HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Deze vaste punten zouden tevens dienen als begin- en eindpunt van de<br />
hoofdmetingen, waaraan naderhand de plantage en concessies konden wor-<br />
den ingemeten. De metingen duurden van 1912 tot 1916 waarbij 2246,3 km<br />
hoofdlijnen werden gemeten; later (1918 en 1919) werd dit aantal tot 2534,2<br />
km opgevoerd. Nadat de hoofdlijnen gereed waren, werd met vier<br />
topografen de metingen van Paramaribo aangevangen en in noord-west en<br />
zuidelijke richting uitgevoerd.<br />
In 1919 waren op deze wijze 66.522 ha. opgenomen en op de schaal 1:10.000<br />
in kaart gebracht; hiernaast werden ook verkleiningen naar de schalen<br />
1:50.000 en 1:200.000 uitgevoerd. In totaal verschenen evenwel slechts 17<br />
bladen in druk.<br />
Voor de hoogteligging in deze karteringen werd uitgegaan van het zgn.<br />
spoorwegpeil.<br />
Tot de werkzaamheden in dit verband behoorde ook de koppeling van het<br />
bergtriangulatienet aan het net van astronomische punten in het laagland.<br />
Hiertoe werden punten van Jan Basi Gado en Voltzberg verbonden aan het<br />
astropunt Kwaku-Gron en Leguanen eiland.<br />
6.3. Meetkundige grondslag van het Kadaster<br />
Ten aanzien van de meetkundige grondslag van het Kadaster van Paramari-<br />
bo zij vermeld, dat op alle kruispunten van wegen, zware betonnen pilaren<br />
4 m diep in de grond werden neergelaten. De lijnen welke deze punten ver-<br />
bonden vormden aldus een dicht net. (Een aantal coördinatenregisters wer-<br />
den op het Domeinkantoor nog teruggevonden).<br />
De werkzaamheden, begonnen in 1913, werden in 1915 beëindigd en vonden<br />
geen verdere voortgang. Behalve het puntennet werden nog enkele percelen<br />
te Paramaribo hermeten en de grenzen hiervan vastgelegd aan het net. Een<br />
en ander geschiedde evenwel op basis van vrijwilligheid.<br />
6.4. De kaart van Bakhuis en De Quant<br />
In dit hoofdstuk wordt onder punt 4 de kaart van Rakhuis en De Quant be-<br />
sproken, samengesteld in 1930 in opdracht van het Nederlands Departement<br />
van Kolonie, aangezien de kaarten van Cateau van Rosevelt t.b.v. de bala-<br />
taconcessies niet toereikend bleken; deze kaart geldt tot nu toe als de offi-<br />
ciële kaart bij aanvragen en uitgiften van percelen land in concessie t.b.v.<br />
goud, hout, balata of enig ander doel.<br />
Deze kaart bestaat uit 16 deelbladen, elk een oppervlak van ca. 17.000 km2<br />
beslaande en is uitgevoerd in de schaal 1:200.000.<br />
Een overvloed aan geografische namen maakt deze kaart ook belangrijk. De<br />
naamgeving daarin geldt tot op heden.<br />
Een 10-tal deelbladen wordt afzonderlijk besproken vanwege de bijzonder-<br />
heden daarin vermeld.<br />
De bladen 13 t/m 16 vertonen bijvoorbeeld de waterscheiding tussen de Su-<br />
rinaamse en Braziliaanse stromen. De feitelijke grensmeting tussen de bei-<br />
de landen zal pas plaatsvinden in de jaren 1935 t/m 1938, waarbij signifi-<br />
cante verschillen met de door Bakhuis veronderstelde grens zullen optre-<br />
den.<br />
7. De periode van de luchtkartering (1943-heden).<br />
7.1. De eerste fotogrammetrische karteringen<br />
Deze hebben betrekking op de samenstelling van een 2-tal luchtvaart navi-