Plan van aanpak transitie
Plan van aanpak transitie
Plan van aanpak transitie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Plan</strong> <strong>van</strong> Aanpak voorbereiding <strong>transitie</strong><br />
Decentralisatie jeugdzorg in<br />
de stadsregio Amsterdam
GEMEENTE EDAM-VOLENDAM
Inhoudsopgave<br />
1. INLEIDING 2<br />
2. AANPAK 4<br />
2.1 STARTFOTO 4<br />
2.2 (LANDELIJKE) ONTWIKKELINGEN 4<br />
2.3 GEMEENTELIJKE VISIES 5<br />
2.4 TRANSITIEPLAN 5<br />
2.5 PROEFTUIN REGIO AMSTERDAM 5<br />
3. PLANNING 6<br />
4. PROJECTSTRUCTUUR 8<br />
4.1 GOING CONCERN 8<br />
4.2 TRANSITIEPROCES 8<br />
5. FINANCIËN 10<br />
BIJLAGE A: BOUWSTENEN 11<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
1
1. Inleiding<br />
Gemeenten worden verantwoordelijk voor alle zorg rondom kinderen/ouders (preventieve zorg,<br />
jeugdzorg 1 – ook justitieel, jeugd GGZ én jeugd LVG). Deze ontwikkeling wordt door de<br />
gemeenten in de stadsregio én door de portefeuillehouder jeugdzorg in grote lijnen <strong>van</strong> harte<br />
onderschreven. In het regeer- en gedoogakkoord <strong>van</strong> het kabinet Rutte is de volgende passage<br />
over jeugdzorg opgenomen. Het kabinet gaat er daarbij <strong>van</strong>uit dat de <strong>transitie</strong> <strong>van</strong> de jeugdzorg<br />
in 2015 gereed is.<br />
Jeugdzorg<br />
Er bestaat grote zorg 2 over het functioneren <strong>van</strong> de jeugdzorg. De huidige manier waarop de<br />
jeugdzorg is georganiseerd en opereert zal een wezenlijke verandering moeten ondergaan. De<br />
effectiviteit <strong>van</strong> de jeugdzorg moet worden verbeterd door een stelselherziening. Het kabinet zal<br />
hiertoe de volgende maatregelen nemen:<br />
• Er moet één financieringssysteem komen voor het huidige preventieve beleid, de huidige<br />
vrijwillige provinciale jeugdzorg, de jeugd LVG (licht verstandelijk gehandicapten) en jeugdggz.<br />
• In lijn met het advies <strong>van</strong> de Parlementaire Werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg,<br />
worden gefaseerd alle taken op het gebied <strong>van</strong> jeugdzorg overgeheveld naar de<br />
gemeenten. Het betreft hier: jeugd-ggz en licht verstandelijk gehandicapte jeugd (zowel<br />
AWBZ als zorgverzekeringswet), provinciale jeugdzorg, jeugdzorg-plus (gesloten<br />
jeugdzorg), jeugdreclassering en jeugdbescherming. Preventie en vrijwillige hulpverlening<br />
wordt in goede afstemming met gedwongen hulpverlening georganiseerd door<br />
(samenwerkende) gemeenten.<br />
• De Centra voor Jeugd en Gezin die inmiddels gerealiseerd zijn, zullen bij de overheveling<br />
naar de (samenwerkende) gemeenten gaan dienen als front office voor alle jeugdzorg <strong>van</strong><br />
de gemeenten.<br />
Het regeerakkoord is een radicale keuze op het bundelen <strong>van</strong> de financierstromen in de<br />
gespecialiseerde (jeugd)zorg, waardoor de samenhang <strong>van</strong> jeugdzorg met de psychiatrie en met<br />
de zorg voor jeugd met een verstandelijke beperking voor het eerst wezenlijk binnen bereik<br />
komt. De zorg rondom kinderen/ouders zal efficiënter worden, als de aansturing <strong>van</strong> deze zorg<br />
in één hand komt en als er meer samenhang is in de verschillende beleidsterreinen. Het budget<br />
dat het Rijk straks aan de gemeenten toekent, zal voldoende toereikend moeten zijn om tijdig de<br />
juiste zorg aan de kinderen/ouders te kunnen bieden. In de financiële bijlage <strong>van</strong> het<br />
regeerakkoord staat een efficiencykorting 3 <strong>van</strong> € 80 miljoen in 2015, oplopend tot € 300 miljoen<br />
in de jaren daarna op een totaal <strong>van</strong> € 3.069 miljoen.<br />
Herzieningen binnen de jeugdzorg zijn onderdeel <strong>van</strong> een grotere ambitie om de kwaliteit <strong>van</strong><br />
opvoeden te bevorderen. Het voorkomen en vroegtijdig (met lichte ondersteuning) verhelpen<br />
<strong>van</strong> problemen verminderd de vraag naar intensieve zorg.<br />
1 Jeugdzorg staat voor de maatschappelijke verzorging <strong>van</strong> de opgroeiende jeugd en omvat jeugdhulpverlening,<br />
jeugdbescherming en geestelijke jeugdgezondheidszorg.<br />
2 Op 1 januari 2005 is de Wet op de jeugdzorg (Wjz) in werking getreden. In 2009 is deze wet geëvalueerd<br />
(Evaluatieonderzoek Wet op de jeugdzorg, BMC, oktober 2009). In 2010 heeft een parlementaire werkgroep een<br />
toekomstverkenning (Jeugdzorg dichterbij, mei 2010) gedaan over de jeugdzorg. De werkgroep heeft een analyse<br />
gemaakt <strong>van</strong> de oorzaken <strong>van</strong> de problemen en mogelijke verbeteringen in de jeugdzorg.<br />
3 Voor een overzicht: Feiten en cijfers <strong>transitie</strong> jeugdzorg, VNG, oktober 2010<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
