitale themadossiers, waarin<br />
kennis over jeugd- en opvoedingsproblemen en<br />
over ontwikkelingen in de jeugdsector wordt<br />
gebundeld. Zo verschenen over jeugd- en<br />
opvoedingsproblemen onder andere dossiers<br />
over angststoornissen, delinquentie, kindermishandeling,<br />
gedragsproblemen, multiprobleemgezinnen<br />
en opvoedvragen. Enkele voorbeelden van<br />
dossiers over ontwikkelingen in de jeugdsector<br />
zijn de brede school, Centra voor Jeugd en Gezin,<br />
professionalisering in de jeugdzorg en effectiviteit<br />
van jeugdinterventies (zie: www.nji.nl).<br />
Met een groot aantal partijen en partners is<br />
door het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in opdracht<br />
van het ministerie voor Jeugd en Gezin gewerkt<br />
aan de uitvoering van het Actieplan Professionalisering<br />
Jeugdzorg.<br />
In <strong>2008</strong> is in opdracht van het ministerie voor<br />
Jeugd en Gezin een groot driejarig project<br />
gestart, gericht op de aanpak van kindermishandeling<br />
in heel Nederland.<br />
In opdracht van het ministerie van OCW is de<br />
ondersteuning van de ontwikkeling van zorg- en<br />
adviesteams (zat’s) gecontinueerd en van<br />
kwaliteitsteams voor sociale veiligheid in het<br />
onderwijs ter hand genomen.<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> wil niet alleen<br />
het kennisinstituut voor de jeugdzorg zijn, maar<br />
voor allen die bij de ontwikkeling en opvoeding<br />
van de jeugd zijn betrokken, dus ook voor<br />
werkers in de pedagogische basisvoorzieningen.<br />
Daartoe hebben we onder andere in <strong>2008</strong> in<br />
samenwerking met SCO/Kohstamm Instituut en
Sardes het expertisecentrum ontwikkeling,<br />
opvang en onderwijs 0 -12 jaar (EC O3) opgericht<br />
met als doel het bevorderen van kennisontwikkeling,<br />
-bundeling en -verspreiding over de<br />
ontwikkeling en opvoeding van kinderen in<br />
opvangvoorzieningen en het onderwijs. Ook is<br />
ondersteuning gegeven aan de ontwikkeling van<br />
de brede school in gemeenten en de implementatie<br />
van evidence based-methoden als Kaleidoscoop,<br />
Stapprogramma’s en Communities that<br />
care.<br />
In <strong>2008</strong> is het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
betrokken bij tal van landelijke en regionale<br />
initiatieven rond de ontwikkeling van Centra<br />
voor Jeugd en Gezin. In dat kader heeft ook het<br />
programma Triple P (Positive Parenting<br />
Program) dat door het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
in Nederland wordt verspreid, een hoge<br />
vlucht genomen. Triple P is bij uitstek geschikt<br />
voor de ontwikkeling van een doorgaande lijn of<br />
keten voor de aanpak van algemene, lichte en<br />
zware pedagogische problemen in gezinnen. In<br />
verschillende regio’s zijn wij daarmee actief.<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is in <strong>2008</strong> op<br />
verzoek van het ministerie voor Jeugd en Gezin<br />
gestart met het programmeren van activiteiten<br />
onder de noemers Diversiteit in jeugdbeleid (in<br />
samenwerking met ZonMw) en Gezinsbeleid.<br />
De internationale afdeling werkt aan internationale<br />
kennisuitwisseling, maar heeft ook twee<br />
grote subsidieprogramma’s uitgevoerd: Youth in<br />
action en Xplore, waarmee de participatie en<br />
betrokkenheid van jongeren bij de (internatio-<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Voorwoord<br />
nale) samenleving en ontwikkelingssamenwerking<br />
wordt vergroot.<br />
Wij werken er hard aan ons werk nog beter,<br />
effectiever en samenhangender te doen. Onze<br />
interactie en samenwerking met het veld van<br />
professionals en instellingen kan nog beter. We<br />
investeren daarom veel in effectievere communicatie,<br />
zoals in de mogelijkheden van internet.<br />
Een woord van dank is op zijn plaats voor al onze<br />
medewerkers, die in <strong>2008</strong> een wezenlijke<br />
bijdrage leverden aan een sterke omzetgroei en<br />
een hoge productie. Ook zijn wij dank verschuldigd<br />
aan al onze opdrachtgevers, partners en<br />
gebruikers, die ons geholpen hebben onze koers<br />
en resultaten te verbeteren.<br />
Aan het einde van het jaar beginnen de donkere<br />
wolken van de financiële en economische crisis<br />
zich samen te pakken. Hoewel dit ongetwijfeld<br />
effect zal hebben op de ontwikkeling op middellange<br />
termijn van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />
is dat effect in eerste instantie nog niet zichtbaar.<br />
<strong>2008</strong> was een jaar van sterke groei in omzet,<br />
organisatie en werkzaamheden, en vooralsnog<br />
lijkt dat ook in 2009 het geval. Voorspelbaar is<br />
dat deze crisis zal leiden tot meer ‘opvoedingsstress’<br />
in gezinnen en ook voor bepaalde groepen<br />
jongeren hard zal aankomen. Des te belangrijker<br />
is het te blijven investeren in kennis voor de<br />
praktijk van ontwikkeling en opvoeding.<br />
Kees Bakker<br />
Nelleke Groenewegen<br />
Raad van Bestuur <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
5
6 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Doelstelling / Missie en kernwaarden<br />
Doelstelling<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is gevestigd te Utrecht.<br />
De stichting heeft tot doel het bevorderen van:<br />
de optimale ontwikkeling van jeugdigen en van de sociale en pedagogische context waarin zij leven;<br />
effectieve preventie, zorg en behandeling van ontwikkelings- en opvoedingsproblemen;<br />
professionalisering en kwaliteitsverbetering van de jeugd- en opvoedingssector.<br />
Missie en kernwaarden<br />
Wat is het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>?<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is het landelijk<br />
kennisinstituut voor jeugd- en opvoedingsvraagstukken.<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is<br />
gestart op 1 januari 2007. <strong>2008</strong> is dus het tweede<br />
jaar in het bestaan van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />
Wat is onze rol?<br />
Onze bestaansgrond ligt in het streven naar<br />
een gezonde ontwikkeling van jeugdigen, en<br />
verbetering van de sociale en pedagogische<br />
kwaliteit van de omgeving waarin zij leven. Om<br />
dat te kunnen bereiken is kennis nodig. Kennis<br />
waarmee de kwaliteit en effectiviteit van de<br />
jeugd- en opvoedingssector kan verbeteren.<br />
Kennis van de normale ontwikkeling en opvoeding<br />
van jeugdigen, preventie en behandeling<br />
van opvoedings- en opgroeiproblemen, effectieve<br />
werkwijzen en programma’s, professionalisering<br />
en stelsel- en ketenvraagstukken. Het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> ontwikkelt, beheert en<br />
implementeert die kennis.<br />
Voor wie doen we het?<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> werkt voor<br />
beleidsmakers, staffunctionarissen en beroepskrachten<br />
in de sector jeugd en opvoeding. Wij<br />
maken kennis beschikbaar voor de praktijk, maar<br />
genereren ook kennisvragen vanuit de praktijk.<br />
Op die manier wordt een kenniscyclus georganiseerd,<br />
die de jeugdsector helpt het probleemoplossend<br />
vermogen te vergroten en de kwaliteit en<br />
effectiviteit van de dienstverlening te verbeteren.<br />
Hoe werken wij?<br />
Bij de uitvoering van onze werkzaamheden<br />
gaan wij uit van de kernwaarden gezaghebbend<br />
(gebaseerd op kennis en onafhankelijkheid),<br />
praktijkgericht (onze kennis moet toepasbaar<br />
zijn in de praktijk), interactief (we willen<br />
samenwerken, kennis delen en netwerken<br />
ontwikkelen, nationaal èn internationaal) en<br />
innovatief (we beschikken over de nieuwste<br />
inzichten, we werken met vernieuwende<br />
werkwijzen).
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Doelstelling / Missie en kernwaarden<br />
7
8 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in <strong>2008</strong><br />
1<br />
Het <strong>Nederlands</strong><br />
Jeugd instituut<br />
in <strong>2008</strong><br />
<strong>2008</strong> is voor het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
het jaar waarin het inhoudelijk fundament van<br />
het instituut is gelegd. Missie, visie en kernwaarden<br />
van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
zijn gelijktijdig in juni <strong>2008</strong> vastgesteld. De<br />
visie op opvoeden en opgroeien, en op onze rol<br />
als kennisinstituut voor de praktijk, is richtinggevend<br />
voor de missie, positionering en kernwaarden<br />
van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />
Een belangrijke keuze binnen dat inhoudelijk<br />
fundament is dat het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
zich richt op zowel kennis van de ‘gezonde’<br />
opvoeding en ontwikkeling van kinderen en<br />
jongeren, als ook op kennis van preventie, zorg<br />
en bescherming bij opvoedings- en opgroeiproblemen.<br />
Het eerste speelt zich veelal af binnen<br />
het gezin en binnen pedagogische basisvoorzieningen<br />
als kinderopvang, brede school, jeugdwelzijnswerk,<br />
sport en buurtvoorzieningen. Het<br />
tweede gaat over vraagstukken van effectieve<br />
preventie en zorg in de jeugdzorg, jeugdbescherming<br />
en voorzieningen op het snijvlak van<br />
jeugdzorg en onderwijs of gezondheidszorg.<br />
Beide onderdelen maken deel uit van hetzelfde<br />
continuüm van vraagstukken waarvoor de<br />
jeugd- en opvoedingssector zich gesteld ziet.<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> kiest voor het profi el<br />
van een publieke kennisinstelling in een gemengd<br />
stelsel met zowel publieke als private fi nanciering.<br />
Dit profi el beantwoordt aan een gebleken<br />
behoefte aan een instituut dat ordent, stabiliteit<br />
brengt en bouwt aan een kennisbestand voor de<br />
jeugd- en opvoedingssector in Nederland.<br />
Inzichten uit de praktijk krijgen, evenzeer als de<br />
wetenschap, een plaats binnen het kennisdomein<br />
van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>, dat zich
zowel richt op kennis van bewezen effectieve<br />
interventies (evidence based) als op inzichten die<br />
in de praktijk geworteld zijn (practice based).<br />
De wijze waarop het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
zijn missie en visie uitvoert, is vervat in een viertal<br />
kernwaarden: gezaghebbend, innovatief, praktijkgericht<br />
en interactief. Aan kennis, die altijd up-to-date en<br />
gevalideerd is, ontleent het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
zijn gezag. Evenals aan zijn onafhankelijke<br />
opstelling: het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is<br />
geen belangenorganisatie en heeft geen commercieel<br />
belang. Maar de visie van het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> op het belang van kennis voor een<br />
lerende sector betekent dat die kennis ook<br />
geëxpliciteerd en toepasbaar gemaakt moet<br />
worden voor de praktijk, dat we laagdrempelig<br />
en toegankelijk zijn, gericht op kennisdelen en<br />
netwerkontwikkeling. En natuurlijk beschikken<br />
over de nieuwste inzichten en betrokken zijn bij<br />
vernieuwingen in de praktijk. Op die manier<br />
dragen de kernwaarden van het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in <strong>2008</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> bij aan de opbouw van een goede<br />
kenniscyclus van ontwikkeling, beheer en<br />
implementatie van kennis, waardoor de jeugdsector<br />
het karakter krijgt van collectief lerende<br />
organisaties.<br />
Om vanuit het inhoudelijk fundament van het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> een levendige<br />
verbinding te leggen naar de praktijk, werken de<br />
afdelingen van het instituut in matrixverband<br />
aan drie programmalijnen, die samen de<br />
belangrijkste thema’s in de jeugdsector van<br />
vandaag aangeven: de pedagogische basisinfrastructuur,<br />
(lichtere) hulp in eigen omgeving en<br />
effectieve jeugdzorg.<br />
9
‘ Een belangrijke stap<br />
in de bestrijding van<br />
kindermishandeling’<br />
Alexandra Bordewijk<br />
Adviseur jeugd bij Spectrum CMO Gelderland
Alexandra Bordewijk is adviseur jeugd bij Spectrum<br />
CMO Gelderland, een instelling die gemeenten en organisaties<br />
ondersteunt bij de aanpak van maatschappelijke<br />
vragen, van jeugd tot ouderen. Namens het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> adviseert zij tevens bij de implementatie<br />
van de Regionale Aanpak Kindermishandeling in Gelderland<br />
en Overijssel.<br />
De Regionale Aanpak Kindermishandeling is gemodelleerd naar<br />
die van de Refl ectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling<br />
(RAAK) van Dries van Dantzig en focust vooral op het voorkómen<br />
en tijdig signaleren van kindermishandeling. In april vorig jaar<br />
hebben minister Rouvoet van Jeugd en Gezin, de centrumgemeenten<br />
en provincies met elkaar afgesproken om de Regionale Aanpak<br />
Kindermishandeling in alle 35 regio’s van Nederland voortvarend in<br />
te voeren.<br />
Als implementatieadviseur ondersteun ik de gemeenten en regiocoördinatoren<br />
gedurende de gehele projectperiode, van <strong>2008</strong> tot<br />
2010. De regionale coördinatoren zijn begonnen met het maken van<br />
een startfoto van de situatie. Er wordt in beeld gebracht wat er in<br />
de regio al goed geregeld is rond de preventie en aanpak kindermishandeling<br />
en wat nog niet.<br />
Vervolgens stelt hij of zij een werkplan op waarin staat wat er moet<br />
gebeuren om tot eff ectieve preventie en bestrijding te komen.<br />
scholing en regionale samenwerking krijgen daarbinnen bijzondere<br />
aandacht. Daarna zet de regiocoördinator samen met de betrokken<br />
gemeenten en organisaties de actiepunten in gang.<br />
Voor het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en de implementatieadviseurs<br />
is het vooral belangrijk om alle betrokkenen te laten ervaren dat we<br />
met elkaar in heel Nederland een belangrijke stap voorwaarts zetten<br />
in de bestrijding van kindermishandeling. Vanuit de verontrusting<br />
rond dit onderwerp is de tijd nu rijp om het niet te laten bij woorden,<br />
maar vooral over te gaan tot daden.”<br />
‘In april vorig jaar hebben<br />
minister Rouvoet van Jeugd en<br />
Gezin, de centrumgemeenten en<br />
provincies met elkaar afgesproken<br />
om de Regionale Aanpak<br />
Kindermishandeling in alle 35<br />
regio’s van Nederland voortvarend<br />
in te voeren.’
‘ Vanuit de verontrusting rond dit onderwerp<br />
is de tijd nu rijp om het niet te laten bij<br />
woorden, maar vooral over te gaan tot<br />
daden.’
‘ De relaties van het<br />
kind staan centraal’<br />
Job van Velsen
‘De brede school mag zich verheugen in<br />
een sterk toenemende populariteit.’
“Iedere school is weer anders, iedere wijk<br />
waarin de school functioneert is anders. Het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> onderkent dat<br />
door met praktische oplossingen te komen.”<br />
Job van Velsen is pionier op het gebied van<br />
een geïntegreerde benadering van opgroeiende<br />
kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar.<br />
Hij stond aan de wieg van twee brede scholen<br />
in Almere, ontwikkelde het Etutorium-concept<br />
en ondersteunt vanuit zijn bureau Etuconsult<br />
woningcorporatie Ymere bij de maatschappelijke<br />
versterking van de wijken waarin zij<br />
actief is. Daarnaast is hij als adviseur werkzaam<br />
voor het Netwerkbureau kinderopvang<br />
en als projectleider voor het Steunpunt Brede<br />
Scholen.<br />
“Al dertig jaar woon en werk ik in Almere. Ik ben<br />
vooral actief geweest in het onderwijs en ben betrokken<br />
geweest bij de oprichting van basisschool De<br />
Hasselbraam en Het Meesterwerk. Beide scholen zijn<br />
te typeren als brede school, waarbij Het Meesterwerk<br />
vanuit visie de diepte ingaat als brede school, als<br />
“leerplaats”.<br />
De brede school mag zich verheugen in een sterk<br />
toenemende populariteit. Het idee erachter is meer<br />
dan een combinatie van verschillende functies die<br />
zich op het opgroeiende kind richten. In de vele jaren<br />
dat ik in het onderwijs actief ben geweest heb ik<br />
samen met andere professionals een visie ontwikkeld<br />
op de ideale omstandigheden voor het opgroeiende<br />
kind. Daaruit is een concept voortgekomen dat we<br />
Etutorium hebben genoemd.<br />
Etutorium is gestoeld op het principe van relaties.<br />
Het kind onderhoudt relaties met de wereld om hem<br />
of haar heen. Vanuit die gedachte wil Etutorium het<br />
kind een wereld aan mogelijkheden bieden die varieert<br />
van onderwijs tot creatieve vorming en sportieve<br />
ontwikkeling. Die zienswijze heeft ook consequenties<br />
voor het dagritme. In de traditionele omgeving gaat<br />
een kind eerst naar school en daarna naar de sportvereniging<br />
of de muziekschool. Etutorium streeft een<br />
meer gebalanceerd dagritme na.<br />
Veel elementen van dat concept hebben we in Het<br />
Meesterwerk in Almere gerealiseerd. Op die manier<br />
bieden brede scholen kansen tot inhoudelijke<br />
vernieuwing van het onderwijs. Maak mensen zelf eigenaar.<br />
Dat geldt voor kinderen ten aanzien van hun<br />
toekomst, maar ook voor scholen als het gaat om<br />
vernieuwing. Dan kom je tot duurzame oplossingen.<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> ondersteunt de brede<br />
scholen door het doen van onderzoek en het samenbrengen<br />
van de juiste partijen. Iedere school is weer<br />
anders, iedere wijk waarin de school functioneert is<br />
anders. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> onderkent dat<br />
door met praktische oplossingen te komen. Ymere<br />
investeert daar ook in, omdat het de wijken versterkt.<br />
Er is nog een wereld te winnen, maar je ziet<br />
dat de aanpak werkt en dat inspireert enorm.”
