+ Download pdf (7.207 kb) - Nederlandse Commissie voor Geodesie
+ Download pdf (7.207 kb) - Nederlandse Commissie voor Geodesie
+ Download pdf (7.207 kb) - Nederlandse Commissie voor Geodesie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De informele<br />
wegen<br />
Kadastrale afbeel-<br />
dingen na de verwer-<br />
king van de meetge-<br />
gevens met SD '76<br />
afbeeldingen niet zo sterk als wanneer reconstructie met de<br />
methode van het meetli jnenverband plaatsvindt. Men maakt het<br />
verband zo goed als kan door bij de reconstructiemetingen zo-<br />
veel mogelijk oude grens- en grondslagpunten mee te nemen. Hoe<br />
beter het verband, des te gemakkelijker kan de landmeter recon-<br />
structiemetingen met de oorspronkelijke kadastrale afbeeldingen<br />
vergelijken (1). Hij neemt dus zijn beslissing omtrent waar de<br />
kadastrale afbeelding van de eigendomsgrens te reconstrueren<br />
binnen een strook die in belangrijke mate door de vergelijk-<br />
baarheid van reconstructiemetingen en afbeelding wordt bepaald.<br />
Zoals op blz. 112 reeds is te lezen zijn de precisie-modellen<br />
van de methode van het meetlijnenverband en de voerstraalmetho-<br />
de verschillend. De verschillen kunnen bi j reconstructies van<br />
micro-niveau belangrijk worden. Bij de methode van het meetlij-<br />
nenverband zijn <strong>voor</strong>al kleine vormelementen goed te reconstrue-<br />
ren. Naarmate de vormelementen groter worden treedt meer pre-<br />
cisie-vermindering op. Met deze meetmethode zijn affiene ver-<br />
vormingen op de kaart van kleine vormelementen goed op te van-<br />
gen. Bij de voerstraalmethode zijn de correlaties anders. De<br />
precisie van de vormelementen is veel minder afhankelijk van de<br />
grootte van het element. Zo lijken standaardafwijkingen van ge-<br />
meten afstanden, kortere of langere, in de orde van 5 cm te<br />
liggen. De voerstraalmethode komt derhalve het best tot haar<br />
recht bij gebruik ten behoeve van grotere vormelementen. Dan<br />
dient wel een goede grondslag aanwezig te zijn.<br />
Zelfs wanneer de precisie-kwaliteiten van beide meetmethoden<br />
worden uitgebuit blijken over grotere gebieden geen metingen op<br />
micro-niveau te bestaan. Ervaringen wijzen het volgende uit: de<br />
ligging van een muur kan niet tot op de centimeter worden be-<br />
paald; wanneer een meting zich over meer dan een kilometer uit-<br />
strekt zijn standaardafwijkingen minstens van een decimeter.<br />
Daarom is het <strong>voor</strong> reconstructies zeer belangrijk zoveel moge-<br />
lijk vaste punten als hoekpunten van huizen in de metingen op<br />
te nemen om, waar mogelijk, de precisie-verminder ing het hoofd<br />
te kunnen bieden. Vormelementen moeten zo lokaal mogelijk gere-<br />
construeerd kunnen worden!<br />
Het Systeem Detailmeting '76 (SD '76) is een geautomatiseerd<br />
rekensysteem (2), waarbij wordt uitgegaan van bekende coördina-<br />
ten in onderling verband, bij<strong>voor</strong>beeld het landelijk Rijksdrie-<br />
hoeksnet of een plaatselijke grondslag.<br />
Tussen een aantal punten met bekende coördinaten worden metin-<br />
gen verricht met de methode van het meetlijnenverband of met de<br />
voer straalmethode. De metingen controleren elkaar onderling op<br />
meetfouten. Foute metingen worden uit de verwerking verwi j-<br />
derd. De onderlinge ligging van de reeds eerder bekende punten<br />
kan nu ook bepaald worden uit de door de eerste toetsen geac-<br />
(1) Bij<strong>voor</strong>beeld door van een zelfstandige kartering maten<br />
uit te passen die dan met maten op veldwerken vergele-<br />
ken worden.<br />
(2) En geen meetsysteem, zoals de naam suggereert.