2
In 2011 willen de gemeenten uit de stadsregio op zoek naar de kansen die de decentralisatie<br />
<strong>van</strong> de jeugdzorg biedt voor het jeugdbeleid en een inhoudelijke visie vormen. Dit plan <strong>van</strong><br />
<strong>aanpak</strong> beschrijft een projectstructuur en vier fasen om te komen tot een <strong>transitie</strong>plan in<br />
opdracht <strong>van</strong> de gemeenten.<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
3
2. Aanpak<br />
De volgende vier fasen leiden tot meer inzicht in de huidige situatie en gewenste ambities. 2011<br />
is het voorbereidende jaar om iedereen de gelegenheid te geven een eigen beeld te schetsen<br />
en te sturen op de ontwikkelingen die volgen. Iedere fase wordt afgesloten met een ijkmoment<br />
om te beoordelen welke ambities behaald zijn en welke punten nog meer aandacht behoeven.<br />
Eindresultaat dit jaar is het <strong>transitie</strong>plan.<br />
2.1 Startfoto<br />
In het eerste kwartaal <strong>van</strong> 2011 krijgen gemeenten en stadsdelen inzicht in het huidig beroep op<br />
de stadsregionale jeugdzorg, zowel wat betreft toegangstaken, justitiële taken als (licht en<br />
zwaar) zorgaanbod. Ambitie is om op basis <strong>van</strong> die lokaal gespecificeerde cliëntstromen resp.<br />
het feitelijk jeugdzorggebruik een zo reëel mogelijk beeld te schetsen <strong>van</strong> het financieel beslag<br />
dat per gemeente en stadsdeel ligt op het stadsregionaal gefinancierd jeugdzorgbudget.<br />
Daarnaast kan een quickscan <strong>van</strong> de lokale (preventieve) zorg inzicht geven in de lokale<br />
situatie. De quick scan bestrijkt zowel het volume budget dat gemeenten inzetten in het<br />
preventieve jeugd domein als in het aantal jeugdigen en gezinnen dat gebruik maakt <strong>van</strong> het<br />
preventieve aanbod. 4 Aan de zorgverzekeraars en zorgkantoren tenslotte wordt de vraag<br />
voorgelegd om ook <strong>van</strong>uit hun financieringsstroom zo specifiek mogelijk het bereik en gebruik<br />
op gemeentelijk niveau in kaart te brengen. Tezamen biedt dit een startfoto <strong>van</strong> het gemeentelijk<br />
jeugddomein in zijn geheel en ontstaat een gedetailleerd beeld <strong>van</strong> de kansen en<br />
verantwoordelijkheden.<br />
Om los te komen <strong>van</strong> huidige beelden en overtuigingen vindt een inspiratiebijeenkomst plaats<br />
waar inspirerende wetenschappers en / of experts meewerken aan een paradigma shift.<br />
2.2 (Landelijke) ontwikkelingen<br />
In het tweede kwartaal komen de (landelijke) ontwikkelingen aan bod op het gebied <strong>van</strong> <strong>transitie</strong><br />
jeugdzorg en gerelateerde beleidsterreinen zoals passend onderwijs, doorontwikkeling CJG,<br />
Wajong, AWBZ, LVG, WMO, <strong>aanpak</strong> jeugdcriminaliteit.<br />
Het ambtelijk team jeugdzorg biedt een serie bijeenkomsten aan waarin gemeenteambtenaren,<br />
beleidadviseurs en belangstellende wethouders worden geïnformeerd over aspecten <strong>van</strong> de<br />
jeugdzorg zoals die nu gelden. Dit geeft inzicht in zorgvormen, kwaliteitsnormen en –eisen<br />
(<strong>van</strong>wege de wet) en de organisatie <strong>van</strong> toezicht en handhaving.<br />
De bijeenkomsten zijn veelal afgestemd op de regionale situatie en geven inzicht in de huidige<br />
situatie en toekomstige ontwikkelingen. Ook het Rijk, VNG en andere organisaties komen met<br />
(werk)bijeenkomsten. Waar mogelijk vindt afstemming plaats.<br />
Andere actoren in het <strong>transitie</strong> proces zijn:<br />
• Andere financiers (zorgverzekeraars, het rijk en onderwijs)<br />
• Betrokken instellingen<br />
• Ketenpartners onderwijs, politie, openbare orde en veiligheid<br />
• Cliënt (-vertegenwoordiging)<br />
• Koepelorganisaties<br />
4 Naar voorbeeld <strong>van</strong> een quick scan uitgevoerd in opdracht <strong>van</strong> de stadsregio Rotterdam.<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
4
In april vindt een ambtswoninggesprek plaats waarbij verschillende actoren betrokken worden bij<br />
het <strong>transitie</strong>proces. In een open gesprek met de huidige zorgaanbieders wordt o.a. de<br />
benodigde cultuurverandering ter sprake gebracht.<br />
2.3 Gemeentelijke visies<br />
Om tot een goed <strong>transitie</strong>proces te komen is het voor elke gemeente <strong>van</strong> belang een visie te<br />
ontwikkelen ten aanzien <strong>van</strong> de wijze waarop zij de zorg in het gehele jeugddomein willen<br />
vormgeven. Op basis <strong>van</strong> het eigen lokaal jeugdbeleid, de startfoto, (landelijke) ontwikkelingen<br />
alsmede de eerste resultaten <strong>van</strong> de pilots (paragraaf 4.5) kunnen de gemeentelijke visies<br />