18 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in zijn maatschappelijke context<br />
2<br />
Het <strong>Nederlands</strong><br />
Jeugd instituut in zijn<br />
maatschappelijke<br />
context<br />
Maatschappelijk gezien is het jeugdbeleid de afgelopen jaren hoger op de agenda komen te<br />
staan. steeds beter wordt ingezien wat het belang is van kinderopvang, opvoedingsondersteuning,<br />
gezinsbeleid en jeugdzorg voor de toekomst van onze jeugd, en daarmee van onze hele<br />
samenleving.<br />
Het belang van gezonde opvoeding en optimale<br />
ontwikkeling van jeugdigen kan nauwelijks<br />
genoeg aandacht krijgen. De samenleving<br />
individualiseert; van oudsher ondersteunende<br />
verbanden als familie, kerk en buurt hebben<br />
minder invloed. Tegelijk verlengt de jeugdfase<br />
doordat jongeren langer naar school gaan en<br />
later aan gezinsvorming beginnen. Opvoeden<br />
wordt daardoor complexer. De gevoeligheid van<br />
het proces voor ‘storingen’ en uitval neemt toe.<br />
Deze maatschappelijke ontwikkelingen vragen om<br />
nieuwe, moderne opvoedingsarrangementen en een<br />
goede pedagogische begeleiding van kinderen en<br />
jongeren om gezonde opvoeding en ontwikkeling te<br />
bevorderen en uitval te voorkomen.<br />
Kinderen groeien in belangrijke mate op in het<br />
gezin, maar bezoeken ook voorzieningen als<br />
kinderopvang, naschoolse opvang, onderwijs,<br />
sportvoorzieningen enzovoort. Daarnaast zien we<br />
in Nederland steeds meer zogenaamde brede<br />
scholen, waarin tal van voorzieningen voor kind<br />
en buurt bijeen zijn gebracht. Deze samenwerkingsvorm<br />
richt de aandacht volop op het belang<br />
van samenhang, uitwisseling en afstemming<br />
tussen binnen- en buitenschoolse voorzieningen.<br />
De steeds belangrijker wordende bijdrage die<br />
vanuit dit hele scala aan voorzieningen wordt<br />
geleverd aan de opvoeding en het opgroeien van<br />
kinderen en jeugdigen roept vele kennisvragen<br />
op. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> heeft die<br />
vragen samengebracht in de programmalijn<br />
pedagogische basisinfrastructuur. Het doel van<br />
deze programmalijn is om kennis en praktijk<br />
samen te laten werken aan een sterke pedagogische<br />
basis.<br />
Preventie van problemen is een belangrijk<br />
instrument om de nog steeds groeiende stroom<br />
aanmeldingen voor de jeugdzorg te laten<br />
afnemen. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> wijst<br />
daar ook in <strong>2008</strong> regelmatig op. Verergering van<br />
problemen kan vaak worden voorkomen door<br />
adequate opvoedingsondersteuning of hulp in de<br />
eigen omgeving. Laagdrempelige voorzieningen<br />
waarin jeugdgezondheidszorg, psychosociale<br />
ondersteuning en goede toeleiding naar andere<br />
voorzieningen samenkomen, kunnen daarin een<br />
wezenlijke rol spelen. Binnen het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> is ook de aandacht voor opvoedingsondersteuning<br />
en hulp in eigen omgeving<br />
samengebracht binnen een programmalijn.<br />
Daarbinnen passen ook de inspanningen gericht<br />
op het tot stand komen van Centra voor Jeugd en<br />
Gezin en zorg- en adviesteams.<br />
In <strong>2008</strong> komen ook de eerste lokale Centra voor<br />
Jeugd en Gezin tot stand.<br />
De centra bieden preventie, advies, ondersteuning,<br />
signalering en lichte hulp. Bij zwaardere<br />
problemen of ingewikkelde hulpvragen coördineren<br />
de centra de benodigde hulp en verwijzen ze
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in zijn maatschappelijke context<br />
19
20 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in zijn maatschappelijke context<br />
door. De komst van het programmaministerie en<br />
de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin<br />
markeren een ontwikkeling waarbij opvoedingsondersteuning<br />
is uitgegroeid tot een belangrijke<br />
peiler van het rijksbeleid. Het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> juicht deze ontwikkeling toe. Het<br />
sluit ook goed aan op de bovengenoemde<br />
programmalijn, gericht op opvoedingsondersteuning<br />
en hulp in eigen omgeving.<br />
In veel gevallen zijn vroegsignalering, opvoedingsondersteuning<br />
en hulp in de eigen omgeving<br />
effectief in het voorkomen van ernstige<br />
problemen of stoornissen.<br />
Er zijn echter ook situaties in het proces van opgroeien<br />
die zo zwaar uit balans zijn dat hulp in de eigen<br />
omgeving te kort schiet. Zwaardere ingrepen zoals<br />
uithuisplaatsing, tehuisopvoeding of behandeling<br />
van ouders of kinderen zijn dan noodzakelijk.<br />
Jeugdzorg zal daarom noodzakelijk blijven.<br />
In <strong>2008</strong> staat de jeugdzorg volop in de belangstelling,<br />
onder meer door het nog steeds<br />
toenemende beroep erop. Sluitende en effectieve<br />
jeugdzorg is de derde programmalijn van het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />
Die effectiviteit heeft verschillende aspecten. Zo<br />
kan worden vastgesteld welke interventies<br />
volgens onderzoek effectief zijn in het aanpakken<br />
van problemen. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
beheert een databank met effectieve jeugdinterventies,<br />
die informatie bevat over programma’s<br />
voor ondersteuning, preventie, behandeling en<br />
sancties. De interventies zijn op zijn minst<br />
theoretisch goed onderbouwd. Uiteraard is het<br />
van belang dat er in de praktijk ook gewerkt<br />
wordt met goede interventies en programma’s.<br />
De effectiviteit van het professionele handelen is<br />
daarmee een volgend aspect van effectiviteit. Tot<br />
slot zal ook de organisatie van de zorgketen<br />
effectief moeten zijn. Ook keten- en stelselvraagstukken<br />
behoren daarmee tot het werkterrein<br />
van de programmalijn effectieve jeugdzorg.<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> wil rond het<br />
hierboven beschreven kennisdomein, dat niets
Kennisontwikkeling en<br />
-implementatie<br />
Educatie & Opvang<br />
Jeugdzorg & Opvoedhulp<br />
Onderwijs & Jeugdzorg<br />
Programmaimplementatie<br />
en<br />
Training<br />
Internationaal<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Het <strong>Nederlands</strong> Jeugd instituut in zijn maatschappelijke context<br />
Programmastijlen 1. Werkwijzen,<br />
interventies<br />
Ontwikkeling,<br />
opvoeding algemeen<br />
1. Pedagogische<br />
basisinfrastructuur<br />
Preventie, zorg,<br />
bescherming<br />
2. Centra voor<br />
jeugd en gezin<br />
Preventie, zorg,<br />
bescherming<br />
3. Eff ectieve jeugdzorg<br />
anders is dan een structurering van alle relevante<br />
en actuele thema’s in de sector jeugd en opvoeding,<br />
een sluitende kenniscyclus organiseren.<br />
Daarbij zal, zoals hierboven al gesteld, zowel<br />
gevalideerde kennis (evidence based) van<br />
effectief gebleken interventies naar de praktijk<br />
worden geleid, als in de praktijk gewortelde<br />
kennis (practice based) in de kennisbeheerfunctie<br />
worden ondergebracht.<br />
Het kenniscentrum en de praktijkafdelingen van het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> vormen daarmee twee<br />
gelijkwaardige stromen in het cyclisch kennisproces<br />
van het instituut. In de bovenstaande illustratie<br />
is het kennisdomein van het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> schematisch weergegeven.<br />
De keuze voor het werken met drie programmalijnen<br />
heeft vanzelfsprekend verstrekkende<br />
gevolgen voor de inrichting van de organisatie.<br />
Doordat de programmalijnen als een soort<br />
‘satépen’ door de verschillende onderdelen van<br />
het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> heenlopen, wordt<br />
een doorlopend verkeer georganiseerd tussen het<br />
2. Professionaliseringsvraagstukken<br />
3. Stelsel- en<br />
ketenvraagstukken<br />
Kennisbeheer<br />
Kenniscentrum<br />
i.s.m.<br />
Internationaal<br />
kennisinstituut en de praktijkafdelingen, tussen<br />
evidence based en practice based kennis. In<br />
<strong>2008</strong> is met de vaststelling van drie programmalijnen<br />
de basis gelegd voor een matrixorganisatie.<br />
In 2009 zal de uitwerking daarvan haar<br />
beslag krijgen.<br />
21
22 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Kenniscentrum<br />
3<br />
Kenniscentrum<br />
De hoofdtaak van het kenniscentrum van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is de verzameling,<br />
validering, verrijking en verspreiding van publieke kennis over en voor de sector.<br />
Het kenniscentrum ontwikkelt zich tot de kennisbank voor de <strong>Nederlands</strong>e jeugdsector.<br />
Het vormt een brug tussen praktijk en theorie, door enerzijds bewezen inzichten te<br />
vertalen naar de praktijk en anderzijds impliciete praktijkkennis te systematiseren.<br />
Het uitgangspunt is het belang van kinderen en jongeren en de voorzieningen voor<br />
hen: geen wetenschap omwille van de wetenschap, maar kennis die ertoe doet voor de<br />
beroepspraktijk in de jeugdsector. Opdrachtgever is het ministerie van Jeugd en Gezin.<br />
De activiteiten van het kenniscentrum zijn<br />
georganiseerd langs drie lijnen, te weten<br />
‘instrumenten en interventies’; ‘professionalisering’<br />
en ‘keten- en stelselvraagstukken’. In deze<br />
lijnen zijn de belangrijkste kennisvragen over de<br />
kwaliteit van de sector geclusterd. Daarnaast zijn<br />
er twee algemene onderdelen van het kenniscentrum,<br />
namelijk de internationale kennisuitwisseling<br />
en de informatievoorziening.<br />
Praktijkinformatie over interventies, onderzoek<br />
en instrumenten wordt aangeboden via een<br />
drietal databanken: de Databank Instrumenten,<br />
Richtlijnen en Kwaliteitsstandaarden (DIRK), de<br />
Databank <strong>Nederlands</strong> Onderzoek Jeugd en<br />
Opvoeding (NOJO) en de Databank Effectieve<br />
Jeugdinterventies (DEI). De laatste databank<br />
bevat informatie over programma’s voor<br />
ondersteuning, preventie en behandeling die op<br />
zijn minst theoretisch goed onderbouwd zijn.<br />
Een onafhankelijke commissie beoordeelt deze<br />
interventies op effectiviteit, een logisch gevolg<br />
van het toenemend streven naar meer ‘bewezen<br />
effectief’ werken. De Erkenningscommissie<br />
Jeugdinterventies, geformeerd uit drie panels<br />
van deskundigen (jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg<br />
en jeugdwelzijn), bereikt in <strong>2008</strong> overeenstemming<br />
over één set van criteria voor de<br />
beoordeling van de ‘bewezen effectiviteit’ van<br />
deze interventies.<br />
Voor het kenniscentrum van het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> is <strong>2008</strong> ‘het jaar van de kennisdossiers’.<br />
Stond in het voorafgaande jaar nog de opbouw<br />
van het centrum en zijn databanken centraal, in<br />
<strong>2008</strong> steekt het kenniscentrum veel energie in de<br />
opbouw van dossiers rondom specifieke onderwerpen.<br />
Deze dossiers zijn voor iedereen via de<br />
website van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
toegankelijk. Ze bevatten rond de belangrijkste<br />
kennisthema’s alle beschikbare informatie over<br />
prevalentie, signalering, werkzame principes en<br />
interventies. Vaak geraadpleegd worden de<br />
dossiers over ADHD, Centra voor Jeugd en<br />
Gezin, gedragsstoornissen, kindermishandeling,<br />
effectiviteit van jeugdinterventies en opvoedvragen.<br />
Door de presentatie van deze uitgebreide en<br />
toegankelijke kennisdossiers worden uiteenlopende<br />
kennisvragen uit de samenleving en uit de<br />
beroepspraktijk op een samenhangende manier<br />
beantwoord.<br />
De ontwikkelingen in de jeugdzorg vragen om<br />
duidelijke competenties waarover beroepskrachten<br />
moeten beschikken. Ook moet duidelijk zijn<br />
hoe die competenties verworven kunnen worden<br />
in opleidingen en door bij- en nascholing, hoe ze<br />
gewaarborgd kunnen worden in het dagelijks<br />
werk en versterkt door beroepsverenigingen.<br />
Nu is er nog een uitval van één op de acht<br />
professionals in het eerste werkjaar.<br />
Het ‘Actieplan Professionalisering in de Jeugdzorg’<br />
wil beroepskrachten in de jeugdzorg een<br />
professioneel kader verschaffen waarbinnen zij<br />
hun taken kunnen vervullen. Daarvoor is het<br />
nodig de kwaliteiten van beroepskrachten onder<br />
te brengen in een beroepenstructuur en in<br />
beroepsregisters, verder te ontwikkelen in<br />
opleiding en bijscholing, te waarborgen door<br />
competentieontwikkeling en vanuit versterkte<br />
beroepsverenigingen te voorzien van een<br />
sanctioneerbare beroepscode. In <strong>2008</strong> zijn<br />
vanuit het actieplan vele activiteiten uitgevoerd<br />
door de projectpartners. Zo heeft Movisie in<br />
samenwerking met het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
twee profielen ontwikkeld voor beroepsvarianten<br />
in de jeugdzorg, te weten het profiel voor
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Kenniscentrum<br />
de jeugdzorgwerker en het profi el voor de<br />
gedragswetenschapper in de jeugdzorg. De<br />
databank na- en bijscholing is in de steigers<br />
gezet. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is verantwoordelijk<br />
voor de programmacoördinatie en<br />
voor de ondersteuning van de stuurgroep van het<br />
actieplan.<br />
In <strong>2008</strong> gaat na de nodige voorbereiding het<br />
Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang en<br />
Onderwijs voor 0 tot 12-jarigen (ECO3) van start.<br />
ECO3 is een initiatief van het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong>, het SCO-Kohnstamm Instituut<br />
en Sardes. Het doel van dit expertisecentrum is<br />
het bevorderen, bundelen en verspreiden van<br />
kennis over de ontwikkeling en opvang van en<br />
onderwijs aan kinderen in de leeftijd van 0 tot 12<br />
jaar.<br />
Kennis uit wetenschappelijk onderzoek wordt vertaald<br />
naar de praktijk, zodat het toegankelijk wordt voor<br />
professionals en managers in de jeugdsector.<br />
ECO3 fungeert ook als verzamelplek voor<br />
praktijkgerichte onderzoeksvragen die in het<br />
werkveld leven en koppelt deze terug naar de<br />
wetenschap. Zo worden wetenschap, praktijk en<br />
beleid verbonden.<br />
De inhoudelijke verzorging van veel communicatiemiddelen<br />
van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
gebeurt door het kenniscentrum. Dat geldt voor<br />
de redactie van het verdiepingstijdschrift Jeugd<br />
en Co Kennis, voor het grootste deel van de<br />
website van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en<br />
ook voor de wekelijkse nieuwsbrief Jeugd, die<br />
inmiddels aan ruim 14.000 lezers wordt gemaild<br />
en daarmee het grootste nieuwsmedium voor de<br />
jeugdsector is in Nederland.<br />
In de programmering van het kenniscentrum is<br />
tot slot een beperkte ruimte gereserveerd om in<br />
te gaan op uiteenlopende vragen die ontstaan bij<br />
veldpartijen in de jeugdsector. In <strong>2008</strong> wordt<br />
bijvoorbeeld een boekje geschreven met als<br />
titel ‘Meer dan de som der delen, voorbeelden<br />
van succesvolle samenwerking tussen jeugdzorg<br />
en Jeugd-GGZ’.<br />
23
‘ Triple P hanteert een<br />
positieve benadering’<br />
Karin de Vries<br />
Hulpverlener Regionaal Ambulant Team<br />
bij jeugdhulpverleningsorganisatie Spirit<br />
in Amsterdam-Noord.
Karin de Vries is hulpverlener Regionaal Ambulant Team bij jeugdhulpverleningsorganisatie<br />
Spirit in Amsterdam-Noord.<br />
“De naam ‘Triple P’ staat voor positief pedago-<br />
gisch programma. Het oorspronkelijk Australische<br />
programma voor opvoedingsondersteuning is<br />
bedoeld voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar.<br />
Triple P is een laagdrempelig, integraal programma<br />
met als doel emotionele en gedragsproblemen bij<br />
kinderen te herkennen en competent ouderschap te<br />
bevorderen door een positieve benadering.<br />
Wat mij zo bevalt aan Triple P is dat het een basisprogramma<br />
is waarmee je meerdere kanten op<br />
kunt. Onze cliënten – ouders – worden in de regel<br />
doorverwezen door Bureau Jeugdzorg. Wij gaan dan<br />
kijken welke begeleiding het beste bij ze past. soms<br />
is een groepsprogramma beter, vaak worden ouders<br />
echter individueel begeleid.<br />
Centraal staat de omgang met het kind: heb je positief<br />
contact, hoe praat je met je kind, dat is de basis.<br />
Die aanpak geeft ouders zekerheid in de omgang<br />
met hun kinderen en dat geeft de kinderen ook weer<br />
houvast. Ouders worden weer voorspelbaar en dat<br />
geeft een veilig gevoel.<br />
Vaak is de situatie thuis geëscaleerd; wordt er niet<br />
‘Triple P is een laagdrempelig,<br />
integraal programma met als doel<br />
emotionele en gedragsproblemen<br />
bij kinderen te herkennen<br />
en competent ouderschap te<br />
bevorderen door een positieve<br />
benadering.’<br />
geluisterd en schreeuwen ouders en kinderen alleen<br />
nog maar naar elkaar. Met Triple P werken we aan<br />
het verbeteren van het onderlinge contact. Een<br />
kind met ADHD blijft ADHD hebben, maar we zien<br />
geregeld dat ouders beter in staat zijn ermee om te<br />
gaan. Dat geeft zekerheid en de positieve reacties<br />
zijn geweldig. We hebben er een aantal genoteerd<br />
in het kader van eff ectmeting: ‘Ik ga met een gerust<br />
hart naar bed en sta vrolijk weer op’, zei iemand. En:<br />
‘het geeft zo veel meer rust als ik niet schreeuw’. Of:<br />
‘de sfeer in huis is vele malen beter’.<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> verzorgt de training<br />
van hulpverleners die met het programma willen<br />
werken. Zelf werk ik er inmiddels een jaar of twee<br />
mee. Ik ben nog getraind door Australiërs, maar dat<br />
is nu dus verleden tijd. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
besteedt ook veel aandacht aan intervisie en<br />
de uitwisseling van ervaringen. Op die manier kan<br />
de methode voortdurend worden verbeterd en op de<br />
<strong>Nederlands</strong>e situatie worden toegespitst. De wisselwerking<br />
tussen het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en<br />
de praktijk is heel sterk, dat werkt prettig.”
‘ De wisselwerking tussen het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> en de praktijk is heel sterk,<br />
dat werkt prettig.’
‘ Het is geweldig om te zien<br />
dat deze aanpak werkt’<br />
Jurgen Hanemaaijer is een van de initiatiefnemers van Battle of the West.
‘ Het is belangrijk dat zij een geluid horen<br />
van hun eigen generatie.’
‘We proberen jongeren uit te dagen om te<br />
durven spreken waar iedereen zwijgt. We<br />
stimuleren zo een sfeer om te zeggen waar<br />
het aan schort en te vechten voor het leven<br />
van vrienden, klasgenoten en familie.’<br />
Jurgen Hanemaaijer is een van de initiatiefnemers<br />
van Battle of the West, een dansen<br />
drugspreventie-project in de regio Leiden<br />
dat jongeren wil mobiliseren om een cool<br />
dance-project neer te zetten.<br />
“Het oorspronkelijke idee is in 2006 ontstaan<br />
vanuit een kerk. Een groep Leidse jongeren wilde laten<br />
zien dat het ook mogelijk is om zonder drank en<br />
drugs te kunnen feesten en plezier te maken. Ik heb<br />
zelf een broertje dat met verslavingsproblemen te<br />
kampen heeft gehad. Dat heeft me enorm geraakt en<br />
aangezet om niet alleen te praten maar ook iets te<br />
doen. Het is belangrijk dat zij een geluid horen van<br />
hun eigen generatie. Het is mijn persoonlijke missie<br />
geworden om jongeren hiervoor te mobiliseren.<br />
De Battle of the West is inmiddels vijf keer hebben<br />
georganiseerd, volledig op vrijwillige basis. Iedereen<br />
die meedoet in de organisatie weet waarvoor we het<br />
doen en wordt uitgedaagd om zijn creatieve en artistieke<br />
talenten in te zetten. We proberen jongeren<br />
uit te dagen om te durven spreken waar iedereen<br />
zwijgt. We stimuleren zo een sfeer om te zeggen<br />
waar het aan schort en te vechten voor het leven van<br />
vrienden, klasgenoten en familie. Concreet doen we<br />
dit door een initiatief aan te bieden waarbij we een<br />
gezonde en coole standaard neerzetten en als het<br />
moet tegen de stroom ingaan. Dat is waar de Battle<br />
of the West om draait.<br />
De Battle of the West is daarom niet alleen een dans<br />
evenement, maar een veelzijdig preventieproject<br />
met activiteiten op school, op straat, in de stad en<br />
als creatief platform voor jongeren om zich te uiten.<br />
In dit initiatief worden we gesteund door verslavingszorginstelling<br />
Winnersway, stichting Voorkom,<br />
het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en Outreach Center<br />
Nederland.<br />
Vanaf 2007 worden we gesteund door Youth in<br />
Action, een subsidieprogramma van de Europese<br />
Commissie dat in Nederland wordt uitgevoerd door<br />
het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. In november <strong>2008</strong><br />
hebben we als project de European Drug Prevention<br />
Prize <strong>2008</strong> in ontvangst mogen nemen tijdens een<br />
Conferentie over het Europese drugsbeleid in de stad<br />
Warschau. Deze stimuleringsprijs werd uitgeloofd<br />
door de Pompidou Group, een afdeling van de Raad<br />
van Europa. Het is geweldig om te zien dat deze<br />
aanpak aanslaat onder jongeren en het stimuleert<br />
enorm om het initiatief op een hoger plan te<br />
brengen.”
32 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Educatie & Opvang<br />
4<br />
Educatie<br />
& Opvang<br />
De afdeling Educatie & Opvang werkt aan<br />
onderzoek, ontwikkeling en ondersteuning op<br />
het gebied van de pedagogische basisinfrastructuur.<br />
Het doel is de toerusting van professionals,<br />
die als medeopvoeders werken aan de<br />
gezonde, normale ontwikkeling en socialisatie<br />
van kinderen en jongeren en aan de condities<br />
die daarvoor nodig zijn. Deze professionals<br />
werken in peuterspeelzalen, (brede) scholen,<br />
de kinderopvang en het jeugdwelzijnswerk.<br />
De activiteiten van de afdeling zijn gericht<br />
op professionals en op stafmedewerkers en<br />
leidinggevenden, opleiders, overheden en organisaties<br />
die het werk van deze professionals<br />
ondersteunen.<br />
Educatie & Opvang richt zich er in <strong>2008</strong> vooral op<br />
om kennis van en voor de ene sector, bijvoorbeeld<br />
peuterspeelzalen, beschikbaar te maken voor andere<br />
sectoren, zoals kinderdagverblijven en de<br />
buitenschoolse opvang. Hiervoor verstrekt het<br />
ministerie van OCW subsidie. De afdeling<br />
ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de<br />
praktijk, op basis van materialen van het<br />
programma Kaleidoscoop twee trainershandleidingen<br />
en dvd’s voor kinderdagverblijven en<br />
buitenschoolse opvang. De speelzaaltraining<br />
Laten spelen is een vak is geschikt gemaakt voor<br />
kindercentra. De uitgave Pedagogische kwaliteit<br />
op orde is toegeschreven naar de peuterspeelzaalpraktijk<br />
en het materiaal van Werken aan<br />
welbevinden is aangevuld met een train-de-trainersmap.<br />
Met dergelijke werkzaamheden draagt<br />
de afdeling bij aan wederzijds begrip, het gebruik<br />
van eenzelfde terminologie en toegang tot<br />
dezelfde methoden. Dit is niet alleen van belang<br />
in het kader van de harmonisatie tussen<br />
kinderopvang en speelzaalwerk, maar versterkt<br />
ook de positie van de sector ten opzichte van<br />
(toekomstige) samenwerkingspartners in<br />
onderwijs en jeugdwelzijn.<br />
Door middel van onderzoek, ontwikkeling en<br />
ondersteuning draagt Educatie & Opvang in<br />
<strong>2008</strong> verder bij aan kwaliteitsontwikkeling op<br />
een aantal terreinen. Voorbeelden van opdrachten<br />
in <strong>2008</strong> wordt hieronder weergegeven.<br />
Eén van die terreinen is de brede school.<br />
Educatie & Opvang treedt in de gemeente Almere<br />
op als ‘keurmeester brede school’ om de<br />
kwaliteitsontwikkeling van brede scholen te<br />
stimuleren en beschrijft met subsidie van het<br />
ministerie van OCW de samenhang tussen<br />
buitenschoolse opvang en onderwijs in de<br />
publicatie School met vijf O’s.<br />
Een ander terrein is kinderopvang. In opdracht<br />
van de oudervereniging Balans ontwikkelt het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> een publicatie en een<br />
training over omgaan met lastig gedrag in de<br />
buitenschoolse opvang. Voor gastouderondernemers<br />
voert Educatie & Opvang een vooronderzoek<br />
uit naar een geschikt kindvolgsysteem<br />
(Thuishuis, Groningen) en ontwikkelt een<br />
lespakket voor franchise-bemiddelingsmedewerkers<br />
en gastouders (Berend Botje, Hoorn).<br />
Educatie & Opvang levert een bijdrage aan het<br />
versterken van de pedagogische kwaliteit van<br />
handelen in de vorm van themabijeenkomsten<br />
voor pedagogisch medewerkers en ouders (SKPC<br />
Culemborg) en een beschrijving van het ontwikkeltraject<br />
Pedagogisch Kookboek (Kinderstad<br />
Tilburg).
