HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Vanaf het moment dat de eerste uit Nederland naar Suriname gezonden<br />
landmeter (Willein Mogge) zijn opdracht van de Staten van Zeeland aan-<br />
vaardde (1671) kreeg hij als meetinstruktie o.m. mee "so voor landt als par-<br />
ticulieren te gebruiken de Bloysche mate in Zeeland gebruikelijk".<br />
Ook zijn opvolgers waren aan instrukties gebonden zoals onder andere blijkt<br />
uit de Landmetersinstruktie van 1 augustus 1724 (West Indisch Plakaatboek<br />
deel I onder no. 309) inhoudende onder meer dat de landmeter was gehouden<br />
zich te bedienen van:<br />
a. een ketting, lang 66 voeten Rijnlandsche maat, van twaalf duym op de<br />
voet;<br />
b. geen andere compassen in de metingen als naaldcompassen ende wel<br />
zoodanige, die alvorens teegens het stenen compas alhier op het plyn<br />
leggende zijn geëxamineerd en met hetzelve accoord bevonden.<br />
Zij sullen in off na de uytmetingen geene deminste miswijsingen mogen re-<br />
kenen, maar de kaarten der landen zoodanig coucheren als zij sullen be-<br />
vinden de waare coersen te loopen.<br />
Voorts was de landmeter gehouden:<br />
a. voor duysend akkers land, zowel langs de rivieren of kreken gelegen<br />
niet meer breed of face aan de eygenaars toe te ineeten als sestigh<br />
kettingen (wel te verstaan van alle landen die na primo januari 1685<br />
zijn vergeven, ten waare eenige grondbrieven een ineerdere breete in-<br />
hielden);<br />
b. ter plaate waar zij zouden meten een behoorlijk pat tot de gansche<br />
diepte der landen te doen kappen, ten eynde de schijtlijnen distinctelijk<br />
te zien;<br />
c. tussen de limietschijding van yder plantage paalen te stellen van hart<br />
durabel hout en de merken der plantage aan weerszijden van die posten<br />
te branden ten waare de eygenaars geneegen aldaar een sloot te graven<br />
ofte een stenen pilaar te zetten;<br />
d. in 't naermeeten off oopenkappen van oud schijtlijnen geen de minste<br />
alteratie te maaken in de coers der oude linie en uytmetingen daarvan<br />
zijnde, maar dezelve volkoomen naervolgen;<br />
e. van al de nieuwe landen, die werden uytgemeeten te maken 4 pertinen-<br />
te kaarten en aan de eygenaar overhandigen ten eynde dezelfde te doen<br />
approberen (twee kaarten gingen naar de Gouverneur, één naar de<br />
"Secretarye van de kolonie" en één naar de eigenaar).<br />
Uit deze instruktie blijkt voorts dat de landmeters werden beëdigd bij de<br />
aanvaarding van hun a.mbt. Ook werd in deze instruktie hun salaris vastge-<br />
steld (te weten 5 gulden per dag gedurende de meting plus 13 stuiver per<br />
akker voor gronden, die daarvóór nog nimmer waren gemeten; voor het ma-<br />
ken van een kaart 5 gulden en voor kopie 3 gulden en 12 stuivers).<br />
Op 17 december 1782, volgde weer een instruktie waarin onder meer voor-<br />
geschreven werd dat steeds "de vier Hoofdstreken volgens derzelver ware<br />
ligging op de kaarten moeten worden vertoond".<br />
Een nieuwe instruktie voor Landmeters en Rooi~neesters werd vastgesteld<br />
bij Gouvernements Resolutie van 26 maart 1827 no. 48, waarbij o.m. werd<br />
bepaald dat "het getal der gezworen landmeters in deze kolonie dat van<br />
vier niet zal inogen te boven gaan", en waarbij tevens de emolumenten ge-<br />
regeld worden.