ontstaan. Wat is de gewenste eindsituatie en welke lokale prioriteiten zijn er? Waar ligt de<br />
kwaliteitswinst en welke randvoorwaarden spelen een rol. Visievorming vindt in het derde<br />
kwartaal plaats.<br />
Eind september vindt een bestuurlijke twee-daagse plaats om een gezamenlijke start te maken<br />
in het vertalen <strong>van</strong> de visies naar een <strong>transitie</strong>plan.<br />
2.4 Transitieplan<br />
In het laatste kwartaal <strong>van</strong> 2011 kan dan het <strong>transitie</strong>plan opgesteld worden waarin de verdere<br />
fasering en projectstructuur staat. Belangrijke thema’s hierbij zijn onder andere:<br />
Inhoudelijke thema’s<br />
• Aansluiting lokaal jeugdbeleid<br />
• Multifocale zorg<br />
• Veiligheid (en handhaving)<br />
• Jeugdzorgtaken<br />
• Inrichting zorgcontinuüm<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
Organisatorische thema’s<br />
• Regeldruk<br />
• Schaalgrootte<br />
• Financiën en bezuinigingen<br />
• Gewenste mate <strong>van</strong> marktwerking<br />
• Meetbaar beter<br />
• Risicomanagement<br />
2.5 Proeftuin regio Amsterdam<br />
Vooruitlopend op de decentralisatie biedt het rijk nu al de mogelijkheid om op basis <strong>van</strong> pilots<br />
nieuwe werkvormen uit te proberen. De pilots in Diemen, Haarlemmermeer, Zaanstad, Zuidoost<br />
en Noord zijn reeds gestart of starten op korte termijn. Daarnaast is er in de proeftuin een pilot<br />
gezamenlijke zorginkoop met de zorgverzekeraars en worden plannen ontwikkeld voor het op<br />
korte termijn verleggen <strong>van</strong> de instroom Licht Verstandelijk Beperkte jeugd en het meeontwerpen<br />
<strong>van</strong> één financierings- en verantwoordingsysteem op rijksniveau op basis <strong>van</strong> de<br />
(MPG) praktijk in de stadsregio. Indien lokale pilots gevolgen hebben voor de regionale<br />
dienstverlening <strong>van</strong> BJAA en instellingen voor Jeugd en Opvoedhulp dan wordt dat<br />
geagendeerd bij de bestuurlijke stuurgroep. De voortgang <strong>van</strong> pilots en experimenten komen<br />
terug in regelmatige rapportages.<br />
5
3. <strong>Plan</strong>ning<br />
In het concept bestuursakkoord Rijk, VNG, IPO en Waterschappen is over decentralisatie<br />
jeugdzorg de volgende fasering op genomen:<br />
• Per 1 januari 2014: de (landelijke) overheveling <strong>van</strong> de ambulante jeugdzorg <strong>van</strong> de<br />
provincies naar gemeenten. Eveneens wordt de verantwoordelijkheid voor de functies<br />
dagbesteding en begeleiding uit de AWBZ geheel bij gemeenten neergelegd. 2013 is<br />
daarvoor een overgangsjaar, waarbij gemeenten verantwoordelijk zijn voor de mensen die<br />
zich na 1 januari 2013 melden. Per 2014 worden gemeenten dus verantwoordelijk voor alle<br />
ambulante ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen, waardoor al op korte termijn een<br />
substantiële verbetering in de toegankelijkheid <strong>van</strong> de jeugdzorg wordt gerealiseerd. 1<br />
januari 2014 is de einddatum <strong>van</strong> overheveling voor alle gemeenten. Gemeenten die eerder<br />
willen krijgen via een experimenteerartikel in de huidige wet de mogelijkheid te anticiperen<br />
op de datum <strong>van</strong> 1 januari 2014.<br />
• Per 1 januari 2016: de (landelijke) overheveling <strong>van</strong> alle gespecialiseerde zorg: de jeugd<br />
geestelijke gezondsheidszorg, de zorg aan licht verstandelijk beperkte jeugdigen, de<br />
resterende provinciaal gefinancierde jeugdzorg.<br />
• In de laatste concepttekst <strong>van</strong> het bestuursakkoord (versie 1-2-11) wordt een slag om de arm<br />
gehouden ten aanzien <strong>van</strong> het overhevelingsmoment voor de jeugdbescherming en<br />
jeugdreclassering en de gesloten jeugdzorg. Dit is nog een discussiepunt.<br />
• Voordeel <strong>van</strong> het gelijktijdig overhevelen <strong>van</strong> alle gespecialiseerde zorg is dat per die datum<br />
integraliteit bereikt wordt. 1 januari 2016 is de einddatum voor overheveling voor alle<br />
gemeenten. In voorliggende jaren kan naar deze overheveling worden toegewerkt. Het<br />
wettelijk kader dient er in te voorzien dat (samenwerkingsverbanden <strong>van</strong>) gemeenten die in<br />
staat zijn de specialistische zorg eerder dan 1 januari 2016 over te nemen, hiertoe de<br />
mogelijkheid hebben.<br />
Schematisch ziet dit er als volgt uit voor de gemeenten uit de regio:<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
6
Het voorbereidende jaar 2011 is opgedeeld in 4 fasen waarbij in het eerste kwartaal een<br />
startfoto gemaakt wordt, in het tweede kwartaal komen alle ontwikkelingen aan bod zodat in het<br />