Op het terrein van voor- en vroegschoolse<br />
educatie voert Educatie & Opvang in opdracht<br />
van de gemeente Oss een evaluatie uit van opvoedingsprogramma’s.<br />
Samen met bureau Sardes<br />
maakt het instituut een inventarisatie van<br />
programma’s en interventies rond ontwikkelingsstimulering<br />
en opvoedingsondersteuning<br />
voor allochtone kinderen en hun ouders.<br />
Een laatste aandachtsgebied van Educatie & Opvang,<br />
hier genoemd, is het jeugdwelzijnswerk. In dat kader<br />
is een methodiekbeschrijving gemaakt van de<br />
huiskameractiviteiten in de brede school van<br />
welzijnsorganisatie Tandem in Nijmegen. In<br />
opdracht van de gemeente Utrecht, die advies wil<br />
over vergroting van de effectiviteit van het<br />
jongerenwerk en het maatschappelijk rendement<br />
daarvan, werkt het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
mee aan de visitatiecommissie jongerenwerk.<br />
Voorts verzorgt Educatie & Opvang in <strong>2008</strong><br />
inleidingen, workshops en trainingen over onder<br />
andere de buitenschoolse opvang, brede school,<br />
werken met baby’s, Kaleidoscoop, Stap-programma’s,<br />
kindvolginstrumenten en pedagogisch<br />
denken en doen voor gastouders. Ook is een<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Educatie & Opvang<br />
aanbod van training en intervisie gestart voor de<br />
Vervolginspectie Pedagogisch Domein (GGD<br />
Nederland). Op 18 november organiseert<br />
Educatie & Opvang het congres Opgroeien doe je<br />
samen. Het congres gaat in op de samenwerking<br />
tussen alle mensen die betrokken zijn bij de<br />
opvoeding van kinderen. Samenwerking om voor<br />
kinderen zo veel mogelijk kansen te creëren en te<br />
zorgen dat zij hun talenten optimaal kunnen<br />
ontwikkelen.<br />
Tot september <strong>2008</strong> is de ontwikkeling van en<br />
training voor de programma’s Kaleidoscoop en<br />
Stap ondergebracht bij de afdeling Educatie &<br />
Opvang. Daarna is de uitvoering van deze en<br />
andere trainingen overgeheveld naar de afdeling<br />
Programma-implementatie & Training.<br />
De uitvoering van activiteiten van de afdeling<br />
Educatie & Opvang gebeurt in samenhang met<br />
andere activiteiten van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
op het gebied van de pedagogische<br />
basisinfrastructuur zoals de samenstelling van<br />
themadossiers, kenniskringen, nieuwsbrieven en<br />
studiedagen.<br />
33
34 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jeugdzorg & Opvoedhulp<br />
5<br />
Jeugdzorg & Opvoedhulp<br />
De afdeling Jeugdzorg & Opvoedhulp richt zich als afdeling voor onderzoek, ontwikkeling en<br />
ondersteuning van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> op kennisontwikkeling en kennisimplementatie.<br />
Het accent ligt op de ondersteuning van preventieve activiteiten en curatieve hulp door Centra<br />
voor Jeugd en Gezin, de jeugdgezondheidszorg, buurtnetwerken, bureaus jeugdzorg en zorgaanbieders<br />
voor jeugdigen en hun ouders. De afdeling Jeugdzorg & Opvoedhulp helpt met praktijkontwikkeling,<br />
onderzoek, innovatie, ondersteuning, opleiding en training. Daarnaast wordt<br />
vaak hulp gevraagd bij regionale samenwerking en regionale aanpassing van effectief gebleken<br />
methodieken of landelijk beschikbare kennis. Opdrachtgevers zijn onder meer ministeries, onderzoeksinstellingen,<br />
jeugdzorginstellingen, GGD’s, thuiszorgorganisaties en gemeenten.<br />
De ambitie van de afdeling is om in het verlengde<br />
van de missie van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
de spin in het web te zijn tussen praktijk,<br />
opleiding, wetenschap en beleid. In <strong>2008</strong> komt<br />
de realisatie van die ambitie een stap dichterbij.<br />
De medewerkers van de afdeling beschikken over<br />
een grote deskundigheid en hebben een hoog<br />
ambitieniveau. Als gevolg hiervan levert de<br />
afdeling producten met een hoge kwaliteit. In<br />
<strong>2008</strong> wordt een groot aantal opdrachten<br />
binnengehaald, zonder dat het nodig blijkt<br />
daarvoor actief te werven.<br />
In de opdrachtportefeuille van Jeugdzorg &<br />
Opvoedhulp is de verscheidenheid groot. Er<br />
worden veel opdrachten met een beperkte<br />
omvang verstrekt door zorginstellingen en<br />
gemeenten. Dit resulteert in een versnippering<br />
van het takenpakket van medewerkers en een<br />
verhoudingsgewijs grote administratieve druk. In<br />
2009 zal meer aandacht worden gegeven aan<br />
gerichte acquisitie en oriëntatie op de markt.<br />
Enkele opdrachten die illustratief zijn voor het<br />
werkterrein van de afdeling worden hieronder<br />
beschreven.<br />
Eén van de grotere projecten in <strong>2008</strong> is de<br />
ondersteuning door het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
van de landelijke invoering van het actieplan tegen<br />
kindermishandeling volgens de RAAK-aanpak.<br />
De rijksoverheid vraagt 35 centrumgemeenten<br />
om sluitende afspraken te maken tussen lokale<br />
en regionale partners over de aanpak van<br />
kindermishandeling en om professionals actief<br />
een programma van training en scholing aan te<br />
bieden. Het programmaministerie voor Jeugd en<br />
Gezin geeft het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
opdracht om de regio’s te ondersteunen bij de<br />
invoering van de RAAK-aanpak. De kern van<br />
deze aanpak behelst een betere kennis van de<br />
signalen van kindermishandeling, een betere<br />
samenwerking en alerter optreden. Instellingen<br />
die met ouders en kinderen werken, moeten hun<br />
werkwijze zo aanpassen, verbeteren en aanvullen<br />
dat een effectieve aanpak van kindermishandeling<br />
een reële optie wordt. Het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> doet onder meer onderzoek,<br />
ontwikkelt instrumenten, verzorgt trainingen en<br />
scholing en begeleidt de regionale implementatie.<br />
In juni <strong>2008</strong> vindt in Ede het tweede Nationaal<br />
Congres Opvoedingsondersteuning plaats met als<br />
titel ‘Opvoedhulp om de hoek’. Het congres is<br />
gericht op opvoedings- en gezinsondersteuning<br />
op gemeentelijk niveau en trekt zo’n zeshonderd<br />
bezoekers.<br />
De zorgaanbieders in Amsterdam en de stadsregio<br />
vragen het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en<br />
adviesbureau Van Montfoort om een aantal<br />
werksoorten en zorgprogramma’s door te lichten<br />
op effectiviteit. Met een onderzoek naar enkele<br />
laatste programma’s komt in <strong>2008</strong> een einde aan<br />
dit project. Ook andere provincies en zorgaanbieders<br />
verzoeken het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
om ondersteuning bij het verhogen van de<br />
effectiviteit van hun zorgaanbod. Zo voert het
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> projecten uit op dit<br />
terrein bij zorgaanbieder Yorneo in Drenthe,<br />
XONAR in Zuid-Limburg en FlexusJeugdplein in<br />
Rotterdam. In opdracht van de provincie Utrecht<br />
start het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> een project<br />
om met de zeven zorgaanbieders in de provincie<br />
een deel van het zorgaanbod te beschrijven en<br />
van een theoretische onderbouwing te voorzien.<br />
Er worden 28 modules geselecteerd en in drie<br />
workshops leren gedragswetenschappers hoe de<br />
beschrijving aan te pakken volgens de systematiek<br />
van de Databank Effectieve Jeugdinterventies.<br />
Het beschrijven en onderbouwen van zorgaanbod<br />
levert een flinke kwaliteitsslag op, onder andere door<br />
het zorgaanbod te vergelijken met kennis over<br />
soortgelijke erkende interventies.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jeugdzorg & Opvoedhulp<br />
Samen met instellingen voor jeugdgezondheidszorg<br />
en de Stichting AIT wordt in <strong>2008</strong> de<br />
methodiek ‘Kortdurende videohometraining’<br />
doorontwikkeld. De implementatie gebeurt in de<br />
vorm van een handleiding ter ondersteuning van<br />
gezinnen met jonge kinderen. Een ander<br />
voorbeeld van methodiek- en interventieontwikkeling<br />
vind plaats op verzoek van de gemeente<br />
Almere. Samen met professionals in die gemeente<br />
wordt de functie zorgcoördinatie beschreven<br />
en toegepast, evenals een uitvoeringshandleiding<br />
en trainingsprogramma ontworpen. Het resultaat<br />
is onder meer de ‘Handleiding coördinatie van<br />
zorg voor de JGZ in Almere’. Deze handleiding<br />
dient nadien ook als input voor een landelijk<br />
traject waarin alle betrokkenen consensus<br />
bereiken over de invulling en positionering van<br />
de functie coördinatie van zorg in het kader van<br />
de ontwikkeling van Centra voor Jeugd en Gezin.<br />
In januari <strong>2008</strong> vind voor de vierde keer het<br />
congres ‘Jeugdzorg in Onderzoek’ plaats. Het<br />
congres wordt voor het eerst georganiseerd door<br />
het programmaministerie voor Jeugd en Gezin<br />
samen met de drie kennisinstituten <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong>, ZonMw en RIVM. Het congres is<br />
ditmaal niet alleen gericht op de jeugdzorg, maar<br />
op alle zorg voor jeugd. Van preventie en<br />
vroegsignalering door de jeugdgezondheidszorg<br />
en het onderwijs, tot en met de behandeling en<br />
nazorg door de jeugdzorg, de jeugd-ggz en de<br />
jeugd-lvg. Nog nooit was de belangstelling zo<br />
groot, wat bewijst dat het onderwerp volop leeft<br />
in de sector.<br />
35
36 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Onderwijs en Jeugdzorg<br />
6<br />
Onderwijs &<br />
Jeugdzorg<br />
De afdeling Onderwijs & Jeugdzorg, één<br />
van de drie afdelingen van het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> voor onderzoek, ontwikkeling<br />
en ondersteuning, stimuleert en ondersteunt<br />
structurele samenwerking tussen Onderwijs &<br />
Jeugdzorg. Deze samenwerking verbetert de<br />
hulpverlening aan leerlingen met psychosociale<br />
problemen en aan hun opvoeders.<br />
Zorg- en adviesteams (ZAT’s) vervullen een<br />
centrale rol in de zorgstructuur van het onderwijs.<br />
ZAT’s zijn interdisciplinaire teams van<br />
professionals uit het onderwijs, de jeugdzorg, de<br />
gezondheidszorg, het maatschappelijk werk, van<br />
politie en leerplichtambtenaren. Het kabinet<br />
streeft naar een landelijke dekking van goed<br />
functionerende ZAT’s zodat vroegtijdige<br />
signalering, preventie en effectieve hulp<br />
gewaarborgd zijn en kinderen en jeugdigen de<br />
zorg krijgen die ze nodig hebben. De afgelopen<br />
jaren is aanzienlijke vooruitgang geboekt op dit<br />
terrein. Zo heeft nu 95% van de scholen in het<br />
voortgezet onderwijs een ZAT. Nut en noodzaak<br />
zijn inmiddels onomstreden.<br />
Goed functionerende ZAT’s leiden tot een betere<br />
probleemtaxatie, goede zorg in en rond de school, en<br />
een snellere en effectievere toeleiding naar<br />
voorzieningen binnen de jeugdzorg of naar<br />
andere schooltypen. Omdat een zorg- en<br />
adviesteam nadrukkelijk kijkt naar kind en gezin<br />
levert het een aandeel in de vergroting van de<br />
betrokkenheid van ouders met het onderwijs.<br />
In <strong>2008</strong> ligt het accent op verbetering van de<br />
kwaliteit. In april verschijnen de resultaten en<br />
conclusies van het programma Intensivering<br />
Kwaliteit Zorg- en adviesteams (IKZ-programma),<br />
uitgevoerd op eenentwintig locaties in het<br />
primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar<br />
beroepsonderwijs. Het belangrijkste doel<br />
van dit programma is het ontwikkelen en<br />
beschrijven van een kwaliteitskader voor de<br />
ZAT’s. Dat kwaliteitskader gaat in op doelen en<br />
prestaties, functies, werkprocessen en voorwaarden.<br />
Hieruit zijn de kwaliteitscriteria afgeleid,<br />
die in samenwerking met de uitvoeringspraktijk<br />
zijn vertaald in referentiemodellen voor de<br />
verschillende onderwijsvormen, elk voorzien van<br />
taakprofielen voor de deelnemers aan een ZAT en<br />
een checklist voor de kwaliteit van het ZAT. Deze
instrumenten bieden houvast voor kwaliteitsverbetering<br />
en kunnen worden benut bij evaluatie,<br />
monitoring en verdere professionalisering.<br />
Met de opzet van een landelijk steunpunt voor<br />
zorg- en adviesteams in september <strong>2008</strong> en met<br />
hulp van het bovengenoemde kwaliteitskader<br />
zet het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> er de komende jaren<br />
op in dat overal in Nederland ZAT’s functioneren en dat<br />
bestaande ZAT’s nog beter functioneren.<br />
Het steunpunt onderhoudt daarom intensieve<br />
contacten met meer dan tweehonderd samenwerkingsverbanden<br />
in het primair onderwijs,<br />
ruim tachtig samenwerkingsverbanden in het<br />
voortgezet onderwijs en de negen kenniskringen<br />
vanuit het middelbaar beroepsonderwijs,<br />
waarvan de zeventig deelnemende onderwijsinstellingen<br />
samen zo’n veertig procent van de<br />
<strong>Nederlands</strong>e beroepsbevolking opleiden. Het<br />
streven naar landelijke dekking staat eveneens in<br />
een brief aan de Tweede Kamer van juni <strong>2008</strong><br />
van de minister voor Jeugd en Gezin en de<br />
staatssecretarissen voor Onderwijs, Cultuur en<br />
Wetenschap.<br />
Goede schoolprestaties van leerlingen vergen<br />
niet alleen aandacht voor individuele problemen,<br />
maar ook voor het scheppen van een veilig<br />
schoolklimaat.<br />
Enkele tragische incidenten op <strong>Nederlands</strong>e scholen<br />
hebben de afgelopen jaren de aandacht voor sociale<br />
veiligheid op school sterk vergroot.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Onderwijs en Jeugdzorg<br />
Om scholen te ondersteunen in het scheppen van<br />
een veilige leeromgeving starten in de laatste<br />
maanden van <strong>2008</strong> de Kwaliteitsteams Veiligheid.<br />
Deze teams zijn ondergebracht bij het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en bestaan uit<br />
deskundigen die scholen helpen om sociale<br />
veiligheid in beeld te krijgen en te verbeteren.<br />
Deze deskundigen zijn afkomstig van het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>, maar ook van het<br />
Centrum voor Criminaliteitspreventie en<br />
Veiligheid en vanuit Halt. Ruim dertig scholen<br />
hebben in de aanloopfase de teams ingeschakeld.<br />
Een derde aandachtsveld van de afdeling<br />
Onderwijs & Jeugdzorg bestaat uit de reboundvoorzieningen.<br />
Een reboundvoorziening biedt<br />
leerlingen die in het reguliere voortgezet<br />
onderwijs grensoverschrijdend gedrag vertonen<br />
een programma met als doel zo snel mogelijk de<br />
schoolloopbaan binnen het reguliere onderwijs<br />
weer te vervolgen. Het reboundprogramma<br />
wordt veelal op een aparte reboundlocatie tijdens<br />
schooluren aangeboden. Het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> is nauw betrokken bij de start van<br />
reboundvoorzieningen in 2005 en biedt sindsdien<br />
een door het ministerie van OCW gefinancierd<br />
ondersteuningsprogramma. In <strong>2008</strong> wordt<br />
deze ondersteuning onder meer aangeboden<br />
door een helpdesk, door een webbased applicatie<br />
Rebound Online en door de start van kenniskringen<br />
in de vijf regio’s in het voorjaar van <strong>2008</strong>.<br />
37
‘ Zodra je over verbetering begint<br />
te praten, zie je al resultaat’<br />
Aly de Jong<br />
Manager programmakwaliteit bij Yorneo, jeugdzorgaanbieder in de provincie Drenthe.
Aly de Jong is manager programmakwaliteit bij Yorneo,<br />
jeugdzorgaanbieder in de provincie Drenthe.<br />
“Wat Yorneo betekent? De naam op zich eigenlijk niets, het gaat er meer om welke<br />
betekenis wij eraan geven. We zochten een naam waarmee we ons konden onderscheiden<br />
van andere aanbieders op het gebied van de jeugdzorg. De naam inspireert in ieder<br />
geval tot creatieve uitwerkingen. Je kunt het zien als Yor Neo: you’re new. Je hoort er ook<br />
journey in, in de betekenis van een reis. Yorneo biedt hulp aan kinderen, jongeren en hun<br />
ouders of verzorgers bij opvoed- en ontwikkelingsproblemen.<br />
We werken vanuit een aantal gerichtheden. Eén daarvan is onze systemische manier van<br />
werken. Wij beschouwen het kind nooit op zichzelf, maar altijd in de context van ouders,<br />
school, thuis en vrienden.<br />
Jaarlijks bieden wij hulp aan meer dan 1.600 kinderen, jongeren en hun gezin. Er werken<br />
meer dan 400 medewerkers bij Yorneo, waaronder pedagogisch medewerkers, gezinshulpverleners,<br />
trainers, systeemtherapeuten, orthopedagogen en gz-psychologen, maatschappelijk<br />
werkers en een kinder- en jeugdpsychiater. Daarmee werkt Yorneo vraaggericht,<br />
netwerkgericht, oplossingsgericht en resultaatgericht aan oplossingen voor het gezinssysteem,<br />
uitgaande van de specifi eke situatie van het kind.<br />
Wij hebben onze visie samengevat in drie onderling verbonden gedragsregels. Een: als iets<br />
(beter) werkt, doe er méér van. Twee: als iets niet werkt, stop er dan mee en probeer iets<br />
anders, en drie: als iets werkt, leer het aan en van de ander.<br />
Met het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> werken we samen aan continue eff ectiviteitsverbetering.<br />
De jeugdzorg staat niet bekend om haar onderzoekstraditie, maar het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> helpt ons geweldig met de beschrijving en de theoretische onderbouwing<br />
van methodieken. Daarin gaan zij heel pragmatisch te werk; zij kijken zorgvuldig naar wat<br />
er al is en werken vanuit die basis samen met onze teams aan verbetering.<br />
Dat heeft al geleid tot goed beschreven behandelprogramma’s voor Intensieve Orthopedagogische<br />
Gezinsbegeleiding, het Medisch Kinderdagcentrum en programma’s voor<br />
jongeren van verschillende leeft ijdsgroepen. Het prettige is, zodra je met het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> over verbetering begint te praten, merk je al resultaten.”<br />
‘ Wij beschouwen het kind nooit op zichzelf,<br />
maar altijd in de context van ouders, school,<br />
thuis en vrienden.’
‘ De jeugdzorg staat niet bekend om haar onderzoekstraditie, maar het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> helpt ons geweldig met de beschrijving en<br />
de theoretische onderbouwing van methodieken.‘
‘ Een werkbare mix van<br />
theorie en praktijk’<br />
Annemiek van Woudenberg<br />
Zelfstandig adviseur<br />
(betrokken bij de ontwikkeling van enkele Centra voor Jeugd en Gezin)
‘Een convenant van samenwerking in een CJG<br />
tekenen is iets anders dan er professionals laten<br />
samenwerken. Hierin biedt het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> deskundige ondersteuning.’
‘ De meeste gemeenten<br />
zijn enthousiast over<br />
het idee van de Centra<br />
voor Jeugd en Gezin,<br />
maar inhoudelijk<br />
ontbreekt soms de<br />
kennis om het voor<br />
elkaar te krijgen.’<br />
Annemiek van Woudenberg is als zelfstandig<br />
adviseur betrokken bij de ontwikkeling<br />
van enkele Centra voor Jeugd en Gezin.<br />
“Ik heb lang als jeugdarts bij de GGD gewerkt en<br />
ben vanaf 2002 betrokken geraakt bij de opzet en<br />
ontwikkeling van Ouder- en Kindcentra in Amsterdam.<br />
Ouder- en Kindcentra zijn de voorlopers van de<br />
Centra voor Jeugd en Gezin.<br />
Drie jaar geleden ben ik voor mezelf begonnen. Mijn<br />
inhoudelijke achtergrond stelt me in staat om de totstandkoming<br />
van Centra voor Jeugd en Gezin vanuit<br />
een solide basis te ondersteunen. In alle <strong>Nederlands</strong>e<br />
gemeenten moeten deze CJG’s komen. Momenteel<br />
help ik bij de opzet van de CJG’s in Hilversum en<br />
Haarlemmermeer.<br />
Het CJG is bedoeld voor ouders, kinderen en jongeren<br />
tot 23 jaar en ook voor professionals. Wie vragen<br />
heeft of advies wil over de opvoeding en ontwikkeling<br />
en gezondheid van kinderen en jeugdigen kan<br />
hier terecht. De centra bieden advies, ondersteuning<br />
en hulp op maat. Ook als het om complexere vragen<br />
gaat. Mocht dat nodig zijn, dan verwijzen de centra<br />
je door naar de juiste hulpverlener of instantie.<br />
De meeste gemeenten zijn enthousiast over het idee<br />
van de Centra voor Jeugd en Gezin, maar inhoudelijk<br />
ontbreekt soms de kennis om het voor elkaar te<br />
krijgen. Een convenant van samenwerking in een<br />
CJG tekenen is iets anders dan er professionals laten<br />
samenwerken. Hierin biedt het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
deskundige ondersteuning. Het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> vind ik een integere en professionele<br />
club die juist die verbinding tussen beleid en praktijk<br />
maakt: een werkbare mix van praktische handreikingen<br />
en theoretische onderbouwing.<br />
Ik denk wel dat de CJG’s door het hele land er<br />
komen, ook na deze kabinetsperiode. Het wordt nu<br />
goed neergezet en er is al wetgeving rondom de<br />
Centra. Maar er is nog veel werk te doen. Natuurlijk<br />
zullen er voorlopig kwaliteitsverschillen zijn, maar<br />
zolang daar consequent aandacht voor is, lost zich<br />
dat in de toekomst wel op.”
