HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In 1686 geven de zgn. Labadisten een kaart uit, waaruit te concluderen valt<br />
dat het aantal plantages uit de Mogge-kaart (loost) is uitgegroeid tot 148,<br />
terwijl de Para-rivier en de linkeroever van de Suriname -zeer waarschijn-<br />
lijk als gevolg van gecombineerde overvallen door Indianen en Marrons- zijn<br />
verlaten.<br />
Aan beide genoemde kaarten kan niet te veel waarde worden gehecht als<br />
landmeetkundig document, dit in tegenstelling tot de in 1688 verschenen<br />
kadastrale kaart van F. de Wit.<br />
2.3. Lavaux en z'n werk<br />
Middels een biografie wordt de persoon van Alexander de Lavaux gepresen-<br />
teerd waarna z'n kaart uit 1737 uitvoerig wordt besproken.<br />
Nog vier edities van deze kaart verschijnen, waarvan de laatste ca. 1770<br />
(bij P. Schenk en Zoon). Op deze laatste editie wordt ook nader ingegaan.<br />
2.4. Het werk van J.C. Heneman<br />
Via de inventaris van P.A. Leupe (1867) wordt van een aantal (40 st.) kaar-<br />
ten van J.C. Heneman kennis genomen. Langer wordt stilgestaan bij Hene-<br />
man's kaart uit 1794 en het manuscript van z'n grote kaart bestaande uit<br />
140 deelkaarten.<br />
Op grond van een nadere beschouwing van een aantal deelkaarten en verge-<br />
lijking daarvan met in tijd exakt bekende feiten uit de historie, als ander-<br />
zins komen wij tot de bevinding dat de "Groote Kaart1' na 1794 gereed<br />
kwam. Voorts, dat Heneman met dit werk ca. 10 jaren is bezig geweest en<br />
niet zoals Sypesteyn veronderstelde met de kaart uit 1784.<br />
3. Karteringen in de 1% eeuw.<br />
3.1. Een transitoire periode<br />
Terwijl enerzijds de landbouwplantages aan de bovenloop der rivieren wer-<br />
den verlaten, concentreerde de plantagelandbouw zich anderzijds langs de<br />
benedenloop dezer rivieren, waarbij ook landbouwaktiviteiten in de zgn.<br />
Nieuwe Kolonie waren te bespeuren.<br />
In de westelijke distrikten, waren het vooral Engelsen en Schotten waarvan<br />
de nog aldaar in gebruik zijnde toponiemen getuigen, die zich als gevolg van<br />
het Engelse tussenbestuur (l 799-1 81 8) als kolonisten vestigden.<br />
De teruggang van de landbouw zette in als gevolg van de oorlogen in Europa<br />
en het verlies van de suikermarkt vanwege het continentaal stelsel terwijl<br />
ook de katoenmarkt veroren ging vanwege een ongunstige concurrentieposi-<br />
tie t.o.v. de U.S.A. (zie kaart Mabé - 1835 in het werk van M. Teenstra: De<br />
Landbouw in Suriname).<br />
De emancipatie der slaven evenwel betekende het definitieve einde van de<br />
plantagelandbouw; hetgeen o.m. tevens het dieptepunt betekende in het<br />
landmetersberoep.<br />
Teneinde de economie in Suriname weer op gang te brengen werd de bevol-<br />
kingslandbouw ter hand genomen en aandacht besteed aan de goudwinning.<br />
De werkzaamheden van de landmeter W.L. Loth hebben tot de goudexploi-<br />
tatie veel bijgedragen.