Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - Mobiel Vlaanderen
FIGUUR 7.5: EVOLUTIE VAN HET AANTAL EENZIJDIGE ONGEVALLEN (VLAANDEREN, 1991-2005) VOLGENS AARD WEGGEBRUIKER. Bron: NIS, eigen bewerking meer dan 60 % toe tegenover 1991. Ook op de andere wegtypen zien we de sterkste stijging voor lichte vrachtwagens en motorrijders. Op autosnelwegen is er tussen 1991 en 2002 (de cijfers van 2003-2005 kunnen opgesplitst worden naar wegtype) overigens een globale stijging van het aantal eenzijdige ongevallen waar te nemen, in tegenstelling tot de overige wegtypen. INDEX (1991 = 100) 180 160 140 120 100 80 60 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Totaal Auto Vracht EVOLUTIE EENZIJDIGE ONGEVALLEN Lichte vracht Motor Brom Fiets 7.2.2 MEERZIJDIGE ONGEVALLEN In fi guur 7.3 zagen we dat vier van de vijf geregistreerde letselongevallen meerzijdige ongevallen zijn. Dit zijn de ongevallen waarbij minstens twee weggebruikers betrokken zijn. In ongeveer 90 % hiervan betreft het ongevallen tussen twee weggebruikers. Het aantal ongevallen waarbij meer dan drie bestuurders betrokken zijn is beperkt, hoewel de tol soms zwaar kan zijn. In Vlaanderen waren er in 2005 in totaal 25.216 meerzijdige ongevallen (tegenover 5.992 eenzijdige). Deze meerzijdige ongevallen gaven aanleiding tot 354 doden en 3.113 zwaargewonden (komende van 7.334 in 1991). Figuur 7.6 geeft voor een aantal weggebruikers weer welke de voornaamste botspartners zijn in tweezijdige ongevallen. In 84 % van de tweezijdige ongevallen is een personenauto betrokken. Fietsers zijn goed voor 26 % en bromfi etsers voor 17% van de ongevallen. Voetgangers zijn - 44 - Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen Deel 1 - Probleemanalyse
FIGUUR 7.6: TWEEZIJDIGE ONGEVALLEN, VOL- GENS BETROKKEN WEGGEBRUIKERS (VLAANDEREN, 2003-2005). Bron: NIS, eigen bewerking betrokken in ongeveer 9 % van de tweezijdige ongevallen, motorrijders en vrachtwagens elk in ongeveer 7 %. Lichte vrachtwagens ten slotte vinden we terug in ongeveer één op tien tweezijdige ongevallen. Iets minder dan 1/3e van de tweezijdige ongevallen gebeurt tussen 2 personenwagens. In zelfs iets meer ongevallen is naast een auto ook een (brom)fi ets betrokken. Voor elk van de weggebruikers is de personenwagen het meest courante object om mee te botsen. Nog opvallend is dat fi etsers bijna even dikwijls botsen met bromfi etsers dan met andere fi etsers (in 2/3e van de gevallen betreft het een ongeval binnen de bebouwde kom). De maatregel bromfi etsers op de rijbaan is vanuit dit oogpunt dus zeker verantwoord. 12568 4040 8397 Auto tegen ... 3034 3744 Moto tegen ... 107 194 245 82 101 304 151 478 107 321 597 137 19719 2613 3470 3744 Voetganger tegen ... 1 557 4040 265 151 348 234 82 698 265 Vrachtwagen tegen ... 557 998 256 137 185 Bromfiets tegen ... 478 331 Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen - 45 - Deel 1 - Probleemanalyse Auto Vracht 8397 2613 Lichte vracht Motor Brom Fiets Voet Andere Lichte vrachtwagen tegen ... 1029 698 245 1029 304 998 557 321 198 348 1189 263 Fiets tegen ... 597 846 3470 12568
- Page 1 and 2: Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen
- Page 3 and 4: VERKEERSVEILIGHEIDSPLAN VLAANDEREN
- Page 5 and 6: LEESWIJZER INLEIDING Het Verkeersve
- Page 7 and 8: SAMENVATTING Het Verkeersveiligheid
- Page 9 and 10: De zes geselecteerde maatregelengro
- Page 11 and 12: VERKEERSVEILIGHEIDSPLAN VLAANDEREN
- Page 13 and 14: INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE .......