46 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Programma-implementatie & Training<br />
7<br />
Programma-<br />
implementatie<br />
& Training<br />
Om optimale ondersteuning te kunnen bieden bij de<br />
verspreiding en implementatie van effectief gebleken<br />
programma’s start het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in<br />
<strong>2008</strong> met een aparte afdeling voor deze taak. Eerst onder<br />
de naam Trainingen, Opleidingen en Programma’s, later<br />
wordt de naam veranderd in Programma-implementatie<br />
& Training (PiT). De naamsverandering markeert de overgang<br />
van een ondersteunende afdeling naar een afdeling<br />
die wil bijdragen aan de jeugdsector als een collectief<br />
lerend systeem door het aanreiken van implementatiekennis.<br />
Daarbij voedt PiT de sector enerzijds met goede<br />
interventies en programma’s, en anderzijds stelt zij hen<br />
in staat om als coproducent bij te dragen aan de verdere<br />
ontwikkeling van de sector.<br />
In de afdeling zijn activiteiten samengebracht die<br />
voorheen vanuit verschillende afdelingen werden<br />
verzorgd. Door deze activiteiten onder te<br />
brengen in een afdeling en te organiseren vanuit<br />
een heldere visie geeft het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
uitvoering aan één van de aanbevelingen<br />
uit het NJi-rapport Ontwikkeling en borging<br />
jeugdinterventies uit januari <strong>2008</strong>. Die aanbeveling<br />
is de oprichting van een landelijk steunpunt<br />
om jeugdinterventies van goede kwaliteit zo<br />
breed mogelijk beschikbaar te stellen tegen de<br />
laagst mogelijke kosten. Zo’n steunpunt is één<br />
van de taken van Programma-implementatie &<br />
Training. Op die manier bundelt het NJi de<br />
deskundigheid om kennisoverdracht efficiënt en<br />
professioneel aan te pakken.<br />
PiT zorgt voor de promotie, facilitering en<br />
uitvoering van bestaande trainingen en programma’s<br />
als Kaleidoscoop, Triple P, Stapprogramma’s,<br />
Communities that Care en train-de-trainerprogramma’s<br />
als Werken met baby’s. Voor al<br />
deze producten is behoefte aan vergelijkbare<br />
faciliteiten, zoals het inhuren van trainers, de<br />
productie van ondersteunende middelen, het<br />
uitbrengen van offertes en het regelen van<br />
accommodatie. Daarnaast is het in de markt<br />
zetten en houden van deze programma’s, die<br />
geen subsidie meer krijgen, een belangrijk<br />
aandachtspunt. Er is vaak nauwelijks budget te<br />
vinden voor implementatie, doorontwikkeling,<br />
borging en monitoring, terwijl dat wel nodig is<br />
om zo’n programma up-to-date te houden. PiT<br />
maakt zich hiervoor sterk.<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> ondersteunt in<br />
Nederland de invoering van Triple P (Positief<br />
Pedagogisch Programma). Dit is een Australisch<br />
ondersteuningsprogramma voor ouders met als<br />
doel emotionele en gedragsproblemen bij<br />
kinderen te voorkomen en te verminderen. Triple<br />
P is een veelomvattend programma vanwege de<br />
multimodale en ketenaanpak. In die zin onderscheidt<br />
Triple P zich van programma’s voor<br />
opvoedondersteuning die één enkele interventie<br />
omvatten.<br />
De integrale aanpak maakt Triple P een aantrekkelijk<br />
programma voor gebruik in Centra voor Jeugd en Gezin.<br />
Eind <strong>2008</strong> zijn er 1.840 professionals getraind<br />
en twintig gemeenten en zorginstellingen<br />
werkzaam met Triple P. Daarnaast zijn er tien<br />
gemeenten in oriëntatie of voorbereiding op<br />
implementatie van Triple P.<br />
Kaleidoscoop is een educatieve methode voor<br />
jonge kinderen, een effectief gebleken programma<br />
voor voor- en vroegschoolse educatie. Tot de<br />
hoogtepunten in <strong>2008</strong> behoren onder meer de<br />
uitvoering van een intensief en succesvol<br />
train-de-trainersproject voor Kaleidoscoop op de<br />
<strong>Nederlands</strong>e Antillen, alsmede de eerdergenoemde<br />
ontwikkeling van trainingsmaterialen voor
Kaleidoscoop in kinderdagverblijven en in de<br />
buitenschoolse opvang. Daarnaast is het boek<br />
‘Op het puntje van je stoel’ geschreven over<br />
Kaleidoscoop in groep drie en verder.<br />
Doordat de Stapprogramma’s nu ook uit geld<br />
voor voor- en vroegschoolse educatie mogen<br />
worden gefinancierd, neemt de belangstelling<br />
voor Instapje, Opstapje en Opstap in <strong>2008</strong> toe.<br />
Ook is er in <strong>2008</strong> een zeer succesvolle landelijke<br />
dag voor zo’n 130 contactmedewerksters.<br />
Internationaal zitten de programma’s eveneens<br />
in de lift, zoals blijkt uit de belangstelling voor<br />
Instapje in België en Opstapje in Duitsland,<br />
Zwitserland en Roemenie.<br />
De inhoudelijke ontwikkeling van het thematisch<br />
ouderprogramma TOP voor ouders met peuters<br />
is in <strong>2008</strong> afgerond. Er verschijnen veertien<br />
themaboekjes met activiteiten voor thuis. De<br />
thema’s – zoals huis, herfst en kleding – en<br />
inhoud sluiten aan bij effectieve vve-programma’s<br />
Kaleidoscoop en Piramide. Er is inmiddels<br />
een handleiding voor uitvoerders. Er is veel<br />
belangstelling om TOP uit te voeren. De afdeling<br />
PiT beantwoordt veel vragen en verzorgt<br />
workshops. Een projectplan, onderzoeksaanvraag<br />
en curriculum worden gemaakt om TOP<br />
ook te ontwikkelen voor ouders met kleuters.<br />
De komst van de nieuwe afdeling brengt voor het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> een verschuiving van<br />
werk en medewerkers met zich mee. De afdeling<br />
bestaat eind <strong>2008</strong> uit 16 medewerkers (begin<br />
<strong>2008</strong>: 5 medewerkers). Programma’s en bij de<br />
uitvoering betrokken medewerkers worden<br />
ondergebracht bij of ingehuurd door PiT.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Programma-implementatie & Training<br />
Vanuit het publieke profiel van het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> werkt PiT weliswaar marktgericht, maar<br />
alleen kostendekkend en zonder winstoogmerk.<br />
PiT vervult ook de steunfunctie voor het<br />
Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg<br />
Nederland (SEJN). Het SEJN heeft als doel het<br />
bevorderen van effectiviteit in de jeugdzorg. PiT<br />
organiseert hiertoe workshops, beheert de<br />
website, vormt het contactadres en verzorgt<br />
uitwisselingsbijeenkomsten.<br />
Na de opzet van de afdeling in <strong>2008</strong>, zal in 2009<br />
op volle kracht gewerkt worden aan de verdere<br />
uitbouw van de afdeling door implementatiekennis<br />
en ondersteuning aan te bieden aan<br />
werkveld en overheden als onderdeel van de<br />
kennis cyclus.<br />
47
48 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Internationaal<br />
8<br />
Internationaal<br />
Kennis en expertise over jeugdbeleid in het buitenland<br />
worden binnen het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> gebundeld in<br />
de afdeling Internationaal. Die bundeling van deskundigheid,<br />
ervaringen en contacten is een voordeel gebleken, nu<br />
het <strong>Nederlands</strong> jeugdbeleid steeds vaker een internationale<br />
oriëntatie krijgt. Zo leidt de oprichting van de Centra voor<br />
Jeugd en Gezin tot veel belangstelling voor vergelijkbare<br />
voorzieningen in andere landen, en de lessen die uit de ervaringen<br />
elders getrokken kunnen worden. Daarnaast ontstaat<br />
in het <strong>Nederlands</strong>e jeugdbeleid steeds meer aandacht voor<br />
de gezonde ontwikkeling van jongeren en de benutting van<br />
aanwezige talenten. Ook deze verbreding doet de behoefte<br />
ontstaan aan kennis over ervaringen en goede voorbeelden<br />
uit het buitenland.<br />
Zo nemen in november <strong>2008</strong> gemeentelijke<br />
bestuurders en beleidsmedewerker deel aan een<br />
training en een daaraan gekoppelde studiereis<br />
naar Brussel over het Europese jeugdbeleid. De<br />
Europese ervaringen met maatschappelijke<br />
ondersteuning, vrijwilligerswerk, participatie en<br />
jeugdbeleid staan centraal. In mei organiseert<br />
het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> op verzoek van<br />
het programmaministerie voor Jeugd en Gezin<br />
een studiebezoek naar Finland over de ervaringen<br />
in dat land met Centra voor Jeugd en Gezin.<br />
Over hetzelfde thema vindt in september een<br />
expertmeeting plaats met professionals uit<br />
Nederland, Engeland, Finland en Duitsland. Een<br />
vergelijkbare kennisuitwisseling is er ook over de<br />
thema’s diversiteit en gezinsbeleid.<br />
Naast deze kennisfunctie biedt de internationale<br />
afdeling van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> de<br />
mogelijkheid om deel te nemen aan internationale<br />
activiteiten. De internationale afdeling<br />
verstrekt daartoe via de Eurodesk informatie<br />
over internationale beleidsontwikkelingen en<br />
(subsidie)mogelijkheden voor jongeren en hun<br />
organisaties. De afdeling Internationaal voert<br />
ook subsidieprogramma’s uit voor internationale<br />
jongerenactiviteiten en kennisuitwisseling. De<br />
betrokkenheid met het programma Youth in<br />
Action brengt het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in<br />
contact met een waardevol netwerk van organisaties<br />
in dertig programmalanden.<br />
Youth in Action is een programma van de<br />
Europese Commissie, dat tot 2013 wordt<br />
uitgevoerd door het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />
Jongeren kunnen in de Europese context eigen<br />
projecten ontwikkelen, meedoen aan een<br />
groepsuitwisseling of voor langere tijd als<br />
vrijwilliger naar het buitenland. Het programma<br />
richt zich tevens op professionals in de jeugdsector<br />
en biedt mogelijkheden voor training en<br />
kennisuitwisseling. Voor Nederland is jaarlijks<br />
drie miljoen euro beschikbaar voor ongeveer<br />
3.500 jongeren. Uit een onderzoek van de<br />
Europese Commissie in <strong>2008</strong> blijkt dat jongeren<br />
betere sociale vaardigheden en meer begrip voor<br />
andere culturen krijgen door deelname aan<br />
Europese jongerenprojecten.<br />
Het vergroot bovendien hun kansen op de arbeidsmarkt<br />
en deelname aan de samenleving en het<br />
vermindert discriminatie.<br />
Xplore is een subsidieprogramma van het<br />
ministerie van Buitenlandse Zaken voor stages<br />
naar en uitwisselingen met ontwikkelingslanden<br />
voor jongeren. Het doel van Xplore is draagvlakversterking<br />
voor ontwikkelingssamenwerking in<br />
Nederland. Evenals Youth in Action richt Xplore<br />
zich op buitenschools leren en competentieontwikkeling<br />
onder jongeren in de leeftijdsgroep van<br />
12 tot 30 jaar. Op basis van een positieve<br />
evaluatie van doelmatigheid en doeltreffendheid<br />
besluit de minister voor Ontwikkelingssamenwerking<br />
eind <strong>2008</strong> het programma Xplore met<br />
ingang van januari 2009 met tien maanden te<br />
verlengen.
9<br />
Organisatie-ontwikkeling<br />
De inpassing van alle medewerkers in de bestaande huisvesting van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
in Utrecht doet in <strong>2008</strong> letterlijk veel stof opwaaien. Aan het einde van het jaar zijn de fysieke<br />
veranderingen voltooid en is het nog vooral wennen aan het flexwerken. Gezien de vele parttimers<br />
en medewerkers die veelvuldig buiten het gebouw werken, is ervoor gekozen zoveel mogelijk werkplekken<br />
door verschillende medewerkers te laten benutten. Daardoor blijft het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />
ondanks de relatief beperkte ruimte in het pand aan de Catharijnesingel, toch op dezelfde<br />
centrale, goed bereikbare plaats gevestigd.<br />
Tot de nasleep van de ontvlechting in 2007 van<br />
het voormalige NIZW in drie kennisinstituten,<br />
waaronder het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />
behoort ook dat een definitief functieboek voor<br />
functie-indeling van de medewerkers moet<br />
worden samengesteld. Deze uitdaging wordt<br />
samen met de twee andere kennisinstituten en<br />
het verzelfstandigde facilitaire bedrijf<br />
opgenomen.<br />
Eind <strong>2008</strong> krijgen alle medewerkers<br />
van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> een plaatsingsbrief<br />
waarin de inpassing in het nieuwe functieboek en de<br />
bijbehorende inschaling worden meegedeeld.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Organisatie-ontwikkeling<br />
Als eerste stap naar een intensiever scholingsbeleid<br />
worden in <strong>2008</strong> enkele cursussen verzorgd<br />
die bijdragen aan resultaatgericht werken en<br />
verdere professionalisering. De leden van het<br />
managementteam, waarvan de samenstelling in<br />
de loop van <strong>2008</strong> voor ongeveer de helft<br />
verwisselt, nemen deel aan een training resultaatgericht<br />
leidinggeven. Dertig medewerkers<br />
van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> nemen deel<br />
aan een projectleiderscursus.<br />
Op het terrein van ICT bestaat aan het begin van<br />
het jaar nog het idee om alle bedrijfsprocessen<br />
en informatiestromen binnen één bedrijfssoftwarepakket<br />
te bundelen. Deze ambitie blijkt bij<br />
nader inzien te hoog gegrepen. Mede naar aanleiding<br />
van geluiden uit de personeelsvertegenwoordiging<br />
wordt de conclusie getrokken dat de<br />
druk die invoering op de organisatie zou leggen<br />
op dat moment te groot is, en samen met andere<br />
trajecten (zoals de invoering van het flexwerken)<br />
een te zware claim zou leggen op het personeel.<br />
Daarnaast zijn er inhoudelijke vraagtekens.<br />
Besloten wordt om de automatiseringsopgave nu<br />
geleidelijk en gefaseerd door te voeren.<br />
49
‘ De Rebound is geen<br />
veredeld huiswerkklasje’<br />
Jos Derksen<br />
Beleidsmedewerker Samenwerkingsverband VO Midden-Brabant.<br />
Anja Peeters<br />
Coördinator Rebound Midden-Brabant.
Jos Derksen is beleidsmedewerker<br />
Samenwerkingsverband VO Midden-Brabant.<br />
Anja Peeters is coördinator Rebound Midden-Brabant.<br />
“In Midden-Brabant, de regio Tilburg, Goirle, Dongen<br />
en Oisterwijk, is de Rebound ontstaan uit de samenvoeging<br />
van drie verschillende voorzieningen, waaronder een Time<br />
Out, Dagtrainingscentrum en de Ventweg”, zegt Jos Derksen.<br />
“Wij zien de Rebound Midden-Brabant als voorziening voor<br />
jongeren, die door gedrags- en motivatieproblemen buiten<br />
het onderwijs worden opgevangen en begeleid. Zonder onze<br />
opvang was het risico op definitieve schooluitval groot.”<br />
“Het is een tijdelijke voorziening”, vult Anja Peeters aan. “Na<br />
maximaal drie maanden is het doel altijd dat de leerling<br />
weer terug kan naar zijn of haar oorspronkelijke school.<br />
Daarom is het voor ons ook zo belangrijk dat de Rebound<br />
Midden-Brabant in een schoolgebouw is gevestigd. De<br />
leerlingen moeten het contact houden met een schoolse<br />
omgeving.<br />
“Op dit moment hebben we in een schooljaar vier groepen<br />
met in totaal 28 leerlingen. Deze groep volgt het programma<br />
gedurende de gehele dag en zijn een hele week op de<br />
voorziening. 32 leerlingen volgen modulaire trainingen en<br />
24 leerlingen worden binnen hun eigen school ondersteund<br />
met een training op locatie. Wij hebben hier in Tilburg<br />
bewust gekozen voor een combinatie van gedragstraining<br />
en continuering van onderwijs. Zo zijn de gedragstrainers<br />
afkomstig van het Leger des Heils en komen de docenten<br />
van de zorglocatie van het Midden-Brabant College.”<br />
Derksen: “Rebound is geen veredeld huiswerkklasje. De<br />
leerlingen zitten hier in verband met soms ernstige gedragsproblematiek.<br />
Het moet ze wakker schudden. Leerlingen<br />
moeten het besef krijgen dat ze ander gedrag moeten laten<br />
zien. En in de regel werkt dat ook zo. Maar vaak is het noodzakelijk<br />
dat de thuissituatie verandert, dus de ouders worden<br />
nauw bij het programma betrokken.”<br />
“De problematiek is soms ernstig”, aldus Peeters. “Met<br />
schrijnende gevallen van kinderen die thuis zitten omdat<br />
ze niet te handhaven zijn weten instellingen vaak niet goed<br />
raad. De dossiers zijn complex en daarvoor is samenwerking<br />
tussen scholen, instellingen voor zorg en jeugdhulpverlening<br />
en ouders van cruciaal belang.”<br />
“Direct na de Rebound is het effect het grootst”, zegt<br />
Derksen. “Zeventig procent van de leerlingen kan inderdaad<br />
terug naar de eigen school. Voor de rest zoeken we een<br />
passende oplossing in een andere onderwijsinstelling. Het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> was nauw betrokken bij de start<br />
van de reboundvoorzieningen in 2005 en biedt een door<br />
OCW gefinancierd ondersteuningsprogramma aan dat zich<br />
richt op beroepskrachten en andere betrokkenen.”<br />
‘ Met schrijnende gevallen van kinderen die<br />
thuis zitten omdat ze niet te handhaven zijn<br />
weten instellingen vaak niet goed raad.’
‘ Direct na de Rebound is het eff ect<br />
het grootst. Zeventig procent van de<br />
leerlingen kan inderdaad terug naar<br />
de eigen school.’
‘ Effectmeting is een complex<br />
onderwerp; het is nooit af’<br />
Folkert Brouwer<br />
Hoofd Onderzoek & Ontwikkeling bij Stek Jeugdhulp in Rotterdam
‘ Het vaststellen van het effect van wat<br />
we doen, is een vrij gecompliceerde<br />
aangelegenheid.’
‘ Het samenwerkingsverband Eff ectieve<br />
Jeugdzorg Nederland, kortweg sEJN, is een<br />
platform waarin we samenwerken met andere<br />
instellingen aan een zorgvuldige eff ectmeting.’<br />
Folkert Brouwer<br />
is hoofd Onderzoek & Ontwikkeling<br />
bij Stek Jeugdhulp in Rotterdam.<br />
“stek biedt ondersteuning bij opgroeien en<br />
opvoeden door begeleiding en behandeling. We<br />
richten ons daarbij op kinderen, jongeren en hun<br />
ouders. Ons motto is: hulp helpt. Als je die claim wilt<br />
waarmaken, dan moet je het ook kunnen aantonen.<br />
Eff ectmeting is altijd een thema geweest binnen<br />
stek Jeugdhulp en zeker in mijn eigen loopbaan. Het<br />
vaststellen van het eff ect van wat we doen, is een<br />
vrij gecompliceerde aangelegenheid. Waar het in<br />
belangrijke mate om gaat is dat we de eff ectiviteit<br />
vergelijkbaar maken met andere instellingen, zowel<br />
binnen onze regio als daarbuiten. Om dat te bereiken<br />
is het cruciaal dat je die eff ectiviteit op dezelfde<br />
manier meet.<br />
Het samenwerkingsverband Eff ectieve Jeugdzorg<br />
Nederland, kortweg sEJN, is een platform waarin we<br />
samenwerken met andere instellingen aan een zorgvuldige<br />
eff ectmeting. Cliënttevredenheid bijvoorbeeld<br />
meten we door onze cliënten aan het begin van het<br />
begeleidingsprogramma te verzoeken een vragenlijst<br />
in te vullen en achteraf weer. Ook kijken we naar<br />
herhalingsbezoeken; de mate waarin cliënten terugkomen<br />
nadat de begeleiding is afgerond.<br />
De vraag is alleen in hoeverre je dergelijke variabelen<br />
op een betrouwbare manier in eff ectmeting kunt<br />
betrekken. Zo proberen we ook de achterhalen in<br />
welke mate de gestelde doelen van een programma<br />
zijn gerealiseerd. Maar over dergelijke onderwerpen<br />
kun je niet meer dan een globaal oordeel vellen.<br />
Dat het complexe materie is, betekent overigens<br />
niet dat je het niet moet doen. In het kader van<br />
sEJN en deskundig bijgestaan door het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> wisselen wij continu ervaringen met<br />
eff ectmeting uit met instellingen in het hele land.<br />
Het is naar mijn overtuiging belangrijk om open te<br />
communiceren over dit soort kwaliteitsindicatoren.<br />
Het spreekt voor zich dat die indicatoren dan ook<br />
goed moeten zijn, en dat is waar het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> een belangrijke bijdrage levert: het is<br />
een gezaghebbend instituut dat structuren voorstelt<br />
die ook breed worden toegepast. Daarmee is de<br />
onderlinge vergelijkbaarheid direct al gediend.<br />
Op dit moment zijn we nog volop bezig met het<br />
bouwwerk van de eff ectmeting. Als het eenmaal<br />
staat, breekt de onderhoudsfase aan, maar nu al<br />
staat vast dat het model nooit af is. Het is een proces<br />
dat onder invloed van externe en interne factoren<br />
voortdurend verbeterd moet worden.”