derde kwartaal de gemeentelijke visies op het jeugddomein ontstaan. In het laatste kwartaal<br />
stellen de gemeenten (indien gewenst gezamenlijk) het echte <strong>transitie</strong>plan op. Afhankelijk <strong>van</strong><br />
de keuzes <strong>van</strong> gemeenten en de precieze inhoud <strong>van</strong> het <strong>transitie</strong>plan kan in 2012 het lokale<br />
jeugdbeleid toegroeien naar jeugdzorg en andersom. De rol <strong>van</strong> CJG / OKC is essentieel voor<br />
het welslagen <strong>van</strong> de uiteindelijke <strong>transitie</strong> omdat zij als wellicht als front office voor jeugdzorg<br />
gaan dienen. Vervolgens zal in 2013 en 2014 de daadwerkelijke decentralisatie <strong>van</strong> middelen en<br />
verantwoordelijkheden plaatsvinden. Tegen die tijd zijn hopelijk de experimenten en pilots in de<br />
Proeftuin Regio Amsterdam al zo ver ontwikkeld dat de echte stelselwijziging voornamelijk nog<br />
op papier plaatsvindt. De praktijk is dan al anders.<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
7
4. Projectstructuur<br />
4.1 Going Concern<br />
‘Tijdens de verbouwing gaat de verkoop gewoon door’. Welke vorm de stelselwijziging <strong>van</strong> de<br />
jeugdzorg en aanpalende domeinen ook krijgt, de zorg moet altijd geleverd kunnen worden.<br />
Om deze reden zal het ambtelijk team jeugdzorg <strong>van</strong> de stadsregio zich de komende periode tot<br />
hoofddoel blijven stellen om de planning- en controllcyclus uit te voeren, zoals die er nu uitziet<br />
en waarbinnen de Stadsregio de besteding <strong>van</strong> ruim 200 miljoen euro moet verantwoorden. De<br />
kennis en ervaring <strong>van</strong> het ambtelijk team kan voor het <strong>transitie</strong>proces ingezet worden in de<br />
vorm <strong>van</strong> advisering en kennisdeling.<br />
Wat betreft ‘going concern’ <strong>van</strong> de jeugdzorg verandert er in formele zin in 2011 niets in de<br />
bestuurlijke verantwoordelijkheidstoedeling:<br />
• de portefeuillehouder is verantwoordelijk voor de inzet <strong>van</strong> de doeluitkering,<br />
• de wethouders adviseren via het portefeuillehouderoverleg jeugdzorg (PHO-JZ),<br />
• de portefeuillehouders worden geadviseerd door hun ambtenaren (via de Ambtelijke <strong>Plan</strong><br />
Groep Jeugd (APJ),<br />
• het DB besluit en in een aantal gevallen is een besluit <strong>van</strong> de Regioraad nodig.<br />
4.2 Transitieproces<br />
Het voorbereiden <strong>van</strong> het <strong>transitie</strong>proces vraagt een nieuwe structuur. Het Portefeuillehouders<br />
Overleg (PHO) stelt een bestuurlijke stuurgroep samen waarin via vertegenwoordiging alle<br />
gemeenten deelnemen. De Portefeuillehouder Jeugdzorg (voorzitter) neemt deel aan de<br />
stuurgroep. De stuurgroep informeert het PHO tussentijds over de voortgang. Hiermee komt de<br />
bestuurlijke klankbordgroep te vervallen. De stuurgroep komt ca één keer in de 6 weken bijeen.<br />
Nieuw is de rol <strong>van</strong> ambtelijk eindverantwoordelijken binnen de gemeenten. Zij kunnen overzien<br />
welke aanpassingen het ambtelijk apparaat nodig heeft en welke risico’s op de loer liggen. In de<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
8
estuurlijke stuurgroep en het directeurenoverleg zitten in ieder geval alle (sub)regio’s en zijn<br />
zowel kleine als grote gemeenten vertegenwoordigd in verband met het verschil <strong>van</strong> de<br />
problematiek. Het directeurenoverleg komt ook ca. één keer in de 6 weken bijeen (directielid<br />
Zaanstad is voorzitter). De stuurgroep treedt op als bestuurlijke opdrachtgever <strong>van</strong> het<br />
directeurenoverleg. Dat op zijn beurt optreedt als opdrachtgever <strong>van</strong> de <strong>transitie</strong>manager.<br />
Verbindend orgaan tussen going concern en <strong>transitie</strong>proces is het PHO. Overlap tussen going<br />
concern en <strong>transitie</strong> wordt geagendeerd in de stuurgroep en indien nodig ter besluitvorming aan<br />
het Dagelijks Bestuur voorgelegd.<br />
Werkgroep<br />
Pilots &<br />
Visie afstemming<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
Organogram Transitieproces<br />
Bestuurlijke stuurgroep<br />
Directeurenoverleg<br />
Transitiemanager<br />
Werkgroep<br />
Financiën<br />
Werkgroep<br />
Communicatie<br />
Voor tenminste 3 onderwerpen worden in 2011 werkgroepen opgericht met deelnemers /<br />
beleidsmedewerkers uit de gemeenten. De werkgroep pilots vindt plaats direct na het APJ. De<br />
werkgroep communicatie adviseert over de gewenste interne en externe communicatie. Indien<br />
nodig kunnen de drie subregio’s (Amstelland-Meerlanden, Amsterdam, Zaanstreek-Waterland)<br />
voor procesbegeleidingskosten een beroep doen op de stadsregio. De <strong>transitie</strong>manager<br />