- Page 15 and 16: 1. INLEIDING 1.1 Opbouw rapport dee
- Page 17 and 18: ingewikkelde situaties kunnen dat g
- Page 19 and 20: FIGUUR 2.2: ONGEVALLENPIRA- MIDE. B
- Page 21 and 22: 2.4 Het beschikbare basismateriaal:
- Page 23 and 24: FIGUUR 3.2: ZWAARGEWONDE VERKEERSSL
- Page 25 and 26: 4. TRENDS EN PROGNOSES Gezien de st
- Page 27 and 28: FIGUUR 4.1: VOERTUIGKILOMETER IN VL
- Page 29 and 30: FIGUUR 4.4: VERKEERSDODEN PER MILJO
- Page 31 and 32: 4.4.2 VERPLAATSINGSGEDRAG Het Mobil
- Page 33 and 34: 5. VLAANDEREN IN BELGIE EN EUROPA V
- Page 35 and 36: FIGUUR 5.2: DODELIJK RISICO. Bron:
- Page 37 and 38: 6. REGIONALE VERSCHILLEN IN VLAANDE
- Page 39 and 40: 7. VERKEERSVEILIGHEID DIEPER GEANAL
- Page 41 and 42: TABEL 7.2: LETSELRISICO’S VOOR DE
- Page 43 and 44: FIGUUR 7.3: VERDELING VAN HET AANTA
- Page 45: FIGUUR 7.4: EENZIJDIGE ONGE- VALLEN
- Page 49 and 50: FIGUUR 7.9: AANDEEL DODE VER- KEERS
- Page 51 and 52: FIGUUR 7.11: EVOLUTIE AANTAL ONGEVA
- Page 53 and 54: TABEL 7.8: EXPOSITIEMATEN VOLGENS W
- Page 55 and 56: FIGUUR 7.15: AANDEEL DODE VERKEERSS
- Page 57 and 58: FIGUUR 7.16: AANTAL DODEN EN ZWAARG
- Page 59 and 60: FIGUUR 7.19: RELATIEF RISICO OP ERN
- Page 61 and 62: FIGUUR 7.21: EVOLUTIE DODELIJK RISI
- Page 63 and 64: FIGUUR 7.25 RISICO (UITGEDRUKT IN A
- Page 65 and 66: FIGUUR 7.28 AANDEEL ERNSTIGE ONGEVA
- Page 67 and 68: of dit te wijten is aan de werkelij
- Page 69 and 70: De Fietsersbond voerde in 2003 snel
- Page 71 and 72: meer uitgesproken op autosnelwegen.
- Page 73 and 74: 9. GEBRUIKTE AFKORTINGEN ASW Autosn
- Page 75 and 76: • Lammar, P. & Hens, L. (2004). O
- Page 77 and 78: VERKEERSVEILIGHEIDSPLAN VLAANDEREN
- Page 79 and 80: INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING DEEL 2 .
- Page 81 and 82: 1. INLEIDING Deel 2 Het Vlaams Verk
- Page 83 and 84: TABEL1: DE HADDON-MATRIX: 9 AANGRIJ
- Page 85 and 86: FIGUUR 2: HET PIZZA-MODEL. Bron: (R
- Page 87 and 88: kingen van de mens. De verantwoorde
- Page 89 and 90: MAATREGELEN VISION ZERO - ZWEDEN Na
- Page 91 and 92: 3. OPERATIONELE DOELSTELLINGEN VAN
- Page 93 and 94: FIGUUR 5: EVOLUTIE AANTAL VERKEERSD
- Page 95 and 96: kan waarschijnlijk verklaard worden
FIGUUR 7.5:<br />
EVOLUTIE VAN HET<br />
AANTAL EENZIJDIGE<br />
ONGEVALLEN<br />
(VLAANDEREN,<br />
1991-2005)<br />
VOLGENS AARD<br />
WEGGEBRUIKER.<br />
Bron: NIS, eigen<br />
bewerking<br />
meer dan 60 % toe tegenover 1991. Ook op de andere wegtypen zien we de<br />
sterkste stijging voor lichte vrachtwagens en motorrijders. Op autosnelwegen is er<br />
tussen 1991 en 2002 (de cijfers van 2003-2005 kunnen opgesplitst worden naar<br />
wegtype) overigens een globale stijging van het aantal eenzijdige ongevallen waar<br />
te nemen, in tegenstelling tot de overige wegtypen.<br />
INDEX (1991 = 100)<br />
180<br />
160<br />
140<br />
120<br />
100<br />
80<br />
60<br />
1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005<br />
Totaal<br />
Auto<br />
Vracht<br />
EVOLUTIE EENZIJDIGE ONGEVALLEN<br />
Lichte vracht<br />
Motor<br />
Brom<br />
Fiets<br />
7.2.2 MEERZIJDIGE ONGEVALLEN<br />
In fi guur 7.3 zagen we dat vier van de vijf geregistreerde letselongevallen meerzijdige<br />
ongevallen zijn. Dit zijn de ongevallen waarbij minstens twee weggebruikers<br />
betrokken zijn. In ongeveer 90 % hiervan betreft het ongevallen tussen twee weggebruikers.<br />
Het aantal ongevallen waarbij meer dan drie bestuurders betrokken zijn<br />
is beperkt, hoewel de tol soms zwaar kan zijn.<br />
In <strong>Vlaanderen</strong> waren er in 2005 in totaal 25.216 meerzijdige ongevallen (tegenover<br />
5.992 eenzijdige). Deze meerzijdige ongevallen gaven aanleiding tot 354<br />
doden en 3.113 zwaargewonden (komende van 7.334 in 1991).<br />
Figuur 7.6 geeft voor een aantal weggebruikers weer welke de voornaamste botspartners<br />
zijn in tweezijdige ongevallen.<br />
In 84 % van de tweezijdige ongevallen is een personenauto betrokken. Fietsers zijn<br />
goed voor 26 % en bromfi etsers voor 17% van de ongevallen. Voetgangers zijn<br />
- 44 - <strong>Verkeersveiligheidsplan</strong> <strong>Vlaanderen</strong><br />
Deel 1 - Probleemanalyse