58 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Communicatie<br />
10<br />
Communicatie<br />
Voor een kennisinstituut als het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is communicatie van levensbelang.<br />
De wisselwerking van kennis en praktijk zorgt ervoor dat bijna altijd communicatiemiddelen<br />
worden ingezet om de opdrachten van het NJi te kunnen uitvoeren. Daarbij is het evenzeer van<br />
belang dat kennis helder en begrijpelijk wordt gepresenteerd, als dat de afzender, het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong>, wordt herkend en gekend op zijn kernwaarden.<br />
In 2007, het eerste jaar van het verzelfstandigde<br />
NJi, ligt het accent nog op de opbouw van een<br />
communicatie-infrastructuur waarmee deze<br />
doelen bereikt kunnen worden: publicaties,<br />
congressen, internet enzovoorts. In <strong>2008</strong> heeft<br />
communicatie een beleidsmatige samenhang<br />
gekregen. Dat resulteert in de vaststelling van<br />
een Communicatiebeleidsplan voor de jaren<br />
2009 – 2011, in de ontwikkeling van een<br />
evenwichtige afdeling, geëquipeerd om alle taken<br />
goed te vervullen, en in een nieuwe, monolithische<br />
merkstrategie, waarin alle activiteiten van het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> onder één noemer worden<br />
gepresenteerd.<br />
Om een goed beeld te krijgen van de bekendheid<br />
en het imago van het NJi in de sector jeugd en<br />
opvoeding wordt in <strong>2008</strong> door onderzoeksbureau<br />
SGBO een imago-onderzoek gehouden. Aan<br />
het onderzoek wordt deelgenomen door 777<br />
respondenten uit de basisjeugdvoorziening,<br />
preventieve jeugdzorg, curatieve jeugdzorg,<br />
Onderwijs & Jeugdzorg en overheid en politiek.<br />
De bekendheid van het NJi onder professionals<br />
blijkt 38%. Daarmee is het NJi op afstand de<br />
bekendste organisatie binnen de jeugdsector. Er<br />
is ook ruimte voor verbetering: van de naamsbekendheid,<br />
maar ook van de kernwaarden die<br />
typerend zijn voor alle activiteiten en producten<br />
van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. Op het<br />
gebied van merkstrategie, interne communicatie<br />
en internetstrategie zijn in <strong>2008</strong> belangrijke<br />
stappen gezet om uitvoering te geven aan de<br />
aanbevelingen uit het imago-onderzoek.<br />
Geloofwaardige communicatie begint altijd<br />
intern. In <strong>2008</strong> wordt daartoe een internecommunicatiestructuur<br />
ontwikkeld, waarbij aanvullend<br />
op de lijncommunicatie middelen worden<br />
ingezet als intranet en een medewerkersmaga-
zine. Tijdens interne evenementen als de Week<br />
van de Verandering en de Week van de Reflectie<br />
wordt met workshops en personeelsbijeenkomsten<br />
gewerkt aan meer begrip voor en betrokkenheid<br />
bij strategie en ontwikkeling van het NJi.<br />
De manier waarop de buitenwereld met het<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in contact wil treden<br />
is steeds vaker digitaal. Veel beroepskrachten<br />
kennen het NJi van de digitale nieuwsbrief. De<br />
website www.nji.nl trekt in <strong>2008</strong> zo’n 330.000<br />
unieke bezoekers. De webstrategie blijft om die<br />
reden een belangrijk aandachtspunt voor<br />
communicatie. In <strong>2008</strong> is de vormgeving sterk<br />
verbeterd en de inhoud fors uitgebreid.<br />
Dossiers over onderwerpen als ADHD,<br />
opvoedingsondersteuning of gedragsproblemen<br />
brengen alle kennis voor professionals bijeen<br />
en vormen inmiddels het hart van de website.<br />
Naast de snelle ontwikkeling van het digitale<br />
kanaal, blijven ook boeken en publicaties voor<br />
onder meer onderwijsdoeleinden en cursuson-<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Communicatie<br />
dersteuning van groot belang. In <strong>2008</strong> verkoopt<br />
het NJi zo’n 17.000 boeken en publicaties over<br />
een scala van onderwerpen op het gebied van<br />
jeugd en opvoeding. Grote belangstelling is er<br />
bijvoorbeeld voor de uitgaven ‘Kindermishandeling:<br />
signaleren en handelen’, ‘Raad en daad’<br />
(over de bureaus jeugdzorg) en ‘Peuter in zicht’<br />
(cursuspakket). Vier maal per jaar verschijnt bij<br />
het tijdschrift Jeugd en Co (oplage 4.300<br />
exemplaren) het verdiepingstijdschrift Jeugd en<br />
Co Kennis. De redactie daarvan wordt gevoerd<br />
door het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />
Terwijl publicaties en (vooral) de website van<br />
groot belang zijn om snel en efficiënt met<br />
professionals te kunnen communiceren, blijft de<br />
persoonlijke ontmoeting onovertroffen als<br />
communicatiemiddel met de meeste impact. Die<br />
ontmoetingen vinden plaats tijdens de vele<br />
trainingen en cursussen in het land, maar ook<br />
tijdens landelijke symposia en congressen.<br />
59
60 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Personeel en organisatie<br />
11<br />
Personeel en<br />
organisatie<br />
In <strong>2008</strong> is een nieuw functieboek voor het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> ontwikkeld. In elf verschillende functiefamilies<br />
zijn nu 51 generieke functieomschrijvingen<br />
ingedeeld. Bij dit proces hebben de ondernemingsraad<br />
en klankbordgroepen uitgebreid medezeggenschap<br />
gehad. In januari 2009 wordt het functieboek<br />
in gebruik genomen en zijn alle medewerkers herplaatst<br />
in een van de nieuwe functies.<br />
In het voorjaar van <strong>2008</strong> neemt het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> zijn nieuwe fl exwerkomgeving in<br />
gebruik. Samen met Gardien – een organisatie<br />
voor bedrijfsfysiotherapie – wordt voorlichting<br />
gegeven over fl exwerken en arbonormen. Tachtig<br />
medewerkers krijgen individuele werkplekvoorlichting.<br />
In het opleidingsbeleid legt het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> in <strong>2008</strong> prioriteit bij versterking<br />
van het management. Naast een managementdevelopmenttraject<br />
is driemaal de incompanytraining<br />
‘projectmatig werken voor projectleiders’<br />
met in totaal 29 deelnemers uitgevoerd. Hiertoe<br />
is samengewerkt met Schouten & Nelissen.<br />
De personele omvang van het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> groeit in <strong>2008</strong> van 118 (95,8 ft e) naar<br />
137 medewerkers (112,8 ft e), een stijging met 16,1%.<br />
Daarnaast zijn er twaalf detacheringskrachten,<br />
trainees en stagiaires werkzaam. Eind <strong>2008</strong> is de<br />
verhouding tussen tijdelijk en vast personeel<br />
23% tijdelijk en 77% vast personeel. De verhouding<br />
tussen mannen en vrouwen is 21% : 79%. De<br />
leeftijdsopbouw is als volgt: tot en met 25 jaar:<br />
7%, van 26 – 35 jaar: 16%, van 36 – 45 jaar: 22%,<br />
van 46 – 55 jaar: 39% en ouder dan 55 jaar: 16%.<br />
In de loop van het jaar worden 33 vacatures<br />
opengesteld. Daarop stromen 31 nieuwe<br />
medewerkers in. De uitstroom bedraagt negentien<br />
medewerkers. Het ziekteverzuim komt in<br />
<strong>2008</strong> op gemiddeld 4,65% (2007: 3,5%),<br />
waaronder een aantal medewerkers met<br />
langdurige, niet-werkgerelateerde klachten. De<br />
meldingsfrequentie bedraagt 1,85. De ziekmeldingen<br />
worden begeleid door arbodienst De<br />
Witte Raaf. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> biedt<br />
ook gelegenheid het open spreekuur van de<br />
bedrijfsarts op kantoor te bezoeken. Hiervan<br />
wordt in <strong>2008</strong> door zeventien medewerkers<br />
gebruik gemaakt.
12<br />
Vooruitblik<br />
organisatie-ontwikkeling<br />
In 2009 zal het eerder geschetste inhoudelijke fundament van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> verder<br />
worden geconcretiseerd in de organisatiestructuur, werkwijze en competenties van het instituut en<br />
zijn medewerkers. Al eind <strong>2008</strong> is zichtbaar dat de orderportefeuille in 2009 flink toeneemt, waaruit<br />
de conclusie kan worden getrokken dat het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> met de gemaakte keuzes de<br />
juiste weg is ingeslagen. De gekozen programmalijnen, afgeleid van de uitdagingen waarvoor de<br />
jeugdsector in deze tijd wordt gesteld, zullen organisatorisch vorm krijgen in een matrixstructuur<br />
van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. Haaks op de afdelingen, die ingedeeld zijn naar werkvelden en<br />
opdrachtgevers, zullen de programmalijnen een context bieden waarin ieder bijdraagt aan een sterke<br />
pedagogische basis, hulp in eigen omgeving en een sluitende jeugdzorg.<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> zal nadrukkelijker<br />
aan zijn stakeholders duidelijk maken<br />
waarvoor het instituut staat en hoe het bijdraagt<br />
aan kwaliteitsverbetering van de jeugdsector. De<br />
externe profilering zal worden versterkt, de<br />
naamsbekendheid moet omhoog en de beeldvorming<br />
moet een scherpere afspiegeling zijn van de<br />
identiteit van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>.<br />
Daartoe zal onder meer, via de media en<br />
anderszins, een actievere rol worden gespeeld in<br />
het maatschappelijk debat. Internet zal nog<br />
actiever worden ingezet als communicatiekanaal<br />
met beroepskrachten en beleidsmakers, waarbij<br />
méér ruimte wordt gecreëerd om via internet<br />
gebruikersfeedback te organiseren.<br />
De gekozen kernwaarden worden samen met de<br />
afdeling HRM vertaald naar kerncompetenties ten<br />
behoeve van de functionerings- en beoordelingscyclus,<br />
zodat medewerkers in hun optreden intern en<br />
naar buiten concreet kunnen bijdragen aan de<br />
herkenbaarheid van een gezaghebbend, praktijkgericht,<br />
interactief en innovatief kennisinstituut.<br />
Ook aanvullende scholing zal vaker en intensie-<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Vooruitblik organisatieontwikkeling<br />
ver worden ingezet om deze competenties tot<br />
ontwikkeling te brengen en om hiaten, die<br />
tijdens het proces van functiebeschrijving en<br />
–plaatsing in <strong>2008</strong> naar voren zijn gekomen, in<br />
te vullen.<br />
De aandacht voor scholing en competentiemanagement<br />
laat zien dat binnen het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> medewerkers een sleutelrol<br />
spelen in het realiseren van de missie van het<br />
instituut. Door middel van een medewerkersenquête<br />
wordt onderzocht hoe medewerkers<br />
oordelen over zaken als arbeidsomstandigheden,<br />
management, loopbaanperspectieven en interne<br />
communicatie. De resultaten van dit medewerkersonderzoek<br />
worden vertaald naar aanvullende<br />
maatregelen om de medewerkerstevredenheid te<br />
vergroten. Bijzondere aandacht bestaat daarbij<br />
voor de huisvestingssituatie, aangezien de<br />
voorziene groei van de organisatie zal betekenen<br />
dat de beschikbare, beperkte ruimte binnen het<br />
kantoor nog verder onder druk zal komen te<br />
staan.<br />
61
62 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Omzet, financiële resultaten en balans<br />
13<br />
Omzet, financiële<br />
resultaten en balans<br />
De omzet van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> bedraagt<br />
in <strong>2008</strong> € 15,6 miljoen. Dat is € 3,2 miljoen ofwel 21%<br />
méér dan begroot. Er zijn drie hoofdredenen voor<br />
deze toename. In de eerste plaats is er in <strong>2008</strong><br />
een tijdelijke uitbreiding van de instellingssubsidie<br />
met ongeveer 1 miljoen euro voor de<br />
uitvoering van het project landelijke aanpak<br />
kindermishandeling. In de tweede plaats zijn de<br />
projectsubsidieopbrengsten in verband met de<br />
toekenning door het ministerie van OCW voor de<br />
projecten ZAT en sociale veiligheid 1 miljoen<br />
euro hoger dan begroot. In de derde plaats zijn er<br />
meer inkomsten dan begroot uit opdrachten van<br />
derden (0,2 miljoen) en overige projectopbrengsten<br />
(0,7 miljoen), vooral inkomsten uit<br />
trainingen. De omzetgroei gaat gepaard met<br />
hogere projectkosten: € 2,8 miljoen méér dan<br />
begroot, maar de organisatiekosten zijn nagenoeg<br />
gelijk gebleven, omdat het effect van de<br />
omzet op de kosten voor bedrijfsvoering pas<br />
merkbaar is in 2009. Daardoor is een positief<br />
resultaat geboekt van € 353.433. Samen met een<br />
financieel resultaat van € 185.231 – een gevolg<br />
van hogere rente-inkomsten – komt het totaal op<br />
een positief resultaat van € 538.664.<br />
Het eigen vermogen van het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> neemt door dit positieve resultaat<br />
toe met € 538.664. Daarmee komt het eigen<br />
vermogen per 31 december <strong>2008</strong> op € 2.159.026.<br />
Hiervan is – in overeenstemming met de<br />
subsidieregeling VWS-subsidies van het<br />
programmaministerie voor Jeugd en Gezin – een<br />
bedrag van € 19.615 opgenomen in het bestemmingsfonds.<br />
Dit fonds is bestemd om verliezen te<br />
compenseren op projecten die met instellingssubsidie<br />
zijn gefinancierd. De algemene reserve<br />
(eigen vermogen exclusief bestemmingsfonds)<br />
van € 2.073.993 heeft per 31 december <strong>2008</strong> een<br />
omvang van 13% van de jaaromzet. Mede gezien<br />
de onzekerheid over continuering van de<br />
instellingssubsidie na 2011 is een reserve<br />
noodzakelijk van zo’n 20 – 25% van de jaaromzet.
‘ Informatie zo effectief mogelijk<br />
naar de juiste mensen’<br />
Aaldrik Pot Zorgcoördinator, beleidsmedewerker leerlingbegeleiding en coördinator Rebound verbonden<br />
aan de Winkler Prins in Veendam
‘ De school als onderwijsinstituut krijgt steeds meer<br />
jongeren binnen met een sociaal-emotionele,<br />
psychische en psychiatrische problematiek.’<br />
De Winkler Prins school uit Veendam<br />
kreeg uit handen van staatssecretaris<br />
Van Bijsterveldt de ZAT-innovatieprijs.
‘ Het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> heeft<br />
vorig jaar een prominente<br />
rol gespeeld in het IKZprogramma,<br />
Intensivering<br />
Kwaliteit Zorg- en adviesteams.<br />
Zowel regionaal<br />
als landelijk ondersteunen<br />
zij de zorg- en adviesteams<br />
met middelen en methodieken.’<br />
Aaldrik Pot is als zorgcoördinator, beleidsmedewerker leerlingbegeleiding<br />
en coördinator Rebound verbonden aan de Winkler Prins<br />
in Veendam, een brede scholengemeenschap voor VMBO, praktijkonderwijs,<br />
HAVO/VWO en met een eigen reboundvoorziening.<br />
“De afgelopen jaren zijn overal in Nederland zorg- en adviesteams ontstaan.<br />
Zorg- en adviesteams (ZAT’s) zijn teams waarin professionals die zorg<br />
en ondersteuning bieden aan jeugdigen en hun ouders, samenwerken met<br />
scholen om problemen van kinderen en jongeren op te lossen. We hebben het<br />
dan over bijvoorbeeld de jeugd(gezondheids-)zorg, het maatschappelijk werk,<br />
de leerplichtambtenaar, de politie, en de zorgcoördinator van het onderwijs.<br />
De ZAT’s komen voort uit de dagelijkse praktijk van het onderwijs. De school als<br />
onderwijsinstituut krijgt steeds meer jongeren binnen met een sociaal-emotionele,<br />
psychische en psychiatrische problematiek.<br />
sinds een aantal jaren is het zorg- en adviesteam hier gekoppeld aan de Winkler<br />
Prins. Dat is niet altijd zo geweest. Oorspronkelijk was het gekoppeld aan<br />
Time Out, de opvangfaciliteit waaruit de Rebound schakelopvang is ontstaan.<br />
Bedoeld voor jongeren voor wie schooluitval dreigt als gevolg van gedragsproblemen<br />
en waarvoor passend werk of een andere oplossing wordt gevonden<br />
door middel van training en begeleiding.<br />
Dat het ZAT nu aan de school zelf is gekoppeld heeft te maken met veranderende<br />
wetgeving. Een ZAT kan alleen goed functioneren als de school zorgt voor<br />
een sterke interne zorgstructuur. De Winkler Prins heeft geïnvesteerd in functies,<br />
mankracht en uren. Wij hanteren een leerhuisstructuur waarin informatie<br />
van de werkvloer indien nodig zo eff ectief mogelijk naar de zorgteams van de<br />
verschillende afdelingen en vervolgens naar het ZAT wordt geleid. Daar worden<br />
leerlingen besproken door vertegenwoordigers van de jeugdzorg, de politie, de<br />
leerplichtambtenaar en de school. Daar ook wordt bepaald op welke manier de<br />
betreff ende leerling het beste kan worden geholpen, in de context van onderwijs,<br />
de thuissituatie en de vrije tijd.<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> heeft vorig jaar een prominente rol gespeeld in<br />
het IKZ-programma, Intensivering Kwaliteit Zorg- en adviesteams. Zowel regionaal<br />
als landelijk ondersteunen zij de zorg- en adviesteams met middelen en<br />
methodieken. Laatst hebben we in het ZAT in tweeënhalf uur tijd 22 leerlingen<br />
besproken. Dat kan alleen als bijvoorbeeld de informatie-uitwisseling die eraan<br />
voorafgaat gestructureerd gebeurt. Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> heeft de<br />
werking van de ZAT’s op een positieve manier beïnvloed.”
JAARREKENING
68<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
BALANs PER 31 DECEMBER <strong>2008</strong><br />
(NA REsULTAATVERDELING)<br />
ACTIVA 31 december <strong>2008</strong> 31 december 2007<br />
€ €<br />
Vlottende activa<br />
Vorderingen op korte termijn 3.954.205 5.637.701<br />
Liquide middelen 10.727.865 10.380.151<br />
Totaal 14.682.070 16.017.852<br />
Totaal activa 14.682.070 16.017.852<br />
PASSIVA<br />
Eigen vermogen<br />
Algemene reserve 2.073.993 1.554.944<br />
Bestemmingsfonds 85.033 65.418<br />
Totaal 2.159.026 1.620.362<br />
Voorzieningen 33.000 171.306<br />
Langlopende schulden 134.732 56.849<br />
Kortlopende schulden 12.355.312 14.169.335<br />
Totaal passiva 14.682.070 16.017.852
WINsT- EN VERLIEsREKENING <strong>2008</strong><br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening 69<br />
Realisatie Begroting Realisatie<br />
<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />
€ € €<br />
Opbrengsten<br />
Instellingssubsidie 5.556.046 4.431.900 4.035.415<br />
Projectsubsidies 5.527.323 4.521.800 5.415.665<br />
Opdrachten derden 2.114.057 1.895.800 2.182.268<br />
Overige projectopbrengsten 1.855.163 1.143.400 945.166<br />
Opbrengsten (niet-projectgebonden) 541.361 434.200 583.382<br />
Totale opbrengsten 15.593.950 12.427.100 13.161.896<br />
Kosten<br />
Personele kosten 7.287.809 7.408.900 6.113.523<br />
Materiële projectkosten 5.554.716 2.653.400 4.511.900<br />
Materiële kosten (niet-projectgebonden) 2.397.992 2.374.800 2.203.564<br />
Totale kosten 15.240.517 12.437.100 12.828.987<br />
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 353.433 -10.000 332.909<br />
Financieel resultaat 185.231 10.000 75.180<br />
Bedrijfsresultaat 538.664 0 408.089
70<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
KAssTROOMOVERZICHT <strong>2008</strong><br />
(VOLGENs DE INDIRECTE METHODE)<br />
<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />
€ € €<br />
Resultaat 538.664 408.089<br />
Afname voorzieningen -138.306 -32.646<br />
Mutaties werkkapitaal:<br />
Afname vorderingen korte termijn 1.683.496 8.907.403<br />
Afname kortlopende schulden -1.814.023 533.541<br />
-130.527 9.440.944<br />
Kasstroom uit operationele activiteiten 269.831 9.816.387<br />
Toename langlopende schulden 77.883 56.849<br />
Mutatie liquide middelen 347.714 9.873.236<br />
Stand per 31 december 2007 10.380.151 506.915<br />
Stand per 31 december <strong>2008</strong> 10.727.865 10.380.151<br />
Mutatie liquide middelen 347.714 9.873.236
Toelichting jaarrekening<br />
ALGEMENE TOELICHTING<br />
GRONDsLAGEN<br />
Algemeen<br />
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met<br />
in Nederland algemeen aanvaarde verslaggevingregels.<br />
Het vermogen wordt bepaald op basis van historische<br />
prijzen. De jaarrekening is opgesteld in euro’s.<br />
Activa en passiva worden opgenomen tegen nominale<br />
waarde, tenzij anders is aangegeven.<br />
Vorderingen<br />
Bij de waardering van de vorderingen wordt rekening<br />
gehouden met eventuele oninbaarheid.<br />
Bestemmingsfonds instellingssubsidie<br />
Een gerealiseerd overschot of tekort op het totaal van<br />
projecten gefinancierd met instellingssubsidie, wordt<br />
toegevoegd c.q. onttrokken aan het bestemmingsfonds<br />
instellingssubsidie.<br />
Opbrengsten<br />
Hieronder zijn begrepen de instellingssubsidie en<br />
projectsubsidies, opbrengsten uit opdrachten en<br />
overige opbrengsten. De instellingssubsidie wordt<br />
bepaald op basis van de jaarlijkse toekenning van<br />
het programmaministerie voor Jeugd en Gezin.<br />
De projectsubsidies worden toegerekend aan het<br />
jaar waarop ze betrekking hebben en voor zover<br />
ze daadwerkelijk voor het betreffende jaar kunnen<br />
worden afgerekend. De opbrengsten uit opdrachten en<br />
de overige opbrengsten worden toegerekend indien en<br />
voor zover de werkzaamheden zijn gerealiseerd.<br />
Kosten<br />
De door medewerkers aan de projecten bestede uren<br />
worden tegen integrale kostprijstarieven ten laste van<br />
de projecten gebracht. De kostprijstarieven worden<br />
stelselmatig berekend en dienen ter dekking van alle<br />
kosten en niet-projectgebonden tijd.<br />
De materiële kosten betreffen de direct aan projecten<br />
toe te rekenen kosten.<br />
Pensioenen<br />
Verplichtingen in verband met bijdragen aan<br />
pensioenregelingen op basis van toegezegde bijdragen<br />
worden als last in de winst- en verliesrekening<br />
opgenomen in de periode waarover de bedragen zijn<br />
verschuldigd.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
71
72 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
Toelichting balans<br />
VLOTTENDE ACTIVA<br />
Vorderingen op korte termijn 31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />
€ €<br />
Debiteuren 1.282.258 914.323<br />
Rekeningen-courant 2.455.838 4.411.021<br />
Overige vorderingen 183.091 281.260<br />
Overlopende activa 33.018 31.097<br />
Totaal vorderingen op korte termijn 3.954.205 5.637.701<br />
Liquide middelen 31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />
€ €<br />
Kas en bankrekeningen 382.292 5.880.151<br />
Deposito’s 10.345.573 4.500.000<br />
Totaal liquide middelen 10.727.865 10.380.151<br />
Totaal vlottende activa 14.682.070 16.017.852<br />
<strong>2008</strong><br />
Debiteuren<br />
Stand per 31 december <strong>2008</strong> 1.370.462<br />
Voorziening dubieuze debiteuren -88.204<br />
Totaal 1.282.258<br />
Het verloop van de voorziening wegens<br />
oninbaarheid is als volgt:<br />
Stand per 1 januari <strong>2008</strong> 149.567<br />
Afgeboekt/ontvangen -109.136<br />
Dotatie ten laste van resultaat 47.773<br />
Stand per 31 december <strong>2008</strong> 88.204<br />
Rekeningen-courant<br />
Dit betreft de rekening-courant met Sekondant.<br />
Overige vorderingen<br />
Te ontvangen baten projecten 82.748<br />
Te ontvangen rente 63.534<br />
Overige 36.809<br />
Totaal 183.091<br />
Overlopende activa<br />
Vooruitbetaald OV/NS-jaarkaarten 32.448<br />
Overige vooruitbetaalde kosten 570<br />
Totaal 33.018<br />
Deposito’s<br />
De deposito’s zijn direct opeisbaar.