(directielid DMO Amsterdam) werkt in opdracht <strong>van</strong> alle gemeenten en wordt ondersteund door<br />
een procesmanager. Structuur en middelen voor 2012 en verder worden opnieuw besloten in<br />
het Transitieplan dat eind 2011 gereed is.<br />
9
5. Financiën<br />
Het rijk heeft (nog) geen middelen beschikbaar gesteld om de <strong>transitie</strong> te financieren. Dit<br />
betekent dat eventuele kosten uit bestaande middelen gedekt moeten worden. De stadsregio<br />
stelt € 400.000 ter beschikking voor de centrale projectkosten. Ook stelt de stadsregio middelen<br />
ter beschikking voor procesbegeleiding in de regio’s. Daarnaast financieren gemeenten de<br />
ambtelijke capaciteit die nodig is voor een goede aansluiting op en doorontwikkeling <strong>van</strong> het<br />
lokale jeugdbeleid en de inspanningen die nodig zijn voor de pilots. Ook de bestaande subsidie<br />
relaties <strong>van</strong> de stadsregio financieren uit eigen middelen de capaciteit die nodig is voor de pilots.<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
10
Bijlage A: Bouwstenen<br />
Mogelijke onderwerpen voor de informatiebijeenkomsten. De uiteindelijke agenda wordt bepaald<br />
door informatiebehoefte <strong>van</strong>uit de gemeenten en verplichte taken door wet en regelgeving.<br />
Cliëntstromen<br />
Aan gemeenten en stadsdelen wordt inzicht gegeven in het huidig beroep dat die overheden op<br />
de stadsregionale jeugdzorg doen, zowel wat betreft toegangstaken, justitiële taken als (licht en<br />
zwaar) zorgaanbod.<br />
Ambitie is om op basis <strong>van</strong> die lokaal gespecificeerde cliëntstromen resp. het feitelijk<br />
jeugdzorggebruik een zo reëel mogelijk beeld te schetsen <strong>van</strong> het financieel beslag dat per<br />
gemeente en stadsdeel ligt op het stadsregionaal gefinancierd jeugdzorgbudget.<br />
De financiële resultaatgegevens worden afgezet tegen de uitkomsten <strong>van</strong> de huidige risicomaat.<br />
Financiën en subsidieproces<br />
Het stadsregionaal budget voor de uitsluitend stadsregionaal werkende jeugdzorgaanbieders<br />
inclusief de toegangsfunctie <strong>van</strong> BJAA bedraagt in 2011 ca. € 109 miljoen.<br />
Dit is een ongenormeerd budget: er worden geen specifieke normbedragen voor specifieke<br />
toegangstaken of zorgaanbod toegepast.<br />
Het hiervoor genoemd bedrag is exclusief het bedrag voor de justitiële taken <strong>van</strong> BJAA.<br />
Het bedrag <strong>van</strong> € 109 miljoen is 9,83% <strong>van</strong> het totale landelijk budget <strong>van</strong> ca. € 1,1 miljard.<br />
Het betreft hier de (voorlopige) landelijke verdeelsleutel, ontwikkeld door het SCP, op basis <strong>van</strong><br />
5 indicatoren c.q. risicofactoren de opgroei resp. opvoeding <strong>van</strong> jeugd betreffend.<br />
Het stadsregionaal budget voor de justitiële taken <strong>van</strong> BJAA bedraagt ca. € 19 miljoen.<br />
Financiering <strong>van</strong> deze justitietaken vindt plaats op basis <strong>van</strong> normbedragen, waarbij in principe<br />
sprake is <strong>van</strong> open-eind-financiering via toepassing <strong>van</strong> de zgn. hardheidsclausule.<br />
De hoogte <strong>van</strong> de normbedragen wordt door uitvoerende organisaties en overheden, waaronder<br />
de stadsregio Amsterdam, bekritiseerd.<br />
Het landelijk budget voor 6 landelijk werkende instellingen - waaronder de William Schrikker<br />
Groep te Diemen, die zowel justitiële taken als pleegzorg uitvoert - is momenteel onderwerp <strong>van</strong><br />
nadere verdeling over de 12 provincies en 3 stadsregio’s.<br />
De stadsregio koopt momenteel zorgactiviteiten in bij resp. Bureau Jeugdzorg en 5<br />
stadsregionaal werkende zorgaanbieders: Altra, Spirit, HVO-Querido, MOC ’t Kabouterhuis en<br />
de Bascule.<br />
In de Kabinetsvisie wordt aangegeven dat bij de verdeling <strong>van</strong> de landelijke jeugdbudgetten<br />
aangesloten kan worden bij het (voorlopig) verdeelmodel dat door het Sociaal Cultureel<br />
<strong>Plan</strong>bureau (SCP) is ontwikkeld voor de verdeling <strong>van</strong> de middelen in de jeugdzorg.<br />
Dit zou betekenen dat 9,83% <strong>van</strong> de landelijke jeugdbudgetten aan de 16 gemeenten in de<br />
stadsregio Amsterdam zou toekomen.<br />
In de onderstaande tabel zijn de Financiële consequenties <strong>van</strong> de verdeling landelijke<br />
jeugdbudgetten op basis <strong>van</strong> de (voorlopige) SCP-verdeelsleutel voor de gemeenten in de<br />
stadsregio Amsterdam op stadsregionaal niveau doorgerekend. 5<br />
5 Deze berekening is nog niet beschikbaar op gemeenteniveau. Momenteel is het SCP bezig in opdracht <strong>van</strong> het rijk om de<br />
