HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Leupe no. 1990:<br />
Kaart van 't rivier Marowijne met derzelver eylanden, Zandbancken en<br />
klippen. Het gebied wordt be rensd door de parallellen van 3' en 6' N.Br.<br />
en de meridianen 324' en 323 O.L. van Tenerife.<br />
8<br />
Leupe no. 2130:<br />
Kaart van de Expeditie naar de rivier Marowijne en derzelver districten,<br />
gedaan door een detachement van het Jager en Vrij Corps onder Commando<br />
en beleidt van den Lieut. J.F. Kubeler van het Vrij Corps enz. van de maand<br />
april tot november 1790 (verschillende bladen).<br />
In dit verband zij nog gewezen op een ongedateerde MS.-kaart, aangevende<br />
de expedities tussen 1773 en 1777 in de inventaris opgenomen onder no.<br />
2129 met als titel: "Algemene kaart van de Colonie of Provincie Suriname<br />
met de rivieren en districten van dien, mitsgaders de coursen en marschen<br />
der gedaane expeditiën, tot opsporing der gerebelleerde slaven door de<br />
troepes van de staat, onder de Orders van den Colonel Fourgeoud." Ook de-<br />
ze zal Heneman niet onbekend zijn geweest en mede als basis voor de 1784<br />
kaart hebben gediend.<br />
Blijkens berichten van Van Sypesteyn (1854, Beschrijving van Suriname,<br />
pag. 290) heeft Heneman van 1774-1784 met 14 landmeters aan de 1784<br />
kaart gewerkt. Om redenen, later in ons betoog te noemen, lijkt dit ons niet<br />
waarschijnlijk.<br />
In de tweede helft van de 1 8 eeuw, ~ en wel tussen 1760 en 1790, beleefde<br />
Suriname het hoogtepunt van de plantagelandbouw, waarvan de meer dan<br />
600 in cultuur zijnde plantages getuigen. Direkt hierna breken er moeilijke<br />
tijden aan voor ons land. Door de slechter wordende behandeling der slaven,<br />
mede als gevolg van het verschijnsel dat als werd gekenschetst,<br />
nam het aantal vluchtelingen toe en vormde zich in 1770 een nieuwe<br />
groep Marrons in de Cottica. Het jaar daarop nam dit aantal zgn. "Cotticamuitelingen"<br />
schrikbarend toe, waardoor de Overheid besloot militaire<br />
versterking aan te vragen. De bekende Fourgeoud kwam met een groot aantal<br />
soldaten naar Suriname en ondernam tot 1775 diverse tochten tegen de<br />
Marrons. Voorts werd in 1776 het reeds eerder gemeld llKordonll tegen deze<br />
Marrons in gebruik genomen. Het geheel van deze gebeurtenissen vindt zijn<br />
weerslag in de onderwerpelijke kaart van Heneman (1784). Deze kaart dan<br />
van de "Colonie Suriname en de onderhoorige Rivieren en Districten, zo<br />
verre derzelver ontdekkingen nu zijn strekkende met de tot Cultuur gebragt<br />
zijnde Landen en Plantagiën", uitgevoerd in acht bladen, geeft ten opzichte<br />
van die van De Lavaux, uitbreidingen in westelijke richting te zien. Hoewel<br />
nog niet in cultuur gebracht, worden de toekomstige distrikten Coronie en<br />
Nickerie in de kaart aangegeven, terwijl de Westgrens met Berbice nog ligt<br />
bij de Duivelskreek (ten westen van de Corantijn). De Corantijn en de<br />
Nickerie met de Wayambo zijn in grote trekken (configuratie) herkenbaar<br />
weergegeven. Een enorme verbetering is de weergave van het estuarium<br />
van de Saramacca en de Coppename, terwijl de loop van deze rivieren meer<br />
in overeenstemming met de werkelijkheid is gebracht. Het oude plantagegebied,<br />
voorkomende op de kaarten van De Lavaux (ook de latere) is aanzienlijk<br />
uitgebreid. Ook verlaten en geprojekteerde gronden zijn aangegeven<br />
(stippellijntjes). In het oostelijk deel van de kaart is ook een duidelijke<br />
verbetering ten opzichte van die van De Lavaux op te merken; zeer waarschijnlijk<br />
als gevolg van de diverse militaire expedities in dat gedeelte van<br />
het land. De afstand tussen de Cottica en de Marowijnerivier is nu overeenkomstig<br />
de werkelijkheid weergegeven. De opname van de Marowijnerivier<br />
zelf met riviereilanden tot aan de Arminavallen (4'471 N.Br.) is redelijk<br />
goed; doch naarmate men zuidelijker gaat, wordt de weergave slechter en