EIGEN VERMOGEN<br />
Algemene reserve 31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />
€ €<br />
Stand per 1 januari 1.554.944 1.074.578<br />
Dotatie:<br />
- resultaat boekjaar 538.664 408.089<br />
- dotatie bestemmingsfonds instellingssubsidie -19.615 72.277<br />
Stand per 31 december 2.073.993 1.554.944<br />
Bestemmingsfonds instellingssubsidie 31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />
€ €<br />
Stand per 1 januari 65.418 137.695<br />
Dotatie huidig boekjaar (zie toelichting) 19.615 -72.277<br />
Stand per 31 december 85.033 65.418<br />
Totaal eigen vermogen 2.159.026 1.620.362<br />
Het bestemmingsfonds instellingssubsidie (egalisatiereserve)<br />
dient ter dekking van verliezen op met instellingssubsidie<br />
gefi nancierde projecten. In overeenstemming met de<br />
subsidieregeling VWS-subsidies artikel 30, lid 3 wordt een<br />
gerealiseerd overschot of tekort op de projecten gefi nancierd<br />
met instellingssubsidie toegevoegd danwel onttrokken aan het<br />
bestemmingsfonds instellingssubsidie, waarbij het overschot/<br />
tekort wordt toegerekend naar rato van de instellingssubsidie en<br />
de begrote overige baten (in <strong>2008</strong> 96,59% – 3,41%).<br />
Berekening <strong>2008</strong><br />
Resultaat projecten gefi nancierd met instellingssubsidie 20.308<br />
Waarvan aandeel instellingssubsidie 96,59% 19.615<br />
VOORZIENINGEN<br />
31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />
€ €<br />
Stand per 1 januari 171.306 203.952<br />
Vrijval ten gunste van het resultaat -102.000 -155.760<br />
Uitgaven ten laste van voorziening -36.306 0<br />
Reclassifi catie 0 -48.192<br />
Toevoegingen ten laste van het resultaat 0 171.306<br />
Stand per 31 december 33.000 171.306<br />
De voorzieningen ultimo <strong>2008</strong> zijn als volgt samengesteld:<br />
Voorziening transitie 33.000<br />
Totaal voorzieningen per 31 december 33.000<br />
Voorziening transitie<br />
De voorziening transitie is bestemd voor het afdekken van risico’s<br />
die voortvloeien uit de opbouw van het instituut.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
73
74 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
LANGLOPENDE sCHULDEN<br />
31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />
€ €<br />
Stand per 1 januari 56.849 0<br />
Reclassifi catie 86.806 0<br />
Mutatie -8.923 56.849<br />
Stand per 31 december 134.732 56.849<br />
De langlopende schulden hebben betrekking op betalingsverplichtingen<br />
aan medewerkers waarmee een regeling is getroffen in het kader<br />
van de reorganisatie. De maximale looptijd bedraagt 4 jaar.<br />
KORTLOPENDE sCHULDEN<br />
31-12-<strong>2008</strong> 31-12-2007<br />
€ €<br />
Vooruitontvangen (project-)subsidies 714.576 668.010<br />
Vooruitontvangen opdrachten derden 273.740 717.309<br />
Vooruitontvangen gelden Youth in Action 3.559.914 2.630.719<br />
Vooruitontvangen gelden Xplore 3.092.199 7.180.171<br />
Crediteuren 1.670.161 1.193.805<br />
Contractuele projectverplichtingen 1.155.006 960.615<br />
Belastingen en sociale verzekeringen 475.177 275.918<br />
Overige schulden en overlopende passiva 1.414.539 542.788<br />
Totaal kortlopende schulden 12.355.312 14.169.335<br />
Vooruitontvangen (project-)subsidies en opdrachten derden<br />
De vooruitontvangen (project-)subsidies en vooruitontvangen opdrachten<br />
derden betreffen bedragen die in <strong>2008</strong> of eerder zijn ontvangen,<br />
maar bestemd zijn voor 2009. In de vooruitontvangen (project-) subsidies<br />
ad € 714.576 is begrepen een bedrag van € 331.629 aan nog te ontvangen<br />
projectsubsidies<br />
Vooruitontvangen gelden Youth in Action<br />
De vooruitontvangen gelden Youth in Action hebben betrekking op de<br />
subsidiegelden die het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in het kader van het<br />
internationale subsidieprogramma Youth in Action heeft ontvangen<br />
van de Europese Commissie, maar die in <strong>2008</strong> (nog) niet zijn betaald<br />
aan projecten. In het kader van dit programma heeft het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> in <strong>2008</strong> € 3.567.795 ontvangen en € 2.511.625 doorbetaald<br />
aan projecten. Bovendien dient de Europese Commissie het<br />
niet-bestede subsidiegeld van voorgaande jaren nog terug te vorderen.<br />
In <strong>2008</strong> is er een bedrag van € 2.756.419 toegekend ten behoeve van<br />
uitwisselingsprojecten (vastgesteld € 1.653.504).<br />
Vooruitontvangen gelden Xplore<br />
De vooruitontvangen gelden Xplore hebben betrekking op de subsidiegelden<br />
die het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> in het kader van het internationale<br />
subsidieprogramma Xplore heeft ontvangen van het ministerie<br />
van Buitenlandse Zaken, maar die in <strong>2008</strong> (nog) niet zijn doorbetaald<br />
aan projecten.
Contractuele projectverplichtingen<br />
De contractuele projectverplichtingen zijn de verplichtingen die<br />
in <strong>2008</strong> of eerder voor de lopende projecten zijn aangegaan. De<br />
afwikkeling van deze verplichtingen vindt in 2009 plaats.<br />
Belastingen en sociale verzekeringen <strong>2008</strong><br />
Afdracht Belastingdienst loonheffi ng 292.485<br />
Afdracht Pensioenfonds PGGM 131.864<br />
Afdracht BTW 50.828<br />
Totaal 475.177<br />
Overige schulden en overlopende passiva<br />
Opgebouwde vakantietoeslag 255.972<br />
Opgebouwde vakantiedagen, sabbatical en jubileumuitkeringen 161.901<br />
Te betalen diensten derden 167.194<br />
Af te dragen rente 224.073<br />
Overige te betalen kosten 271.456<br />
Vooruitontvangen baten 333.943<br />
Totaal 1.414.539<br />
NIET UIT DE BALANs BLIJKENDE VERPLICHTINGEN<br />
Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> is meerjarige fi nanciële verplichtingen<br />
aangegaan ter zake van inhuur van diensten van derden<br />
voor een bedrag van € 488.556. Het gehele bedrag heeft betrekking<br />
op aangegane verplichtingen ten behoeve van de uitvoering<br />
van projecten met een looptijd gelijk aan of korter dan een jaar.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
75
76 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
Toelichting winst- en verliesrekening<br />
OPBRENGsTEN<br />
• Instellingssubsidie<br />
De instellingsubsidie wordt jaarlijks door het<br />
programmaministerie voor Jeugd en Gezin<br />
toegekend ten behoeve van de uitvoering van de<br />
projecten binnen het Kenniscentrum Jeugd.<br />
De subsidie <strong>2008</strong> is als volgt samengesteld: Realisatie Begroting Realisatie<br />
Toekenning <strong>2008</strong> 4.431.894<br />
Tijdelijke uitbreidingen 979.850<br />
Loonbijstelling (OVA) 144.302<br />
<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />
€ € €<br />
Totaal 5.556.046 4.431.900 4.035.415<br />
De tijdelijke uitbreidingen zijn bestemd voor de<br />
uitvoering van het project Raamwerk Landelijke<br />
Aanpak Kindermishandeling en voor een inventarisatie<br />
van beschikbare databanken m.b.t.<br />
gezinsbeleid.<br />
• Projectsubsidies<br />
De projectsubsidies ad € 5,5 miljoen hebben<br />
betrekking op niet-structurele, specifi ek voor<br />
bepaalde projecten toegekende subsidiegelden.<br />
De subsidie-opbrengsten zijn € 1,0 miljoen<br />
hoger dan begroot; vooral de projectsubsidies<br />
afkomstig van het ministerie van OC&W zijn<br />
aanzienlijk hoger dan begroot.<br />
• Opdrachten derden<br />
Deze post betreft de opbrengsten met betrekking<br />
tot projecten die in opdracht van nietsubsidiegevers<br />
zijn uitgevoerd. De opbrengsten<br />
zijn nagenoeg gelijk aan die van 2007. T.o.v. de<br />
begroting <strong>2008</strong> zijn ze met 2 ton toegenomen.<br />
• Overige projectopbrengsten<br />
De overige projectopbrengsten zijn als volgt te<br />
specifi ceren: Realisatie Begroting Realisatie<br />
<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />
€ € €<br />
Opbrengst producten 1.235.812 839.100 561.619<br />
Overige opbrengsten 619.351 304.300 383.547<br />
Totaal 1.855.163 1.143.400 945.166
Opbrengst producten<br />
De productopbrengsten bestaan uit de opbrengsten<br />
voor publicaties, trainingen en congressen.<br />
De opbrengsten uit trainingen zijn, zowel ten<br />
opzichte van de begroting als ten opzichte van het<br />
voorgaande jaar, aanzienlijk toegenomen.<br />
Overige opbrengsten<br />
De overige opbrengsten bestaan uit opbrengsten<br />
voor lezingen, vacatiegelden en bijdragen in projectkosten.<br />
• Opbrengsten (niet- projectgebonden)<br />
Realisatie Begroting Realisatie<br />
<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />
€ € €<br />
Opbrengsten Vilans en MOVISIE 240.019 249.400 255.183<br />
Overige opbrengsten 301.342 184.800 328.199<br />
Totaal 541.361 434.200 583.382<br />
Opbrengsten Vilans en MOVISIE<br />
De opbrengsten hebben voornamelijk betrekking<br />
op de gelden die in rekening worden gebracht aan<br />
Vilans en MOVISIE voor de kosten voor de gemeenschappelijke<br />
kosten voor redactie, productrealisatie,<br />
juridische advisering en archief.<br />
Overige opbrengsten<br />
In de overige opbrengsten zijn incidentele baten<br />
opgenomen ten bedrage van € 156.174. Dit betreft<br />
voor een bedrag van € 102.000 de gedeeltelijke<br />
vrijval van de voorziening transitie.<br />
KOsTEN<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
• Personele kosten<br />
Realisatie Begroting Realisatie<br />
<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />
€ € €<br />
Medewerkers in vaste dienst 5.926.016 6.553.500 5.038.329<br />
Medewerkers in tijdelijke dienst 985.187 540.410 851.665<br />
Detacheringen en uitzendkrachten 280.715 109.090 57.642<br />
Opleidingskosten 86.506 141.900 135.611<br />
Werving- en selectiekosten 57.525 0 23.955<br />
Overige personele kosten 79.902 94.000 31.869<br />
Opbrengst (personeelsgebonden) -128.042 -30.000 -25.548<br />
Totaal 7.287.809 7.409.000 6.113.523<br />
77
78 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
Medewerkers in vaste/tijdelijke<br />
dienst en detacheringen<br />
De salariskosten van de medewerkers in vaste<br />
en tijdelijke dienst, samen met de kosten voor<br />
detacheringen en uitzendkrachten, zijn in lijn<br />
met de begroting. Enerzijds is er een toename<br />
van de salariskosten in verband met een stijging<br />
van het gemiddeld aantal fte’s ten opzichte van<br />
de begroting (4 fte). Hier staat tegenover dat de<br />
reguliere kostenstijgingen (cao-verplichtingen,<br />
sociale lasten en periodieke verhogingen) lager<br />
uitvallen dan voorzien.<br />
De salariskosten van de tijdelijk medewerkers<br />
zijn toegenomen en van de vaste medewerkers<br />
afgenomen. De verhouding vaste en tijdelijk<br />
medewerkers is 77/23 per 31 december <strong>2008</strong><br />
(2007 82/18).<br />
Ten opzichte van 2007 zijn de kosten met 1,2<br />
miljoen toegenomen tengevolge van reguliere<br />
kostenstijgingen, maar vooral tengevolge van de<br />
groei van het instituut in 2007 en <strong>2008</strong>.<br />
De bezoldiging van de leden van de Raad van<br />
Bestuur bedraagt in totaal € 244.872.<br />
Overige personele kosten<br />
De overige personele kosten hebben betrekking<br />
op kosten arbodienst, personeelsevenementen<br />
etc.<br />
• Materiële projectkosten<br />
Realisatie Begroting Realisatie<br />
<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />
€ € €<br />
Algemene kosten 925.732 992.200 561.077<br />
Diensten derden 4.082.342 1.049.500 3.626.034<br />
Producten 546.642 611.700 324.789<br />
Totaal 5.554.716 2.653.400 4.511.900<br />
Algemene kosten<br />
De algemene kosten omvatten de<br />
projectgebonden reis- en verblijfkosten, kosten<br />
voor huur catering, aanschaf literatuur, repro- en<br />
portokosten, materiaalkosten etc.<br />
Diensten derden<br />
De diensten derden hebben betrekking op<br />
zowel de inhuur van specifi eke expertise als<br />
op de vergoedingen aan pilotorganisaties en<br />
samenwerkingspartners.<br />
Ten opzichte van de begroting is er € 3 miljoen<br />
meer besteed, wat direct samenhangt met de
hogere omzet. Ook relatief zijn er meer derden<br />
ingehuurd om de projecten te kunnen uitvoeren.<br />
De kosten voor de inzet van expertiseteams bij<br />
enkele grotere trajecten (Zorg- en adviesteams,<br />
Raamwerk Kindermishandeling en Veiligheid op<br />
scholen) vormen een substantieel onderdeel van<br />
deze post.<br />
Producten<br />
De productkosten bestaan uit de materiële<br />
kosten voor publicaties, congressen en<br />
cursussen.<br />
• Materiële kosten (niet- projectgebonden)<br />
Realisatie Begroting Realisatie<br />
<strong>2008</strong> <strong>2008</strong> 2007<br />
€ € €<br />
Basisdiensten Sekondant 1.601.026 1.741.200 1.582.004<br />
Diensten derden 215.158 353.500 118.194<br />
Afschrijvingen en onderhoud 1.075 114.200 0<br />
Public relations en marketing 116.116 47.500 12.553<br />
Bureaukosten 51.916 34.900 62.073<br />
Overige materiële kosten 412.701 83.500 428.740<br />
Totaal 2.397.992 2.374.800 2.203.564<br />
Basisdiensten Sekondant<br />
Deze post betreft de diensten die Sekondant<br />
levert aan het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> (ICT,<br />
administratie en facilitaire zaken).<br />
Afschrijvingen en onderhoud<br />
De kosten voor afschrijvingen en onderhoud<br />
zijn nagenoeg niet gerealiseerd; de voor <strong>2008</strong><br />
geplande investeringen hebben nog niet<br />
plaatsgevonden.<br />
Bureaukosten<br />
De bureaukosten bestaan uit kosten voor repro,<br />
porti, telefoon en kantoormiddelen.<br />
Overige materiële kosten<br />
In de overige materiële kosten zijn incidentele<br />
lasten opgenomen ten bedrage van € 320.506.<br />
Hiervan heeft een bedrag van € 235.764<br />
betrekking op het aandeel van het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> in nagekomen transitiekosten<br />
voor de drie kennisinstituten MOVISIE,<br />
Vilans en het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>. Deze<br />
kosten hebben met name betrekking op een<br />
onverhuurbaar pand van één van de oude<br />
organisaties.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
79
80 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
Overige gegevens<br />
GEBEURTENIssEN NA BALANsDATUM<br />
Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum te vermelden.<br />
ACCOUNTANTsVERKLARING<br />
Afgegeven ten behoeve van het ministerie voor Jeugd en Gezin<br />
Verklaring betreffende de jaarrekening<br />
Wij hebben de in dit rapport op pagina 68 tot en met pagina 79 opgenomen<br />
jaarrekening <strong>2008</strong> van Stichting <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> te Utrecht bestaande uit<br />
de balans per 31 december <strong>2008</strong> en de winst- en verliesrekening over <strong>2008</strong> met de<br />
toelichting gecontroleerd.<br />
Verantwoordelijkheid van het bestuur<br />
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de<br />
jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede<br />
voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2<br />
BW en de Subsidieregeling VWS-Subsidies. Tevens is het bestuur van de stichting<br />
verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening<br />
verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in<br />
overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet en regelgeving opgenomen<br />
bepalingen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren<br />
en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van<br />
en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze<br />
geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het<br />
kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en<br />
het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.<br />
Verantwoordelijkheid van de accountant<br />
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis<br />
van onze controle als bedoeld in Titel 9 Boek 2 BW en artikel 43 van de<br />
Subsidieregeling VWS-subsidies. Wij hebben onze controle verricht in<br />
overeenstemming met <strong>Nederlands</strong> recht, waaronder het als bijlage 6 in de<br />
Subsidieregeling VWS-subsidies opgenomen Controleprotocol Instellingssubsidie.<br />
Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende<br />
gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te<br />
voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen<br />
afwijkingen van materieel belang bevat.<br />
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie<br />
over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de<br />
uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van<br />
de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen<br />
van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de<br />
accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de<br />
jaarrekening van vermogen en resultaat, alsmede het voor de naleving van de<br />
betreffende wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een<br />
verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de<br />
gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te<br />
geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens<br />
omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de
toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van<br />
schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie<br />
van het algehele beeld van de jaarrekening, alsmede een evaluatie van de<br />
aanvaardbaarheid van het gehanteerde referentiekader voor financiële<br />
rechtmatigheid.<br />
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en<br />
geschikt is als basis voor ons oordeel.<br />
Oordeel<br />
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de<br />
samenstelling van het vermogen van Stichting <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> per 31<br />
december <strong>2008</strong> en van het resultaat over <strong>2008</strong> in overeenstemming met Titel 9<br />
Boek 2 BW en de Subsidieregeling VWS-subsidies. Voorts zijn wij van oordeel dat<br />
de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over <strong>2008</strong><br />
voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in<br />
overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen<br />
bepalingen, zoals die in het Controleprotocol Instellingssubsidie zijn opgenomen,<br />
en met de nadere gestelde subsidieverplichtingen.<br />
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van<br />
regelgevende instanties<br />
Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW<br />
melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar<br />
is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.<br />
Amstelveen, 30 maart 2009<br />
KPMG ACCOUNTANTS N.V.<br />
D.W. Voetelink RA<br />
BEsTEMMING REsULTAAT<br />
Het resultaat wordt aan het eigen vermogen toegevoegd nadat het deel dat<br />
samenhangt met de instellingssubsidie is toegerekend aan het bestemmingsfonds<br />
instellingssubsidie conform de subsidieregeling VWS-subsidies artikel 30, lid 3.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Jaarrekening<br />
81
82 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>
PRODUCTENOVERZICHT<br />
MEDEWERK(sT)ERs
84<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht<br />
14<br />
Productenoverzicht <strong>2008</strong><br />
(belangrijkste producten)<br />
Artikelen<br />
• Methodisch werken verbetert AMK-beslissing;<br />
Bartelink, C.; Jeugd en Co Kennis; jrg. 2, nr. 1,<br />
p. 40-51<br />
• Opvoedingsinternaat of jeugdgevangenis;<br />
Beijerse, J. uit & L. Boendermaker ; Proces;<br />
jrg. 87, nr. 5, p. 142-153<br />
• De justitiële jeugdinrichtingen;<br />
Boendermaker, L; Justitiële Interventies voor<br />
jeugdige daders en risicojongeren; p. 57-80<br />
• De professional als uitvoerder van effectieve<br />
interventies; Boendermaker, L;<br />
Werken met risicojongeren, handboek voor<br />