verdeelsystematiek te verfijnen. Naar verwachting komen deze gegevens in 2013 beschikbaar.<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
11
type doeluitkering landelijk budget stadsregio Amsterdam op<br />
basis <strong>van</strong> 9,83%<br />
BDU preventief jeugdbeleid 354 miljoen € 34.8 miljoen<br />
Doeluitkering jeugdzorg 1.158 miljard € 113.8 miljoen<br />
Gesloten jeugdzorg 160 miljoen € 15.7 miljoen<br />
Jeugd-LVG 510 miljoen € 50.1 miljoen<br />
PGB Jeugd-Ggz 329 miljoen € 32.3 miljoen<br />
PGB Jeugd-LVG 168 miljoen € 16.5 miljoen<br />
te bundelen vlg. Kabinetsvisie 2.679 miljard € 263.2 miljoen<br />
Jeugd-Ggz via Zvw 470 miljoen € 46.2 miljoen<br />
te bundelen vlg. Tweede Kamer 3.149 miljard € 309,4 miljoen<br />
Een recente actualisatie <strong>van</strong> deze verdeelsleutel is gebaseerd op bevolkingsdata uit het jaar<br />
2009. Het aandeel <strong>van</strong> de stadsregio zakt daarin <strong>van</strong> 9,83% naar 9,36%, een nadelig verschil<br />
<strong>van</strong> 0,47%. In financiële termen betekent dat € 3,3 miljoen minder budget. Deze daling is vooral<br />
is toe te schrijven aan een relatieve daling <strong>van</strong> het aandeel eenoudergezinnen en het aantal<br />
jeugdigen binnen de stadsregio. Deze teruggang in budget wordt in 2012 en 2013<br />
geëffectueerd.<br />
Jeugd en Opvoedhulp en overig subsidierelaties<br />
De Stadsregio subsidieert vijf stadsregionaal werkende zorgaanbieders - Altra ,Spirit, MOC- ’t<br />
Kabouterhuis, de Bascule en HVO-Querido - die krachtens de wet op de Jeugdzorg, zorg bieden<br />
aan jeugdigen met ernstige opgroei- en opvoedproblematiek.<br />
Daarnaast subsidieert de Stadsregio een aantal Landelijk Werkende Instellingen (LWI’s). Dit zijn<br />
de William Schrikker Groep (WSG), het Joods Maatschappelijk Werk (JMW). De Stadsregio<br />
voert namens alle provincies en stadsregio’s het penvoerderschap voor de LWI’s. Daarnaast<br />
subsidieert de Stadsregio de Nederlandse Vereniging voor Pleegzorg, afdeling Noord-Holland<br />
(NVP) en het Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ).<br />
Jeugd-GGZ, LVB en Jeugdzorg plus<br />
Conform het Regeerakkoord zal de gemeente verantwoordelijk worden voor het gehele domein<br />
<strong>van</strong> de zorg aan jeugdigen. Behalve de (provinciaal gefinancierde) jeugdzorg betreft dit de<br />
Jeugd Geestelijke Gezondheidszorg, de zorg voor jeugdigen met een Licht Verstandelijke<br />
Beperking en de Jeugdzorg plus (Gesloten Jeugdzorg), met financiering respectievelijk <strong>van</strong>uit de<br />
Zorgverzekeringswet, de AWBZ en het Rijk.<br />
Multifocale zorg<br />
In de gespecialiseerde Jeugdzorg heeft het merendeel <strong>van</strong> de jeugdigen/gezinnen te kampen<br />
met meervoudige problematiek. Hierdoor ontstaat de noodzaak om te komen tot een meer<br />
geïntegreerd, gezinsgericht en intersectoraal aanbod.<br />
Voor deze gezinnen is multifocale zorg nodig waarbij jeugdzorg, volwassenenzorg, GGZ, LVG,<br />
Onderwijs en WMO onder, naast en boven elkaar om een gezin staan. Te vaak wordt nu zorg uit<br />
één sector ingezet of zorg los <strong>van</strong> elkaar of na elkaar ingezet. De Stadsregio zet zich samen met<br />
de andere financiers (zorgkantoren/zorgverzekeraars) in om te komen tot inkoop <strong>van</strong> multifocale<br />
trajecten en verdergaande samenwerking.<br />
Veiligheid<br />
Kinderen moeten veilig kunnen opgroeien. Het is primair een taak <strong>van</strong> de ouders om hiervoor te<br />
zorgen, maar waar ouders daar niet toe in staat (lijken te) zijn, ontstaat een verantwoordelijkheid<br />
<strong>van</strong> de overheid. De eerste taak <strong>van</strong> de overheid is ouders ondersteuning te bieden bij de<br />
opvoeding. Deze taak is bij de Centra voor Jeugd en Gezin belegd.<br />
De overheid heeft bepaald dat professionals die op de een of andere manier vermoeden dat de<br />
opvoeding in een specifiek gezin ernstig mis gaat, hier actief mee om moeten gaan. Elke<br />
beroepsgroep heeft een meldcode waarin wordt omschreven hoe te handelen.<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
12
Veiligheid is altijd een onderwerp (<strong>van</strong> gesprek) bij cliënten <strong>van</strong> de jeugdzorg. De problematiek<br />
is dan al zodanig ernstig dat in het huidige systeem hulp op indicatie nodig is. Bij het onderzoek<br />
om tot deze indicatie te komen wordt altijd naar de veiligheid voor de betrokken jeugdigen<br />
gekeken. Als hulp nodig wordt geacht maar ouders weigeren hieraan mee te werken, kan de<br />
kinderrechter worden verzocht het betreffende kind onder toezicht <strong>van</strong> Bureau Jeugdzorg te<br />
plaatsen. Een gezinsvoogd bepaalt dan samen met de ouders wat in de opvoeding en<br />