sociale professionals.; p. 41-52<br />
• Jeugdzorgplus, drang en dwang in de<br />
jeugdzorg; Boendermaker, L. ; Jeugd en Co<br />
Kennis; jrg. 2, nr. 1, p. 8-20<br />
• Wat werkt bij het voorkomen en verminderen<br />
van delinquent gedrag; Boendermaker, L. & D.<br />
Ince; Jeugd en Co Kennis; jrg. 2, nr. 4, p. 26-38<br />
• Gedragsproblemen bij kinderen voorkomen en<br />
verminderen; Boendermaker, L. & T. van Yperen;<br />
Justitiële Verkenningen; jrg. 34, nr. 8, p. 60-76<br />
• Leerlingzorg en zorg- en adviesteams;<br />
Bosdriesz, M.; Plein Primair; jrg. 10, nr. 2, p. 7<br />
• Samenwerken met ouders in zorgtrajecten;<br />
Bosdriesz, M.; Plein Primair; jrg. 10, nr. 7, p. 23<br />
• Zorg- en adviesteams en passend onderwijs;<br />
Bosdriesz, M.; Plein Primair; jrg. 10, nr. 8, p. 24<br />
• Zorgadviesteams veroveren jeugdhulp;<br />
Bosdriesz, M.; Zorg + Welzijn; jrg. 14, nr. 7/8,<br />
p. 38, 39, 41<br />
• Zorg- en adviesteams in het onderwijs in<br />
opmars; Bosdriesz, M. (medewerking);<br />
Jeugd en Co; juni <strong>2008</strong><br />
• ZAT’s in het V.O.; Deen, C.; Toon Speziaal;<br />
jrg. 3, nr. 2, p. 28-29<br />
• Centrum voor Jeugd en Gezin: de lessen uit vier<br />
Europese landen; Dijk, M. van, A. Kalsbeek,<br />
B. Prinsen, P. Nota en D. van Veen; Jeugd en<br />
Co Kennis; jrg. 2, nr. 4. p. 39-47<br />
• Engelse lessen voor Centra voor Jeugd en Gezin;<br />
Gelauff-Hanzon, C.W.; Jeugd en Co Kennis;<br />
jrg. 2, nr. 1, p. 29-39<br />
• Als je je kinderen niet slaat, krijg je later spijt;<br />
Geurts, E.; Tijdschrift Kindermishandeling;<br />
jrg. 1, nr. 1, p. 14-17<br />
• Eindelijk eens gewoon over de scheiding praten;<br />
Geurts, E.; Tijdschrift Kindermishandeling;<br />
jrg. 1, nr. 3, p. 30-33<br />
• Europa in?; Hilverdink, P.; Bij de Les;<br />
november <strong>2008</strong><br />
• Smaakt Europa naar meer maatschappelijk<br />
actieve jongeren?; Hilverdink, P.;<br />
Europese Gemeente; december <strong>2008</strong><br />
• Rapport professionaliteit of persoonlijke<br />
aandacht?; Hoex, J.; BBMP: Beleid, Bestuur,<br />
Management & Pedagogiek in de Kinderopvang;<br />
maart <strong>2008</strong><br />
• Kinderopvang met sociale functie;<br />
Hoex, J.; BBMP: Beleid, Bestuur, Management &<br />
Pedagogiek in de Kinderopvang; oktober <strong>2008</strong><br />
• Feeling fat rather than being fat may be<br />
associated with psychological well-being in<br />
young Dutch adolescents; Jansen W,<br />
van de Looij-Jansen PM, de Wilde EJ, Brug J.;<br />
Journal of Adolescent Health; <strong>2008</strong> Feb, 42(2),<br />
p. 128-136<br />
• Prevention; Jonkman, H., T. van Yperen en<br />
B. Prinsen; Tomorrow’s Criminals.<br />
The Development of Child Delinquency and<br />
Effective Interventions; p. 179-196<br />
• De ontwikkeling van de JGZ-richtlijn<br />
kindermishandeling: waarom duurt dat zo<br />
lang?; Kampshuis, M., Fleuren,<br />
M.A.H., Kooijman, K., Vergeer, M.,<br />
Heerdink-Obenhuijsen, N., & Wagenaar-Fischer,<br />
M.; Tijdschrift JGZ; jrg. 40, nr. 6<br />
• VoorZorg: opvoedingsondersteuning van<br />
zwangerschap tot peutertijd; Kooijman,<br />
K., Struijff, E., Coeverden, S. van, Crijnen, A. &<br />
Leerdam, F. van; Tijdschrift JGZ; jrg. 40, nr. 3,<br />
p. 60-62<br />
• Deliberate self-harm within an international<br />
community sample of young people:<br />
comparative findings from the Child &<br />
Adolescent Self-harm in Europe (CASE) Study;<br />
Madge N, Hewitt A, Hawton K, Wilde EJ,<br />
Corcoran P, Fekete S, Heeringen KV, Leo DD,<br />
Ystgaard M.; European Journal of Child and<br />
Adolescent Psychiatry; <strong>2008</strong> March 10<br />
• Jeugd in actie; Meijer, E. en P. Barendse;<br />
Maatschappij & Politiek; oktober <strong>2008</strong>
• Deliberate self-harm in young people:<br />
differences in prevalence and risk factors<br />
between The Netherlands and Belgium; Portzky<br />
G, E.J. de Wilde, K. van Heeringen; European<br />
Journal of Child and Adolescent Psychiatry;<br />
<strong>2008</strong> April, 17(3), p. 179-186<br />
• Coördinatie van zorg: nodig voor de veiligheid<br />
van kinderen in multiproblemgezinnen;<br />
Prinsen, B.; Tijdschrift Artsen<br />
Jeugdgezondheidszorg; nr. 14, p. 40155<br />
• Signalering en dan … een interventie;<br />
Prinsen, B.; TSG; jrg. 86, nr. 2, p. 16<br />
• Die Entwicklung integrierter Familienunterstützender<br />
Dienstleistungszentren;<br />
Prinsen, B. en M. Oudhof; Deutsche<br />
Jugendinstitut; <strong>2008</strong>, p. 81-95<br />
• De vergeten groep, 12-plussers in de Centra<br />
voor Jeugd en Gezin; Prinsen, B. en<br />
A. Woolthuis; Jeugd en Co; jrg. 2, nr. 4, p. 30-31<br />
• Opvoedhulp om de hoek: wat werkt?;<br />
Prinsen, B. en Graaf, M. de ; JGZ, Tijdschrift<br />
voor jeugdgezondheidszorg, themanummer<br />
Opvoedingsondersteuning; jrg. <strong>2008</strong>, 40,<br />
p. 48-49<br />
• Hulpverleningsdoelen categoriseren met de<br />
Doelenboom. Ontwikkeling en categorieënsysteem<br />
voor hulpverleningsdoelen in een<br />
jeugdzorginstelling; Reith, W., Hofman, R.,<br />
Stams, G.J.J.M., & Yperen, T.A. van; Kind en<br />
Adolescent; jrg. 29, p. 221-234<br />
• Verschoolsing van de bso is niet de bedoeling;<br />
Schreuder, L.; BBMP: Beleid, Bestuur,<br />
Management & Pedagogiek in de Kinderopvang;<br />
jrg. 1, nr. 4, p. 20-23<br />
• Met vier jaar al de hele dag naar school;<br />
Schreuder, L.; Tijdschrift WJK: Wereld van het<br />
jonge kind; jrg, 35, nr. 9, p. 286-289<br />
• Boekbespreking, De brede school in één hand -<br />
boek; Schreuder, L.; Tijdschrift MK: Management<br />
Kinderopvang; februari <strong>2008</strong>, p. 10-11<br />
• Boekbespreking, Meertaligheid; Schreuder, L.;<br />
Tijdschrift MK: Management Kinderopvang;<br />
maart <strong>2008</strong>, p. 20-21<br />
• Boekbespreking, Veilige hechting is van<br />
levensbelang; Schreuder, L.; Tijdschrift MK:<br />
Management Kinderopvang; mei <strong>2008</strong>, p. 20-21<br />
• Boekbespreking, Educatie, reflectie en een<br />
onderzoekende houding; Schreuder, L.;<br />
Tijdschrift MK: Management Kinderopvang;<br />
juni/juli <strong>2008</strong>, p. 20-21<br />
• Verbinding van leren binnen en buiten de<br />
school; Valkestijn, M.; Zicht op de brede school,<br />
M. van der Grinten e.a. (red) SWP; jrg. <strong>2008</strong>,<br />
p. 191-197<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht 85<br />
• Comparison of Web-Based versus Paper-and-<br />
Pencil Self-Administered Questionnaire: Effects<br />
on Health Indicators in Dutch Adolescents;<br />
Van de Looij, P.M. en E.J. de Wilde ;<br />
Health Services Research; 43(5), p. 1708-1721<br />
• Wat is praktijkgestuurd onderzoek?;<br />
Veerman, J.W., Yperen T.A. van; Zicht op<br />
effectiviteit. Handboek voor praktijkgestuurd<br />
effectonderzoek in de jeugdzorg; p. 17-34<br />
• Praktijkgestuurd effectonderzoek maakt<br />
hulpverlening beter; Veerman, J.W.,<br />
Yperen T.A., Bijl, B., Ooms, H. & Roosma, D.;<br />
Jeugd en Co Kennis; jrg. 2, nr. 4, p. 8-18<br />
• Het monitoren van probleemgedrag;<br />
Wilde, E.J. de; Justitiële Verkenningen;<br />
jrg. 34, nr. 8, p. 49-60<br />
• Onbewust beslissen; Yperen, T.A. van;<br />
Kind en Adolescent; jrg. 29, nr. 1, p. 52-54<br />
• Interventions; Yperen, T.A. van,<br />
Boendermaker, L; Tomorrow’s criminals.<br />
The development of child delinquency and<br />
effective interventions; p. 197-214<br />
• Prevention; Yperen, T.A. van, Jonkman,<br />
H., Prinsen, B.; Tomorrow’s criminals.<br />
The development of child delinquency and<br />
effective interventions; p. 179-196<br />
Boeken<br />
• Knap lastig!; Balledux, M. e.a.; 176 p.;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en Sardes<br />
• Werken aan welbevinden; Balledux, M. en<br />
J. Hoex; 112 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Ontwikkelingsstimulering en opvoedingsondersteuning<br />
voor allochtone kinderen en hun<br />
ouders; Beekhoven, S., D. Ince en H. Kalthoff;<br />
80 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en Sardes<br />
• Wegwijzer voor de intern begeleider;<br />
Bosdriesz, M. en Messing, C.T.H.M.; 149 p.;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Kaleidoscoop in kinderdagverblijven;<br />
Brandenbarg, N.; 225 p.;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Coördinatie en professionalisering van zorg in<br />
het MBO; Brinkman, B., T. Boonman en<br />
L. Talsma; 76 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Handboek Doorbraak in de jeugdzorg;<br />
Deur, H. van & Odenhoven, R. van ; 123 p.;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Handleiding Kortdurende Video Home Training<br />
in gezinnen met jonge kinderen; Eliëns, M. &<br />
Prinsen, B.; 304 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Tis knap lastig; Hoex, J. en Floortje Kunseler;<br />
175 p.; SWP Uitgeverij
86<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht<br />
• Het menu; Hoex, J. en Jeanne Buitenhuis; 96 p.;<br />
Tilburg, Kinderstad bv<br />
• Pedagogische kwaliteit op orde (4e druk);<br />
Hoex, J. en S. Kwok; 95 p.;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Actief leren met baby’s, dreumesen en peuters;<br />
Julien, M. en J. Schonewille (eindredactie);<br />
116 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Thematisch OuderProgramma ; Kalthoff, H.;<br />
360 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Laten spelen is een vak; Kwok, S. en H. Meij;<br />
270 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Kortgesloten?; Prinsen, B. (red.), Bartelink, C.,<br />
Kalthoff, H., Ligtermoet, I., Kooijman, K.,<br />
Blokland, G., Dries, H. & Bosdriesz, M.; 284 p.;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Actief spelen in de vrije tijd; Schonewille, J.;<br />
48 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Kaleidoscoop in de buitenschoolse opvang;<br />
Schonewille, J. en J. Vegter; 102 p.;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• De Kinderhuiskamer in de brede school;<br />
Schreuder, L., G. Hartman, J. Janssen<br />
Duyghuysen, R. Mous en A. Schiks; 30 p.;<br />
Tandem Welzijnsorganisatie Nijmegen<br />
• School met vijf O’s; Schreuder, L., M. Valkestijn,<br />
S. Mewissen; 173 p.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>/<br />
SWP Uitgeverij<br />
• NJi-monitor 2007 Reboundvoorzieningen<br />
voortgezet onderwijs; Steenhoven,<br />
P. van der & A.F.D. van Veen; 60 p.;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Kwaliteitskader en handreikingen voor Zorgen<br />
adviesteams; Veen, A.F.D van e.a.; 211 p.;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Wat heb je gedaan vandaag?; Veen, van A.,<br />
M. Boogaard, R. Fukkink, M. Valkestijn; 82 p.;<br />
SCO-Kohnstamm Instituut (UvA)<br />
• Op het puntje van je stoel; Vegter-Rozendal,<br />
J.M en J. Schonewille; 61 p.;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Zicht op effectiviteit; Yperen, T.A. van,<br />
Veenman, J.W.; 368 p.; Eburon, Delft<br />
• Jeugdzorg in kaart; Zwikker, N en H. Hens;<br />
82 p.; SWP/<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
DVD’s<br />
• Spelen, onderzoeken & ontdekken; Hoyng, F.;<br />
DVD, 22 min.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Zelf kiezen is het leukste; Rekel Producties;<br />
DVD, 22 min.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Laten spelen is een vak; Veenstra & Van Berkel;<br />
DVD, 90 min.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
• Laten spelen is een vak; Veenstra & Van Berkel ;<br />
DVD, 75 min.; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
Rapporten<br />
• Checklist implementatiediagnose JGZ-Richtlijn<br />
secundaire preventie kindermishandeling;<br />
Anthonijsz, I. & Kooijman, K.<br />
• Moeders Informeren Moeders; Anthonijsz, I.<br />
& Prinsen, B.<br />
• Evaluatie van het scholingstraject en de<br />
invoering van ORBA en LIRIK bij het AMK<br />
Noord-Holland; Baat, M. de & Berge, I.J. ten<br />
• In beeld blijven; Bakker, P.P.<br />
• Ik heb een topjaar gehad!; Bakker, P.P.<br />
• keurmerkrapporten Brede scholen Almere<br />
(Stedenwijk., Wierwinde, @rchipel,<br />
Meesterwerk); Bakker, P.P.<br />
• Top Zes Bij- en nascholing; Beek, M. van en<br />
Berger, M.<br />
• Ontwikkelingsstimulering en opvoedingsondersteuning<br />
voor allochtone kinderen en hun<br />
ouders; Beekhoven, S., Ince, D., Kalthoff, H.,<br />
van der Vegt, A.<br />
• Instrumenten voor risicotaxatie in situaties van<br />
(vermoedelijke) kindermishandeling;<br />
Berge, I.J. ten<br />
• Veiligheidsbeleid en risicomanagment in Bureau<br />
Jeugdzorg; Berge, I.J. ten & Montfoort, A. van<br />
• Actieplan Professionalisering in de Jeugdzorg;<br />
Berger, M. (redactie) & N. Zwikker<br />
• Onderwijsopvangvoorzieningen in Rotterdam;<br />
D. van Veen<br />
• International Expert meeting on Centres for<br />
Youth and Families; Dijk, M. van<br />
• Interbeoordelaarbetrouwbaarheid Standaard<br />
Taxatie Ernst Problematiek (STEP);<br />
Eijgenraam, K., Pijll, M., Lekkerkerker, L.,<br />
Yperen, T.A. van<br />
• Kinderen in de keten <strong>2008</strong>; Geurts, E & Groen, B.<br />
• De aanpak RAAK en de landelijke model aanpak<br />
van huiselijk geweld; Groen, B. & Geurts, E.<br />
• Zorg in en rond het onderwijs in de lokale<br />
educatieve agenda; Heijden, S.J.M. van der, M.<br />
Bosdriesz, G. Bouma & A.F.D. van Veen<br />
• Helpen bij het ogroeien en opvoeden in<br />
Amsterdam; J. Hermanns & D. van Veen<br />
• Opvoedprogramma’s en voor- en vroegschoolse<br />
educatie in Oss; Kalthoff, H. en T. Pennings<br />
• Opvoedprogramma’s en voor- en vroegschoolse<br />
educatie in Oss; Kalthoff, Hl, Pennings, T.<br />
• Checklist Startfoto Regionale aanpak van<br />
kindermishandeling met instructie;<br />
Kooijman, K. & Schouten R.
• Voortgangsrapport Proefimplementatie<br />
JGZ-Richtlijn secundaire preventie van<br />
kindermishandeling; Kooijman, K., Broerse, A.<br />
& Kamphuis, M.<br />
• Een literatuurstudie naar programma’s<br />
voor gedragsbeinvloeding van leerlingen<br />
binnen de schoolcontext en in het bijzonder de<br />
reboundvoorziening;<br />
Kraag, G. C. en A.F.D. van Veen<br />
• Op weg naar een kindvolgsysteem in de<br />
gastouderopvang; Kwok, S.<br />
• Nulmeting prestatie-indicatoren;<br />
Lekkerkerker, L. & Dronkers, F.<br />
• Samenwerking rond vreedzame school en<br />
zorgkinderen; Mewissen, S.<br />
• Seksualisering: reden tot zorg;<br />
Nikken, P., Hanneke de Graaf, Hanneke Felten,<br />
Kristin Janssens, Willy van Berlo<br />
• Kortdurende Interventie Methode (KIM);<br />
Oudhof, M. & Steege, M. van der<br />
• Nadere doelgroepanalyse Beter met Thuis;<br />
Oudhof, M. & Steege, M. van der<br />
• Eerder en beter; Prinsen, B. & Bartelink, C.<br />
• Opvoeden doet er toe; Prinsen, B. & Dijk, M. van<br />
• Opvoeden doet er toe; Prinsen, B. &<br />
Eijgenraam, K.<br />
• ’t Klimrek Hengelo: opgroeien in de wijk;<br />
Prinsen, B. & Ligtermoet, I.<br />
• Coördinatie van zorg: door de keten van zorg<br />
voor kinderen en jongeren in Almere;<br />
Prinsen, B. & Ligtermoet, I.<br />
• Coördinatie van zorg als functie van opvoeden<br />
opgroeiondersteuning;<br />
Prinsen, B. & Ligtermoet, I.<br />
• Kortgesloten; Prinsen, B., H. Kalthoff e.a.<br />
• Kinderen met meervoudige ontwikkelingsproblematiek,<br />
een verkennend onderzoek;<br />
Prinsen, B., Oudhof, M. & Bruinsma, W.<br />
• Meldplicht kindermishandeling: een<br />
toegevoegde waarde?;<br />
Rossum, J. van, & Wolzak, A.<br />
• Competenties in relatie tot de aanpak van<br />
kindermishandeling;<br />
Rossum, J. van, Berge, I.J. ten & Anthonijsz, I.<br />
• Ontwikkeling van en onderzoek naar<br />
het instrument Beoordeling Sociaal<br />
Aanpassingsvermogen;<br />
Schouten, R., Lekkerkerker, L.& Konijn, C.<br />
• Een schooldag op Bikube is één geheel;<br />
Schreuder, L.<br />
• Samen spelen, zorgen delen; Schreuder, L.<br />
• School- en opvangtijden aangepast aan<br />
biologisch ritme; Schreuder, L.<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht 87<br />
• Pedagogisch Beleidsplan van kinderdagverbijf<br />
Dikkie Dik; Schreuder, L. en S. Kwok<br />
• Effectieve enduurzame implementatie in de<br />
jeugdzorg; Stals, K. Yperen, T.A. van, reith, W.,<br />
Stams, G.J.<br />
• Raamwerk prestatie-indicator doelrealisatie;<br />
Steege, M. van der & Yperen, T. van<br />
• De middelen van de RAT’s herzien;<br />
Steege, M. van der, Addink, A. & Bruinsma, W.<br />
• De hulpverleningsvariant van pleegzorg<br />
doorgelicht;<br />
Steege, M. van der, Addink, A. & Bruinsma, W.<br />
• NJi-Monitor 2007: Reboundvoorzieningen<br />
voortgezet onderwijs;<br />
Steenhoven, P. van der & A.F.D. van Veen<br />
• Verlengde leertijd en educatieve samenhang;<br />
Valkestijn, M.<br />
• Samenwerken aan betekenisvol leren in en met<br />
de buurt; Valkestijn, M.<br />
• Kwaliteitskader en handreikingen voor Zorg- en<br />
adviesteams; Veen, A.F.D. van e.a.<br />
• Factsheet LCOJ-monitor 2007; Veen, A.F.D. van,<br />
P. v.d. Steenhoven, M. Bosdriesz en B. Brinkman<br />
• LCOJ-onderzoek; Veen, A.F.D. van, R. v.d. Krol,<br />
P. Huizenga, D. Wienke en P. v.d. Bogaart<br />
• Registratiegegevens programma VoorZorg tot<br />
en met november 2007;<br />
Versendaal, O. & Kooijman, K.<br />
• Op weg naar volwassenheid;<br />
Vink, R. & Geurts, E.<br />
• Ontwikkeling en borging jeugdinterventies;<br />
Yperen, T.A. van, K. Bakker<br />
• Meer zicht op effectiviteit van jeugdzorg;<br />
Yperen, T.A. van, Steege, M. van der<br />
• De betekenis van cijfers over doelrealisatie;<br />
Yperen, T.A. van, Steege, M. van der<br />
Congressen (deelnemers)<br />
• Connecting Europe; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
en Nationale Jeugdraad;<br />
Stadhuis, Rotterdam; 7 november <strong>2008</strong> (100)<br />
• Jong zijn in Nederland kent vele gezichten;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en Movisie; Rasa,<br />
Utrecht; 6 november <strong>2008</strong> (200)<br />
• Expert meeting Public health strategy for<br />
parenting support; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />
ZonMw en ministerie voor Jeugd en Gezin;<br />
5 juni <strong>2008</strong> (25)<br />
• Expertmeeting Opgroeien en meedoen;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> i.s.m. Verdiwel en<br />
Mogroep; Amsterdam; 18 november <strong>2008</strong> (60)<br />
• Intensivering Kwaliteit Zorg- en adviesteams;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en AT-Consult;<br />
Den Haag; 29 mei <strong>2008</strong> (250)
88<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht<br />
• International Expert meeting on Centres for<br />
Youth and Families; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>;<br />
Utrecht; 19 september <strong>2008</strong> (60)<br />
• Internationale expert meeting Centra voor<br />
Jeugd en Gezin; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />
Fontys Hogeschool, ministerie voor Jeugd en<br />
Gezin; Utrecht, Hoog Brabant;<br />
19 september <strong>2008</strong><br />
• Jeugdzorg in Onderzoek; Programmaministerie<br />
voor Jeugd en Gezin, <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />
ZonMw, RIVM/Centrum jeugdgezondheid;<br />
28 januari <strong>2008</strong><br />
• Jeugdzorgdag: internationale uitwisseling;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>; Arnhem;<br />
20 november <strong>2008</strong> (80)<br />
• Kinderwerkersdag Spelen met talent;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> en Jantje Beton;<br />
Ede; 27 oktober <strong>2008</strong> (250)<br />
• Landelijke dag contactmedewerksters<br />
Stapprogramm’s; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>;<br />
Zeist; 3 november <strong>2008</strong> (120)<br />
• Landelijke prijsuitreiking Richard Krajicek<br />
Foundation Award; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>,<br />
Richard Krajicek Foundation Award en <strong>Nederlands</strong><br />
Instituut Sport en Bewegen; Rotterdam;<br />