verzorging nodig is. Als de veiligheid binnen het gezin niet gewaarborgd wordt, zal de<br />
gezinsvoogd moeten ingrijpen. In het verleden werd in dergelijke situaties het kind uit huis<br />
geplaatst, tegenwoordig wordt in toenemende mate aan het gezin aangeboden om de eigen<br />
kracht <strong>van</strong> het netwerk te benutten. Met ondersteuning <strong>van</strong> een coördinator <strong>van</strong> Eigen Kracht<br />
maakt het netwerk een plan waarmee de veiligheid voldoende gewaarborgd is. De gezinsvoogd<br />
blijft verantwoordelijk voor de veiligheid en helpt mee aan de uitvoering <strong>van</strong> het plan.<br />
De kwaliteit <strong>van</strong> de organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp en Bureau Jeugdzorg wordt<br />
voortdurend door de inspectie Jeugdzorg bewaakt. De inspectie rapporteert haar bevindingen<br />
aan de verantwoordelijke bestuurder.<br />
De verantwoordelijk bestuurder zorgt ervoor dat de organisaties die gesubsidieerd worden<br />
voldoen aan de geldende criteria voor zorg aan jeugdigen zoals bijvoorbeeld<br />
kwaliteitscertificering. Hierop wordt gedurende het subsidieproces actief toegezien. Calamiteiten<br />
worden hiermee zoveel mogelijk beperkt maar niet voorkomen. De wens om door regels en<br />
protocollen risico’s te beperken verhoudt zich altijd op gespannen voet met de algemene wens<br />
om de regeldruk te beperken. Het zoeken naar een goede balans hiertussen is een voortdurend<br />
proces.<br />
Wet- en regelgeving<br />
Bij de zorg aan jeugdigen horen een aantal wetten en bepalingen. Deze zijn allen <strong>van</strong><br />
toepassing bij een decentralisatie <strong>van</strong> de verantwoordelijkheden voor jeugdzorg naar de<br />
gemeenten.<br />
Het gaat hierbij om:<br />
• de wet op de jeugdzorg, inclusief de recente aanvulling waarbij de Centra voor Jeugd en<br />
Gezin zijn opgenomen,<br />
• de wet maatschappelijke ondersteuning<br />
• strafrecht (jeugdreclassering)<br />
• zorgverzekeringswet<br />
• AWBZ<br />
• Wet Passend Onderwijs<br />
• WCPV (wet collectieve preventie volksgezondheid)<br />
Taken Bureau Jeugdzorg<br />
De Stadsregio subsidieert in de huidige situatie één Bureau Jeugdzorg, met 9 decentrale<br />
zogenaamde voordeuren. Bureau Jeugdzorg is verantwoordelijk voor de uitvoering <strong>van</strong> de<br />
voordeurfuncties aanmelding, opbouwen diagnostisch beeld, indicatiestelling, zorgcoördinatie en<br />
outreachend werken op verzoek <strong>van</strong> derden.<br />
Het Bureau stelt bij ernstige opvoed- en opgroeiproblematiek indicaties voor geïndiceerde<br />
jeugdzorg. Ook het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en de Kindertelefoon zijn<br />
onderdeel <strong>van</strong> Bureau Jeugdzorg.<br />
Het Bureau is verantwoordelijk voor de uitvoering <strong>van</strong> justitiële taken, ook wel jeugdzorg in<br />
gedwongen kader genoemd. Het betreft hier de Jeugdreclassering, Jeugdbescherming en de<br />
Voogdij. Deze vorm <strong>van</strong> jeugdzorg wordt door de rechter opgelegd.<br />
In het kader <strong>van</strong> een jeugdbescherming en voogdij neemt een gezinsvoogd alle noodzakelijke<br />
maatregelen om een veilige en gezonde opvoed- en opgroeisituatie voor het kind te realiseren.<br />
De jeugdreclasseringmedewerker ziet er op toe dat een strafrechtelijk vonnis wordt uitgevoerd.<br />
In dit kader moet er veel worden afgestemd en samengewerkt met de Raad voor de<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
13
Kinderbescherming, Openbaar Ministerie en ook de Rechtbank om de keten <strong>van</strong> aanmelding tot<br />
(gedwongen) zorg in het gezin soepel en efficiënt te laten verlopen.<br />
Schaalgrootte<br />
De jeugdzorg is nu op provinciaal niveau georganiseerd. Vanwege deze schaalgrootte is het<br />
mogelijk om voor specifieke groepen die (langdurig) dure vormen <strong>van</strong> zorg nodig hebben,<br />
rendabele voorzieningen te treffen. Het betreft hier vormen <strong>van</strong> jeugdzorg-plus (gesloten),<br />
residentiële (half-) open plekken en moeder en kindvoorzieningen. Voor individuele gemeenten<br />
is het financieel meestal niet rendabel om deze plekken alleen voor de eigen gemeente te<br />
organiseren. Dit komt voornamelijk door de kosten <strong>van</strong> de huisvesting (‘stenen’). Er is een vorm<br />
<strong>van</strong> (sub)regionale samenwerking nodig (in zowel geld als cliënten) om deze vormen <strong>van</strong> zorg<br />
betaalbaar te maken.<br />
Schaalgrootte is ook rele<strong>van</strong>t met het oog op bundeling expertise in de aansturing <strong>van</strong><br />
jeugdzorg. Het regeerakkoord verwijst naar samenwerkingsverbanden <strong>van</strong> gemeenten.<br />
Kwaliteitsbewaking jeugdzorg<br />
Hoe het nieuwe jeugdzorgstelsel er ook uit komt te zien, de waarborg <strong>van</strong> goede kwaliteit <strong>van</strong><br />
zorg moet altijd gegarandeerd zijn. Het toezien op kwaliteit <strong>van</strong> zorg zal een kerntaak worden<br />
voor de gemeente. Hoe zorg je als gemeente dat de kwaliteit <strong>van</strong> zorg op de norm komt die je<br />
wilt? Hoe zorg je dat je op de norm blijft? En waar ligt die norm precies? Hoe zorg je dat je<br />
voldoende informatie over de kwaliteit <strong>van</strong> zorg krijgt en wat doe je ermee? Koop je alleen<br />
‘evidence based’ programma’s in, of laat je ook ruimte voor ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe vormen?<br />
Slechts enkele vragen op de weg naar de best mogelijke zorg en blijvend effect.<br />
Versterken / deskundigheidsbevordering gemeentelijk ambtelijk apparaat<br />
Bij de totstandkoming <strong>van</strong> het regionaal uitvoeringsprogramma 2011 is door ketenpartners en<br />
gemeenten het belang <strong>van</strong> kennisoverdracht aangegeven. Er is behoefte aan gedetailleerde<br />
beleidsinformatie op maat <strong>van</strong> gemeenten en stadsdelen en aan goede uitwisseling en<br />
samenwerkingsafspraken met bureau jeugdzorg. Daarnaast spelen de financiële aspecten <strong>van</strong><br />
verschuiving <strong>van</strong> taken richting de gemeenten een belangrijke rol bij de<br />
deskundigheidsbevordering. De gemeenten willen specifiek en concreet weten wat er in hun<br />
regio aangeboden wordt en welke afwegingen daarbij gemaakt worden/zijn. Het<br />
jeugdzorggebruik in cijfers is voor de gemeenten beleidsinformatie die toegelicht en<br />
geanalyseerd zal worden.<br />
Methodische vernieuwing Jeugdzorg<br />
Bureau Jeugdzorg werkt aan kwaliteitsverbetering door verschillende<br />
methodieken (Functional Family Parole Service, Aanpak Multiprobleem Gezinnen en<br />
Verbetering Indicatiestelling Bureau Jeugdzorg) uit verschillende domeinen<br />
(Jeugdbescherming, Jeugdreclassering en Jeugdhulpverlening) te combineren.<br />
Bureau Jeugdzorg richt haar werkprocessen zo in dat er altijd sprake is <strong>van</strong> een gezinsgerichte<br />
<strong>aanpak</strong> waarbij risicomanagement de kern <strong>van</strong> het handelen <strong>van</strong> iedere jeugdzorgmedewerker<br />
is (één gezin, één plan).<br />
Een dergelijke visie ontwikkeling zien we ook terug bij de aanbieders <strong>van</strong> Jeugd en Opvoedhulp.<br />
Ook zij werken aan een geïntegreerd multifocaal zorgaanbod met een doorlopende zorglijn voor<br />
kinderen en jongeren èn hun ouders (systeemgericht) waarin jeugdzorg, onderwijs en lokale<br />
zorg en voorzieningen op elkaar zijn afgestemd. Uitgangspunt is continuïteit in de persoon <strong>van</strong><br />
de hulpverlener en de zorg bieden zo dicht mogelijk bij/in de thuis- of schoolsituatie <strong>van</strong> de<br />
kinderen zelf. Het is daarnaast <strong>van</strong> belang dat wordt gewerkt met methoden die het effect <strong>van</strong><br />
de zorg inzichtelijk kunnen maken of bewezen effectief zijn. Dat zal gebeuren in nauwe<br />
samenspraak met professionals. De toepassing <strong>van</strong> methodische vernieuwing moet als een<br />
ondersteuning <strong>van</strong> het werk worden ervaren. Dat geldt uiteraard ook voor zorgvragers en<br />
pleegouders.<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
14
Eigen Kracht<br />
Gemeenten binnen de Stadsregio Amsterdam willen in toenemende mate de principes <strong>van</strong><br />
Eigen Kracht toepassen. Dat betekent een principiële erkenning dat burgers <strong>van</strong> jong tot oud het<br />
recht hebben om eerst zelf een plan te formuleren in kwesties die nu al snel voorwerp zijn <strong>van</strong><br />
professionele interventies, zoals bijvoorbeeld uithuisplaatsingen of onder-toezicht-stellingen. De<br />
ervaring leert namelijk dat wie echt het initiatief durft te laten aan de kring <strong>van</strong> eigen mensen<br />
snel ontdekt dat verwanten en bekenden zich tot het uiterste inspannen om het weghalen <strong>van</strong><br />
kinderen te voorkomen. Zij komen met tal <strong>van</strong> praktische oplossingen, waarbij zij – zo leert<br />
onderzoek – op dezelfde kwesties letten als professionals als het gaat om de veiligheid <strong>van</strong> het<br />
kind. Voor een structurele toepassing <strong>van</strong> deze principes is verankering in de wet het meest<br />
effectief. Indien deze verankering niet in de wet wordt opgenomen kunnen lokale procedures en<br />
verordeningen hetzelfde effect sorteren.<br />
(Foto’s voorkant zijn gemaakt door Maarten <strong>van</strong> de Velde)<br />
PvA Voorbereiding Transitie Jeugdzorg, 16-2-11<br />
15