20 februari <strong>2008</strong> (200)<br />
• Leren signaleren; structurele aandacht<br />
voor geweldsproblematiek; <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> en Movisie; Hilversum;<br />
8 oktober <strong>2008</strong> (150)<br />
• Oogsten en Zaaien; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
en ISM; Nieuwegein; 10 november <strong>2008</strong> (275)<br />
• Opgroeien doe je samen; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>;<br />
Amsterdam; 18 november <strong>2008</strong> (300)<br />
• Opvoedhulp om de hoek; ZonMw, RIVM<br />
Centrum Jeugdgezondheid, ActiZ, GGD<br />
Nederland, Pharos, Trimbos-instituut, Medisch<br />
Centrum van de Vrije Universiteit Amsterdam,<br />
E-Quality, NIGZ en LOOPP; De Reehorst,<br />
Ede; 6 juni <strong>2008</strong> (615)<br />
• Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg<br />
Nederland (SEJN); <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>;<br />
Utrecht; 5 november 2009 (80)<br />
• Startconferentie Erkenningscommissie Jeugdinterventies;<br />
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>;<br />
Utrecht; 5 juni 2009 (168)<br />
• VO + zorg, beleidsontwikkeling in dynamische<br />
context; <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>, VO-Raad,<br />
Platform SWV VO; Wageningen;<br />
25-26 september <strong>2008</strong> (90)<br />
Cursussen en trainingen<br />
totaal aantal deelnemers: 4.558<br />
waarvan:<br />
• Triple P: 1.220<br />
• Implementatie JGZ-Richtlijn secundaire<br />
preventie van kindermishandeling: 520<br />
• Onderzoek, Risicotaxatie en Besluitvorming<br />
AMK’s: 360<br />
Lezingen:<br />
158<br />
waarvan in het buitenland: 16<br />
Lidmaatschap (advies)orgaan<br />
• Bakker, C.J.; Lid adviesraad centrum<br />
jeugdgezondheid/ RIVM<br />
• Bakker, C.J.; Lid bestuur Expertisecentrum<br />
Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs 0-12 jaar<br />
• Bakker, C.J.; lid curatorium leerstoel Onderzoek<br />
en ontwikkeling effectieve jeugdzorg, faculteit<br />
sociale wetenshappen Universiteit Utrecht<br />
• Bakker, C.J ; lid werkveldcommissie<br />
pedagogiek, faculteit sociale wetenschappen<br />
Utrecht<br />
• Berge, I.J. ten; Advisering hoofdkantoor Raad<br />
voor de Kinderbescherming over herzien van de<br />
onderzoeksmethodiek<br />
• Berger, M.A.; Lid Curriculumcommissie VIB<br />
project, MOgroep Jeugdzorg<br />
• Berger, M.A.; Redactie Jeugd & Co Kennis<br />
• Berger, M.A.; Voorzitter projectgroep actieplan<br />
professionalisering jeugdzorg<br />
• Berger, M.A.; Secretaris stuurgroep actieplan<br />
professionalisering jeugdzorg<br />
• Berger, M.A.; Voorzitter projectgroep databank<br />
na- en bijscholing<br />
• Boendermaker, L.; Lid van werkgroep van<br />
Hogescholen opleiding voor personeel justitiële<br />
jeugdinrichtingen<br />
• Boendermaker, L.; Voorzitter<br />
begeleidingscommissie onderzoek STOP reactie<br />
(WODC)<br />
• Boendermaker, L.; Lid begeleidingscommissie<br />
onderzoek FFT door PI research<br />
• Boendermaker, L.; Lid klankbordgroep<br />
‘besloten groep’ Horizon Jeugdzorg Rotterdam<br />
• Boendermaker, L.; Lid referentiegroep<br />
‘Doen wat werkt’ (nieuw zorgaanbod drie<br />
noordelijke provincies)<br />
• Boendermaker, L.; Lid Erkenningscommissie<br />
Gedragsinterventies Justitie<br />
• Boendermaker, L.; Lid congrescommissie<br />
jubileumcongres EFCAP-EU<br />
(oktober <strong>2008</strong> te A’dam)
• Boendermaker, L.;<br />
Redacteur Jeugd en Co Kennis<br />
• Gelauff,C; Lid begeleidingscommissie onderzoek<br />
Verwey-Jonker Instituut :<br />
Frontlinie en Interculturele Meetladder<br />
• Gelauff, C.; Lid coördinatieteam EC O3<br />
• Gelauff, C.; Lid uitvoeringsoverleg RIVM/<br />
Centrum Jeugdgezondheid, ZonMw, NJi<br />
voor het Kennisprogramma Jeugd<br />
• Geurts, E.; Redactielid Tijdschrift<br />
Kindermishandeling<br />
• Geurts, E.; Lid advieskring Stichting Zijweg<br />
• Graaf, M. de; Lid Commissie Autisme Spectrum<br />
Stoornissen, adviescommissie Gezondheidsraad<br />
• Graaf, M. de; Adviseur ontwikkeling Meetladder<br />
Diversiteit Interventies<br />
• Hoex, J.; Lid Klankbordgroep Versterking<br />
kwaliteit toezicht en handhaving kinderopvang<br />
(VNG/GGD-Nederland)<br />
• Hoex, J.; Lid werkgroep Kinderopvang van<br />
Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling<br />
Zorgsector/HKZ<br />
• Hoex, J.; Lid jury Leidsterteam van het jaarverkiezing<br />
EDG Utrecht<br />
• Kooijman, K.; Bestuurslid stichting Voorkoming<br />
van Kindermishandeling<br />
• Lierop, R.; Redacteur Jeugd en Co Kennis<br />
• Meij, H.; Lid Platform Ruimte voor de Jeugd /<br />
Nationale Speelraad<br />
• Meij, H.; Lid Raad van Advies Expertisecentrum<br />
Kinderopvang, Hogeschool Amsterdam /<br />
Universiteit van Amsterdam<br />
• Meij, H.; Lid Klankbordgroep project Groen<br />
is gras, bevordering van natuurbeleving in de<br />
kinderopvang van 0 tot 4-jarigen,<br />
Stichting Veldwerk, Apeldoorn<br />
• Meij, H.; Lid Adviescommissie<br />
onderzoeksproject Signaleren psychosociale<br />
problemen 0-4 jarigen, TNO, Leiden<br />
• Messing, C.T.H.M.; Redactie Jeugd & Co Kennis<br />
• Nikken, P; Lid NPS Programmaraad Hilversum<br />
• Nikken, P; Voorzitter jury jeugdprogramma’s<br />
Academy Awards 2007/<strong>2008</strong> Hilversum<br />
• Nikken, P; Lid jury Gouden Apestaart<br />
MijnKindOnline Amsterdam<br />
• Nikken, P.; Lid Wetenschapscommissie NICAM/<br />
Kijkwijzer Hilversum<br />
• Nikken, P.; Lid adviescommissie peuter TV<br />
TeleacNOT Hilversum<br />
• Nikken, P.; Lid organisatie Canon van de<br />
<strong>Nederlands</strong>e kindertelevisie Publieke Omroep<br />
Hilversum<br />
• Nikken, P.; Lid visitatiecommissie<br />
Communicatie en ICT opleiding Saxion<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht 89<br />
Hogeschool Enschede<br />
• Ooms, H; Partner Samenwerkingsverband<br />
Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN)<br />
• Ooms, H; Adviseur TripiO,<br />
opvoedingsondersteuning online<br />
• Ooms, H; Adviseur Vereniging Ambulante<br />
Spoedhulp<br />
• Ooms, H; Adviseur PMTO<br />
• Prinsen, B.; Platform voor MIM-coördinatoren<br />
• Prinsen, B.; Samenwerkingsverband MIM<br />
• Prinsen, B.; Lidmaatschap Commissie<br />
InhoudJeugdgezondheidszorg bij ActiZ<br />
(tot juli <strong>2008</strong>)<br />
• Prinsen, B.; Lidmaatschap Professionale Raad<br />
van de NVPG<br />
• Prinsen, B.; Lidmaatschap<br />
Beroepsgroepenoverleg Jeugdgezondheidszorg<br />
• Prinsen, B.; Medewerker Tijdschrift<br />
Jeugdgezondheidszorg<br />
• Prinsen, B.; Adviseur Stuurgroep<br />
Samenwerkingsverband Home Start Nederland<br />
• Prinsen, B.; Adviseur Academische Werkplaats<br />
Jeugdgezondheidszorg van VU Medisch<br />
Centrum<br />
• Prinsen, B.; Secretaris Samenwerkingsverband<br />
MIM<br />
• Prinsen, B.; Correspondent Tijdschrift G<br />
(tot januari <strong>2008</strong>)<br />
• Prinsen, B.; Referent Zorg Onderzoek Nederland<br />
• Schreuder, E.T.; Lid van het Landelijk<br />
Pedagogenplatform Kinderopvang<br />
• Schreuder, E.T.; Lid van de adviesraad van het<br />
Bureau kwaliteitsimpuls kinderopvang /BKK<br />
• Schreuder, E.T.; Lid van de landelijke<br />
werkgroep diversiteit en kinderopvang<br />
(<strong>Nederlands</strong>e afdeling DECET)<br />
• Schreuder, E.T.; Lid van de redactieraad Wereld<br />
van het Jonge Kind<br />
• Schreuder, E.T.; Recensent bij het tijdschrift<br />
Management Kinderopvang<br />
• Schreuder, E.T.; Lid van de adviescommissie<br />
van NICAM<br />
• Valkestijn, M.A.C.; Lid Raad van Advies<br />
lectoraat Integraal jeugdbeleid, de<br />
vensterschool als portaal; Hanzehogeschool<br />
Groningen<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid Landelijk Platform<br />
Onderwijs en Jeugdzorg (LPOJ)<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid van de redactie tijdschrift<br />
Zorgbreed<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid van de redactieraad<br />
tijdschrift Education, Citizenship and Social<br />
Justice<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid van de redactieraad
90 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht<br />
tijdschrift Teachers and Teaching<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid redactie Integraal<br />
Jeugdbeleid Kluwer<br />
• Veen, A.F.D. van; Voorzitter onderzoeksdivisie<br />
Urban Education and Children and Youth<br />
at Risk de European Educational Research<br />
Association<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid commissie<br />
Beleidsonderzoek Primair Onderwijs (BOPO)<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid bestuur International<br />
Council on Education for Teaching<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid adviesgroep Passend<br />
Onderwijs en Jeugdzorg provincie Groningen<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid bestuurlijke werkgroep<br />
VNO-NCW kinderopvang - onderwijs<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid begeleidingscommissie<br />
Wijkscholen Rotterdam<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid auditgroep Utrechtse<br />
Jeugd Centraal Provincie Utrecht<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid stuurgroep Internationaal<br />
Forum Onderwijs (IFO)<br />
• Veen, A.F.D. van; Lid expertgroep gezonde<br />
School (RIVM)<br />
• Veen, A.F.D. van; Adviseur van de WEC-raad<br />
• Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie Ieder<br />
Kind Wint, Rotterdam<br />
• Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie<br />
Seksualisering in Nederland<br />
(NJi/RNG/Movisie)<br />
• Wilde, E.J. de; Lid platform depressiepreventie<br />
(landelijk)<br />
• Wilde, E.J. de; Voorzitter begeleidingscommissie<br />
verdeelmodel provinciale jeugdzorg (SCP)<br />
• Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie<br />
“Laat je horen” (UU/RNG)<br />
• Wilde, E.J. de; Lid begeleidingscommissie<br />
“Zippy’s Friends” (GGD R’dam/GGD Den Haag)<br />
• Wilde, E.J. de; Co-promotor “Self-report in<br />
Dutch Youth Health Care”, P. vd Looij<br />
• Wilde, E.J. de; Voorzitter conferentie Utrechtse<br />
Jeugdmonitor (GGD Utrecht)<br />
• Wilde, E.J. de; Lid panel Verbetering kwaliteit<br />
OGZ-indicatoren (IGZ)<br />
• Yperen, T.A. van; Lid van Raad van Advies van<br />
de Stichting Risico’s in Ontwikkeling (RIO) VU/<br />
UU/RU/NSCR<br />
• Yperen, T.A. van; Lid van de<br />
begeleidingsgroep”Jeugdzorg in Onderzoek”en<br />
“Jeugd in onderzoek”<br />
• Yperen, T.A. van; Lid van de landelijke<br />
werkgroep “Prestatie-indicaotoren in de<br />
jeugdzorg”<br />
• Yperen, T.A. van; Voorzitter<br />
begeleidingscommissie evaluatieonderzoek<br />
“Communities that Care” Zuid-Holland/<br />
Hoogvliet<br />
• Yperen, T.A. van; Voorzitter<br />
begeleidingscommissie Evaluatie pilotprojecten<br />
Onwillige jongeren<br />
• Yperen, T.A. van; Lid begeleidingscommissie<br />
onderzoek Ontwikkeling Participatiory<br />
Psychosocial Inventory i.o.v. War Child<br />
• Yperen, T.A. van; Lid Comitee van Aanbeveling<br />
OK Kids Begeleidng van kinderen bij scheiding<br />
en omgang<br />
• Yperen, T.A. van; Lid Advies onderzoek tracking<br />
Adolescents Individual Lives Survey (TRAILS)<br />
• Yperen, T.A. van; Promotor onderzoek<br />
“Effectiviteit implementatie methodiek<br />
Jeugdformaat”van Karlijn Stals<br />
• Yperen, T.A. van; Promotor onderzoek<br />
“Effectiviteit creatieve therapie - een RCT” van<br />
Huub Notermans<br />
• Yperen, T.A. van; Lid van de Commissie<br />
Financiering Jeugdzorg (CFJ)<br />
• Yperen, T.A. van; Lid van redactie tijdschrift<br />
Kind & Adolescent, uitgeverij Bohn Stafleu Van<br />
Loghum<br />
• Yperen, T.A. van; Hoofdredacteur Jeugd en Co<br />
Kennis<br />
Nieuwsbrieven (redacteur)<br />
• Actieplan Professionalisering Jeugdzorg van<br />
start gegaan; Berger, M. en F. Dronkers<br />
• E-Eurodesk Subsidiesignaal; Gaal, Th. Van<br />
• Facsheet Zorg- en adviesteams Noord-Brabant;<br />
Heijden, S. van der<br />
• LCOJ-Monitor 2007 Leerlingenzorg en Zorgen<br />
adviesteams in het onderwijs;<br />
Steenhoven, P. van der<br />
• Nieuwsbrief Databank <strong>Nederlands</strong> onderzoek<br />
jeugd en opvoeding; Berg, G. van den<br />
• Nieuwsbrief EC O3; Kwok, S.<br />
• Nieuwsbrief Jeugd (versch. 45 x); Lierop, R. van<br />
• Nieuwsbrief Kaleidoscoop; Schonewille, J.<br />
• Nieuwsbrief Onderwijs & Jeugdzorg<br />
(versch. 4 x); Clarijs, P.<br />
• Nieuwsbrief Youth in Action (versch. 13 x);<br />
Golsteijn, M.<br />
• Stapprogramma’s (versch. 5 x); Kalthoff, H.<br />
Websites<br />
www.nederlandsjeugdinstituut.nl:<br />
328.824 unieke bezoekers<br />
In <strong>2008</strong> gerealiseerde onderdelen<br />
• Dossier ADHD<br />
www.nji.nl/adhd
• Dossier Angststoornissen<br />
www.nji.nl/angsstoornissen<br />
• Dossier Delinquentie<br />
www.nji.nl/delinquentie<br />
• Dossier Gedragsstoornissen<br />
www.nji.nl/gedragsstoornissen<br />
• Dossier Professionalisering in de jeugdzorg<br />
www.nji.nl/professionaliseringjeugdzorg<br />
• Dossier Kindermishandeling<br />
www.nji.nl/kindermishandeling<br />
• Dossier Effectiviteit van jeugdinterventies<br />
www.nji.nl/jeugdinterventies<br />
• Dossier Gedragsproblemen<br />
www.nji.nl/gedragsproblemen<br />
• Dossier Multiprobleemgezinnen<br />
www.nji.nl/multiprobleemgezinnen<br />
• Dossier Onderwijsachterstanden<br />
www.nji.nl/onderwijsachterstanden<br />
• Dossier Opvoedvragen<br />
www.nji.nl/opvoedvragen<br />
• Dossier Voortijdig schoolverlaten<br />
www.nji.nl/voortijdigschoolverlaten<br />
• Databank Instrumenten Richtlijnen<br />
en Kwaliteitsstandaarden<br />
www.nji.nl/dirk<br />
• Jeugdthesaurus<br />
www.nji.nl/thesaurus<br />
Voorts zijn in de Databank Effectieve<br />
Jeugdinterventies in <strong>2008</strong> 20 programma’s<br />
toegevoegd<br />
Daarnaast ontwikkelt en beheert het <strong>Nederlands</strong><br />
<strong>Jeugdinstituut</strong> veertien product- en themawebsites<br />
voor onder andere zorg- en adviesteams (3.049<br />
unieke bezoekers), kindermishandeling (81.606),<br />
Triple P (16.040) en Youth in Action (23.110)<br />
Infolijn<br />
De medewerkers van de Infolijn beantwoorden<br />
vragen direct of verwijzen door naar inhoudelijk<br />
deskundigen van het <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> of<br />
andere organisaties<br />
Totaal binnengekomen vragen: 1.675<br />
Vraagstellers:<br />
Uitvoerend werker: 559<br />
Onbekend: 390<br />
Studenten: 272<br />
Publiek: 211<br />
Managers: 126<br />
Anderen: 117<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Productenoverzicht<br />
Voornaamste aandachtsgebieden:<br />
Algemeen: 504<br />
Jeugdzorg: 312<br />
Kindermishandeling: 212<br />
Triple P: 206<br />
Opvoedingsondersteuning: 140<br />
Perscontacten<br />
24 persberichten verstuurd<br />
798 artikelen in de media<br />
91
92 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Medewerkers<br />
Medewerk(st)ers<br />
per 31 december <strong>2008</strong><br />
Raad van toezicht<br />
Mr. Ella Kalsbeek, voorzitter<br />
Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Altra<br />
Amsterdam<br />
Drs. Edo Arnoldussen, penningmeester<br />
Directeur Gemeenschappelijk ontwikkelingsbedrijf<br />
van het Rijk<br />
Prof.dr. Josee van Eijndhoven<br />
Hoogleraar Sustainability Management Erasmus<br />
Universiteit Rotterdam<br />
Mr. Leonard Geluk<br />
Wethouder Jeugd, Gezin & Onderwijs Rotterdam<br />
Drs. Bianca Maasdamme<br />
PROGRES Advies<br />
Prof.dr. Paul Verweel<br />
Hoogleraar Universiteit Utrecht, Utrechtse School<br />
voor Bestuurs- en Organisatiewetenschappen<br />
Mr. Jan van Zanen<br />
Burgemeester Amstelveen<br />
Raad van bestuur<br />
drs. Kees Bakker<br />
Nelleke Groenewegen-Boer<br />
Kenniscentrum<br />
hoofd: drs. Carolien Gelauff-Hanzon en<br />
prof. dr. Tom van Yperen<br />
Cora Bartelink MSc<br />
Hugo Benne<br />
drs. Gert van den Berg<br />
drs. Marianne Berger<br />
dr. Leonieke Boendermaker<br />
Bram Boer<br />
Henk Dries<br />
Elly Euverman<br />
Mathil Gelens MSc<br />
dr. Marian de Graaf<br />
Nienke Holter MSc<br />
Anne van Hootegem<br />
drs. Annemieke Kalsbeek<br />
Karina de Kort<br />
drs. Deniz Ince<br />
Rian van Lierop<br />
dr. Hans Meij<br />
drs. Karen Mutsaers<br />
dr. Peter Nikken<br />
drs. Toon Pennings<br />
drs. Machteld van der Pijll<br />
drs. Lenette Rietveld<br />
Marjan Roskes<br />
drs. Magna van Soest<br />
Christa Stigter<br />
Monica van der Waal-Meijering<br />
drs. Elizabeth Wattimena<br />
dr. Erik Jan de Wilde<br />
Adrie Wolzak<br />
drs. Machteld Zwikker<br />
drs. Niels Zwikker<br />
Internationaal<br />
hoofd: drs. Ellen Meijer<br />
Sonja Blokzijl-Bon<br />
Letty Darwish<br />
Anneke Davis - van As<br />
Githa Dekker<br />
Thomas van Gaal<br />
Pink Hilverdink<br />
drs. Lorance Janssen<br />
drs. Janneke van Klei<br />
Marrie Kortenbosch<br />
Peter Pieters<br />
drs. Maartje Puts<br />
Mark Snijder<br />
Mireille Unger<br />
drs. Caroline Vink<br />
Christien Vree Egberts<br />
Educatie & Opvang<br />
hoofd: drs. Marja Valkestijn<br />
drs. Pieter Paul Bakker<br />
drs. Marielle Balledux<br />
Désirée Brandhorst<br />
Josette Hoex<br />
drs. Su’en Kwok<br />
drs. Liesbeth Schreuder<br />
Jeugdzorg & Opvoedhulp<br />
hoofd: drs. Marjolein Knaap<br />
drs. Anne Addink<br />
drs. Inge Anthonijsz
dr. Ingrid ten Berge<br />
Cécile Chênevert MSc<br />
drs. Moniek van Dijk<br />
drs. Karin Eijgenraam<br />
drs. Edith Geurts<br />
Gea Koedam<br />
drs. Klaas Kooijman<br />
drs. Marjan de Lange<br />
Lianne Lekkerkerker MSc<br />
drs. Ingrid Ligtermoet<br />
Marjolein Oudhof MSc<br />
drs. Bert Prinsen<br />
drs. Jessica van Rossum<br />
Ria Schouten<br />
drs. Andrea Smits<br />
drs. Mariska van der Steege<br />
drs. Dorrit van Tessel<br />
Mieke Vergeer<br />
Onderwijs & Jeugdzorg<br />
hoofd: drs. Paul Nota en<br />
prof. drs. Dolf van Veen<br />
drs. Peter van den Bogaart<br />
Gerard Bouma<br />
Ben Brinkman<br />
Patrice Clarijs<br />
Claudia Cuypers MA<br />
drs. Chaja Deen<br />
Pauline Huizenga<br />
dr. Gerda Kraag<br />
drs. Corian Messing<br />
drs. Marina Moerkens<br />
Sacha Ravestein<br />
drs. Paolo van der Steenhoven<br />
Lida Vastenburg<br />
Programma-implementatie & Training (PiT)<br />
hoofd: Herma Ooms MCM<br />
Maureen van Benthem-Mailuhu<br />
drs. Geraldien Blokland<br />
Marion van Bommel MSc<br />
Anke Boon - van Duyn<br />
Nelleke Brandenbarg<br />
Ellen van Eersel<br />
drs. Rieke Evegroen<br />
Stan van Haaren<br />
drs. Hilde Kalthoff<br />
Jaqueline van Rijn MSm<br />
drs. Japke Schonewille<br />
Mirjam Sicking<br />
drs. Berendineke Steenbergen<br />
drs. Jetty Vegter<br />
Marleen Wilschut MSc<br />
Liesbeth Zaaijer-Duijvelshoff<br />
Communicatie<br />
hoofd: Twan Timmermans<br />
Jessica van Brakel<br />
drs. Marijke Golsteijn - van den Berg<br />
Ria de Hek-Huijbers<br />
drs. Mies Kroon<br />
drs. Suzanne Krutwagen<br />
Stefanie la Lau<br />
Paula Modderman<br />
drs. Nienke Nuyens<br />
drs. Joanka Prakken<br />
Ruud Stuivenberg<br />
Marcel Verhallen<br />
Lucien Voeten<br />
stafbureau<br />
Wietske van den Beld<br />
Wil den Hartogh<br />
Marion Hoek<br />
Silvana Mangani<br />
Maria Pannebakker<br />
Sylvia Verwaal<br />
Joy Zantkuijl-van Dijk<br />
mr. Jaap Zwier<br />
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Medewerkers<br />
93
94 <strong>Jaarverslag</strong> <strong>2008</strong> / <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong>
Redactie: afdeling Communicatie <strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong> / Interviews: Ebbinge tekst & concept / Fotografie: Marsel Loermans / Ontwerp: Volta_ontwerpers / Drukwerk: Tuijtel<br />
Colofon
<strong>Nederlands</strong> <strong>Jeugdinstituut</strong><br />
Postbus 19221<br />
3501 DE Utrecht<br />
Bezoekadres:<br />
Catharijnesingel 47<br />
Utrecht<br />
T (030) 230 63 44<br />
F (030) 230 63 12<br />
www.nji.nl